2007_02_doorbraak

Page 1

België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828

Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw  www.doorbraak.org

2 2007

© Foto Reporters

Afgiftekantoor Antwerpen X  P508831  Passendalestraat 1A  2600 Berchem  redactie@doorbraak.org

Brussel, 14 december, Vlaams Parlement: fictie. Maar Waalse media zijn wél bezig met het communautaire.

De basis zal het moeten doen De politieke partijen aarzelen of falen. Meer dan ooit heeft een onafhankelijke drukkingsgroep als de Vlaamse Volksbeweging zin. Het politieke debat blokkeert immers op alle terreinen door de tegenstellingen tussen wensen en noden van Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Maar ook wegens de drang naar (persoonlijke) macht van de meeste politici. Minder dan ooit is duidelijk welke partijen het vertrouwen van de Vlamingen verdienen om de enige mogelijke oplossing – de Vlaamse staatsvorming – zo snel mogelijk te realiseren. Of het nu gaat om het instandhouden van een efficiënt economisch apparaat in Vlaanderen, om een deugdelijke sociale organisatie of het vrijwaren van de identiteit van een culturele ruimte, telkens opnieuw blijkt dat met de Franstaligen geen land te bezeilen valt. De jongste weken was het aantal incidenten weer niet meer te tellen. Boven de prins-marinier en de bevende monarchie wordt weer de mantel der liefde gelegd. Die dekt ook de door metallo’s geforceerde schijnoplossing bij Volkswagen. De hysterie rond de RTBf-fictie was vakkundig georkestreerd. Di Rupo en sommige Brusselse progressieven hebben last van grensverleggende fantasieën. Brussel en de taalgrens? Attaque! En dan verwacht een mens een beetje ernst van de Vlaamse partijen. Het wordt een lastige keuze op 10 juni. De liberalen lijken plots weer PVV te willen worden. Ze zitten vast in de brij van het federale België en staan voor een status-quo – de Belgische federatie - met behoud van ministerportefeuilles, voor recuperatie van Vlaamse bevoegdheden naar het federale niveau, voor een paritair samengestelde senaat en zo het uitschakelen van een miljoen Vlaamse kiezers. Het wordt tijd dat de ex-VU’ers daar op de vlucht slaan. Maar waarheen? De socialisten en hun kapitein Johan Vande Lanotte trommelen wat lawaai bijeen rond de regionalisering van het tewerkstellingsbeleid – bravo – maar dat moet Vlaanderen dan maar weer betalen. De essentie van hun boodschap is de magie van solidariteit. En een koppelriem richting PS. Tot in der eeuwigheid amen. Spirit is voor die partij quantité négligable.

De christen-democraten krijgen er in deze Doorbraak van Manu Ruys van langs. Schone schijn tot de macht in zicht komt. Dan zijn de unitaire syndicalisten de baas. Hoe lang nog? De N-VA’ers haakten zich vast aan CD&V. Tegelijk een akte van geloof en van hoop. Hopelijk leidt dit straks niet tot een akte van berouw. Het spel met Dedecker was ontluisterend en misschien wel een gemiste kans. Vlaams Belang heeft de slechte gewoonte alle winstpunten die de partij scoort met een sinister genoegen weer weg te gooien. Zelfkastijding. De voorbije maand gaven ze het cordon een nieuwe injectie door onder het dak te kruipen van Europese kameraden, waarvan Le Pen niet eens de ergste zal blijken te zijn. Ondertussen blijft Vlaanderen aanvaarden dat de btw-controles hier (25%) en niet daar (Mons, 2%, Luik 7%) tot zware boetes leiden. Dat Wallonië veel zegt, maar nauwelijks iets doet om de werkloosheidskloof te dichten. Die werkloosheid daalde het voorbije jaar met 8,9% hier, met amper 3,6% daar. Leve het Marshallplan. Ondertussen blijven topfiguren van de Waalse ziekenfondsen (CM, Edouard Descampe) uitbazuinen dat een gesplitst gezondheidsbeleid des duivels is. Kassa, kassa. Ondertussen herhalen de Waalse werkgevers dat – ondanks de kloof inzake productiviteit – België het kader moet blijven voor een nationaal loonbeleid. De komende maanden zullen duidelijk maken hoe sterk de Vlaamsgezinde basis is in de diverse politieke partijen. Met name in welke mate de topfiguren onder druk kunnen worden gezet om hun Vlaams profiel aan te scherpen en het pad van het doodzieke België te verlaten voor de weg naar een volledig autonome en goed functionerende Vlaamse staat. Vlaanderen bewijst nu al dat het dit vertrouwen waard is. Zoals Lionel Vandenberghe onlangs zei: ‘De RTBf heeft aangetoond hoe Vlaanderen zelfstandig kan worden: als het Vlaams Parlement eendrachtig de onafhankelijkheid uitroept’(DS, 15 dec. 2006). Het wordt tijd. ■  Jan Van de Casteele februari 2007  nr. 2

Doorbraak


PERSWIJS Ontslag VVB-voorzitter ■  Herman Van Rompuy over paarse minderheid in De Morgen,

15 januari 2007: ‘Sommigen spelen met het idee om een paarse regering te vormen die

geen meerderheid in Vlaanderen heeft: dat is staatsgevaarlijk.’

■  Bruno Valkeniers (Vlaams Belang) over de nieuwe Vlamingen

in Het Nieuwsblad, 13 januari: ‘Het mag eens benadrukt worden, ook nieuwe Vla-

mingen voelen zich en horen thuis in onze rangen. Als zij, zoals er al velen zijn, aanvaarden dat Vlaanderen hun nieuwe vaderland is. Het Vlaanderen dat wel gastvrij en multi-etnisch kan zijn, maar waar maar één leidcultuur kan zijn en dat is de Nederlandse, de Vlaamse cultuur en dat is de onze! Als zij dat aanvaarden, dan doet het er voor mijn part, voor ons part, niet toe wie hun voorouders waren en welke cultuur of levensbeschouwing iedereen thuis belijdt! Dan zijn we Vlaming onder de Vlamingen.’

Rita De Bont nam op woensdag 17 januari 2007 ontslag als voorzitter en bestuurslid van de VVB. De Bont wil zich beraden over een overstap naar de partijpolitiek. Dat VVB-bestuursleden kiezen voor de partijpolitiek – overigens in diverse kleuren – was de voorbije vijftig jaar geen uitzondering. Tot de verkiezingen van een nieuwe Raad van Bestuur (9 juni) wordt de VVB geleid door de twee ondervoorzitters (Herman Suykerbuyk en Pieter Bauwens).

■  Jan Renders (voorzitter ACW) over de Wooncode in De Tijd,

29 december 2006: ‘Zowel voor Franstaligen in de rand als voor allochtonen in Vlaanderen

is de taal een middel tot integratie. De Franstaligen begrijpen dat echter niet goed. Zij worden nauwelijks geconfronteerd met mensen die zich niet kunnen behelpen in het Frans. U hoort me niet zeggen dat die eis ‘not done’ is.’ ■  Urbanus over politiek correct denken in Het Nieuwsblad,

16 december 2006: ‘Ik zeg al jaren dat het sterkste wapen van links een stempel met een

hakenkruis is. Die drukken ze op het voorhoofd van iedereen die niet in linkse hoek zit, waardoor al die mensen een reflex krijgen: oei, daar zal ik maar beter over zwijgen. Daar kan ik niet tegen.’ ■  Lionel Vandenberghe senator Spirit over onafhankelijkheid en

Vlaams Parlement in De Standaard, 15 december 2006: ‘De RTBf heeft

aangetoond hoe Vlaanderen zelfstandig kan worden: als het Vlaams Parlement eendrachtig de onafhankelijkheid uitroept.’ ■  Kurt Blondeel over rock en Nederlands in De Morgen,

28 december 2006: ‘Vlaamse rockmuzikanten herontdekken steeds vaker hun moedertaal.

Raymond van het Groenewoud, Stijn Meuris en Luc De Vos bewijzen al meer dan een decennium lang dat het kan. Hun voorbeeld krijgt de jongste tijd steeds meer navolging. Van rockers als Tom Barman, maar ook van “discokikkers” als Stijn en Daan Stuyven.’ ■  Guido Fonteyn over Waalse macht in De Morgen, 15 december

2006: ‘De macht van de Vlaamse politici is eigenlijk nog nooit zo groot geweest. De afwijzende

houding van de Franstaligen is een zwaktebod, want ze zijn gewoon niet klaar voor een splitsing. Ze kunnen de zaken niet op de spits drijven. Als de Vlamingen straks Brussel-Halle-Vilvoorde willen splitsen, moeten ze het gewoon vragen. Ze zullen het krijgen.’

Emiel De Bolle

Monarchie (1)

Tientallen polls in diverse kranten en magazines hebben aangetoond dat het gesjoemel van Laurent de populariteit van Laken verder heeft aangetast. Uit wetenschappelijk onderzoek (Maddens en Billiet, ISPO, KU Leuven) blijkt dat de erosie van de kroon een structureel fenomeen is geworden. Tussen 1990 en 2003 daalde het aantal Vlamingen dat vindt dat ons land een monarchie nodig heeft van 62,1 tot 52,3 %. Het aantal Walen dat een koning wil steeg in dezelfde periode van 60 % tot ruim 70% nu. Het aantal tegenstanders van de monarchie neemt toe, het aantal onverschilligen daalt. Er is dus sprake van een polari­ satie.

Monarchie (2)

Hoe minder kerkelijkheid, hoe minder steun voor de monarchie, hoe jonger de generaties en hoe Vlaamsgezinder, hoe meer kritiek. Mannen (24% voor meer macht voor de koning) zijn kritischer dan vrouwen (40%). CD&V telt het meest monarchisten, N-VA het minst. Een kwart (27,3%) van de VB’ers is koningsgezind. Je mag aannemen dat de jongste incidenten rond uitspraken van koning en prinsen de koningsgezindheid na het afronden van het onderzoek (2003) nog verder hebben aangetast. (DM, 11 januari)

Werkloosheid

Terwijl de werkloosheid het jongste jaar in Vlaanderen daalde met 8,9%, bleef de daling in Wallonië – dat meer dan dubbel zo veel werklozen treft - beperkt tot 3,6%. In Brussel nam de werkloosheid het jongste jaar nog toe met 0,6% (federale cijfers RVA over vergoede werklozen). Brusselse en Waalse politici blijven spreken van de heropstanding.

