2005_09_doorbraak

Page 1

België-Belgique P.B. Antwerpen X 8/2828

ISSN 0012-5474

Vlaanderen staat in Europa

9

Maandblad Oktober 2005 Afgiftekantoor Antwerpen X Passendalestraat 1a 2600 Berchem

S TEENTJES

IN DE KIKKERPOEL

Het Vlaamse landschap oogt wat grijs in de herfst, en stil. Er is weer meer tijd, in die dagen die doen denken. De politieke lichten worden aangestoken in het oker van oktober. Partijen trekken zich op gang, parlementen vullen zich straks weer met palavers. Ook Vlaanderen begint weer te bewegen. Tijd voor wat steentjes in de kikkerpoel. Het grootste manoeuvre van de voorbije zomer? De trukendoos van Di Rupo en Vande Lanotte. Goed getimed, lanceert eerstgenoemde zijn lepe Marshallplan. Doet denken aan externe hulp, maar zo was het niet bedoeld. Neen, ze gaan het deze keer zélf doen. Geen nieuwe geldstromen meer! En gij, Vlaamse kameraden, zwijg nu over de transfers... De Vlaamse pers slaapt en Vande Lanotte pareert even later de twijfels: Vlamingen mogen geen Vikings zijn, die Wallonië “plunderen” en moeten afblijven van die massale geldstromen. Hoe je je eigen transfers kunt “stelen”, is ons niet duidelijk. In ruil voor z’n mildheid vraagt Vande Lanotte de regionalisering van het tewerkstellingsbeleid. Handig de media in, met een “eis” die andere Vlaamse partijen al lang hadden gesteld. Een dekentje over de transfertrom. Maar wie dat doet, vergist zich. Het is de kern van het debat, want transfers zijn gewoon het materiële gevolg van de scheiding der geesten tussen Noord en Zuid. Avanti populo, met de socialisten naar meer Vlaanderen? Was het maar waar. Een paar losse flodders van parlementsvoorzitter Norbert De Batselier of voormalig minister Leo Peeters zijn er onmiskenbaar geweest. Maar dat Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte, twee raspaardjes uit de stal van Trotski, een Vlaamse strategie zouden ontwikkelen? Is hun macht niet verankerd in het oude België? Geketend aan Di Rupo? Wie vóór 2999 Vlaams zelfbestuur meent te kunnen opbouwen met de stoomkracht van andersglobalisten, internationalisten en socialisten, vergist zich.

Leterme hier, Leterme daar. Alomtegenwoordig was hij deze zomer. Het wassen gezicht van de CD&V krijgt met de grimlach uit Ieper weer sterke contouren. Maar hoe zit dat nu weer met die januskop van zijn partij? Vlaamse glimlach ‘van voren’, een ongeïnteresseerd syndicaal grimas aan de andere zijde? ‘Het zijn niet de standenorganisaties die ons programma gaan bepalen’, aldus Eric Van Rompuy (De Morgen, 17 sept). Wie van de CD&V geen daden bij de woorden eist, vergist zich. De liberalen hebben spitsroeden gelopen de voorbije maanden. De tijd dat Guy Verhofstadt Vlaamse zalen platliep om zijn Vlaamse liberalisme te verkondigen, is lang voorbij. Paarsgroen en paars zorgen vooral voor stilstand. En stilstaan is achteruitgaan. Versierd met het kleed van de oude PVV heeft de VLD een kans gemist. Krijgen ze van de kiezer nog een kans? Maar wie meent de liberalen niét nodig te hebben voor verdere stappen naar meer autonomie, vergist zich. En dan De Wever en Dewinter. Wil en kan de N-VA meer zijn dan een schaap in de tamme kudde van CD&V? Kan het Vlaams Belang – dat weegt, maar dan vooral als dood gewicht – na de volgende verkiezingen een andere rol spelen? Beide partijen verliezen hun energie in een belachelijk onderling gekibbel. De Wever zou kunnen weten dat zijn kiespubliek dat niet lust. En Dewinter kan toch vermoeden dat hij bondgenoten nodig heeft? Met overlopers alleen breek je geen cordon. Vlaamsgezinden die niet resoluut aandringen op godsvrede, en bundeling van krachten, vergissen zich. De Vlaamse Beweging draait rondjes ter plekke, worstelt met haar identiteit en methodiek. Er is twijfel. De redactie van Doorbraak probeert in een volgend nummer een stand van zaken op te maken. Over Beweging, strategie, regie, middelen en media. Want we vergissen ons als we denken dat dit geen prioriteit is. Jan Van de Casteele


P

Elio Di Rupo in De Morgen, 3 september: ‘Wij zijn de trouwste en enige steun van Verhofstadt.’

P ERSWIJS – K ORT

K

E R S W I J S

Freddy Thielemans (PS-burgemeester van Brussel) in Humo, 9 augustus: ‘Ik begrijp niet dat steeds meer Vlaamse politici zich storen aan de transfers naar Wallonië, want ik spreek de taal van de solidariteit. De rijken moeten degenen die minder goed af zijn helpen via de belastingen: dat is een van de grondslagen van onze maatschappij. Ooit was Wallonië rijk en Vlaanderen arm. Nu zitten we in de omgekeerde situatie.’ Herman De Croo in De Morgen, 3 september: ‘Desnoods moeten we herfederaliseren. We hebben Brussel niet de bevoegdheid gegeven om het lawaai van een jukebox te beperken, opdat het de luchtvaart naar de knoppen zou helpen.’ Elio Di Rupo in Humo, 6 september: ‘Regonalisering van het werkgelegenheidsbeleid? Ik zeg u: daar moeten wij, ook de Vlamingen, extreem voorzichtig mee zijn... Ze is niet aan de orde. Het was maar een idee. Soms heeft de Vlaamse minister-president een idee, soms hebben andere ministers een idee: België is een echt laboratorium van ideeën!’ Bert Anciaux in De Morgen, 30 augustus (naar aanleiding van een vakantietrip naar Nederland): ‘We hebben echt veel gemeen. Eeuwen hebben we samen doorgebracht. Slechts enkele decennia zijn we kunstmatig en gewelddadig gescheiden (...) Willem van Oranje mag dan wel de vader des vaderlands

zijn, hij is ook een uil dat hij de scheiding tussen de noordelijke en zuidelijke Nederlanden niet heeft kunnen voorkomen. Daarom hebben we een wat vervallen adellijke familie uit de Duitse streken moeten wegkapen om hier de plak te komen zwaaien.’ Alain Destexhe (MR) in De Morgen, 29 augustus: ‘We moeten de publieke sector tot normale proporties herleiden. Neem het onderwijs. Vlaanderen krijgt goede punten in Europese studies, Wallonië bungelt achteraan. Maar het is niet zo dat het Waalse onderwijs minder middelen heeft.’ Eric Van Rompuy in De Morgen, 17 september: ‘De klassieke discussie over de transfers heeft geen zin, als er niet meer hefbomen komen: regionalisering van de cao’s, eigen fiscaliteit, heel de werkloosheidsreglementering, responsabilisering van de budgetten van de RVA. De groei vertraagt in heel Europa, ook in Vlaanderen. Als je nagaat dat Wallonië bijna drie keer zoveel werkloosheid heeft, dat Vlaanderen daarentegen veeleer afstevent op een tekort op de arbeidsmarkt en na 2010 ook een vermindering van de actieve bevolking is het duidelijk dat we moeten regionaliseren.’ Bart Sturtewagen in De Standaard, 31 augustus: ‘De vele ziekten van Wallonië zijn geen onafwendbare natuurramp. Ze zijn voor een groot deel van eigen makelij. De dominantie van een verstarde PS, het cliëntelisme en het enge subregionalisme versmachten elke kans op herstel en verspillen het vele geld dat vanuit Vlaanderen en Europa naar het gewest vloeit.’

O R T

MONOCULTURELE VERVELING Europa telt ongeveer zestig talen. Wat hoor je op onze vijf radionetten? Gerard Bodifée heeft het geteld. Engelse liedjes, in ruim negentig procent van de gevallen (Studio Brussel 95 %, Radio Donna 94 %, Radio 185 % en Radio 2 70 %). De meest multiculturele zender is Radio Klara. Duits, de taal van Goethe en Bach, de meest gesproken taal in de Europese Unie, is zo goed als afwezig op al onze radiozenders (op Klara na). De conclusie van Bodifée is duidelijk. ‘We houden niet van andere culturen dan de ene die zich als de dominante over de hele wereld verspreid heeft. Een zender als Studio Brussel die zich wellicht wat rebels voordoet, is conformistisch en banaal. Elke originaliteit ontbreekt. Xenofobie regeert. Er moet een schat aan populaire liederen bestaan in andere talen waarvan we niets te horen krijgen omdat we geacht worden alleen het Engels te lusten. Als het Vlaamse radiolandschap een beeld geeft van wat in Europa leeft, is dit continent nog slechts een monocultureel blok, een vervelend theater waarin altijd dezelfde refreinen in altijd dezelfde taal eindeloos worden afgedreund.’ (Knack, 14 september)

ENGELS EN VDB Jozef Devreese, emeritus professor van Universiteit Antwerpen/Technische Universiteit Eindhoven is het niet eens met de vroegere minister van Onderwijs Luc Van den Bossche, die vindt dat de universiteiten en hogescholen meer mogelijkheden moeten krijgen om in het Engels les te geven. Hij hoopt dat minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke (sp.a) niet toegeeft. Devreese wijst op het belang van voldoende zorg voor het Nederlands als basis-onderwijstaal. Heel wat opleidingen zijn zo moeilijk dat het al niet meevalt voor de student ze te doorworstelen in de moedertaal. Devreese waarschuwt tegen de kwaliteitsvermindering van het hoger onderwijs, onder meer ook door de beperkte Engelse taalbeheersing van de docenten. Zowel voor docenten als voor studenten beter vervolg blz. 3

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

2


K

O R T

dus bijkomende cursussen Engels en niet vakcolleges in het Engels, aldus nog Devreese. (De Tijd, 19 september)

EUROSONG

FACTEURS ZIEKER DAN POSTBODES In de nieuwe cao van De Post staan de maatregelen waarmee De Post het absenteïsme wil indijken. Het zijn vooral de Waalse postbedienden die vaak verstek geven. Uit cijfers die het CD&Vkamerlid Roel Deseyn opvroeg, blijkt dat voor de Waalse postbedienden het gemiddelde absenteïsme op 12,49 procent ligt, terwijl het voor de Vlaamse postbedienden 7,04 procent bedraagt. Nog volgens Deseyn kost het Waalse absenteïsme De Post jaarlijks 25 miljoen euro. (De Standaard, 29 sept). Afwachten of de huidige Post-baas Johnny Thijs iets kan doen aan het probleem. Het absenteïsme wil hij in 2007 doen dalen tot 7%. "Dat betekent dat de Waalse cijfers op het niveau van de Vlaamse moeten worden gebracht. Meteen zou er op jaarbasis ook 25 miljoen euro kunnen worden bespaard", aldus Desseyn. Het hogere afwezigheidspercentage in Wallonië is overigens niet te wijten aan de gevolgen van ongevallen, met inbegrip van hold-ups en agressies. Indien uit de cijfers afwezigheid ten gevolge van ongevallen, met inbegrip van holdups en agressies worden gefilterd, dan zakt het absenteïsme wegens ziekte in Antwerpen-Limburg tot 6,87% en in de beide Vlaanderen tot 6,12%. In de Waalse regio's Henegouwen-Namen en Luik-Luxemburg blijven ze het hoge peil van respectievelijk 11,46% en 10,1% halen. Bij de Nederlandse postdienst bedraagt het absenteïsme 5%.

