België-Belgique P.B. Antwerpen X 8/2828
ISSN 0012-5474
Vlaanderen staat in Europa
1
Maandblad Januari 2006 Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1a 2600 Berchem
H ET
UTOPISCH FEDERALISME HEEFT ZIJN TIJD GEHAD
De voorbije maanden was er weer een opstoot van communautaire actualiteit. Heibel in de Rand, een dreigende splitsing bij de vakbonden, een gespleten oordeel over de Beste Belg, vreemde Waalse toeren in Charleroi en Francorchamps, het trieste slot van 175 jaar België, scheeftrekkingen in het grootstedenbeleid, bij de uitgaven voor provincies of de verdeling van verkeersboetes, interregionale commotie in de landbouw en in het leger, het hield niet op. Meer dan opvallend waren een paar speciallekes. Een colloquium Belgica Quo Vadis, georganiseerd door Carl Devos (U Gent) heeft de niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging nogal opvallend genegeerd. Het werd vooral een klaagzang aan het ziekbed van een oude staat. Bevend België. Revolutionair was dan weer de publicatie van het Manifest van de Denkgroep In de Warande. Remi Vermeiren en zijn medestanders troffen raak. Hun boek is met voorsprong de beste en sterkste synthese die de jongste jaren over autonomie en onafhankelijkheid is geschreven. Het establishment en de francofonen slaan al terug. In ware KGB-stijl moest een van de ondertekenaars (Herman De Bode) al "vrijwillig" ontslag nemen als topman van Mc Kinsey Benelux. De Vlaamse Volksbeweging, die in 2006 haar vijftigste verjaardag viert, is sinds het begin van de jaren 1990 met haar congressen voorloper in de onafhankelijkheidsgedachte en mag een beetje trots zijn om het inzicht en de moed van die dagen. Dat medewerkers van dit blad aanwezig waren in de Denkgroep, is een aangename vaststelling. Het "unionistische federalisme" van Wilfried Martens, die moedige VVB’er van toen, is een versteende relikwie uit de vroege jaren 1960. Zijn prekerige oproep op voornoemd colloquium (‘politici moeten zich afvragen wat zij voor hun land kunnen doen’) en zijn zweepslag rich-
ting pers (‘de pers moet een klimaat van Bundestreue scheppen’ en ‘kleine disputen niet opblazen’) maken nog weinig indruk. Zijn mysterieus besluit dat ‘België steviger in elkaar zat dan gedacht’ al evenmin. Marc Reynebeau ankerde zich op hetzelfde forum vast aan peilingen, die zouden aantonen dat er geen maatschappelijk draagvlak is voor een splitsing. Maar Reynebeau kreeg de natte dweil in zijn gezicht toen Het Laatste Nieuws een paar dagen later uitpakte met een peiling die zou aantonen dat er wél een meerderheid was voor een splitsing. We willen hem troosten, die peiling (Stemmenkampioen) is maar een peiling via Internet. Net zoals de vraag van de dag op de webstek van De Standaard waaruit bleek dat 80 % van de respondenten zich achter de opvattingen van het Manifest van In de Warande konden scharen. Twee peilingen van Doorbraak (www.doorbraak.org) geven ongetwijfeld een realistischer beeld. Die meerderheid is er nog niet. Maar het gaat vooruit. Recent en grootschalig onderzoek van De Standaard en Trends leert dat 72,5 % van de Vlaamse respondenten uit de bedrijfswereld vindt dat het arbeidsmarktbeleid moet worden geregionaliseerd, tegenover slechts 21,8 % van de Franstaligen. Niet de cijfers op zich, wel de kloof tussen noord en zuid is hier van belang. Die kloof is een constante, ze groeit zelfs, en de splitsing der geesten zet zich op alle vlakken door. En vroeger dan Martens en Reynebeau het wensen, zal blijken dat er een voldoende grote maatschappelijke en politieke meerderheid van de Vlamingen zal zijn, die Vlaanderen eindelijk een onafhankelijke koers zal laten varen. Het Manifest van Remi Vermeiren toont aan dat dit ook voor onze zuiderburen de beste optie is. Het "utopisch federalisme" heeft zijn tijd gehad. Jan Van de Casteele
P
K
E R S W I J S
O R T
P ERSWIJS – K ORT
JOBS BIJ PROVINCIES Pierre Pestieau (hoogleraar Luik) in De Standaard, 30 november: Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar de Waalse politici zijn niet competent genoeg om een onafhankelijk land te besturen. We profiteren er nu nog van dat we in het Belgisch staatsverband opgenomen zijn’. Frans De Smet in Het Nieuwsblad, 18 november: ‘Maar omdat er nog steeds miljarden Vlaams belastinggeld worden gepompt in het vereffenen van telkens nieuwe Waalse putten, stelt Reynders zich (in het Francorchampsdossier) beter iets nederiger op. Aan alles is een begin en een einde, ook aan ons geduld met Waals wanbeheer’. Ludwig Verduyn in Menzo, november 2005: ‘Tien procent van de Belgische bedrijven werd in 1980 geleid door mensen van de adel. Dat is een duidelijke overwaardering wanneer we weten dat de adel slechts staat voor 0,2 procent van de totale Belgische bevolking’. Bart Sturtewagen in De Standaard, 7 december: ‘Het valt het op hoe sommigen aan Franstalige zijde in de wooncode vooral een manoeuvre zien om Franstalige Belgen uit Vlaamse sociale behuizing te weren. Het lot van allochtone bewoners lijkt minder speeksel waard. Als voorbeeld van etnocentrisme kan dat tellen. Maar wacht eens even: betekent dit dat er inwoners van dit federale land zouden bestaan die in Vlaanderen komen wonen en de bedoeling hebben om nooit ofte nimmer één gebenedijd woord Nederlands aan te leren? Dat
moet toch een louter hypothetisch voorbeeld zijn? Integratie is een verhaal van rechten en plichten. Aan betweters uit een softe fantasiewereld waarin alleen rechten bestaan, hebben we in deze geen boodschap’. Carl Decaluwé (CD&V) in De Morgen, 18 oktober: ‘Bij een volgende staatshervorming moet het telecomgegeven volledig geregionaliseerd worden in het belang van de consument’. Pascal Smet, Brussel minister (sp.a) in De Morgen, 23 november: ‘Het is cruciaal dat allochtone jongeren ook in hun vrije tijd in een Nederlandstalige omgeving terechtkomen. Daarom willen wij voorrang geven aan kinderen uit het Nederlandstalige onderwijs en dat zijn dus geen Nederlandstalige kinderen hé. Ik ben geen flamingant. Maar wat niet kan, is dat de raad van beheer van een jeugdhuis dat door de VGC gesubsidieerd wordt, volledig Franstalig is. En dat is wel af en toe het geval’. Gérard Grunberg (Centre de la Vie Politique Française, Cevipof) in De Morgen, 22 november: ‘Neem de rellen in de voorsteden. Links zegt dat het allemaal aan de maatschappij ligt, niet aan de jongeren bijvoorbeeld. Voor die interpretatie is het maatschappelijk draagvlak aan het slinken. Door die visie toch hoog te houden, bewijst de PS dat ze haar voeling met de sociale werkelijkheid een beetje kwijt is. Dat is de belangrijkste reden waarom ze het in de peilingen slecht doet’.
In 1995 werkten 16 700 ambtenaren bij de provincies, in 2004 waren dat er al bijna 19 700. Uitgedrukt in voltijdse jobs (FTE’s of voltijdse equivalenten), een stijging van 12 746 naar 14 663 in tien jaar tijd. Zeer opvallend: de Waalse provincies hebben bijna dubbel zoveel ambtenaren als de Vlaamse: 6600 in Vlaanderen versus 13 000 in het Waalse gewest. ‘Er is geen enkele reden waarom die het met zoveel personeelsleden meer zouden moeten doen’, aldus staatssecretaris Vincent Van Quickenborne. (DS, 30 nov)
CHARTER VLAAMSE RAND Achttien gemeenten uit de Vlaamse Rand hebben in Asse een charter ondertekend waarin ze zich engageren al het mogelijke te doen om het Vlaamse karakter van hun gemeenten te vrijwaren en te versterken. De gemeenten zullen meewerken aan de integratie van anderstaligen, onder meer met initiatieven die het gebruik van het Nederlands promoten. Ze willen voorts een strikte toepassing van het territorialiteitsbeginsel en respect voor de taalwetgeving.
ENGELS TWEEDE TAAL Wordt het niet de hoogste tijd dat Vlaanderen duidelijk kiest voor Engels als tweede taal of tenminste, zoals in Wallonië, de keuze van Engels als tweede taal open laat? Het Waalse secundair onderwijs kiest grotendeels voor... Engels en steekt ons dus weer eens voorbij. In de meeste EU-lidstaten leert de jeugd Engels. Als we de internationale toekomst van onze jeugd willen veilig stellen is het hoogtijd.
CENTEN VOORAL NAAR WAALSE STEDEN De federale overheid besteedt jaarlijks veertig miljoen euro aan het grootstedenbeleid. Van de zeventien steden die geld krijgen, liggen er slechts vijf in Vlaanderen. De andere twaalf in Wallonië. De federale ministers van Grootstedenbeleid waren tot nu toe telkens Franstaligen. En die houden zich bezig met huisvesting, mobiliteit, leefmilieu, veiligheid, economie, vervolg blz. 3
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
2
K
O R T
werk... allemaal Vlaamse bevoegdheden. Verdeel het geld en laat Vlaanderen en Wallonië zelf kiezen welke prioriteiten ze willen stellen. Dat zeggen (nu ook) de CD&V’ers Jo Vandeurzen en de Antwerpse lijsttrekker Philip Heylen (GVA, 24 okt).
De Belgen hebben in hun feestjaar echt geen geluk gehad. Nadat een grootse show op 21 juli al een echte belgenmop werd, verzoop nu ook het slotfeest in het sneeuwwater. Ook de “verzoeters” van het zure Vlaanderen beginnen vermoedelijk nerveus te worden. Voor de wintereditie van Fata Morgana in Antwerpen verwachtte de VRT 20 000 mensen, er kwamen er hooguit 500 opdagen. Het voetbalweekend van SAM op één, toch zo’n ‘klef’ gedoe volgens Tom Naegels, wou ons met witte en zwarte strepen op het gezicht de slogan Black! White! It’s all right laten scanderen. Maar het voetbalweekend verdronk in de winter. De suikermachine sputtert. De openbare oproep wil ons bij monde van paters en nonnen als Geena Lisa, Sergio, Andrea Croonenberghs en Kathy Lindekens (sp.a) warmer maken op bestelling. Als dat niet naar oude bijbels ruikt.