➥  vervolg p. 11

Doorbraak

nr. 2  februari 2007


Commentaar Er hangt een dichte mist over het kartel

H

et ijskoude afstoten van senator Jean-Marie Dedecker, zo kort na de warme verwelkoming, heeft de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) pijnlijk gezichtsverlies bezorgd. De inschattingsfouten van de partijleiding hebben haar in zwaar diskrediet gebracht. Met het oog op de federale verkiezingen, over enkele maanden, worden de rangen gesloten en wordt het beschamende “incident” toegedekt. Maar niets is opgeklaard.

Levensgroot en levensbedreigend blijft de vraag naar de autonomie en de bewegingsvrijheid van de partij, m.a.w. de relatie tot de christendemocratische partner. Bart De Wever heeft ijlings Dedecker moeten verloochenen onder druk van CD&V. Hij verwachtte het veto niet. Maar dat veto was voorspelbaar. Dat de N-VA een rechts, republikeins en separatistisch programma koestert, wordt voorlopig door CD&V gedoogd om een opportunistische reden: de kartelvorming waarborgt de poleposition. Dedecker moeten aanvaarden als bondgenoot, was echter een stap te ver. CD&V is een staatsbehoudende partij, die wortelt in een christelijk-personalistisch gedachtegoed dat onverzoenbaar is zowel met het vrijzinnige, libertaire, ultraconservatieve liberalisme als met het anti-Belgische flamingantisme.

‘De prominenten van het “netwerk”, waartoe ook Yves Leterme behoort, kiezen voor de handhaving van het Belgische staatsbestel’

Breekijzer Het kartel is een breekbare constructie. En het breekijzer berust bij de christelijke arbeidersbeweging. In de oude CVP was die beweging van bij de aanvang een overheersende factor in de besluitvorming. Zij is dat gebleven in CD&V.

Ooit was de toenmalige, charismatische ACV-voorzitter August Cool (1903-1983) de dominante spilfiguur in het comité dat de politieke koers van de CVP bepaalde. De invloed van zijn opvolger, Jef Houthuys (19221991), was nauwelijks geringer. Het vakverbond, de ziekenfondsen, Caritas en de vele andere bestanddelen van het christelijke netwerk leveren nog steeds het cement dat nu CD&V samenhoudt. De prominenten van dat netwerk waartoe ook minister-president Yves ­Leterme behoort, kiezen in laatste instantie, d.w.z. als er storm opsteekt, voor de handhaving van het Belgische staatsbestel. De vertegenwoordigers van de “burgerlijke” strekking eerbiedigen de traditionele machtsverhoudingen. Herman van Rompuy, vooralsnog erkend als de meest ervaren staatsman aan de partijtop, weet tot waar hij kan gaan. Hij is trouwens, evenzeer als de leidende syndicalisten Cortebeeck en Renders, allergisch voor het nationalisme van De Wever en Bourgeois. Vandaar de vraag: staat N-VA straks opnieuw een vernederende, traumatische ervaring te wachten? Prioriteit Na afloop van het Dedecker-debacle werd tussen de partijbesturen van CD&V en N-VA een akkoord gesloten. Indien de christen-democraten tot de federale regering toetreden, zullen enkele nationalistische figuren een bestuursmandaat krijgen toegeschoven.

Maar wat is dat papier waard? De Vlaamse christendemocraten die aan het formatieberaad zouden deelnemen, zullen worden geconfronteerd met rode en/of blauwe gesprekspartners, voor wie de radicale communautaire voorstellen van de zogenaamde confederalisten onbespreekbaar zijn. Achter de schermen zal het unitaristische establishment, met de steun van de christelijke arbeidersbeweging, het beraad mede in die richting manipuleren. Geplaatst voor de keuze – trouw aan de afspraak met de (dan vermoedelijk nutteloos geworden) N-VA of een regeerakkoord zonder confederalisme – zullen de christendemocratische onderhandelaars ongetwijfeld de terugkeer aan de macht verkiezen. Dat is de normale prioriteit voor de staatspartij die CD&V is. Misleidend Er hangt vandaag een dichte mist over het kartel. De confederale staatshervorming die door sommigen in alle toonaarden gepredikt wordt, verzinkt in vage en misleidende dubbelzinnigheid.

Confederalisme is geen verruimd federalisme. Het betekent dat er in de Belgische ruimte soevereine, onafhankelijke staten worden opgericht, die bij verdrag regelen wat zij nog samen wensen te doen. En die gebeurlijk dat verdrag kunnen opzeggen. De secessionistische optie. Wil CD&V dat? Neen. Wil N-VA dat? Ja. Welke partij is de sterkste? CD&V. Waar staat N-VA? Nergens. Dat is de politieke werkelijkheid. Zij zal steeds scherper en onverbiddelijker worden, naarmate de verkiezingsdatum nadert. Eens trekt de mist op.

■  Manu Ruys

februari 2007  nr. 2

Doorbraak


sta atsvo r m i n g

Mogen Vlamingen de VLD afschrijven? Blauwe partijtop is weer PVV Premier Verhofstadt krijgt stilaan kieskoorts. De jongste weken pleit hij ‘noch voor het immobilisme, noch voor het separatisme, maar voor een derde weg: de Belgische federatie’ (Le Soir en Radio 1, 9 jan.). Het volledige politieke concept zou in februari klaar zijn. Er is overleg gepland tussen de werkgroep staatshervorming en de premier met de bedoeling op 3 februari (voor congres van 11 februari) het communautaire standpunt naar buiten te brengen. Afwachten wat er van de communautaire nota overeind blijft.

D

e uitspraken van de VLD-top (Verhofstadt, De Gucht, Dewael, Somers, De Croo) voorspellen weinig goeds. Zij zitten vast in de brij van het federale België en houden de neus gericht naar het verleden. Werkgelegenheidsbeleid De socialisten spelen ten minste open kaart en Vande Lanotte viseert vooral de splitsing van de arbeidsmarkt, zij het onder voorwaarden die voor Vlaanderen niet erg gunstig zijn. Iets is beter dan niets.

‘In juni wordt het niet Verhofstadt of de chaos, wel een keuze tussen de chaos van Verhofstadt of een alternatief.’ Maar Verhofstadt duikt onder in woordenkramerij waar een modale Vlaming een punthoofd van krijgt: ‘Als ik de arbeidsmarkt vermeld, dan zeg ik dat er meer autonomie moet zijn voor de gewesten, maar voeg ik eraan toe dat dit samen moet gaan met een grotere samenwerking tussen de gewesten en met een reële harmonisatie van de arbeidsmarkt’… ‘Het afsluiten van de arbeidsmarkten van Brussel, Vlaanderen en Wallonië gaat in tegen de Europese en mondiale evolutie, tegen de moderniteit’. (Le Soir; Radio 1, 9 jan.) Dit lijkt een rationele houding, althans op het eerste gezicht. Een beetje geven en nemen: meer autonomie en tegelijk meer samenwerking tussen de deelstaten. Maar er zijn meerdere redenen om daaraan te twijfelen. Tijdens acht jaar paars zijn we vermoedelijk niet de enigen die vaststelden dat de verschillen tussen de deelstaten nauwelijks een gemeenschappelijk beleid toelieten. Twee: de premier maakt een karikatuur van de splitsing. Waarom zou een regionalisering van de arbeidsmarkt of bij uitbrei

Doorbraak

nr. 2  februari 2007

ding de splitsing van de sociale zekerheid neerkomen op het ‘afsluiten’ van de arbeidsmarkten van de gewesten? Sluiten de staatsgrenzen binnen de EU vandaag het ene land af van het andere? Wat in dit land is gesplitst, werkt behoorlijk tot goed. Luc Van den Brande: ‘Hebben een eigen onderwijsbeleid, havenbeleid, sociaal huisvestingsbeleid dan niet geleid tot een beter bestuur? Net zo zal het werkgelegenheidsbeleid meer kansen krijgen met autonomie van de deelstaten’. (DS, 7 jan.) Chaotisme Het zogenaamd moderne concept van de Belgische federatie, het gedoe rond “de progressieve centrumpartij”, het komen en gaan van nu al het vierde burgermanifest van Verhofstadt, zijn het niet allemaal illustraties van het “chaotisme” van een stilaan flippende voluntarist? ‘Meer autonomie, maar tegelijk harmonisering’, het klinkt vooral hol. Meer en tegelijk minder ruimte voor eigen beslissingen, noem het moderniteit en hoop dat de Vlaamse steenezels het allemaal slikken. We zijn benieuwd hoe Verhofstadt en Slangen die tegenstelling kunnen neutraliseren. Kieswetgeving Nog meelijwekkender is dat er volgens de liberalen weer maar eens moet worden geprutst aan de kieswetgeving. De voorstellen om ‘terug te keren naar een nationale kiesomschrijving’ (De Croo, RTBf 13 jan.) zijn een bijna openlijke oproep voor een terugkeer naar het prefederale België. De voorstellen rond een paritaire senaat zijn ronduit pervers. Volgens De Croo zou de Kamer 200 in plaats van 150 vertegenwoordigers kunnen tellen, waaronder ‘vijftig nationale gezichten’. De 150 anderen zouden dan kandidaten zijn in kleinere kiesarrondissementen’, aldus De Croo. Waarom dat moet gebeuren? Omdat dit ‘het electorale succes van het Vlaams Belang kan doen stoppen’, aldus De Croo.