VRIEND EN DE HOND VAN MINISTER

VERVOTTE

G EZIN Kostelijk die ministers van ons. Daarmee wordt niet bedoeld dat ze veel kosten. Natuurlijk zijn ze duur, mede vanwege de wolk kabinetsleden die ze telkens weer beloven af te slanken. Maar wat is duur als je ziet wat ietwat voetballer betaald krijgt. Die speelt toch ook maar wat. Met kostelijk bedoel ik dat onze ministers uitspraken doen die hun gewicht in goud waard zijn. Een van die uitspraken kan ik niet uit men geheugen krijgen. Ze komt uit de lieflijke mond van minister Vervotte en betreft het gezin, een aangelegenheid waarover zij, ongehuwd en kinderloos, het volste recht van spreken heeft. Recht van spreken kan worden verstrekt doordat men vreemd is aan de situatie waarover men het heeft. Afstand geeft overzicht en inzicht. Pastoors hebben het toch ook, en steeds opnieuw, gehad over huwelijk en gezin. Maar daar zijn er nu ook van getrouwd en de anderen zijn gemuilband. Afgevoerd. Maar nu hebben we nieuwe herders.

PASTOORS

HEBBEN HET TOCH OOK, EN STEEDS OPNIEUW, GEHAD OVER HUWELIJK EN GEZIN.

‘Ik’, aldus de minister, ‘heb een vriend en een hond. Dat is een gezin.’ Bij bepaalde gezagsdragers schijnt hun positie bron te zijn van uitspraken die van een verrassende frisheid zijn. Het doet denken aan krakers als die van Lodewijk Veertien: ‘L’état c’est moi’.’ Lodewijk was natuurlijk iets ouder dan onze minister en woog wat zwaarder (door), maar de frisheid waarmee hij het eeuwenoud begrip “staat” nieuwe inhoud geeft, is niet alleen verfrissend maar inspirerend. Dat doet onze minister met het begrip gezin, iets ouder nog dan het concept staat. Voor zo’n herdefinitie is niet alleen lef, maar ook visie vereist. Er zijn alleen een paar pro-

3

C OMMENTAAR

Eurokids? Een programma voor “onnozele” kinderen, meer niet. Het heeft onze openbare omroepen VRT en RTBf behaagd om samen te werken. In een formule van positieve discriminatie van de Franstaligen, wat had je gedacht. De Vlaamse Lila haalde meer punten dan de Waalse Marie, maar mocht lekker thuisblijven op de finaledag. Het onnozele gekwebbel in twee talen van het presentatieduo (Ilse Van Hoecke en Jean-Louis Lahaye) is vervelende televisie – en dat blijkt ook uit de kijkcijfers (642 000) die een pak lager lagen dan die van Eurosong for Kids (2003, 1,2 miljoen kijkers).

DE

MINISTER +

VRIEND

+

HOND

=

GEZIN

bleempjes, maar die smelten in de gloed van de visie. Ten eerste is er de vraag wat een vriend is. Een nobel woord, maar je kan het haast niet meer gebruiken. De wereld wordt langzamerhand zo vriend-schappelijk (een nieuwe vorm van maatschappelijk) dat je er niet meer uit wijs raakt. Pas op voor vrienden want voor je het weet, zit je met een gezin op je dak. Daar moeten nog juristen aan te pas komen. Ten tweede: dat van die hond. Daarmee zijn grenzen verlegd. Misschien zegt een volgende, ook verlichte minister: ‘Ik heb een decapotable Mercedes (waar overigens een hond goed in past): dat is een gezin.’ Dan moet je rechten en plichten van zo’n Mercedes gaan beschrijven. Begin er maar aan: ook een kluif voor, liefst verlichte, juristen. Nog iets over dat gezin. Wanneer publiek wordt gemaakt dat een minister, een lieve man overigens, zijn gezin inwisselt voor een nieuwe horizon, vindt de gegadigde dat hij wordt geschonden in zijn privacy. Nu zou een minister, hoe lief ook, toch moeten weten dat trouwen en getrouwd zijn een openbare, officiële daad en toestand is, met wettelijke ambtenaren en getuigen. En dus, dat het verhalen van die officiële toestand natuurlijk ook iets is dat tot de openbaarheid behoort. Maar zo’n redenering is waarschijnlijk iets te strak, zeker voor een minister, die lief is. Jacques Claes

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005


WERKLOZEN IN WALLONIË ZIEN WERK IN VLAANDEREN NIET ZITTEN

TAALGRENS

IS POLITIEKE, EN DUS OOK EEN ECONOMISCHE GRENS

W ERKLOOSHEID

EN MOBILITEIT

De

Waalse politiek zorgt er al jaren voor dat Wallonië tegenover Vlaanderen achterop hinkt. Natuurlijk kreeg de oude industrie in Wallonië rake klappen, maar dat is zo stilaan prehistorie. Sindsdien is decennialang veel te weinig gebeurd om de regio vooruit te helpen. En inderdaad: de PS en haar verkrampte ideologie blokkeerden de weg naar anders en beter.

Veelzeggend is het schimmige gedoe rond de essentie van de zaak: de werkloosheidscijfers. De RVA is sterk in statistieken. Veel federale en Waalse politici, de Franstalige pers, en zelfs de Vlaamse pers, zijn heel sterk in het maken van een wijde bocht omheen die etterende Waalse wonde. Di Rupo beseft stilaan dat Wallonië vooral vers geld en investeringen nodig heeft. Maar blijkbaar nog niet waarom dat zo is. ‘Het ingrijpende en ingewikkelde traject van de industriële samenleving naar een postindustriële is in Wallonië door de PS van Di Rupo’s voorgangers bijzonder slecht begeleid. Het Waalse syndicalisme is op een bijna romantische manier in dat verleden blijven vasthangen. Daardoor zijn nogal wat treinen zonder Wallonië vertrokken’, aldus Mathias Danneels. (Het Nieuwsblad, 13 juni) ‘Het gewicht van de tewerkstelling bij de overheid moet veel kleiner. Opleiding, vaardigheden en kennis moeten worden bijgespijkerd. De arbeidsmobiliteit moet worden aangezwengeld. Werkloosheidsuitkeringen zijn er om een moeilijke periode te helpen overbruggen.We mogen het toch vreemd blijven vinden dat Fransen de weg naar bedrijven en

horeca in het zuiden van WestVlaanderen vinden, maar dat er niemand opdaagt uit pakweg Ath of Bergen?’, stelt Danneels nog.

ZIENDE BLIND Je zou er inderdaad soms toch “de kriebels” van krijgen. Talrijke internationale rapporten, Europese cijfers en informatieve bijdragen in kranten benaderen economisch België nog altijd als een geheel en gaan voorbij aan gewestelijke verschillen. Over werkloosheid bijvoorbeeld circuleren steeds weer federale (Belgische) cijfers. Ziende blind zijn, noemen ze dat wel eens. In De Tijd (9 juli 2004) had Johan Van Gompel dat al glashelder geanalyseerd. Het rapport van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid was toen zo’n mooi voorbeeld van verdoezeling. Het ging volledig voorbij aan de markante verschillen in arbeidsmarktprestaties tussen de Belgische gewesten onderling. In 2002 bedroeg de werkgelegenheidsgraad (de werkende beroepsbevolking ten opzichte van de bevolking op arbeidsleeftijd) in Wallonië 54,9 %, tegenover 63,5 % in Vlaanderen. Ja maar, vroeger was het in Wallonië toch goed, repliceren de verdoezelaars in Noord

TABEL 1: WERKZOEKENDE UITKERINGSGERECHTIGDE EINDE AUGUSTUS 2005 (BRON: RVA)

VOLLEDIG WERKLOZEN

(WZ-UVW)

WAARVAN

VLAANDEREN

WALLONIË

BRUSSEL

BELGIË

196 309

214 915

1 699

62 488

473 712

Vgl aug. 2004

+7 177

+10 934

+238

-689

+17 422

Vgl aug. 2003

+16 879

+17 153

+379

+2 494

+36 526

Totaal

% - 12 maanden (NIET

WERKENDE

+3,8 %

+5,4 %

DUITST. GEM.

+16,3 %

-1,1 %

+3,8 %

WERKLOOSHEIDSGRAAD EINDE AUGUSTUS 2005 WERKZOEKENDEN T.O.V. DE BEROEPSBEVOLKING OP 30.06.2002)

Mannen

7,8 %

15,2 %

6,1 %

18,8 %

11,1 %

Vrouwen

12,0 %

23,8 %

12,2 %

21,8 %

16,7 %

Totaal

20,2

13,5

- 12 m.

+0,3 %

+0,7 %

+0,6 %

+0,6 %

+0,3 %

- 24 m.

+0,9 %

+1,4 %

+1,7 %

+1,5 %

+1,0 %

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

9,7

19,0

8,7

4

en Zuid. Een flauw excuus. Tussen 1980 en 2002 groeide de Vlaamse werkgelegenheid met 13,7 %, terwijl de Waalse nagenoeg stabiliseerde (+0,9 %). Ja maar, regionale verschillen in werkgelegenheid en werkloosheid zijn er toch overal? Met uitzondering van Italië en Duitsland, grote landen met een veelvoud aan regio’s en een specifieke situatie (Oost-Duitsland), zijn ze nergens zo groot als in België. Ja maar, tussen de subregio’s zijn er toch ook grote verschillen? Zelfs de “best” presterende Waalse provincie (Luxemburg) heeft een werkloosheidsgraad die hoger ligt dan die in de “slechtst” presterende Vlaamse provincie (Limburg). Ja maar, is dat verschil zo belangrijk? Het is voldoende groot om te spreken van een toenemend “structureel” onevenwicht op de arbeidsmarkt. 47 % van alle Waalse werklozen (2003) is al twee jaar of meer inactief, tegenover 22 % in Vlaanderen. Ja maar, tussen arrondissementen en gemeenten zijn er toch ook verschillen? Natuurlijk, maar die zijn er overal en het verschil valt klein uit tegenover de regionale verschillen. Ja maar, Vlaanderen heeft meer bruggepensioneerden en Vlamingen stoppen vroeger met werken? De werkgelegenheidsgraad bij de 55-64-jarigen bedroeg tijdens de jaren 1990 in Vlaanderen 22 % en liep op tot 25,6 % in 2002. Dat is amper 0,6 procentpunt lager dan in Wallonië (en 14 procentpunten onder het EU-gemiddelde).

