België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw www.doorbraak.org Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
6 2007
BHV, het wordt menens. Splits mee. Info over bussen: www.vvb.org en www.haviko.org of VVB secretariaat 03 366 18 50
Misschien
T
oen Verhofstadt acht jaar geleden de eerste paarse regering in gang schoot, had hij allicht gehoopt om in 2007 een beter palmares te kunnen voorleggen. Want voor iedereen behalve hemzelf en Bart Somers, is ondertussen wel duidelijk dat acht jaar paars voor de liberalen een regelrecht fiasco zijn geworden. Professor Paul De Grauwe mocht op twee weken voor de verkiezingen in De Standaard uitvoerig de dolk in de liberale rug ronddraaien: in acht jaar paars is de belastingdruk niet gedaald, terwijl de socialisten wel alle winst van de rentedalingen gezellig mochten opsouperen in meer welvaartsstaat. De overheidsschulden zijn nauwelijks gedaald, de lopende kosten schrikbarend gestegen, alles wat waarde had, is op een drafje verkocht en een rist pensioenkassen opgevreten. Aan al wie later komt en belastingen betalen zal, onze groet. Zelfs de 200 000 banen die Verhofstadt beloofde, zijn vooral bij de overheid te vinden. Ook communautair is het palmares van paars een angstaanjagend wit blad. Gingen de relaties tussen noord en zuid plots niet verbeteren waardoor er ongelooflijke communautaire doorbraken gingen komen? Ging Wallonië zich niet economisch herstellen dankzij al die Vlaamse solidariteit? Wij hebben weinig vuurwerk gezien. Wel veel nonsens gehoord. En BHV mocht natuurlijk de regering niet doen vallen. ‘Om de liberale verwezenlijkingen niet in gevaar te brengen.’ Juist. Als je dat allemaal bekijkt, lijkt het wel of je een driedubbele idioot moet zijn om nog Belgisch premier te willen worden. Als je uitsluit dat Verhofstadt een uilskuiken is, dan heeft de partij van de premier in dit land blijkbaar héél weinig vingers in de pap als het op resultaten aankomt. De gedoodverfde overwinnaar is nu alvast Yves Leterme. De man had alvast 100 procent gelijk om zich kandidaat te stellen. Als hij iéts wil doen, dan moet Mr. Popular mee aan tafel zitten na de verkiezingen. Yves Leterme is een verstandig man. Misschien heeft hij door dat hij best Di Rupo premier kan laten worden en zelf vanop het Martelarenplein aan de touwtjes trekken. Met een
rechtstreekse koord onder de stoel van Di Rupo. Misschien. Misschien weet hij dat – als de CD&V inderdaad “incontournable” wordt – hij zich een heel stijf Vlaams been kan veroorloven. Misschien. Misschien heeft Leterme ook al door dat hij als Belgisch premier – net als Verhofstadt – evenveel invloed heeft op een staatshervorming als een mug op een tientonner. Misschien. Misschien heeft Leterme ook wel de politieke feeling om te weten dat hij de N-VA en daarmee ook de toekomstige CD&V compleet onderuithaalt als de Grote Staatshervorming maar een scheet in een fles blijkt te zijn. Misschien. Misschien heeft Leterme de ambitie zo hard de Vlaamse kaart te spelen, dat er in dit land werkelijk iets verbetert. Misschien. Maar een kind voelt aan dat we er nog niet zijn. Het Belgisch paaldorp heeft nog wat te veel paaltjes in de hoofden van die brave Vlamingen om nu al te kantelen. Leterme meent voorlopig nog dat hij stemmen kan winnen door aan hardwerkende Vlamingen te beloven dat hij pal staat voor hoge belastingen en verdere verspilling van hun centen aan een slecht bestuurd Wallonië. En blijkbaar kan hij dat nog zonder uitgejouwd te worden. Té veel Vlamingen hebben het nog té goed om écht haar op de tanden te ontwikkelen. Daarin kunnen de radikale flaminganten alvast gerust wezen: België staat garant voor verdere economische stagnatie, hoge belastingen, een inefficiente overheid en absolute politieke stilstand. Een beter klimaat voor radikale veranderingen is er niet. Ofwel slaagt Leterme erin om behoorlijk hard aan de Belgische boom te schudden, ofwel verrot het hele systeem nog wat verder in de komende jaren. Een win-win situatie voor de flaminganten. Als Leterme over even weinig moed beschikt als Verhofstadt, dan schiet er binnen vier jaar ook niet veel meer over van zijn partij. ■ Dirk Laeremans juni 2007 nr. 6
Doorbraak
PERSWIJS ACV ■ Eric Donckier over vakbondsmacht in Het Belang van Limburg,
18 mei: ‘Ooit stelde men bij het ACW vragen over de relatie met CD&V. Dat was toen de partij
van Jo Vandeurzen in de oppositie verzeilde. Nu CD&V opnieuw in goede doen is, zijn die vragen weg bij ACW. De zuilen, ze zijn sterk.’ ■ Bart De Wever over transfers, Congres N-VA, 19 mei: ‘De geldstroom
van Vlaanderen naar Wallonië is als een permanente bloedtransfusie. En wel naar een patiënt die zo vriendelijk is om onze slagaders toe te nijpen. Wij hebben er genoeg van.’
■ Peter Van Velthoven en Bruno Tuybens over Di Rupo en IJzeren
Rijn in Het Belang van Limburg, 18 mei: ‘Het negatieve advies van Elio Di Rupo
en zijn Waalse regering in verband met de IJzeren Rijn is ongehoord, inconsequent en vooral dom… Straks vragen ze in Wallonië ook nog compensaties wanneer blijkt dat het daar meer regent.’
■ Didier Reynders over PS en centen in De Standaard, 18mei: ‘In
Spanje en Ierland hebben ze het Europese geld gebruikt om hun economie opnieuw op de sporen te krijgen, in Wallonië is dat niet het geval geweest.’
■ Bruno De Wever (historicus Universiteit Gent) over onafhanke-
Werknemers zijn ongetwijfeld Vlaamsgezinder dan de gestelde lichamen van de vakbondstop. Van Luc Cortebeeck, deel van het Belgische establishment, is ons geen standpunt bekend dat ook maar een beetje Vlaams kleurt. Achter het voorwendsel van eeuwigdurende “solidariteit” negeert hij de politieke en sociaal-economische realiteit. Wallonië is een ander land, vooral een socialistisch land, dat zijn eigen ontwikkeling uitstelt door te blijven teren op Vlaamse en Europese subsidies en transfers, en zich te blijven fixeren op overheidstewerkstelling, uitkeringen, hoge vennootschapsbelastingen, dure gezondheidszorg. De ACV-standpunten (geen regiona lisering sociale zekerheid, arbeidsrecht en centrale cao’s) kelderen het imago van de vakbond in Vlaanderen.
lijkheid in Knack, 16mei: ‘De Volksunie heeft ook de onderstroom die vanaf het begin
van de jaren zeventig opgang maakte, onderschat: geen confederalisme of regionalisme, maar een anti-Belgisch sentiment. Er wordt wel altijd gezegd dat de Vlaming niet geïnteresseerd is in een onafhankelijk Vlaanderen, maar dat leeft veel sterker dan de opiniemakers ons willen doen geloven.’ ■ Frans Crols over onafhankelijkheid in Trends, 16 mei: ‘Moeilijk
heden om België om te bouwen tot twee onafhankelijke staten van de Europese Unie ontkent niemand. De geesten scheiden bij de vaststelling dat voort knoeien met staatshervormingen ten minste even moeilijk is en de onsamenhangendheid van het landsbeleid zal versterken tot België barst aan zijn constipatie.’ ■ Mathias Danneels over Vlaams Belang en Le Pen in Het Nieuws-
blad, 7 mei: ‘Het Vlaams Belang mag dan beweren dat het de ruwe en rauwe kantjes heeft
weg gevijld, het blijft fouten maken. De wel erg nadrukkelijke aanwezigheid van Jean-Marie Le Pen op de eerste rij tussen Dewinter en Frank Vanhecke, is zo’n fout.’ ■ Didier Reynders over verkeersdoden in Wallonië in De Stan-
daard, 3 mei: ‘Ik pleit voor meer onbemande camera’s op gevaarlijke Waalse wegen. Maar
daarvoor hebben we waarschijnlijk een Waalse minister nodig die tegen alcohol achter het stuur is en tegen overdreven snelheid.’
De toppers
Ook andere ACW-toppers hebben zich al vaker onderscheiden in vervreemding van hun Vlaamse biotoop. Jan Renders (ACW), is dat niet de man die in interviews zei dat hij niet wist of hij voor CD&V zou stemmen? Kantten Theo Rombouts en Renders zich niet van bij aanvang als een “partij binnen de partij” tegen het kartel van CD&V en N-VA? Was het niet Rombouts die na het Blok-proces als een volleerde theocraat vond dat ‘het gelijkheidsbeginsel voorgaat op de vrijheid van meningsuiting’? (De Tijd, 27 april 2004) En was het niet het ACV dat de aanval inzette op Dedecker, die de N-VA invloedrijker had kunnen maken?
ABVV
Ook de ABVV-top lust geen Vlaamse eieren. Rudy De Leeuw (in Leuven, 1 mei): ‘We willen de sociale zekerheid niet laten ontrafelen door het gepalaver over staatshervorming zoals in de jaren zeventig en tachtig’. ‘Dat het ABVV, met zijn financieel eigenbelang in het achterhoofd, pleit voor het behoud van de federale geldstromen in de werkloosheid, kan elk kind dat kan tellen misschien nog begrijpen. Maar dat een vakbondstop die verdomd goed weet dat arbeidsmarkt, economie en menselijk kapitaal in Vlaanderen, Brussel en Wallonië om doorgedreven maatwerk smeken teneinde iedereens kansen op een geschikte baan, opleiding en doorstart te vergroten in blinde boosheid volhardt, is volstrekt onverantwoord’
Emiel De Bolle
(Mathias Danneels in Het Nieuwsblad, 2 mei).
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
Commentaar
Sociaal pact?