SPLITSING ABVV? Het incident binnen het ABVV is nog niet afgesloten. De Waalse ABVVMetaal eist het aftreden van de Vlaamse kopman Herwig Jorissen. De Walen willen de eenheid binnen de vakbondscentrale behouden. Jorissen, familie van de Wim en einde jaren zestig lid van VMO, moet bloeden. ‘Er is geen communautair probleem’, zo luidt het. (GVA, 7 dec.)
VLAAMSE CONFERENTIE De Vlaamse Conferentie heeft plaats op zaterdag 28 januari om 9.30 uur in het Vlaams Parlement. Onderwerp van de conferentie is een debat over ’Een Vlaamse Grondwet in Europees perspectief’. Sprekers zijn prof. Bart Maddens (KU Leuven)‚ Frank Judo (KU Leuven) en prof. Frank Delmartino (KU Leuven en Europacollege Brugge). Luc Van den Brande trekt de besluiten. Organisatie: CD&V en N-VA. Inschrijven: ingrid.fierens@cdenv.vlaamsparlement.be of 02 552 43 14.
DE
WAT VERGELIJKBAAR IS
GROOTSTE
Zeggen dat er op de televisie niet veel pret te beleven valt, is een open deur instampen. Toch mogen we de laatste tijd niet klagen. Het hele gedoe rond de grootste Belg kun je toch moeilijk anders bekijken dan als een grote grap. Niet alleen groot, maar bovendien kostelijk! En misschien passend in de pseudo-viering rond 175 jaar België: maar daarvoor is geen prijs te hoog. De veredelde schoonheidswedstrijd om de grootste Belg is niet alleen grappig, maar bovendien onzinnig. Onzinnig omdat er in zijn titel twee begrippen voorkomen die kant noch wal raken. Neem het begrip ‘Belg’. In het begin van de twintigste eeuw heeft de Waalse socialist Jules Destrée aan Sire gezegd dat er, toen al, geen Belgen meer waren. Wat is die man visionair geweest! Maar decennia na die uitspraak laat men nog eens lijken uit die vermolmde kast vallen. Bovendien; met plezier zou ik voor een Vesalius of een Mercator gestemd hebben. Maar dat waren geen Belgen. Rubens overigens ook niet. Dus geen stem. En dan “de grootste”. De grootste waarin? Het is een gouden opvatting te vinden dat alleen kan vergeleken worden wat vergelijkbaar is. Dat beginsel overtreden is de kortste weg om in een discussie van enig allooi onderuit te worden gehaald. Appelen met peren vergelijken is al heel erg, maar als je er nog kweeperen bijhaalt, wordt het helemaal gek. Hoe wil je nu bijna het bovenmenselijke dat Damiaan gepleegd heeft op Molokaï vergelijken met de geniale research die een Jansen op gang gebracht en geïnspireerd heeft in Beerse? En hoe krijg je het atletische wonderwerk van een Merckx geplaatst op een schaal, waar de twee genoemden al niet in passen.
CRITERIA Bovendien weet elke jureerder dat er strikte criteria nodig zijn om verantwoorde oordelen uit te spreken met
3
C OMMENTAAR
BELGIË IN HET WATER
VERGELIJKEN
DE VEUSTER
UIT
TREMELO
verschil in niveaus, ook binnen hetzelfde domein. Ik vind het een gebrek aan respect om groten tot zeer groten, op een soort populistische catwalk, in een rijtje te dwingen en ze dan, als een soort prijsossen, de nummers één, twee of drie op de borst te prikken. Het siert hem hogelijk dat Merckx duidelijk heeft laten verstaan zich niet gelukkig te voelen met een gebeurlijke eerste plaats. Als ze het nog gekund hadden, zouden Damiaan en Jansen hetzelfde gezegd hebben. Zeker weten. De hele onwaarschijnlijkheid van zo’n “contest” wordt dan gehuld in het valse schrijn van cijfers, statistieken en computers: wat in cijfers gezegd kan worden, is juist. En dat alles gedebiteerd op het blauwe schermpje door “duiders”, die zich ook op andere gebieden presenteren met de waarheid. Ondanks dit alles: heel blij met onze De Veuster uit Tremelo. Á propos: waarom hebben we er niet aan gedacht als grootste Belg een vakbondsleider te nomineren, die de moed zou hebben “zijn” mensen geen lulkoek te verkopen? Wel dit: dat het geen doem is om te werken (maar dat is al hoog gegrepen!), vooral echter dat het geen onverstandig idee zou kunnen zijn (ze zijn voorzichtig!) te proberen iets verder te kijken dan onze neus lang is. Met zo’n uitspraak zou zelfs een grootste “vakbondsleiderBelg” zijn land, dat feitelijk al overleden is, niet kunnen redden. Maar het zou wel een flinke opsteker zijn. Jacques Claes
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
MANIFEST IN
DE
WARANDE
en Griekenland, een legendarische belastingdruk, een zwak pensioenstelsel, een te kleine loonwig tussen werkenden en uitkeringsgerechtigden, een verstikkende belastingdruk ...
GEEN EINDPUNT
V LAANDEREN
STAP DICHTER BIJ ONAFHANKELIJKHEID
VERSCHIL pleidooien voor een resolute stap naar autonomie of onafhankelijkheid zijn schaarser. Op 29 november vond de publicatie plaats van het “Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa”. Aan dit manifest werd maandenlang gewerkt door de Denkgroep “In de Warande”, onder de leiding van Remi Vermeiren. Zonder twijfel wordt die publicatie één van de boeken die het politieke denken de komende jaren sterk zal beïnvloeden. Ideeën die de Vlaamse Volksbeweging al in de vroege jaren negentig in een Congres uittekende, zijn nu op een schitterende manier in een zakelijke analyse verder uitgewerkt.
Het boek biedt ongetwijfeld stof voor veel volgende bijdragen in dit maandblad, dat een beetje fier is dat nogal wat van zijn medewerkers mee aan tafel zaten. Het is een boek dat de Vlaamse Volksbeweging (VVB) – de vereniging waarbinnen de onafhankelijkheidsgedachte al langer rijpt – zelf had moeten schrijven. Sinds het VVB-Congres in 1991 koos de VVB, onder impuls van haar jonge voormannen Peter De Roover en Jan Jambon – toen al – resoluut voor een onafhankelijk Vlaanderen. blz. 10-11
HET WERKT NIET Uitgangspunt voor de denkgroep was de vaststelling dat het federalisme niet werkt. Het is nadelig voor Vlaanderen én voor Wallonië, omdat het is opgehangen aan een veel te complexe staatsstructuur, met zeven parlementen, zes regeringen, 530 parlementsleden en ongeveer vijftig ministers. En wat te denken van een gezondheidszorg die moet rekening houden met negen ministers? Ga daarmee maar eens behoorlijk besturen! (zie deze Doorbraak, blz 8-9) Van bij de eerste staatshervorming zat het al goed fout. Vlaanderen heeft toen een grendelgrondwet aanvaard waardoor bijsturingen zonder het fiat van de Franstaligen uitgesloten waren. DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
Misschien wel het belangrijkste hoofdstuk van het boek is Vlaanderen-Wallonië: een wereld van verschil. De informatie daarin over economische, demografische en sociale verschillen, over diversiteit inzake mobiliteit, bestuur en overheidsapparaat, over de inefficiëntie van de transfers naar Wallonië en Brussel, is zeker de beste synthese die daarover tot dusver is gemaakt. Volgens Remi Vermeiren, in KBC-kringen gesteund door informatie van uitstekende experts terzake, vloeien jaarlijks zo’n tien miljard euro naar Brussel (twee) en Wallonië (acht). Nooit liepen de transfers omgekeerd en de kans is quasi onbestaande dat dit in de komende decennia zou gebeuren.
Remi Vermeiren, voormalige grote baas van KBC, heeft zich met ontzettend veel energie op dit boek gegooid. Daarover zijn andere medewerkers en de ondertekenaars het roerend eens. De man heeft een grote intellectuele uitstraling. Zijn uiteenzettingen, zoals op De zevende dag (27 nov.) zijn rustig en glashelder.
Foto Reporters
D E V LAAMSE
TOEKOMST
Over de Vlaamse Beweging zijn boekenkasten volgeschreven. Heldere
EX-KBC-BAAS REMI VERMEIREN
LEIDT VIJFTIG
ONDERNEMERS EN HOOGLERAREN IN HUN STREVEN NAAR MEER ONAFHANKELIJKHEID VOOR
VLAANDEREN.
Sindsdien had de meerderheid haar eigen lot niet meer in handen. Dat heeft evenwel niet belet dat beide landsdelen twee totaal verschillende werelden zijn geworden. Vlamingen en Walen kennen elkaar niet, behalve misschien als buur. Dat de stad Brussel al zo lang dezelfde bevoegdheden had als Vlaanderen en Wallonië heeft er niet voor gezorgd dat de stad het goed stelt. ‘Na Berlijn is Brussel de Europese stad met de meeste werklozen. Brussel alleen telt 89 parlementsleden, acht ministers, negentien burgemeesters en evenveel schepencolleges. Ter vergelijking: Washington wordt bestuurd met één burgemeester en 30 leden van de Hoge Raad’, aldus Vermeiren bij de voorstelling van het boek in De Warande. Al even erg als die bestuurlijke poespas is de economische toestand: derde hoogste staatsschuld in de EU na Italië
4
De Denkgroep “In de Warande” is niet per definitie tegen transfers en al zeker niet tegen solidariteit, maar na een overgangsperiode moet het nu stilaan wel eens afgelopen zijn. Vooral dan omdat al die transfers economisch niet efficiënt zijn, zelfs contraproductief werken. Na tientallen jaren transfers – ook via de EU – blijft Henegouwen worstelen met 24 % werklozen. Wallonië zou meer baat hebben bij lagere loonkosten, want de productiviteit ligt er lager. Landen als Slovakije en Ierland tonen aan dat in die richting meer vooruitgang mogelijk is. Daarnaast moet Wallonië iets doen aan de overtewerkstelling in de overheid, ‘niet meteen de meest productieve sector’...