FLEXIBILITEIT Arbeidsmarktverschillen, zo zou je kunnen verwachten, kunnen verminderen dankzij de mobiliteit van arbeid en kapitaal of de flexibiliteit van lonen. Maar er is amper sprake van arbeidsmobiliteit tussen Wallonië en Vlaanderen. Tussen het Vlaams en Waals Gewest bleef de pendel sinds 1980 onveranderd op 1 à 1,5 % van de beroepsbevolking. En van regionale loonaanpassingen – lagere lonen in de regio met de grootste werkloosheid – is in België nog altijd geen sprake. ‘Het Belgische loonoverleg vindt plaats op gecentraliseerd niveau, waardoor er te weinig manoeuvreerruimte overblijft om significante verschillen tussen de gewesten toe te laten’, aldus Van Gompel.


Bij grote intergewestelijke verschillen is een regionaal beleid net een noodzakelijkheid. Hoe moeilijk dat hier ligt, bleek uit het gehakketak tussen de gewesten rond dienstencheques, Rosettabanen of strengere werklozencontrole, waarbij verschillende belangen tussen Vlaanderen en Wallonië snel duidelijk werden.

W ERKLOOSHEID

SPOT

Studies van de Nationale Bank van België (Alle hens aan dek voor werk. Onze jobachterstand op Europa inhalen, nota van Jan Smets, directeur van de Nationale Bank, 2003) legden de grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië al langer pijnlijk bloot. De zeer beperkte mobiliteit – zowel verhuizingen als pendel – tussen Vlaanderen en Wallonië is pijnlijk.

TAALGRENS ‘De taalgrens vormt in dit land een bijzonder hardnekkige barrière voor arbeidsmobiliteit. Een Belgische arbeidsmarkt bestaat niet. Een Vlaamse wel. Een Waalse in wat beperktere mate’, schreef Jan Van Doren (studiedienst Voka) al twee jaar geleden in De Tijd. (23 okt. 2003) Ook Johan Sauwens (o.a. in De Tijd, 21 juni 2002) zei al vaker dat arbeidsmobiliteit (intergewestelijke migratie) veel te beperkt is in Wallonië. De cijfers van het NIS zijn duidelijk: de migratiebewegingen tussen Vlaanderen en Wallonië zijn sinds 1954 sterk gedaald, wat wijst op een toenemende ondoordringbaarheid van de taalgrens. In de jaren 1950 waren er ongeveer 20 000 migraties waarbij de grens tussen Vlaanderen en Wallonië werd overschreden, tegenover 13 000 in 1995. Het forenzenverkeer van Wallonië naar Vlaanderen (en omgekeerd) blijft

HET WAALSE

SYNDICALISME EN DE

PS

BLEVEN VASTHANGEN IN HET VERLOREN VERLEDEN

beperkt. Tegenover de 36 000 Walen die in Vlaanderen werken, staan 23 000 Vlamingen die in Wallonië werken. Ook internationale organisaties die de Belgische economie doorlichten, kennen het probleem. Maar Sauwens ziet hier geen oplossing. ‘Er blijkt een groot verschil te bestaan tussen wensen en realiteit. ‘Dit zal morgen niet plots anders zijn. Laten we stoppen met mekaar iets wijs te maken. De oplossing voor de Waalse problemen zal dus elders moeten worden gezocht’, besloot Sauwens.

APART BELEID Het besluit is eenvoudig: aparte arbeidsmarkten vergen een apart beleid. Dat is er nu al voor het “preventieve” werkgelegenheidsbeleid (onderwijs en vorming, begeleiding van werkzoekenden), maar niet voor het “curatieve” beleid (werkloosheidsuitkeringen). Als Wallonië op die preventieve punten zwak presteert, kan het bezwaarlijk ten eeuwige tijde op Vlaamse transfers een beroep blijven doen. De PISA-enquête van de Oeso over de kennis van vijftienjarigen, leert dat Vlaanderen na Finland koploper is in de EU. De Franse Gemeenschap bengelt aan de staart van het Europese peloton, in het gezelschap van Portugal en Griekenland. ‘Van alle laatstejaars in het ASO zit in Vlaanderen 83 % op schema, in de Franse gemeenschap amper 70 %. Voor het beroepsonderwijs zijn de cijfers respectievelijk 43 % en 17 %’, aldus nog Van Doren. De souplesse waarmee Wallonië werklozen controleert en sanctioneert is legendarisch. Hoe lang al vraagt

5

Vlaanderen een regionalisering van het stelsel van werkloosheidsuitkeringen? Zo kunnen het preventieve en curatieve werkgelegenheidsbeleid beter op elkaar worden afgestemd. De regionale verschillen blijven toedekken met federale uitkeringen en dito banenplannen is een dood spoor. En voor Vlaanderen een duur spoor. Hoe cruciaal het verschil is tussen Noord en Zuid blijkt andermaal bij de huidige onderhandelingen in het eindeloopbaandebat. Vlaanderen heeft relatief weinig werklozen en weet rekening houdend met de demografische zekerheid van minder instappers en meer uitstappers - dat het geconfronteerd wordt met krapte op de arbeidsmarkt. We kunnen het de Walen, die geconfronteerd worden met dubbel zoveel werklozen en een massale jeugdwerkloosheid, niet kwalijk nemen dat ze minder bezorgd zijn om het aan de slag houden van oudere werknemers. Als we dan weten hoe verschillend werklozencontrole is boven en onder de taalrgrens, kunnen we vermoeden dat de controlemechanismen rond brugpensioen in het zuiden van het land net ietsje minder op scherp zullen staan. Zoniet gaan vooral de Vlaamse werknemers straks langer werken… om nog meer transfers te betalen. Jan VdC

FOUT In het septembernummer van Doorbraak werd verwezen naar het dossier dat senator Joris Van Hauthem (Vlaams Belang) opstelde over de banentransfers in het federale overheidsambt ("Vlamingen te weinig in administratie"). Er sloop een storende fout in de toegevoegde tabel. In de federale wetenschappelijke instellingen is de verhouding Nederlandstaligen versus Franstaligen niet 54,5 % N tegenover 46,5 % F, zoals weergegeven in de tabel, maar juist omgekeerd: 53,5 % F tegenover 46,5 %. Onze excuses voor die vergissing.

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

EN MOBILITEIT

Het probleem van de ondermaatse arbeidsmobiliteit in Wallonië is al vaker aangekaart. De Waalse minister-president, Jean-Claude Van Cauwenberghe (PS), noemde de kritiek van zijn Vlaamse ambtsgenoot, Yves Leterme (CD&V) op de lage arbeidsmobiliteit in Wallonië karikaturaal. Leterme vond het confronterend dat Franse arbeiders in WestVlaamse ondernemingen komen werken, maar Waalse niet. Van Cauwenberghe is een meester in de fijne spot. ‘Het is inderdaad moeilijk een Luikenaar ertoe te bewegen in Namen of Bergen te gaan werken’, gaf hij toe. (De Tijd, 14 sept)


CONCENTRER

NOS FORCES

H ELPT D I R UPO WALLONIË ER BOVENOP ? E CONOMIE

A

ntoon Roosens zaliger heeft het niet meer mogen meemaken. In zijn lange carrière als “linkse flamingant” heeft hij meermaals gepleit voor een Marshallplan. Heeft Di Rupo zijn idee gestolen? Nauwelijks, zo blijkt. Want het Marshallplan voor Wallonië is meer public relations dan een revolutie. Even terug in de tijd. In maart van dit jaar gooide MR-senator Destexhe een knuppel in het hoenderhok. La vérité des chiffres maakte brandhout van de Waalse goed-nieuws-show en drukte Wallonië met de neus op de feiten: ondanks alle transfers blijft Wallonië economisch achteruit gaan. Destexhe werd uitgekreten door alle partijen, maar zijn cijfers werden niet weerlegd. En toen drie Waalse professoren droogweg zijn verhaal bevestigden, werd het even stil in Wallonië.

NIEUWE KLEREN VOOR DE KEIZER We weten intussen wat het antwoord van de keizer van Wallonië is: een Marshallplan. Concentrer nos forces, heet het werkstuk. En de Waalse overheid wil 1,4 miljard euro uitgeven om de economie opnieuw aan te zwengelen. Het is alvast niet de eerste poging om iets te doen aan het Waalse probleem. De regeerakkoorden van 1992 en 1995 stonden vol maatregelen om de Waalse economie te herlanceren. In 1999 was Di Rupo de architect van het eerste Toekomstcontract. In 2002 volgde de Cawa, een actualisering van het toekomstcontract. In oktober 2004 bonjourt de PS de MR uit de regering en komt er een Contrat d’Avenir Renouvelé. Wat is het verschil tussen het huidige Concentrer nos forces en de vorige plannen? Bitter weinig. Want allemaal hadden ze de mond vol van de steun die de overheid ging verlenen aan groeibedrijven, startende ondernemers en speerpuntsectoren, over extra middelen voor onderwijs en onderzoek en over belastingverlagingen voor bepaalde sectoren en bedrijven. En allemaal was het boter aan de galg. Wie ziet hoe 80 % van de middelen nog steeds gaan naar “participaties en subsidies” en slechts 20 % naar “schrappen van belastingen”, weet dat men weinig geleerd heeft. DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

dus blijft er maar één optie over: transfers. Het is niet veel moeilijker dan dat. Wat Wallonië nodig heeft, zijn investeringen. Veel investeringen. En die komen niet. Filantroop Albert Frère liet zich zowaar ontvallen dat hij wel in Wallonië wou investeren, maar alleen ‘als de omstandigheden verbeteren’. Lees gerust ‘als de loonkosten dalen en Wallonië internationaal competitief wordt’. Leg dat verhaal naast de maatregelen die de Waalse regering nu wil nemen en je begrijpt meteen dat ‘wat steun hier en daar’ zo ongeveer gelijkstaat met dweilen met de kraan open.

GEEN VERBETERING FUNDAMENTEEL

VERANDERT HET

MARSHALLWALLONIË.

PLAN NIETS AAN DE PROBLEMEN VAN

HET

IS METEEN DUIDELIJK WAAROM WALLONIË ZICH NIET KÁN HERPAKKEN.