Patrick Dewael vertelt hetzelfde verhaal: ‘Er zijn geen politici meer die de moed hebben om één beleid voor het hele land te verdedigen. We hebben op dat vlak een zware fout begaan. In alle andere federale landen is er altijd een nationale kieskring’ (La Libre Belgique, 10 jan.) In de oppositie was Verhofstadt principieel tégen een kiesdrempel, als regeringsleider voerde hij er een in en koppelde die aan centen. De strop voor N-VA en Groen!, die hierdoor van de kaart werden geveegd en van hun centen beroofd. Electorale technieken om andere partijen uit te sluiten. Dat is pas een perfide invulling van ‘eigen volk eerst’! Verhofstadt wou als oppositieman de nutteloze Senaat weg. Vandaag moet hij blijven en bovendien nog eens paritair worden. 60 % Vlamingen evenveel zetels als 40 % Franstaligen. ‘Een nieuwe molensteen rond de nek van de Vlaamse democratie’, noemde Bart De Wever dat. Keuze In juni wordt het niet Verhofstadt of de chaos, wel een keuze tussen de chaos van Verhofstadt of een alternatief. De keuze tussen nog maar eens een verlammende coalitie van liberalen en socialisten – het communautaire status-quo – of het alternatief van de andere Vlaamse partijen, die een veel rationeler inzicht hebben in “de kloof” en een onderhandelde boedelscheiding. We weten het wel, in CD&V zit nog bijzonder veel CVP. De ex-premiers die met het “hun” federalisme toekomst schreven, huiveren voor het confederalisme van het Congres van Kortrijk (2002). Maar CD&V houdt vast aan wat in het Vlaams Parlement is afgesproken en bepleit een erg ruime communautair gekleurde agenda. Verhofstadt en de liberale partijtop daarentegen zijn stilaan goed op weg om erger te worden dan de PVV van toen. Vlamingen weten waarvoor die letters stonden. De Vlaamsgezinden binnen de VLD kunnen dát toch niet verwacht hebben? Het wordt tijd dat ze op de vlucht staan. Voor de Vlaamse kiezers hen straks verjagen. ■  Jan

Van de Casteele


sta atsvo r m i n g

Bye-bye Belgium “Vlaanderen onafhankelijk” na 13 december minder dan ooit een slogan

U

it het boek dat naar aanleiding van de uitzending is verschenen (Bye-bye Belgium, uitg. Labor) blijkt echter dat de auteurs aanvankelijk met een heel ander en realistischer scenario in hun hoofd zaten. Er is een aanslepende politieke crisis omdat de federale regering het niet eens geraakt over een nieuwe staatshervorming. Tot overmaat van ramp overlijdt plotseling Albert II. Doordat de regering geen meerderheid heeft en zich moet beperken tot de lopende zaken kan er niet onmiddellijk worden voorzien in de opvolging van het staatshoofd. Gebruik makend van dit institutionele vacuüm roept het Vlaams Parlement dan de Vlaamse onafhankelijkheid uit.

‘Het is merkwaardig dat er uitgerekend in Franstalige en zelfs Franse intellectuele kringen zo concreet wordt nagedacht over mogelijke splitsingsscenario’s en de praktische implicaties ervan.’

Crisis Dat er in eender welk scenario een belangrijke rol is weggelegd voor de koning is illustratief voor de eigenaardige Franstalige obsessie met de monarchie. Maar dit even terzijde gelaten lijkt het mij niet totaal onwaarschijnlijk dat een aanslepende federale regeringscrisis over communautaire dossiers een escalatieproces in gang zou zetten dat uiteindelijk zou uitmonden in een onafhankelijkheidsverklaring. Die onafhankelijkheidsverklaring zou dan natuurlijk des te meer gewicht hebben omdat er op dat moment geen legitieme federale regering zou zijn die de Belgische staat kan vertegenwoordigen. Al zou het feit dat de meeste Vlaamse partijen in het Vlaams Parlement de onafhankelijkheid uitroepen allicht vanzelf betekenen dat de federale regering ophoudt te bestaan. Het is merkwaardig dat er uitgerekend in Franstalige en zelfs (nogmaals volgens het boek) Franse intellectuele kringen zo concreet wordt nagedacht over mogelijke splitsingsscenario’s en de praktische implicaties ervan. Niet dat de Vlaams-nationalisten zich daar nog nooit aan hebben bezondigd, maar toch overweegt de indruk dat de “Vlaamse onafhankelijkheid” in de Vlaamse Beweging wat teveel wordt gekoesterd als een verre utopische droom. Een beetje zoals de socialisten lange tijd hun klassenloze samenleving hadden. Op die manier vervalt ook

de noodzaak om grondig na te denken over allerlei praktische problemen die het streefdoel in de weg staan. Verfrissend Het verfrissende aan de RTBf-uitzending was precies dat die droom opeens heel concreet gestalte kreeg hic et nunc. En dat er meteen op een vrij onbevangen manier werd nagedacht over een aantal praktische gevolgen ervan. Ik heb in elk geval een aantal interessante en vrij objectieve beschouwingen gehoord over bijvoorbeeld de juridische implicaties van een onafhankelijkheidsverklaring, de splitsing van de schuld, het eventuele domino-effect in andere Europese landen… Zelfs in de meer karikaturale scènes van de uitzending (de trams die stoppen aan de taalgrens, de chaos in het luchtruim …) zat een grond van waarheid. Want als de gammele Belgische constructie inderdaad plotsklaps in elkaar zou stuiken, dan zou er allicht eventjes een juridisch vacuüm ontstaan op een aantal vlakken. Maar dat is nu eenmaal zo bij elke historische omwenteling. Het feit dat de Vlaamse media de dag nadien nogal sterk hebben ingezoomd op de meer karikaturale aspecten van de uitzending verklaart allicht mee de zure reacties van de Vlaamse politici. In de plaats van te lopen zeuren over de vermeende “politieke bedoelingen” van de RTBf hadden de Vlamingen beter gebruik gemaakt van het door de uitzending gecreëerde momentum om duidelijkheid te scheppen over het Vlaamse standpunt inzake de staatshervoming. Dat had bijvoorbeeld gekund door in het Vlaams Parlement een lijst met specifieke breekpunten goed te keuren. Want de grootste Franstalige frustratie is niet zozeer dat de Vlamingen niet meer houden van België, maar wel dat ze geen open kaart spelen over de toekomst ervan en tegenstrijdige signalen uitzenden over hun communautaire eisen­pakket. Voor de Vlaamse Beweging zou de uitzending een aansporing moeten zijn om nog meer dan tot nu toe het geval was na te denken over hoe de splitsing van België zou kunnen verlopen, en welke technische en juridische problemen zich daarbij zullen stellen. Waarom bijvoorbeeld niet eens een wetenschappelijk colloquium organiseren over deze problematiek? Wat met de splitsing van de schuld? Wat met een aantal nutsvoorzieningen, zoals de toevoer van drinkwater vanuit Wallonië? Hoe zou de internationale gemeenschap reageren? En dan natuurlijk ook de “one million dollar question”: wat met Brussel en de Vlaamse rand?

© Foto Reporters

Ik kan het niet laten om toch nog eens terug te blikken naar die memorabele avond in december toen het Vlaams Parlement de onafhankelijkheid uitriep en Albert van zijn troon tuimelde. Zoals al zo vaak gezegd lag het fictieve karakter van de fameuze RTBfuitzending er van meet af aan vingerdik op. Er is inderdaad veel fantasie voor nodig om je voor te stellen dat het Vlaams Parlement plotseling, zonder enige aanleiding, de onafhankelijkheid zou uitroepen, en dat de koning daarop ijlings het land zou ontvluchten. Eerlijk gezegd lijkt me H.G.Wells’ invasie vanuit de ruimte dan nog het meer realistische scenario.

Duidelijk is alvast dat “Vlaanderen onafhankelijk” na 13 december minder dan ooit een slogan is. Aan de Vlaamse Beweging om zich daar ook naar te gedragen. ■  Bart

februari 2007  nr. 2

Maddens

Doorbraak


PEI L INGEN, PERS EN PO L ITIEK

VLD-intimidatie gaat te ver: Frank Thevissen houdt er mee op Achter de schermen van “De Stemmenkampioen” Als je het belang van een electorale peiling zou moeten afwegen aan de ijver waarmee ze publiek en achter de schermen door het slijk wordt gehaald, dan is De Stemmenkampioen (*) van Het Laatste Nieuws – zie kaderstukje – met verre voorsprong de belangrijkste politieke peiling in Vlaanderen. Die ondermijning moe(s)t in de eerste plaats politieke belangen dienen. De VLD met de steun van De Morgen spanden hierbij eind vorig jaar de kroon en bakten het daarbij op sommige momenten wel erg bruin. In een driedelige reeks in Doorbraak gunt Frank Thevissen, de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen, de lezer een ontnuchterende en ongecensureerde blik achter de schermen van de politieke peilingen in Vlaanderen. Het is bovendien exclusief aan Doorbraak dat de ontwikkelaar van het grootste en langstlopende politieke panelonderzoek in Vlaanderen aankondigt dat hij zijn activiteiten voor De Stemmenkampioen noodgedwongen staakt, door de aanhoudende journalistieke intimidatie en broodroofpraktijken die bepaalde VLD-politici met de steun van De Morgen tegen de auteur organiseren. Deel 1: (inleiding) Achter de schermen van «De Stemmenkampioen» Deel 2: De “hilarische peiling” van «De Stemmenkampioen» in Antwerpen. Deel 3: De ‘decemberpeilingen’ - over de breuk en het herstel van het Vlaams kartel.

O

p 21 november 2006 ontvang ik in mijn mailbox een bericht van Yves Desmet, hoofdredacteur van De Morgen, die mij wijst op “het simpele feit” dat “mijn uitslagen” (i.c. de voorspelling van de Antwerpse verkiezingsuitslag zoals op basis van De Stemmenkampioen enkele dagen voor de gemeenteraadsverkiezingen gepubliceerd in de krant Het Laatste Nieuws) “in het licht van de reële uitslagen lichtelijk hilarisch” waren. Dat zogenaamde ‘simpele feit’ verantwoordt volgens de hoofdredacteur waarom De Morgen, vooral sedert de gemeenteraadsverkiezingen van 2006, zich omzeggens obsessioneel en met licht puberale trekken vermaakt met het in de vernieling schrijven van De Stemmenkampioen en diens bedenkers. Of het nu Walter Pauli, Bart Eeckhout, Liesbeth Van Impe, columnist Noël Slangen of buitenlandminister Karel De Gucht is; op sommige dagen lijkt de krant wel een bijkantoor van de VLD en kan er blijkbaar geen editie meer van de pers rollen zonder een obligate, krampachtige sneer naar de periodieke peiling in de zusterkrant, Het Laatste Nieuws. Ronduit gênant is het om te lezen hoe de krant zich bij momenten als een keffende hond aan de leiband van de kersverse VLD-manager en DM-columnist Slangen leent om de georchestreerde aanvallen op De Stemmenkampioen journalistiek kracht bij te zetten. Ranzig Helemaal ranzig wordt het pas wanneer de adjunct-hoofdredacteur Walter Pauli, zich zonder enige gêne verlaagt tot de publicatie van een zure brok gepersonaliseerde afrekeningsjournalistiek. Op 10 oktober 2006 om 8u.30 ontvang ik daarover een sms-bericht van Luc Van der Kelen met de volgende boodschap: ‘De Morgen heeft de definitieve karaktermoord voltrokken’. Wat blijkt? Onder de titel: “Onze kampioen: Frank Thevissen” krijg ik die dag in De Morgen een onwelriekende portie riooljournalistiek over mij uitgestort. Het uiterst dubieuze en lasterlijke stuk blijkt met de hulp één of meerdere academici samengesteld, want in het artikel wordt