BRUSSEL Het nieuwe boek geeft ook een antwoord op de klassieke replieken in het communautaire debat, met voorop de vraag ‘En wat met Brussel?’. Het antwoord is een rationele suggestie: maak van Brussel een Washington DC; geef de stad een specifiek statuut. Het debat zal hiermee niet afgerond zijn, maar de Vlaamse autonomisten stappen hiermee af van de cretologie (‘Brussel Vlaams’). ‘Brussel is een multiculturele stad, waar veel Vlamingen zich niet thuis voelen. De stad is te klein om een eigen weg te gaan, maar een apart statuut waarin zowel Vlaanderen, Wallonië én Europa en natuurlijk de
Brusselaars zelf meespreken moet een oplossing bieden voor dit probleem’, aldus Vermeiren.
De invalshoek van het boek is vooral economisch gericht. Dat is een pluspunt, maar de tegenstanders van een onafhankelijk Vlaanderen moeten beseffen dat er nog veel meer verschillen zijn die de argumentatie voor onafhankelijkheid ondersteunen: de objectieve, fysieke verschillen tussen beide landsdelen met alle gevolgen vandien, de politieke impact van de diversiteit inzake geschiedenis, cultuur, mentaliteit, politieke inzichten, bestuurscultuur, levenshouding ...
IS ALS EEN STEEN IN HET WATER. DICHTBIJ HET FELST, VERDEROP UITDEINEND.
Sinds het ontstaan van de Verenigde Naties, halfweg de vorige eeuw, zijn er zo’n honderd nieuwe staten ontstaan. De meest succesvolle staten zijn niet zelden kleine staten. Vlaanderen zou na onafhankelijkheid de veertiende van de 26 EU-staten zijn, Wallonië nummer 20. Op wereldvlak zit Vlaanderen zowat halfweg. Het feit dat veel beleid en bevoegdheden naar het Europese vlak zijn verhuisd (EU-markt, munt, een groot deel van de wetgeving) is geen argument tegen kleinschaligheid op veel andere domeinen. Onderzoek wees uit dat de kleintjes het goed doen (zie ook Doorbraak, juni 2005).
E
N
V E R D E R
Jan Van de Casteele
Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa, een uitgave van Denkgroep “In de Warande”, 252 blz., € 17,90, verkrijgbaar in de boekhandel of via www.vvb.org (€ 20, verzendingskosten inbegrepen)
?
Remi Vermeiren en de Denkgroep In de Warande hebben hun werk keurig gedaan. Het vraagt om debat. 1. Opinie – Het wordt hoogtijd dat het politiek correcte denken in Vlaanderen wordt gecounterd. Vermeiren geeft grif toe dat hij het boek niet had gepubliceerd toen hij nog in functie was. Vlaamse zakenmensen zeggen vaak dat ze de analyse delen, maar daar niet mee naar buiten kunnen komen. Alleen ernstig en verstandig investeren in ideeën en vooral in middelen kan de publieke opinie doen kantelen. Het Manifest kreeg in eerste instantie welwillende aandacht. Maar de nieuwswaarde ebt weg en de weerstand moet nog ontwaken. Tegen onwetendheid en apathie is een blijvend medium nodig. Een utopie? 2. Politiek – Het taboe op het Vlaams-nationalisme, politiek vertaald in het cordon rond het Vlaams Belang, blijft een hinderpaal op de weg naar een Vlaamse staat. Vlaanderen strijdt zonder rechterarm. Discreet topoverleg hierover kan een volgende uitdaging zijn. In bijna alle partijen zitten mogelijke bondgenoten. Het cordon moet verdwijnen, niet omwille van het Vlaams Belang, maar omwille van het Vlaams belang: het einddoel. 3. Doelgroep – Het stevige Manifest, vol grafieken en tabellen, zal niet volstaan om dit einddoel te bereiken. Er is nood aan een nog meer toegankelijke, en even degelijke hertaling naar de bredere kringen van de bevolking, aan een synthese op maat van „de gewone Vlaming”. 4. Argumenten – Invalshoek en argumenten in het Manifest zijn vooral economisch. Sociale (repercussies voor brede bevolkingsgroepen?), culturele (taal, identiteit, cultuurbeleid), juridische en politieke aspecten van het dossier (welk bestuur, pariteitskwestie, Vlaanderen versus het buitenland) kunnen vermoedelijk nog aangescherpt. Het Brussel-standpunt verder uitgediept. 5. Theorie en praktijk – De traditionele Vlaamsgezinde verenigingen waren niet bij machte te doen wat “In de Warande” heeft voor elkaar gebracht. Een strategische bezinning over betere samenwerking, efficiëntie, organisatie en propaganda is dringend nodig. Heel veel energie is immers weggevloeid richting politieke partijen. De niet-partijpolitieke beweging heeft de intellectuele kracht van denkgroepen nodig, maar het omgekeerde is – tot het tegendeel bewezen is – minstens even waar.
5
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
TOEKOMST
ECONOMISCH
SOLIDARITEIT
Hoe dan ook, Vlaanderen hoeft zich niet egoïstisch op te stellen. Verdere steun kan nog een tijd doorgaan, maar wel met duidelijke afspraken, een tijdspad (Vermeiren sprak van tien jaar) en binnen een kader dat leidt tot oplossingen. ‘Solidariteit is als een steen in het water; je bent meest solidair in eigen familie, voor bekenden, buren, op gemeentelijk vlak, en uitdeinend voor andere regio’s en landen. Vlaanderen heeft zich tientallen jaren wel bijzonder loyaal opgesteld tegenover Wallonië en de steun was zelfs groter dan die van West-Duitsland voor de Oost-Duitsers (6,6% van bbp tegenover 4% in Duitsland). In de toekomst moet een niveau bestaan dat ook geldt binnen Europa. Het is hoopgevend dat ook Waalse professoren en politici dat stilaan inzien, besloot Vermeiren.
D E V LAAMSE
Ook de andere klassieke tegenargumenten houden geen steek. Neen, Vlaanderen is niet te klein om onafhankelijk te zijn. ‘Wat Ierland, Denemarken en andere kleine landen kunnen, kan Vlaanderen ook. Neen, een splitsing is geen financiële meerkost, integendeel. Neen, ondernemingen die in de twee gewesten actief zijn zullen zich niet verslikken in een poespas van nieuwe wetten en reglementen. Neen, een splitsing is niet egoïstisch, want ook Wallonië zal er wel bij varen als het de gepaste maatregelen neemt.’
De duidelijke optie voor Vlaanderen als onafhankelijke lidstaat in Europa – geen doel, maar een middel – is een veel betere optie dan die van het straatje zonder einde van de staatshervormingen. Dat laatste is chaotisch, duur, tijdrovend en een bron van permanente conflicten.
QUO VADIS BELGICA? NERGENS
MEER...
T RANEN VAN M ARTENS TOT R EYNEBEAU
naar een reflectieperiode leek vooral op een pleidooi voor absolute politieke stilstand. En kan Martens niet bevroeden dat die pariteit zelf oorzaak is van dat immobilisme?
WALLONIË
H ET B ELGISCHE
VERLEDEN
In het Vlaams Parlement vond op 21 november een colloquium plaats onder de titel “Quo vadis Belgica?’. In de voormiddag was de plenaire zitting vooral een onderonsje van mensen die het niét zo aangenaam vonden dat de toekomst van de 175-jarige staat België stilaan niet zo vanzelfsprekend meer is. Norbert De Batselier (sp.a, voorzitter Vlaams Parlement) was voorwaar nog het minst in de war. Carl Devos (UGprof van sp.a-signatuur), Wilfried Martens (CD&V), Dirk Van Overbeke (journalist van Le Soir), Kris Deschouwer (VUB-prof) en Marc Reynebeau (postmodernist, De Standaard) waren vooral pessimistisch en voorwaar lichtelijk bedroefd. In de namiddag werd in een debat met Didier Reynders (MR) dan toch een Vlaams-nationalist geduld – Bart De Wever (N-VA), waarna Yves Leterme de slottoespraak hield. Norbert De Batselier hield het sober: regionalisering is goed en nodig, maar dient te gebeuren met open vensters. Beide regio’s moeten over hefbomen beschikken om in te grijpen in een verschillende situatie. In het voormiddaggezelschap was dit bijna revolutionaire taal. Wat politoloog Carl Devos denkt over de zaak konden we de week voordien lezen in Knack: Vrij samengevat: Heer, geef België een rustpunt, enkele jaren zonder communautaire heibel. Waarom dan wel was minder duidelijk. Devos pleitte voor een “landingsplaats” na 25 jaar staatshervormingen. Hij ergert zich blijkbaar aan de vloedgolf van regionale eisen, terwijl peilingen zouden uitwijzen dat “de bevolking” niet wakker ligt van dit soort zaken. Dat van die peilingen valt nochtans mee. De meeste peilingen geven aan dat een meerderheid van de Vlamingen vragende partij is voor meer autonomie voor de regio’s. Dat enkele dagen later Het Laatste Nieuws kopte ‘Meerderheid van 51 procent wil België weg” (6 december) zal Devos hebben verrast. Wilfried Martens zei ‘bezorgd’ te zijn om de radicalisering. Martens leek wel versteend in het verleden. Kort samengevat kroop hij terug naar de stellingen van het unionistisch federalisme die
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
hij als VVB-man in de jaren zestig verkondigde. ‘Ik heb er nooit aan getwijfeld dat wat we deden moest kaderen binnen Belgisch en Europees verband; ik was tegen een onafhankelijk Vlaanderen’. Bovendien keerde hij zich ook tegen confederalisme, ook al staat dat in het CD&V-partijprogramma. Martens bracht geen enkel argument aan om veertig jaar later het imploderende België toch koste wat het kost overeind te houden.
‘DE RECUPERATIEPOGINGEN DOOR HET FEDERALE NIVEAU ZITTEN LETERME DUIDELIJK DWARS.’