DE DWEIL EN DE KRAAN Sta mij toe om hier een klein stukje macro-economie in te lassen. Als de ene economie het tegenover een andere economie slechter begint te doen, zijn er enkele mechanismen die het evenwicht kunnen herstellen. In de goede oude tijd kon de munt devalueren. Daar wordt iedereen armer van, maar de bedrijven kunnen weer meer exporteren. Men zou ook de lonen kunnen laten zakken – of ze minder snel laten stijgen. Men kan mensen laten werken in de regio waar het beter gaat. Men kan ook belastingen op winst of arbeid verlagen en zo de ondernemingen opnieuw zuurstof geven. Of men kan transfers organiseren. Veel meer keuzes heb je niet. Overloop het bovenstaande lijstje en het wordt meteen duidelijk waarom Wallonië zich niet kán herpakken. Devaluatie is niet haalbaar. De loonstijgingen worden op nationaal niveau onderhandeld waar het vooral de Vlaamse economie is die de toon zet. Verhuizen naar Vlaanderen is een onmogelijke opgave en tegen het verlagen van belastingen (en dus ook overheidsuitgaven) bestaat een berg van weerstand in socialistisch Wallonië. En

6

Men moet geen helderziende zijn om te weten dat Wallonië – met of zonder Marshallplan – verder zal wegzakken in Europa en dus nog een heel lange tijd transfers nodig zal hebben. Vlaanderen zal het overigens ook zelf een heel stuk moeilijker krijgen om die bedragen nog op te hoesten. Ook voor Vlaanderen is er de internationale concurrentie en we zijn totaal onvoorbereid op de vergrijzing die binnen een paar jaar echt zal beginnen bijten. De keuze is dus eenvoudig. Ofwel geven we nu aan Vlaanderen en Wallonië de middelen en de economische politiek om de problemen aan te pakken. Dat betekent per definitie een verregaande ontbinding van België. Ofwel doen we niets en gaan we er samen nog een paar jaar gezellig economisch op achteruit, totdat het de Vlamingen en hun politici écht te gortig wordt. Mijn gok is dat men voor het tweede zal kiezen. Het ‘we hebben het toch goed’-gevoel is voorlopig nog te diep ingebakken bij de Vlamingen. Het zal dus nog een stuk slechter moeten worden voor het weer beter gaat. In Wallonië, maar ook in Vlaanderen. Dirk Laeremans De tekst van het Marshallplan: http://www.standaard.be/marshallplanwallonie Analyse van Rolf Falter in De Tijd: http://www.vvb.org/actueel/141/996 Meer info over het vorige Contrat http://contratdavenir.wallonie.be


MEER

VRIJHEID, CREATIVITEIT EN WELVAART IN KLEINE STATEN

WAT IJ SLAND

KAN , KUNNEN WIJ OOK De Mont Pelerin Society (MPS), een internationale vereniging van zo’n

Tot twintig jaar geleden was IJsland erg socialistisch. In 1991 werd de economie geliberaliseerd. De belastingen werden verlaagd. Dat leidde tot een toename van de overheidsinkomsten omdat er meer gewerkt werd en minder ontdoken. Het overheidsdeficit werd een surplus en de staatsschuld zal in 2006 volledig afbetaald zijn. De kleine IJslanders spelen vandaag in de wereldeconomie in de liga van de groten. Ze investeren massaal in het buitenland. Ze hebben bekende ondernemingen overgenomen zoals de speelgoedwinkel Hamleys in London, het warenhuis Illum in Kopenhagen, de luchtvaartmaatschappijen Sterling en Maersk, de Nederlandse scheepvaartmaatschappij Geest en het Nederlandse havenbedrijf Daalimpex. Dit alles door een land dat 20 keer minder inwoners heeft dan Vlaanderen. Als de IJslanders dit kunnen, waarom wij niet?

WERELDINDEX Op de Wereldindex van de Economische Vrijheid staan acht kleine landen in de top-tien. Michael Walker, voorzitter van het Fraser Institute, een liberale Canadese denktank, zei op de MPS-vergadering dat niet de omvang van een land bepalend is voor de welvaart, maar wel de mate van economische vrijheid. Daarmee verlegt hij echter de discussie, want uit die Wereldindex blijkt dat economische vrijheid een kenmerk is dat zich vooral in kleine landen voordoet. Economisten zoals Hans-Hermann Hoppe en Enrico Spolaore bestuderen dit fenomeen.

Ongeveer eenderde van de overheidsuitgaven wordt besteed door de federatie, ongeveer eenderde door de kantons en de rest door de gemeenten. De belastingtarieven in de kantons en gemeenten lopen sterk uiteen. Er bestaan geen intergemeentelijke en nagenoeg geen interkantonale fiscale transfers. Als dat systeem in België wordt ingevoerd, blazen de Walen het land op.

Foto Doorbraak

De plaats van het gebeuren was goed gekozen. IJsland is het tweede meest welvarende land ter wereld (na Noorwegen met zijn grote olievoorraden). Het land heeft 290 000 inwoners. Dat is minder dan Luxemburg of Malta. In Europa zijn alleen Andorra, Monaco, Liechtenstein, San Marino en Vaticaanstad kleiner in bevolking.

DE LONDENSE SPEELGOEDZAAK HAMLEYS IS ZO BRITISH ALS MAAR KAN ZIJN MAAR ACHTER DE SCHERMEN HOUDEN IJSLANDERS DE FINANCIËLE TOUWTJES IN HANDEN.

Hoppe sprak in mei voor het Vlaams Belang, Spolaore in juni voor N-VA.

Omdat het in kleine gemeenschappen onmiddellijk duidelijk is wie bij een regeringsbeslissing wint en wie verliest, is het onmogelijk om voordelen aan kleine groepen te bezorgen ten nadele van grote groepen. De Zwitserse overheden kunnen daardoor rekenen op vrijwillige steun van een grote meerderheid.

LEGITIMITEIT ALS ZWITSERS SYSTEEM IN BELGIË WORDT INGEVOERD, BLAZEN DE WALEN HET LAND OP

Kleine landen worden gedwongen tot bescheidenheid, waardoor de staat er minder omvangrijk is en aldus een grote vrijheid gunt aan de burgers. Vandaar dat die hun economische creativiteit onbelemmerd kunnen botvieren, met welvaartscreatie tot gevolg.

GEEN TRANSFERS MPS-voorzitster Victoria Curzon-Price, hoogleraar economie aan de universiteit van Genève, gaf in haar referaat in Reykjavik echter nog een reden aan waarom kleine landen rijk zijn. Ze nam Zwitserland als voorbeeld. Zwitserland is de enige meertalige en plurireligieuze niet-artificiële staat in de wereld. Het kon zijn onafhankelijkheid bewaren omdat de verdediging van hun vrijheid tegenover vreemden voor de Zwitsers belangrijker was dan de

7

Anthony de Jasay heeft er in zijn boek The State op gewezen dat een staat op drie manieren de gehoorzaamheid van de burgers kan verkrijgen: door repressie, omkoping of vrijwillige instemming. Regimes die op de vrijwillige instemming van de burgers kunnen rekenen, moeten hun schaarse financiële middelen niet besteden aan het omkopen van een voldoende groot aantal mensen noch aan de uitbouw van een repressieapparaat. Vandaar, aldus Curzon-Price, dat kleine gemeenschappen, juist omdat zij legitiemer zijn, rijker en welvarender worden dan grotere gemeenschappen met minder legitimiteit. De MPS-voorzitster wees er op dat de Europese Unie zich spoedig voor hetzelfde probleem gesteld zal zien. Vandaag koopt de EU de aanhankelijkheid van groepen mensen, maar het budget van de EU is niet groot genoeg om voldoende burgers om te kopen. Paul Belien

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

E CONOMIE

vijfhonderd conservatieve en liberale academici, politici en journalisten, hield in augustus een bijeenkomst in de IJslandse hoofdstad Reykjavik. Eén van de gespreksthema’s was ‘vrijheid in kleine staten’.

noodzaak om zich tegen elkaar af te zetten wegens verschillen in taal en godsdienst. Het feit dat vrijheid belangrijker woog dan onderlinge verschillen, was te danken aan het feit dat de Zwitsers zich intern in kleine, vaak erg homogene eenheden organiseerden. Ook vandaag ligt de werkelijke macht in Zwitserland (7,2 miljoen inwoners) niet bij de federale overheid, en zelfs evenmin bij de 26 kantons, maar grotendeels bij de 2914 gemeenten.


WAAROM VERHOFSTADT NIET UIT HET EINDELOOPBAANDEBAT RAAKT

T WEE

SNELHEDEN OP DE ARBEIDSMARKT

mische hervormingen door te voeren nodig om de vergrijzing te counteren. Vlaams-Waalse verschillen in visie staan een doortastend beleid in de weg. Vlaanderen wil vooral het vervroegd pensioen aanpakken. Wallonië zet in op nieuwe jobs vooral voor jongeren. Niet enkel het werkgelegenheidsbeleid maar ook het hele eindeloopbaandebat kan beter in handen worden gegeven van de regio’s. Dat hebben inmiddels Johan Vande Lanotte en Yves Leterme begrepen. Sp.a-kopstuk Johan Vande Lanotte bond onlangs opnieuw de kat de bel aan met een pleidooi voor een regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid. Vlaams minister-president Yves Leterme (CD&V) zette dit pleidooi kracht bij door van deze verzuchting het speerpunt te maken van een nieuwe ronde in de staatshervorming. De roep voor een volledige regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid is niet nieuw. Maar het is wel de eerste keer dat een socialistisch kopstuk expliciet de regionalisering vraagt van de werkloosheidsverzekering, de uitkeringen dus. Dat stelsel behoort tot de kern van de sociale zekerheid, de kern van de Vlaams-Waalse solidariteit. Vande Lanotte haastte zich wel meteen om er aan toe te voegen dat aan die solidariteit niet zou worden geraakt. Het Waalse aandeel in de werkloosheidsuitkeringen zou voor twintig jaar worden bevroren.