Doorbraak

nr. 2  februari 2007

Karel De Gucht

Noël Slangen

Yves Desmet

er naar hartelust geroddeld en gelekt uit een bovendien vervalst academisch personeelsdossier. In eerste instantie betaal ik de prijs voor een kritisch commentaarstukje dat ik enkele weken daarvoor als gastcolumnist in het mediamagazine ‘Achter het Nieuws’ achterliet over de slaafse en schandelijk onkritische journalistieke behandeling van het jaarrapport over de VRIND-statistieken door De Morgen. In tweede instantie is het de zoveelste poging om De Stemmenkampioen onderuit te halen, in de hoop dat de grootste krant van het land de peiling afvoert. De Stemmenkampioen gaat echter door, ook na de gemeenteraadsverkiezingen, ook al is er bij Het Laatste Nieuws zelden of nooit ruimte om het exclusieve materiaal waarover andere media op basis van klassieke politieke peilingen, niet beschikken, te publiceren en te becommentariëren. Noël en ingewanden In de krant waarin BV’s elkaar in briefvorm tutoyeren, en Noël (Slangen - red) hoofdredacteur Desmet met “Beste Yves” aanspreekt en omgekeerd, verschijnt in de nadagen van de gemeenteraadsverkiezingen tijdens het weekend een paginagroot interview waarin Slangen met veel misbaar de methodiek van De Stemmenkampioen mag komen vergelijken met het lezen van de ingewanden van een vis. De Morgen is zodanig vervuld van die populistische metafoor, dat ze de maandag volgend op het interview, in haar rubriek ‘Onder vrienden’ (het moet gezegd: dit soort duidelijkheid siert de krant) zichzelf citeert door opnieuw te verwijzen naar de metafoor van Slangen: alsof de lezer van De Morgen tegenwoordig aan een lichte vorm van dementie lijdt.


Intimidatie Ondertussen bestookt Slangen de politieke redactie van Het Laatste Nieuws met een krom methodologisch traktaat en enkele sms-berichten waarin de spindoctor zich uitput om de krant te overtuigen van de waardeloosheid van De Stemmenkampioen. Het Laatste Nieuws laat zich evenwel niet intimideren door Slangen die in de eerste plaats wil verhinderen dat de ruim één miljoen lezers van de krant - waaronder een flinke hap potentiële VLD-kiezers - maandelijks worden herinnerd aan de lage tussenstand van de VLD in de peiling De Stemmenkampioen. Aangezien Slangen bot vangt bij Het Laatste Nieuws, laat hij het herwerkte traktaat over de waardeloosheid van internetpeilingen dan maar afdrukken in het ondertussen tot partijblad omgevormde De Morgen. Dat de VLD haar partijstrategie behalve op basis van de lezing van de ingewanden van vissen, bijkomend ook nog laat evalueren en (bij)sturen door regelmatige bevragingen bij een mini-internetpanel, wordt uiteraard angstvallig stilgehouden. Grootste buurtonderzoek Een aantal politici ergert er zich ondertussen paars en blauw aan dat dezelfde journalisten die het ondertussen blijkbaar als hun roeping beschouwen de negatieve stemmingmakerij rond De Stemmenkampioen te voeden, stekeblind en potdoof voorbij gaan aan een aantal op z’n minst bedenkelijke politieke (internet)peilingen die in de aanloop van de verkiezingen kwistig worden rondgestrooid. Ik word daarover door een lid van het VLD-partijbestuur en een Europees parlementslid vanuit Straatsburg gebeld. Zij doorzien het geënsceneerde spelletje achter de schermen van De Stemmenkampioen al een tijdje en ik word gevraagd om een aantal bedenkingen op te lijsten over o.a. “Het Grootste Buurtonderzoek” dat zich positoneert als “het grootste onderzoek ooit”. Volgens beide politici zien die onderzoeken er stukken dubieuzer uit dan de veelgeplaagde De Stemmenkampioen. Ik leg aan beide politici uit dat ik als betrokkene bij De Stemmenkampioen niet in de positie verkeer om kritiek te leveren op het werk van mijn collega’s. Het Europese parlementslid zou de dag nadien in Straatsburg zelf de kat de bel aanbinden bij Yves Desmet die haar die dag komt interviewen. De politica vangt echter bot bij de hoofdredacteur. Kort daarop zal ook blijken waarom: Karel De Gucht speelde immers al met de idee om onder eigen naam een raid te organiseren op De Stemmenkampioen en was met dat plan eveneens gaan aankloppen bij De Morgen. Prompt krijgt de minister voorrang en een volle pagina voor een essay, geschreven door zijn woordvoerder en nagelezen door minister Guy Vanhengel die de meest frappante uitschuivers uit de tekst schrapt. Uitstel In plaats van een algemene kritische reflectie over peilingen, moet het essay vooral De Stemmenkampioen en de bedenkers van dit panelonderzoek treffen. Na enig overleg met de Melsensstraat wordt evenwel besloten de publicatie van het stuk

uit te stellen tot na de gemeenteraadsverkiezingen: de VLD oordeelt immers dat het onverstandig zou zijn om de grootste krant van Vlaanderen zo vlak voor de verkieFrank Thevissen zingsdatum tegen zich in het harnas te jagen. De Morgen plooit meteen voor het gewijzigde plan en publiceert haar stuk op 10 oktober 2006, precies twee dagen na de gemeenteraadsverkiezingen onder de titel “Peilingen, pers en populisme”. Of hier iets werd gëensceneerd? ‘Het is niet omdat je paranoïde bent dat je niet achtervolgd wordt’, laat de immer helder communicerende hoofdredacteur van De Morgen mij nog voor alle duidelijkheid per e-mail weten … ’ ■  Frank Thevissen Hoofddocent strategische bedrijfscommunicatie en politieke marketing Vrije Universiteit Brussel

PEI L INGEN, PERS EN PO L ITIEK

Ironisch genoeg verklaart Slangen in datzelfde weekendinterview de oorlog aan de politieke marketeers en kondigt hij aan de marketing in zijn partij te vervangen door ideologische verdieping en meer inhoudelijke soortelijk gewicht. Terwijl elke nuchtere waarnemer zulke hilarische uitspraak genadeloos zou doorprikken – “marketing” en “inhoud” zijn trouwens allerminst tegenstrijdige begrippen -, gaat de hoofdredacteur van De Morgen meteen plat voor deze gemeenplaats en promoveert deze prompt tot ‘geniale gedachte’.

In een volgende aflevering blikt de auteur terug op de electorale peiling in Antwerpen, waarbij De Stemmenkampioen een historisch afwijkingsrecord in de Belgische peilingsgeschiedenis neerzette: het voorspelde resultaat voor sp.a/Spirit week ruim 11% af van de uiteindelijke verkiezingsuitslag. Maar was dit een “hilarische peiling” zoals Desmet beweerde? Of was er meer aan de hand? (Een voorbeschouwing uit het boek ‘Politiek, Peilingen en Pers’ van Prof. dr. Frank Thevissen, hoofddocent strategische ­bedrijfscommunicatie en politieke marketing aan de Vrije Universiteit Brussel)

(*) De Stemmenkampioen is een permanent panelonderzoek in opdracht van de krant Het Laatste Nieuws. Maandelijks peilt de De Stemmenkampioen bij zo’n 24 000 kiesgerechtigde Vlamingen naar hun electorale voorkeuren. In tegenstelling tot klassieke peilingen die werken op basis van steekproeven, herweegt en extrapoleert De Stemmenkampioen de kiesintenties op basis van de dynamiek van de electorale voorkeur die zich voordoet binnen een vast panel. POEMA, het Centrum voor Politieke en Electorale Marktanalyse, ontwikkelde daarvoor twee nieuwe instrumenten: de «ImagoScan90» en de «SwitchPoll». De SwitchPoll bestudeert de electorale dynamiek binnen een uitgebreid, niet-representatief vast panel van deelnemers die op vrijwillige basis meedoen aan het onderzoek. Telkens er verschuivingen in de electorale voorkeuren optreden, gaat de SwitchPoll de motieven, aanleidingen en oorzaken na die deze verschuivingen veroorzaken. Daarbij wordt ook een groep onbesliste kiezers van nabij gevolgd. De «Imagoscan90» volgt dan weer op de voet de evolutie van de visibiliteit, het imago en de reputatie van 90 bekende politici op basis van 67 indicatoren. Deze indicatoren worden gebruikt om een maandelijkse politieke “populariteitsbarometer” samen te stellen, die momenteel geldt als de meest gesofisticeerde ‘poppoll’ in Vlaanderen.

