België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw
www.doorbraak.org
Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
3 2007
Met het verleden win je geen verkiezingen ‘Een leuke denkoefening’, noemde Johny Van Sevenant (Radio 1) het voorstel van een aantal professoren om naast de 150 kamerleden nu bij wijze van nieuwigheidje plotsklaps 15 politici te laten verkiezen in een nieuwe federale, Belgische kieskring. Te verkiezen met een extra stem, hoera! Nieuw is het allemaal niet. De proffen pleitten er in 2005 nog voor om een derde van de kamerzetels te herschilderen in zo’n federale kieskring. Terug een federale kieskring, om wat te doen? ‘Om een democratisch probleem op te lossen’, aldus de denkgroep van professoren van de zogenaamde Pavia-groep. Volgens de Pavianen moeten we ons doodongelukkig voelen omdat we als Vlaming niet kunnen stemmen voor Laurette Onkelinx. En de Franstaligen niet voor Guy van Gent. ‘Alleen zo kunnen we praten over de taalgrens heen’, aldus Pavia-spreekbuis Kris Deschouwer. Pardon? In Kamer en Senaat kan dat dus blijkbaar niet? ‘Wij zijn geen belgicisten, maar democraten’, wist Deschouwer nog. ‘België, een halve democratie’, galmt het uit de megafoon van belgicist Luc Van der Kelen (HLN, 15 feb.) Deschouwer was de man die beweerde dat de jongste dertig jaar de verfransing van Vlaams-Brabant niet is toegenomen. De Vlaams-Brabanders zijn om zoveel humor vandaag nog aan het lachen. Deschouwer was al in 1999 medeondertekenaar van een pleidooi voor ‘communautaire vrede’, een oproep van Ludo Dierickx (B-plus) en andere ‘verzoeningsgezinden’. Andere bekende Pavia-prof is Carl Devos, als sp.a-BV vooral woonachtig in de VRT, en al jaren bepleiter van een periode van ‘communautaire rust’. Geef België ‘een landingsplaats’ na 25 jaar staatshervorming, smeekt hij. Waarom dan wel, is minder duidelijk. De Belgische ziekte? Ogen dicht, en zwijgen. Naast de proffenlobby ziet ook Verhofstadt – mister president in spe - een superclub van 15 politieke goden wel zitten. Zijn Open VLD van flamingante Belgen – ex-VU’ers incluis – volgt gedwee. Ze staan een heel klein beetje tilt, die progressieve liberalen, het ene voorstel al gekker dan het andere. Neem nu de paritaire senaat, nog zo’n onding, luid toegejuicht door de Franstaligen. Lionel Vandenberghe waarschuw-
de al voor dergelijk spektakel op de IJzerbedevaart van 1990. De helft van de mandaten in de Senaat wilde VLD al jaren geleden geven aan 40% Walen. Je moet er maar opkomen. Vier miljoen Franstaligen evenveel zetels geven als zes miljoen Vlamingen, dat komt neer op het politiek neutraliseren van twee miljoen Vlamingen, op het prijsgeven van het equivalent van 12 Vlaamse Kamerzetels Voor wijlen Hugo Schiltz (april 2002) was een paritaire Senaat de afbraak van het werk van dertig jaar en de gijzeling van Vlaanderen door de Franstaligen. Een half jaar later was hij nog feller: ‘Dit is compleet onverantwoord, zeker als die Senaat de bevoegdheid zou krijgen over de internationale verdragen of de verdere staatshervorming … Het is de ultieme voltrekking van de neutralisering van de Vlaamse meerderheid’. In 2002 waren er nog liberalen die Verhofstadt durfden tegenspreken. ‘Een paritaire Senaat, dat is pas echt een degoutant misbaksel’, vond Margriet Hermans (DM, 15 juni 2002). In de Open VLD heerst stilte. De tsaar krijgt wierook van de PS’ers Di Rupo (‘opgetogen’) en Van Cauwenberghe (‘een uitzonderlijke stap vooruit’). Dat zegt veel. Of de liberale, progressieve, “flamingante Belgen” nieuwe kiezers kunnen winnen met hun programma De Tijd van Toen, valt te betwijfelen. Inzetten op ouderwets belgicisme is een zware gok. De Slangen-trucjes (‘wij de goeie, zij de separatisten’) zijn nu al afgezaagd. Separatist is geen scheldwoord meer. Een separatist gaat ervan uit dat de Vlamingen best in staat zijn zichzelf te besturen. Een belgicist is er blijkbaar van overtuigd dat we om een of andere onduidelijke reden daartoe niét in staat zouden zijn. En dat goed bestuur zonder de Di Rupo’s, de Onkelinxen en de Demottes van deze wereld niet mogelijk zou zijn. De Vlamingen in het algemeen en de Vlaamse zelfstandigen en ondernemers in het bijzonder weten wel beter. Verhofstadt voert een verloren strijd. Met het verleden kun je geen verkiezingen winnen. ■ JAN VAN DE CASTEELE maart 2007 nr. 3
Doorbraak
1
PERSWIJS De kloof: werkloosheid ■ Annemie Van de Casteele in Het Laatste Nieuws, 13 februari
2007: ‘Als ik hoor dat Guy Verhofstadt op het congres van dit weekend “géén separatisme” tot
één van de drie breekpunten van de partij verheft, dan vrees ik dat we de indruk wekken dat Open VLD de partij van de laatste unitaristen is wat we natuurlijk niét zijn.’
■ Yves Leterme in Het Laatste Nieuws, 10 februari 2007: ‘Nergens
in Europa nérgens, zeg ik, bestaat er tussen twee aanpalende regio’s een zo groot verschil in economische ontwikkeling als tussen Vlaanderen en Wallonië. Ook niet tussen Noord- en Zuid-Italië. En Elio Di Rupo wéét dat.’
■ Philippe Moureaux (vice-voorzitter PS) over prins Philippe:
9 februari 2007: ‘Il y a un problème avec Philippe.’
■ Rik Van Cauwelaert, Knack, 9 februari 2007: ‘De communautaire inten-
ties van de Vlaamse liberalen lijken wel een doorslagje van passages uit de werkstukken van de Groep Coudenberg, een neo-belgicain gezelschap dat in de jaren 1980 werd samengebracht in salons van de Brusselse haute finance.’ ■ Jean-Luc Dehaene, Knack, 7 februari 2007: ‘Als ik vandaag in de politiek
zou beginnen – en ik weet eerlijk gezegd niet óf ik dat zou doen – dan sloot ik me wellicht aan bij een socialistische partij.’ ■ Bart Brinckman in De Standaard, 22 januari 2007: ‘De keuze voor
Valkeniers en De Bont onderstreept dat Vlaams Belang in de eerste plaats een communautaire campagne wil voeren. Dat stelt de andere speerpunten van de partij – zoals vreemdelingen en criminaliteit– in de schaduw.’ ■ Marie-Rose Morel in Het Laatste Nieuws, 22 januari 2007: ‘Het
Vlaams Belang moet zich nu beraden over hoe we goedmenende migranten voortaan aan ons kunnen binden.’
■ Bart Van Craeynest over de 200.000 jobs van Verhofstadt,
De Morgen, 9 februari 2007: ‘De werkgelegenheid is vooral afhankelijk van de con-
junctuur, waarop de overheid sowieso heel weinig invloed heeft. In die context is de belofte van 200 000 jobs eigenlijk volledig zinloos.’ ■ Louis Michel in Metro, 5 februari 2007: ‘Ik zal de eisen van sommige Vla-
mingen, bijvoorbeeld op het gebied van sociale zekerheid, nooit aanvaarden. Indien de solidariteit over de taalgrens niet meer van toepassing is, maken we geen deel meer uit van een federalistische staat.’
Emiel De Bolle
De werkloosheidskloof wordt niet kleiner. In de loop van 2006 daalde de werkloosheid in Vlaanderen met 10 025 eenheden, in Wallonië met 4 670. In Brussel bleef ze quasi ongewijzigd (+60). Op jaarbasis (2006) daalde de werkloosheid in Vlaanderen met 5,9 %, in Wallonië met 2,2 %, in Brussel helemaal niet. ‘De federale regering moet dat maar oplossen’, aldus André Antoine (cdH), de Waalse minister van Verkeer en Huisvesting. (DT, 1 febr.)
Schotland onafhankelijk?
De Scottish National Party (SNP), tweede partij in Schotland, is voorstander van onafhankelijkheid en ziet geen problemen op Europees vlak. Professor James Mitchell (Strathclyde University): ‘Ik zie niet dat andere lidstaten de stap naar onafhankelijkheid en de toetreding van Schotland tot de EU zouden kunnen verhinderen.’ (The Scotsman, 8 jan.). Op 3 mei gaan de Schotten voor de derde keer naar de stembus sinds de installatie van het Schotse parlement. Het is niet uitgesloten dat de SNP mee aan de macht komt. Volgens peilingen is zelfs een meerderheid van de Britten voor Schotse onafhankelijkheid.
Wegenvignet: nieuwe transfer
Oneens zijn Vlamingen en Walen het ook over de invoering van het wegenvignet. Michel Daerden – het idee komt van hem – en zijn Waalse regering willen het wegenvignet in 2008 invoeren. Vlaams minister van Financiën Dirk Van Mechelen wil uitstel (afstel?). De Nederlanders denken er het hunne van. ‘Die Daerden? Die staat toch bekend om zijn lallende tv-optredens’, luiden de commentaren in kranten. (HLN, 9 feb.) ‘Het geld dat in Vlaanderen zal worden geïnd, zal in Wallonië worden uitgegeven. Een transfer méér dus, weliswaar een waaraan de Hollanders meebetalen’, aldus de Antwerpse VLD-schepen Ludo Van Campenhout. (DM, 11 jan.)
Vlaamse regering tegen hervorming Orde Geneesheren
De Senaatscommissie keurde het wetsvoorstel voor de oprichting van een nieuwe Orde van Artsen goed. Daar staan veel goeie dingen in, maar de Vlamingen moesten communautair inleveren. Artsen in de Vlaamse Rand zouden zich kunnen aansluiten bij de orde van Waals-Brabant (HN, 9 feb.). De Vlaamse regering zal het wetsvoorstel aanvechten bij het Arbitragehof. Vlaams Parlementslid Mark Demesmaeker (N-VA) spreekt van een nieuwe
2
Doorbraak
nr. 3 maart 2007
stap in de richting van een aansluiting van de faciliteitengemeenten bij Brussel.