De dag voor Rerum Novarum vond Guy Verhofstadt dat er een “sociaal pact” moet komen. Centraal daarin de idee dat de vakbonden – in plaats van uitbetalingsinstellingen te zijn – een rol zouden spelen ‘in de activering van werklozen… zonder dat ze er financieel aan verliezen’. Een slecht idee, dat niet spoort met de Vlaamse arbeidsbemiddeling. Bovendien weer zo’n eenheidsoplossing voor een land met twee snelheden, twee arbeidsmarkten, erg veel (Wallonië) of weinig werklozen (Vlaanderen). Een idee dat niet is gericht op de pijnpunten van de Vlaamse arbeidsmarkt en de Vlaamse economie..
Verdeeldheid
Op een bijeenkomst georganiseerd door de Vlaamse Volksbeweging, Halle-Vilvoorde Komitee en Tak in Westrand Dilbeek werd duidelijk dat de Vlaamse partijen er vooralsnog niet toe komen een front te vormen over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV). Evenmin doen ze dat inzake staats(her)vorming. ‘De dwaze Belgische revolutie (1830) heeft ons het bloed van onder onze nagels gekost’. (Louis Tobback, sp.a) ‘Samen aan een zeel trekken, ok, maar dan moet men wel willen trekken’ (Lieve Maes, N-VA). ‘De splitsing moet er komen zonder enige prijs te betalen’ (Hermes Sanctorum, Groen!). ‘Deze staatshervorming mag niet de laatste zijn’ (Roel Anciaux, Spirit). ‘Afstappen van die drieledigheid. De gemeenschappen moeten dit land leiden’. (Luk Van Biesen, Open VLD) ‘Is het federalisme zo’n succesverhaal? De VU wou een tweeledige staat. Kijk waar we nu staan’ (Bart Laeremans, VB). ‘De “macht” grijpen met het Vlaams Parlement, zoals Laeremans suggereert, als dat gebeurt, dan breekt de hel pas goed los’ (Herman Van Rompuy, CD&V). Een uitgebreid verslag van het debat: www.vvb.org/actueel.
Reynders
‘Vlaanderen blijft de geldstromen niet eeuwig tolereren’. Dat zegt Didier Reynders, de kopman van de Franstalige liberalen (De Standaard, 18 mei). Hij wijst zelf op de enorme economische en politieke kloof tussen Vlaanderen en Wallonië. Maar – logisch is het allemaal niet – tegelijk begrijpt hij niet waarom zoveel Vlamingen een staats(her)vorming willen. De MR is vooral bang voor politieke eenzaamheid in een links Wallonië. Daarom moet België blijven.
➥ vervolg p. 11
Nationale identiteit positief idee
Communautarisme
B
ij het volgen van politieke discussies treft het me vaak hoe bepaalde woorden sterk verschillende connotaties hebben. Dat geldt zelfs in intellectuele debatten op hoog niveau voor termen over de betekenis waarvan er nochtans een redelijke eensgezindheid bestaat. Het trof me bij de Franse presidentsverkiezingen opnieuw, telkens ik hoorde met wat een heftigheid het “communautaire” en meer nog het “communautarisme” worden bestreden. En neen, het gaat hier niet over anti-identitaire postmoderne belgicisten, die dit land bewonderen om zijn non-identiteit, of om het soort crooners die vinden dat alles belangrijker is dan de valse “communautaire” problemen die door de nazaten van de Volksunie in alle partijen worden aangewakkerd. Het gaat veeleer om mensen die de identité nationale als positieve idee in het vaandel dragen, die de noodzaak van gemeenschappelijke waarden benadrukken en zich verzetten tegen de fragmentatie van de samenleving. In Noord-Amerika zijn de communautarians diegenen die pleiten voor de sociale cohesie door het benadrukken van gemeenschappelijke waarden en tradities in de samenleving. Het lijkt wel alsof men grotendeels hetzelfde bedoelt met de tegenovergestelde retoriek. In Duitsland zijn de verdedigers van het gemeinschaftsdenken al eveneens de tegenstanders van de Parallelgesellschaften van minderheden en voorstanders van een gemeenschappelijke Leitkultur (soms verkeerdelijk vertaald als leidcultuur, terwijl het richtcultuur of voorbeeldcultuur betekent). En in Engeland benadrukt de conservatieve filosoof al evenzeer de noodzaak aan een natie als imagined community, als “ingebeelde gemeenschap” met de andere leden van die natie. Vanwaar die Franse furie dan wel ? Het is natuurlijk nog altijd zo dat men in Frankrijk het federalisme verwerpt en schrik blijft hebben voor een echte regionale identiteit. Maar het communautarisme waartegen in Frankrijk gefulmineerd wordt, is niet het regionalisme en zelfs niet het federalisme op territoriale basis, maar precies het ontstaan van die parallelgesellschaften, van allerlei “gemeenschappen” van migranten die steeds meer pretenderen volgens eigen wet te leven en het als racisme aanklagen wanneer dat niet wordt toegestaan. Territoriaal Wanneer de Vlamingen de splitsing vragen van Brussel-Halle-Vilvoorde, dan bezondigen zij zich dus niet aan communautarisme in de Franse betekenis, maar bestrijden zij dit precies. Zij benadrukken dat in Vlaanderen dezelfde wet voor iedereen geldt, en dat alle inwoners het Nederlandstalige karakter (richttaal weet je wel) moeten erkennen, ongeacht wat ze in private verhoudingen spreken. Maar is het Vlaamse standpunt inzake Brussel dan niet in tegenspraak daarmee? Waarom verwerpen we daar het territorialiteitsbeginsel en pleiten we juist voor “communautaire” bevoegdheden voor de Vlaamse en Frans-Brusselse gemeenschappen? Heel simpel: omdat de Vlamingen in Brussel aan autochtone minderheid zijn, die in de loop der decennia in eigen stad geminoriseerd zijn geworden. En dat vergt inderdaad een gedeeltelijk terzijde stellen van het territorialiteitsbeginsel. Dat is geen pleidooi voor echte Parallelgesellschaften. Uiteindelijk gaat het bij de Nederlands-Vlaamse en de Frans-Belgische cultuur nog atlijd om varianten van het Europese christelijke traditie. het soort varianten waarmee je nog altijd een Europese Unie kan bouwen. En dat kan precies van andersoortige zogenaamde gemeenschappen niet worden gezegd.
■ M atthias Storme
juni 2007 nr. 6
Doorbraak
WE TST R A AT G EPEI L D
Wil ongelukkige De Gucht onderzoek elimineren? Open VLD lekgeslagen in de peiling? ‘Slachting dreigt voor Open VLD’ zo titelde De Standaard op 22 mei op amper 20 dagen voor de verkiezingen, bij de bekendmaking van de jongste resultaten van de nieuwe peiling van VRT/De Standaard. Meteen stond de Wetstraat op diverse plaatsen weer in lichterlaaie. Nu De Stemmenkampioen is opgedoekt, hebben de onheilstijdingen zich voor sommigen blijkbaar snel verplaatst van De Persgroep (De Stemmenkampioen) naar Corelio (VRT/De Standaard-peiling). Hoewel Karel De Gucht bij dit soort evenementen altijd benadrukt dat hij geen statisticus en methodoloog is – en hij dat in zijn uitspraken en publicaties desbetreffende ook voortdurend op een zeer consequente wijze bewijst – mocht hij als studiogast in Terzake zijn analyse, commentaren en bedenkingen komen ventileren bij de peilingsresultaten. De uitkomsten van deze peiling werden – voorspelbaar – over de hele lijn als onbetrouwbaar afgedaan. De Gucht maakte daarbij evenwel één uitzondering: om de electorale niet-levensbaarheid van de Lijst Dedecker aan te tonen was deze peiling merkwaardig genoeg wél een betrouwbare bron. Bart Somers had net tevoren in het journaal wanhopig hoop zitten puren uit het feit dat ruim de helft van de kiezers onbeslist waren en er nog een aantal dagen resten om het belabberde peilingsresultaat voor 10 juni boven de 20% te tillen. Ook Karel De Gucht verwees als niet-statisticus met een nagenoeg wetenschappelijke ernst naar het indrukwekkende aantal onbesliste en dus nog potentieel veroverbare kiezers. Het wordt dringend tijd dat de Open VLD een strategisch manager inhuurt die deze partij eens uitlegt dat het beeld van een electorale markt die vlak voor de verkiezingen overloopt van de onbesliste kiezers die middels een eenvoudige electorale campagnevingerknip veroverd kunnen worden, een volsterkte illusie is. In het SwitchPoll-onderzoek dat nagenoeg twee jaar ononderbroken in opdracht van Het Laatste Nieuws heeft gelopen onder de merknaam ‘De Stemmenkampioen’, werd regelmatig benadrukt dat de hoge percentages onbesliste kiezers die voortkomen uit sommige traditionele peilingen complete nonsens zijn. In klassieke peilingen zijn ‘onbesliste kiezers’ bovendien in belangrijke mate het product van de gebruikte bevragingstechniek. Het gebruik van telefonische of face-to-face methoden bij electorale
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
peilingen genereert immers hoge aantallen zogenaamde onbeslisten (i.c. pseudo-onbeslisten), onder meer omdat het label onbeslist voor vele ondervraagden de gedroomde vluchtroute is om zich in een peiling niet te moeten uitspreken over z’n electorale voorkeur. De Stemmenkampioen berekende dat het aantal reële onbeslisten op korte termijn voor de verkiezingen 10 tot maximaal 15 % oploopt. Nu duikt dit percentage plotseling ook op in de media en wordt het nu plots aangehaald door andere onderzoekers (Walgrave berekende zelf 25 % via een internetpeiling bij de gemeenteraadsverkiezingen, maar ‘zelf denkt hij dat 10 tot 15 % de werkelijkheid dichter benadert’ – De Standaard van 23 mei 2007, p. 4). Dezelfde politicoloog volgt nu blijkbaar ook de nochtans gecontesteerde stelling die De Stemmenkampioen herhaaldelijk heeft aangetoond, nl. dat de meeste – significante – nettoverschuivingen van electorale voorkeur zich niet voordoen tijdens maar buiten de campagne – (cfr. Walgrave in De Standaard van 23 mei 2007, p. 4 – red.). Censuur van Karel Vooraf was De Gucht nog even op zijn redacteursstoel bij De Morgen gaan zitten om een uitspraak af te drukken waarin hij zich afvraagt of de publicatie van peilingen in de laatste maand voor de verkiezingen ‘wel verantwoord’ is? Tussen de regels werd de hang naar censuur niet eens onderdrukt. Als ik de afgelopen jaren iets heb geleerd over de beoordeling van peilingen door politici, dan is het dat velen de onweerstaanbare neiging hebben om de waarde en kwaliteit van een peiling te beoordelen in functie van de omvang van het berekende marktaandeel. Uiteraard heeft een peiling – net zoals zovele elementen – invloed; te beginnen bij de partijhoofdkwartieren zelf. Alleen over de aard, de richting en de omvang van die
invloed doen de meest wilde theorieën de ronde. Zelden zijn die theorieën wetenschappelijk getoetst of empirisch gestaafd – ze verdienen daarom hooguit het predicaat speculatie. Trouwens, de betaalde electorale campagne is niets minder dan een prijzige en veelal overbodige oefening om kiezers in de weken voor de verkiezingen te beïnvloeden. Tot strategische managers gepromoveerde communicatieadviseurs als Noël Slangen, zijn bij uitstek de ‘vervalsers bij uitstek van het politieke spel’, om in dezelfde termen van Karel De Gucht te spreken. Om (oneigenlijke) invloed uit te schakelen zal De Gucht dus niet alleen de peilingen in de media, maar ook z’n spin doctors, politieke marketeers en interne pollsters aan de deur moeten zetten. Idealerwijze wellicht ook nog z’n politieke tegenstrevers? Dergelijke verzuchtingen moeten dan ook straal genegeerd worden. Verstandiger ware het trouwens geweest om De Standaard van 17 maart 2007 even geraadpleegd te hebben. Karel De Gucht en Bart Somers zouden dan opgemerkt hebben, dat op een verwaarloosbare variatie binnen de statistische foutenmarge na, de resultaten van de nieuwe peiling van mei identiek zijn aan de peiling van maart 2007. Het resultaat van de peiling van maart 2007 is op zijn beurt quasi identiek aan de peilingsresultaten van november 2007. De benoeming van Noël Slangen, het vierde Burgermanifest van Verhofstadt, de naamswijziging van VLD naar Open VLD, de gratis catalogus ‘8JV’, het heeft allemaal geen indruk gemaakt op de kiezer. Misschien heeft de Open VLD dringend nood aan én een strategisch manager én een statisticus/methodoloog? ■ Frank Thevissen Hoofddocent Strategische Bedrijfs communicatie en Politieke Marketing Vrije Universiteit Brussel
D E M O G R A FI E
Niet vergrijzing, maar gebrek aan kinderen is het probleem De leegloop van Europa: politici zullen moed nodig hebben ‘Als we niets doen, sterft onze cultuur’, is de alarmerende titel van een artikel in Opinio, waarin een vraaggesprek is gepubliceerd met Franz-Xaver Kaufmann (1932) , van 1969 tot aan zijn emeritaat in 1997 hoogleraar aan de universiteit van Bielefeld in Duitsland. De vermaarde demograaf en socioloog1 waarschuwt voor de ontvolking van Europa.
