2007_01_doorbraak

Page 1

België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828

Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw  www.doorbraak.org Afgiftekantoor Antwerpen X  P508831  Passendalestraat 1A  2600 Berchem  redactie@doorbraak.org

1 2007

De VVB-boodschap blijft duidelijk: het beste Vlaanderen wordt een onafhankelijk Vlaanderen

Knippen in eigen vleugels Op een late novemberzondag vonden meer dan 2500 mensen de weg naar het wel goed verstopte dorpje Wieze om er deel te nemen aan een onafhankelijkheidsmeeting van de Vlaamse Volksbeweging (VVB). Het toont aan dat het thema best wel mensen aanspreekt. De nu 50 jaar jonge VVB wist de jongste vijf jaar overigens 20% meer leden te werven. Dat in Wieze werd gepleit voor onafhankelijkheid, is geen verrassing. De VVB wisselde al in de jaren 1990 het verleden van het federalisme voor de toekomst van een Vlaamse (en Waalse) staat in Europa en probeert - onafhankelijk van de partijpolitiek – in het politieke landschap lijnen uit te zetten. In het communautaire debat zijn de twee nationalistische partijen onze evennaaste, maar werkt de VVB ook graag samen met gelijkgezinden in andere partijen. De Belgische constructie mag dan al onherstelbaar bouwvallig zijn, en renovatie ervan onhaalbaar, het slopen van de ruïne vergt tijd. Daarom is iedereen die een steen uit het Belgische gebouw haalt om er een mooier Vlaams huis mee te bouwen, een bovenste beste bondgenoot. In de VLD-buik zitten allicht nog behoorlijk wat ex-VU’ ers en Vlaamsgezinde liberalen, maar op de VLD-kop staat een oude Belgische hoed. VLD-ministers vormen niet alleen een schild voor de federale machten, kerels als Karel De Gucht knabbelen aan de Vlaamse bevoegdheden (lees blz. 12). Johan Vande Lanotte (sp.a) wil tewerkstellingsbeleid splitsen, maar Vlaanderen moet daarvoor (nog maar eens) twintig jaar betalen. Dat is geen stap vooruit, maar achteruit. Geert Lambert (Spirit) mag dan al een eigen ruimer lijstje hebben, de socialisten zijn niet onder de indruk. De communautaire kloof tussen de kartelpartners CD&V en N-VA leek minder diep, maar hebben figuren als Cortebeeck (ACV) en Renders (ACW) eerstgenoemde partij niet bij de keel? De door hen opgezette jacht op Jean-Marie Dedecker dreigt een fatale aanslag te zijn op de positieve bonus

van het kartel. Wat de werknemers zelf daarvan denken, is minder duidelijk. Zelfstandigen en werkgevers (zie enquêtes van Unizo en Voka), lokale CD&V-mandatarissen en de kartellisten in het partijbestuur, zijn wél voorstander van meer Vlaanderen en minder België. Ligt het strakker aangetrokken Vlaamse profiel van de N-VA (met of zonder Dedecker) aan de basis van de haastige breuk? Twijfel over het antwoord op die vraag zet er ons toe aan de CD&V de komende maanden met verscherpte aandacht te volgen. Dat CD&V (nog) niet meestapt richting onafhankelijk Vlaanderen, is een te respecteren keuze. Haar communautair programma is – in de oppositie in ieder geval – best hoopgevend. De keuze van Leterme voor confederalisme op het Congres van Kortrijk was dat ook (lees blz. 4). Maar houdt Leterme woord? Een liberale en libertaire Dedecker aan het verste uiteinde van een kartelvleugel, dat kan blijkbaar niét. Een grootmoedige samenwerking met Di Rupo en zijn PS-socialisme, dan weer wél? Hoe dan ook, Leterme en de CD&V dreigen verrassend snel met de knipschaar. Wie haastig omspringt met zo’n tuig, verminkt zichzelf. Blijkbaar is de hoop op een plechtige intrede in de Wetstraat 16 een goeie pijnstiller. Een tripartite als zalving? We durven niet vermoeden dat rond N-VA een tweede cordon in de maak zou zijn. De Vlaamsgezinden binnen de CD&V weten dat het enthousiasme van “de mensen” voor zo’n scenario niet bijster groot is. Afwachten of die groep tanden en klauwen heeft. N-VA mét Dedecker heeft die zeker wel. Vanuit VLD, CD&V en VB lijkt voldoende instroom haalbaar om makkelijk te overleven. Maar of dat het werk aan Bouwwerf Vlaanderen het snelst doet opschieten, zal nog moeten blijken. ■  Jan

Van de Casteele

januari 2007  nr. 1

Doorbraak


PERSWIJS BHV komt weer ■  Rik Van Cauwelaert over Prins Laurent en het marinegeld,

Knack 6 december 2006: ‘Het zou de prins sieren als hij zijn dotatie en zijn marine-

uniform zou inleveren, naar het buitenland zou uitwijken en aldaar, naar het voorbeeld van zijn Nederlandse neven, zou wérken voor de kost... Het is voor hem de enige eervolle uitweg uit een voor de monarchie beschamende affaire.’

■  Geert Lambert over buitenlandse handel en prins Filip in De

Standaard, 28 november 2006: ‘Dat de Belgische staatsstructuur voor sommige bui-

tenlandse overheden en bedrijven verwarrend is, kan ik begrijpen. Vooral als onze Vlaamse handelsmissies een levend anachronisme als prins Filip meezeulen.’ ■  Geert Buelens over de splitsing van het kartel, De Morgen,

6 december 2006: ‘Vorige week toonde CD&V principevastheid en een inhoudelijke daad-

kracht die we nog altijd niet van die partij gewoon zijn. De afkoelingsperiode tussen N-VA en CD&V leidt bij de laatste hopelijk niet tot de terugkeer van het opportunistische compromis.’ ■  Redactie over kartelbreuk CD&V/N-VA in P-Magazine, 6 de-

cember 2006: ‘De Wever zal zijn ministerdromen moeten opbergen, maar dat is een kleine

prijs voor een Vlaams-nationalist in hart en nieren. Die is op z’n best als hij de andere partijen vooruit kan jagen. Misschien is 2-1 gelijk aan 3, voor wijlen het kartel. Politiek is geen wiskunde...’ ■  Louis Michel over Johan Vande Lanotte en BHV, in De Morgen,

2 december 2006: ‘We zullen nog moeten zien of het in 2007 echt over een staatshervor-

ming zal gaan. Ik heb goed geluisterd naar sp.a-voorzitter Johan Vande Lanotte, die Brussel-Halle­Vilvoorde niet langer een Vlaamse prioriteit noemde. Ik hoor dus ook in Vlaanderen andere geluiden.’ ■  Peter De Backer over PS en PRL en staatshervorming, in Het

Nieuwsblad, 06 december 2006: ‘Ze bekvechten rond Volkswagen Vorst en ­Charleroi.

Maar als het over communautaire zaken gaat, zijn PS en MR, en trouwens alle andere Frans­talige partijen, het wél roerend eens.’

■  Bart Maddens over N-VA en kiesdrempel 2007 in Het Belang

Onder de ca. 2500 aanwezigen op de onafhankelijkheidsmeeting van de VVB in Wieze waren er parlementsleden van drie Vlaamse partijen. Ook burgemeester Willy De Waele (Lennik, VLD) was er en zei na de meeting dat diegenen die denken het debat over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde te kunnen uitstellen, zich ten gronde vergissen. De burgemeesters zullen BHV weer centraal plaatsen, conform de beloften van de Vlaamse partijen. De organisatie van de verkiezingen is in hun handen, en daar kunnen de federale politici best rekening mee houden.

Samenwerking

De VVB moet een van de weinige verenigingen zijn die nog radicaal pleit voor samenwerking tussen Vlaamsgezinden. Voorzitter Rita De Bont riep op tot meer bezinning en samenwerking tussen de talrijke Vlaamsgezinde organisaties, maar ook tussen de Vlaamse partijen onderling, en tussen de Vlaamsnationale partijen in het biezonder. ‘Stop het onderlinge gekrakeel, laat staatsvorming nu primeren’, zo luidde het. Ondervoorzitter ­Pieter Bauwens deed een oproep richting IJzerbedevaart en IJzerwake voor samenwerking: ‘Wij moeten niet de Vlaamse beweging splitsen, maar België’.

van Limburg, 5 december 2006: ‘Als de N-VA niet intern gaat beginnen ruziën en als

ze erin slagen Jean-Marie Dedecker een beetje in toom te houden, dan halen ze de kiesdrempel.’

■  Bert Anciaux Dedecker en N-VA - Weblog Bert Anciaux, 6 de-

cember 2006: ‘N-VA met “stoertje” maakt veel meer kans om stemmen van extreem-rechts

af te snoepen. En dat is goed. Bovendien wordt de erfenis van de Volksunie nog duidelijker opgesplitst. Het rechtse Vlaams-nationalisme zit nu bij Dedecker. Het extreem-rechtse nationalisme bij het Blok. Het sociaal-progressief regionalisme blijft meer dan ooit verankerd bij spirit.’ Emiel De Bolle

De deviatie van Wilfried

De onafhankelijkheidsmeeting van de VVB kreeg enige aandacht in De Standaard en in Gazet van Antwerpen en de zondag was er een vrij keurig verslag van de meeting op de VRT-radio. Wilfried Martens, prominente VVB’er in de vroege jaren 1960, zei aan De Standaard de keuze voor separatisme ‘een deviatie’ te vinden. Ieder zijn mening. Maar wie stilstaat in het verleden, loopt verloren in het heden.

Gezonde Vlamingen

Vlamingen zijn gezonder dan Walen, zo blijkt uit een studie van Interface Demografie (VUB). In elke leeftijdsgroep is de gezondheid in Wallonië slechter dan in Vlaanderen. Zo is het in Vlaanderen pas vanaf 71 jaar dat de helft van de bevolking zich minder goed voelt. In Wallonië is dat al vanaf 60 jaar. De sterke stijging van het aantal eeuwelingen in ons land is vooral in Vlaanderen te merken. ‘Een gevolg van hogere welvaart, maar ook betere geneeskunde en meer zorg dan in Brussel en Wallonië’, aldus geriater Lucien De Cock. Dagblad Het Volk roept vakbondsgetrouw

Doorbraak

nr. 1  januari 2007


weer op tot unitaire solidariteit. Symptoombestrijding in plaats van de oorzaken aan te pakken, dus. Waarom dat geen goed idee is, leest u op blz 8.

Communautaire ruzie ook bij moslims

De Vlaamse verkozenen in de Moslimexecutieve willen een eigen regionale afdeling oprichten in Antwerpen. Radi Hassan, lid van de Moslimraad: ‘Vandaag moeten we ons voor elke vraag tot Brussel wenden. Wat veel overbodige bureaucratie en tijdverlies met zich meebrengt. De Franstaligen domineren de raad en discrimineren de Vlaamse moslims, die vaak moeilijk Frans begrijpen of spreken. De weigering van de Franstaligen heeft te maken met een belangenconflict. Zij zijn bang om hun macht en het budget te delen. Wij willen een werking opzetten die dichter staat bij onze gemeenschap. De moslimgemeenschap in Vlaanderen heeft vaak andere noden en vragen dan die in Wallonië en Brussel. Vandaag gaat het merendeel van de middelen naar Wallonië.’ (GVA, 20 nov.)