Rode Duivels en “de kloof”
De Rode Duivels bakken er de jongste tijd weinig van. Voor de Franstalige pers vooral de schuld van bondscoach René Vandereycken. ‘René, het is genoeg geweest’, titelde Sud Presse. ‘Dit is de druppel’, aldus La Dernière Heure. (HLN, 9 feb.). Het zou niet de eerste keer zijn dat een communautaire breuklijn rond een bondscoach een spiraal op gang brengt die niet te overleven valt. Georges Leekens liep op het WK van 1998 op het mes van een ontevreden Scifo en bij uitbreiding van de gehele Waalse pers. Robert Waseige werd op het WK van 2002 geboycot door de Vlaamse pers.
BOIC en “de kloof”
Het Belgisch Olympisch Comité erkent de Vlaamse, Franstalige en Duitstalige sportliga’s en erkent meteen (eindelijk) dat sport een regionale bevoegdheid is. Het BOIC zelf blijft unitair via de nationale bonden. Belgische bobo’s.
Kim, Tia en “de kloof”
Na het uitzonderlijke jaar 2006 waarin Tia Hellebaut en Kim Gevaert Belgische atletiekgeschiedenis schreven, verdienden beiden eigenlijk een Gouden spike. Dat vonden althans de meeste Vlamingen. De meeste Vlamingen (Raad van Bestuur van Atletiekbond) waren voor, de Franstalige Atletiekliga (LBFA) tegen. ‘Wij hebben ons daarbij neergelegd’, aldus Willy Pennoit, directeur van de Vlaamse vleugel VAL. ‘Als ik rechtuit spreek, vind ik het ook wel jammer’, aldus Hellebaut. (HBvL,
Commentaar Foute stelling VLD: ‘noden van burgers overal gelijk’
Liberale top wil justitie onder federaal dak houden
R
ecent mochten we uit de hoek van de ex-Vlaamse liberalen weer een mooie drogredenering lezen om hun pogingen tot Belgische recuperatie te ondersteunen. De burger werd zelfs even weer van stal gehaald. De zogeheten gezagsdepartementen zoals politie en justitie zouden namelijk integraal federale bevoegdheden moeten zijn ‘omdat het duidelijk is dat de noden van de burgers over het hele land dezelfde zijn’. Typisch een stelling, die naargelang de betekenis die men aan “noden” geeft, ofwel irrelevant is, ofwel fout. Men kan natuurlijk “noden” zo opvatten dat ze inderdaad voor de burgers over het hele land dezelfde zijn: er is namelijk overal nood aan veiligheid, aan een goede rechtsbedeling, aan een correct en zinvol jeugdbeleid, aan de bescherming van rechtsgoederen, enz. Maar die stelling gaat maar op als ze zo algemeen wordt geformuleerd dat ze irrelevant is. Die noden in het algemeen houden ook niet op aan de Belgische grenzen en zelfs niet aan die van de Europese Unie. Dat zijn ook de noden van de Russische en de Chinese burgers, de Amerikaanse en de Braziliaanse. Wijze waarop Kortom: dat burgers die noden hebben, betekent nog helemaal niet dat de wijze waarop aan die noden moet worden beantwoord overal dezelfde moet zijn. Dan zouden we immers politie en justitie aan de Verenigde Naties moeten overlaten in plaats van aan de Belgische staat. Om te weten wat de noden in concreto zijn, d.i. welke instellingen en beleidsvormen de burgers nodig hebben op gebied van politie en justitie, moet men natuurlijk uitgaan van de maatschappelijke realiteit waarbinnen politie en justitie moeten werken en waaraan ze moeten beantwoorden. Dat kan maar slagen als daarbij ook rekening wordt gehouden met de voorkeuren die in de gemeenschap of gemeenschappen leven, met de concrete verwachtingen die men heeft en met de gebruiken die gegroeid zijn (ook al gaat het vaak om een misgroei, kan dat niet verholpen worden als men niet vertrekt van die scheefgegroeide situatie).
Prins Philippe
Gelijk en ongelijk Natuurlijk zijn er ook op het vlak van de concrete noden en wensen vele zaken gemeenschappelijk tussen Vlaanderen en Wallonië, net zoals overigens met Nederland, Frankrijk of Duitsland. Maar daar waar er politieke beslissingen moeten worden genomen, maatschappelijke keuzes moeten worden gemaakt, en die keuzes in de praktijk moeten worden toegepast, springen de verschillen tussen Vlaanderen en Francofonië duidelijk in het oog. Men moet maar naar het justitiele nieuws kijken om dat te zien. Die verschillen zijn er inzake verkeersbeleid, gevangenisbeleid, jeugdcriminaliteit, tolerantie ten aanzien van criminaliteit in het algemeen en bepaalde vormen in het bijzonder (denk maar aan sociale en fiscale fraude of “kleine” voornamelijk stedelijke criminaliteit).
FDF wil betogen in de Rand
Hervorming justitie Ook wat de voorgestelde hervormingen op justitie betreft, is er omzeggens niets waar Vlamingen en Franstaligen het over eens zijn. Het gaat ook om aangelegenheden waar de regels heel vaak niet op dezelfde manier worden uitgelegd of worden toegepast. Is dat erg ? Ja en neen. Dat is erg als het om “federale” regels gaat. Het is niet noodzakelijk dat rechtsbedeling en politiebeleid overal identiek zijn; het is wel nodig dat wie het anders wil doen ook zelf verantwoordelijkheid draagt, d.i. het ‘op eigen kosten’ doet. En die uitdrukking slaat duidelijk op meer dan op geld alleen.
30 jan.)
Peilingen van De Stemmenkampioen leren dat een breed deel van de bevolking twijfelt aan de capaciteiten van prins Philippe als staatshoofd. Slechts 18,4 % heeft positief geantwoord op de vraag of de prins over de nodige kwaliteiten beschikt om zijn vader op te volgen. 69,6 % vindt dat de prins ‘het niet kan’, net geen 12 % weet het niet.
Het FDF wil op 6 mei in Vlaanderen betogen om de uitbreiding van Brussel met de faciliteitengemeenten én zes Vlaamse gemeenten kracht bij te zetten. ➥
vervolg p. 11
■ MATTHIAS STORME
maart 2007 nr. 3
Doorbraak
3
M I G R AT I E
Migratiedebat moet dringend zindelijk worden gevoerd Van Open VLD naar open grenzen? U heeft het misschien ook gelezen: in de scholen van de Antwerpse binnenstad spreken twee op drie leerlingen (65 % in 2005, 60 % in 2003) thuis een andere taal. Is dit een probleem? Ja. En nog een: Open VLD wil ook de grenzen open. Is dit een probleem? Ja. België heeft nu al elk jaar een negatief migratiesaldo (meer inwijking dan uitwijking). Met een behoorlijk genereus systeem zorgen we per jaar voor huisvesting, onderwijs, sociale voorzieningen voor telkens weer 45 000 migranten meer dan het jaar voordien.
D
at steeds meer kinderen uit Nederlandstalige gezinnen naar scholen trekken buiten het stadscentrum (DS, 13 feb.), kun je bezwaarlijk een succesverhaal noemen. De oorzaken van dit fenomeen – op zich maar één van de gevolgen van massa-migratie – zijn bekend: voor de Vlaming zijn er grenzen aan de vervreemding. Trop is te veel. Te veel mentale, economische en fi nanciële spanning belasten het maatschappelijke weefsel (onderwijs, taal, cultuur en religie, huisvesting, werkgelegenheid, veiligheid, …). Hoeveel? In theorie geldt in dit land nog altijd een migratiestop. In de praktijk staan we wel buitenlanders toe om hier te komen wonen. Maar dan moet het wel gaan om politieke vluchtelingen of om gezinshereniging, mensen dus die hier al familie hebben wonen. In werkelijkheid telt België 1,5 miljoen (15 %) personen van buitenlandse afkomst of buitenlands bij geboorte. En in 2005 groeide de officiële netto-immigratie (migratiesaldo) tot 46 645 personen. Allochtonen, migranten, genaturaliseerden, tweede generatie… het vraagt wat verduidelijking in de terminologie. We baseren onderstaand cijferoverzicht op een wetenschappelijke bron (Rapport BIC en KBS).1 Allochtonen zijn mensen met een buitenlandse nationaliteit. Hun aantal stagneert, maar dat heeft zo zijn reden. Al meer dan twintig jaar geleden werden de regels ter verwerving of toekenning van de Belgische nationaliteit versoepeld. Het aantal allochtonen dat Belg wordt, is fors gestegen en neemt nog snel toe (zie figuur). Wie debatteert over integratie- of discriminatieprocessen moet rekening houden met dit gegeven. Niet onbelangrijk is de vaststelling dat vooral burgers van buiten de EU-15 en uit de tien “nieuwe” EU-lidstaten in de loop van de jongste paar jaar massaal de Belgische nationaliteit hebben verworven, terwijl het aantal naturalisaties bij burgers Tweede generatie (in België geboren)
In België geboren
Immigranten
In buitenland geboren
1 064 906 1 570 475
Totaal Buitenlanders
870 862
Genaturaliseerden (Belg geworden)
699 613 1 570 475
Totaal
4
505 569
Doorbraak
nr. 3 maart 2007
van onze buurlanden stagneert. Het integratieprobleem is op z’n minst complexer voor de eerste groepen. De aantallen Op 1 januari 2005 werden in België 1 570 475 personen geteld die van buitenlandse afkomst waren of buitenlands bij geboorte, wat neerkomt op 15 % van de Belgische bevolking. De groei In 2005 groeide de officiële netto-immigratie tot 46 645 personen. Dat is een historisch hoog peil. 90 364 migranten kwamen België binnen en 43 719 landgenoten vestigden zich in het buitenland. Dergelijk migratiesurplus, was vrijwel onbestaande rond 1985. Het is tegenwoordig bijna zo groot als in de periode 1960-’64, de hoogtijjaren van de geschiedenis van de immigratie in België in de 20ste eeuw. De percentages Op 1 januari 1991 vertegenwoordigde de allochtone bevolking 12 % van de totale bevolking van België. Dit aandeel steeg tot 13 % in 1998 en kwam uit op 15 % op 1 januari 2005. Tussen 1991 en 2005 is de allochtone bevolking gegroeid met bijna 28 %, terwijl het groeicijfer van Belgen niet meer dan 0,9 % bedroeg. Tussen de twee genoemde jaartallen is de Belgische bevolking met 458 877 personen aangegroeid, onder wie 78 325 Belgen (17 %) en 380 552 (83 % van buitenlandse herkomst). Opmerkelijk is de spectaculaire recente aangroei van de migratiestromen uit de Maghreb, die tegenwoordig tweemaal groter zijn dan in het begin van de jaren 1990. De woonplaats Vlaanderen trekt meer dan 40 % van de nieuwe immigranten (aangekomen tussen 2000 en 2004) aan, Brussel 37 % en Wallonië ternauwernood 23 %. Van de Marokkanen woont 16 % in Wallonië, 32 % in Vlaanderen (32 %, voornamelijk in de driehoek Gent-Antwerpen-Mechelen), 51 % in Brussel. Ook de meeste Turken vesti-