O
ver dat thema verschenen einde mei in een aantal Vlaamse kranten merkwaardige analyses. Een studie over de vergrijzing, uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam in opdracht van Randstad, werd nogal eenzijdig geanalyseerd. ‘Zonder volgehouden migratie zal België omstreeks 2050 een klein miljoen werknemers te kort komen’ of ‘Arbeidsmarkt valt stil zonder migranten’, zo luidde het (DM, DS, NBl e.a.). Simplisme Gemakshalve elimineerde men andere opties dan migratie. Een daadkrachtige gezinspolitiek kan het tij snel keren en tegen 2030 de dalende instroom op de arbeidsmarkt ombuigen in een omgekeerde beweging. Bovendien gaat dergelijk analyse voorbij aan wijzigingen in het economisch kader. En blijft de vraag naar arbeidskracht de komende veertig jaar even groot? De alarmkreten van sommige analisten vandaag over nietingevulde vacatures contrasteert een klein beetje met de honderdduizenden werklozen in ons land. En trekken bedrijven niet naar andere oorden? Enzomeer. Demografie Demografie is een wetenschap van harde cijfers. Bij voorbeeld over geboorten. Het gemiddelde aantal kinderen per vrouw in 25 lidstaten van de Europese Unie (dus nog zonder Roemenië en Bulgarije) daalt sinds de jaren zestig tot diep onder het vervangingscijfer van 2,1.2 In 1964 kreeg een Europese vrouw gemiddeld nog 2,64 kinderen. Tien jaar later was het kritische punt bereikt (1974: 2,11). Sindsdien bleef het bergaf gaan (van 1,88 in 1980 tot 1,64 in 1990 en 1,49 in 2004). Van 1960 tot 2004 daalde dit cijfer in Rusland van 2,55 tot 1,26. In Spanje van 2,86 in 1960 tot 1,32. Italië, Griekenland, Polen en Tsjechië zitten ook rond dit cijfer. In Duitsland van 2,37 in 1960 tot 1,36. In het Verenigd Koninkrijk van 2,72 naar 1,74. Verwacht wordt dat de bevolking van Duitsland en Italië in 2050 met ongeveer
10 procent gekrompen zal zijn vergeleken met nu. Polen en Hongarije zullen nog meer krimpen. De dalende bevolking laat zich eerst voelen in het onderwijs, maar enkele jaren later op de arbeidsmarkt (daling van het aantal werkende mensen). Het sociale stelsel kan in de komende decennia inderdaad in het gedrang komen. De Duitse president Köhler vroeg al een paar jaar geleden waarom we onze ogen sluiten voor dit probleem. Geloven we niet meer in onze toekomst? Kinderen betekenen nieuwsgierigheid, creativiteit en vertrouwen. Kinderen zijn bruggen naar de wereld van morgen. Post-moderne ikkertjes zien dat blijkbaar anders. Europa krimpt, wordt ouder en bonter. Niet de vergrijzing van de bevolking is het grote probleem, wel de daling van het geboortecijfer. Beterschap? In enkele landen lijkt de krimp wat te vertragen of zelfs gestopt. In Nederland (1960 nog 3,12 kinderen per vrouw) daalde de vruchtbaarheid tot 1,51 in 1985, maar is sindsdien gestegen tot 1,73. In Frankrijk zakte het cijfer van 2,73 in 1960 tot 1,9 in 2004, maar steeg sindsdien weer lichtjes tot 2,1. Dezelfde trend in de Scandinavische landen. Dit is ten dele een gevolg van immigratie en een hoger kindercijfer bij allochtonen, en ten dele een gevolg van kindvriendelijke (gezins)politiek. Omdat we langer leven (gemiddelde leeftijd stijgt elk jaar met twee tot drie maanden) wordt het probleem nauwelijks onderkend. De vergrijzing houdt
voorlopig het bevolkingscijfer nog relatief stabiel en maakt ‘de krimp’ onzichtbaar. Die veroudering zou geen probleem zijn wanneer er voldoende kinderen werden geboren. Wat zijn de prognoses? Wat brengt de nabije toekomst? Ofwel zet de dalende trend zich lineair door, en dan sterft Europa uit. Dat gaat snel. Op één generatie kan de bevolking krimpen met eenderde. Ofwel komen er maatregelen. Het wordt een keuze tussen open grenzen (voor veel allochtonen zijn kinderen nog een rijkdom) of een gezinspolitiek. De eerst optie stelt ons voor samenlevings- en integratieproblemen. Deze optie vergt investeringen in integratie (taallessen e.d.), huisvesting, onderwijs… Een keuze voor de tweede optie heeft pas resultaat over pakweg 20-30 jaar. Beide opties of de combinatie ervan vereisen politieke moed en langetermijndenken. Politici blinken daar niet in uit. Politici en publieke opinie moeten kiezen. Wie niet wil dat onze Westerse cultuur zichzelf elimineert, en wie niet per definitie kiest voor open grenzen – met alle problemen vandien – heeft maar één alternatief: de economische aantrekkelijkheid van grotere gezinnen stimuleren. Het krijgen en opvoeden van kinderen is immers een investering in de toekomst van de samenleving: meer investeringen in hogere kinderbijslagen, aantrekkelijke kinderopvang, aftrekbaarheid van opvoedingskosten, tegemoetkomingen voor vrouwen die werk en kinderen willen combineren, maar ook voor vrouwen die gewoon huisvrouw willen zijn. Europa heeft al veel grote uitdagingen overwonnen. Voor de demografische ommekeer zal veel culturele kracht nodig zijn. De moed van de voorzitter van de Gezinsbond (zie verderop in dit blad) is alvast een mooi begin. ■ JVdC 1 Tot 1992 was Kaufmann verbonden aan het Instituut voor Demografie en Cultuur. Hij schreef onder meer het geruchtmakende boek Schrumpfende Gesellschaft: Vom Bevölkerungs rückgang und seinen Folgen (Suhrkamp, 200) 2 Algemeen wordt aangenomen dat 2,1 een geboortecijfer is dat een bevolking in stand houdt.
juni 2007 nr. 6
Doorbraak
G E ZI NSB EL EI D
Voorzitter Gezinsbond: ‘Federale poespas niet houdbaar’ Gezinsbeleid hoort thuis op Vlaams niveau Vlaanderen moet zijn eigen gezinsbeleid kunnen voeren en bevoegd zijn voor de kinderbijslagen. Wie kiest voor kinderen, is hier nog altijd achtergesteld, zowel inzake inkomen als inzake levensstandaard. Kinderbijslagen moeten de minimumkost voor voeding en kleding van kinderen (niet onderwijs) compenseren, maar dat is vandaag bij ons geenszins het geval.