Martens pleitte ‘als vader van twee staatshervormingen’ emotioneel voor een reflectieperiode die volgens hem moet leiden tot ‘een eindpunt, een finaliteit’. Een een-tweetje met Carl Devos, maar erg zwak geargumenteerd. Zijn eigen stelling haalde hij onderuit door een verwijzing naar het onoplosbare luchthavendossier. ‘Vraag is of een Belgische regering – paritair samengesteld – die daarover alleen zou mogen beslissen wel bekwaam zou zijn een goede oplossing te vinden’. Het antwoord is natuurlijk neen. Zijn vraag
6
In het rijtje experts mocht een Franstalig journalist niet ontbreken. Dirk Van Overbeke (Le Soir) zei dat ‘niemand de dynamiek van de splitsing nog zal kunnen stoppen’. Hij was er niet van overtuigd dat België ooit 2030 haalt. Sinds Gaston Geens (‘Wat wij Vlamingen zelf doen, doen we beter’) liep het mis. De hele symbolische strijd (van de geelzwarte verkeerspalen tot de leeuwenvlaggen op sportmanifestaties van vandaag) is daar een bewijs van. Van Overbeke signaleerde zonder vreugde dat ‘België barst blijkbaar 800 000 Vlaamse kiezers niet meer afschrift’ (een onderschatting, maar kom). Hij stipte aan dat Vlamingen en Walen mekaar niet meer kennen en maakte terecht de bemerking dat Wallonië met de recente schandalen goed bezig is om het laatste krediet (Marshall-plan) te verspelen. ‘De imagocampagne van een sterke Di Rupo is mislukt, het vertrouwen van de bevolking in de PS aangetast, het Marshallplan een doodgeboren kind... De zetel van de macht verschuift van de Weststraat naar het Martelarenplein en naar Namen’. Ook Van Overbeke vond blijkbaar niet het gepaste argument dat die ontwikkeling zou kunnen stoppen. Zijn slotwoord dat Wallonië het 170ste departement van Frankrijk zou worden, zal weinig Vlamingen doen beven voor hun toekomst.
VERSCHILLEN Of Kris Deschouwer nog een pur sangbelgicist is, is niet duidelijk. Deze VUBprof kon er niet naast kijken hoe verschillend Vlaanderen en Wallonië zo stilaan geworden zijn. De verkiezing van de grootste Belg leverde in noord en zuid totaal verschillende lijstjes op. Gemeenschappelijke partijen zijn er niet meer, Vlamingen en Walen hebben verschillende politici, verschillen-
de media, verschillende opinies, verschillende interpretaties. Deschouwer gaf aan dat de Belgische constructie, gebouwd op de wil naar consensus in noord én zuid, op ingewikkelde dubbele meerderheden en alarmbellen, lange onderhandelingen, compromissen, per definitie leidt tot gebrek aan efficiëntie.
Foto Universiteit Gent REYNEBEAU
VERLEDEN
Het namiddagdebat kan kort worden samengevat: Bart De Wever, sterk in de contramine, zette het allemaal nog eens op een rijtje: België werkt niet, wegens te ingewikkeld en te verscheiden (partijen, media, cultuur). Elke staatshervorming – sinds de jaren 1970 – is een lijdensweg en eindigt in de behoefte aan een volgende (‘Lambermont zorgde voor veel geld voor de regio’s, maar voor weinig bevoegdheden’). Veel Vlamingen zullen zich nog Belg noemen, maar hun denkwereld is Vlaams. Het blijft evenwel een grote uitdaging de bevolking zelf nog meer te overtuigen van de zin van een stap naar onafhankelijkheid. ‘Driekwart van Vlaanderen was tegen vreemdelingenstemrecht, maar de Franstaligen en de sp.a hebben het ons opgedrongen. Wallonië kent in vergelijking met Vlaanderen buitenproportioneel veel werklozen en een veel te vet overheidsapparaat, een totaal andere arbeidsmarkt, gezondheidszorg, enzomeer. De Wever verwees ook naar de voordelen van kleinschalige staten, die efficiënter werken dan veel kunstmatige en heterogene staten en eindigde met een verwijzing naar de 2000 euro transfers per Vlaming en per jaar, die blijkbaar Wallonië niet helpen, integendeel. Dat laatste wordt tegenwoordig ook door Waalse intellectuelen ingezien.
H ET B ELGISCHE
Marc Reynebeau overschouwde het politieke slagveld zogezegd als objectief waarnemer, maar dat lukte maar enkele seconden. Het B-H-V-dossier omschreef hij als ‘retorisch gezwam’ en ‘Vlaamse verblinding’. De postmodernist van De Standaard relativeerde de verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië weg, ‘want die waren er ook in de tijd van oma’. Brussel is voor hem een onoplosbaar probleem, quod non. En tot slot herhaalde hij het bekende maar makkelijk doorprikbare argument – de halve waarheid – dat de staten binnen Europa stilaan voorwerpen zonder inhoud worden.
EN
MARTENS
TOONDEN ZICH HET MEEST VADERLANDSLIEVEND
‘Draait het land vierkant, dan kunnen we ook herfederaliseren, of verder federaliseren, maar het algemeen beleid moet een federaal kader behouden’, luidde de repliek van Reynders. Een argument tegen verdere communautaire ontwikkelingen meende hij te vinden in de vergelijking met Brussel, waar het de Vlamingen zijn die in de minderheid zijn. Een erg betwistbare vergelijking, vond De Wever, die zei dat dit Brussel-argument almaar minder indruk maakt op de Vlamingen.
LETERME Yves Leterme kwam afronden met een (te) lange en (te) snel afgelezen redevoering, waaruit bleek dat CD&V voorlopig blijft mikken op een moeilijke evenwichtsoefening: een compromis vinden tussen de communautaire desinteresse van de linkervleugel enerzijds en de kartelpartner N-VA anderzijds. Spectaculaire dingen heeft Leterme voorlopig dus niet gezegd. De minister-president stelde vast dat België een ingewikkeld en bipolair land is, dat het federalisme lastig is als er maar twee gemeenschappen deel van uitmaken, dat de Belgische identiteit ontbreekt, dat Vlaanderen nog best wil samenwerken met het federale niveau, maar dat er voor zo’n dans wel twee partners nodig zijn. Rond DHL, Zaventem, vakantiegeld, jeugdsanctierecht, werkgelegenheid... is het federale niveau – en het daarop drijvende overlegcomité tussen de verschillende regeringen in dit land – volgens Leterme veel te veel een rem op Vlaanderen. De
7
recuperatiepogingen door het federale niveau zitten hem duidelijk dwars. Hij verwees ook naar uitspraken van het arbitragehof (o.m. inzake Brussel-HalleVilvoorde) die niet worden uitgevoerd, naar de fora voor institutionele hervormingen die enkel in naam bestaan, maar niet werken. Uiteindelijk landde Leterme in zijn concept van ontwikkeling ‘van coöperatief federalisme naar verantwoordelijk federalisme’. De hoge abstractheid van zo’n uitroep doet aan Stefaan De Clerck denken ... Elke deelstaat moet ‘ten volle zijn bevoegdheden’ kunnen uitoefenen en de deelstaat die goed presteert, moet worden beloond (‘financiële responsabilisering’, ‘rechtvaardige solidariteit’) Hij noemde in dat opzicht 2007 (federale verkiezingen) een scharnierpunt. CD&V blijft voorlopig nogal veel verwachten van het ‘federalisme als dynamisch proces’, blijft stellen dat de resoluties van het Vlaams Parlement ‘onverkort blijven gelden’, maar zegt er niet bij hoe ze dat wel moeten realiseren. De oproep naar pers en politologen om de burger beter te informeren over het communautaire debat is in dit opzicht een vrome wens, maar vooral een naïeve wens. AN
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
SUBSIDIARITEIT
HEEFT GEEN SCHIJN VAN KANS
E UROPESE G RONDWET: N-VA IN DE TANG ? van Europese regeltjes in Belgisch recht, maar amper 2 % van de nieuwszendtijd gaat naar Europese onderwerpen. Waar zijn we me bezig? Of beter gezegd, waar is Europa mee bezig? Een N-VA-voorstel om de Vlamingen over de grondwet te raadplegen, is afgevoerd. Geert Bourgeois (N-VA) zette de procedure tot ratificatie in gang. Precies op het moment dat Vlaanderen zichzelf duidelijk op de Europese kaart kan zetten. Dat was toch de ambitie van de Vlaams-nationalisten? Doorbraak sprak hierover met prof. Wilfried Dewachter (KU Leuven). U bent niet onder de indruk van de daadkracht van het Vlaams Parlement? Prof. Dewachter: Het Vlaams Parlement bezit inzake de Europese Grondwet een unieke machtspositie, maar stelt zich wel erg zwak op. In het buitenland zijn er voorbeelden genoeg van parlementen die voorstellen van de regering of de staatshoofden afblokken. Blair, Chirac, Sharon, allen moesten ze recent buigen voor hun parlement. In het Duitse parlement stemden 51 leden van de regeringsfracties tegen Angela Merkel als Duits kanselier. In Vlaanderen heerst blijkbaar een ijzeren discipline: de partijen en de regering stellen de wet, niet de parlementen. Daarbij komt nog dat het politiek debat, dat vroeger het voorrecht was van het parlement, nu onherroepbaar is overgenomen door de massamedia. En dat het gros van die massamedia erg selectief is in zijn aandachtspunten en in zijn keuze van de woordvoerende politici. De openbare omroep – vooral tv – die voor een objectieve vertaling van het politieke debat zou moeten zorgen, mist diepgang en is zeker niet altijd vrij te pleiten van selectiviteit. Wat bezielt Geert Bourgeois om na de referenda in Frankrijk en Nederland Vlaanderen een dode grondwet te laten goedkeuren? Dat begrijp ik niet, zoals ik ook niet begrijp dat de N-VA en Groen! afstappen van een mogelijkheid om ook de Vlamingen toe te laten zich te laten uitspreken over een Europese grondwet’. De toekomstige ontwikkeling van Vlaanderen wordt op zijn minst voor 50 % in de Europese Unie bepaald. (Sommige onderzoekers spreken zelfs van 70 tot 90 %.) Wie daar niet het
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
Foto Doorbraak
V LAANDEREN
EN
E UROPA
Belgische bewindslieden besteden 70 % van hun tijd aan het omzetten
'KLEINE
KARTELPARTIJEN KRIJGEN HET LASTIG'
niveau van “staat” heeft, speelt niet mee. De manier waarop de Europese grondwet door de federale Kamer en Senaat is gesluisd, is ontluisterend. Kamerleden en senatoren hebben zich daar nauwelijks mee beziggehouden, terwijl Europa zich wél duidelijk bezighoudt met onze samenleving, met onze landbouw, onze havens, onze tewerkstelling, ons milieu, ons onderwijs, zelfs met onze taal. Met welke “autoriteit” gebeurt dat allemaal? Zeker niet met een democratisch gezag waar wij als burgers kunnen in meespreken. Die vaststelling kun je maken voor tal van concrete dossiers.’ Had Vlaanderen een alternatief, Vlaanderen beschikt over een uitstekend middel om zich op de kaart te zetten, in Europa en in de wereld: gewoon het niet-ratificeren van wat volgens Commissievoorzitter J.M. Barroso na het Franse en Nederlandse neen, toch een dood document is. En Vlaanderen kan dat perfect legitimeren via een volksraadpleging, die met stellige zekerheid zal aantonen dat parlement en regering zich dan zouden opstellen zoals de Vlaamse bevolking dat zou
8
willen. Het Vlaams Parlement zou aan Europa en de wereld met één beslissing duidelijk maken dat er in België Nederlandstaligen wonen en dat die bovendien de meerderheid vormen in dit land. Een bevolking moet kunnen meebeslissen, moet een debat kunnen voeren, moet een beslissing vanuit hoog verheven Europese binnenkamers desnoods kunnen bijsturen of herzien.’ Wat maakt veel Vlaams-parlementsleden zo mak in die kwestie? Ik zie vooral binnenlandse redenen. Vele parlementsleden in België worden door de particratie gedegradeerd tot aanvullende stemmentrekkers op het aandeel van de partij. Dat is bitter en hard om te zeggen, maar zo is het. Voor de particratie heeft het democratisch beslissen nog heel weinig waarde: dat is een spelbreker die het conclaafakkoord alleen maar kapot kan maken. Mogen de kiezers het niet, dan sinds een decennium of twee de parlementsleden ook steeds minder. Als je de bals en eetfestijnen op moet, is Europa ver van het bed. En dan is er wat vele Vlaamse toppolitici aangaat: de recuperatie door de Belgische elite. Zei oud-premier Tindemans niet zeer onlangs tot toppolitici: ‘Zorg maar dat je geen slachtoffer wordt van dit verhaal. Dat je te zeer bereid bent om een prijs te betalen’. En oud-premier Tindemans heeft toch enige ervaring terzake. Tenslotte is er de gelaagdheid, de lasagne, de multilevel van de politologen, van de VSA, over internationale organisaties, naar de Europese Unie, en dan nationale staten, met nog lager de gewesten en gemeenschappen en vervolgens provincies en gemeenten. En tot waar reiken onze verkiezingen? Niet tot de grote politiek ... Een reuzengroot democratisch deficit. Kon Bourgeois anders dan CD&V volgen? Geert Bourgeois staat vermoedelijk onder erg zware druk van zijn kartelpartner CD&V om Europa of het officiële België weer uit de nood te trekken. Dat uitgerekend Vlaanderen zich daartoe moet lenen, is bevreemdend. Het gevaar is niet onbestaande dat de minister zich in een positie manoeuvreert waarin hij plots beseft dat zijn eigen partij niet meer kan volgen. Dat was ook al zo in het dossier Brussel-
Halle-Vilvoorde. Hij staat op het punt van het fameuze mechanisme van de ‘recuperatie door de elite’.