Evolutie van het aantal personen dat van nationaliteit is veranderd (buitenlanders die Belg zijn geworden)
Percentage allochtonen per gemeente gen zich in Vlaanderen (Antwerpen, Gent en in een sliert gemeenten gelegen tussen deze twee grote steden en Brussel én in de oude mijngemeenten van Limburg). De uitdaging Open VLD wil het migrantendebat weer opentrekken. Economische migranten voor knelpuntberoepen binnenhalen, is geen irrationeel standpunt. Maar om hoeveel jobs gaat het? In 2006 werden 36 000 bijkomende jobs gecreëerd… Dat is een pak minder dan het migratiesaldo (46 600) van het jaar voordien. En dan spreken we nog niet eens over illegalen. Met andere woorden: er komen nu al veel meer mensen binnen – ondanks de zogezegde migratiestop – dan er banen bij komen. Zoals vaker, lijkt het erop dat de liberalen uit hun nek kletsen. Waarom slagen ze er niet in een groter deel van de 438 938 werklozen (december 2006) in België te activeren? Ze zijn toch al acht jaar aan de macht? Geven ze dat half miljoen mensen op? Dat ‘open’ van de liberalen krijgt voor die mensen wel een nare bijklank. De VLD legt wel merkwaardige standpunten neer. De communautaire scheeftrekking en de daaruit voortvloeiende transfers (Wallonië telt dubbel zo veel werklozen als Vlaanderen) zijn voor de VLD’ers evenmin een probleem. Blaaskes van Slangen ‘De liberale partij is de eerste die in haar programma stelt dat we niet langer verkrampt mogen reageren op iedere economische vluchteling en dat we dringend een actief immigratiebeleid moeten voeren’, aldus Patrick Dewael en Sven Gatz (De Morgen, 14 feb.). Behoorlijk “open grenzen” dus voor de Open VLD, met de vage restrictie dat een arbeidscontract wenselijk is, dat men in het land van herkomst onze taal moet leren, enzomeer. Blaaskes van Slangen, ja. Laat ons even de liberale uitspraak parafraseren: waarom zouden we de 208 000 Waalse werklozen die willen werken – daar gaan we toch van uit – geen kans geven en laten bijdragen tot de verdere economische ontwikkeling van ons land, inzonderheid van Wallonië? Dewael en Gatz kiezen om hun stelling te staven bovendien het bizarre voorbeeld van de vacatures in de bouwsector. Waarom vindt men die niet hier? De “open grenzen” van de Open VLD zouden zwartwerk tegengaan? Zeker weten? Ook dat is voluntarisme van het zuiverste soort. Misschien kunnen ze eens nadenken over de hoge loonkosten en belastingen hier? Vergrijzing De tweede reden voor “open grenzen” is al even bedenkelijk.
M I G R AT I E
Omdat de vergrijzing toeslaat. ‘En wie gaat ons verzorgen als we oud zijn’, spinnen Dewael en Gatz. Och arme. Geen mens die de vergrijzing ontkent, dachten we, maar geen liberaal die er de voorbije vijftien jaar iets wou aan doen. In de demografie bestaat er naast migratie ook zoiets als nataliteit als bepalende factor voor de ontwikkeling van een bevolking. Het is perfect mogelijk – weliswaar met 20-30 jaar uitstel – om het tij te keren met een nataliteitspolitiek. De Scandinavische landen zijn daar al een hele tijd mee bezig. Maar in VLD-België bestrijden de liberalen zoals zo vaak blijkbaar liever de gevolgen van een euvel dan de oorzaken. De derde reden is de adoratie voor ‘de multiculturele samenleving’. Voorwaar, het is niet alleen Dehaene die socialist is geworden. Vlaams Belang Af te wachten valt of Vlaams Belang – aan het andere eind van het politieke spectrum – de anderen kan verplichten om een effectief ‘open’ en zindelijk debat over migratie te voeren. De scherpe standpunten van het vroegere Vlaams Blok hebben electoraal succes opgeleverd, maar geen politieke macht. Inzake migratie is er niets veranderd. Integendeel, VB heeft moeten ervaren dat de allochtonen (15 % van de bevolking) mee hebben beslist over de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen. Ze zullen dat nog doen. Recente uitspraken van onder meer Bruno Valkeniers en Marie-Rose Morel hebben aangetoond dat Vlaams Belang rationeler wordt. Om het debat alleen maar te openen en vervolgens zindelijk te kunnen voeren, is dat meer dan nodig. Mathias Danneels citeerde in Het Nieuwsblad onlangs Bruno Valkeniers: ‘Het mag eens benadrukt worden, ook nieuwe Vlamingen horen thuis in onze rangen. Als zij, zoals er al velen zijn, aanvaarden dat Vlaanderen hun nieuwe vaderland is. Het Vlaanderen dat wel gastvrij en multi-etnisch kan zijn, maar waar maar één leidcultuur kan zijn en dat is de Nederlandse, de Vlaamse cultuur en dat is de onze! Als zij dat aanvaarden, dan doet het er voor mijn part, voor ons part, niet toe wie hun voorouders waren’. Valkeniers zei dat op de nieuwjaarsreceptie van het Antwerpse Vlaams Belang. ‘Een belangrijk politiek signaal’, aldus Danneels. ‘Het is duidelijk dat het binnenhalen van Bruno Valkeniers voor het VB geen eenmalige mediatieke stunt is. Maar een weldoordachte strategie… Het is voor heel veel hardcore Blok-militanten wennen, wellicht zelfs huiveren bij het discours van Valkeniers’. Ook Marie-Rose Morel liet zich niet onbetuigd: In Het Laatste Nieuws (22 januari 2007) formuleerde ze het als volgt: ‘Het Vlaams Belang moet zich nu beraden over hoe we goedmenende migranten voortaan aan ons kunnen binden…’. Als Vlaams Belang een haalbaar alternatief wil voor de ‘open grenzen’ van de Open VLD, zal het in die richting moeten denken. ■ JAN
VAN DE CASTEELE
1. Internationale migratiebewegingen en allochtone bevolkinsgroepen. Statistische en demografi sche gegevens. GéDAP-SPED-UCL. Rapport van het Belgisch Interuniversitair Consortium over Immigratie en Integratie (m.m.v. de Koning Boudewijnstichting):
maart 2007 nr. 3
Doorbraak
5
PEI L I N G EN, PERS EN P O L I T I EK
De ‘hilarische peiling’ van De Stemmenkampioen in Antwerpen Achter de schermen van De Stemmenkampioen (deel 2) In een e-mail die Frank Thevissen op 21 november 2006 van Yves Desmet (De Morgen) ontvangt, noemt de hoofdredacteur de peiling die Het Laatste Nieuws (HLN) in de aanloop van de gemeenteraadsverkiezingen voor Antwerpen uitbracht “hilarisch”. Omdat de lokale editie van De Stemmenkampioen het verkiezingsresultaat van sp.a-Spirit in Antwerpen met maar liefst 11,6 % onderschatte. Hoe ‘hilarisch’ was die peiling uiteindelijk en waarom werd de sp.a zwaar onderschat? Frank Thevissen antwoordt in dit tweede deel van de reeks ‘Achter de schermen van De Stemmenkampioen’.
T
hevissen: Met het oog op 8 oktober 2006 werkten we voor HLN voor vier Vlaamse steden lokale edities uit van De Stemmenkampioen: Brugge, Mechelen, Gent en Antwerpen. Dat zou ons toelaten om de switchpoll-techniek, die we in de aanloop van de Vlaamse parlementsverkiezingen 2004 succesvol hadden toegepast, meteen ook te testen bij lokale verkiezingen. Allerminst een eenvoudig experiment, gezien het atypische karakter van die verkiezingen. Frank Willemse, ex-politiek journalist bij HLN, met wie ik in 2004 samen het format voor de rapportering van onze peiling in HLN bij de Vlaamse verkiezingen uitwerkte, ontraadde me prompt dit lokale avontuur. Ook Luc Van der Kelen was niet erg gewonnen voor een Antwerpse editie van De Stemmenkampioen: de particulariteit van lokale verkiezingen hield volgens hem te veel risico’s in. Er was echter maar één manier om dat te weten te komen en dat was uiteindelijk: doen! Doen Toen HLN ons de mogelijkheid bood, grepen we de kans met beide handen. Het leeuwendeel van de aandacht zou gaan naar De Stemmenkampioen Antwerpen: de gemeenteraadsverkiezingen zouden er vele malen het lokale belang overstijgen. Van bij de start merkten we dat we onze lokale panels slechts moeizaam kregen samengesteld. De methodologie van De Stemmenkampioen is voor een groot deel geënt op de wet van de grote getallen en daarom werd ons streefcijfer in Antwerpen bepaald op 5000 panelleden. Een onaangepaste marketingstrategie om “kiezers” te rekruteren, deed ons Antwerpse panel echter stranden op nauwelijks 2000 deelnemers. Na wegwerking van oververtegenwoordigingen in het panel en het fi lteren van oneigenlijke deelnemers hielden we een operationeel panel over van nauwelijks 800 deelnemers. In Gent
Grafiek 1
6
Doorbraak
waren er dat amper 500. In Mechelen en Brugge waren de aantallen nog pietluttiger: reden trouwens waarom er van deze steden nooit prognoses werden gepubliceerd. Qua meetcomfort zaten we dus op ons tandvlees en even werd er zelfs overwogen om het project vroegtijdig stop te zetten. Nog een probleem was dat van bij de start van de lokale Stemmenkampioen in juni 2006, we bij de deelnemers weinig animo vaststelden voor de lokale verkiezingen. Vele deelnemers hielden gewoon hun ‘nationale stemgedrag’ aan.1 Euforie en paniek De Antwerpse CD&V/N-VA veerde vanaf de eerste peiling – gepubliceerd op 10 juli – op tot bijna 20 %, terwijl VLD/Vivant daalde van 17 % in 2000 tot ongeveer 10 %. Zo groot de onderdrukte euforie was bij de CD&V Antwerpen, zo groot was ook de paniek bij de plaatselijke VLD. ‘Gisteren hebt u het resultaat kunnen lezen van een zogenaamde peiling uitgevoerd via De Stemmenkampioen. Het is duidelijk dat de militanten van de CD&V zich hiervoor massaal hebben geregisteerd om hun stem via deze website uit te brengen. We beschouwen de peiling dan ook niet als relevant, maar het probleem is dat naar buiten uit alweer een negatief imago van de VLD wordt opgehangen’, zo reageerde een woedende Stephan Bogaert, voorzitter van VLD Groot-Antwerpen in De Standaard (13 juli 2006). De waarheid was evenwel dat de CD&V ruim ondervertegenwoordigd was in ons Antwerpse panel – vandaar trouwens ook de sterke afwijking – en VLD ruim oververtegenwoordigd (en derhalve meer kans om correct te voorspellen). De overspannen reacties gaven vooral te kennen welke triviale opvattingen men huldigde over de werking van De Stemmenkampioen.2
Grafiek 2
nr. 3 maart 2007
Voorkeurstemmen
Verhouding Prognose SK
Prognose SK (excl.onbesl.)