De Vlaamse moslims vragen nu dat minister van Justitie Onkelinx tussenbeide komt. Dat dit niet evident is, zullen ze nog moeten leren.

België slechte leerling

België scoort op weinig punten goed in een nieuw Europees klassement. Dat leert de nieuwe studie Meten is weten!? van de Leuvense onderzoekers Steven van Roosbroek en Wouter Van Dooren voor het Instituut voor de overheid. Wallonië doet het systematisch slechter dan Vlaanderen. Als het aankomt op kwaliteit van bestuur is Finland de absolute topper, met Italië als zwart schaap in concurrentie met Griekenland. ‘België zit continu in de tweede helft van het peloton. Van de buurlanden scoort enkel Frankrijk systematisch slechter’, zeggen van Roosbroeck en Van Dooren. Als de praktijk van het beleid wordt vergeleken, blijken Finland en de andere Scandinavische toppers ook hun zwakke punten te kennen. Hier scoort België soms zelfs beter dan ­middelmatig - bijvoorbeeld in onderwijs en gezond­heidszorg - maar barslecht voor criminaliteitscijfers, verkeersveiligheid of tewerkstelling. Hierbij valt het sterke onderscheid op tussen Vlaanderen en Franstalig België, dat het systematisch slechter doet in deze praktijkmetingen. (Nbl, 6 dec.)

➥  vervolg p. 11

Commentaar Volkswagen en de Vlaamse ­onafhankelijkheid

T

raditioneel en bang België schurkt zich achter de teksten van Rudy Aernoudt en vergist zich schromelijk. Deze liberale topambtenaar maakt dezelfde analyse als de Denkgroep ’In de Warande’ met zijn Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen, maar besluit (voorlopig) niet dat onafhankelijkheid het juiste antwoord is. Aernoudt kent het terrein en zal zoetjesaan, evenals zijn unitaire vrienden, toegeven dat een splitsing (met een speciaal statuut voor Brussel) de enige weg is. Waarom? Frank Vandenbroucke, een man met het menselijke en professionele profiel om de eerste Vlaamse president te worden, kondigde aan dat er één loket geopend wordt om alle vragen van de ontslagen werknemers van Volkswagen Vorst te beantwoorden. De zes ministers, staatssecretarissen en andere geassorteerde koddebeiers die waken over arbeid en opleiding in België en de ministaatjes Vlaanderen, Brussel en Wallonië, leggen om de doelmatigheid en uit respect voor de werkloze lassers, werktuigkundigen, tekenaars en schilders van VW Vorst hun handen en hoofden bij mekaar. Een verstandige beslissing. Deze verstandige beslissing is enkel nodig omdat België een rotzooi is van overlappende bevoegdheden. De kosten van de heterogeniteit van een land zijn een grote prikkel om de kwestieuze staat te schrappen. Het Manifest van de denkgroep ‘In De Warande’ heeft goede geloofsbrieven. Dus wuif de lacherigheid over deze tekst van “oude zakken” weg, de criticasters weten niet waar zij over praten. De leden van de denkgroep hebben aandachtig het beste boek over modern independentisme gelezen: The Size of Nations van Enrico Spolaore en Alberto Alesina (2004). Een van de hoofdredenen die zij aanhalen om van rommelige landen nieuwe landen te maken, is precies de heterogeniteit, in mensentaal: de chaos, het gebrek aan doorzichtig‘België is een rotzooi van heid, de hoge sjoemelgraad van het bestaande overlappende land.

­bevoegdheden.’

Droom Alle militanten van al die onafhankelijkheidsacties zeggen luid of stil: ‘I have a dream’. Het motto van de koele notarissentaal van het Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen is die zin. De opstellers koesteren een droom, de droom van een betere, kwalitatieve politieke omgeving voor hun medeburgers, zichzelf, hun kinderen en kleinkinderen. Die kwalitatieve politieke omgeving vinden zij in België niet meer. Zij stellen dag in dag uit vast, zelfs in een situatie waarin de leidende radioen televisiestations en grote kranten zich gedragen als hulpjes van een regime (dus wordt veel verzwegen, geminimaliseerd of verdraaid), dat de media uitpuilen van de berichten over het schandelijke landsbeleid. Het politieke België en zijn bedienaren geuren naar de mestvaalt. Canaillegedrag De kritiek van het Rekenhof over de schabouwelijke begroting voor 2007 is de zoveelste veroordeling op rij van de continue neiging tot canaillegedrag van de federalen. Deze federalen worden toegejuicht door alle gevestigde machten: de partijhoofdkwartieren van VLD, PS, MR, cdH, Groen! en Ecolo, het VBO, de vakbonden, het hof, de progressieve intellectuelen. VW Vorst ging kapot door de globalisering en de oubollige reactie daarop van de Belgische vakbonden, de belgicistische patroons en de Belgische regering. Zij delen de obsessie om de situatie in handen te houden en liever kapot te vallen dan het mislukte België te slapen te leggen en verder te gaan met opvolgingsstaten die een samenhangende, doorzichtige, eerlijke politiek voeren.

■  Frans Crols

januari 2007  nr. 1

Doorbraak


sta atsvo r m i n g

Een document dat goud waard is? Vlaanderen verdient het beste Leterme zei op zijn Ronde van Wallonië in Bergen tot tweemaal toe dat hij in de sociale zekerheid niet verder wil gaan dan de regionalisering van gezondheidszorgen en kinderbijslagen. En dat hij verder ‘de interpersonele solidariteit’ wil behouden (DM, 28 nov.). Belangrijker is wat Leterme een paar jaar geleden ondertekende. Doorbraak blies het stof van de stapel CD&V-literatuur.

O

mdat Vlaanderen ‘het belangrijkste beleidsniveau’ is, koos CD&V op het partijcongres van Kortrijk in 2001 voor een “confederaal” model. ‘Ons uitgangspunt is het Vlaams belang, dit is het belang van de mensen dat gediend is met een efficiënt, nabij en democratisch bestuur’, aldus Yves Leterme op 18 februari 2004 (“Vlaanderen verdient het beste. CD&V en de verdere staatshervorming”, blz 3). De resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 (zie kaderstukje) waren voor dat document ‘het essentieel referentiekader’. Als toenmalige CD&V-voorzitter wees Leterme er in 2004 op dat wegens opmerkelijke verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië ‘één medicijn voor twee verschillende ziektes niet werkt’. Wat Vlaanderen en Wallonië volgens hem nodig hebben: a) een eigen arbeidsmarktbeleid (meer jeugdwerkloosheid in Wallonië)

Doorbraak

Recuperatie Onder de regeringen Verhofstadt is een ‘enorme recuperatiebeweging aan de gang’, aldus toen ook Leterme. ‘De federale regering grijpt in in Vlaamse bevoegdheden en doorkruist het Vlaams beleid’, zo luidt het, met verwijzing naar het federaal regeer­akkoord van 8 juli 2003 ‘dat meer dan twintig maatregelen bevat die Vlaamse bevoegdheden zijn’ (stedelijk beleid, begeleiding werklozen, preventieve gezondheidsbeleid en gezinsbeleid). De VVB werkt momenteel aan een dossier over die recuperatie en kan die bevindingen alleen maar bevestigen. Er zijn de bemoeienissen van het federale niveau inzake arbeidsbemiddeling, gezondheidspreventie (Demotte-acties ivm rookverbod en seksueel gedrag), onderwijs (schoolpremie), leefmilieu (federaal minister van leefmilieu), huisvesting. Er is de bemoeizucht via buitenlands beleid en het negeren van de overlegverplichting inzake materies waar de deelstaten voor bevoegd zijn. Er is het negeren van de splitsingsafspraken rond ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel. Er zijn – het venijn in de staart - de plannen voor de hervorming van de Senaat tot een paritair orgaan, dat de Vlaamse meerderheid tot in de eeuwigheid blokkeert. Confederalisme Leterme zette in 2004 zijn naam onder de omschrijving van ‘het confederaal model van CD&V’. Wat bedoelde hij daarmee? Dat de basisbevoegdheden bij de deelstaten Vlaanderen en de Franstalige deelstaat worden gelegd en dat zij

ian

b) meer fiscale bevoegdheden c) ontsluiting van economische centra d) een eigen gezinsbeleid (bevoegdheden inzake kinderbijslag, fiscaliteit, werkgelegenheid) e) een eigen gezondheidsbeleid (eerstelijnsgezondheidszorg versus meer specialisten in Wallonië) f) een eigen ouderenbeleid (bestrijding vergrijzing) g) jeugdsanctierecht

nr. 1  januari 2007

beslissen in onderling overleg welke bevoegdheden op het Belgische niveau worden uitgeoefend. Dat de deelstaten dus ‘het belangrijkste beleidsniveau worden’. Waarom daar dan weglopen, Yves? De CD&V gaat sinds Kortrijk, als we dat mogen geloven, voluit voor een beleid ‘dicht bij de mensen’, voor ‘efficiënt, nabij en democratisch bestuur’. Het confederaal model zorgt voor ‘vereenvoudiging’, duidelijke instellingen, in plaats van de huidige institutionele doolhof. Het confederaal model staat in het verkiezingsprogramma van de CD&V van 2003, in de basistekst van het op 14 februari 2004 tot stand gekomen kartel met N-VA en in het partijprogramma voor de Vlaamse verkiezingen van 13 juni 2004. Volgens “Vlaanderen verdient het beste” wil CD&V ook de splitsing van BHV, volwaardige fiscale en sociaal-economische autonomie (personenbelasting, kortingen op vennootschapsbelasting, het volledig gezondheids- en gezinsbeleid, alle aspecten van het werkgelegenheidsbeleid, het mobiliteitsbeleid. Yves Leterme herinneren we graag aan zijn handtekening onder dit document. Dat hij net zoals De Gucht en tegen zijn kartelpartner N-VA in ‘niet afkerig staat tegenover een eventuele herfederalisering van de bevoegdheid over buitenlandse han-

De wil van de Vlaming De Commissie Staatshervorming heeft in 1999 zowat heel Vlaanderen (onderwijsmiddens, welzijns- en gezondheidsmiddens, economische en wetenschappelijke kringen) over de vloer gekregen in 33 hoorzittingen en vijf resoluties goedgekeurd. Die worden door paars niet uitgevoerd. Het ging over: 1. Het uitgangspunt van een tweedelig staatsmodel 2. De volledige overdracht van de bevoegdheden inzake de personenbelasting 3. De versterking van de band tussen de Brusselse Vlamingen en de Vlamingen 4. Coherente bevoegdheidspakketten met de eis voor een eigen gezondheids- en gezinsbeleid, inbegrepen de financiering ervan, een eigen werkgelegenheidsbeleid met Vlaamse sociale akkoorden, de volledige buitenlandse handel, spoorbeleid, ontwikkelingssamenwerking, enz… 5. Respect voor de indeling in vier taalgebieden


vrezen erger. Zijn argumenten wringen. Als interpersoonlijke solidariteit over zoveel mogelijk mensen worden gespreid, waarom dan die gigantische geldstroom enkel naar Wallonië? Als Europa ‘niet regio’s, maar enkel landen’ erkent, waarom dan van Vlaanderen geen staat in Europa maken, zoals Baltische en Balkanstaten wel vermochten? Als sommige bevoegdheden ‘beter op federaal vlak uitgeoefend worden’, wat bedoelt

hij dan, die Vlaamse minister-president? Zijn handtekening onder ‘Vlaanderen verdient het beste’ gaf Leterme veel krediet. Of hij de volgende maanden het beste wordt voor Vlaanderen, valt nog te bezien. Woord houden! was en blijft de slogan van de Vlaamse beweging. ■  Jan

Van de Casteele

De zwakte van je stem

om regeringen te maken en te kraken verschuift naar het electoraat.