R
oger Pauly: ‘Vlaanderen zou hieraan iets kunnen doen, maar de kinderbijslagen zitten nog altijd waar ze niét moeten zitten, namelijk in de sociale zekerheid en dus op federaal niveau’. Sociale zekerheid Pauly onstpint een hele reeks argumenten. ‘België is het enige land waar de kinderbijslagen worden gefinancierd via bijdragen van de werkgevers. Bovendien worden twee miljard euro uit de kinderbijslagenveloppe (gefinancierd via werkgeversbijdragen) gebruikt om op andere terreinen putten te vullen’. Kinderbijslagen en overigens ook de gezondheidszorg moeten volgens de voorzitter van de Gezinsbond dus uit de sociale zekerheid worden gehaald en rechtstreeks door de overheid worden gefinancierd. Maar vanuit Wallonië houdt men angstvallig vast aan dat systeem omwille van sociale bescherming, omwille van transfers, enz. Terwijl eigenlijk in de grondwetswijziging van augustus 1980 duidelijk was vastgelegd dat alle hulp en bijstand aan gezin en kinderen gemeenschapsmaterie werd. Opvoedingsondersteuning, kinderopvang is gecommunautariseerd, de kinderbijslagen niet. ‘Zo’n halfslachtige oplossing is geen uitzondering’, aldus Pauly, die vergelijkt met gelijkaardige ongerijmdheden in de Belgische structuren. ‘Tewerkstelling is Vlaams, maar alle uitkeringen zijn federaal gebleven. Huisvesting is Vlaams, maar de btw op de bouw of iets als de fiscale aftrek voor de isolatie van woningen zijn federaal gebleven. De bejaardenzorg is Vlaams, maar de pensioenen zijn federaal. Voor gezondheidszorg zijn er acht ministers die een woordje moeten meepraten. We hebben zes regeringen en zeven departementen, vijftig ministers, meer dan 600 politieke mandatarissen. ’t Is één grote poespas, ook naar die bevoegdheden toe. Dat is niet houdbaar op termijn.’
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
Een ander argument voor een “Vlaamse” oplossing zien sommigen in het debat over ontgroening en vergrijzing? Pauly: ‘In Frankrijk is het vruchtbaarheidscijfer 2,1. Dat is net voldoende, dankzij een genereus gezinsbeleid (tijdelijk een betekenisvolle uitkering). Wij hebben hier een geboortecijfer van 1,55, absoluut veel te laag om onze bevolking in stand te houden. In Wallonië is dat 1,72, dus daar is het probleem minder urgent. Anders geformuleerd: in vergelijking met 1964 is het aantal geboorten in Vlaanderen teruggelopen met 43 %, in Wallonië met 28 %. Dat wijst op een enorme kloof. Ook de vergrijzing is hier veel scherper dan in Wallonië. De actieve bevolking daalt hier, in Wallonië nog niet. Het gezinsbeleid moet kunnen inspelen op de maatschappelijke situatie. Bij voorbeeld op de denataliteit (terugval van het aantal geboorten), door de minimumkosten te dekken, door de combinatie van gezin en arbeid makkelijker te maken, door een goed ouderschapsverlof uit te bouwen, door op alle bestuursvelden een gezinsmodulering toe te passen (een kindereffectenrapport, dat beleidsmaatregelen onderzoekt op hun gezinsimpact)’. Vlaanderen en Wallonië hebben dus een ander demografisch beleid nodig? Pauly: ‘Vlaanderen zou na een splitsing de weg kunnen inslaan van Denemarken of Frankrijk, die een genereus gezinsbeleid voeren. Of van het kleine Luxemburg, waar de geboortepremie een heel stuk hoger is dan bij ons. Maar in Wallonië lijkt men ervan uit te gaan dat per definitie alles wat sociale zekerheid is, unitair moet blijven. Vlaanderen zit dus ook op al die terreinen geblokkeerd’. Waar ziet u die beperkingen nog? Pauly: ‘In de gezondheidszorg zijn de verschillen tussen de deelstaten bijzonder groot op talrijke terreinen (radiolo-
gie, gynaecologie, ziekenhuisgeneeskunde, specialistenconsultaties…). Onder de 25 duurste ziekenhuizen is er maar één Vlaams. Men beweert nu dat de verschillen in uitgaven verminderd zouden zijn tot “slechts” 150 miljoen euro. Dat komt niet doordat Wallonië zuiniger werd, maar doordat de uitgaven rond welvaartsziekten ook in Vlaanderen fors zijn toegenomen. Solidariteit moet er zijn, is een belangrijk kenmerk van een fatsoenlijke samenleving. Maar de verschillen zijn te groot om ze met één gemeenschappelijk beleid aan te pakken.’ Hoe zit het met de daadkracht van Vlaamse politici terzake? Pauly: ‘De jongste tijd merken we dat sommige Vlaamse politici op federaal niveau – onbegrijpelijk – de tegenovergestelde kant uitgaan. In plaats van de gemeenschappen bevoegd te maken, proberen ze zaken terug naar het federale niveau te trekken. Een mooi voorbeeld hiervan is het Fonds voor de Collectieve Uitrustingen dat kinderopvangprojecten financiert. Welnu, kinderopvang is een gemeenschapsmaterie. Een ander voorbeeld: twee paarse regeringen hadden een staatssecretaris voor het Gezin, bevoegd op een terrein waarvoor de gemeenschappen bevoegd zijn. Nog een voorbeeld: de organisatie vanuit federaal niveau van een Staten-Generaal van het Gezin.’ Betekent een splitsing van het beleid minder geld voor de Franstaligen? Pauly: ‘Er is een scheefgroei in de geografische uitkering van de kinderbij slagen. Verhoudingsgewijs met de be volking zien we voor de gewone kinderbijslaguitkeringen dat Vlaanderen 60 % van budget krijgt, en Wallonië 29 %.
Tegenstanders van uw opinie zullen zeggen dat verschillen “objectief verklaarbaar” zijn? Pauly: ‘De verschillen inzake wezen en gepensioneerden, zijn niet zo groot. Voor verschillen inzake werkloosheid wordt er een verband gelegd met de hoge Waalse werkloosheid. Maar er komt geen antwoord op de vraag waarom de verschillen zo groot zijn inzake verhoogde kinderbijslagen voor invaliden (Vlaanderen: 4,5 % van het budget voor gewone bijslagen). Indien de lat gelijk zou liggen, zou het budget in Wallonië dalen met 54 % (op jaarbasis bijna 40 miljoen euro). Wie de gemeenschappen bevoegd
wil maken voor de kinderbijslagen is niet tegen solidariteit, wel tegen het toepassen van dezelfde regels op een verschillende manier.’ In de aanloop naar de verkiezingen stellen de Vlaamse partijen zich nu toch wel Vlaams op? Pauly: ‘Alle Vlaamse partijen zijn voor de overheveling van de kinderbijslagen. De vraag is alleen hoe hard dat ze dat punt maken. Vaak luidt het antwoord ‘dat je om iets te wijzigen een akkoord moet bereiken’. Veel politici vinden hun post belangrijker dan principes. Zo lang de welvaartsituatie in Vlaanderen groot is, is de druk vanuit de bevolking niet erg groot. Maar dat kan snel veranderen. Moet ook veranderen, want Vlaanderen staat voor grote uitdagingen. De Franstaligen zouden zich redelijk moeten opstellen in de communautaire dossiers (taalwetgeving, Brussel-HalleVilvoorde), maar dat doen ze niet. Waarom in Vlaanderen een aantal mensen op stang jagen voor iets dat in feite een detail is? Dat heeft met welvaart niets te maken. Eigenlijk moest men daar vanuit
Wallonië niet over discussiëren. Het is verwonderlijk dat de dossiers waarin de Franstaligen zich hard opstellen, wel ‘opgelost’ geraken (tabaksreclame, Francorchamps). Zonder compensaties.’ En hoe regelt u een splitsing in Brussel? Pauly: ‘Hoe los je het Brussels probleem op als je twee stelsels hebt na communautarisering? Door de Brusselaars te laten kiezen tussen twee stelsels. Dat is één optie. Bovendien is het maar de vraag: Brussel als hoofdstad van Vlaanderen, is dat nog houdbaar? Een tweede optie is de weg naar een apart statuut voor Brussel, waarin ook Europa betrokken partij is. In dat geval moet een specifiek beleid voor Brussel worden uitgestippeld.’
■
G E ZI NSB EL EI D - M ED I A
Maar in de verhoogde schaal (die voor wezen, langdurig werklozen, gepensioneerden, invaliden) krijgt Vlaanderen amper 36 % en Wallonië 45 %. Twaalf procent van de Vlaamse kinderen ressorteert onder de verhoogde schaal, 26% van de Waalse kinderen. Als de verhouding in Wallonië dezelfde zou zijn als in Vlaanderen, dan zou de kost in Wallonië verminderen met 195,6 miljoen euro op jaarbasis. Acht miljard Belgische frank.’
Roger Pauly
Kennis met korte beentjes Openbare omroep en politici: Siberische democratie ‘De media wegen op de electorale en politieke waarde van individuele politici’, zegt politoloog Peter Van Aelst van de Universiteit Antwerpen (DM, 11 april). Sommige politologen durven al eens open deuren intrappen. ‘Een procentje meer of minder, kan het verschil betekenen tussen vier jaar uitvoerende macht of oppositie’, was ook de inschatting van Herman Van Rompuy (GVA, 10 april).
U
it recente cijfers blijkt dat de openbare omroep bekommerd is voor het evenwicht. Een merkwaardig soort evenwicht. CD&V, Open VLD en sp.a zijn in informatieprogramma’s ongeveer in gelijke mate aanwezig. Een vierde partij, Vlaams Belang, ongeveer de grootste, komt in het verhaal niet voor. Is dat erg? Het is op zijn minst ergerlijk. Ook voor mensen die de partij niet ten volle genegen zijn. Maar omgekeerd: een onderzoek zal misschien ooit aantonen dat dergelijke praktijken het Vlaams Blok/Belang mee hebben groot gemaakt. Mensen en kiezers willen immers zélf oordelen. En de journalisten die een deel van het politieke veld menen te moeten afdekken – althans bij de openbare omroep – zijn onhebbelijke wijsneusjes die op een grote portie misprijzen kunnen rekenen. Stolp Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen1 stelden einde 2006 dat journalisten en politici ongeveer hetzelfde lees- en
kijkgedrag hebben. Op het menu: De Standaard en De Morgen, Knack en/of Humo, het VRT-nieuws en Terzake. ‘Dat bevestigt dat ze onder dezelfde “stolp” leven. Er zijn inderdaad grotere kranten, populairdere tijdschriften en er zijn VTM en het internet. De macht van de ‘kwaliteitsmedia’ is relatief. ‘Kennis met korte beentjes’, noemde Jos Geysels dat. ‘Dat hoeft op zich geen probleem te zijn’, aldus nog de Antwerpse onderzoekers, ‘zolang politici en journalisten maar beseffen dat de media die ze dagelijks intensief volgen niet noodzakelijk een goed beeld geven van wat er leeft in de maatschappij’. We hebben de indruk dat VRT-programmamakers stekeblind zijn. De manier waarop ze ‘duiden’, werkt averechts. Het hellevuur tegen de (tweede)grootste partij is even doorzichtig als de wierookstokjes onder de poep van dochter Van den Bossche. Ook de Antwerpse academici stellen slappe kost voor. ‘Er is geen sprake van een echt cordon sanitaire rond het Vlaams Belang in de media’, schrijven Walgraeve en co. Maar twee bladzijden verder besluiten ze dat de partij ‘door een deel van de journalisten niet als een partij zoals de andere wordt bejuni 2007 nr. 6
Doorbraak
Analyse Van fictie naar feiten. De Vlaams-Belangfractie in het Vlaams Parlement analyseerde de belangrijkste VRT-informatieprogramma’s waarin politici worden uitgenodigd (1/11/2006 tot 29/04/2007) en onderzocht hoeveel keer een onderwerp aan bod kwam dat rechtstreeks handelde over een idee, voorstel, programmapunt of beleidsdaad van een bepaalde politieke partij (of kartel) of politicus. In dit perspectief bekeek men 149 Journaals, 33 afleveringen van De Zevende Dag, 36 van Morgen Beter en 114 keer Terzake (zie tabel) CD&V/ NVA
sp.a
Open VLD
VB
Groen!