REGIONALISERING Een regionalisering van het gehele werkgelegenheidsbeleid is het logische antwoord op twee realiteiten: ten eerste zijn de arbeidsmarkt van Vlaanderen en Wallonië aparte markten met elk eigen kenmerken en uitdagingen, ten tweede zijn de regio’s al bevoegd voor talrijke preventieve maatregelen tegen werkloosheid, zoals onderwijs en vorming, arbeidsbemiddeling, kinderopvang, economische beleid... maar plukken ze niet de vruchten van dit beleid in termen van lagere uitkeringen en slechts in beperkte mate in termen van extra inkomsten. De verschillen tussen de arbeidsmarkt in Vlaanderen en Wallonië zijn vrij bekend én hardnekkig. Tegenover een DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

Foto Doorbraak

E INDELOOPBAANDEBAT

De federale regering slaagt er niet in om de fundamentele sociaal-econo-

VANDE LANOTTE MOET NA A NU OOK B ZEGGEN. OOK DE FINANCIERING VAN DE WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN VERRUIMING VAN FISCALE AUTONOMIE ZIJN TERECHTE VLAAMSE EISEN.

werkloosheidsgraad van circa 8 % in Vlaanderen staat een werkloosheidsratio van 20 % in Wallonië (uitkeringsgerechtigde volledig werklozen in percent van de tegen werkloosheid verzekerden). Terwijl in Vlaanderen de werkzaamheidsgraad 64 % bedraagt, haalt Wallonië amper 55 % (werkenden in percent van de bevolking op arbeidsleeftijd, d.w.z. tussen 15 en 64). De regionale verschillen zijn in België het grootst in de hele EU, op Italië na. Het nog steeds uniforme stelsel van loon- en arbeidsvoorwaarden en van sociale uitkeringen is niet bij machte om deze hardnekkige kloof tussen Vlaanderen en Wallonië te dichten. Tijd om het over een andere boeg te gooien en de regio’s een eigen beleid te laten voeren. Achter deze hardnekkige kloof gaat immers een ander ziektebeeld schuil, dat een andere remedie vergt. Wallonië kampt met een torenhoge jeugdwerkloosheid (15-24 jaar) van circa 26 %, terwijl die in Vlaanderen slechts een 11 % bedraagt. Vlaanderen kampt vooral met een probleem van ouderen die niet werken. Van de 55plussers is er amper 29 % aan de slag, wat nog minder is dan de 31 % in Wallonië (cijfers 2004). Vlaanderen telt

8

relatief meer bruggepensioneerden dan Wallonië. Bovendien slaat de vergrijzing sneller toe in Vlaanderen dan in Wallonië. Het aantal 65-plussers in verhouding tot potentieel actieven tussen 20 en 59 lag in 2000 in Vlaanderen en Wallonië ongeveer op hetzelfde niveau; bijna 31 %. Maar dit aandeel loopt in Vlaanderen snel op, tot ruim 34 % in 2010, terwijl het in Wallonië nog stabiel blijft tot 2010. Tot 2010 zal de bevolking op arbeidsleeftijd in Vlaanderen met amper 1 % groeien, tegenover nog bijna 3 % in Wallonië.

REMEDIES Vlaanderen moet dus absolute topprioriteit maken van langere loopbanen, om zo meer 55-plussers actief te houden om toch nog voldoende werkenden te hebben om de factuur van de vergrijzing op te vangen. Wallonië moet prioritair werk maken van bijkomende jobcreatie, vooral voor jongeren. Dat kan best als elke regio daartoe zelf de instrumenten heeft. Zo moeten ze ook kunnen beschikken over het stelsel van de werkloosheid – zowel uitkeringen, als toelatingsvoorwaarden, als regimes van tijdskrediet en brugpensioen – voor een beleid op maat. Regionalisering van de werkloosheidsverzekering is ook een kwestie van responsabilisering. Thans krijgen de gewesten weinig terug voor al hun inspanningen om jongeren met onderwijs en vorming te wapenen op de arbeidsmarkt, om werkzoekenden vlot de weg naar een andere job te wijzen, om bedrijven te ondersteunen in hun jobcreatie. De gespaarde werkloosheidsuitkering verdwijnt in de federale staatskas, evenals de sociale bijdragen op de nieuwe job. Er is enkel een return via de personenbelasting, maar die is indirect en beperkt. Daarom is het zaak om niet enkel de bevoegdheid inzake de werkloosheidsverzekering te regionaliseren, maar ook de financiering, met tegelijk een verruiming van de fiscale autonomie. Vande Lanotte moet na A nu ook B zeggen. Dit hoeft solidariteit tussen Vlaanderen en Wallonië niet uit te sluiten: die kan via aparte, transparante transfermechanismen worden georganiseerd. JaCa


WAALS

GESUKKEL: EEN VERHAAL VAN EFFICIËNTIE

EUROPEES

GELD WORDT VEEL ZINVOLLER GEBRUIKT IN LIMBURG

Luik en Limburg waren in de negentiende eeuw twee centra van steen-

In volle komkommertijd (2 augustus) besteedde De Standaard in een klein artikel onder de titel EU-geld voor arme regio’s: (g)een succesverhaal? aandacht aan de licentiaatsverhandeling van Rob De Lobel, (ondertussen ex-)student aan het Brugse Europacollege. Zijn scriptie beschrijft het verschillend gebruik van Europese financiële middelen in de provincies Luik en Limburg. Wanneer België in 1951 toetreedt tot de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), betekent dit dat de markt steeds harder onderhevig wordt aan de concurrentie van goedkopere energie zoals aardgas. Gevolg: een spectaculaire daling van de steenkoolprijs en een massale sluiting van de mijnen. Een zware klap voor Limburg, Luik en vooral Henegouwen. Begin de jaren 1990 schiet Europa in actie. Luik en Limburg komen door hun groot aantal werklozen en de crisis in de industriële sector in aanmerking voor het financieringsprogramma Objectief 2 (Henegouwen voor Objectief 1). Vanaf 1994 gaat de Europese subsidiemolen aan het draaien BESTEDING EUROPESE

STEUN

Wie een kleine tien jaar later de resultaten bekijkt, stelt een aantal merkwaardig feiten vast: - in 2003 lag de tewerkstelling in de hogere technologische sector in Limburg (21 % van alle jobs) opvallend hoger dan in Luik (14 %) - in Luik ligt de tewerkstelling in de openbare sector 4 % hoger dan in Limburg - de groei van het aantal kmo’s bedroeg 5,9 % in Limburg, tegenover 1,1 % in Luik - de jongste twintig jaar (in vergelijking met 1983) daalde de werkloosheid in Limburg met 9,2 %, in Luik met 2,3 %; de werkloosheidsgraad bedraagt in Limburg 6,8 %, in Luik 11,5 % Luik scoort dus op alle fronten minder goed, ondanks het feit dat de provincie met haar luchthaven in Bièrset en haar universiteit in Luik-stad grote troeven heeft. Van waar dat verschil? Veel heeft te maken met de manier waarop en door wie alle financiële middelen zijn besteed. Daar knelt het Luikse schoentje.

(%) - 1994-2006

(6) (5)

10

4,3 31,8

(1)

Bedrijfssteun

(1)

13,5

(4)

Luik

12,3

Infrastructuur en toerisme (2) Onderwijs

(3)

(3)

28,1 (2)

7,3 (6) 8,3 (1) (5) 12,1

Technologie en O&O (4)

Limburg

10,9 (4)

18,4 (3)

43 (2)

Revaloriastie (5) van industr. Sites Andere

(6)

Het Luikse herstelplan werd zeer centraal geleid door de Waalse gewestregering, die gevestigd is in ... Namen, de Vlaamse strategie was er daarentegen een van decentralisatie en transparantere structuren. Het vele geld van Europa werd niet zo efficiënt gebruikt. De Lobel klaagt dit in zijn studiewerk aan door te verwijzen naar het in februarivan dit jaar verschenen rapport Liège à l’ horizon 2020, waarin slechts één schuldige wordt aange-

9

Onder impuls van de PS werkte Wallonië inefficiënt door een te grote versnippering van het beleid, een te grote profileringdrang, oeverloze discussies en de prominente aanwezigheid van personaliteiten die in iedere intercommunale en/of gemeenteraad hun zegje willen hebben. Luik kreeg van 1994 tot 2006 voor 367 miljoen euro subsidies. Limburg kreeg ongeveer de helft (208 miljoen euro). Uit bijgevoegde grafiek blijkt duidelijk hoe verschillend de aanpak was. Wallonië spendeerde erg veel geld aan de werkgelegenheid in de sociale economie.. Een misstap, omdat deze tak van de economie integraal wordt gefinancierd door de overheid, en zodoende niet bijdraagt tot werkgelegenheid ‘met meerwaarde’. Liefst 32 % van de totale middelen gingen in Luik naar ondernemingssteun, niet in het minst naar overheidsbedrijven met weinig toekomstperspectief. In Limburg was dat maar 8,3 %. Minder middelen gingen dan weer naar het onderwijs (Luik 12,3 %, Limburg 18,4 %) en naar uitbouw van infrastructuur (Luik 28,1 %, Limburg 43 %). Geen wonder dus dat de toename van de private investeringen in Limburg dubbel zo hoog was als in Luik. Limburg belegde de weliswaar kleinere Europese steun dus verstandiger. Indien Limburg de bedrijven subsidieerde, waren dit voornamelijk kmo’s met toekomstpotentieel en geen afgeleefde steenkoolmijnen of overheidsadministraties. De machtshegemonie van de PS, een haast feodale staatsinrichting van de provincie versus een centralistische Waalse overheid, en een gebrek aan visie hebben ertoe geleid dat Luik in tegenstelling tot Limburg nog een lang eind te klimmen heeft vooraleer het uit het dal is. Xavier Meulders Een uitgebreidere versie van deze tekst is te vinden op www.doorbraak.org <http://www.doorbraak.org>

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

E CONOMIE

koolindustrie. De massale sluiting van de mijnen betekende een zware klap voor de economie van beide provincies (en van Henegouwen). De reconversie van de economie verliep moeizaam, maar dan vooral in Luik. De PS is er sinds de jaren 1960 aan de macht. De partij is er mee verantwoordelijk voor dat ondanks zware Europese steun Limburg wel, maar Luik niet uit de problemen geraakt.

duid voor het falende beleid in Luik: de PS, in Luik sinds de jaren 1960 aan de macht.


VRIJE TRIBUNE

Vlaanderen 600 tot 800 miljoen euro meer moeten krijgen.

VANDE L ANOTTE

OP JACHT MET FANFARE VOOROP

O PINIE

I

n De toekomst zelf vorm geven spreekt de kandidaat-partijvoorzitter van de sp.a, Johan Vande Lanotte, zich uit voor een regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid. ‘Maar dan wel op een solidaire manier’, zegt Vande Lanotte. ‘We willen de huidige verdeelsleutel behouden, maar dankzij de regionalisering kunnen we het beleid echt aanpassen aan de noden. Een werkloze uit bijvoorbeeld La Louvière kan je niet vergelijken met een werkloze uit pakweg Roeselare.’ De verrassing over deze opmerkelijke stellingname leidde bij vele waarnemers tot een benevelde kritische geest. Men ziet niet meer dat in het voorstel echt wel sprake is van oversolidariteit. Nog voor de onderhandelingen starten, heeft Vande Lanotte al meer toegegeven dan de Franstaligen ooit hadden kunnen verhopen. Vooreerst is het niet duidelijk of effectief alle werkgelegenheidsinstrumenten zouden worden overgeheveld. Er wordt blijkbaar vanuit gegaan dat het arbeidsmarktsturen – de verlagingen van de sociale zekerheidsbijdragen en het CAO-recht – federaal blijven. Ook is er geen sprake van kortingen in de vennootschapsbelastingen en de toename van de fiscale autonomie. Integendeel, de toebedeling van de middelen gebeurt volgens het aloude, verfoeide dotatiesysteem.

SOLIDARITEIT Heel opmerkelijk is het uitgewerkte “solidariteitsvoorstel” van Vande Lanotte. ‘Vorig jaar (lees 2004) hebben we op het federale niveau (lees RVA) 2,73 % van het bnp (lees bbp) uitgegeven aan het werkgelegenheidsbeleid. Het percentage werklozen zal in principe de volgende jaren dalen: een groter deel van de beroepsbevolking zal door de vergrijzing en door een betere beleidsondersteuning aan het werk geraken. Van die federale middelen gaat nu 50,12 % naar Vlaanderen, 38,56 % naar Wallonië en 11,33 % naar Brussel. 1. Het nationale startbedrag voor het werkgelegenheidsbeleid wordt in de bijzondere wet vastgesteld op 2,73 % van het bnp (lees bbp). 2. Dit bedrag evolueert de komende vijf jaar mee met het bnp (lees bbp).