Onmacht kiezer in schril contrast met politieke retoriek

Vlaams Belang In één opzicht is de kiezer natuurlijk wel perfect geïnformeerd over wat er na de verkiezingen staat te gebeuren: coalities met het Vlaams Belang worden op de duidelijkst mogelijke manier uitgesloten. Die duidelijkheid is overigens ook een van de weinige positieve kanten aan het cordon. Als gevolg daarvan evolueren we immers geleidelijk in de richting van een klassiek meerderheidssysteem, waarbij de kiezer voor een ondubbelzinnige keuze staat tussen het aan de macht houden van de zittende bewindsploeg of het aan de macht brengen van een uitgesproken alternatief. Maar al bij al blijft de stem van de Vlaamse kiezer vrij zwak klinken in vergelijking met veel andere landen. De vraag dringt zich dan ook op of politieke vorming niet meer gericht moet zijn op andere vormen van participatie, die de kiezers wel toelaten om hun stem te verheffen. Een echt beleid van ‘citizen empowerment’ zou kunnen inhouden dat je de burgers leert hoe ze aan politiek kunnen doen door een actiecomité op te richten. Of dat je hen stimuleert om hun bekommernissen te uiten via een lezersbrief of een mail aan een politicus. Burgers zouden ook meer informatie moeten krijgen over de juridische stappen die ze kunnen ondernemen wanneer ze door de overheid worden gedupeerd, en over technieken om een rechtszaak tegen de overheid collectief te financieren. Het is enkel op die manier dat de burger “krachtig” zijn of haar stem kan verheffen. Maar dat is nu net waar de politieke elite als de dood voor is. Dat men u liever blaasjes wijsmaakt over “de kracht van je stem” kan dan ook amper verbazing wekken.

In vergelijking met vroeger wordt er tegenwoordig veel geïnvesteerd in politieke vorming. Er zijn talloze brochures voorhanden die de minder politiek bewuste kiezers wegwijs maken in het kiessysteem en het partijpolitieke landschap. En het Vlaams Parlement patroneert sinds enige tijd het project “de kracht van je stem”, dat lesmateriaal ter beschikking stelt voor onderwijzers. Op zich is dit alles natuurlijk uitermate positief. Vraag is alleen of men de (jonge) kiezers niet een beetje een rad voor de ogen draait door hen voor te houden dat hun stem enige “kracht” heeft.

I

n elke democratie is het natuurlijk zo dat één enkele stem zelden of nooit het verschil zal maken. Dit neemt echter niet weg dat de impact van de verkiezingsuitslag op het beleid in heel wat landen beduidend groter is dan bij ons. In presidentiële systemen en in meerderheidsstelsels (zoals in Groot-Brittannië) duidt het electoraat rechtstreeks de uitvoerende macht aan. Bij ons daarentegen bestaat er geen rechtstreeks verband tussen de verkiezingsuitslag en de regeringsvorming. De kiezer bepaalt welke meerderheden mogelijk zijn. Maar binnen die breed getrokken krijtlijnen heeft de politieke elite een grote bewegingsvrijheid om naar eigen goeddunken een regering te vormen. De onmacht van de kiezer staat in schril contrast met de politieke retoriek tijdens de campagne. ‘Het woord is nu eerst aan de kiezer’, antwoorden de politici steevast op lastige vragen over de coalitievorming. Andere dooddoeners zijn: ‘De kiezer moet nu eerst de kaarten schudden’, of ook nog : ‘Het zou van weinig respect getuigen voor de kiezer om nu al over coalities te praten’. Maar intussen zijn diezelfde politici al druk aan het onderhandelen in het spreekwoordelijke berookte achterkamertje, en vaak zelfs al de “postjes” aan het verdelen. Fatsoen Niet dat er daar trouwens iets mis mee

zou zijn. Het is volstrekt normaal dat de politici al vóór de verkiezingen coalities beginnen te smeden. Alleen moeten ze dan wel het democratische fatsoen hebben om de kiezer daar in alle openheid over te informeren, in de plaats van mist te spuiten met een vaak leugenachtig discours over het “respect voor de kiezer”. Het zou pas echt getuigen van respect voor de kiezer mochten de partijen al vóór de verkiezingen in alle openheid coalities vormen, met alles erop en eraan. In dat geval zou de kiezer immers perfect weten waar zij aan toe is en wat de gevolgen zijn van haar stem. De kracht van onze stem zou dan die van de Britse kiezer evenaren. Slag om de arm Af en toe gebeurt het natuurlijk wel dat de partijen al tijdens de campagne een tipje van de sluier oplichten. In 2003 was het bijvoorbeeld vrij duidelijk dat de paarse partijen van plan waren om ermee door te gaan na de verkiezingen. Maar zelfs dan nog bleef er bij de politici een grote terughoudendheid bestaan om dat ook met zoveel woorden te zeggen aan de kiezer. Zelfs al weten de partijen zeer goed welke coalitie ze willen, dan nog houden ze graag een slag om de arm. Je weet maar nooit wat er na de verkiezingen gebeurt. Door alle opties open te houden vermijdt de elite dat de macht

■  Bart

januari 2007  nr. 1

sta atsvo r m i n g

delsrelaties’ is verontrustend. Dat hij het woord confederalisme schuwt, eveneens. Dat hij zich voor de RTBf uitput om vijf redenen bijeen te scharrelen om België als land te behouden’ (DS, 27 nov.) kan diplomatieke souplesse zijn, maar we

Maddens

Doorbraak


VVB 50

Wij betogen! Vlaanderen eerst. Politiek eerst.

W

aarom een boek? We vroegen het aan Peter Van Windekens, historicus, publicist en al een tijdje lid van de Raad van Bestuur van de Vlaamse Volksbeweging. PVW: ‘In de Raad van Bestuur waren wij van oordeel dat er, naast de festiviteiten allerhande, ook op een of andere manier een soort ‘verslag’ over die halve eeuw VVB moest komen. Een overzicht van 1956 tot nu was nagenoeg onbestaande en dit feestjaar vormde meteen ook de gelegenheid om er werk van te maken. Een goed verstaander begreep meteen dat er een boek op stapel stond … De taakgroep Vorming – onder leiding van Patrick Deboever – kwam bijeen in het voorjaar van 2005 en stelde vliegensvlug een werkgroep samen. Patrick werd coördinator, ikzelf zorgde voor het historisch gedeelte van het boek en nam de redactie voor mijn rekening.’ Secretariaatsmedewerker Marc Van de Woestyne maakte komaf met kromtaal en taalfouten. Een uitgever zoeken bleek geen probleem. De link met Uitgeverij Pelckmans was snel gelegd, want uitgever Karl Drabbe was in de jaren 1990 erg actief in de VVB, zowel op lokaal vlak in Grimbergen, als in het hoofdbestuur van de VVB. Wat opvalt: het is geen doorwrochten of zwaar op de hand liggend historisch werk. PVW: ‘Hier is bewust voor gekozen. Het boek moet voor elk van onze militanten en sympathisanten, ongeacht hun status en achtergrond, toegankelijk zijn op basis van correcte informatie waarover zij zelf een oordeel kunnen vellen. De publicatie bestaat grotendeels uit een kroniek die een historisch overzicht biedt van 50 jaar VVB. Jaar na jaar, maand na maand, worden hierin de gebeurtenissen en de feiten beschreven die de VVB betreffen. De geïnteresseerde lezer die voor een bepaalde periode op zoek is naar gegevens over de VVB, of zelfs over de Vlaamse Beweging in het

Doorbraak

nr. 1  januari 2007

algemeen, zal in dit onderdeel – een naslagwerkje in de grond – ongetwijfeld zijn/haar gading vinden.’ Daarnaast werden er ook bijdragen van zogeheten Anti-Belgische Spoedbetoging in Gent (20 april 1980). buitenstaanders voorzien, die toch Opmerkelijke slogan. op een of andere wijze een band met de beweging onderlijker te beantwoorden. Maar getuige de hielden. Zo is prof. Ludo Abicht altijd kroniek - en dus de geschiedenis - durf bereid geweest zijn pen te lenen om iets ik zeggen dat men de beweging zeker voor of over de VVB te schrijven. Onder geen rechts-conservatief etiket kan opdeze “externen” vallen veel ex- én huiplakken … De Vlaamse Volksbeweging dige medewerkers op. Bart Maddens is is op de eerste plaats een Vlaamse miliregelmatig medewerker aan Doorbraak. tantenorganisatie en die overstijgt elke Hij volgde prof.em.dr.Wilfried Dewachgeneratie.’ ter op als professor politologie aan de Ook de oudste generaties van de VVB KU Leuven in 1999. Zijn collega-medekomen aan bod. Pioniers werden aangewerker aan Res Publica, journalist bij sproken én geïnterviewd? De Tijd Mark Deweerdt, was lid (van het politiek bureau) van de VVB van PVW: ‘Het lag voor de hand dat wij niet 1974 tot 1981. En ook Trends-directeur anders konden dan ook de veteranen van Frans Crols is medewerker aan Doorde VVB zelf aan het woord te laten. In braak. een vorige aflevering van Doorbraak is Die variatie van medewerkers komt Luc Leroy uit Anderlecht al aan bod geook tot uiting in jouw bijdrage over de komen. In het boek hebben wij bewust ‘netwerken’ van de VVB. Wie liep er zoal hetzelfde vragenstramien gevolgd om rond in de VVB? Met welke geledingen een achttal belangrijke figuren uit de gevan de (pluralistische) samenleving onschiedenis van de beweging onder de derhield de VVB goede contacten? loupe te nemen.’ Hoe zou jij de rol van de VVB in de PVW: ‘Het hoofdstuk “netwerken” is Vlaamse Beweging en haar impact op een eerlijke poging om de politiek van de politiek omschrijven? ‘eenheid in verscheidenheid’ van de VVB doorheen haar bestaan in de verf te zetPVW: ‘De Vlaamse Volksbeweging heeft ten. Meteen wordt ook duidelijk dat steeds gepoogd de Vlaamse politieke – onze beweging een echte “volksbewelees: de partijpolitieke – opinie een geweging” is; allerhande figuren en geledinten te schoppen. Zij is daar voor een deel gen uit de maatschappij hebben er jareningeslaagd. Dit nam niet weg dat er diklang in gemiliteerd, zij hebben dit wijls een haat-liefdeverhouding bestond meestal ook steeds pro deo gedaan. En tussen de VVB en de politieke partijen. wat de rechts-links-schaal betreft, mag Socialisten en liberalen, hoewel sommiik zeggen dat de “progressieven” binnen gen onder hen zelf in de VVB militeerde VVB een grotere rol hebben gespeeld den, bleven maar al te graag de solidaridan aanvankelijk werd gedacht. Of de teit met hun geestesgenoten van over de VVB wel degelijk geslaagd is in haar aantaalgrens en in Brussel beklemtonen. De pak om op maatschappelijk vlak echt VVB heeft hen echter steeds een spiegel pluralistisch te zijn, lijkt mij echter moeivoorgehouden. In feite is dit doorheen de

© FOTO Studio Dann

Afgelopen jaar mocht de Vlaamse Volksbeweging haar vijftigste verjaardag vieren. In januari wordt dit feestjaar afgesloten met de voorstelling van een omvangrijk boek … en een nieuwjaarsreceptie.