Het Journaal
105
98
103
27
23
De Zevende Dag
16
19
13
5
3
Morgen Beter
20
15
15
2
3
Terzake
25
28
31
3
2
Totaal
166
160
162
37
31
Je hoeft niet eens de uitslagen van de jongste verkiezingen hiertegen af te wegen om te zien dat hier iets essentieels aan de hand is. Het cirkeldiagram (Terzake) is het duidelijkst. VB is met 24% van de Vlaamse belastingbetalers achter zich welkom in 3% van de items van Sigfried, Alain en co.
De cijfers bevestigen alleen maar wat een (voor idioot gehouden) burger natuurlijk al lang doorheeft. Dat de VRT het meest aandacht besteedt aan de partijen die deel uitmaken van de Vlaamse of federale regeringen is niet uitzonderlijk, en evenmin ergerlijk. Maar dat een kwart van de kiezers amper in 7 procent van de geduide uitzendingen wordt geduld, dat is politiek onfatsoenlijk. Uitschieter is het programma Terzake waar de Vlaamse en federale regeringspartijen samen in maar liefst 92% van de gevallen aan bod kwamen. Het Vlaams Belang wordt hier bespot met amper 3%. Democratisch debat? Democratische duiding? Voorstel ‘De openbare omroep, gefinancierd met overheidsgeld, dus met belastingsgeld, moet zich houden aan objectiviteit en neutraliteit’, zo protesteert Vlaams Belang nu. De partij herhaalt dat de in de nota De VRT en de democratische samenleving uitgevaardigde richtlijnen onaanvaardbaar zijn. Sanctie Daarom moet er voor VB een sanctiesysteem komen (eventueel intrekking van een gedeelte van de overheidsdotaties). De hui
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
dige Vlaamse Regulator voor de Media (mits aanpassing VRM-Decreet) zou deze rol kunnen vervullen. VB inspireert zich op een Frans voorbeeld. Daar bewaakt en garandeert de C onseil Supérieur de l’Audiovisuel (CSA) de objectiviteit, via maandelijkse rapporten aan alle partijen, via aanbevelingen over aanwezigheid van politici in de verkiezingscampagnes, over terughoudendheid en eerlijkheid in de commentaren. ‘De CSA is een officiële, maar vooral neutrale instantie die waakt over de objectiviteit en de politieke neutraliteit van de audiovisuele media’, aldus Vlaams Belang.
© Foto Doorbraak
M ED I A
schouwd’. Een armtierig lijstje van contacten tussen journalisten en partijen is het enige cijfermateriaal. Dit noemt men wetenschap.
Sigfried Bracke, wierookstokjes onder poep van de Freya en de deur dicht voor de grootste oppositiepartij.
Via een decreetswijziging (VRM-decreet en de gecoördineerde Mediadecreten) wil Vlaams Belang bekomen dat ook bij ons de VRM permanent het beleid van de openbare omroep inzake objectiviteit en partijpolitieke neutraliteit evalueert. Concreet moet dit gestalte krijgen in een jaarlijks evaluatieverslag voor het Vlaams Parlement, in objectieve “tellingen”, in cijfers die publiek worden gemaakt. Bij overtreding zou de overheidsdotatie van de omroep op de helling komen te staan. Te braaf Vlaams Belang is met de beperking van zijn onderzoek tot de politieke programma’s absoluut onvolledig. Want te braaf. Naast de informatieve programma’s zijn er op de openbare zender immers ook een hele reeks zogenaamde infotainmentprogramma’s, waar figuren als Mark Uytterhoeven, Leen Demaré, Koen Fillet of Annemie Peeters de sympathiekste proberen te zijn2. Politiek onschuldig is het allemaal niet. Uit cijfers van Spirit-man Bart Caron blijkt dat de scheeftrekkingen in dit soort uitzendingen nog veel schrijnender zijn. Die programma’s zijn vooral geïnteresseerd in schoon volk van liberale of socialistische signatuur. Vlaams Belang komt er niet in. Nooit en jamais. Maar ook CD&V en N-VA, naïef in de voorzichtigheid over het onsmakelijke cordon, komen in genoemde uitzendingen ook nauwelijks aan bod. De enige aanvaardbare houding, wars van politiek voorkeur, is er een van absolute onrust over zoveel politiek Siberië. En de dommekloten van kiezers weten dat. ■ Jan
Van de Casteele
1 Michiel Nuytemans, Peter Van Aelst en Stefaan Walgraeve (UA, 20 dec. 2006, 27 blz.): Media en politiek. De (spannings)relatie tussen journalisten en politici in kaart gebracht. www.ua.ac.be/m2p 2 Lees hierover “VRT speelt een paars spel”: www.vvb.org/doorbraak/152/15497 en VRT, van rode naar paarse burcht www.vvb.org/ actueel/141/15067
ZO G E ZEG D: D E VO O R ZI T T ERS
ZOGEZEGD Doorbraak luisterde naar de voorzitters van de Vlaamse partijen. Op 10 juni zegt u het wel. Bart De Wever: de Vlaamse strijd is al 175 jaar een ploetertocht door de modder N-VA hoopt op succes voor de kartelformule met CD&V. Bart De Wever ziet voor die partij overigens ‘geen Belgische ruimte’ meer. Nu ‘de kanonnen van de VLD zijn gedraaid en meeschieten met de Franstaligen’ en nu het ‘communautair programma van sp.a eigenlijk op nul’ staat, is dat kartel de enige optie. De kloof met VB blijft groot. ‘Debat met VB’ers wordt entertainment voor verslaafden die kicken op zelfkastijding’. De haalbaarheid en houdbaarheid van de kartelformule hinkt voor separatisten op twee gedachten. De hoop iets te realiseren, de vrees gedumpt te worden. Wat kunnen separatisten doen in een regering met de PS? Hoe rijm je dat met wat Demesmaeker noemde ‘België steen voor steen afbreken’? Bart De Wever: ‘Ik heb geen probleem met het epitheton “separatist”. De vraag is: hoe gaan we van de bevroren situatie waarin we nu zitten naar het eindpunt van onafhankelijkheid? Dat kan op twee manieren: ofwel kies je voor een eeuwige minderheidspositie en oppositie en wachten we op “de grote sprong”. Het verleden toont aan dat dit nooit structureel is gelukt. Ofwel sluiten we allianties, met vallen en opstaan, en met de best mogelijke partner om zo ver mogelijk in de goede richting te gaan, richting finale ineenstorting van het systeem. Ik geloof in dit tweede scenario. In historisch perspectief gingen we ook op die manier van een destijds “onbespreekbaar” federalisme naar het confederalisme van vandaag en de horizon van Vlaamse staat morgen. Ik weet dat we na de verkiezingen een aantal valkuilen op onze weg kunnen vinden, maar ben toch optimistisch: elke staatshervorming versnelt het proces naar verzanding. En er zijn signalen in de publieke opinie en de partijprogramma’s dat een flinke stap vooruit best haalbaar is.’ N-VA versus CD&V, dat is de lifter die wordt opgepikt door iemand die misschien niet het hele eind uit moet, maar er toch voor zorgt dat je een stuk opschiet. En onderweg hoopt de lifter de chauffeur te overtuigen om naar het eindpunt te r ijden? De Wever: ‘Juist, en het is ook zaak ervoor te zorgen dat de auto verkeerd rijdt. Er is inderdaad een probleem met de staatshervormingsdiarree, waarin al vaker een voet scheef werd gezet (de grendelgrondwet was een heuse klompvoet/ Sint-Michiels een goeie stap vooruit). Ik wil er mee voor zorgen dat die voet niét scheef wordt gezet.