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

3. Daarna evolueren de middelen met de inflatie. 4. Ook de verdeelsleutels van vandaag (50 % voor Vlaanderen, 38,5 % voor Wallonië en 11,5 % voor Brussel) leggen we voor de toekomst in de bijzondere wet vast. Op die manier bouwen we een zeer solidair mechanisme uit en dat stoort ons niet, integendeel. Het inhalen van de achterstand door Wallonië en Brussel zal een hele tijd duren, mogelijk een generatie lang. Na 20 à 25 jaar moet de verdeelsleutel tussen de gewesten op basis van demografische gegevens gebeuren’, tot daar de sp.a-voorzitter in spe.’

‘NOG

VOOR DE ONDERHANDELINGEN STARTEN, HEEFT VANDE LANOTTE AL MEER TOEGEGEVEN DAN DE FRANSTALIGEN OOIT HADDEN KUNNEN VERHOPEN.’

JUSTE RETOUR Merkwaardig is de erg ongewone verdeelsleutel die Vande Lanotte hanteert. Die 50 % voor Vlaanderen moet worden gezien tegenover 58 à 60 % op basis van bevolkingsaantal, beroepsbevolking of tegen werkloosheid verzekerden. Of ze kan ook worden geplaatst tegenover de Vlaamse inbreng van 64 % bij de ontvangsten in de sociale zekerheid. In alle andere takken van de sociale zekerheid (buiten de werkloosheid) ligt de procentuele verdeling van de uitgaven over Vlaanderen en Wallonië veel dichter bij de verdeling van de bevolking. Indien we de totale RVA-uitgaven zouden toewijzen volgens de verdeling van de tegen werkloosheid verzekerden of de verdeling van de bevolking (het principe van “le juste retour”) dan zou

10

Al even merkwaardig is de overgangsperiode: Vande Lanotte heeft het over 20 tot 25 jaar. Met andere woorden: hij wil de transfer betonneren op een hoog niveau en dat gedurende één generatie. Is dat verstandig? Is de omvang van de transfers dan geen probleem? In het rapport van de Studiecommissie voor de Vergrijzing (SCvV) van mei 2005 lezen we: uitgaven voor werkloosheid en brugpensioen (e.d.) zijn 2,7 % van het bbp in 2004. SCvV voorziet in 2010 1,9 % van het bbp en in 2030 1,6 % van het bbp. Met die minderuitgaven moet mee de budgettaire last van de vergrijzing (meeruitgaven pensioenen en gezondheidszorg) worden gedragen. Als tot 2010 (of 2011) de federale bijdrage tot het werkgelegenheidsbeleid (all-in) van de gewesten 2,7 % van het bbp blijft bedragen, dan is dat een bijkomend probleemvoor de federale overheidsfinanciën en de sociale zekerheid van 0,8 % van het bbp in 2010. En dat terwijl de budgettaire problemen nu al zo groot zijn. Dat moet een minister van Begroting toch weten? Dat zou deels kunnen worden opgelost door de gezondheidszorg integraal toe te vertrouwen aan de deelstaten (zoals overigens is opgenomen in de resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 en het Vlaamse Regeerakkoord van 2004). Vreemd genoeg slikt de toekomstige sp.a-voorzitter deze Vlaamse vraag in. Met zijn voorstel verzwakt Vande Lanotte bij eventuele onderhandelingen al meteen de Vlaamse positie. Steve Stevaert, zijn voorganger, verweet de Vlamingen dat ze vaak op communautaire jacht gaan met de fanfare op kop, zodat men niets kan vangen. Dit is evenwel nog erger. Vande Lanotte vertrekt op jacht, maar belooft van tevoren om zijn kogels thuis te laten.

Ludwig Caluwé Fractieleider CD&V Vlaams Parlement


VRIJ-SPRAAK

V IEL

MAAL VIEL

O WEE (1)

RAAD VAN EUROPA De Raad van Europa is niet alleen de vluchtweg voor gebuisd federaal minister Marc Verwilghen (VLD). Er wordt ook hard gewerkt aan een rapport over de taalproblemen in onze Brusselse ziekenhuizen. Dat die problemen moeten worden aangepakt, staat buiten kijf. Discussiepunt is de aanbeveling om het minderhedenverdrag in België goed te keuren. Dat zou de Franstaligen zicht geven op extra faciliteiten als “nationale minderheid” in heel Vlaanderen. Het eerste ontwerp drong daarop aan, het tweede niet meer. De eindstemming is voor binnenkort. Pikant detail: Verwilghen steunt de Franstalige tegeneis.

O WEE (2) Benoît Cerexhe (cdH) dreigt met juridische stappen tegen Toerisme Vlaanderen. Hij wil niet dat de domeinnaam www.visitbrussels.be in Vlaamse handen blijft. Brigitte Grouwels (CD&V) reageert: ‘Dat de Franse Gemeenschap zich profileert als Communauté Wallonie-Bruxelles en Brussel verkoopt als een Franstalige stad stelt blijkbaar geen probleem. Maar o wee als de Vlaamse Gemeenschap haar legitieme betrokkenheid in Brussel tot uiting brengt! Het lijkt erop dat deze selectieve verontwaardiging is ingegeven door de wens om het Brussels toerisme krampachtig in Franstalige handen te houden’. Christen-democratische vrienden onder elkaar?

Van Limburgers, zo wil het stereotype, val je in slaap als ze praten. Van West-Vlamingen, zo beweert een ander stereotype, begrijp je niks als ze praten. (De stereotypes over Antwerpenaren laten we hier onbesproken.) Als die beweringen kloppen, dan is Renaat Landuyt de meest Limburgse aller West-Vlamingen. Je begrijpt hem niet én je valt in slaap van zijn slome gemompel. Ik weet het niet zeker en zou het dus moeten navragen bij Gerolf Annemans, die hem wel intiem kent, maar ik verdenk onze Brugse excellentie er evenwel van “nen toffe pee” te zijn. Toen een televisiejournalist hem vragen stelde over de kwaliteit van de autotoelatingsprocedures, kwam hij briljant uit de hoek: ‘We kunnen moeilijk elke wagen aan een crashtest onderwerpen’. Even pauze en dan de totaal overbodige toevoeging: ‘Want dan zijn er geen auto’s meer.’ Tussen de weerbarstige krullen zagen we monkelende pretoogjes. Het ging dus over de Chinese Landwind, een Viel-maal-Viel die in de crashtunnel van ADAC zowat aan splinters vloog bij een frontale botsing met 64 km/uur. De airbag bleek een ballonnetje, de stuurstang van Chinese bamboe gemaakt en het dashbord van dim sum uit de Sun Wah (voorbij de versheidsdatum dus). Dat wil niet zeggen dat die auto geen toekomst heeft. Echtgenoten van minder succesrijke zakenlui kunnen tegen een bradeerprijsje op even hoge poten hun kinderen naar school brengen als de dames van wel goedverdienende managers. Want in de buurt van scholen mag je toch maar 30 km per uur. Reclame was die crashtest dus niet. Nochtans heeft Duitsland deze loempia op wielen gehomologeerd. Daar is hij officieel te koop. Met 30 km per uur duurt het even voor je het ding tot in het Belgenland hebt gereden, maar voor wie tijd heeft, kan het dus wel.

Landuyt trekt dan ook manmoedig het volgens hem voor de hand liggende besluit: ‘Ik pleit voor Europese afspraken, zodat elk land dezelfde criteria hanteert bij de homologatie van auto’s uit “nieuwe” productielanden zoals China of India. Ik zal dat Europees aankaarten.’ Landuyt gaat er daarbij gemakshalve van uit dat ze hem in Europa wél begrijpen én dat ze wakker blijven tijdens zijn pleidooi. Klopt zijn conclusie? Neen dus. Wie zegt dat zo’n eengemaakte Europese homologatie niet zou werken met de soepele Duitse criteria? Dan had die Chinese doodskist meteen een inkomkaartje gekregen voor de hele Unie. In een eengemaakt Europa zijn vergissingen ook mogelijk, maar die worden dan wel meteen voor het hele continent gemaakt. Wat doen we als de diverse homologaties in de lidstaten niet hetzelfde resultaat geven? Dat is de vraag die in de Europese Unie moet worden opgelost. Geef de lidstaten de vrijheid auto’s tegen te houden aan de grens, als die in Duitsland wel veilig worden bevonden en hier niet. Of weiger vergunningen aan autotypes die niet in alle lidstaten aan de voorwaarden voldoen, zodat de strengste normen worden gevolgd. Vijfentwintig nationale testen vervangen door één EU-test, geeft niet per definitie meer veiligheid. Misschien is Landuyt een eerlijke socialist en dus erg naïef. Het soort dat denkt dat dé ene waarheid bestaat en dat we die dan continentwijd moeten opleggen. Een naïeve gedachte die even gevaarlijk is als die Chinese 4X4. Peter De Roover

Gerard Bouvier

11

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

O PINIE -G ORIK

Guy Vanhengel (VLD) gaat er niet langer mee akkoord dat de Franse Gemeenschapscommissie personeelsfacturen doorstuurt naar het Brussels Gewest. Reactie van Olivier Maingain (FDF): ‘Wij gaan niet op gemeentelijke kartellijsten staan met VLD’ers die mee achter dit standpunt staan.’ Vanhengel over Maingain: ‘Hij gaat op zoek naar alle mogelijke minderheden – Congolezen, Turken, Marokkanen... – voor zijn lijsten, maar o wee als een Vlaming zich aandient. Hij kan daarvoor worden veroordeeld wegens schending van de wet op racisme.’ Liberale vrienden onder elkaar?


BRITTEN

WILLEN ONDERHANDELINGEN MET

TURKIJE

FORCEREN

VAN T URKSE TORTELS EN A MERIKAANSE VOGELKERS E UROPA

De onderhandelingen over de toetreding van Turkije tot de EU waren nog niet begonnen of de poppen waren al aan het dansen. Ankara wil Cyprus, één van de 25 bestaande lidstaten, niet als volwaardige lidstaat erkennen. Daarmee is ook de Turkse handtekening onder het protocol over de uitbreiding van de douane-unie een slag in het gezicht van Brussel. En toch durven we er een topjuweel uit Topkapi op verwedden dat de onderhandelingen op 3 oktober zullen beginnen. Europa, vooral dan de EU, heeft geen ruggengraat en dat weten ze in Ankara maar al te goed. Een onderhandelingspartij zonder ruggengraat dwingt nooit respect af. Onze politieke klasse beseft dat niet. Toch heeft het vooruitzicht van een toetreding van een niet-Europees land een sleutelrol gespeeld in het kelderen van de Europese grondwet door Fransen en Nederlanders. In juli zagen amper 35 % van de Europeanen een mogelijke Turkse toetreding zitten, in september nog maar 22 %. En toch wil het Britse voorzitterschap onderhandelingen forceren terwijl de meeste regeringen, ook die van België, roekeloos volgen. De Belgische delegatie heeft zelfs elke verwijzing naar een mogelijk andere uitkomst dan toetreding (nl. een bevoorrecht partnerschap, zoals Angela Merkel en alle partijen in Oostenrijk al lang voorstaan) radicaal afgewezen.