■  AN

20 januari, 9u30, KU Brussel. Voorstelling van Wij betogen! met aansluitende nieuwjaarsreceptie. Toespraken van prof. Wilfried Dewachter en VVB-voorzitter Rita De Bont. Nadien debatteren Frans Crols, Ludo Abicht, Bart Maddens, Mark Deweerdt en Guido Moons over de toekomst van de VVB. Meer informatie op www.vvb.org/wijbetogen.

Wij betogen! Vijftig jaar Vlaamse Volksbeweging (1956-2006). Uitgeverij Pelckmans, 344 blz., € 27,50, isbn 978 90 289 4127 4.

Bestellen kan bij VVB-Actie op ­rekeningnr. 409-9563981-19

Ten strijde tegen ‘den Duits’ Regionalisering arbeidsmarktbeleid dringend nodig

eco n o m i e

geschiedenis een constante gebleven. Onder Maurits Coppieters, met Wilfried Martens als gangmaker, werd het bon ton dat bepaalde bevoegdheden aan Vlaanderen en Wallonië zouden toekomen om België als ‘eendrachtige natie’ te kunnen behouden. Onder Paul Daels en Jaak van Waeg waren enkel de Volksunie en de CVP aanspreekbaar voor een volwaardig federalisme. In 1991 koos de VVB met Peter De Roover resoluut voor Vlaamse onafhankelijkheid. Enkel het Vlaams Blok koesterde al diezelfde gedachte en veel militanten uit de Volksunie lieten hun partij voor wat zij was en traden toe tot de VVB. Ondertussen bewandelt ook de N-VA de weg van de onafhankelijkheid en wagen zowat alle traditionele partijen zich aan het confederalisme, een mogelijk beslissende stap die aan de onafhankelijkheid voorafgaat. Verder is de VVB nog steeds eisende partij om de alsmaar aanslepende dossiers voor de splitsing van Brussel-HalleVilvoorde en de afschaffing van de faciliteiten voortdurend op tafel te werpen. Het is de dringende taak van de VVB om als katalysator te blijven optreden, want wij hebben ons doel nog niet bereikt!’

‘Schande!’, riepen vorst en de Belgische politieke elite in koor toen het bericht bekend werd gemaakt dat de Duitse directie van Volkswagen 4000 afvloeiingen plande in zijn vestiging in Vorst. ‘Ongeoorloofde Duitse nationalistische politiek!’, luidde het verdict, waarna cartoonisten en grappenmakers allerhande karikaturen maakten met in de hoofdrol de geestelijke vader van Volkswagen. U weet wel, die Oostenrijker met het stekelige snorretje.

M

aar is het wel zo onlogisch dat er vierduizend ontslagen vallen bij VW Vorst? Als men de zaken wat nuchterder bekijkt niet meteen. Immers, iedere gezond redenerende bedrijfsleider dient, wanneer hij zijn bedrijf ergens wil vestigen, te kijken naar de verschillende lokalisatiefactoren. Die lokalisatiefactoren omvatten de productiekosten, het arbeidsaanbod, het institutionele kader van het land waar een onderneming zich vestigt, de fiscaliteit, de geldende wetgeving, de (mobilit eits)infrastructuur en de afzetmarkt. Wat betreft de afzetmarkt is België met zijn 620 voertuigen per duizend inwoners al oververzadigd. Het is juist daarom dat de toplui van Volkswagen hun neus ophalen voor het autosalon in de Heizel, maar onlangs wel present waren in Peking bij de voorstelling van de nieuwe (Chinese) VW Neeza. China, met slechts 6 auto’s per duizend inwoners, biedt in dat opzicht nog een gigantisch groeipotentieel. Een tweede nadeel van België is de hoge loonkost. In de technologische industrie, waartoe de auto-industrie ook behoort, ligt die gemiddeld 10% hoger dan in de Belgische buurlanden. Maak als ondernemer de optelsom, en kom tot de conclusie dat het verstandiger is de autoproductie te verhuizen naar goedkopere vestigingen in Wolfsburg en Mosel. Of naar Slowakije, dat dankzij ondermeer zijn revolutionaire vlaktaks de grootste autobouwer per inwoner is (127 voertuigen per 1000 inwoners). Overheveling In bovenstaande alinea is nogal dikwijls de term ‘België’ (en zijn afleidingen) gebruikt. Er bestaat inderdaad geen Belgische auto-industrie, gezien alle assemblagebedrijven – op VW Vorst na – in het Vlaams Gewest liggen (Ford Genk, Opel Antwerpen en Volvo Cars Gent). Dat geografische feit alleen al zou een pleidooi moeten vormen voor de overheveling naar de gemeenschappen van het sociaaleconomische beleid. Want het

Belgische systeem met zijn corporatistische loononderhandelingen (het tweejaarlijkse intersectoraal loonoverleg tussen de sociale partners die rond deze tijd plaats zou moeten vinden is daar de absolute emanatie van), torenhoge fiscale druk en moordende regelneverij is allesbehalve bevorderlijk voor de toekomst van de Vlaamse auto-industrie. Dit natuurlijk op voorwaarde dat de auto-industrie in Vlaanderen nog een toekomst heeft. Want nog zo’n naar gevolg van het Belgische bestel is het feit dat Vlaanderen – en Wallonië – de overschakeling van industriële naar diensteneconomie totaal aan het missen is, als deze boot al niet totaal vertrokken is zonder ons. De tewerkstelling in de dienstensector in België is in de periode 2000-2006 zelfs met één procent gekrompen. Een evolutie die in het zuiden van dit land ronduit dramatisch te noemen is, gezien de particuliere dienstensector er in de periode 2002-2003 met 28,6% in elkaar is gestuikt. De enige tak van de dienstensector in Wallonië die nog positief evolueert, is de publieke administratie. Het lijkt natuurlijk niet meteen waarschijnlijk, maar wanneer het Verhofstadt echt menens is met zijn 200 000 jobs, dan regionaliseert hij minstens het arbeidsmarkt- en sociaaleconomisch beleid. Iets wat sinds november laatstleden een breekpunt is van een breed werkgeversfront van Unizo, Voka en VKW overigens(*). Hopelijk heeft de afslanking van VW Vorst hiertoe een aanzet kunnen geven. Wat echter twijfelachtig is gezien de paarse regering nog niet eens een deuk kan slaan in een pak BHVboter ■  Xavier

Meulders

(*)www.voka.be/tekst. asp?ID=2217&Rel=staatsher­vorming

januari 2007  nr. 1

Doorbraak


g e zo n d h ei dszo rg

Het draait zelfs niet vierkant meer Noorden van het land wil andere (en minder dure) gezondheidszorg Het Belgische model draait alleen maar wat vierkant. Met een geut extra sterke olie of toch maar een nieuw raderwieltje erbij, komt het wel weer in orde. Dat dachten we lange tijd. ‘Met België als het kan, zonder België als het moet’, dat was de wat moeizame Vlaamse verzuchting. Sommigen denken vandaag nog altijd zo. Niet alleen bij de eeuwig trouwe Belgen, ook binnen Vlaanderen zijn er nog altijd die er van uitgaan dat de definitieve echtscheiding à la Vlaamse Volksbeweging of Denkgroep ‘In de Warande’ één grote stap te ver is. Dat het Belgische kaartenhuisje mits nog een tiental dozijn nieuwe, toch niet uitgevoerde Lambertmontafspraken toch wel overeind zal blijven. Met geleerde uiteenzettingen over het invullen van de grondwettelijke lijst van de restbevoegdheden, de technische verwikkelingen rond de opsplitsing van de plantentuin van Meise, de regionalisering van de vennootschapsbelasting of de noodzakelijke Vlaamse aanwezigheid in de beleidsorganen van de NMBS zal men deze gelovigen wellicht niet of toch maar zeer moeizaam overtuigen. Lof Voor dat niet-begrijpen kan men overigens alleen maar begrip hebben, het Belgische model is inderdaad niet samen te vatten in enkele simpele slogans. Daarom is het goed dat een kenner het ook eens begrijpelijk (1) Louis Ide, Lof der uitlegt, dat dokter gezondheid, Louis Ide zijn boek Roularta Books, Lof der gezondheid 119 blz., – Diagnose van het isbn 90 8679022 4 terminaal Belgisch Bestellen kan bij gezondheidsbeleid VVB-Actie op schreef. Goed honrekeningnr. derd bladzijden, bij409-9563981-19 zonder gemakkelijk (€ 12,5 + € 2,5 geschreven, maar wel verzending) overtuigend! Louis Ide is de gelukkige uitzondering op de ongeschreven regel die wil dat de Vlaamse Beweging alleen maar grijs en dus “met rust” is. Van een welige en “dus” jonge haartooi is bij deze jonge arts nochtans nauwelijks nog sprake, maar voor de rest is de man politiek bedrijvig als ondervoorzitter van de N-VA en vooral dag in dag uit bezig met de vraag of Vlaanderen en de Vlamingen kunnen rekenen op de best mogelijke gezondheidszorg. Een gezondheidszorg die bovendien betaalbaar moet zijn en blijven.