februari 2007  nr. 2

Doorbraak


cu lt u u r

Landschap met val van Icarus Waarom het ecologisch verhaal in Vlaanderen politiek niet vertaald geraakt De bomen botten al en verwarming is amper nodig. Hoera dus voor de zachte winter? Neen, niet echt. De tijdelijke euforie zou wel eens kunnen omslaan in een enorme kater, als blijkt dat grote delen van deze planeet uitdrogen en we nog meer visite mogen verwachten van sukkelaars die bij ons hun geluk zoeken. Inclusief dramatische olieprijsstijgingen door de tropische stormen in de VS, een zeespiegel tot aan ons dak, een ineenstorting van de aandelenmarkt en een enorm koopkrachtverlies (dat is geen naïef doemscenario, maar een prognose van het deftige World Economic Forum). Overigens gaat het niet goed met de kwaliteit van onze omgeving, ook zonder dat broeikasverhaal. Het fijn stof van de dieseluitstoot neemt toe, de allergieën tegen van alles en nog wat evenzeer. Toch slaagt de partij die deze bezorgdheid politiek moet vertalen, er niet in om in Vlaanderen een draagvlak te creëren. Wat loopt er mis? ‘Regelneven op geitewollen sokken’ Volgens de laatste peilingen zou Groen! nog zo’n 6% halen, dat is met de hakken over de kiesdrempel. Deze politieke fractie vertegenwoordigt in Vlaanderen blijkbaar nauwelijks nog een levensbeschouwelijk segment en is niet eens in staat om reële hypes (Al Gore en de show rond zijn broeikasfilm) te benutten. En toch. Mij maak je echt niet wijs dat gezond eten op ons bord, schone lucht met minder kankerverwekkend spul, of minder kinderen die in het verkeer omkomen, of gewoon wat meer tijd voor kwaliteit, de doorsnee-Vlaming niet zou interesseren. Anders gezegd: Groen! doet niet wat het moet doen, namelijk buikgevoelens in een politieke missie omzetten en zijn rol van zweeppartij vervullen. Iets wat zijn gedoodverfde antipode, het Vlaams Belang, wél vermag. En daar is een aantal redenen voor te bedenken. Vooreerst blijft de partij hangen aan het zure geitewollensokkenimago: wereldvreemde pretbedervers die beweren dat zingen onder de douche het milieu schaadt (we blijven er dan langer onder en verbruiken dus meer water en energie!). Dankzij hen is het idee gegroeid dat ecologisch bewustzijn te maken heeft met het derven van plezier en met een algehele “calvinisering” van de levenssfeer: weinig mogen, veel moeten. Dat brengt ons op het tweede punt: dat van de regelneverij. Sinds de groenen hun intrede deden in de federale regering (1999) heeft de partij zich vastgeklampt aan de kleine lettertjes van het politiek-culturele establishment dat weet wat goed is voor de gewone man. Het idee dat je met een regen van wetten en wetjes de samenleving kunt verbeteren, is een illusie, en de Vlaming is sowieso al begiftigd met een gezond wantrouwen tegen macht - maar Groen! blijft zweren bij de bovenbouw. Ten derde hebben de “Vlaamse Groenen”, ondanks hun naam, altijd de belgicistische kaart getrokken. Het idee om kleinschaligheid, antiglobalisme en basisdemocratie (drie kernbegrippen van het ecologische gedachtegoed) eens te toetsen aan Vlaamse verzuchtingen naar zelfredzaamheid, los van de vermolmde operettemonarchie waarin goed bestuur van langsom minder aan de orde is, blijft een taboe binnen Groen! Dit is ergerlijk, niet alleen voor die partij zelf, maar vooral voor Vlaanderen, dat, door een hopeloos foute politieke set-

Doorbraak

nr. 2  februari 2007

ting en strategisch geklungel van de groene fractie, de aansluiting mist met het verhaal rond milieu, gezondheid, levenskwaliteit. Want daar draait het om. Meer aarde, minder (gebakken) lucht Door dwangmatig het “progressieve centrum” achterna te lopen, laat Groen! zich alleen maar de krenten uit de taart pikken door de sp.a en zelfs de VLD. Indien de partij uit dat vacuüm zou geraken, en wat meer “aards” en vanuit de buik zou gaan denken, kan het ecologische verhaal wel degelijk bij ons een publiek draagvlak krijgen. Als Vlaanderen toch overwegend “conservatief” denkt en voelt, dan mag dat woord eindelijk eens ten volle “groen” worden ingekleurd. Want het is conservatief, in de mooiste zin van het woord (behoudsgezind), om het dodelijke vrachtwagenver- Pieter Bruegel: Landschap met val van Icarus keer dat over (1558) onze wegen dendert (overigens vooral internationaal transitverkeer waar we economisch nauwelijks wat aan hebben), in te dijken. Het is ook conservatief om kleinschalige, diervriendelijke landbouw te herwaarderen, die opnieuw de biefstuk-van-vroeger op tafel kan brengen, in het besef dat het beest op ons bord óók een leven heeft gehad. En het is conservatief om bijvoorbeeld te protesteren wanneer een steenrijke tapijtenmagnaat in Waasmunster zomaar een openbare weg afsluit doorheen een recreatiegebied. De wortels van de Vlaamse Groenen liggen overigens wel degelijk in dit verhaal van zorg, behoud en herstel. Was het niet pater Luc Versteylen die begin de jaren ’70 met zijn actie tegen het Oelegemse Duwvaartkanaal, dwars door een natuurgebied, aan de bron lag van het motto ‘Anders GAan LEVen’? En, veel verder terug, hebben de grote Vlaamse landschapsschilders, te beginnen met Pieter Bruegel, niet steeds weer gezocht naar dat mystieke moment van verzoening tussen mens en aarde, in het besef dat we allemaal behoren tot één ecosysteem? Groen! is dus ontworteld. Het ergste wat een milieupartij kan overkomen. Groen! moet zich dringend herbronnen, maar heeft zijn geheugen weggewist. Ooit zal Vlaams Groen zijn zo gehate tweelingzus, helemaal aan de andere kant van het politieke spectrum, maar in dezelfde protestgolf van de jaren ’70 ontstaan, de hand moeten reiken. Dat moment wil ik nog meemaken, voor ik natte voeten krijg.

■ Johan

Sanctorum cultuurfilosoof en columnist www.visionair-belgie.be


WA L LONIE

Waalse clichés worden vaak overgenomen. Naïviteit of erger? Hoe lui zijn de Walen: de vierkante leugen Als het politieke debat over communautaire zaken aanzwengelt, kruipt de tegenstand overal tegelijk uit de grond om het vaderland te redden. Een van de geraffineerde manieren om dat te doen, is het gebruik van de vierkante leugen. Roep van de daken dat de Vlaamsgezinden of de Vlamingen clichés gebruiken – ‘De Walen zijn lui’ - en je slaat twee vliegen in één klap: de Walen zijn slachtoffers, de Vlamingen daders, leugenaars, bedriegers. Na het nepjournaal van RTBf was het op alle fronten weer prijs.

D

at de Franstaligen zich graag in de slachtofferrol plaatsen, wekt geen verwondering. Béatrice Delvaux, hoofdredactrice van Le Soir, mocht er de kolommen van De Standaard voor gebruiken: ‘Wij hebben af en toe ook schoon genoeg van jullie clichés en karikaturen. We hebben er schoon genoeg van altijd weer beschreven te worden als luiaards, als werklozen die weigeren een baan te zoeken. We hebben er genoeg van afgeschilderd te worden als steuntrekkers die niets liever doen dan op kosten van de Vlamingen te leven. We zijn het beu te moeten aanhoren dat we intellectueel niet in staat zijn om Nederlands te leren.’ Béatrice (DS, 18 dec.) Delvaux De Standaard over Waalse luiaards? Wie dan wel? We willen het wel eens lezen. Het “toontje” van Delvaux ligt dicht bij intimidatie in de zin van: stop met kritische artikelen over de Waalse samenleving, de Waalse politiek, de transfers ... Is het dat wat ze bedoelt? Merkwaardiger is dat een aantal Vlaamse milieus de verontruste Walen zo snel naar de mond praat. Dat geldt voor sommige journalisten, voor politologen, voor bepaalde wetenschappers. Erwin Verhoeven in Het Laatste Nieuws (15 dec.) – en nadien plots opgeroepen voor een beetje duiding op de VRT: ‘Wallonië komt in de Vlaamse media al lang niet meer aan bod. Zelfs niet bij hen die zichzelf het etiket “kwaliteit” op de borst kleven. Tenzij er, al dan niet wat lacherig, clichés moeten bevestigd worden. Walen zijn arm, lui en leven op de kap van de hardwerkende Vlaming. Alleen in zo’n poel van armoe en verderf worden kindjes ontvoerd en verkracht. Die toon.’ Overdrijf en je zult gehoord worden, moet Verhoeven (met succes) gedacht hebben. We nodigen hem vriendelijk uit ons zijn verzameling krantenknipsels met dergelijke uitspraken door te sturen. We zijn benieuwd. Politoloog Carl Devos gaat er ook van uit dat de clichés kloppen. ‘Ook in Vlaanderen leven veel vooroordelen over (luie, potverterende) Franstaligen’ (DS, 15 dec.). Op vraag van Doorbraak bevestigt de Gentse professor dat hij met dit citaatje ‘niet wil gezegd hebben dat “alle” Vlamingen – met voorop de Vlaamse Beweging – zich van die vooroordelen zouden bedienen’. Dat zou hij nooit beweren ... Maar wat staat er in de krant, de 15de? Een vergissing? Of een uitvergroting van wat onnozele cafépraat her en der? Carl Devos

Ook wetenschapper Rudy Aernoudt volgt gewillig dit mea culpa-spoor in zijn boek VlaanderenWallonië. Je t’aime moi non plus (Roularta Books): ‘Als je ervan uitgaat dat elke Waal lui is ...’ Sinds we Aernoudt op Kanaal Z in een debat met Bart De Wever de luiewalennonsens hoorden uitvinden, weten we dat hij niet geïnteresseerd is in de waarheid. De Wever vroeg hem Rudy herhaaldelijk en met aandrang: ‘In godsnaam, Aernoudt wie zegt dat in Vlaanderen?’ Die vraag interesseerde Aernoudt niet. Hij negeerde ze. En blijft ze negeren. Ook in de kolommen van lezersrubrieken zien sommigen spoken. Politici, journalisten, Franstaligen, academici, auteurs ... het lijkt té toevallig om toeval te zijn: het debat wordt onzindelijk gevoerd. Het zijn niet de Vlamingen die in clichés spreken over de Franstaligen of de Walen. Het omgekeerde is helaas wel het geval. De karikaturen van Béatrice Delvaux ondersteunen de Waalse politiek. Helaas lenen nogal wat Vlamingen zich om dat vuile spelletje mee te spelen. Neen, de Waal is niet lui, geen Vlaamsgezinde die dat zegt. Maar het politieke en economische beleid van Wallonië deugt niet en daar investeren we liever niet in. Al zeker niet als voor de ontwikkelingshulp vanuit Vlaanderen wordt bedankt met een minachting voor de Vlamingen en hun taal. Daarom willen almaar meer Vlamingen scheiden, adieu zeggen, en zo snel mogelijk. ■  Jan Van de

Casteele

Lui? ‘Vlaamse dertigers en veertigers hardste werkers van ­Europa’. Hiermee opende De Morgen de krant van 17 januari. Een cliché? Natuurlijk niet. Gewoon de cijfers van Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke. Het Vlaamse cijfer van fulltime-equivalenten ligt ruim 6% boven het Europese gemiddelde. ‘Met een globale werkzaamheidsgraad van bijna 65% presteert Vlaanderen in 2005 duidelijk boven het Belgische (61%) en ook iets boven het EU-gemiddelde (64%)’. Vlaanderen is dus (veel) werkzamer dan Wallonië en Brussel. Een cliché? Neen, cijfers uit het kwartaalbericht van het Departement Werk en Sociale Economie. ‘In Wallonië en Brussel bedraagt de werkloosheid 15 tot 20 %, in Vlaanderen 7 tot 8 %’. Een cliché? Neen, een citaat uit een artikel van Guy Tegenbos in De Standaard (4 jan.). De tewerkstelling in openbare diensten bedraagt 25,5% in Vlaanderen; 39,1% in Wallonië; 38,3 % in Brussel. Een cliché? Maar neen. Correcte cijfers uit het Manifest voor een zelfstandig Vlaanderen (Roularta, Books blz. 41). De waarheid kwetst blijkbaar. Wallonië is niet goed bezig. En Vlaanderen wel. En los van elk cliché lijkt het erg duidelijk dat de Waalse politiek ervoor zorgt dat de Waalse economie vooral niét draait. De PS bestendigt de achterstand. En dat is géén cliché.

februari 2007  nr. 2

Doorbraak


B ENELUX

Uiterlijk in 2008 nieuwe beslissing Een nieuw gezicht voor de Benelux ? Met enige vertraging is ook in onze streken het besef gegroeid dat een vernieuwde reflectie over de toekomst van de Benelux geen overbodige luxe is. De normale geldingsperiode van het Verdrag tot Instelling van de Benelux Economische Unie uit 1958, verloopt in 2010, vijftig jaar na de inwerkingtreding ervan.