U R O P A
De Europese Grondwet zou via de zogenaamde subsidiariteit toelaten dat de beslissingen bij voorkeur op het laagste niveau worden genomen. Die fameuze subsidiariteit heeft geen schijn van kans in deze Europese Unie. Dat verhaal klopt niet. De EU is één grote machinerie, die finaal heel veel verscheidenheid in Europa langzaam, maar onontkoombaar, platwalst. Wie de grondwet heeft gelezen – maar wie heeft dat gedaan? – weet dat. ‘De Grondwet en het recht dat de instellingen van de Unie bij de uitoefening van de haar toebedeelde bevoegdheden vaststellen, hebben voorrang boven het recht van de lidstaten’ (Grondwet, I-6). In België heerst een elitair europeanisme. Het Vlaams regeerakkoord van 1999 (regering-Dewael I) beloofde een consultatief referendum in te voeren en de regering beloofde ‘de uitslag van deze referenda te respecteren’. Was ondertekend door Patrick Dewael, Karel De Gucht, Bert Anciaux, Steve Stevaert en Jos Geysels. ‘België moet de mogelijkheid krijgen om zijn stemmenaantal in de Raad, nu vijf en na uitbreiding twaalf, op te splitsen’ (blz. 54). Waar staan we nu?
GEOGRAFISCHE GRENZEN Hoe groter de EU, des te kleiner de kans op subsidiariteit en echte democratische medebeslissing door de bur-
V E R S C H E I D E N H E I D
gers. De EU telt nu 450 miljoen inwoners, verspreid over 25 lidstaten. Daarbij voegt men waarschijnlijk nog 22 miljoen Roemenen, 8 miljoen Bulgaren (2007), 4 miljoen Kroaten en nog iets later allicht 70 miljoen Turken. Nog anderen kloppen aan de deur.
SOCIALE AFSTAND Overdonderend veel onderzoeken tonen aan dat “Europa” niet tot de leefwereld van de mensen behoort. De Europese peilingen (Eurobarometer) mochten maar verder verschijnen als ze een positief beeld van Europa ophingen. De Europese horizon van “de mensen” is erg beperkt. Van wie of voor wie is dit Europa?
TAAL De EU heeft vandaag 21 officiële talen. Daar komen er straks nog enkele bij. Dat betekent dat de kans groeit dat het Engels alles overheerst. Zonder verscheidenheid van taal gaan we naar een gelijkschakeling van de culturen. Taal is macht, en dus in sommige gevallen ook onmacht.
MACHINERIE EN MACHT De EU heeft exclusieve bevoegdheden en gedeelde bevoegdheden, maar de EU wil ook meer en meer ‘ondersteunend, coördinerend of aanvullend optreden’ (art. I-17). De Europese bureaucratie gaat voorbij aan de grote diversiteit van nieuwe problemen in de regio’s en landen.
DE ACTOREN Wie weet hoe de Commisie werkt? De Raden van nationale ministers? De Raad van Staatshoofden? De Europese Centrale Bank? Het Hof van Justie en
9
nog vele andere? Wie daar floreert, is vaak helemaal niet verkozen.
COMMUNICATIE In de Belgische Kamer was op 19 mei 2005 maar een derde van de leden aanwezig voor het debat over de Euorpese Grondwet. De teksten van de Grondwet waren maar de dag van de goedkeuring beschikbaar! De Belgische particratie beslist, niet de parlementen. Als de Grondwet op 29 oktober 2005 plechtig wordt ondertekend, is er niet eens een officiële Nederlandse tekst beschikbaar (pas op 16 dec.).
REFERENDUM Als Di Rupo verklaart fel tegen een referendum te zijn om België niet uiteen te drijven (‘ne pas donner d’élément objectif pour actionnner les forces centrifuges’, Le Soir, 7 dec.) volgt de rest. Vlaanderen heeft nochtans meer inwoners dan elf EU-lidstaten.
ZWAKKE DEMOCRATIE In 2004 namen amper 45 % deel aan de verkiezingen. In Nederland in 1999 slechts 29,9 %. Grootste en dure communicatiecampagnes mislukken.
EERST FRANSTALIG België, toch het land met zes miljoen Vlamingen, wordt tegenover Europa en de wereld voorgesteld als een overwegend Franstalig land. Want de grondwet wordt ondertekend: “Pour Sa Majesté le Roi des Belges”. Daarop volgt een vertaling in het Nederlands en het Duits. Als indicator voor de broodnoodzakelijke verdediging van het Nederlands in Europa én in de leidende Belgische elite kan dat tellen. JVdC
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
E UROPA
In juni 2005 formuleerde prof. Dewachter een hele batterij bezwaren tegen deze Europese Grondwet. Een synthese.
V E R S T I K T
Jan Van de Casteele
EN
E
Bart De Wever wil dat duidelijk wel, maar krijgt hij voldoende speelruimte? Zonder eigen profiel en rechtlijnigheid kalft de partij af om te verdwijnen, dat
is het alternatief. ‘En dat zou ook nare gevolgen voor CD&V kunnen hebben. Het Vlaams Parlement mag niet vergeten dat Vlaanderen en Wallonië echt twee verschillende maatschappijen vormen, of men dit nu graag hoort of niet. Maar feiten zijn feiten. Europa komt er. Het is er al, maar verre van een ideale uittekening. Hoe ontwikkelt Europa verder en wat is de politieke zeggingskracht van Vlaanderen in dat Europa?
V LAANDEREN
Hier stoten we ook op het gevaar van het failliet van de kleine partijen, op het einde van de kartels. Dat Geert Lambert (Spirit) nu prioriteit maakt van het droogleggen van een andere politieke partij (Vlaams Belang – red.) lijkt op een vertwijfelde daad van een partij die identiteit zoekt. Spirit is al erg klein en Vande Lanotte de nieuwe baas van de sp.a. En voordien zijn NCD en
Vivant al nagenoeg volledig opgelost. Ook Geert Bourgeois zit in een moeilijke positie. Hij zou kunnen beseffen dat CD&V de N-VA nodig heeft, net zoals het omgekeerde. Als het kartel breekt, wordt de riante electorale positie van CD&V plots minder vanzelfsprekend. De NV-A zou vanuit die optiek meer op haar strepen kunnen staan.
COLLOQUIUM N-VA
OVER GEZONDHEIDSZORG
B ESTE
GEZONDHEIDSZORG LIGT OP HET V LAAMSE PAD loquium van N-VA dat op zaterdag 3 december plaatsvond in Brugge. We beperken ons vooral tot de communautaire aspecten in de verhalen van de wetenschappers en medici. Het feit dat een minister uit Baskenland haarfijn aantoonde dat defederalisering van de gezondheidszorg zelfs in een centralistische staat mogelijk en werkzaam is, was voor prof. Eric Ponette, voormalig voorzitter van het OVV en aandachtig waarnemer, het interessantste resultaat van dit colloquium. ‘Eigen klemtonen kunnen leggen liet Vlaanderen toe onderwijs van topniveau te organiseren. Splitsing van de gezondheidszorg kan hetzelfde resultaat hebben’, vatte hij samen.
Professor Lieven Annemans (U.Gent en VUB) schetste het algemene kader. Een goede gezondheidszorg veronderstelt een sterke overheid. Het Belgische kader, waarbinnen er inzake gezondheidscultuur en gezondheidsobjectieven grote verschillen zijn tussen Vlaanderen en Wallonië, stelt extra problemen. De bevoegdheidsverdeling tussen de deelstaten en het federale niveau werkt niet efficiënt. Als één niveau specifieke inspanningen doet (bijvoorbeeld veel aandacht voor gezondheidspromotie in Vlaanderen), profiteert het andere mee. Met een aantal kaarten van prof. Jan De Maeseneer toonde Annemans duidelijk aan hoe groot de kloof tussen noord en zuid is. ‘Indien men gezondheidszorg wil organiseren naar beste inzicht inzake efficiëntie, en wil laten aansluiten bij “welzijn”, dat nu al regionale materie is, dan moet de overheid die ervoor verantwoordelijk is alle sleutels in handen hebben. Solidariteit moet er zijn, maar dan op basis van objectieve criteria.