Patrick Janssens (sp.a)
71 289
53,2 %
51,0 %
53,3 %
Filip Dewinter (VB)
62 642
46,8 %
44,6 %
46,7 %
Onbeslist/ geen mening
4,4 %
SK = Stemmenkampioen Antwerpen 2006 Patrick en partij Behalve naar de partijpolitieke voorkeur peilden we via de module “Het favoriete stadsbestuur” in Antwerpen ook naar de voorkeur van de kiezer voor een selectie van 60 lokale kandidaten. We stelden vast dat er een enorme discrepantie opdook tussen de individuele score van Janssens en de score van zijn partij. Als we achteraf de verhouding inzake voorkeurstemmen van zowel Dewinter (62 642) als Janssens (71 289) vergelijken met de voorkeur die onze panelleden voor beide kandidaten opgaven – na herweging uiteraard – dan zien we dat De Stemmenkampioen de verhouding in score van beide kandidaten tot op 0.1 % juist weergaf (zie tabel). En de VRT? De peiling van de VRT/GVA, steunend op een zogenaamde “representatieve steekproef” onderschatte het verkiezingsresultaat voor de sp.a in Antwerpen nog zwaarder dan De Stemmenkampioen: terwijl het voorspelde resultaat van De Stemmenkampioen 11,6 % afweek van de reële verkiezingsuitslag van de sp.a (zie grafiek 1), liep deze afwijking in de VRT/GVApeiling op tot 12,1 % (zie grafiek 2). Toch kwam volgens Yves Desmet enkel De Stemmenkampioen in aanmerking voor de titel van ‘de meest hilarische peiling’. Overvallen door acute journalistieke blindheid, ontging dit De Morgen. De VRT/GVA-peiling week 24,2 % af van de reële verkiezingsuitslag. De Stemmenkampioen deed het nauwelijks beter met een totale afwijking van 23,3 %. Voor VLD/ Vivant (0,7 % overschatting!), Groen (1,2 % overschatting), Vlaams Belang (2,0 % overschatting) en ‘anderen’ (0,2 % overschatting), waren de prognoses van De Stemmenkampioen overigens ver van ridicuul. Naast het feit dat de klassieke partijpolitieke stemmodule van De Stemmenkampioen het Janssens-effect niet opving, gleed de peiling bijkomend fors uit over de uitslag van de sterk ondervertegenwoordigde CD&V/N-VA: van de voorspelde 18,8 %, haalde het kartel in Antwerpen uiteindelijk maar 11,2 %. Waar zat de fout? De spectaculaire afwijking voor sp.a-Spirit in Antwerpen in vergelijking tot het reële verkiezingsresultaat, niet voorspeld door ons, maar nog minder door de klassieke VRT-peiling had alvast een hint moeten zijn dat de correcte voorspelling van een verkiezingsuitslag niet louter een kwestie is van “representativiteit”, zoals vele journalisten en politici nog steeds volkomen ten onrechte denken. De Stemmenkampioen is bij de evaluatie tot de conclusie gekomen, dat behalve de problemen met het (te) kleine panel, er nog een reeks andere factoren een rol hebben gespeeld die het onbehoorlijk voorspellen van de verkiezingsuitslag in Antwerpen in de weg stonden. In het panel waren er onvoldoende onbesliste kiezers verte-
genwoordigd (cruciaal om een correcte prognose te kunnen berekenen). Voor een relatief hoog aantal “nieuwe kiezers” die voor de eerste keer hun stem uitbrachten bij de Frank Thevissen gemeenteraadsverkiezingen, beschikten we niet over een ijkpunt. Allochtone kiesgerechtigden bleken daarenboven totaal afwezig in ons panel (de vraag is of ze wél vertegenwoordigd geraakten in de zogenaamde “representatieve” van de VRT/De Standaard). Ten slotte doorkruiste en verstoorde de uitgesproken voorkeur voor politieke sterfiguren (Dewinter, Janssens, …) de partijpolitieke basis waarop De Stemmenkampioen zijn electorale module heeft gebaseerd. Onder de titel ‘Onze kampioen: Frank Thevissen’ pakt De Morgen op 10 oktober trots uit met een zure brok riooljournalistiek waarin Pauli de ‘hilarische peiling’ in Antwerpen doodschrijft op basis van wat nonsensikaal gebazel over steekproeven: ‘de techniek (van De Stemmenkampioen) is laakbaar: het is immers geen toevallige steekproef’. Het enige niet-toevallige evenwel, was dat er in alle talen over de ‘representatieve steekproef’ van andere peilers werd gezwegen.
PEI L I N G EN, PERS EN P O L I T I EK
Tabel 1
■ PROF. DR. FRANK THEVISSEN Hoofddocent Bedrijfscommunicatie en Politieke Marketing, Vrije Universiteit Brussel 1. Sluitend bewijs daarvoor waren de talrijke motieven die deelnemers achterlieten om hun verandering van electorale voorkeur te motiveren: “ik sta volledig achter de aanpak Yves Leterme” of “de VLD is haar geloofwaardigheid kwijt en daarom stem vanaf nu op het Vlaams Belang”. 2. Indien een partij fl ink oververtegenwoordigd is in het panel, dan betekent dat geenszins dat die partij ook een goed peilingsresultaat neerzet: in onze peiling heeft het ene (over- of ondervertegenwoordiging) geen uitstaans met het andere (vastgesteld electoraal marktaandeel).
In de derde en laatste afl evering (Doorbraak april) gaat Frank Thevissen dieper in op de peilingen gevoerd in de turbulente decembermaand van vorige jaar, toen Jean-Marie Dedecker de N-VA zou versterken.
Infiltratie Een grote misvatting is dat “infiltratie” bij de Stemmenkampioen ‘een evidentie’ zou zijn. Zodra er vanuit een of meerdere hoeken massaal zou worden ingeschreven via het open registratiesysteem, veranderen meteen de ‘natuurlijke evenwichten’ binnen het panel en worden oneigenlijke deelnemers meteen ‘in passief’ geschakeld. Dit betekent dat ze wel meestemmen, maar hun stem niet wordt opgenomen in de berekeningen. Ondanks regelmatige meldingen van oproepen tot mobilisatie en onheilspellende berichten over pogingen tot knoeien of vervalsingen van onze peilingen, is er trouwens nog nooit een collectieve ‘aanval’ uitgevoerd op het panel. We weten dat met stellige zekerheid op basis van de stabiliteit van de wegingscoëfficiënten (die geraken meteen fors uit balans zodra men zich massaal vanuit één hoek zou registeren) en – nog het meest overtuigende bewijs – van het uitblijven van enige aangroei van het panel na de lancering van zulke oproepen.
maart 2007 nr. 3
Doorbraak
7
ECO N O M I E
Werkgelegenheidsbeleid regionaliseren Een ijsberg in de staatshervorming De regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid staat bovenaan de agenda van de staatshervorming, tenminste voor de meeste Vlaamse partijen. Maar het is niet zo duidelijk wat de verschillende partijen hieronder verstaan. Er wordt veel mist over gespuid. Misschien bewust, want onder de oppervlakte van de slogantaal zit een ijsberg van een dossier die het hart van de Belgische unie raakt.