OP DE WIP Dat Merkel de Duitse verkiezingen niet met glans heeft gewonnen (zoals Edmund Stoiber ze drie jaar geleden nipt verloor), is grotendeels de schuld van de 600 000 Turken die in Duitsland stemrecht hebben (op een totaal van meer dan 2 miljoen) en “en bloc” voor de SPD stemden. Schröder was dus al bij voorbaat de gevangene van Ankara. Haast overal is de politieke klasse in de ban van buitenlandse krachten, die er trouwens op staan dat hun onderdanen zo veel mogelijk de nationaliteit van het gastland aanvaarden, zonder de oorspronkelijke nationaliteit prijs te geven. Men kan dan al van “nieuwe Duitsers” spreken, het blijven wel degelijk Turken, Marokkanen … Wetenschappelijke waarnemingen hebben aangetoond dat Turkse tortelduiven in honderd jaar massaal naar het Westen zijn gemigreerd. Van jaar tot DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

jaar schoof de “tortelgrens” westelijk en noordelijk op. Idem dito voor de halsbandparkieten die ooit uit het Melipark op de Heizel werden gelost en nu de verre omgeving van Brussel onveilig maken. Het is precies in kaart gebracht.

DE EU MOET DE HARTEN VAN DE MENSEN HEROVEREN EN ZICH VOLKSVERBONDEN GEDRAGEN.

MELTING POT? Men zal ons per vierkante kilometer precies kunnen vertellen hoeveel Turkse tortelduiven in een land of provincie voorkomen, hoeveel Amerikaanse vogelkers, uitheemse eik of Canadabomen. Hoe dat met de mensen zit, willen we niet geweten hebben: een groot taboe, zoals elke antropoloog wel weet.

een schatkamer aan sociologische gegevens. Zelfs voor het globale cijfer van EUinwoners van vreemde oorsprong (dus van buiten de EU) is men op ramingen aangewezen, en die lopen van 20 tot 30 miljoen. Met de mensen er bij uit EU-landen die buiten hun geboorteland wonen, komt men allicht aan 40 tot 50 miljoen, op een totaal van 460 miljoen. Men wil het echter niet geweten hebben, zodat Europa dan één grote smeltkroes wordt, de Amerikaanse “melting pot” achterna. Djembe, rasta, rappen, noem maar op: hoe exotischer hoe beter. Weg eigen patrimonium, eigen volksliederen, culturele en spirituele wortels, eigen beschaving, eigen identiteit: ziedaar voor velen het postmoderne programma. Als de EU daaraan toegeeft, zal ze verder wegglijden uit de gunst van de massa. Ze moet integendeel de harten van de mensen heroveren en zich volksverbonden gedragen. Zo zal ze de nieuwe medeburgers houvast en referentiepunten bezorgen zodat ze niet in een uitzichtloze toekomst belanden.

AHA-ERLEBNIS Tot zover de mensen, nu de natuur. Het vigerende natuurbeleid wil alle vreemde elementen weren. Het bosbeleid wil nadrukkelijk ‘Amerikaanse vogelkers en andere exoten bestrijden’, zoals elke boseigenaar weet die een beheersplan opstelt of een vergunning voor dunningskap aanvraagt. Dat brengt me bij Simon Schama die in zijn schitterend werk Landschap & Herinnering (Uitgeverij Contact, 1995) toegeeft dat het nationaal-socialisme ‘wel uiterst gewetensvol met het milieu omging. Het uitroeien van miljoenen levens was geenszins onverenigbaar met de hartstochtelijke bescherming van miljoenen bomen’ (p. 133). Dat schreef Schama niet neer als een ‘obsceen syllogisme: de beschuldiging dat de moderne milieubeweging ook maar enige verwantschap vertoont met totalitarisme’. Als dat geen doordenkertje is...

Waar zijn de statistieken over het aantal Turken, Marokkanen, Albanezen ... of joden, van geboorte, of van eerste of tweede generatie? Dat zal wel verband houden met het verschrikkelijke lot dat de joden vorige eeuw heeft getroffen. Maar inmiddels ontglipt ons wel

12

Guido Naets


BOEKEN

OUDE WIJN

KAREL VAN NIEUWENHUYSE, DE KLAUW VAN EEN PAPIEREN LEEUW.

EEN

POLI-

Daarbij valt op dat Van Nieuwenhuyse veeleer als politoloog tewerk gaat dan als historicus, door de krant – ongetwijfeld kritisch en nauwgezet – door te nemen, en zich daarnaast op enkele – zelfs weinige – interviews te baseren. Wat met de tientallen thesissen van historici, die al heel wat voorbereidend of nevengeschikt werk hebben verricht? De auteur zou er alvast minder fouten door gemaakt hebben. Zo bestempelt hij tot tweemaal toe het jezuïetenweekblad De (Vlaamse) Linie als een dagblad of noemt hij de Vlaamse Concentratie een ‘discussiegroep’ (in plaats van een partij).

TIEKE GESCHIEDENIS VAN DE KRANT

DE

STANDAARD (19471976). ACCO, 390 ISBN

BLZ.,

€ 32,

90 334 5648 6.

De klauw van een papieren leeuw mag dan wel een vuistdik boek zijn dat lekker wegleest, het blijft verbazen hoe zoveel gemeenschapsgeld kon worden geïnvesteerd in een studie die m.i. overbodig was. Geen kritiek op auteur en doctor Karel Van Nieuwenhuyse, maar wel op de academische en wetenschappelijke instellingen die niet kritischer met gemeenschapsgeld omspringen. De essentie van studie en publicatie is dus dat De Standaard evolueerde tussen 1947 – toen de krant de concurrentie aanging met een meer belgicistische versie die dan uiteindelijk als De Nieuwe Gids door het leven zou gaan – en 1976 – toen de krant in handen kwam van de Vlaamse Uitgeversmaatschappij van André Leysen. Met een redactie die evolueerde van ‘louter’ strijdend Vlaams én katholiek, tot een redactie die de pretentie had als Politburo op te treden (dixit Frans Verleyen) en Leuven Vlaams schreef, en via de nodige contacten met politici en ondernemers effectief wóóg op het hele debat. Een open deur intrappen, heet zoiets. Zelfs als Van Nieuwenhuyse uit de doeken doet hoe de krant organisatorisch werkte en evolueerde, vertelt hij niets nieuws. Gaston Durnez had dat allemaal al voorgedaan in zijn magistrale tweedeli-

Van Nieuwenhuyse slaagt er wél in om de ‘ideologische’ evolutie van de krant in een breder historisch kader te plaatsen. Hoewel ook dat niet veel vergt, natuurlijk. Neen, De klauw van een papieren leeuw overtuigt echt niet. Ook wetenschappelijk niet, want waarom krijgen we nooit bronvermeldingen bij de citaten? Wie heeft wat waar, wanneer en onder welke omstandigheden gezegd? Een kandidaat-master in de geschiedenis moest jaren terug wel meer over eieren lopen! KVDH

REPUBLIEK Als voormalig uitgever zou Pierre Vinken toch beter moeten weten: het helpt echt niet een persmap van een omslag te voorzien om te vermijden dat ze gedateerd raakt, vergeten wordt en in de scheurmand verdwijnt. Dat risico wordt nog minder vermeden wanneer de inhoud van die persmap teleurstellend is – en in het hier voorliggende geval doet dat het ergste vrezen voor de toekomst van de republikeinse gedachte in Nederland. Op zich verbaast het inhoudsarme karakter van dit boek wel. Nederland was immers samen met Zwitserland de eerste republiek in Europa die het niveau van de stadsstaat oversteeg. Eigenlijk is het zelfs aan de Nederlanders te danken c.q. te wijten dat de republikeinse staatsvorm burgerrecht kreeg in het “ius publicum europa-

13

eum”. Wie in Nederland republikein is, is dus in wezen aanhanger van een vorm van restauratie, van terugkeer naar werkelijkheden van voor 1789. Maar lieve hemel, wat een overdaad aan domheid, wansmaak en moreel bedenkelijke redeneringen om dit restauratieve streven te verantwoorden. Op enkele bladzijden vinden we uitingen van afgunst (‘zij wel en ik niet’),

PIERRE VINKEN (RED.), REPUBLIKEINS CITATENBOEK.

BERT BAKKER, 245 ISBN

BLZ.,

€ 19,95,

90 351 2499 5.

krenterigheid (‘het kost te veel’), hypocrisie (voormalige communisten die de Oranjes verwijten met Ceaucescu te hebben gepraat) en een bedenkelijk soort spot. In dat laatste punt zit trouwens de fundamentele zwakte van het Nederlandse republicanisme: het houdt zich uitsluitend in leven op kosten van de bestaande monarchie, het is kritiek zonder constructieve ideologie, het is emotie zonder ratio. Daarbij is het wellicht geen toeval dat samensteller Vinken als grootste gemene deler van de citaten ‘afkeer van de monarchie’ vermeldt. Afkeer is een emotie, en als dusdanig iets geheel anders dan het verwerpen van de monarchie uit voor discussie vatbare overwegingen. Een meer intelligente enkeling, zoals Paul Cliteur, beroept zich wel op zo’n rationele overweging, namelijk transparantie en een keuze voor een jacobijns democratiemodel. Terecht wordt dat democratiemodel elders “radicale democratie” genoemd – het is immers niet de klassieke democratie, waarin de volksvertegenwoordiging door de burgers wordt verkozen, maar een meer radicale opvatting waarbij de enige mogelijke bron van macht en autoriteit uit verkiezing voortkomt. Het boek staat onder een (vrij plat) motto van de socialistenleider Pieter Jelles Troelstra, die in 1918 een mislukte poging deed de Sovjetrepubliek Nederland uit te roepen. Alles geeft te denken dat Vinken c.s. dezelfde weg opgaan. Ze hebben dat overigens vooral aan zichzelf te wijten. KdW

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

B OEKEN

Een recente uitgave van een doctoraat over de geschiedenis van De Standaard leerde dat diezelfde krant na de Tweede Wereldoorlog evolueerde van een strijdende Vlaamse en overtuigde katholieke opiniekrant naar een meer gematigde kwaliteitskrant. Karel Van Nieuwenhuyse kreeg aan de KU Leuven jaren de mogelijkheid om dit te bestuderen. En tot een vaststelling te komen die niet alleen gemeengoed was, maar al ruim werd behandeld door prof. Els De Bens of door ex-De Standaard-redacteur Gaston Durnez.

ge De Standaard. Het levensverhaal van een Vlaamse krant. (Lannoo, 1985, 1993). Van Nieuwenhuyse mag dan wel enkele boeiende citaten en anekdotes opdiepen, Durnez was daar zelf een meester in.