Toen ik deelnam aan het fameuze Forum voor de staatshervorming van Verhofstadt (het kwam eenmaal samen) had ik het gevoel “nuttig bezig” te zijn. Het mislukken van dat ding was het zuiverste bewijs dat België niet meer bestaat. Iedereen ging er bij de eigen taalgroep zitten. Dit soort “gemeenschappelijke” bijeenkomsten, dat zijn na een paar minuten twee vergadering in één. Het federale regeerakkoord voorzag in de paritaire senaat, het samenvallen van de verkiezingen en dat soort dingen. Voorzitter Moureaux begon met de eis tot uitvoering van het federale regeerakkoord. Leterme gooide het Vlaamse regeerakkoord op tafel en daarmee was het gedaan. Had paars na de Vlaamse verkiezingen de Vlaamse regering kunnen voortzetten, dan hadden we met de gebakken peren gezeten. Dan zie je hoe belangrijk het is mee aan tafel te zitten.’ U kent de Vlaamse beweging. Vlaamsgezinden zitten in veel kampen verspreid, maar velen roepen om eenheid of tenminste om wapenstilstand. Blijft Vlaams Belang in uw optiek een dood gewicht voor eeuwig en twee dagen? De Wever: ‘Er is een fundamenteel onderscheid tussen pakweg Annemans en mijzelf en wel over de essentie van alles: hoe bereid je de implosie van dit land voor? Ons antwoord is niet perfect, maar zij hebben geen antwoord. En dat is voor die partij straks een existentiële kwestie. Ik zie het begin van het einde als ze NIET spectaculair winnen. Ik zit in een systeem van stapsgewijze ontwikkelingen, zij gaan voor een revolutionair alternatief en blijven maagd. Dat is een tijdje misschien best eerbaar. Maar zo’n maagd die té lang maagd wil blijven, dat wordt zielig. Dat duurt tot een of andere nonkel op een feestje langs zijn neus weg vraagt: ge zijt toch “gene verkeerde” zeker? Ik hoor in debatten met Vlaams Belang dat ze geen antwoord hebben op de vraag of we met hun methode sneller het doel bereiken.’ ‘Het debat op zich is de jongste tijd steriel geworden. Annemans of Dewinter versus De Wever, dat is misschien entertainment voor de verslaafden die kicken op zelfkastijding, mooi als gevecht in de arena, maar daar schieten we niet mee op. De verschillende strategieën zijn wat ze zijn en we zullen zien, de Vlaming moet zijn keuze maken. Ik zoek alvast dat afgezaagde conflict niet meer. Ik heb ook over het cordon gezegd wat gezegd moest worden. De deur is aan twee kanten dicht, mede door hun robin hood-achtig discours. Dat werkte goed, maar nu zitten ze op een punt dat ze hun limieten hebben bereikt. Ik ben niet zeker welke van de twee opties (VB of de onze) de beste was/is, de geschiedenis zal oordelen.’ juni 2007 nr. 6
Doorbraak
beide kartelpartners. Scoren we goed dan komt er een scenario, dat ik zelf nu ook niet kan voorspellen, maar waarover een ledencongres met tweederde meerderheid moet beslissen. Is het iets als een Sint-Michielsakkoord, dan hebben we wellicht reden om fier te zijn. Is het minder, dan hebben we misschien gespeeld en verloren, maar ik zal me nooit schuldig voelen. Bart De Wever De Vlaamse strijd is al 175 jaar een ploetertocht door de modder, met vallen en opstaan.’ Brussel wordt vaak genoemd als onneembare hindernis voor de independentisten? Bart De Wever: ‘Ik volg Frans Crols en co niet in de piste dat Brussel een soort Europees District zou kunnen worden. Dat is een manier om van het debat over Brussel af te geraken. Een annexatie-scenario (Brussel in Vlaanderen) is nog minder realistisch. En de manier waarop Vic Anciaux en Annemie Neyts (de ‘Brusselse wijzen’) Brussel als derde gewest willen bevestigd zien, is evenmin een goede oplossing. Veel Brusselse Vlamingen zijn te veel Vlaamse Brusselaars geworden. Een mogelijke oplossing zie ik in een confederalistisch scenario. Vlaanderen heeft alvast de financiële mogelijkheden om “de juiste modaliteiten” te zoeken voor een passende oplossing voor Brussel in dat scenario. Brussel als hoofdstad heeft troeven (economische boni) die we niet onvoorzichtig overboord kunnen gooien in een soort capitulatie. Het is een stuk uit de Vlaamse puzzel en als er een stuk in een puzzel ontbreekt, is dat het eerste wat je ziet.’ ■ JVdC en PDR
Spirit gelooft sterk in pluspunten van sociale mix Geert Lambert: ‘Resoluties zijn prioritair, maar stap voor stap komen we er ook’ Spirit wil resoluut naar meer Vlaanderen, maar niet naar dat van Stijn Streuvels. VLD (stap terug) en Vlaams Belang (meer hinderpaal dan kracht) blokkeren de weg. Dat zegt voorzitter Geert Lambert. Hij noemt Spirit confederalistisch en regionalistisch, niet Vlaams-nationalistisch, noch separatistisch. Op gebied van migratie en samenleving “een believer”. Spirit heeft zijn wortels in de Vlaams-nationalistische Volksunie. Maar als Spirit in het nieuws komt, of een webstek volschrijft, is dat zelden met communautaire voorstellen of standpunten? Geert Lambert: ‘En toch is dat aanwezig, in ons programma. We hebben een brochure klaar waarin we een antwoord geven op de veelal platte vooroordelen over Vlaamse standpunten1. Ze moet ook de beperkte historische inzichten van de jongere generaties wat ondervangen. De jonge mensen van vandaag hebben bij voorbeeld geen flauw benul van wat de wafelijzerpolitiek van vroeger betekende.Om de communautaire aspecten van de dossiers van vandaag te begrijpen, is dat echt nodig. De Vlaamse Beweging is daar té weinig mee bezig. Wat zijn dan de communautaire prioriteiten voor uw partij?
10
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
Lambert: ‘Om evidente redenen de Vlaamse Resoluties van 1999. Een van de belangrijkste van die resoluties is die over de homogene bevoegdheidspakketten. In de uitvoering ervan gaan we ervan uit van die stap voor stap kunnen worden gerealiseerd, maar dan wel met ernstige stappen. We zien wel iets in wat Frans Baert (Gentse VU volksvertegenwoordiger) destijds hierover zei: een akkoord is aanvaardbaar als wordt voldaan aan drie voorwaarden: het moet gaan om een stap vooruit, er mag geen prijs worden voor betaald en het mag een verdere stap in de toekomst niet onmogelijk maken. Ja, ik ben ongerust over het recuperatieverhaal van de VLD. Die partij wil bepaalde bevoegdheden van het Vlaamse niveau terughalen naar het federale niveau. Dat kan niet. In de strijd voor meer bevoegdheden is ook Vlaams Belang geen Vlaamse kracht. Die partij is meer een hinderpaal dan een positieve kracht. Met
© Foto JorisHerregods
ZO G E ZEG D: D E VO O R ZI T T ERS
Wat kan het Kartel binnenhalen? Het beeld is troebel. Waar liggen voor N-VA de prioriteiten en breekpunten? De Wever: ‘Het slagveld is grimmig. Wij hebben de partner waar het meest van te verwachten valt, maar ook hier zijn er geen zekerheden. We hebben verregaande gemeenschappelijke doelstellingen met CD&V, maar het is nu wel het moment om aan te vallen. Wat zal CD&V doen als de kogels echt fluiten? De sp.a verloochent nu al de resoluties. Voor Vande Lanotte is de regionalisering van de arbeidsmarkt de enige zogenaamde prioriteit, maar die stelt niets voor. Enkele werkinstrumenten regionaliseren, maar de essentie van het huidige systeem waaraan de transfers vasthangen, daaraan mag niet worden geraakt (10 jaar bevriezen). Hun communautaire programma staat eigenlijk op nul. De resoluties werden opgenomen in het Vlaamse regeerakkoord en bevestigd na het BHV-debacle. Nu doet sp.a alsof dat engagementen zijn uit een ver verleden. De VLD wil nog een keer de kaart Verhofstadt (en co) trekken. Die partij heeft de kanonnen gedraaid en het ziet ernaar uit dat ze zelfs ronduit meeschieten met de Franstaligen. Een rampscenario met CD&V is niet uitgesloten. Langs die partij zijn er sterke krachten die daar op inzetten. Maar anderzijds is de partij duidelijkst in haar Vlaams profiel. Dat is vrij logisch. Voor die partij is er geen “Belgische ruimte” meer. Leterme is uitgesproken de numero uno in de Vlaamse politiek. Zijn partij is er veruit de sterkste kracht. Ik denk dat veel CD&V’ers dat maar al te goed beseffen. We hebben ijzersterke afspraken, maar er is meer dan dat. Er wordt onvoldoende beseft welke breuk het Lambertmontakkoord heeft veroorzaakt. De CdH steunde de regering en deed het akkoord slagen. De CD&V heeft daar een geweldige kater aan overgehouden en daarmee is een belangrijke pijler van het Belgische feit – de christen-democratische banden over de taalgrens – fundamenteel in twee gespleten. Dat was al bezig, maar dat was de definitieve psychologische slag. Hoe sterker we uit de verkiezingen komen, hoe minder de behoudende krachten binnen CD&V zullen wegen. Afrondend: als we bij de verkiezingen 30 procent halen, zitten we goed. Elk procent minder is een spijtige zaak voor de
Geert Lambert
Is er bij Spirit geen sprake van een wazig verhaal? In uw teksten noemt de partij zich federalist, confederalist,
integraal federalist, regionalist… Lambert: ‘Wij zijn uitgesproken en duidelijk confederalisten, maar in een internationale context open regionalist. We noemen ons dan ook consequent niét Vlaams-nationalist, omdat de bevolking die term te vaak associeert met de negatieve connotatie die eraan kleeft. Ik noem mezelf ook geen separatist, omdat ik ook Europeaan ben en wil zijn. Dat streven naar een sociaal Europa, zonder de diversiteit uit het oog te verliezen, is absoluut verbonden aan ons Vlaams identiteitsgevoelen.’ Spirit is de kleine broer in het kartel met sp.a. Hoe zwaar weegt uw programma in een eventueel volgend regeerakkoord? Lambert: ‘De Vlaamse beweging was heel vaak een sociale beweging. Het communautaire streven is tegelijk een emancipatorisch streven. Ik zie een positieve ontwikkeling binnen de sp.a. Die partij krijgt met de dag ook een sterker regionalistisch profiel. Kijk maar naar de uitspraken van Louis Van Velthoven, Landuyt, De Batselier, Vandenbroucke… Ook de sp.a wil vooruit. Men ziet daar ook wel in dat de wereld niet instort bij een “grens”. Breda en Brasschaat, dat is Nederland en België; voor goede contacten is de grens geen probleem. Hetzelfde geldt voor Kortijk en Doornik of Vlaanderen en Wallonië.’ De belgicisten binnen de sp.a zijn er nog sterk, bijvoorbeeld bij vakbonden, bij de jongeren van Animo? Lambert: ‘Juist, en ik betreur dat. Maar die “kloof” zie ik ook in andere partijen. Ook binnen VLD en CD&V heb je grote verschillen. Uw voorbeeld van Animo is correct: het bevestigt wat ik eerder zei over een generatie die “niet meer mee is”, die wat historisch besef mist, of inzicht in de ervaringen die voorgaande generaties in het Belgische kader hebben meegemaakt. Jongeren, en zeker die van Animo zijn opgegroeid met een beeld van een “bekrompen Vlaanderen”. Dat is de schuld van Vlaams Belang.’