Doorbraak

nr. 1  januari 2007

Vierkant Hij heeft zijn onthutsende bevindingen nu gebundeld in een boek dat zelfs de meest wantrouwende moet kunnen overtuigen: dat men binnen de Belgische grenzen kan rekenen op een uitstekende gezondheidszorg is geen punt, dat de organisatie van de Belgische gezondheidszorg vierkant draait, daarover kan geen twijfel bestaan. ‘We behoren tot de besten van de wereld, maar we staan nergens als het gaat over het efficiente gebruik van de middelen.’ (p.46) De auteur omschrijft zijn boekje als een paradoxale lofrede. Enkele lukrake voorbeelden. - Doolhof van bevoegdheden Een Belgische beslissing voor of tegen een toegangsexamen voor geneeskunde betekent dat men het ja woord moet hebben van liefst 9 ministers. (p. 90) - Dure en goedkope ziekenhuizen Al dan niet extra medische testen laten uitvoeren, kan voor ziekenhuis en dokter een gemakkelijke manier zijn om extra inkomsten aan te boren. Op de lijst van ziekenhuizen met de meest geteste patiënten staan bovenaan liefst 24 Waalse en Brusselse ziekenhuizen. Op nummer 25 staat inderdaad een Vlaams. ‘Omgekeerd liggen de 35 ziekenhuizen waar het zuinigst met medische tests wordt omgesprongen, allemaal in Vlaanderen’. (p. 63) - Medische consumptie In Franstalig België wordt tot 30 procent meer antibiotica geslikt dan te noorden van de taalgrens. De provincies Namen, Luik en Henegouwen staan bovenaan, de Vlaamse provincie Limburg staat vierde en dan volgt Waals-Brabant. (p. 66) - Over huisartsen en specialisten ‘De huisarts is Vlaams, het ziekenhuis

Franstalig’: ‘in 2002 spendeerde Vlaanderen ongeveer 8 % meer aan de goedkopere huisartsgeneeskunde dan Wallonië. Omgekeerd gaf Wallonië in 2002 ongeveer 14 % meer aan duurdere specialistische geneeskunde dan Vlaanderen’. (p. 57) - Ziekenhuisverblijf In Vlaanderen zijn er meer daghospitalisaties: ‘Een daghospitalisatie is goedkoop. De patiënt blijft, als zijn toestand na een ingreep dit toelaat, slechts één dag in het ziekenhuis. Blijkbaar hanteert alleen Vlaanderen deze goedkopere vorm van hospitaliseren. Franstalig België moet de formule nog ontdekken, als men ze wil ontdekken!’ (p. 70) - Last van rugpijn? Wist u ten slotte dat rugpijn een typisch Franstalige kwaal is? Uit een onderzoek bij liefst 4000 rugklachtpatiënten blijkt inderdaad dat ‘het voorkomen van lage rugpijn aan taal gebonden is en niets van doen heeft met economische situatie, klasse of arbeid. Wie Frans spreekt, heeft last van lage rugpijn … Franstaligen klagen meer over lage rugpijn en dus nemen artsen in Franstalig België meer radiografieën van de rug’. (p. 58) En dat gaat zomaar door, niet eens op een klagende of zeurende toon over die stoute toch zo peperdure Waalse buren, neen, de auteur geeft maar weer wat anderen die het kunnen weten, al vaststelden. Hij vraagt alleen dat men de beschikbare middelen beter zou gebruiken en dus ook rekening zou houden met feitelijke vaststelling dat het noorden van het land een andere (minder dure) gezondheidszorg wil dan het Franstalige zuiden. Dat Louis Ide zelf niet meer gelooft in een goede hervorming is duidelijk: ‘De situatie is zo onhoudbaar en het Franstalig “njet” zo vastberaden, dat alleen een splitsing van de gezondheidszorg de Vlamingen een solidaire gezondheidszorg kan blijven waarborgen.’ (p. 56)

■  Marc

Platel


‘Zelfbeschikking’ gaat om méér dan een leeuwtje op de burgemeesterssjerp Ik ben telkens weer de depressie nabij als ik een doorsnee-Vlaming iets hoor uitleggen op televisie, en dan even doorzap naar een Nederlandse zender. Het verschil is ontluisterend: de taalvaardigheid van een Hollandse prille tiener is groter dan die van menig Vlaamse academicus. In Oeso-studies scoort ons onderwijs nochtans uitstekend, althans voor exacte vakken als wiskunde, fysica en informatica. Maar zodra het op kritisch inzicht, creatief denkvermogen en mondigheid aan komt, zijn we echte sukkels.

T

ot in de politieke debatten toe blijken de sprekers hun gebrekkig expressievermogen amper te kunnen verbergen achter hun arrogantie; het publiek communicatieplatform in Vlaanderen is armtierig, saai en clichématig. Ik krijg kippenvel als ik Bart Somers hoor hakkelen, je zou hem eens stevig op de rug willen kloppen om die brok in zijn keel eruit te meppen. Ja natuurlijk, we zijn flexibel en spreken vlot andere talen. Maar is dat niet het gevolg van onze historisch geërfde underdog-attitude, die eist dat men zich snel de taal van de machthebbers eigen maakt? Identiteit Taalvaardigheid is een complex ding. Ze hangt namelijk samen met denkvermogen en persoonlijkheidsvorming, behorend tot de activiteit van de neocortex. In dat deel van ons brein ontstaat eigenlijk alles wat we vandaag als “cultuur” omschrijven: taal, begripsvorming, zin voor ritueel, denkpatronen, analytisch vermogen, bewustzijn, tot en met het magische beginsel Paul Van Ostaijen “identiteit”. Beseffen wie we zijn en waar we naartoe willen? Taal is iets organisch en lichamelijk, ze bakent onze wereld af zoals de filosoof Wittgenstein stelde. Ze zit niet alleen in ons hoofd, ze zit ook in onze darmen. Onvermijdelijk leidt deze dieptestructuur van de taal in een bepaalde fase tot de afbakening van een culturele “ruimte”. Mensen die onderling communiceren – en het uiteraard onderling ook grondig oneens kunnen zijn – behoren tot een platform waarop het creatieve en innovatieve taalspel op de duur een dynamische groepsidentiteit oplevert. Dat mag met een zekere trots en zelfs een soort chauvinisme gepaard gaan: identiteit roept grenzen op. Cultuurnaties zoals Frankrijk en Nederland zijn sterk gekenmerkt door die wisselwerking tussen taalvirtuositeit, intellectueel raffinement (wat de Fransen met het onvertaalbare woord “esprit” aanduiden) en burgerlijk zelfbewustzijn. Kunstenaars horen daarin een sleutelrol te spelen. Schrijvers hebben de gave om de diepte van de taal te exploreren en haar bedding te verbreden. Cultuurmakers schrijven niet alleen romans, toneel of gedichten, ze werken ook aan de levende taal zelf, als identiteitsscheppend en reflexief proces - en dat is misschien wel het belangrijkste: doorheen de culturele ruimte wordt de zich vernieuwende taal ook een publiek goed. Maar de Vlamingen rateren nu net dat verrijkingsproces. Het politieke zelfbeschikkingsrecht wordt steeds maar uitgesteld, waardoor heel het culturele verhaal iets circusachtig krijgt, met clowneske charades zoals het ‘Vlaams Literair Festijn’: schrijvers van vandaag die hun collega’s van gisteren uit de historische context halen en ze in een platte revue karikaturaliseren. Zielig.

“Cultuurautonomie” als lege doos In dat opzicht is de levenshouding van de in Antwerpen geboren schrijver Paul Van Ostaijen (1896-1928) intrigerend. Hij was een overtuigd Vlaams separatist, én een van de weinige Europese figuren die de 20ste-eeuwse Nederlandse literatuur echt van binnenuit heeft vernieuwd. Van Ostaijen beleed zijn politieke engagement vanuit een instinctief taalfundamentalisme. Zonder taal is een mens dood en zonder politieke autonomie is elke cultuur een spookcultuur. Hij was geen flamingant die “ook” aan literatuur deed, hij was een intelligent dichter die flamingant werd omdat hij inzag dat binnen het Belgische staatsbestel het Nederlands altijd een administratieve “diensttaal” zou blijven met een provinciaal karakter. Aan de horizon zag hij al het gesjacher van de naoorlogse staatshervormingen, de groteske wafelijzers om de Belgische constructie overeind te houden, en de Vlaamse schijn-autonomie die zou leiden tot futiele symbolen zoals het leeuwtje op een tricolore burgemeesterssjerp. De expressionistische oerbeleving van de taal, zoals Van Ostaijen die beleed, was onverenigbaar met die geborneerdheid. De auteur van Music-Hall, Het Sienjaal en Bezette Stad zag zijn revolutionaire artistieke missie als onderdeel van een politiek bewustwordingsproces dat moest leiden tot de geboorte van een echte cultuurnatie. En net daardoor viel de geëngageerde taalvernieuwer tussen alle stoelen, zoals criticus Geert Buelens heeft aangetoond. Voor “rechts” was hij veel te libertair en non-conformistisch (waardoor er aan die kant een terugkeer naar de oubollige heimatliteratuur ontstond), voor ‘Mentaal staan we nog altijd “links”, aanleunend bij het Belgische establishment, was in de jaren ’20, met hij sowieso verbrand wegens moderne dichters die op de zijn activistische verleden. koffie gaan bij Paola, of die De erfenis van Paul Van met lintjes in de ­Ostaijen bleef dus onbenut. Door deze miskenning is het Leopoldsorde rondlopen.’ fenomeen “taalcreativiteit” losgekoppeld gebleven van politieke emancipatie, en staan we mentaal nog altijd ergens in de jaren ’20, met moderne dichters die op de koffie gaan bij Paola, of die met lintjes in de Leopoldsorde rondlopen. We hebben een cultureel establishment dat vrolijk Anciaux’ budgetten opsoupeert, maar geen avant-garde die de politieke horizon verkent. De Vlaamse ‘cultuurautonomie’ van 1970 is de zoveelste lege doos die de federale structuur ons heeft geschonken. Achteraf bekeken, - en daar zijn de meeste historici het over eens - was dit een sleutelelement van de neo-Belgicistische strategie om het land bijeen te houden. We mogen onze taal spreken en er dolle fratsen mee uithalen, maar een echte identiteit wordt ons onthouden. Links-progressief Vlaanderen applaudisseert. Weten ze niet beter, of moeten we hier spreken van institutionele omkoperij?

CU LTUUR & SAMEN L EVING

Moeten we dringend Van Ostaijen herlezen?