I

n tegenstelling tot wat doemdenkers wel eens beweren, hoeft dit echter niet te betekenen dat het daarna afgelopen is met de specifieke (economische en andere) samenwerking van de Lage Landen bij de Zee, vermits het verdrag zonder enig probleem stilzwijgend kan worden verlengd. Indien de deelnemende staten echter meer ambitie hebben, en het Verdrag willen aanpassen aan de nieuwe noden, is juridische en politieke actie echter op korte termijn geboden. Uiterlijk in 2008 dient hierover een politieke beslissing te worden genomen. Aanpassing Dat er aanleiding bestaat voor een dergelijke aanpassing, kan nauwelijks in ernst worden betwist. In de periode sinds 1960 heeft de Benelux – die overigens al een voorgeschiedenis als douane-unie had gekend sinds 1944 – een grondige transformatie doorgemaakt. Weliswaar heet de Benelux officieel nog een “economische” unie te zijn, maar de activiteiten op het domein van ruimtelijke ordening en veiligheid zijn de jongste jaren verhoudingsgewijs veel sneller gegroeid dan die op het louter economische vlak. Dat laatste heeft dan weer erg veel te maken met de evolutie van die andere grensoverschrijdende samenwerkingsvorm waarin de Lage Landen betrokken zijn, de Europese Unie.

Benelux hield te weinig en te laat rekening met de grondige structurele omvorming van een van de partnerlanden Over de vraag hoeveel en welke taken laatstgenoemde Unie op zich moet nemen, kan natuurlijk discussie bestaan, maar dat zij op dit moment belangrijk en groeiende is, valt niet te betwisten. Meteen is dit een eerste fundamentele vraag omtrent de toekomst van de Benelux gesteld: dient dit kleinere samenwerkingsverband de eigen nutteloosheid toe te geven in het licht van het succes van het Europese verhaal? Moet het proberen een eigen taak te ontwikkelen op domeinen die door de Europese Unie terzijde worden gelaten? Of ligt het antwoord in de populaire visie van de Benelux als “laboratorium” voor verdere Europese integratie? Unitair Vragen ten aanzien van het grotere verband dus, maar minstens evenveel vragen over de samenstellende delen – en dat België daarbij een belangrijk deel van de vragen voor zijn rekening neemt, zal allicht weinigen verbazen. Dit land was anno 1960 nog een unitaire staat, zij het volgens de bekende à papa-formule. Internrechtelijk had dat zeker niet alleen voordelen, maar op het vlak van het internationale recht vergemakkelijkte het de dingen wel, al was het maar omdat beide andere partners 10

Doorbraak

nr. 2  februari 2007

in de Benelux ook met twee voeten in de unitaire traditie stonden. En zeg zelf, een soort confederatie van staten die zelf zijn samengesteld uit deelstaten volgens een federale of confederale formule, dat vergemakkelijkt de zaken niet bepaald, niet? Hoezeer bovenstaande reacties ook leken te getuigen van “common sense”, en zelfs indien ze in sommige ambtelijke kringen nog nu en dan de kop opsteken, toch is de hervorming van de Belgische staat in federale zin een feit. Allicht is een van de gebreken van de huidige Beneluxformule dat zij te weinig en te laat rekening heeft gehouden met de grondige structurele omvorming van een van de partnerlanden. Bevoegdheden Het is vandaag niet vanzelfsprekend om in Beneluxverband aan ruimtelijke ordening te doen, zonder rekening te houden met de bevoegdheden van het Vlaams Gewest op dat vlak. Bovendien hebben de Belgische deelstaten relatief uitgebreide internationale bevoegdheden, die er onder meer toe geleid hebben dat Vlaanderen en Nederland samen een aantal samenwerkingsvormen op poten hebben gezet, met de Taalunie als bekendste voorbeeld. Anders gezegd: de samenwerkingsverbanden die op dit moment bestaan op het grondgebied van de Lage Landen vertonen wat de Fransen zo mooi omschrijven als “une géométrie variable”. Of dit een probleem hoeft te zijn en hoe orde in deze chaos kan worden gebracht, zijn vragen die niet vatbaar zijn voor een simpel ja of neen. Onze parate kennis over de Benelux is niet altijd wat ze behoort te zijn. Een ruim debat is nodig, vooral binnen Vlaanderen. Allicht is niemand dermate onderworpen aan politieke bijziendheid dat hij de Benelux zonder meer wil afschaffen als onvoldoende Vlaams, maar toch lijkt een grondige aanpassing van de structuren van deze kleine Unie aan de gewijzigde realiteiten in dit land absoluut noodzakelijk. Taalunie Ook rijst de vraag in hoeverre een integratie van of minstens een synergie tussen de verschillende samenwerkingsvormen wenselijk is. Enige tijd geleden werd wel eens gepleit voor een integratie tussen Taalunie en Benelux, waarbij beide structuren dan respectievelijk de “zachte” en de “harde” poot van een Nederlands gemenebest zouden worden. Al heeft dit beeld iets aantrekkelijks, het is niet vanzelfsprekend, al was het maar omdat het onvermijdelijk zou leiden tot een asymmetrisch samenwerkingsverband, waarbij Wallonië en Luxemburg allicht weinig belangstelling zouden hebben voor de eerste poot. Ook vanuit Europeesrechtelijke hoek valt er wel wat af te dingen op deze werkwijze in haar meest radicale vorm – al komt het schrijver dezes voor dat enige creativiteit ter zake maar beter niet weg is. ■  Frank Judo


Vrijspraak

GORIK

De Guchts cirkelredenering

Er zijn grenzen aan Brussel

E © Foto BG

Brussels minister Pascal Smet (sp.a) gaf de trompetstoot in het televisieprogramma L’Invité op de Franstalige commerciële zender: het Brussels Gewest zal uitbreiden. ‘Dat zal op een dag gebeuren. Daar ben ik van overtuigd.’

Pascal Smet

PS-voorzitter Di Rupo maakte in Dag Allemaal de grenscorrectie concreter. ‘Als de Vlamingen de splitsing van BHV willen, dan moet voor de Franstaligen Sint-Genesius-Rode bij het voor 90 % Franstalige Brussels gewest worden gevoegd’. Smet kreeg bakken kritiek over zich heen. Sp.a-voorzitter Johan Vande Lanotte zei dat dit ‘geen partijstandpunt’ is. Afgevoerd. Smet is niet de eerste sp.a’er die grenzen aftast. Werner Daem pleitte al eerder ‘voor een natuurlijke overgang tussen Brussel en zijn hinterland’ (HN, 30 okt.). De man stapte over een blijkbaar dunne grens van sp.a naar PS. Het viel te verwachten dat zogenaamd progressieve intellectuelen Smet zouden volgen. Walter Zinzen bijvoorbeeld pleitte in De Standaard (17 jan.) voor ‘nadenken’ en voor een referendum in de randgemeenten. ‘Ofwel kiezen de inwoners van de faciliteitengemeenten ervoor om in Vlaanderen te blijven - en verdwijnen de faciliteiten. Ofwel gaan ze liever naar het Brussels gewest – en verdwijnen de faciliteiten ook’. De reacties van alle Vlaamse partijen op Di Rupo waren kort: ‘Non’. ‘Electoraal spierballengerol’ (Guy Vanhengel, VLD), ‘te gek om los te lopen’ (Herman Van Rompuy, CD&V). Zinzen en zij die zullen volgen, vergissen zich: wie ergens gaat wonen, past zich aan, zoals de Vlamingen in Wallonië. Dat is democratie. De Belgische geschiedenis leert dat het omgekeerde nooit evident was en is. Di Rupo is geen dommerik. Het zou dom zijn niet te beseffen dat de PS-kopman weet dat hij uitpakt met een onhaalbare eis, enkel bedoeld voor het uitstalraam. En met in het achterhoofd: de hoop om zo elke communautaire beweging te blokkeren. ■ JVdC