BASKEN Gabriël Maria Inclan Iribar, Baskisch minister van Volksgezondheid toonde duidelijk aan dat de publieke gezondheidszorg in Baskenland na decentralisering wel opvallend veel beter is geworden dan voorheen. Spaans Baskenland – 2,1 miljoen inwoners – is binnen Spanje een autonome regio met een hoge graad van zelfbestuur (meer dan 80 % van de overheidsuitgaven) en volledige autonomie in de gezondheidszorg. ‘Een organisatie op regionaal niveau presteert veel beter dan een op centraal Spaanse niveau. Datzelfde geldt voor de Brusselse (lees: EU- red.) bemoeienissen. Het zelfbeheer inzake onderwijs, sociale zeker-
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
Foto N-VA
G EZONDHEIDSZORG
GEZONDHEIDSbeZORGd, dat was de titel van een druk bijgewoond col-
BASKISCH
MINISTER IRIBAR:
HEIDSZORG IS EEN
'ONZE GEZONDSUCCESVERHAAL'
heid en volksgezondheid was voor Baskenland een flinke stap vooruit’, aldus Iribar.
DE VERSCHILLEN Het debat was te kort voor een globaal overzicht van de mistoestanden, maar Dirk Van de Voorde (arts Vlaams Geneeskundigen Verbond) en Jürgen Constandt (Vlaams & Neutraal Ziekenfonds Mechelen) gaven toch enkele voorbeelden die wezen op wantoestanden en de nood om de gezondheidszorg te regionaliseren. ‘'Borstkankerscreening via mammografie is driemaal duurder in Wallonië dan in Vlaanderen. Minister Rudy Demotte (PS) bespaart in de palliatieve zorgen, die vooral in Vlaanderen zijn uitgebouwd. De 25 duurste ziekenhuizen liggen in Wallonië, de 25 goedkoopste in Vlaanderen’, aldus Van de Voorde. Jürgen Constandt vatte samen dat preventie en curatieve zorg op hetzelfde niveau moeten liggen. ‘Gezondheidszorg kost (almaar meer) geld. Te veel Vlaams geld stroomt naar Wallonië, waar er overconsumptie is. Het Vlaams Parlement moet samen met alle medici en paramedici nu werk maken van
10
goede coördinatie en gaan voor de beste gezondheidszorg, en die ligt op het Vlaamse pad.’ Volgens Constandt wijzen sommige economen er terecht op dat interpersoonlijke solidariteit het best beperkt blijft tot een kring van mensen die een zekere homogeniteit kennen op het gebied van preferenties en waarden. Binnen de (deel)staat wordt interpersoonlijk herverdeeld; de staten daarentegen verdelen best interregionaal.
TEGENSTAND Drik Broeckx (Algemene Pharmaceutische Bond) is duidelijk geen voorstander van regionalisering. ‘Gezondheidszorg gaat om de patiënt en niet om het debat Vlaanderen-Wallonië. Trouwens almaar meer regelingen worden op Europees niveau getroffen. En transfers zijn er ook tussen provincies, tussen universiteiten, tussen ziekenhuizen’. De hogere medische uitgaven in Wallonië probeerde hij te verantwoorden vanuit het feit dat er in Wallonië meer vervuiling zou zijn. De zaal moest erom lachen... Zou Broeckx dat nu echt zelf geloven? Robert Rutsaert (Algemeen Syndicaat van Geneeskundigen van België) was veel genuanceerder. ‘Er zijn drie vaststellingen: gezondheidsbeleid moet vertrekken vanuit een coherent beleid, moet regionale accenten mogelijk maken en moet de oneerlijke transfers stoppen’. Rutsaert liet wel in het midden of dat enkel kan via regionalisering. Ook herfederaliseren zou in bepaalde gevallen een optie kunnen zijn. De overregulering is volgens hem ook in Vlaanderen een kwaal. Dr. Louis Ide (ondervoorzitter N-VA,) ging in zijn slotwoord nog eens stevig door op het Vlaamse standpunt: ‘Ik ben gezondheidsbezorgd. Hij begon met het voorlezen van het lijstje van de acht (sic) ministers die zich met volksgezondheid bezighouden ... Eén niveau en één beleid, dat is de boodschap. En dat niveau is beter niet het federale niveau, omdat er een zorggrens is, die samenvalt met de taalgrens, een culturele grens. Er zijn twee gezondheidszorg-culturen in dit land. Franstalig België is eerder hospitalo-centristisch ingesteld en de meeruitgaven in deze gemeenschap zijn substantieel. De Vlaming heeft alle vertrouwen in zijn huisarts, in thuiszorg, palliatieve zorg, beschut wonen, thuisverpleging, preventie, enzovoort. De cijfers en argumenten spreken voor zich.
VRIJ-SPRAAK
Foto N-VA
H ET ( GEBREK
IK BEN GEZONDHEIDSBEZORGD
‘Vlamingen stellen de solidariteit niet in vraag, zolang ze maar objectief en transparant is. Maar solidariteit hoeft er niet te zijn voor een systeem dat neerkomt op verkwisting. De Franstaligen dwingen ons om te splitsen. Wallonië is een verdoofde patiënt, de splitsing zou de mensen aan de andere kant van de taal- en zorggrens reanimeren. Ontwenningsverschijnselen zullen er zeker zijn, maar de verslaafde zal genezen’, aldus Ide.
LOUIS IDE: ‘WALLONIË
IS EEN VERDOOFDE PATIËNT, DE SPLITSING ZOU DE MENSEN AAN DE ANDERE KANT VAN DE TAAL- EN ZORGGRENS REANIMEREN.’
Hij vergeleek de keuze voor een splitsing met die in het onderwijs. Dat was ook een succesverhaal voor Vlaanderen. Achteraf verklaarde Louis Ide vooral onder de indruk te zijn van het Baskische verhaal. ‘Het is mogelijk voor 2,2 miljoen Basken een gezondheidszorg te organiseren die dicht bij de mensen staat. Minister Frank Vandenbroucke heeft er inderdaad voor gezorgd dat de scheeftrekking tussen de Franstalige en Vlaamse laboratoria werd rechtgetrokken. Maar een week later moest hij alweer een ‘bijzondere financiering’ voorzien voor de ziekenhuizen ‘met een moeilijk publiek’. Toevallig lagen die allemaal in Franstalig België. Jan Van de Casteele Meer info over colloquium: zie www.nva.be/gezondheidsbezorgd; zie ook www.vvb.org/dossiers (rubriek gezondheidszorg).
Dus hielden we De Morgen nauwlettend in het oog. Het stuk van ene Tom Cochez van 3 december was veel te lang. Hij had zich kunnen beperken tot zijn alleszeggende titel: “duikboten van het Vlaams Belang”. Vreemd toch wel. Het rechtse Vlaamse Belang claimt het monopolie op de onafhankelijkheidsgedachte. De progressieve De Morgen steunt de partij daarbij door dik en dun. Eén strijd? Maar het artikel is dus wel langer dan alleen de titel. We leren er uit welke strategie wordt gevolgd om de aanzwellende onafhankelijkheidsstelling te bestrijden. Eén: ‘al weegt het thema zwaarder dan de mensen die het op de agenda proberen te zetten (...)’. In het Nederlands is iets zwaarder of weegt het meer, maar dat terzijde. Maak de andersdenkende belachelijk, is les één. De vijftig Warandemensen zijn lichtgewichten, waarmee geen rekening dient gehouden te worden. Les twee: meewarigheid scoort ook altijd. Het thema is belangrijk, spijtig dat het zo’n zwakke advocaten in huis heeft. Dat doe je bijvoorbeeld als volgt: ‘De captains of industry die het pamflet verdedigen, zijn stuk voor stuk mensen die weinig of geen verantwoordelijkheid meer dragen in het bedrijfsleven. Allemaal ex-toplui, vaak met pensioen en met veel vrije tijd.’
11
In de krant De Tijd geeft initiatiefnemer Remi Vermeiren een antwoord aan Cochez: ‘Neen, nog in functie zou ik dit niet hebben willen doen. Dit is een kwestie die je klanten, je collega’s en je medewerkers emotioneel en filosofisch verdeelt. En dan doe je best zoals vele Vlaamse zakenmensen, die de analyse delen, je dat ook zeggen, maar eraan toevoegen dat ze daar niet mee naar buiten kunnen komen. Er rust ook een taboe op: kom je ermee naar buiten, word je meteen voor separatist uitgescholden en als sympathisant van het Vlaams Belang gebrandmerkt’. Logisch, niet Cochez? Drie: dit is een zaak van oude mensen. ‘Vaak zijn het gezaghebbende stemmen uit een vorige eeuw.’ Is daarmee bewezen dat ze ongelijk hebben? En vier: het zijn Vlaams Belangers. ‘Nogal wat ondertekenaars schurken zich, al dan niet openlijk, aan tegen het VB.’ Dat woordje ‘schurken’ is ook een sterke vondst. Maakt het wat viezer dan het neutrale ‘aanleunen’. Vijf: het ding is zonder betekenis. ‘In de politieke wereld is het Warandemanifest simpelweg geen item.’ Een ernstige journalist zou bij zo’n vaststelling (als ze al klopt en ze klopt niet) de vraag stellen waar die politieke wereld mee bezig is als ze reageert als een bange kleuter. Ogen dicht en het probleem gaat zo wel voorbij. Die houding, als ze al klopt dus, zegt niks over het Manifest, maar alles over die politieke wereld. Dat feit gaat voorbij aan een regimeschrijver als Cochez. Ik hoor u al denken ‘welk inhoudelijk argument draagt die man aan tegen het Manifest?’. Wel, euh, geen. Daar zit het belang (excuseer het woord) van dit artikel. Als Cochez een inhoudelijk argument had gevonden om het ongelijk van de Manifesteerders aan te tonen, zou hij het wel gebruiken. Hij heeft er dus geen. Da’s genoteerd. Peter De Roover
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
V RIJSPRAAK
LOUIS IDE:
Voor degenen die een tijdje op Mars verbleven: vijftig figuren, begiftigd met een stevige portie hersenen, brachten het zogenaamde Warandemanifest uit. Dit manifest, werkstuk van mensen uit de economische wereld, schuift alle flauwekul opzij. Vlaanderen moet een onafhankelijk land worden. Voilà, het debat heeft weer een nieuw élan gekregen. De reacties in de pers waren massaal en doorgaans interessant. Initiatiefnemers werden geïnterviewd, commentatoren gaven commentaar (daar dienen ze ook voor). Ons interesseerde vooral de reactie van tegenstanders. Waar zit de zwakheid van het standpunt? Welk gat hebben ze gelaten?