■ Johan

Sanctorum cultuurfilosoof en columnist www.visionair-belgie.be

januari 2007  nr. 1

Doorbraak


Vrije tribune

Verfransing: prof. Deschouwer loochent licht van de zon Eind november pakten de VUB-politologen Kris Deschouwer en Fanny Wille uit met een studie over de verfransing in de Vlaamse Rand. Daarin kwam hij tot het merkwaardige besluit dat het electorale gewicht van de Franstalige partijen buiten de faciliteitengemeenten niet toenam en de voorbije 30 jaar schommelde tussen 13,2% (cijfer 1982) en 14,7% (1976). In een uitvoerige nota hebben we het manifeste ongelijk van Deschouwer aangetoond. Ik beperk me tot de essentie. 1. Deschouwer stelt dat de federale en de Europese verkiezingen geen relevante graadmeter zijn om de electorale verfransing te meten, omdat de Franstalige kiezers dan kunnen stemmen voor het hele ideologische palet aan Franstalige partijen. Enkel de verkiezingen met francofone eenheidslijsten zijn belangrijk, omdat je dan de “harde kern” kan meten. Nochtans gaan de francofone uitslagen bij de federale en de Europese verkiezingen in duidelijk stijgende lijn: tussen 1995 en 2003 stijgen de Franstalige partijen in Halle-Vilvoorde van 17,6 naar 19,1% voor de Kamer en van 17,3 naar 20,0% voor de Senaat. Voor Europa zien we een evolutie van 19,2% in 1994 naar 20,4% in 2004. Ook al gaat de vooruitgang niet met grote sprongen, we kunnen onmogelijk spreken van een status-quo. 2. De uitslagen bij de verkiezingen voor Vlaams Parlement en provincieraad zouden schommelen. Dit is juist inzake het Vlaams Parlement, maar dat heeft alles te maken met de eenmalige keuze van Ecolo in 1999 (dioxine!) om de Agalev-lijst te versterken. Bij de provincieraadsverkiezingen is er wél een duidelijke stijging: het Union des Francophones (UF) steeg in oktober van 43 291 stemmen of 12,1% (in 2000) naar 50 561 stemmen of 13,6%. Vergeleken met de verkiezingsuitslag voor het Vlaams Parlement van 2004 (40 283 stemmen) mogen we spreken van een toename van de Franstalige kiezers “harde kern” met een kwart. 3. Gemeenteraadsverkiezingen. Deschouwer werkt hier alleen met globale cijfers voor Halle-Vilvoorde en telt de tweetalige lijsten uit het verleden bij de Franstalige lijsten. Zo kan je natuurlijk iedere evolutie maskeren. Wij maakten de vergelijking voor acht gemeenten met een belangrijke Franstalige politieke aanwezigheid, met name Beersel, Dilbeek, Grimbergen, Hoeilaart, Sint-Pieters-Leeuw, Tervuren, Vilvoorde en Zaventem. In al deze gemeenten gingen de Franstaligen er in oktober op vooruit. Dit drukt zich niet steeds uit in zetelwinst, maar wel in een stijging van het aantal stemmen en het percentage. In Beersel, Sint-Pieters-Leeuw en Tervuren werd de kaap van 20% doorbroken; in Zaventem werd dit resultaat net gemist. Dit zijn historische records die noch in 1996 noch nadien in deze gemeenten werden bereikt. Globaal is er in deze acht

10

Doorbraak

nr. 1  januari 2007

gemeenten op zes jaar tijd een vooruitgang vast te stellen met 4 226 stemmen, een stijging van 14,8 naar 17% (+ 2,2%). Er is hier dus helemaal geen sprake van een stagnatie. Wanneer we de vergelijking maken met 1976, is het beeld meer verscheiden. In Tervuren, Beersel, Sint-Pieters-Leeuw en Zaventem is er een opmerkelijke vooruitgang. Enkel in Dilbeek en Grimbergen is er sprake van een stagnatie. Maar de vergelijking met 1976 gaat om velerlei redenen niet op. In dat jaar werden de eerste fusieverkiezingen gehouden en die werden door de Franstaligen (terecht) beschouwd als een operatie om de Vlaamse krachten te bundelen. Na het mislukken van het Egmontpact in 1978 en de geslaagde campagne ‘Waar Vlamingen THUIS zijn’ was de ontmoediging bij de Franstaligen duidelijk merkbaar. Dit leidde tot een sterke afremming van de inwijking. Een en ander zorgde voor een zware terugval van de Franstalige resultaten in 1982. Dilbeek en Grimbergen waren de echte voortrekkers in de strijd tegen het Egmontpact. Dat UF in deze gemeenten vandaag nog steeds relatief laag scoort (14,8 en 13,1%) heeft vooral te maken met lokale factoren: in Dilbeek trekt de francofiele VLD-burgemeester Platteau heel wat Franstalige stemmen aan en in Grimbergen bestaat de UF uit een zootje klungelaars. De verfransing van beide gemeenten gaat intussen aan een snel tempo voort. Dat Deschouwer blijft stellen dat er geen stijging is van de Franstalige stemmen heeft te maken met een foutieve bewerking van de cijfers van Overijse. De VUB-prof heeft de resultaten van de tweetalige lijst van oud-burgemeester Schamp (3047 stemmen - vijf van de zes verkozenen zijn UNION-leden) niet opgeteld bij de Franstalige lijsten, maar bij de Vlaamse resultaten. Hierdoor worden de globale resultaten helemaal scheefgetrokken. 4. In de faciliteitengemeenten voegt Deschouwer de tweetalige lijsten van 2006 wel bij de Franstalige lijsten. Nochtans zijn dit echt gemengde lijsten, die - alvast bij de jongste verkiezingen - ongeveer evenveel Nederlandstalige als Franstalige verkozenen opleverden. Op die manier worden de Vlaamse resultaten in “De Zes” gereduceerd tot amper een kwart. Over deze gemeenten stelt de VUB-prof in De Standaard van 24 november vlakaf: In 1963 hadden die gemeenten eigenlijk bij Brussel gevoegd moeten worden.’ Onze conclusie uit heel dit verhaal is dat Kris Deschouwer de electorale verfransing in de Rand anders voorstelt dan ze is. In de faciliteitengemeenten wordt ze overdreven en erbuiten wordt ze helemaal onder de mat geveegd. Hij loochent hiermee het licht van de zon. Vraag is welke verborgen agenda er achter deze manipulaties schuilgaat. (*) www.vlaamsbelang.org/files/nota_verfransing.pdf

■  Bart L aeremans De auteur is volksvertegenwoordiger voor het Vlaams Belang


GORIK

Vrijspraak En de winnaar is…

Pascal Smet Alhoewel er een voorakkoord bestond tussen PS en cdH, liep de coalitievorming in Brussel-stad niet van een leien dakje. Eerst was er de “inbraak” van Pascal Smet (sp.a) in het schepencollege. Alhoewel sp.a-Spirit-Groen! niet nodig is voor de meerderheid, offerde burgemeester Thielemans een half schepenmandaat op. Smet zal zich de eerste drie jaar laten vervangen door een PS’er en nadien zelf schepen worden of de eer laten aan een partijgenoot (als hij opnieuw minister wordt). Slachtoffer Ahmed El Ktibi (PS) protesteerde in Le Soir (‘Ik ben niet akkoord om na drie jaar mijn plaats af te staan aan iemand anders’), maar het mocht niet baten...

Steven Vanackere Vervolgens werden drie cdH-gemeenteraadsleden plots beschuldigd van “domiciliefraude” (ze wonen niet in Brussel, voorwaarde om in de gemeenteraad te kunnen zetelen) en kwamen twee uittredende cdH-schepenen in opspraak voor vriendjespolitiek (Mampaka en Dallemagne) en perperdure gsm-facturen (Mampaka). Even zag het er naar uit dat de coalitie nog zou worden opgeblazen. Dat werd op de valreep vermeden toen cdH een van de drie gemeenteraadsleden opofferde en de twee schepenen naar de gemeenteraad te verbannen. Zo kwam ook de weg vrij voor Steven Vanackere (CD&V), die bevoegd wordt voor economie, haven, aankoopdiensten en Vlaamse Aangelegenheden.

Emir Kir Ook staatssecretaris Emir Kir (PS) is opnieuw in opspraak. Zo zou hij een petitie hebben getekend die de Armeense genocide in vraag stelt. Minister-president Charles Picqué (PS) wil van zijn partijgenoot duidelijkheid of hij nu wel of niet zo’n petitie heeft getekend. Tegelijk zegt Picqué oog te hebben voor de moeilijke situatie van Kir. Volgens de ministerpresident staat zijn staatssecretaris onder zware druk van de Turkse gemeenschap die steeds nationalistischer zou worden.

E

en mens moet risico’s durven nemen in het leven. Moet Bart De Wever gedacht hebben toen Jean-Marie Dedecker mee aan tafel schoof. Uw dienaar moet er nu ook één nemen. Commentaar geven bij een ontploffing waarbij op dit ogenblik de rook nog alle zicht belemmert. Bij verschijnen van dit stuk dreigt de politieke wereld er weer helemaal anders uit te zien. Dan proberen we het in volgend nummer nog eens. Als we de commentaren mogen geloven, heeft iedereen gewonnen bij het uiteenbarsten van het Vlaams Kartel. Op de N-VA na. Die betaalt de hele rekening. Laten we hier een aantal mogelijke scenario’s overlopen, die dat beeld nuanceren. Voor de N-VA draaide de operatie-Dedecker inderdaad op de korte termijn uit op een debacle. Het rampzalige N-VA-scenario lijkt eenvoudig: volgend jaar haalt de partij in één of twee provincies de 5%-drempel en kwijnt weg op de achterste banken van het federale parlement waar de laatste der N-VA-mohikanen rechtstreeks getuige kunnen zijn van een rampzalige staatshervorming, die eerder België dan Vlaanderen versterkt. Het kan anders uitdraaien, maar dit toekomstbeeld houdt De Wever zeker uit z’n slaap. Maar het zandmannetje houdt ook nachtmerries in petto voor de andere spelers van het politieke veld. Misschien wordt Frank Vanhecke wakker badend in het zweet, nahijgend van volgend visioen: de N-VA herpakt zich, Dedecker blijkt een stemmenkanon en graait diep in het VB-reservoir. Het Belang blijft ter plaatse trappelen en de N-VA vult handig het door de splitsing van het Kartel weer serieus gegroeide gat tussen centrum-links en uiterst-rechts. Misschien zoekt Leterme in de holst van de nacht rust bij zijn geiten, omdat hij de slaap niet kan vatten. Hij ziet het beeld van een CD&V die niet de sterkste wordt en aan de federale tafel moet aanschuiven als junior-partner. In plaats van paars te kraken moet de partij er deel van gaan uitmaken. Gedoemd om een halfslachtige staatshervorming te steunen. Geen breuk in het beleid in zicht. Terwijl N-VA en/of Vlaams Belang klaar staan om de teleurgestelde CD&V­kiezers in dichte drommen op te vangen. Moet Somers de nacht doorkomen door de maan te gaan blussen, vrezend dat zijn VLD nu van drie kanten wordt ingesloten? Een schijf brave VLD’ers die nu sneller naar een brave CD&V overstappen, een andere schijf stoute VLD’ers die hun harde law&order-eieren in de Vlaams Belang-Vlottmand leggen en een derde schijf VLD’ers met slecht karakter die liever niet naar de tsjeven overstapten, maar nu voluit de kaart Dedecker/N-VA kunnen trekken. Het kan heel anders uitdraaien. Dromen zijn bedrog, weet De Wever. Nachtmerries misschien ook, kan hij hopen samen met Leterme, Vanhecke en ­Somers. Crisissen zijn uitdagingen. Wel, al wat rechts van het centrum staat in ­V laanderen staat voor enorme uitdagingen. Als de mist optrekt, zal blijken wie de winnaar is. Als er niet heel handig wordt omgegaan met de nieuwe situatie, heet die gewoon: la Belgique de papa.