H
et werkgelegenheidsbeleid heeft drie dimensies: vooreerst het bevorderen van jobcreatie (de vraag naar arbeid), vervolgens er voor zorgen dat gekwalificeerde arbeidskrachten voorradig zijn (aanbod), en ten slotte het afstemmen van vraag en aanbod (bemiddeling). Drie soorten werkgelegenheidsbeleid 1. Jobcreatie (de vraag) Eerste dimensie is het beleid gericht op jobcreatie, inzonderheid door een daling jobcreatie van loonkosten of soepele arbeidsvoorwaarden (soepele aanwerving en ontslag, flexibele arbeidstijden, uitzendarbeid, Jobcreatie: tijdelijke arbeid). Dit beleid moet werkfederale bevoegdheid gevers er toe aanzetten jobs te creëren en werknemers aan te werven. In economen-termen gaat het om de bevordering van de vraag naar arbeid. Dit soort maatregelen is alsnog vrijwel uitsluitend de bevoegdheid van de federale overheid, vaak in samenspraak met het federale sociale overleg tussen vakbonden en werkgeversorganisaties. De gewesten hebben een beperkte impact. Zo besliste de Vlaamse regering vorig jaar om werkgevers aan te moedigen 50-plussers aan te werven door hen daarvoor een premie te geven. 2. Het aanbod Een tweede schuif betreft de stimulering van het aanbod van arbeidskrachten. Hier gaat het om een beleid van scholing en vorming dat arbeidskrachten klaar maakt voor de noden van de bedrijven. Evenzeer betreft het een beleid dat mensen aanport om een job aan te nemen, bijvoorbeeld door een voldoende groot verschil tussen de werkloosheidsuitkering en het loon dat men kan verdienen door te gaan werken (het counteren van de zogeheten werkloosheidsWerkloosheidsstelsel: val). federaal (RVA) Het aanporren van werkzoekenden kan ook gebeuren door hen strenger te controleren op werkbereidheid of de uitkering afhankelijk te stellen van het volgen van opleiding, op straffe van verlies van uitkering. Verder kan ook worden gedacht aan een beleid dat 50-plussers die de arbeidsmarkt hebben verlaten (bijvoorbeeld omVorming en opleiding: wille van brugpensioen) terug stimuleert vooral gemeenschappen om te gaan werken (bijvoorbeeld door de
8
Doorbraak
nr. 3 maart 2007
voorwaarden voor het brugpensioen te verstrengen). Ook de stimulering van het arbeidsaanbod, dat mensen aanzet en vormt om zich op de arbeidsmarkt aan te dienen, is deels federaal (a), deels een zaak van gemeenschappen (b), en een stukje ook van de gewesten (c). a) Het werkloosheidsstelsel is een uitsluitend federale aangelegenheid, die beheerd wordt door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). b) Vorming en opleiding zijn de zaak van de gemeenschappen, maar ook in dit domein bestaan er nog federale tussenkomsten, zoals het betaald educatief verlof of het industrieel leerlingenwezen (deeltijds leren en werken). c) Verder kunnen de gewesten iets doen aan Fiscale maatregelen: de werkloosheidsval, zoals de Vlaamse gewestelijk regering sinds dit jaar doet met de “jobkorting”, een vermindering van personenbelasting voor mensen die werken tegen een laag loon. 3. De bemiddeling Een derde afdeling in het werkgelegenheidsbeleid betreft de bemiddeling tussen vraag en aanbod. Dit beleid is er op gericht de juiste man/vrouw op de juiste plaats te brengen, door werkzoekenden toe te leiden naar Arbeidsbemiddeling: openstaande vacatures, of omgekeerd voor openstaande betrekkingen de juiste arbeids- vooral gewestbevoegdheid (VDAB) krachten te mobiliseren. Een groot deel van deze opdracht behoort tot de bevoegdheid van de gewesten. In Vlaanderen is het de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) die daar voor instaat. Waar knelt het schoentje? Bovenstaand overzicht geeft aan dat het werkgelegenheidsbeleid nogal versnipperd is tussen het federaal en regionaal niveau, met nog steeds een sterke federale greep op loonkosten, arbeidsvoorwaarden, werkloosheidsuitkeringen. Dat geeft aanleiding tot heel wat inefficiënties. Een kort overzicht: - De gewesten zijn bevoegd voor arbeidsbemiddeling en het plaatsen van werkzoekenden. Ze kunnen daarbij niet beschikken over het instrument van de werkloosheidsuitkering, verminderingen van sociale bijdragen, dienstencheques, alternatieve tewerkstellingscircuits. - De federale en regionale overheden organiseren elk hun banenplannen, wat leidt tot een vermenigvuldiging van banenplannen en een onduidelijke focus in het beleid. Gewesten hebben ook verschillende behoeften ter zake. Terwijl Wallonië zich vooral moet focussen op de bestrijding van de jeugdwerkloosheid, dient Vlaanderen vooral ouderen aan de slag te houden. - De gewesten zijn bevoegd voor de begeleiding van werkzoekenden, de gemeenschappen voor opleiding en vorming, maar het is de federale overheid die de fi nanciële vruchten plukt wanneer een werkzoekende aan de slag gaat. Omgekeerd ondervindt een gewest/gemeenschap dat onvoldoende inspan-
Welke agenda? Een regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid moet dus slaan op : a) de werkloosheidsuitkeringen
b) c) d) e)
de sociale bijdragen de loonvorming arbeidsrecht en CAO’s.
Weerstanden Dit gaat naar de kern van de Belgische unie:.het loon- en inkomensbeleid, de sociale zekerheid, het sociaal overleg. Het hoeft geen betoog dat dit een zware agenda is, die op sterke weerstanden stuiten van het Belgische establishment, vakbonden inbegrepen. Eigenlijk is de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde daarmee vergeleken klein bier. Het is dan ook geen toeval dat de meeste Vlaamse partijen tot dusver niet concreet maken wat ze precies beogen met de “regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid”. Het is een kwestie van tactiek om niet te veel in zijn kaarten te laten kijken. Maar het risico is daarmee wel groot dat het debat afloopt met een sisser door enkele ingrepen in de marge zonder aan de federale ruggengraat van het werkgelegenheidsbeleid te raken.
ECO N O M I E - PERS
ning levert om zijn werkzoekenden aan de slag te helpen, daar weinig fi nancieel nadeel van. - De lonen en arbeidsvoorwaarden worden grotendeels federaal bepaald – via federale loonakkoorden, collectieve arbeidsovereenkomsten en arbeidsrechtelijke regelingen. Die federale eenheidsworst wringt met regionale verschillen. Zo kan Wallonië zich, gelet op zijn hoge werkloosheid, niet dezelfde lonen als Vlaanderen veroorloven (er is een zeker verschil, maar lang niet groot genoeg) en moet het investeerders trekken met lage lonen. Vlaanderen van zijn kant heeft meer nood aan flexibele arbeidsregimes, zoals uitzendarbeid of soepele arbeidstijdsregelingen, om de beschikbare arbeidskrachten optimaal te kunnen inzetten. De knelpunten zijn dus drieërlei: een federaal beleid botst met regionale verschillen; de versnippering maakt alles complex en weinig coherent; de gewesten worden fi nancieel niet voor hun verantwoordelijkheid gesteld.
■ JACA
Rechtse Vlaamse krant wordt een onding Men beantwoordt geen links pamflet met een rechts pamflet Al jaren wordt in Vlaanderen getimmerd aan een project voor een “rechtse” krant of weekblad – tevergeefs. Een ramp is dat niet, want een rechtse Vlaamse krant, zoals sommigen die thans plannen, zou een onding worden.
N
iet voor niets noemt men de onafhankelijke, vrije pers “de vierde macht”, naast de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Een kritische pers is een conditio sine qua non voor een echte democratie – en tegelijk een doorn in het oog van vele politici. In het Vlaanderen van vandaag is een kritische pers meer dan ooit nodig. Normaal controleert het parlement de werking van de uitvoerende macht, maar de paarse machthebbers hebben het parlement monddood gemaakt. Daarnaast neemt men in België een steeds grotere symbiose tussen pers en politiek waar – iets waarover buitenlandse journalisten in Brussel al hun afkeuring hebben uitgesproken. Wie er de “vertrouwensbarometer” van de instellingen, die regelmatig wordt gepubliceerd, op nakijkt, zal vaststellen dat de Vlaamse pers helemaal onderaan geklasseerd staat. Samen met de politiek bengelt ze onderaan de rangschikking. De burger gaat er blijkbaar van uit dat er te veel verstandhouding is tussen de pers en de politiek, en dat de media hun taak van waakhond verwaarlozen. De verkoopscijfers van de Vlaamse “kwaliteitskranten” wekken in het buitenland dan ook een meewarige glimlach op. Het gepaste antwoord op deze toestand is evenwel niet het uitgeven van een “rechtse” krant of weekblad, die al evenmin genade zullen vinden bij het lezerspubliek. De media horen in hun verslaggeving kritisch te staan tegenover het beleid – van welke politieke kleur ook. We hoeven overigens in een krant niet altijd louter onze eigen mening terug te vinden (dat wordt al gauw vervelend),
maar we moeten wél alle feiten, alsmede duiding krijgen, zodat feiten en uitspraken in hun contekst worden geplaatst en wij zelf ons besluit kunnen trekken. De lezer is wars van zelfcensuur en vooroordelen, waarmee hij helaas in toenemende mate wordt geconfronteerd. Net zoals hij nu al kritiek uitoefent op een deel van de pers wegens de selectieve manier waarop ze de actualiteit brengt, zal een “rechtse” krant bij hem eveneens van tevoren verdacht zijn door diens gepercipieerde vooringenomenheid – pro-“rechts”, ditmaal. De media moeten alle in het parlement vertegenwoordigde partijen op billijke wijze aan het woord laten, van welke politieke strekking ze ook wezen. Het komt de journalist immers niet toe te beslissen met welke meningen zijn lezer al dan niet mag worden geconfronteerd. Als de media hun taak naar behoren vervullen, is er geen “rechtse” publicatie nodig. Maar een “rechts” blad dat dezelfde beoordelingsfouten begaat als bepaalde kranten vandaag ter linkerzijde, zal de geloofwaardigheid van rechts verder ondergraven. Zoals de Britse journalisten zeggen: ‘Never overestimate the information that your reader possesses – but never underestimate his intelligence’ (overschat nooit de informatie waarover je lezer beschikt– maar onderschat nooit zijn intelligentie). Onze media zouden er goed aan doen die uitspraak wat meer voor ogen te houden. Men beantwoordt geen links pamflet met een rechts pamflet. De doorgaans pragmatische Vlaming zal aan beide even weinig aandacht schenken. RUDI DE CEUSTER Beroepsjournalist ■
maart 2007 nr. 3
Doorbraak
9
VRIJE TRIBUNE
Het kartel is een politiek engagement voor Vlaanderen Het politieke debat gaat de laatste jaren meer en meer over de macht van partijen en de machtspositie van individuele politici. Het kartel van CD&V en N-VA gaat voor een Vlaams project. Daartoe hebben we op 14 februari 2004 een kartel afgesloten. In december 2006 hebben we deze kartelovereenkomst – op een democratische manier binnen zowel CD&V als N-VA – hernomen en bevestigd.