en collega met bijzondere belangstelling voor openbaar vervoer vertelde me ooit volgende anekdote. In de Limburgse Maasstreek wordt steen en been geklaagd omdat ze daar over bijzonder weinig treinmogelijkheden beschikken. De studentenpersiflage van Limburg Allein waarmee de broeders uit het bronsgroene eikenhout graag op stang gejaagd werden na het nuttigen van het nodige gerstenat (‘Doar rajdt genen oto, doar rajdt genen train’), blijkt spijtig genoeg realiteit aan de Vlaamse boorden van de Maas. De NMBS bestelde een studie om één en ander te laten doorlichten. Studies kunnen soms een verrassend licht werpen op situaties. Zoals de voorpagina van De Standaard leerde op 12 januari. Daar werd een studie aangehaald die ontdekte dat de mensen meer afval produceren tijdens de eindejaarsfeesten. Wat een verrassing. Gelukkig land dat over wetenschappers beschikt die zo’n baanbrekend werk verrichten. Uit persoonlijk onderzoek is gebleken dat het champagneverbruik op oudejaarsavond een piek bereikt. We verwachten hiervoor eerstdaags tot doctor honoris causa te worden benoemd aan een Vlaamse topuniversiteit. De NMBS vond bollebozen van hetzelfde kaliber. Hun studie besloot dat er weinig nood was aan meer spoorwegvervoer in de Maasstreek, omdat gebleken was dat de mensen daar toch zelden de trein nemen. Dat ze geen trein kunnen nemen, wegens geen stations, ontging de onderzoekers even. Die anekdote kwam me weer voor de geest toen ik een hoogwaardige politieke analyse van Karel De Gucht las in een interview voor de VUM- (nu Corelio-) kranten. ‘Een minister-president van Vlaanderen stelt buiten een straal van 300 kilometer buiten Brussel al niets voor, laat staan zo’n minister.’ En daarom weet De Gucht, ooit pleitbezorger voor meer Vlaanderen, dat bevoegdheden als buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking beter weer Belgisch moeten worden. Knappe redenering, die De Gucht op het wetenschappelijke niveau brengt van de eerder genoemde studies. Omdat Vlaanderen geen land is, kennen ze het niet over de grens. Dus hollen we de Vlaamse autonomie best nog wat uit. Eigenlijk bewijst De Gucht evengoed het omgekeerde. Zolang Vlaanderen geen volwaardige staat is, blijft het internationaal een onbekende. Hoog tijd dus om de staatshervorming te vervangen door een staatsvorming. Trouwens, waren het niet De Gucht en zijn partij die ontwikkelingssamenwerking en buitenlandse handel hebben overgeheveld naar Vlaanderen? Als hij dat nu een vergissing noemt, geeft hij zichzelf en zijn politieke vrienden een diploma van onbekwaamheid. Ten onrechte. De Gucht is te bescheiden. Hij had indertijd wel gelijk. Die bevoegdheden werden gesplitst omdat het Belgische niveau niet werkte. Delegaties rolden bekvechtend over de straat tijdens hun buitenlandse bezoeken. Zo gênant dat iedereen begreep dat het zo niet langer kon. De buitenlandse handel is alleen maar toegenomen sedert Vlaanderen er zelf verantwoordelijkheid voor draagt. Splitsen werkt. Maar dat gaat dan wel ten koste van de macht van federale ministers als De Gucht. Eigenbelang wordt in onze politiek graag verkocht als “gezond verstand”.

■  Peter D e Roover

februari 2007  nr. 2

Doorbraak

11


BUITEN L AN D

Het einde van Groot-Brittannië in zicht? ‘We can still rise now And be the nation again!’ Op 16 januari was het precies driehonderd jaar geleden dat de “Treaty of Union” werd geratificeerd. De “Acts of Union” traden in werking op 1 mei 1707: het Koninkrijk van Groot-Brittannië was geboren en het Engelse en het Schotse parlement smolten samen tot het Parlement van Groot-Brittannië. Beide zijden hadden er belang bij: Engeland om zijn veiligheid naar het noorden toe gegarandeerd te zien, Schotland om uit een financieel dal te klimmen. Maar hebben ze er drie eeuwen later nog altijd belang bij om onder hetzelfde staatsdak te huizen?

O

m de driehonderdste verjaardag van de Unie te vieren wordt een speciaal tweepond muntstuk geslagen, twee dagen voor de verkiezingen van het Schotse parlement op 3 mei. Het is de derde stembusgang voor de Schotse kiezer sinds de installatie van het Schotse parlement in 1999, in een modern ogend parlementsgebouw vlak tegenover het beroemde kasteel van Holyrood in Edinburgh. Een parlement dat echter niet dezelfde macht heeft als het oude, de “Estates of Scotland” dat van de 13de eeuw tot 1707 bestond. SNP aan de macht De huidige coalitie van Labour en Liberal Democrats wordt geleid door eerste minister Jack McConnell. Verwacht wordt dat Labour erop achteruit zou gaan waardoor een coalitie van de Scottish National Party (SNP) en de LibeVolgens enquêtes zou ook de ral Democrats de fakkel zou overnemen. meerderheid van de Engelsen De gedachte dat de te vinden zijn voor Schotse Schotse nationalisten onafhankelijkheid. van de SNP aan de macht zouden komen, zorgt voor de nodige zenuwachtigheid. Op het congres van zijn partij in Oban in november 2006 had Gordon Brown, de gedoodverfde opvolger van Tony Blair (Labour), al een vlammende rede gehouden om te waarschuwen voor een opsplitsing van het ­Verenigd Koninkrijk. Peiling Op hetzelfde moment had The Sunday Telegraph de resultaten van een ophefmakende enquête gepubliceerd onder de titel Britain wants UK break up. Een meerderheid van de ondervraagden, zowel in Engeland als in Schotland, was te vinden voor Schotse onafhankelijkheid: 52 % van de Schotten én 59 % van de Engelsen. Het spectaculaire van de enquête was wel dat ook Engelse onafhankelijkheid goed in de markt ligt, bij de helft van de ondervraagde Engelsen, terwijl 68 % van hen de oprichting van een eigen Engels parlement zou toejuichen. Maar echt verwonderen hoeft dat nu ook weer niet. Wie het afgelopen jaar door GrootBrittannië reed, kon vaststellen dat niet alleen de Schotse vlag in het “Noorden” alom present is, maar ook de Engelse vlag met het Sint-Joris-kruis aan vele huisgevels in het “Zuiden” hangt. Maar het draait niet alleen om symbolen. Uit de poll bleek dat 60 % van de Engelsen het niet gerechtvaardigd acht dat de overheidsuitgaven per hoofd hoger liggen in Schotland. Bedenkingen hadden ze ook bij de “West Lothian 12

Doorbraak

nr. 2  februari 2007

Het Schots parlement heeft nog niet dezelfde macht als destijds Question”: Schotse parlementsleden kunnen in Westminster stemmen over puur Engelse aangelegenheden, terwijl er zoveel Schotse thema’s zijn waarover alleen in Holyrood wordt gestemd. Toch voelen meer Engelsen dan Schotten zich nog altijd op de eerste plaats “Brits”. Hun bezwaren richten zich vooral tegen privileges voor Schotland in de vorm van bijvoorbeeld te veel overheidsgeld. Bangmakerij De verkiezingen voor Holyrood beloven een spannende strijd tussen Labour en de SNP. Brown laat geen gelegenheid voorbijgaan om de Schotse nationalisten te lijf te gaan. ‘De nationalisten leiden de mensen om de tuin’, was de teneur van zijn betoog in Oban. Hij pikte in op het economische verhaal dat de Schotse nationalisten gebruiken om hun streven naar onafhankelijkheid te onderbouwen. Zijn stelling als zou Schotland er economisch juist niet op vooruitgaan, verdedigde hij midden januari ook in een interview met The Scotsman en in een vrije tribune voor The Daily Telegraph. In geval van separatisme zouden de financiële sector en het wetenschappelijk onderzoek in Schotland een terugslag krijgen. Hij maakt de mensen onnodig bang, reageerde de SNP. Inderdaad, waarom zouden Engelse investeerders zich terugtrekken uit de financiële sector? Voor de geldmachten tellen toch politieke stabiliteit en een klimaat van veiligheid, om het even welke vlag er wappert boven de regeringszetel. Brown schuwde ook het sentimentele element niet. In 1707 hadden slechts 30 000 Schotten familieleden in Engeland, nu tweeënhalf miljoen. Al die netwerken, geweven rond familiebanden, vriendschappen, zakenrelaties, zouden volgens Brown eroderen, mochten de Schotten de onafhankelijkheid proclameren. ‘Een aparte staat zou een aparte munteenheid hebben’, aldus nog Brown. Maar net zoals hij de euro wegdenkt, vergeet hij dat het weliswaar organisatorisch, maar niet politiek een wezenlijk verschil maakt zolang alle staten en zich nieuw formerende staten maar deel uitmaken van de Europese Unie. Het nationale debat over de Britse eigenheid en de toekomst van het Verenigd Koninkrijk is alvast door de uitspraken van Brown aangezwengeld. Wordt vervolgd. ■ D irk Rochtus Doceert internationale politiek aan de Lessius Hogeschool in Antwerpen en de UA.


BOEK E N

Tiens, tiens … Wie eens een Franstalige wil lezen die de buik vol heeft van de PS én van België, verwijs ik graag naar Belgique. Le dernieur quart d’heure? van Paul-Henry Gendebien, een telg uit een oud-Belgisch geslacht. Eén van zijn voorvaderen is stichter van de Belgische staat. Op 26 februari 1831 werd hij lid van de eerste Belgische regering (onder regent Surlet de Chokier). Paul-Henry is een buitenbeentje in zijn familie. Hij werd lid van de Rassemblement Wallon (RW) in de nasleep van de splitsing van de toen nog unitaire universiteit Leuven. Heel zijn leven was hij civil servant van de Henegouwse en Waalse administratie. Begin de jaren 1980 was hij zelfs EU-parlementslid voor de RW. En van 1988 tot 1996 was hij een soort nepambassadeur van de Franse Gemeenschap van België in … Parijs. Daar is hij van wallingant rattachist geworden. Daar ook zijn z’n plannen ontstaan om – eens terug in ’t Belgenland – een rattachistische beweging op te richten. Nu weten we wel uit lectuur van alle Walloniëboeken van ex-De Standaard-journalist Guido Fonteyn dat Wallonië ‘met het hart’ voor Frankrijk is, en ‘met verstand’ voor België kiest. In 1945 koos Wallonië op een Congres National Wallon immers massaal voor aanhechting bij Frankrijk. Gendebien

was nog te jong om eraan deel te nemen, maar wat zou hij dit initiatief niet graag herhaald zien! Desalniettemin, Gendebien stichtte zijn eigen partij, de Rassemblement-Wallonie-France (RWF), maar slaagt er niet in enige aanhang te krijgen in Wallonië. In de PS zijn er nog te veel wallinganten en rattachisten. En daarom richt hij zijn pijlen ook op die partij. Met zijn bijzonder negativistisch en populistisch discours over een corrupte PS, hoopte hij wat tegenstemmen te verzamelen. Quod non. In Belgique. Le dernier quart d’heure? herhaalt hij dat discours, zowel qua stijl als qua inhoud. Inhoudelijk lijken zijn standpunten uit één of andere Vlaams-nationale bijbel te komen. Elk argument dat de Vlaamse Beweging uit de Belgische ziekte haalt, vind je ook in Gendebiens boek. En zijn pamflettaire, zelfs populistische, stijl doet dan weer denken aan pamfletten van het VB. Daarbij is de ‘moderne feodale’ PS – meer dan wie ook – kop van jut. Want dat is de grote schuldige dat Wallonië niet uit het slop komt, en afhankelijk blijft van het rechtse Vlaanderen-dat-continuaan-zijn-eigen-toekomst-en-dus-onafhankelijkheid-werkt. Oplossing: aansluiten bij het grote Frankrijk. En alle problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon. (Zou de PS dan echt géén 60% van de Waalse

ambtenaren aanstellen? Niet langer alle regeringen controleren, van gemeente tot Wallonië, Franse Gemeenschap, Franse Gemeenschapscommissie in Brussel, Brussels Gewest, Duitse Gemeenschap … en dat met 30-35% van de stemmen?) Eén citaat nog, over l’état-PS: ‘Une oligarchie corrompue et incompétente s’est emparée des institutions. Clientélisme, népotisme, favoritisme et autres sous-produits de la particratie se sont ligués pour nieur l’Etat de droit. … Il faut débelgifier la Wallonie.’ Neen, dit komt niet van een rechtse, conservatieve, katholieke Vlaams-nationalist. Maar van een linkse, vrijzinnige, republikeinse Waal, die jaren in de Waalse administratie en politiek actief was. Moet er nog zand zijn?