AAN ) DEBAT
AANPASSING,
INTEGRATIE, ASSIMILATIE
op ieder zich heeft te oriënteren, de “Leitkultur” waar de loyauteit naartoe moet gaan; de identiteit waarop elk inburgeringtraject moet zijn gericht.
E UROPESE I DENTITEIT, V LAAMSE IDENTITEIT uit is. Ooit werd op die voetbalwedstrijd Frankrijk-Algerije de Marseillaise uitgejouwd. De Frans-joodse filosoof Alain Finkielkraut citeerde onlangs een populaire raptekst waar het misprijzen voor Frankrijk van Jeanne d’Arc, Napoleon en de Gaulle van afdroop. Toen de voorsteden brandden en een rapper aan president Chirac schreef dat ‘La 6ème République est née dans les banlieues’ wisten ze in Parijs dat het zo niet verder kon. In Le Figaro schreef Ivan Rioufol: ‘Het uiteenspatten van de republiek is onvermijdelijk als nieuwkomers zich niet identificeren met hun nieuwe thuisland’. Aanpassing, integratie, assimilatie; ziedaar de boodschap.
WEIGERING VAN AANPASSING In Brussel en in de Vlaamse Rand weten we waar weigering van aanpassing toe leidt. Een hele agglomeratie werd in een eeuw tijd compleet gedecultureerd; de verfransing is er van bovenuit begonnen en heeft het hele lichaam aangetast. Zou Brussel dan aan de maghrebisering kunnen weerstaan die van onderuit het hele lichaam begint te verteren? Hoe ver dit proces al staat, blijkt uit het feit dat de geboortes in Brussel voor meer dan de helft van niet-Europese herkomst zijn (met Mohammed als meest voorkomende jongensnaam) en uit de “islamo-socialistische” strategie (het woord is van de lucide Derk-Jan Eppink) waarmee de PS in 2006 het overwicht van de liberale MR wil breken en in Antwerpen het Vlaams Belang van de macht houden. Daartoe diende toch de snelbelgwet en het vreemdelingenstemrecht. Tegen de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 zal de autochtone component het lot van de Brusselse Vlamingen ondergaan. Moureaux en zijn kompanen gokken er natuurlijk op dat het ze niet zal vergaan als de mannelijke bidsprinkhaan, maar wij weten beter.
IDENTITEITSLAGEN Het was één van die modieuze politiek correcte illusies van de laatste decennia: een maatschappij kan in haar schoot een opeenstapeling van identiteiten aan. Alles moest toch kunnen, de maakbare mens in de maakbare maatschappij, weet je wel. Niets blijkt minder waar te zijn. Het naast elkaar DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
Duitse Wikipedia
M IGRATIE
De “opstand” in de Parijse voorsteden bewees dat het multiculturele feest
DE
VAL VAN
BYZANTIUM, 1453
bestaan van verschillende identiteiten binnen eenzelfde territorium is niet werkbaar.
‘JAMMER DAT DE EUROPESE UNIE NOOIT VERDER HEEFT GEWERKT AAN EEN
“EUROPESE IDENTITEIT”.’ Een Chinatown moet kunnen, een Kongolees Matongé is best een leuk curiosum, ook een Kashba zolang het maar geen no-go zone voor de overheid wordt, en zelfs een getto zolang niet alle joden verplicht worden om er te wonen. Een Jugendstilwijk is ook een toeristische trekpleister en een groot park in een stad is een verademing. Maar altijd moeten isolement en (zelf)uitsluiting worden bestreden. Alle burgers moeten zich bovendien aan de normen en waarden, gebruiken en instellingen van het woonland onderwerpen. Dat zijn de bakens waar-
12
Onze identiteiten en loyauteiten liggen echter op apegapen. Een Belgische identiteit zien maar weinigen zitten, niettegenstaande de opgepepte evenementen rond 175 jaar België. Vlaamse identiteit willen belgicistische kringen ten alle prijze fnuiken en in een racistische hoek drummen. Rond de Europese identiteit loopt men in een boog heen.
AANPASSING AAN WAT? Jammer dat de Europese Unie nooit verder heeft gewerkt aan een “Europese Identiteit”, waarover de Europese Top in Kopenhagen in 1973 een eerste document goedkeurde. Daarvoor tekende toen een werkgroep onder leiding van de toenmalige Directeur van de Politiek van BZ, Etienne Davignon. De bepalingen van de Europese grondwet over ‘waar Europa voor staat’ zijn niet veel concreter. Die grondwet lijdt aan “dhimmitude” (dit begrip werd ontwikkeld door de Isaëlische historica Bat Ye’or in haar boek Eurabia: The Euro-Arab axis, Fairley Dickinson, University Press): de zelfverloochening van de Europeanen. Hoe zouden de 30 miljoen moslims in de EU weten waarop ze zich moeten richten en waarin ze zich moeten integreren als de Europeanen het zelf niet (willen) weten en niet voor hun wortels uitkomen? De meeste moslims willen niet opgaan in een nihilistisch en decadent Europa. Ze wentelen zich dan liever in hun eigen cultuur, zeker als ze zoals de Marokkanen moreel verplicht worden hun nationaliteit te behouden, ook als ze deze van het gastland aannemen. Het toppunt van “dhimmitude” staat in het slot van een overigens boeiend boek van gewezen maoïst en journalist Eddy Daniels De open samenleving en haar nieuwe vijanden (Uitgeverij Aqua Fortis): geen europeanisering van de islam (een contradictio in terminis gezien de jihad-cultuur), maar islamisering van Europa. Als we het dan onvermijdelijke lot van Byzantium (1453) willen ontlopen, staat er ons nog veel te doen. Guido Naets
BOEKEN
VAN CLOVIS TOT DI RUPO
Wils kan niet anders dan besluiten dat de Belgische natie snel afbrokkelt, terwijl de sociale communicatie binnen Vlaanderen en binnen Wallonië in versneld tempo toeneemt. Het boek van Wils, een ervaren schrijver, leest erg vlot, is een interessante kijk op het verleden, bevat naast opinies ook veel feiten, maar is voor een historicus een halve vloek. Geen enkele voetnoot, geen enkele precieze bronvermelding, niet het geringste referentieapparaat, geen bibliografie, geen registers. Jammer.
LODE WILS. VAN CLOVIS DE
TOT
JVdC
een paar uren frist de auteur het geheugen op om te eindigen in het besluit dat het herstel van de democratie in het (geografische) België er maar komt na de vervanging ervan door een democratisch onafhankelijk Vlaanderen en Wallonië. AN
INTELLO’S Hij had het boek kunnen opdragen aan Steve Stevaert, maar dankte toch liever Hitler en Stalin. Ze hebben alle drie immers een afkeer van ‘intellectuelen’. Zo ook Boudewijn van Houten – “Nederlands schrijver in ballingschap” – in zijn jongste boek Heel de intellectueel. Het mes in de intelligentsia. In 773 korte en lange aantekingen, aforismen, notities en tussentijdse bedenkingen, rekent hij af met de “intello’s”.
DI RUPO.
LANGE WEG VAN
DE NATIES IN DE
LAGE
LANDEN. GARANT, 297
HET BELGISCHE ONGELUK
BLZ.,
€ 29,7 9044117386
In zijn jongste boek “Van Clovis tot Di Rupo. De lange weg van de naties in de Lage Landen” heeft Lode Wils het over de ontwikkeling van nationaal bewustzijn. Hij laat zijn verhaal starten bij de Franken en glijdt via middeleeuwen, Bourgondiërs, de opstand van de Nederlanden gezapig naar het koninkrijk België. Altijd boeiend om weer eens enkele bladzijden te kunnen lezen over het ontstaan van de Vlaamse beweging, van het begrip Vlaanderen, over de collaboratie en de repressie, over de Vlaamse strijd en de staatshervorming in de tweede helft van de vorige eeuw. Een ontwikkeling van proto-nationaal bewustzijn tot de moderne natievorming. Als historicus legt Wils veel wortels van het communautaire debat natuurlijk in het verleden. Zo situeert hij de tegenstelling tussen (Belgische) staat en (Vlaamse) volk al voor het midden van de negentiende eeuw, waar dat door de “mythejagers” al eens later op de eeuw wordt geplaatst. Zo stelt Wils dat de Franstaligen al meer dan honderd jaar fel tegen het element territorialiteit te keer gaan in hun ijver naar taalvrijheid (en verfransing) of dat Henegouwen al in 1946 stalinistisch en socialistisch stemde. ‘Uit de geschiede-
BOUDEWIJN
VAN
HOUTEN, HEEL
Het feestjaar 175 België zit er zo goed als op. Het moment misschien om in de kersttijd nog eens terug te kijken op deze historische periode. Werner Somers, germanist en al geruime tijd medewerker van Vlaams Belang, geeft in “Het Belgische ongeluk” zonder veel pretentie een chronologisch overzicht vanuit Vlaams-nationalistisch perspectief. WERNER SOMERS, HET BELGISCHE
ONGELUK.
UITGEVERIJ EGMONT, 152
BLZ,
€ 12,5 –
90-805616-9 TE
BESTELLEN VIA
WWW.UITGEVERIJEGMONT.BE OF TELEFOON
0472 603 552 FAX
OF
02 219 72 74.
In negen hoofdstukjes bouwt hij een verhaal op dat historische bronnen koppelt aan citaten van hedendaagse journalisten en eigen beschouwingen. Uitspraken van Camille Huysmans, Henri Pirenne, Lodewijk De Raet, Hendrik Elias, Lode Claes, of van buitenlandse waarnemers kruist hij met standpunten van Marc Reynebeau, Derk-Jan Eppink of Juul Hannes. Veel citaten kruiden het boek, een degelijke bronvermelding en veel voetnoten, een personen- en een plaatsnamenregister vullen het aan. Een selectie is altijd subjectief, maar dat belet niet dat Somers’ boek – een gedocumenteerd pamflet – de lezer kan boeien. In
13
INTELLECTUEEL.