E
en Vlaams project – dat noodzakelijkerwijze ook handelt over meer bevoegdheden, dus meer beleidsinstrumenten – is vandaag meer dan ooit nodig. Vooreerst om doeltreffende en efficiënte antwoorden te geven op de behoeften en verwachtingen van de mensen en van de sociaaleconomische actoren. Tegen de achtergrond van een globaliserende economie heeft Vlaanderen dringend nood aan ruime sociaaleconomische bevoegdheden, met inbegrip van de fiscale en fi nanciële verantwoordelijkheid. Ten tweede omdat wij zeer ongerust zijn over de “institutionele verwarring” bij een aantal Vlaamse politici die het momenteel op het federale vlak voor het zeggen hebben. Premier Verhofstadt pleit in een aantal kranten voor een “derde weg”, “de Belgische federatie”. Karel De Gucht wil een aantal bevoegdheden herfederaliseren. Patrick Dewael wil federale en regionale verkiezingen weer laten samenvallen en noemt de resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 achterhaald. Ook Johan Vande Lanotte kent de inhoud van de Vlaamse resoluties niet meer. Paritaire Senaat De concrete invulling door Verhofstadt van de “de Belgische federatie” – die trouwens al bestaat – is de paritaire Senaat. Vanuit Vlaams standpunt is dat onaanvaardbaar omdat het een nieuw, bijkomend Franstalig blokkeringsinstrument invoert tegenover de Vlaamse meerderheid. Bovendien zou die paritaire Senaat bevoegdheden terugnemen van de deelstaten op het gebied van de goedkeuring van gemengde verdragen. Dit draait de institutionele klok meer dan tien jaar terug. Deze acute vorm van “Vlaams geheugenverlies” is nefast voor de verdere institutionele ontwikkeling van Vlaanderen. Dynamisch Het is tegen deze achtergrond dat het kartel de krachten wil bundelen en dat wij gaan voor een duidelijk communautair programma. Wij zien de staatshervorming in historisch perspectief en vooral als een dynamisch gegeven. Wij willen bij de volgende staatshervorming een fundamentele stap voorwaarts zetten. De resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 blijven daarbij een essentieel referentiepunt omdat zij maatschappelijk en politiek breed gedragen zijn. CD&V en N-VA hebben altijd gesteld dat federale regeringsonderhandelingen het moment bij uitstek zijn om een verdere staatshervorming af te dwingen. Dat zal in juni ook het geval zijn en het beloven inderdaad moeizame onderhandelingen te worden. Bovendien moet worden opgemerkt dat de Waalse gewestregering voor de uitvoering van haar “Marshallplan” niet over de noodzakelijke hefbomen
10
Doorbraak
nr. 3 maart 2007
beschikt, zoals bijvoorbeeld de vennootschapsfiscaliteit. Een belangrijke inzet voor de volgende staatshervorming is de overheveling van de sociaaleconomische hefbomen en meer fi scale autonomie voor de deelstaten. Dat is noodzakelijk voor de versterking van onze Vlaamse economie om zo meer jobs te creëren. Bevoegdheden Tegelijkertijd willen wij in het belang van een goed bestuur en conform de resoluties van het Vlaams Parlement van 1999 meer bevoegdheden voor de deelstaten op het gebied van gezondheidszorg en gezinsbeleid, mobiliteit, energiebeleid ... Voor een betere handhaving van de normen, een goede aanpak van de jeugdcriminaliteit... willen wij een grotere impact van de deelstaten in de organisatie, werking en inrichting van de politie, de rechtbanken en de strafuitvoering. CD&V en N-VA zijn twee onafhankelijke partijen. Zeker, wij verschillen soms van mening. Maar samen streven wij naar de uitvoering van de resoluties van het Vlaams Parlement, zoals geactualiseerd door CD&V en N-VA en zoals ook opgenomen in het Vlaams regeerakkoord van 2004. Op die manier willen wij de Vlaamse economie versterken en onze welvaart veiligstellen. Wij moeten de groeiende werkloosheid doeltreffend kunnen aanpakken, de belasting op arbeid gevoelig verlagen, een doorzichtig fiscaal beleid voeren, een moderne gezondheidszorg uitbouwen … Ook de splitsing van het gerechtelijk en kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde blijft een prioriteit. Verketterd In de jaren 1970 was het nog een vloek om over federalisme te spreken. In 1993 werd ik ook bijna verketterd toen ik voor het eerst over een confederale staatsopbouw sprak. Nu, bijna vijftien jaar later, zegt men dat dit een mistig concept is. Staatsrechtelijke concepten zijn altijd een algemene omschrijving, een verzameling van kenmerken, maar waarbij elke staat toch nog eigen, specifieke kenmerken kan vertonen. Zo bestaat bijvoorbeeld “de federale staat” niet, elke federale staat heeft zijn eigen kenmerken. België is daarvan een typevoorbeeld: alhoewel volgens de grondwet een federale staat, is de huidige regeling inzake de internationale bevoegdheid van de deelstaten een confederaal element in onze staatsopbouw. De deelstaten zijn rechtstreekse partners in het internationale rechtsverkeer wat hun bevoegdheden betreft. Vlaanderen heeft op dat vlak dus al een staatskarakter. Ook in ons Belgisch confederaal model zal samenwerking noodzakelijk blijven, maar dit zal gebeuren van onderuit, op basis van duidelijke afspraken. De grondige hervorming die wij nu voorstaan is een middel, een instrument om een politiek project voor Vlaanderen te verwezenlijken. Dat is een sterk en goed draaiend Vlaanderen, in het belang van de welvaart en het welzijn van eenieder die van onze gemeenschap wil deel uitmaken, en open naar Europa en de wereld rondom ons. ■ LUC VAN DEN BRANDE Vlaams Parlementslid, Gemeenschapssenator CD&V
Vlaams niveau wint aan belang
Vlaamse toppolitici staan niet meer te springen voor de federale verkiezingen. Nog niet zo lang geleden vluchtten Patrick Dewael en Karel De Gucht weg uit Vlaanderen. Anderen (Frank Vandenbroucke, Fientje Moerman) werden door hun partijen naar Vlaanderen verbannen. Vandaag is dat wel even anders. Vlaamse parlementsleden blijven liever op post. Patrick Janssens en Kathleen Van Brempt (sp.a), Bart Somers en Dirk Van Mechelen (VLD), Bert Anciaux (Spirit), Inge Vervotte en Kris Peeters (CD&V) hebben geen zin om op 10 juni een koppositie in te nemen. Franstaligen kozen al veel langer voor het regionale niveau (André Cools, Guy Spitaels, Elio Di Rupo, Laurette Onkelinx, Guy Mathot, Alain Vander Biest, Marie Arena, Michel Daerden, Jean-Maurice Dehousse…). (GVA, 3 feb.)
“De kloof” in de materniteit
In Wallonië lijdt 21,4 % van de zwangere vrouwen aan een chronische aandoening zoals diabetes, hoge bloeddruk, depressie, astma. In Brussel is dat 14,8 %. In Vlaanderen 12,1 %. Dat staat in een rapport over de medische zorg voor zwangeren. De onderzoekers zitten verbaasd naar die grote verschillen te staren. Het aantal vrouwen dat een betere terugbetaling van het ziekenfonds krijgt omdat ze een laag inkomen hebben, ligt in Brussel (13,9 %) en Wallonië (7,3 %) ook hoger dan in Vlaanderen (3,9 %). (DS, 7 jan.)
“De kloof” in de rook
In één jaar tijd zijn er in Wallonië 8 % rokers bijgekomen. In Vlaanderen is er een daling met 3 %. (HLN, 9 feb.)
De vertrouwenskloof
Bijna twee keer zoveel Walen als Vlamingen wantrouwen hun werkgever. Dat blijkt uit een peiling door het sociaal secretariaat Securex. Terwijl in Wallonië 43 % van de ondervraagden melding maakt van wantrouwen op het werk, is dat in Vlaanderen het geval bij 24 %. In Vlaanderen zijn de werknemers ook gelukkiger dan in Wallonië en Brussel. In de Vlaamse ondernemingen is 54 %, in de Waalse 38 %. (DS, 8 feb.)
Vrijspraak Lijken opwarmen
G
uy Tegenbos wil in De Standaard bijwijlen nog wel eens de Vlaamse vinger op de Belgische wonde leggen. ‘Iemand van de bijna uitgestorven garde’, hoor je dan kreunen bij het soort flamingant dat er van overtuigd is dat alles er alleen maar op achteruit gaat. Een verlammende gedachte overigens, die idee dat de Vlaamse Beweging alleen maar kan verliezen. Dat die weinig enthousiasmerend werkt op de buitenwereld, mag niet verbazen. Maar dat terzijde. Nu wil het net Tegenbos zijn, die we dus wel lusten, die op 18 januari duchtig meehelpt een belgicistische mythe in stand te houden. We lezen even samen: ‘De kiezers kunnen (op 10 juni – PDR) maar stemmen voor de helft van de ministers en de partijen die hen gisteren regeerden en die hen morgen zullen regeren. De Vlaming die van Didier Reynders (MR) houdt omdat die de belastingadministratie niet moderniseert (vreemde reden om voor Reynders te zijn – PDR), kan niet voor die man of zijn partij stemmen want hij is een Waal. De helft van de ministers en de regeringspartijen krijg je hier ongevraagd cadeau.’ Hij schrijft het niet letterlijk, maar Tegenbos lijkt hier wel een lans te breken voor één federale kieskring, zoals de Pavia-groep rond Kris Deschouwer voorstelt. Leuk debat, maar dan moeten er wel deugdelijke argumenten worden aangehaald. Argument: ‘Wij kunnen niet voor Reynders stemmen, omdat hij een Waal is.’ Feit: Ik kan ook niet voor Freya Van den Bossche stemmen. Die is nochtans Vlaams, maar kandidaat in Oost-Vlaanderen. Een Waal uit Luxemburg kan niet voor of tegen de Walen Flahaut of Demotte stemmen. Want wij kennen voor de Kamer geen Vlaamse en Waalse kieskring, maar provinciale omschrijvingen. Argument: ‘Wij kunnen maar voor de helft van de regeringspartijen stemmen.’ Feit: Er is geen enkele wet die het onmogelijk maakt om te kunnen kiezen tussen alle regeringspartijen. De PS kan en mag in Antwerpen opkomen. De VLD kan naar Luikse stemmen vissen, wanneer ze dat wil. Het is een vrije keuze dat Vlaamse partijen alleen in Vlaanderen opkomen en Waalse alleen in Wallonië (én Halle-Vilvoorde!). Die keuze maken ze niet om wettelijke redenen, maar om puur electoraal-praktische. Ze weten dat ze aan de overzijde van de taalgrens vrijwel geen stemmen halen en zich daar alleen maar belachelijk kunnen maken. Want dit land zijn in feite twee landen. Niet door, maar ondanks de wet. Mocht er een unitaire Belgische kieskring komen, zoals de redders van het Vaderland zo innig wensen, dan zou dat wel eens heel onprettig kunnen uitdraaien voor die tricoloren. Want dan zal nog duidelijker dan nu blijken dat we in twee landen wonen. Met een PS die het zuiden domineert en in het noorden niet eens de 1 %-drempel haalt. Met een Di Rupo die in Vlaanderen evenveel voorkeurstemmen haalt als de vierde kandidaat op de Lijst Dedecker. Verhofstadt zou wellicht de uitzondering op de regel vormen. Na acht jaar onVlaams beleid, mag men verwachten dat hij daarvoor de vruchten plukt in Franstalig België. Niet zo prettig voor Reynders’ MR die daardoor een aantal zetels zou kunnen verliezen aan de “Vlaamse” VLD. Welke concurrerende partij wenst de dienstdoende premier – de enige Belgische politicus die het land nog telt – zo’n cadeau in de schoot te gooien? Ze moeten nog maar eens goed nadenken voor ze dat knotsgekke idee gaan uitvoeren. Want een lijk wordt niet tot leven gewekt door het op te warmen. Ook het Belgische niet. ■ PETER D E ROOVER
maart 2007 nr. 3
Doorbraak
11
BU I T EN L A N D
Kwart van de EU-burgers staan feitelijk buitenspel De Groep van Zes ondergraaft Unie Volgens Sarkozy moet een Europese G6 bij de verdere Europese integratie het voortouw nemen om pas later tot een consensus onder alle EU-lidstaten te komen. Het Duitse EU-voorzitterschap heeft nu zowat zijn standpunt overgenomen.