mer past, ook voldoende beschouwende artikels over de inhoudelijke lijn van Bitterlemon, compleet met een ‘special’ over de ‘7 c’s’, die het programma van het blad samenvatten: confederatie, constitutie, concordantie, concordia, confirmatie, consciëntie en confrontatie, alle vervat in een ‘harmonia mundi’, zoals we kennen uit Dantes Divina Commedia. Bart-Jan Spruyt, oud-medewerker van de conservatieve Edmund Burke Stichting, noteert in de marge waar het om gaat in een ‘denkblad’ als Bitterlemon: ‘het herontdekken van ideeën, om het alfabetiseren van een beweging, met een culturele omslag als doel … een podium van vorming en debat, van ontdekkingsreizen en de thuiskomst bij grote schrijvers en denkers’. Bitterlemon is géén gemakkelijke, vaak zelfs hermetische lectuur. En de talrijke verwijzingen

naar artikels in nog te verschijnen nummers, maakt het er nog moeilijker op – tenzij dit een vreemde promotiestunt moet voorstellen, om toch maar abonnees te werven. Een eerste nummer had ook een ‘gebruiksaanwijzing’ kunnen gebruiken: welke rubrieken komen aan bod, wie zijn de medewerkers … We kijken benieuwd en reikhalzend uit naar het tweede nummer.

■  KD r.

P-H Gendebien, Belgique. Le dernier quart d’heure? Quartier Libre, 197 blz., € 13,00, isbn 9 782804 022655.

Conservatisme Conservatief Vlaanderen en Nederland zijn een initiatief rijker: het tweemaandelijkse Bitterlemon. 62 dichtbedrukte bladzijden met bijdragen uit Noord én Zuid over conservatisme, actualiteit, politiek, geschiedenis, kunst … telkens met een paleoconservatieve – zeg maar Europese, ‘oud’conservatieve – blik en dus niet neoconservatief of conservatief-revolutionair. Daarbij is het de bedoeling om tegen de politiek-correcte consensus en de linksliberale paradigma’s voor het nodige intellectuele voedsel te zorgen van een culturele tegenbeweging in Europa. Bij het doorbladeren valt eerst een warrige opmaak op, een weinig leesbare zetspiegel en een gebrek aan algemene eindredactie. Maar wie de moeite doet om de stukken te lezen, merkt meteen de eruditie en belezenheid van de – vaak jonge – medewerkers. Zoals het een eerste num-

Bitterlemon, 6 nrs/jaar; jaarabonnement € 39,50, inclusief jaarlijkse essaybundel € 59,50, meer info op www.bitterlemon.eu en bitterlemon.eu@gmail.com

februari 2007  nr. 2

Doorbraak

13


KAMIKAZE

Over diefstal en doodstraf

D

at politici niet altijd weten wanneer ze beter zouden stelde hij, want niemand heeft het recht om iemand anzwijgen, is allang geen nieuws meer. Geplaagd ders het leven te ontnemen. door een niet te stuiten geldingsdrang hebben sommigen Een nobele en verdedigbare uitspraak, zou ik zo zegde neiging om over alles en nog wat hun mening te vengen. Allicht nog een gevolg van zijn diepgaande getileren. En dat kennelijk zonder vooraf goed te hebben sprekken met mediageile professor Torfs. Want tijdens nagedacht. die gesprekken bleek overduidelijk dat koele alweter De Zo overkwam het onlangs ook kameraad en kandiGucht bijna kinderlijk onzeker wordt als het over de dood daat-operazanger Johan van Oostende. Naar aanleien het hiernamaals gaat. Inderdaad nooit gedacht! ding van de heisa rond de fraude die de Belgische MaToch nog twijfels, mijnheer de minister? Geen nood. Johan rine ten voordele van ons aller prins Laurent had opgezet, In de geschiedenis van de Vlaamse Beweging kunt u ten Vande Lanotte werd Johan zowaar boos en beschuldigde hij eenieder overvloede nalezen hoe mensen zoals gij en ik, voor veel die met zijn pollen in de staatskas had gezeten zonder meer van minder dan Saddam, door de Belgische onstaat genadeloos wer‘diefstal’. Er streng aan toevoegend dat zij het ‘gestolen’ gemeenden veroordeeld en geëxecuteerd. En hoe zij omgingen met hun schapsgeld onverwijld moesten terugbetalen. Tot de laatste eunakende dood. Enkele markante namen maar, om u alvast op rocent. En daarmee basta. Jammer voor de argeloze VRT-kijker weg te helpen: Borms, Brouns, Vindevogel en Laplasse. Lezen en/of -luisteraar dat de reporter van dienst niet op zijn pootjes maar. Therapeutische werking gegarandeerd. En mocht dat niet viel om rode Johan simpelweg af te maken middels een subtiele volstaan, dan kunt ge terloops nog altijd uw gewaardeerd standverwijzing naar het ‘verbrande’ geld van Frankje en naar het punt over de doodstraf nog eens toetsen aan de Belgische wetverdwenen smeergeld van de Agusta-affaire. Dat zou toch een geving inzake abortus en euthanasie. Altijd leerrijk. mooie afsluiter geweest zijn. Of niet soms. Benieuwd of uw gebeurlijke afkeuring terzake naderhand de En wat te denken van onze dappere telg uit het boerenkrijmedia zal halen. Maar ik heb zo mijn twijfels. gersgeslacht van Berlare. Liet hij niet, toen Saddam werd opgehangen, met veel poeha aan de hele wereld weten dat de uit ■  K amikaze voering van de doodstraf voor hem niet kon? Ethisch onverantwoord,

M E G A F OO N

D

e affaire-Laurent heeft nog eens duidelijk gemaakt dat de monarchie niet meer van deze tijd is. De Morgen (13 jan.) zocht nog monarchisten om twee bladzijden te vullen, maar het was geen makkelijke opgave. Stof voor een megafoon. Jozef Deleu (dichter en essayist, vertegenwoordiger sp.a in VRT): ‘De koninklijke familie is de zichtbare schakel van dit land … Ik heb geen probleem met de monarchie’. Mimount Bousakla (senator sp.a): ‘Je zult niet één Marokkaan horen klagen over Albert’. André Oosterlinck (ererector en voorzitter van de Associatie KU Leuven): De monarchie is een ‘factor van rust en zekerheid … In een land waarin de staatshervormingen elkaar snel opvolgen - naar mijn smaak zelfs te snel - zou ik niet meteen gaan experimenteren met de rol en de functie van het staatshoofd’.

14

Doorbraak

nr. 2  februari 2007

L eve d e ko n i n g?

Freddy Willockx (minister van staat en burgemeester van Sint-Niklaas, sp.a): De koning moet wel degelijk ‘een politieke rol’ spelen in een federaal, en vooral bipolair land als België. Ik verschil dus van mening met mijn partijvoorzitter Johan Vande Lanotte om de rol van de koning terug te dringen in de formatie … Vandaag is het vooral de rechterzijde die met scherp schiet op de positie van de koning en van het hof. Ik vermoed dus geen erg democratische agenda achter veel kritiek op Laken’. Mieke Van Hecke (hoofd katholiek onderwijs): ‘Een president zou alles oneindig ingewikkeld maken … Ik ben voorstander van een staatsvorm met een monarch aan het hoofd. In België, bedoel ik. Ik heb niets tegen republieken, maar ik denk dat je de zaken in België oneindig ingewikkeld zult maken met een verkozen of een aangeduide president’.

Erwin Mortier (auteur): ‘Ik ben republikein maar verdraag de koning. Als bloempot… Het koningshuis is mijn ding niet … Zolang de meerderheid van de Belgen liever een koning heeft dan een president, aanvaard ik die koning. In die zin ben ik dus een ‘noodgedwongen’ monarchist: omdat ik democraat ben’. Mathias De Clercq (VLD-schepen Gent): ‘Ik kan niet anders dan republikeins zijn. In een democratie moet elke macht, direct of indirect, toebehoren aan mensen die democratisch gekozen zijn. En een monarchie behoort daar niet toe. Zelfs geen constitutionele monarchie. Ik vind het argument ‘dat het koningschap ingeschreven staat in de grondwet van een democratische staat’ onvoldoende …Als er wetsvoorstellen zouden komen om België om te vormen tot een republiek, zou ik dat op zijn minst in overweging nemen en wellicht steunen’. Jos Geysels (minister van staat, Groen!): ‘Liever een democratische, protocollaire Albert dan een ondemocratische president …’


Colofon

Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com

Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw.  ■  Verschijnt maandelijks (niet in augustus).  ■  Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers.  ■  H oofdredac t eur : Jan Van de Casteele  ■  K ernredac tie : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Anke Nobels, Peter De Roover  ■  M ede werkers : Ludo Abicht, Gerard Bouvier, Rudi De Ceuster, Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme, Pieter-Jan Verstraete  ■  R edac t ie - adre s : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45  ■  redactie@doorbraak.org  ■  www. doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org  ■  A bonne ment : € 16,50 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 25)  ■  S tudentenabonne ment : € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling  ■  I nterne tabonne ment : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internetabonnement.  ■  Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement.  ■  Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 17 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie.  ■  Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB  ■  Verant­woordelijke uitgever : Dirk Laeremans, ­Passendalestraat 1a 2600 Berchem  ■  ISSN 0012-5474

februari 2007  nr. 2

Doorbraak

15


16

Doorbraak

nr. 2  februari 2007


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.