■  Peter D e Roover

januari 2007  nr. 1

Doorbraak

11


BUITEN L AND

Vlaanderen, let op uw zaak Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking “O Nederland let op uw zaak…Let op het Spaanse bedrog. Ei laat niet nemen uit uw hand Uw privilegiën toch…” Vervang in bovenstaand citaat ‘Nederland’ door ‘Vlaanderen’ en de ‘Spanjaarden’ door ‘België’ en die 17de eeuwse oproep uit Valerius Gedenckklanck is nog altijd actueel.

F

ederaal België wil immers Vlaanderen sommige “privilegiën”, zijnde bevoegdheden, afhandig maken, waarvoor het lang en hard heeft moeten vechten. Qua buitenlands beleid gaat het vooral om buitenlandse handel. Ontwikkelingssamenwerking moest ook al geregionaliseerd zijn, maar is dit nog altijd niet. Voorts is er het voor Vlaanderen noodlottige plan van Guy Verhofstadt de senaat te hervormen tot een paritair orgaan met, qua buitenlands beleid, het alleenrecht internationale verdragen te ratificeren. Nu is dit een medebeslissingsrecht van het Vlaams parlement. Vlaanderen mag dit scenario nooit aanvaarden. En dan is er nog het nieuwe Benelux-akkoord, waarover in 2007 onderhandelingen starten en dat er moet zijn in 2010.(1) Buitenlandse handel Vlaanderen is goed voor 80 % van de Belgische buitenlandse handel. Het is dus om evidente redenen best bevoegd in die materie. Pas halfweg 2001 werd de regionalisering van de buitenlandse handel eindelijk een feit. De federale overheid blijft echter bevoegd voor de financiële ondersteuning van de uitvoer en verstrekt ook waarborgen tegen uitvoer-, invoer en investeringsrisico’s. Ook het multilaterale handelsbeleid blijft federaal. De Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel (BDBH) verdwijnt, maar wordt vervangen door het Agentschap voor de Buitenlandse Handel (ABH) (zie kaderstuk) dat vooral handelsmissies organiseert , voorgezeten door Prins Filip en geleid door de voor buitenlandse handel bevoegde federale minister.. Over het nut daarvan bestaan ernstige twijfels. Al op 2 december 2004 schreef Bart Sturtewagen in De Standaard: ‘Dat vrome geprevel over de prins die, op buitenlandse missie, deuren opent die anders gesloten blijven is zo’n doekje voor het bloeden. We leven al lang niet meer in een wereld waar je beladen met spiegeltjes en kralen op veroveringstocht gaat. Te denken dat er absoluut blauw bloed nodig is om de contracten te doen binnenstromen, is zelfs in de verste gewesten lang uit de tijd.’ De kritiek uit zakenkringen op VS 272 000 000

Inwoners

Vlaanderen 5 700 000

Totale ontwikkelingshulp 14 miljard euro in euro 11,5 miljard euro

Transfers naar Wallonië Ontwikkelingshulp per ­inwoner per jaar (VS)

51,47 euro

Transfers per inwoner per jaar (Vl-Wall. Info: De Tijd (12 sept.)

12

Doorbraak

nr. 1  januari 2007

2 017 euro

die handelsmissies was soms ook niet mals. Diplomatie De meest uitgesproken contrareformator op dit gebied is minister De Gucht. Hij wil de Belgische diplomatie haar vroegere economische bevoegdheden teruggeven en sprak zich uit voor het opnieuw federaliseren van bevoegdheden die een “lager” niveau niet Karel De Gucht, voldoende of niet goed genoeg uitvoert. Vol- contrareformator gens hem geldt dit voor de buitenlandse handel en het investeringsbeleid. Verontrustend is dat ook minister-president Leterme onlangs heeft laten horen dat bepaalde onderdelen van het beleid in verband met buitenlandse handel terug naar het federale niveau kunnen. De Belgische federale staatsstructuur kent echter geen hiërarchie van niveaus. In tegenstelling tot wat minister De Gucht beoogt, moet Vlaanderen in 2007 gaan voor de volledige splitsing van het buitenlands handelsbeleid.(2) Ontwikkelings­samenwerking Het Lambermontakkoord van 13 juli 2001 heeft principieel per 1 januari 2004 de ontwikkelingssamenwerking gesplitst ‘in zoverre die ontwikkelingssamenwerking betrekking heeft op de gemeenschaps- en gewestbevoegdheden’. Een werkgroep moést de lijst van bevoegdheden opstellen, waarna een bijzondere wet de afgesproken splitsing zou doorvoeren. Die wet is er nooit gekomen en dus ook geen extra fondsen noch ambtenaren.Vlaanderen kan bijgevolg geen echt ontwikkelingsbeleid voeren, ook al is er met Geert Bourgeois een Vlaams minister van Ontwikkelingssamenwerking. Die beschikt daarvoor slechts over zegge en schrijve … 16 miljoen euro. ➥  vervolg op p. 14

Het Agentschap Filip

Het samenwerkingsakkoord van 24 mei 2002 richt, met instemming van de toenmalige Vlaamse regering, het Prins Filip, Agentschap voor de Buitenlandse erevoorzitter Handel op (ABH). Dit is bevoegd van ABH voor het organiseren van gezamenlijke handelsmissies (op initiatief van één of meer gewesten of op vraag van de federale overheid). Het ABH is ook bevoegd voor het organiseren, ontwikkelen en verspreiden van informatie, studies en documentatie over de buitenlandse markten t.b.v.de gewesten en die taken van gezamenlijk belang waartoe de Raad van Bestuur unaniem beslist. Prins Filip is erevoorzitter en Annemie Neyts (VLD) voorzitter. De informatie en documentatietaak van het ABH overlapt grotendeels met die van de regionale diensten voor export- en investeringspromotie. (TL)


BOEK E N

Links rechts verkeerd U bent man, boven de 55, u behoort tot de middenklasse, katholiek of toch christelijk geïnsprieerd en bent getrouwd (geweest)? Proficiat. U bent ‘rechts’. Of tenminste toch sociaalcultureel conservatief. Althans volgens de Gentse politologen Carl Devos, Hilde Van Liefferinge en Dries Verlet. Het feit dat u dit blad leest en zichzelf dus identificeert met Vlaanderen, is nog een extra argument om u in het sociaalculturele kamp te plaatsen. Maar het betekent ook dat u geïnteresseerd bent in politiek, dat u zich politiek niet a priori machteloos voelt én dat u lid bent van – minstens – een vereniging. En dan is de kans groter dat u zich links situeert in het politieke spectrum. Moeten er nog etiketten zijn? Carl Devos – ondertussen meer bekend van zijn optredens op tv dan van zijn altijd leesbare stukken in het sociaaldemocratische studieblad SamPol (Samenleving en Politiek) en de betere dagbladen – onderbouwt deze stelling in Op het kruispunt van de politiek. Samen met andere politologen van de Gentse universiteit, doorploegde hij representatieve databanken met gegevens van drie eerder afgenomen grote enquêtes in Vlaanderen. Daarbij zoeken de politologen niet zozeer naar definities van ‘links’ en ‘rechts’, maar wel naar de

vraag welke Vlamingen zich links positioneren en feitelijk ook links zijn, en welke zich eerder aan de andere kant van het spectrum bevinden. Daarmee is Op het kruispunt van de politiek pionierswerk. Net omdat het het buikgevoelen over deze vaak mistige begrippen consolideert aan de hand van – héél veel – cijfergegevens. Vlaamse politici haasten zich in de media vooral om zich links-progressief-centrum te noemen. Conservatief – laat staan rechts – is uit den boze. De VLD is daar een typisch voorbeeld van. Nochtans komt die partij uit de studie als – jawel! – een rechtse partij met rechtse kiezers. En ook als een partij die zelf niet goed weet waar ze zich moet positioneren. Hetzelfde geldt voor zijn politici. Een dringend te onderzoeken vraagstuk, waar Devos en co zich jammer genoeg niét aan wijden. Links en rechts bestaan! Laat dat duidelijk zijn. Meer zelfs: de opdeling biedt een handig referentiekader, waarbij iedereen meteen aanvoelt waarover het gaat. Devos en co tonen dit aan in de inleidende hoofdstukken – waar ze het begrippenkader duidelijk schetsen – maar ook in de hoofdstukken waarin de resultaten van de enquêtes bij politici en kiezers onder de loep nemen.

Daarbij mochten de grafieken wel wat duidelijker – nu heb ik telkens zelf een lijn door het ‘gemiddelde’ op de grafieken getrokken, om het mezelf wat makkelijker te maken – en de zinnen wat minder cryptisch. Voor de rest: een bijzonder leesbaar boek. Waarin nogmaals duidelijk wordt gemaakt dat de meeste kiezers zich in het – grijze? – centrum bevinden, en politici veel uitgesprokener standpunten innemen. Tenzij het over andere culturen en allochtonen gaat. Dan lijkt de gemiddelde Vlaming véél sociaalconservatiever dan zijn vertegenwoordiger. Wettelijk en werkelijk land? ■  KD r.

Carl Devos e.a. Op het kruispunt van de politiek. Links en rechts in Vlaanderen. Academia Press, 221 blz., € 17,00, isbn 978 90 382 0992 0.

Gerechtelijke moord Bij de vijftigste verjaardag van zijn terechtstelling, op 25 september 2005, werd de gewezen oorlogsburgemeester van Ronse, Leo Vindevogel terecht en met veel belangstelling herdacht. Wat betreft de nagedachtenis van Karel de Feyter, die op dezelfde dag gefusilleerd werd, gebeurde er niets. Zelfs het tijdschrift van het Verbond van Vlaamse Oud-Strijders (VOS), waarvan hij gedurende meer dan twintig jaar secretaris was, repte met geen gebenedijd woord over deze trieste herdenking! Terecht heeft nu Peter Lemmens een boek aan de vergeten Karel de Feyter gewijd, een ‘man die leefde in de schaduw van anderen’. Een eigenlijke biografie is het niet geworden. Wel een gedegen en omstandige uiteenzetting van zijn proces. Heel veel archiefmateriaal is evenwel verloren gegaan of nog niet consulteerbaar. Via de onfortuinlijke Jef Goossenaerts geraakte De Feyter, een gewezen priester, bij de Vlaamse strijd betrokken, en kwam hij bij de werking van

de oud-strijdersvereniging VOS terecht. Vanaf 1927 werd hij VOS-secretaris in vaste loondienst. Samen met de algemene voorzitter Germain Lefever vormde hij een ideaal duo. Tijdens de zomer van 1941 was De Feyter de spilfiguur van de stichting en de werking van de Vlaamse Wacht, waarvan de manschappen uit de VOS werden gerekruteerd. Andermaal bewees hij zijn organisatorisch talent. Dit engagement zou tot zijn dood leiden. Na de bevrijding zette hij zijn werk gewoon verder alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Hij sloeg alle goede raad om onder te duiken in de wind. De VOS-secretaris meende dat hem niets te verwijten viel en dat hij in het slechtste geval een eerlijk proces zou krijgen. Slechts langzaam besefte De Feyter dat hij een verkeerde kijk op de zaak had. Driemaal werd hij ter dood veroordeeld. Nauwelijks was iemand bereid hem te helpen. De fa-

milie deed een beroep op de Gentse bisschop, maar die vond dat iemand als De Feyter terecht de doodstraf had verdiend. Als laatste gunst mocht hij het vuurpeloton zelf bevelen: ‘Voor Vlaanderen… Vuur’ waren zijn laatste woorden. We moeten Peter Lemmens dankbaar zijn voor het boek dat hij ons gegeven heeft. De uitgever biedt het boek aan tegen een heel democratische prijs. ■  PJV

Peter Lemmens, Voor Vlaanderen… Vuur! Het repressieproces van Karel de Feyter. Uitgeverij Egmont, 223 blz., € 12,50, isbn 90 809910 7 4.

januari 2007  nr. 1

Doorbraak

13


KAMIKAZE

Vaarwel kartel!