DE
HET
MES IN DE INTELLIGENTSIA: NOTITIES
1979-2004. ASPEKT, 240
BLZ.,
€ 22,95,
90 5911 130 3.
Hij noemt hen ‘Grote Pretbedervers’, vaak niet de meest verstandigen, maar zich graag laten opvallen door bijzonder politiek en cultureel correctie statements. Ze zetten zich wat graag van de maatschappij die ze zelf vorm geven. En ‘blazen zichzelf’ graag ‘op tot orakels’. Hij heeft het over de altijd linkselende politieke betrokkenheid van de intellectuelen, die neerkijken op de burgers. Hij behandelt hun flirts met en in de pers, hun omgang met seks en vrije tijd, met literatuur, wetenschap, kunst, film ... Dat alles omdat die intellectuelen te lang buiten schot zijn gebleven. Ons oordeel: matig. Af en toe slaagt Van Houten erin een stevige uitspraak te doen, een leuke oneliner op papier te zetten. Zelden slaagt hij erin origineel te zijn. Je zou hem eerder gefrustreerd kunnen noemen... Een zelfverklaarde ‘intellectuelenverdelger’ is hij echter niet. Beter had hij zijn woord vooraf verder uitgewerkt in plaats van wat te ‘lachten met de klunzelige intello’. KDr. DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
B OEKEN
Lode Wils, emeritus hoogleraar Nieuwste Geschiedenis aan de KU Leuven, was heel zijn leven voorstander van de Vlaamse Beweging, maar niet van het Vlaams-nationalisme. ‘Vlaamse identiteit kan tot volle ontplooiing komen binnen een Belgische staat. Het Vlaams-nationalisme is iets heel schadelijks. In mijn ogen is de strijd gestreden. Ik denk dat een verdere federalisering schadelijk is voor de Vlamingen’ Het zijn maar enkele citaten uit een interview van een kleine tien jaar geleden (Veto, Leuvens studentenblad)
nis van de Waalse beweging leid ik af, dat die beweging in essentie een imperialistische beweging is’ (blz. 294) en de splitsing van B-H-V bewijst dat dit geen verleden tijd is, aldus nog Wils.
D
E
G
R O T E
P
R I J S
V A N
F
R A N C O R C H A M P S
K AMIKAZE -M EGAFOON
Als we de recente nieuwsberichten en het ontluisterende gekrakeel tussen de politieke tenoren van onze dierbare zuiderburen mogen geloven, dan zullen we de titel van deze bijdrage voortaan meer dan letterlijk moeten nemen. Want sluwe Bernie Ecclestone heeft onze Waalse broeders kennelijk een hak gezet. Blijkt nu dat hij – ook als de race om welke reden dan ook niet wordt verreden – toch nog recht heeft op een meer dan royale schadevergoeding. Komt daar nog bovenop dat hij in de mogelijkheid heeft voorzien om het contract, naargelang het hem uitkomt, eenzijdig te verlengen met vijf jaar. Hoe is dat nu zover kunnen komen, zult ge u allicht samen met mij afvragen. Wel, het antwoord is eenvoudig. Baas Ecclestone is een slimme jongen en heeft zoals het een sportman past, gebruik (misbruik?) gemaakt van de zwakte van zijn tegenspelers. Hoezo? Heel eenvoudig. Het deel van het contract met de gebruikelijke blabla heeft hij in de taal van Molière laten opstellen. Maar het deel over de wederzijdse rechten en plichten en vooral over gebeurlijke schadevergoedingen heeft hij in het Engels laten opstellen. De rest van het verhaal hebben we uit de mond van onze goede vriend Happart zelf mogen horen: niet gelezen, omdat hij geen Engels verstaat. Bovendien beweert hij enkel te hebben ondertekend in opdracht van de Waalse regering. ‘Befehl ist Befehl.’ Niet verantwoordelijk dus. Hebben we ooit nog gehoord, zij het dan in andere omstandigheden! Waarom nu dit eerder zielige verhaal? Wel, omdat wij Vlamingen nog iets kunnen leren van die Mijheer Ecclestone. Ik stel voor dat onze Vlaamse gekozenen bij de eerstvolgende communautaire onderhandelingen met Di Rupo, Happart en konsoorten, nog uitsluitend het Engels als werktaal gebruiken. Pretentieus als ze zijn zullen ze dit niet durven en niet kunnen weigeren. En op die manier moet het toch mogelijk zijn om hen uiteindelijk en pijnloos een communautair pact door de strot te duwen en te laten ondertekenen, waarin het einde van België wordt bedongen. Dat zou toch een mooi beeld kunnen zijn: de Grote (lees: hoge) Prijs van Francorchamps als ultiem breekijzer voor een Vlaamse staat. De Stomme van Portici achterna! Minstens het proberen waard! Alleszins met de volle steun van ... Kamikaze
M
N ETWERK
ONTMANTELT
De Koning Boudewijn Stichting (KBS), een conglomeraat van meer dan 200 comités, jury’s en regionale afdelingen, beschikt over een jaarbudget van ruim 40 miljoen euro. Het is een instrument dat het Hof en het Franstalig establishment handig gebruiken voor de recuperatie van de Vlaamse bovenlaag. Paul Belien schreef erover in The Brussels Journal (18 nov.), maar de info komt uit een recent boek van Joost Ballegeer (De Vlamingen: een volk zonder bovenlaag). Goed voor een Megafoon. ‘De argeloze bevolking denkt dat de KBS aan “goede werken” doet. In werkelijkheid is de KBS een instrument dat erop gericht is Vlaanderen onder de knoet te houden. De KBS heeft (uitsluiden in Vlaanderen – vreemd toch?) provinciale steunraden en streekfondsen voor lokale ontwikkeling. De voorzitters daarvan kunnen rekenen op reisjes, onkostenvergoedingen, soms zelfs een auto met chauffeur en een secretaresse, en ontvangsten (samen met de echtgenote) op recepties en diners in het koninklijk paleis. DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
E G A F O O N
V LAAMSE
Ballegeer beschrijft hoe een kleine loge van vijf adellijke francofonen de ‘Flamenpolitik van het Belgische establishment’ heeft uitgewerkt (Etienne Davignon, Jacques van Ypersele (de kabinetchef van de koning), Maurice Lippens, Daniel Janssen en Georges Jacobs). Het netwerk ontmantelt succesvol de Vlaamse elite en kapselt ze in in het belgicistische establishment: van de uitgeverij Lannoo tot de krant De Standaard, van het culturele tijdschrift Ons Erfdeel tot de Vlerich Management School, van de KBC tot het VEV. De Vlaamse ondergang was geen noodlot, dit gebeurde niet zomaar, dit was gepland. De volgende prooi wordt Trends, waar Frans Crols, die het weekblad een duidelijk Vlaams profiel gaf, straks met pensioen gaat. De dochter van Jacques van Ypersele werd binnengebracht op de redactie van het Franstalige zusterblad Trends-Tendances. De koning nam Roularta-baas Rik De Nolf samen met de andere Vlaamse mediamagnaat Christian Van Thillo, op in de prestigieuze Brusselse Club de Lorraine.
14
ELITE
André Leysen spreekt vandaag Frans met zijn kleinkinderen; Godfried Lannoo laat zijn kleinkinderen verfransen; de vrouw van de in de adel verheven Dirk Frimout liet haar Vlaamse voornaam Godelieve veranderen in Laurence; de echtgenote van wijlen Paul Janssen (Janssen Pharmaceutica), Theodora Arts, zelf afkomstig uit een Vlaamsgezinde familie, kon haar zoon inhuwen in de adel en vertoeft bij voorkeur in mondaine belgicistische kringen. Ook politici als Willy De Clercq, Mark Eyskens, Herman De Croo, Willy Claes of Jean-Luc Dehaene werden “mestkevers” van het Belgische regime (in tegenstelling tot bijvoorbeeld Wilfried Martens, Leo Tindemans en Karel Van Miert). De carrière van Luc Van den Brande werd door het Hof opzettelijk gebroken omdat hij als te flamingantisch werd beschouwd. Een vooraf uitgewerkt plan, waarin van Ypersele en Dehaene een sleutelrol speelden.’ (*)Uitgeverij Groeninghe, Belfaststraat 12 8500 Kortrijk; 22 euro, tel. 056 22 40 77 (rek. 738-0125334-32)
Geef uzelf (of uw Vlaamse vrienden) een kerstcadeau
"Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen in Europa" bevat een schat aan informatie voor wie in debat gaat met het antieke België. Het boek kan worden besteld via de Vlaamse Volksbeweging. Stort 20 euro op rekening van VVB-actie, 409-9563981-19, met de vermelding BOEK DE WARANDE en de postbode brengt het enkele dagen later aan huis.
C Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding deNOx Explosieve gasmengsels: verwerking in overeenstemming met ATEX
Gespecialiseerd studiewerk en sleutel op de deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel: ++ (0)3/491.98.78 – Fax: ++ (0)3/491.98.77 E-mail: info@euro-pem.com
O L O F O N
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. Verschijnt maandelijks (niet in augustus). Hoofdredacteur: Jan Van de Casteele Kernredactie: Karl Drabbe, Katleen Van den Heuvel, Dirk Laeremans, Herman De Mulder, Anke Nobels, Peter De Roover, Pieter-Jan Verstraete. Redactie-adres: Passendalestraat 1a, 2600 Berchem. Tel (03) 366 18 50 – Fax (03) 366 60 45 e-post: redactie@doorbraak.org – internet: www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org Abonnement: € 16,50 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: 25 euro). Studentenabonnement: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling. Internet-abonnement: € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis Internet-abonnement. Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw. U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 17 op rekening 736-0012719-76 van VVB-leden-administratie. Dan krijgt u naast Doorbraak ook Binnendoor, het ledenblad van de Vlaamse Volksbeweging, toegestuurd. Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. Vormgeving: Jupiter Graphics, De Regenboog 5A, 2800 Mechelen, Tel. 015 52 95 67 Betaalt u uw abonnementsgeld vanuit het buitenland? Vermeld dan bij storting op het hierbovenvermeld rekeningnummer ook het IBAN-nummer BE91 7360 0127 1976 (Bank identificatiecode van KBC-bank = KREDBEBB) Verantwoordelijke uitgever: Dirk Laeremans, Passendalestraat 1a 2600 Berchem. ISSN 0012-5474
15
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
DOORBRAAK nr. 1 – januari 2006
16