Spirit kon flink profiteren van het kartel met sp.a. In 2003 kreeg de partij in verhouding wel heel veel zetels. En nu? Lambert: ‘We houden op dat vlak rekening met een vermindering. Ja, we zijn een kleine kartelpartner, maar tegelijk zijn we het beu dat we lilliputters worden genoemd. Ons ledenaantal stijgt, in de gemeenteraadsverkiezingen hebben we in sommige steden heel goed gescoord. Natuurlijk is het altijd jammer dat mensen uit de boot vallen. Het bekendste geval is Lionel Vandenberghe. Maar hij blijft partijbestuurslid van Spirit. We hadden zes parlementsleden en twee gecoöpteerden. Nu wordt het zeker een stuk minder. Die acht, dat was toen ten dele ook een gevolg van opvolging en veel toeval.’ Spirit heeft nog belangstelling voor identiteit. Is er op dat vlak iets zorgwekkends aan de hand in Vlaams-Brabant en in onze steden? Dat blijkt alvast niet uit uw standpunten over “open grenzen” en regularisering? Lambert: ‘Vlaanderen was altijd een migratieland. Bovendien is de migratie doorgaans onomkeerbaar. Diversiteit heeft bovendien een economische meerwaarde. Volgens mij hoeven we daar geen schrik voor te hebben. Over het vreemdelingenstemrecht werd ook moord en brand geschreeuwd. Heeft dat voor een aardverschuiving gezorgd?’
ZO G E ZEG D: D E VO O R ZI T T ERS
mijn Vlaams engagement wil ik in geen geval met die partij terug naar het Vlaanderen van Stijn Streuvels.’
Er is in Antwerpen toch etnisch gestemd en Vlaams Belang is via de allochtone kiezers toch afgeblokt? Lambert: ‘In tegenstelling tot die partij geloven wij in de pluspunten van een sociale mix. We zijn voorstander van interculturaliteit (het “met” elkaar leven) in plaats van multiculturaliteit (het “naatst” elkaar leven). Iedereen is op sommige vlakken een minderheid. Dit betekent dat de aanpassing moet worden gestimuleerd, zeker op gebied van taal. Dat laatste is voor ons essentieel, maar dit moet gebeuren met respect. Niet bestraffen van wie niet mee is, maar constructief aanmoedigen. Samengevat: op het punt van migratie en samenleving ben ik een “believer”. Ik geloof rotsvast in dialoog, sociaal opbouwwerk, samenleven in onze buurt...’ ■ JVdC en
PDR
1 “Ons landje is al klein genoeg. En 16 andere drogredenen voor een communautaire status-quo”, 12 blz. Te verkrijgen bij Spirit: info@spirit.be Woeringenstraat 21 1000 Brussel
Open VLD blaast Vlaams en Belgisch tegelijk Bart Somers: ‘Een federalist moet ook zijn federatie willen versterken’ ‘Onze ambitie is niet dat het land splitst. En we zijn geen roepers’, zegt VLD-voorzitter Bart Somers. ‘Mijn partij wil homogene bevoegdheidspakketten en meer financiële bevoegdheden voor Vlaanderen. Dat is de prioriteit. Maar morgen staat de PS er nog, aan de overkant. En dan moet je wel onderhandelen. Anderzijds moet een ‘federalist’ ook investeren in de federatie. De VLD heeft zich op haar Vlaamse flank laten pakken door CD&V? Begrijpt u de ontgoocheling bij veel Vlamingen? Bart Somers: ‘Voor wat paars betreft – Verhofstadt II – is dat juist. Alleen is de realiteit zo dat je om meer autonomie te bereiken ook een meerderheid in Wallonië nodig hebt. Bij dit gegeven heb je niet veel keuze. Ofwel ga je een revolutionaire weg uit, ofwel werk je verder en probeer je in de loop van die legislatuur een meerderheid te vinden. De facto bestaat er een “veto” in dit land, van de
ene taalgroep tegen de andere. In ons land is de politieke logica dat je moet praten als je een stap vooruit wilt zetten. Ik begrijp die frustratie, zeker als de Vlamingen soms unaniem achter bepaalde eisen staan. Niemand boekt in de Belgische context ooit een hele overwinning, altijd een halve, gekoppeld aan een halve nederlaag. Maar van kaakslag naar kaakslag hebben we toch een ongelooflijke vooruitgang geboekt. We zijn er natuurlijk nog niet en naar mijn aanvoelen zullen we inzake
juni 2007 nr. 6
Doorbraak
11
ZO G E ZEG D: D E VO O R ZI T T ERS
de hervorming van de staat nooit helemaal rond zijn.’
Somers: ‘Waarom zou ik in een federale kieskring niet kunnen opkomen met een zeer Vlaams programma?’
En wat nu, na 10 juni? Somers: ‘Ik volg hier de premier die gezegd heeft dat we een brede meerderheid nodig hebben voor een verdere staatshervorming. De weg van de confrontatie is niet de juiste weg. Je moet ook opletten dat je niet in een sfeer komt van een catch. Als ik Leterme en Di Rupo bezig zie, moet ik daar wel eens aan denken. Stampen en smijten, maar na de vertoning vrolijk naar huis. De geschiedenis leert dat alle staatshervormingen uiteindelijk Bart Somers een gevolg waren van dialoog. Dat is wat Schiltz, Martens, Moureaux, Cools altijd hebben gedaan. Dat waren mensen die elkaars agenda kenden en probeerden bruggen te bouwen. De andere weg, die van “straf, straffer, strafst” aan de Vlaamse toog, zo werkt dat niet. Overigens ik wil nog zien dat CD&V, de partij die nu luid roept, uiteindelijk een andere aanpak zou kiezen. Was het niet Leterme die zei “niet in de Vlaamse regering zolang BHV niet zou zijn gesplitst”? Na 10 juni zal er aan de overkant nog een PS zijn, met wie moet worden gepraat. En de radicale oplossing die soms wordt vooropgesteld, die van “iets forceren door de boel helemaal plat te leggen”, daar geloof ik niet in. Er is geen draagvlak voor in Vlaanderen. Een slepende formatiecrisis zal bij de brede bevolking, de bedrijfswereld, de culturele en sociale wereld, de editorialisten de steun voor een staatshervorming doen smelten als sneeuw voor de zon.’
Er is meer dan die kieskring. De VLD spreekt als eerste over herfederaliseren van bepaalde zaken? Somers: ‘Dat klopt niet. Leterme was de eerste die hiermee uitpakte, naar aanleiding van de geluidsnormen. Hij wou die herfederaliseren. Dat is bij ons ook het enige waar we het over eens zijn. Ge leest misschien Herman De Croo, die het anders ziet en meer wil, maar die man staat niet voor de mainstream binnen de VLD. Bevoegdheden weer overdragen, neen.’
VLD is anders minder voorzichtig in het formuleren van ideetjes die eigenlijk een stap achteruit zijn. Bepaalde bevoegdheden weer van Vlaanderen naar België (herfederalisering), de unitaire kieskring… Somers: ‘Ik begrijp dat Vlaams-nationalisten en voorstanders van een onafhankelijk Vlaanderen het niet leuk vinden, maar wie een ‘federalist” is, moet ervoor zorgen dat er in de staatsstructuur ook “federerende elementen” zijn. Kijk naar het buitenland. In alle federale landen bestaan er nationale partijen. Onze ambitie is niét dat het land splitst op termijn. Wil je dat het land bijeenblijft, dan moet je naast veel autonomie, ook dingen doen die de samenhang verzekeren.’ Het princiep van confederalisme was dus om te lachen? Somers: ‘Federalisme en confederalisme zijn een soort containerbegrippen. In een federaal systeem zitten ook confederale elementen. En omgekeerd.’ Maar een federale kieskring, waar Verhofstadt nu voor pleit, bestaat nergens, behalve bij presidentiële verkiezingen? Somers: ‘Als we een Senaat maken die de ontmoetingsplaats wordt van gewesten en gemeenschappen, waarom die mensen niet federaal laten verkiezen? Doe je dat niet, dan krijg je daar weer de situatie dat de senatoren weer vooral hun eigen regio vertegenwoordigen. We vragen een debat hierover.’ Er is toch geen enkele wet die dat onmogelijk maakt? Lijsten over de taalgrens, het kan? Het verplichten is een andere zaak. En bovendien weinig liberaal?
12
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
Toch zoekt de VLD een tricoloor vernislaagje? Behalve over recuperatie, over federale kieskring, horen we ook verhalen over ‘de flamingante Belg’, enz. ? Somers: ‘Niet juist, we stellen ons in geen geval belgicistisch op. Die “flamingante Belg”, dat was niet onze gelukkigste woordkeuze. Ik ben geen flamingante Belg. Die term is één keer gebruikt, en het is een onnozele term. Mijn maatschappelijke biotoop is Vlaanderen. We zijn een Vlaamse partij, die de Vlaamse belangen verdedigt, maar geen separatistische partij. Voor ons kan een sterk Vlaanderen samen sporen met een goed draaiende federatie. En ik weet dat een deel van de Vlaamse Beweging – ik ken die, want ik kom daaruit – dat niet wil.’ Kunt u uitleggen waarom we justitie (bij voorbeeld) beter op het federale dan op het Vlaamse niveau organiseren? Justitie ligt in Duitsland bij de deelstaten? Somers: ‘Alles wat sociaal-economisch is, gezinsbeleid, huisvestingsbeleid, dat zijn allemaal zaken die naar de deelstaten zouden moeten gaan, en dat is veel. Daarnaast zijn er de gezagsdepartementen zoals Politie en Justitie. Die moet je in de eerste plaats federaal organiseren. Anders blijft er straks niks federaal meer over. Maar er mag geen ongelijkheid meer zijn, er moet overal gelijk worden opgetreden, controles moeten gelijk zijn in Vlaanderen én Wallonië. Ze moeten overal even scherp zijn als het over fiscaliteit gaat. Als er morgen een draagvlak is om justitie te defederaliseren, dan is dat voor ons geen probleem. Maar nogmaals, ons programma is opgebouwd om – wetende wat er aan de overkant gebeurt en mogelijk is – uiteindelijk te komen tot een volgende stap. Ik maak me trouwens geen illusies. Het sociaal-economische splitsen, dat zal zeer moeilijk en – eerlijk – wellicht zelfs niét mogelijk zijn. Dat weet ook Johan Vande Lanotte, dat weet ook Yves Leterme en dat weet zelfs Bart De Wever. Er zijn in mijn partij mensen die veel verder willen gaan dat dit. Maar wij hebben voor onszelf de redenering opgebouwd: we hebben er geen belang bij van onder Vlamingen de stoerste te willen zijn, wel een stap vooruit te zetten.’ Hoe kan dan wel iets lukken ? Somers: Hoe? Op de manier waarop ook Lambertmont is gerealiseerd. In de schaduw van een debat over de centen. Dat zo verguisde Lambermontakkoord heeft voor twee dingen gezorgd: één Vlaanderen verzuipt in het geld, om het karikaturaal te zeggen en twee: de federale staat is faillliet. Lambermont zorgde ervoor dat de effecten van economische vooruitgang in het bakje van de deelstaten vallen. Er moet dus straks opnieuw gepraat worden. En dat is een beter wapen dan het “grote veto” van de Vlaamse partijen. En bovendien: we moeten het federale niveau herfinancieren, want Vlamingen hebben er geen belang bij dat justitie niet goed functioneert, of dat Buitenlands Beleid niet goed draait.’ ‘Anderzijds: we zijn niet de partij van de terugtocht, van het belgicisme, van het Belgische federalisme. Wij zijn een fede-
voor over heeft om te breken met de Belgische staat. Maar hiervoor bestaat geen meerderheid in Vlaanderen.’ ■ JVdC en
PDR
Jo Vandeurzen: communautaire situatie nog nooit zo koud geweest De Vlaamse kaarten van CD&V: voorzichtig wachten op de kiezer Stefaan De Clerck was best een sympathieke voorzitter van CD&V. Zijn opvolger Jo Vandeurzen is even minzaam, een beetje “verlegen” zelfs. Maar het wollige taalgebruik heeft hij van zijn voorganger geërfd. Voor duidelijk antwoorden is het wachten op de zegen van de kiezer. De Vlaamse Resoluties wijzen de weg. Meer niet?