D

ank u vriendelijk BVN (de Vlaams-Nederlandse kelde ellebogen moeten aanvoelen dat er binnen de zender in het buitenland) omdat ik dank zij u zelfs CD&V, reeds van bij het ontstaan van het kartel, beltijdens mijn zonovergoten vakantie op La Palma, via gicistische mollen aan het werk zijn die de eerste de het VRT Journaal, toch nog getuige kon zijn van een beste gelegenheid zouden aangrijpen om hem zonder prachtig staaltje Vlaamse staatsmanskunst. Want er pardon te laten struikelen. was zowaar een bom gevallen in de Vlaamse poliEn dat belhamel Jean-Marie voor deze mollen gefuntieke huishouding. En die bom had een naam als een denes fressen zou zijn, was mijns inziens zelfs voor klok: Jean-Marie Dedecker! een politiek kerstekind voorspelbaar. En ziedaar, aldus De door de VLD bij monde van Bartje van Meche- Jean-Marie Dedecker is dan ook geschied. len uitgespuwde kwelduivel van de Vlaamse politiek En Wevertje, door niemand minder dan Petertje van had namelijk nog maar pas politiek asiel aangevraagd en gekredie “onverantwoord interessante” krant de hemel in geprezen gen bij - of aangeboden gekregen door- de N-VA, en het schijnomwille van zijn groot verstand, stond er beteuterd bij en keek er baar onverwoestbaar kartel tussen N-VA en CD&V werd prompt naar. Gelukkig voor hem werd er inmiddels na wat heen en weer naar de Vlaamse geschiedenisboeken verwezen. Met tekst en getreiter een welgekomen afkoelingsperiode afgekondigd. Toch uitleg van de charismatische lavabospecialist Vandeurzen. benieuwd hoe dat zal aflopen. Want als ik het goed begrijp, blijft En geloof het of niet, ik moet nederig toegeven dat ik mijn binhet veto van Walenvriend Leterme tegen De Decker gehandnenpretjes nog nauwelijks kon bedwingen. Eindelijk weer een haafd. beetje animo in de Vlaamse politiek, dacht ik zo. Want geef toe, Allicht is de uitslag van deze politieke storm u inmiddels beveel politiek plezier viel er de laatste tijd toch niet te beleven. Akkend. Wat niet wegneemt dat ik de zaak toch nog graag eens koord, het was zeer zeker politiek onverstandig van Wevertje om, zou omdraaien. En wel daarom. Stel een ogenblik dat Dedecker vooraleer met de binnengehaalde buit te gaan pronken bij de na een pelgrimstocht naar Rome, niet bij de N-VA, maar middels media, niet enig overleg te plegen met zijn kartelpartner. een volle aflaat alsnog in de schaapstal van boer Vandeurzen De eerder bescheiden karteluitslagen van de voorbije gemeenwas terecht gekomen. Kunt u zich dan enigszins voorstellen wat teraadsverkiezingen hadden hem toch moeten leren, dat hij zich de uitleg van Vandeurzen en consoorten zou geweest zijn. Neen? als kleine broer in het kartel, een dergelijke stunt eigenlijk niet Ik wel. Maar ik ben dan ook niet voor niets een… ongestraft kon permitteren. Hij had toch met zijn stevig ontwik ■  K amikaze

➦  vervolg van p. 12

Hét argument pro overheveling van ontwikkelingssamenwerking is dat Vlaanderen gemakkelijk het internationaal bepaald streefdoel van 0,7% van het bnp kan halen waar België met circa 0,4% achterop hinkt. Dit zou nog makkelijker zijn indien Vlaanderen een deel van de jaarlijkse 11,5 miljard € transfers naar de bodemloze put van Franstalig België zou kunnen gebruiken om echt arme landen in het Zuiden te helpen. (ter vergelijking: zie in tabel: Vlaamse transfers naar Wallonië versus totale VS-ontwikkelingssamenwerking) Maar er is meer dan dit cijferverhaal. In een rechtsstaat moet een democratisch genomen beslissing worden uitgevoerd. Niettemin gaat Armand De Decker, federaal Minister van Ontwikkelingssamenwerking (MR), gewoon zijn gang. Hij schakelt daarbij ook voortdurend leden van het vorstenhuis in. Zijn typisch Belgische benadering is er een van vooral gebonden ontwikkelingssamenwerking. Ook Minister De Gucht beschouwt ontwikkelingssamenwerking als een instrument van het Belgisch buitenlands beleid. Mede door de onduidelijke politieke toestand en het daaruit voortvloeiende gebrek van Vlaanderen aan fondsen en personeel zijn de (1) Het nieuwe Benelux-verdrag moet aangepast worden aan de federale Belgische staatsstructuur, maar de Vlamingen moeten ervoor zorgen dat het voldoende soepel is om staatshervormingen in de toekomst niet in de weg staan. Ook dat verdrag mag geenszins voor contrareformatorische doeleinden worden misbruikt. (2) Een volledige splitsing van het handelsbeleid betekent: het opdoeken van het ABH en de splitsing van de NV Delcredere (verzekering van politieke en commerciële risico’s), van FINEXPO dat export financieel ondersteunt en van de Belgische Maatschappij voor Internationale Investeringen (BMI). De BMI helpt Belgische bedrijven met de medefinanciering op lange termijn van investeringen in het buitenland.

14

Doorbraak

nr. 1  januari 2007

meeste ngo’s vooralsnog tegen de splitsing van de ontwikkelingssamenwerking gekant, al zou de Vlaamse visie waarin niet de gebonden hulp maar de werkelijke noden van de ontwikkelingslanden voorop staan, ze meer moeten aanspreken. Vlaanderen moet dus in 2007 de uitvaardiging eisen van de bijzondere wet die de krachtens het Lambermont-akkoord afgesproken splitsing van de ontwikkelingssamenwerking uitvoert. ■  Theo Lansloot

Stemmen over buitenlandse handel

R

eacties op de voorstellen van De Gucht (VLD) over buitenlandse handel bleven niet lang uit. In eigen VLD-kring beet Fientje Moerman van zich af: ‘In 2002 exporteerde België voor 178,7 miljard euro en dat is blijven stijgen tot 213,7 miljard in 2005. Het Vlaamse aandeel in de Belgische export is constant gestegen, van 68,38 procent in 2003 tot 80,29 procent nu. Met andere woorden: ‘Vlaanderen heeft zijn bevoegdheden goed benut’. Geert Lambert (Spirit): ‘Elke regio heeft zijn eigen producten en zijn eigen stijl ... De economieën van de verschillende regio’s verschillen zo sterk van elkaar dat een overkoepelend orgaan geen enkele meerwaarde kan bieden...Dat de Belgische staatsstructuur voor sommige buitenlandse overheden en bedrijven verwarrend is, kan ik begrijpen. Vooral als onze Vlaamse ­handelsmissies een levend anachronisme als prins Filip mee­zeulen.’ (DM, 28 nov.)


Colofon

Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com

Het Vlaamsche Leeuw bier is te verkrijgen bij volgende handelaars:

Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw.  ■  Verschijnt maandelijks (niet in augustus).  ■  Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers.  ■  H oofdredac t eur : Jan Van de Casteele  ■  K ernredac tie : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Anke Nobels, Peter De Roover  ■  M ede werkers : Ludo Abicht, Gerard Bouvier, Rudi De Ceuster, Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme, Pieter-Jan Verstraete  ■  R edac t ie - adre s : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45  ■  redactie@doorbraak.org  ■  www. doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org  ■  A bonne ment : € 16,50 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 25)  ■  S tudentenabonne ment : € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling  ■  I nterne tabonne ment : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internetabonnement.  ■  Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement.  ■  Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 17 op rekening 736-0012719-76 van VVB-leden-administratie.  ■  Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB  ■  Verant­woordelijke uitgever : Dirk Laeremans, ­Passendalestraat 1a 2600 Berchem  ■  ISSN 0012-5474

Bayart Charles Lage Weg 12 - Menen, 056-51 14 18 De Kempen ­Drankenhandel Kapellei 50 - Zoersel, 03-383 33 77 De Klokke Vlaams Huis Klokkestraat 85 - Duffel, 015-31 36 05 Den Dorstvlegel Oude Vaartplaats 12 - Antwerpen 0486-71 79 12 Drankencircus Polderstraat 59 - Zwijndrecht 03-254 00 10 Euro Drinks-Sandersput Bruulstraat 182 - Haaltert 053-83 82 88 Geers Ledergemstraat 7 - Oostakker 09-251 05 83 Hinderdael Akkerstraat 68 - Temse 03 -771 00 56 Holemans Jan & Zn Langdorpsestwg 117 - Aarschot 016-56 24 61 Huegens-Verbist ­Antwerpsebaan 237 - Berendrecht 03-568 66 48 Jacob Kris Dranken Pastorijstr. 17 - Nieuwkerken Waas 03-766 20 09 Jans Maurice ­Panovenstraat 41 - Halen 0496-86 48 15 Knockaert-Ongenae Drieslei 32 - Kalmthout 03-666 06 49 Laridon Marc Acht Zaligheden 8 - Brugge 050-67 09 08 Latomme Drankenhandel Hofbouwstr. 11 - Zomergem 09-372 72 54 Mertens Drankencentrale Guido Gezellelaan 115 - Puurs 03-889 00 49 Nicque Hubert Dranken Schongaustraat 2 - St-Niklaas 03-776 62 16 Omnidrinks Bungeneers Luikerstwg 207 - St-Truiden 011-69 25 23 Rohardushof Bergenstraat 1 - Beveren-Roesbrugge 057-30 10 16 Rotsaert Drankencentr. Remi Claeysstr. 28 - Zedelgem 050-20 94 98 Stravbier Parochiestraat 4 - Denderleeuw 053-66 72 25 Streekbieren Yves O.L.V. Markt 1 - Roeselare 051-22 21 88 Wijnegemse Drankenhal Merksemsebn 179 -Wijnegem 03-353 00 94 Willems & Zoon Leopoldstraat 26 - Grobbendonk 014-51 17 74 De Brouwerij van Vlaanderen tel 03-385 81 90 fax 03-385 81 92

januari 2007  nr. 1

Doorbraak

15


16

Doorbraak

nr. 1  januari 2007


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.