A

A N

H E T

M E I S J E

V A N

51

K AMIKAZE -M EGAFOON

Hoera, hoera, groen comeback-kid Maria Vogels is helemaal terug van nooit helemaal weggeweest. Althans als we het politieke commentaarstuk van ene Patrick Martens in Knack mogen geloven. En dat doen we maar al te graag, want zo kunnen de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 er alleen maar spannender op worden. ‘Achttien jaar lang ben ik het gezicht (en wat voor een) van de partij geweest en dat gezicht is versleten’, zuchtte Mie Vuilzak in een zatte opwelling van zelfkennis, na de fatale nederlaag bij de stembusslag van mei 2003. Hierop leverde ze prompt haar ministerportefeuille in en even leek het erop dat ze de politieke poppenkast voorgoed zou verlaten. Opluchting alom, vooral bij de jongere groene wolfjes en wolvinnetjes, die in naam van de zogeheten vernieuwing, hun kans schoon zagen om op hun beurt ook een groen graantje mee te pikken. Maar dat was buiten de waard en vooral buiten Mie met de Schort gerekend. Want al begin 2004 sloop ze zonder blikken of blozen en zo goed als onopgemerkt via een van de vele en onzichtbare achterpoortjes de Antwerpse OCMW-raad binnen. Kort daarna, in juni van datzelfde jaar, vloog ze bij de Vlaamse verkiezingen met haar vingers in beide neusgaten haar vriend (?) en partijgenoot Johan Malcorps voorbij en maakte ze een zachte buiklanding in het Vlaams Parlement. En alsof dat allemaal nog niet genoeg was, werpt ze zich nu ook nog op als kandidaat-lijsttrekker voor de komende gemeenteraadsverkiezingen. En geloof het of niet, al zegt ze het zelf niet in zoveel woorden, met slechts één doel voor ogen: ze gaat zich zowaar letterlijk en figuurlijk met haar volle gewicht mengen in de titanenstrijd tussen Patrick en Filip. Beide heren wezen bij deze al gewaarschuwd. Want duidelijker kan het toch niet. La nouvelle Vogels est arrivée! Ze heeft kennelijk haar tweede adem en haar verloren gewaande politieke vleugels teruggevonden. Zowel in de partij als in Brussel en in Antwerpen. Hoewel, in de politiek is oktober 2006 nog lichtjaren ver. Er zal ondertussen nog heel veel water door de Schelde vloeien. En vaak zal dat water gekleurd zijn. In zowat alle kleuren. Dus ook groen. Afkomstig van het vele bloed dat ook in de groene gelederen nog zal vloeien. Vogels moet dus uitkijken en vooral haar eigen soortgenoten in de gaten houden. Hun namen zijn genoegzaam bekend. Hun ambities zijn dat veel minder. Vandaar, beste Mevrouw Volvogels, dat gij als meisje van 51 met uw jarenlange ervaring nu al moet voor ogen houden dat alleen de heilige eendracht uw huis en uw geliefde stad overeind kan houden. Maar eerder nog en bovenal, dat eerzucht een zonde is die zelfs engelen heeft doen vallen. Kamikaze

M

M ONOCULTURELE Hij kan het pittig onder woorden brengen, zoals in Knack (21 sept.). Bijvoorbeeld het gevoelen dat nogal wat mensen die nog denken ook wel zullen gehad hebben toen New Orleans onder water stond. DerkJan Eppink, publicist en schrijver in Brussel. We laten hem met onze Megafoon graag op u los. ‘Als het om de VS gaat, regeert ziekelijk simplisme. Grenzeloos schelden en leedvermaak vormen de leidraad. Toen New Orleans onder water stond, konden Vlaamse commentatoren hun lol niet op. Amerika op z’n bek, wat leuk! Maar in België staan woonwijken al onder water bij een simpele regenbui. Gedupeerden hebben jaren later hun compensatie nog niet. Maar als in Amerika een gebied zo groot als GrootBrittannië onderloopt, weet heel België het beter. Na de herfststormen zal dat lachen wel vergaan. New Orleans was niet het toppunt van waterbouwkunde en Bush sloeg een pleefiguur. Maar niet alles was de schuld DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

E G A F O O N

VERVELING

van Washington. New Orleans en de staat Louisiana worden al jaren door Democraten geregeerd. Corruptie is er net zo sterk verspreid als jazzmuziek. Corrupte bestuurders maken holle dijken. Gelukkig bracht het Pentagon redding. New Orleans is het verhaal van de mislukte emancipatie van AfroAmerikanen. Hoe zien onze steden er over tien jaar uit na de mislukte integratie van islamieten? Nu lijken delen van Brussel en Antwerpen veeleer Arabisch dan Europees. Waar gaat dat heen? Weg met Amerika, zegt meer over progressief Vlaanderen dan over Amerika. Het sentiment zit diep bij Vlaamse intellectuelen. Raymond van het Groenewoud zingt dat Amerikanen “kortzichtig” zijn. Hij kijkt beter in zijn omgeving. Progressieve intellectuelen hebben vier dogma’s: antikatholiek (eeuwig jeugdtrauma), anti-Vlaams (Vlaanderen is té rechts), antiAmerikaans (Amerika is té machtig) en antiglobalistisch (té kapitalistisch). Bij deze dogma’s vluchten zij in spookverhalen.

14

Als er iets misgaat in de VS duikt de onvermijdelijke professor Rik Coolsaet op. Hij predikt hel en verdoemenis. Zijn studenten leren niets van hem. Ze zouden beter hun studiegeld terugeisen. Als de vier anti’s tegelijk aan bod komen, doemt moraalfilosoof Etienne Vermeersch op. Een innemende professor, maar op politiek gebied een notoire koekenbakker. De Morgen is het doorgeefluik van die progressieve dogmatiek. Deze krant bekritiseert GrootBrittannië (‘ik haat de Britten’), maar is in eigen land niet meer dan de hakkenlikkende poedel van paars. Intellectueel totaal oninteressant. Van het Groenewoud zingt: ‘weg met die boeren van Amerika’. Die boeren! Laat dat nu net het woord zijn dat de Brusselse bourgeoisie gebruikt als zij over Vlaanderen spreekt. De grote denkers van le plat pays kijken beter in de spiegel. Dan zien ze Vlaanderen op zijn primitiefst.’ Derk-Jan Eppink


KBC-Open Sparen

Spaar voor later. Wij zorgen dat u altijd aan uw geld kunt.

Indoor Karting Antwerpen Noorderlaan 95 a, 2030 Antwerpen. tel 03/541.43.43. fax 03/541.05.25. info@indoorkartingantwerpen.be www.indoorkartingantwerpen.be U legt geregeld wat opzij. Voor later. Maar als u slim bent, kiest u daarbij voor KBC-Open Sparen. Want zo spaart u in úw tempo en vooral zonder uw geld vast te zetten. U weet maar nooit … Of u nu kiest voor het fiscale voordeel, de veiligheid of het extra rendement, elk van de formules rendeert. Praat er eens over met uw adviseur Sparen en Beleggen of met uw KBC-verzekeringsagent.

Volwassenen & kinderen • Verenigingen • Bedrijven Personeelsfeesten • Teambuilding • Vergaderzalen • Geschenkencheques

Van maandag tot vrijdag: 14.00 tot 24.00 uur. Zaterdag en zondag: 11.00 tot 24.00 uur.

C Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding deNOx Explosieve gasmengsels: verwerking in overeenstemming met ATEX

Gespecialiseerd studiewerk en sleutel op de deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel: ++ (0)3/491.98.78 – Fax: ++ (0)3/491.98.77 E-mail: info@euro-pem.com

O L O F O N

Doorbraak is een uitgave van het Vlaams Diensten Centrum vzw. Verschijnt maandelijks (niet in augustus). Hoofdredacteur: Jan Van de Casteele Kernredactie: Karl Drabbe, Katleen Van den Heuvel, Dirk Laeremans, Herman De Mulder, Anke Nobels, Peter De Roover. Redactie-adres: Passendalestraat 1a, 2600 Berchem. Tel (03) 366 18 50 – Fax (03) 366 60 45 e-post: redactie@doorbraak.org – internet: www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org Abonnement: € 16,50 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: 25 euro). Studentenabonnement: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling. Internet-abonnement: € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis Internet-abonnement. Abonnering door storting op rekening 409-9591911-13 van Doorbraak met vermelding van het type abonnement. Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw. U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 17 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie. Dan krijgt u naast Doorbraak ook Binnendoor, het ledenblad van de Vlaamse Volksbeweging, toegestuurd. Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. Vormgeving: Jupiter Graphics, De Regenboog 5A, 2800 Mechelen, Tel. 015 52 95 67 Betaalt u uw abonnementsgeld vanuit het buitenland? Vermeld dan bij storting op het hierbovenvermeld rekeningnummer ook het IBAN-nummer BE08 4099 5919 1113 (Bank identificatiecode van KBC-bank = KREDBEBB) Verantwoordelijke uitgever: Dirk Laeremans, Passendalestraat 1a 2600 Berchem. ISSN 0012-5474

15

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005


Splits zelf de sociale zekerheid !

De splitsing van de sociale zekerheid is een oude eis van de Vlaamse Beweging maar blijft voorlopig actueel. De politieke wereld is nog altijd doof voor deze vraag onder druk van de traditionele instellingen die het unitaire systeem in stand willen houden. Het Vlaams Neutraal Ziekenfonds steunt deze eis en ijvert ondubbelzinnig voor een splitsing van de sociale zekerheid. Elk lid dat bij ons aansluit, geeft te verstaan dat de splitsing ook zijn bekommernis is. Bouw mee aan een beter en onafhankelijk Vlaanderen,

en zet vandaag nog de stap naar het Vlaams Neutraal Ziekenfonds. Bovendien vindt u in ons een ideale partner in uw ziekteverzekering. Naast de wettelijke verzekering, bieden we u een interessant aanvullend pakket. Zo betalen we onder meer alternatieve raadplegingen, brilglazen, homeopathie, tandprothesen en voetverzorging terug. Daarnaast bieden wij premies bij geboorte en jeugdkampen, een mooie keuze uit boeiende jongerenvakanties en een aantrekkelijke en betaalbare hospitalisatieverzekering.

Aansluiten is heel eenvoudig. Eén telefoontje is voldoende: 0800-179 75. De rest doen wij. Toch nog dit. Het Vlaams Neutraal Ziekenfonds heeft kantoren dicht bij u in de buurt. Vraag ernaar via ons gratis nummer of surf even naar onze webstek: www.vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 – 2800 Mechelen – www.vnz.be

DOORBRAAK nr. 9 – oktober 2005

16


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.