N
icolas Sarkozy, kandidaat in de Franse presidentiële verkiezingen van april/mei 2007, brak op 24 september 2005 al een lans voor een Groep van Zes (G6) als ‘nieuwe motor van Europa’. Die zou benevens uit Duitsland en Frankrijk, bestaan uit Italië, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, samen goed voor zowat 75 % van de bevolking van de Unie. Volgens Sarkozy moet die G6 bij de verdere Europese integratie het voortouw nemen om pas later tot een consensus onder alle EU-lidstaten te komen. Het Duitse EU-voorzitterschap heeft nu zowat zijn standpunt overgenomen. Op 11 januari sprak Duits minister van Binnenlandse Zaken, Wolfgang Schäuble, zich uit voor informele beslissingen binnen de G6 op gevoelige gebieden zoals justitie, binnenlandse zaken, illegale immigratie, grensoverschrijdende criminaliteit en het uitwisselen van persoonsgegevens om die pas later door alle lidstaten formeel te laten goedkeuren. Kleintjes Tot groot ongenoegen van kleinere lidstaten houdt de G6 al onderonsjes sedert 2003 en nemen daarbij beslissingen die later vrijwel automatisch officieel worden bekrachtigd. Ruim een kwart van de Europese burgers staat daardoor feitelijk buiten spel. In naam van de efficiëntie wuift minister Schäuble die bezwaren weg. Volgens hem volstaat dat ieder lid van de G6 een groep van kleinere staten op de hoogte houdt en voor een harmonisatie van de standpunten zorgt ‘zoals Polen in de G6 niet alleen voor zichzelf spreekt maar ook namens alle overige Visegradlanden (Hongarije, Slowakije en de Tsjechische Republiek). Of die drie landen het daarmee eens zijn, is maar de vraag. Directorium Benevens de G8 op wereldniveau, ontstaat met de G6 ook een directorium 12
Doorbraak
nr. 3 maart 2007
binnen de EU. In zijn toespraak ter gelegenheid van het zestigjarig jubileum van de Internationale Spectator op 16 november 2006 stelde Ben Bot, Nederlands minister van Buitenlandse Zaken in de vorige regering-Balkenende, al vragen bij de G8 en de G6: ‘Steeds vaker bewandelen de grootste EU-lidstaten hun eigen weg en verkiezen ze hoofdstedelijke samenwerking boven het Brusselse. Daarmee neemt de handelingsvrijheid van de Unie als geheel af. Het is wel te verklaren waarom dit zo is: de Unie heeft in korte tijd een groot aantal nieuwe lidstaten opgenomen, terwijl de stroperige besluitvormingsprocedures en besturingsmechanismen niet tijdig zijn aangepast. Grotere lidstaten zoeken dan samenwerking buiten de kleinere om wederom, een directorium, ditmaal binnen onze eigen gelederen. De overige lidstaten kunnen niet volwaardig participeren, maar dragen wel de consequenties van de besluitvorming.’ In maart 2005 in een vraaggesprek met De Standaard verklaarde buitenlandminister Karel De Gucht: ‘Grote landen palmen EU-diplomatie in’. Hij sprak de vrees uit dat het beleid van de Unie qua buitenlandse zaken en defensie de EU-Commissie ontglipt en via “de twee hoeden” van Javier Solana – “minister van Buitenlandse Zaken” van de Unie én vice-voorzitter van de Commissie – meer en meer in handen komt van de Raad van Ministers waarin de grotere landen domineren. Naar verluidt staat minister De Gucht nu op het punt die mening bij te sturen. “Europese Grondwet” Het Europees Grondwettelijk Verdrag (artikels III-300 en 312) bevestigt het feitelijk directorium van de grotere landen en de verzwakking van de macht van de EU-Commissie ten voordele van de Raad die ook zeggingschap krijgt over de Europese diplomatieke dienst. De voormalige Duitse president, Roman Herzog, maande daarom onlangs aan tot voorzichtigheid met het huidig concept van “Europese Grondwet”. Omdat er nog geen eensgezindheid is over het bestuursmodel van de EU – federatie of confederatie – is die, volgens hem, daardoor verworden tot een ondoorzichtig kluwen dat de parlementaire democratie aantast. Het EU-parlement
is immers maar gedeeltelijk bevoegd voor het goedkeuren en controleren van EU-regelgeving, heeft geen vat op het uitlokken door lidstaten van Europese wetten die nationaal moeilijk liggen Duits BZ-minister (“driebandenspel”) Wolfgang noch op het EuroSchäuble wuift pees Hof van Justibezwaren weg tie dat via juridische interpretatie vaak het toepassingsveld van Europese wetten uitbreidt (“gouvernement des juges”). De controle door de nationale en regionale parlementen is vrijwel onbestaande. Vlaams standpunt ? Niettemin kan het, mede onder Duitse impuls, alsnog vrij vlug tot een goedkeuring van het Europees Grondwettelijk Verdrag komen. Ook België is daarvoor gewonnen wat het als klein land en in naam van de democratie, niet zou moeten zijn. Zal Vlaanderen weer eens België nalopen of de politieke moed voor een eigen visie opbrengen? Zolang de EU niet heeft beslist waar zij naartoe wil (federatie of confederatie), noch welke haar grenzen zijn, is een grondwet voorbarig. Wil Vlaanderen zijn identiteit binnen de EU bewaren, dan is een confederaal model verkieslijk. Die confederatie is territoriaal afgebakend en idealiter slechts bevoegd voor weinige maar voor heel de Unie belangrijke domeinen zoals onder meer de macro-economie, de munt, milieu, buitenlandse zaken, veiligheid, defensie, immigratie ... Voor het overige moet een zo groot mogelijke subsidiariteit gelden. De EU beschikt dan uitsluitend op haar terrein, over een echt parlement met twee kamers waarvan de eerste het bevolkingscijfer weerspiegelt en een tweede waarin elk land evenveel vertegenwoordigers telt, alsmede een beperkte uitvoerende macht met een kleinschalige administratie en een rechterlijke macht. ■ THEO L ANSLOOT
ereambassadeur
BOEK E N
Gerechtelijke moord Bij de vijftigste verjaardag van zijn terechtstelling, op 25 september 2005, werd de gewezen oorlogsburgemeester van Ronse, Leo Vindevogel, terecht en met veel belangstelling herdacht. Wat betreft de nagedachtenis van Karel de Feyter, die op dezelfde dag gefusilleerd werd, gebeurde er niets. Zelfs het tijdschrift van het Verbond van Vlaamse Oud-Strijders (VOS), waarvan hij gedurende meer dan twintig jaar secretaris was, repte met geen gebenedijd woord over deze trieste herdenking! Terecht heeft nu Peter Lemmens een boek aan de vergeten Karel de Feyter gewijd, een ‘man die leefde in de schaduw van anderen’. Een eigenlijke biografie is het niet geworden. Wel een gedegen en omstandige uiteenzetting van zijn proces. Heel veel archiefmateriaal is evenwel verloren gegaan of nog niet consulteerbaar. Via de onfortuinlijke Jef Goossenaerts geraakte De Feyter, een gewezen priester, bij de Vlaamse strijd betrokken, en kwam hij bij de werking
van de oud-strijdersvereniging VOS terecht. Vanaf 1927 werd hij VOS-secretaris in vaste loondienst. Samen met de algemene voorzitter Germain Lefever vormde hij een ideaal duo. Tijdens de zomer van 1941 was De Feyter de spilfiguur van de stichting en de werking van de Vlaamse Wacht, waarvan de manschappen uit de VOS werden gerekruteerd. Andermaal bewees hij zijn organisatorisch talent. Dit engagement zou tot zijn dood leiden. Na de bevrijding zette hij zijn werk gewoon verder alsof er geen vuiltje aan de lucht was. Hij sloeg alle goede raad om onder te duiken in de wind. De VOS-secretaris meende dat hem niets te verwijten viel en dat hij in het slechtste geval een eerlijk proces zou krijgen. Slechts langzaam besefte De Feyter dat hij een verkeerde kijk op de zaak had. Driemaal werd hij ter dood veroordeeld. Nauwelijks iemand was bereid hem te helpen. De familie deed een beroep op de Gentse bisschop, maar die vond dat iemand
als De Feyter terecht de doodstraf had verdiend. Als laatste gunst mocht hij het vuurpeloton zelf bevelen: ‘Voor Vlaanderen… Vuur’ waren zijn laatste woorden. We moeten Peter Lemmens dankbaar zijn voor het boek dat hij ons gegeven heeft. De uitgever biedt het boek aan tegen een heel democratische prijs.
zicht. Meer op een samenraapsel van activiteiten en gebeurtenissen dan op een doorwrochten historisch werk. De auteur – oud-NSV’er en huidig VB-parlementslid Wim Van Dijck – geeft dit zelf toe in het woord vooraf. ‘Te weinig tijd’, reden ook waarom het boek in twee delen verschijnt. Noem het een gemiste kans, want beschouwingen ontbreken. De geschiedenis van de vereniging met haar oudledenwerking, de rol en de impact – Van Dijck hekelt de stelling dat de NSV een ‘kaderschool’ is van het VB, maar het verkozen en niet-verkozen politieke personeel van het Vlaams Belang komt in niet geringe mate uit de studentenvereniging voort! Oud-lid Bruno Valkeniers sprak bovendien recent van een ‘eigen mars door de instellingen’ – de inhoudelijke evolutie (van integraal-katholiek Vlaams-nationalistisch verbond tot Vlaamse, nieuw-rechtse studentenactiegroep) de inhoudelijke inbreng – o.a. via het tijdschrift Branding – of de link met en rol van het Nationalistisch Jong Studentenverbond, Voorpost of het VNJ, de – niet altijd even studentikoze – strijd met het KVHV … het komt té weinig tot uiting.
Onder meer de toespraak van stichter Edwin Truyens – nu bezieler van het Vormingsinstituut Wies Moens, dat de uitgangspunten van de NSV dertig jaar terug, nog steeds verdedigt – verdient een plaats in het boek (nu te lezen op http://www. nationalisme.info/2006/11/20). Akkoord, een recensie zou niét zou mogen gaan over wat niét in een boek staat. Maar nu zal enkel een oud-NSV-lid iets aan deze bijdrage hebben. Tenzij deel 2 toch aan onze verwachtingen zou beantwoorden. We zijn benieuwd …
■ PJV.
Peter Lemmens, Voor Vlaanderen… Vuur! Het repressieproces van Karel de Feyter. Uitgeverij Egmont, 223 blz., € 12,50, isbn 90 809910 7 4.
30 jaar NSV Niet alleen de Vlaamse Volksbeweging vierde in 2006 een lustrumjaar. De Nationalistische Studentenvereniging vierde afgelopen jaar haar dertigjarige bestaan. En ook daar hoort een boek bij. Na eerst als ‘nationalistische groep’ binnen het net opgerichte Antwerpse KVHV te hebben gefunctioneerd, besliste de idelogische “hardliner” Edwin Truyens, om van zijn NSV-kern een aparte vereniging te maken. En die werd dus geboekstaafd in een tweedelige kroniek van feiten en feitjes, waarvan het eerste deel eind 2006 verscheen. Hier komt het oud Sint-Jorisgild overstijgt jammer genoeg amper de “petite histoire” die vooral voor de oud-leden interessant is. Zij zullen er zeker hun hartje aan kunnen ophalen, niet het minst aan de vele foto’s. Maar buitenstaanders met belangstelling voor de Vlaamse Beweging of de rechtsnationalistische studentenbeweging, blijven op hun honger zitten. Vele feite worden immers niet geduid, namen of gebeurtenissen niet verklaard, hoofdzaak niet van detail onderscheiden … Hoe objectief de auteur ook tewerk gaat, Hier komt het oud Sint-Jorisgild lijkt meer op een liber amicorum dan op een weloverwogen historisch over-
■ AN
Wim Van Dijck, Hier komt het oud SintJorisgild. 30 jaar Nationalistische Studentenvereniging (NSV). Deel 1. Uitgeverij Egmont, 263 blz., € 12,50, isbn 90 8099 10 82.
maart 2007 nr. 3
Doorbraak
13
KAMIKAZE
Let the King Go!
L
ap! Het is weer zover. De heisa omtrent de boude uitafvloeien naar andere bestemmingen dan het algemeen spraken van onze kroonprins-missionaris Flup is nog belang. En ook zou zijn regime het niet zo nauw nemen maar nauwelijks geluwd, of de koning zelf zit al in het met de mensenrechten. oog van een nieuwe politieke storm in een glas troebel Foei, Mijnheer Van der Maelen. Driewerf foei. Mag Belgisch water. Er komt warempel geen einde aan. ik er u aan herinneren dat er ten onzent nog altijd parEen mens zou voor minder gaan beven. Het is om tijgenoten van u rondlopen die zich in een niet eens zo meelij te krijgen met onze veelgeplaagde Coburgers. ver verleden, ook zonder blozen permitteerden om overEen bewust of onbewust lek naar de pers van een zeheidsgeld naar de rooie partijkas door te sluizen? Om kere mijnheer De Decker (geen familie van …) in verband nog maar te zwijgen over hun vele bezoeken aan beDirk Van der met een mogelijk nakend bezoek van onze vorst aan het vriende regimes waar men blijkbaar nog nooit van menMaelen wingewest van zijn roemrijk voorgeslacht was al volsenrechten had gehoord. Opletten dus en nadenken doende om de vlam opnieuw in de pan te doen slaan. De sossen, vooraleer anderen de levieten te lezen. die al altijd graag met vuur hebben gespeeld (vraag het maar Bovendien, wat mij en allicht zeer velen in Vlaanderen betreft, aan Frankje Vandenbroucke), hebben geen moment geaarzeld mag de koning zonder enig voorbehoud wel naar Congo gaan. om ook in deze het vuur aan de lont te steken. Liever nog vandaag dan morgen. Met heel zijn hebben en houBij monde van hun hoogdravende kamerfractievoorzitter hebden. En dan liefst om nooit meer terug te keren. Want een volk ben zij de wereld kond gedaan dat een staatsbezoek van “onzen” heeft geen koning nodig om een volk te blijven, maar een koning Albert aan Congo voor hen gewoon niet kan. Uitgesloten. Want, die van zijn volk vervreemd is, is mettertijd toch geen koning meer. zo orakelt het vlees geworden geweten van de rooien, Kabila Vandaar … let the king go! weet zich nog altijd omringd door mensen van zeer twijfelachtig allooi, die er niet voor terugdeinzen om overheidsgeld te laten ■ K AMIKAZE
M E G A F OO N
V
oor de titel van zijn stukje De wereld is om zeep (DM 3 feb.) haalde Bart Eeckhout inspiratie bij Urbanus. Even in het kruis trappen, was de boodschap, want het is een liedje van toen Urbanus nog jong was, ‘toen hij zijn hart en zijn portefeuille nog links droeg’. Urbanus stuurde De Morgen een antwoord en mocht het nadien nog eens uitleggen in Morgen Beter (VRT). Een megafoon waard. ‘Al wat ik heb vergaard, daar heb ik zeer hard voor gewerkt. Ik smijt niets door ramen en deuren. Heb je mij al met een Ferrari zien rondrijden? Zie je mij soms lopen in een duur Armanipak? Ik ben niet in Taiwan gaan trouwen met een halve vlieger aan genodigden achter mijn gat.’ ’Ik vermoed trouwens dat mijn bankrekening in vergelijking met die van wereldverbeteraars als Vande Lanotte, De Batselier of Steve Stevaert best meevalt. Zolang er één kaviaarsocialist tussen de linkse rangen zit, heeft daar niemand het recht om ook maar over iemands portefeuille te oordelen. Waarom zouden wij onze kinderen nog aanmoedigen om een diploma te halen of
14
Doorbraak
nr. 3 maart 2007
D e r e c h t s e r i j ka a r d
een goed vak te leren? Hoowee als ze er later goed hun boterham mee verdienen, want dan staat er meteen een lefgozer klaar om hen een schuldgevoel aan te smeren. Ik stel voor dat we Urbanus allemaal gaan stempelen, dan hoeft niemand nog te kankeren over wat de andere verdient.’ ‘Mijn hart klopt nog aardig op het ritme van de samba. Vroeger leek ik links omdat ik spotte met het rechtse gezag. Wel, nu is dat gewoon omgedraaid. De rechtse stukadoors werden uit het paleis verdreven en vervangen door linkse kwispedoors. Ze hebben een andere hoed op, maar evenveel zakken in hun vest. Ik word nu als rechts bestempeld omdat ik niet als een blinde vink meekweel in het allochtonendebat. Mensen die een straatje omlopen bij het zien van een groepje allochtonen, omdat ze al zeven keer zijn lastiggevallen,
worden in dit land als racisten beschouwd. Zou die argwaan misschien het gevolg kunnen zijn van het feit dat 85 % van onze gevangenissen bevolkt wordt door allochtonen?’ ‘De spanningen die er zijn, liggen volgens mij niet aan de onverdraagzaamheid van de Vlamingen maar aan de criminele feiten gepleegd door een “kleine” groep allochtonen. Ook het niet aflatende misbruik van onze gastvrijheid valt de mensen zwaar. Edoch, ik staar mij daar niet onnozel op. Ik vind deze toestand vooral zeer onrechtvaardig tegenover de overgrote meerderheid van vreemde mensen die hier hun best doen om te overleven en niemand een strobreed in de weg leggen.’ ‘Dat intussen het al even onrechtvaardige vooroordeel dat elke Vlaams Belanger een slecht mens is, die het niet waard is om een hand naar uit te steken, welig blijft tieren, daar heeft men hier blijkbaar minder problemen mee. Niet dat iemand er zaken mee heeft, maar ik heb nooit op het VB gestemd, zo ver ben ik nog niet heen.’
Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. ■ Verschijnt maandelijks (niet in augustus). ■ Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. ■ H OOFDREDAC T EUR : Jan Van de Casteele ■ K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Anke Nobels, Peter De Roover ■ M EDE WERKERS : Ludo Abicht, Gerard Bouvier, Rudi De Ceuster, Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme, Pieter-Jan Verstraete ■ R EDAC T IE - ADRE S : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 ■ redactie@doorbraak.org ■ www. doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org ■ A BONNE MENT : € 16,50 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 25) ■ S TUDENTENABONNE MENT : € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling ■ I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internetabonnement. ■ Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. ■ Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 17 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie. ■ Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB ■ VERANT WOORDELIJKE UITGEVER : Dirk Laeremans, Passendalestraat 1a 2600 Berchem ■ ISSN 0012-5474
maart 2007 nr. 3
Doorbraak
15
16
Doorbraak
nr. 3 maart 2007