Vandeurzen: ‘We hebben goede afspraken met de N-VA, maar de illusie geven dat we niet zullen moeten onderhandelen, dat doen we niet. Maar wees gerust, we zullen onze nek uitsteken, samen met N-VA. Het zal de kiezer zijn die de omvang van het mandaat zal bepalen.’
CD&V heeft de jongste jaren stoere communautaire taal gesproken. Een programma dat een eind verder gaat dan dat van mogelijke coalitiepartners. Maar wat worden na 10 juni de prioriteiten? Jo Vandeurzen: ‘Ik ga geen lijstje geven, geen negatieve selectie maken. Dat zou niet “wijs” zijn, kort voor de verkiezingen. We houden het bij het Vlaams regeerakkoord, en dat is heel wat natuurlijk. Voor ons zijn de Resoluties van het Vlaams Parlement cruciaal, en de afspraken in het Vlaams regeerakkoord. U zult zelf wel vaststellen dat rond bepaalde punten - het sociaal-economische bij voorbeeld – het draagvlak groter is dan rond andere.’
Nog eens proberen: het wantrouwen van Vlaamsgezinden tegen uw partij zit in de vaststelling dat CD&V niet veel meer doet dan glimlachen in alle richtingen? Vandeurzen (haalt cijfers boven): ‘Het Jo Vandeurzen kartel is van groot belang voor beide partners. Dat heeft veel te maken met de kiesdrempels. CD&V en N-VA behaalden in 2003 (vorige federale verkiezingen) 21+1 zetels, met 1 072 148 stemmen. De VLD behaalde met 1 009 223 stemmen 25 zetels. Met minder stemmen dus drie blauwe zetels meer. N-VA behaalde in 2003 alleen in West-Vlaanderen op eigen kracht een zetel (Bourgeois). De 146 000 N-VA-stemmen in andere kieskringen waren verloren stemmen. Hadden we in 2003 al een kartel gevormd, dan hadden we toen ook 25 zetels. Beide kartelpartners doen daar voordeel mee. Voor het overige: ik begrijp uw bekommernis. Wat de politieke kracht van het kartel zal zijn, hangt af van het mandaat dat de kiezers ons geven.’
Zal BHV deel uitmaken van de communautaire onderhandelingen? Een arrest van het Arbitragehof uitvoeren staat toch los daarvan? Dat laatste is een zaak van het verleden, de staatshervorming een van de toekomst? Vandeurzen: ‘Met die stelling ben ik het eens. Het dossier ligt er, en zonder oplossing komen er zelfs geen volgende federale verkiezingen meer. Wat BHV betekent in de onderhandelingen? Ik kan alleen zeggen dat ons aanvoelen is dat men niet uit federale regeringsonderhandelingen komt zonder oplossing voor BHV.’ Vakbonden en ziekenfondsen geven jullie weinig of geen ruimte? Vandeurzen: ‘U moet mij geen intentieverklaring doen geven over wat de sociale organisaties daarover zeggen.Uiteraard zal er met de sociale organisaties overleg zijn, zeker als je in de sociale zekerheid wilt ingrijpen, maar u heeft allicht ook gemerkt dat we ondertussen zover staan dat de partij een eigen verantwoordelijkheid heeft?’ CVP had al vaker een Vlaams profiel, maar na verkiezingen wil die motor al eens stilvallen. Deze keer anders? Vandeurzen (ontwijkend): ‘Kijk naar het verleden. Noem eens één stap in de staatshervorming die gezet is zonder de CVP. Dank zij ons is er een Vlaams Parlement, een Vlaamse regering, een asymmetrische regering zelfs, die bovendien goed werkt.’ U antwoordt met een vraag. Is CD&V dan onverdeeld gelukkig dat ze mee de deur heeft opengezet voor een driedelig federalisme?
ZO G E ZEG D: D E VO O R ZI T T ERS
rale partij. Wij willen homogene bevoegdheidspakketten, meer financiële bevoegdheden voor Vlaanderen. Maar we zijn geen “roepers”. Zij die nu luid roepen, weten dat ze het op een andere manier zullen moeten doen na 10 juni. Ze maken de mensen iets wijs. Tenzij je behoort tot die kleine groep die er alles
In De Morgen lezen we dat jullie voorstander zijn van opnieuw samenvallen van regionale en federale verkiezingen? Vandeurzen: ‘U leest dat met de argwaan die u siert. Maar dat is niet wat er staat. In Doe de Stemtest voor de VRT is ons antwoord op die vraag: Neen! We zijn tégen samenvallende verkiezingen. Met het evidente argument dat dit betekent dat de Vlaamse coalitievorming de federale zou moeten volgen. Dat je een “Belgische” negociatie hebt en dat ge uw deelstaten gewoon clicheert op de Belgische politieke coalitie. Dat willen we dus niét. De Vlaamse en Franstalige gemeenschap hebben een eigen dynamiek, een eigen project. Alleen als na een staatshervorming het zwaartepunt naar het Vlaamse niveau is verlegd, kunnen we hierover praten. Kunnen we over alles praten.’ Laat ons wel wezen: mensen hebben vaak lang gevochten om te mogen kiezen. Trouwens in onze buurlanden moet men veel vaker naar de stembus. Dat aparte verkiezingen kunnen zorgen voor asymmetrische regeringen (andere coalitie Vlaams dan federaal) klopt. Maar dat dit zou leiden tot een grote chaos, zoals sommigen voorspelden, dat is niet zo. De Vlaamse regering heeft sinds 2004 zeer goed gewerkt.’
juni 2007 nr. 6
Doorbraak
13
ZO G E ZEG D: D E VO O R ZI T T ERS
Staat uw partij nog achter het “confederalisme” dat op een Congres in Kortrijk is goedgekeurd?1 Leterme zwijgt daarover in alle talen? Vandeurzen: ‘Voor mij betekent dat princiep dat het zwaartepunt van de politieke actie naar Vlaanderen moet verschuiven, conform de afspraken in het Vlaams regeerakkoord. CD&V heeft op het congres in Kortrijk inderdaad voor een confederale staatsvorm geopteerd, maar niet in de betekenis die de term interpreteert als “eerst separatisme” en nadien samenwerking. De christen-democraten gaan niét voor separatisme, dat is bekend.’ Wie is aan zet na de verkiezingen, zijn dat de (federale) politieke families, of zijn dat de partijen? Vandeurzen: ‘In dat soort procedures bestaat geen wet van Meden en Perzen.’ Maar als paars federaal een meerderheid heeft, gaat de coalitie door? Vandeurzen: ‘Dat denk ik wel. Het voordeel van Herman De Croo is dat hij soms iets te snel spreekt, maar dat hij zegt wat er leeft. Wat ons betreft, is het evenwel ondenkbaar dat men een federale meerderheid zou maken die in Vlaanderen over geen meerderheid beschikt. Ik nodig hen in dit geval graag uit om dat te proberen.’
alvast resoluut tegen, want dit is absoluut geen stap in de richting van meer Vlaanderen’, aldus nog Vandeurzen. Rijmt “goed bestuur” met een overstap van Leterme richting federale niveau? Hij heeft zich toch vastgereden in uitspraken, net zoals Vlaanderen zich vastreed met forse uitspraken over BHV. Vandeurzen: ‘Er staan in het Vlaamse regeerakkoord een aantal zaken die zich noodgedwongen moéten voltrekken op het Belgische niveau. Als we die willen realiseren, moeten we daar sterk staan na 10 juni. Dat telt. Al de rest is nog wachten. Wij gaan volop voor de inhoud, wat men over postjesjagerij ook mag beweren. De communautaire situatie is trouwens nog nooit zo koud geweest. Onder paars is gewoon niéts gebeurd. En het fameuze Forum van Verhofstadt is sneller afgevoerd dan het ingevoerd was. Leterme heeft zijn kandidatuur trouwens aangekondigd nadat alle andere Vlaamse ministers op hun federale lijsten gingen staan.’ En bij een zwak resultaat komt Leterme weer terug naar Vlaanderen? Vandeurzen: Kom op 11 juni eens terug. ■ JVdC en
PDR
1 Het princiep confederalisme staat de facto voor de splitsing, waarna de
Nog zo’n ideetje van Verhofstadt: een federale kieskring invoeren. Vandeurzen: ‘Dat is voor ons niet aan de orde. Daar zijn wij
deelstaten Vlaanderen en Wallonië samen (con) bepalen wat ze nog gemeenschappelijk willen gaan doen.
Frank Vanhecke: regionale verkiezingen 2009 worden scharniermoment Vlaams Belang wil democratische revolutionaire beweging zijn Binnen de Vlaamse beweging groeit sinds de jaren negentig de overtuiging dat Vlaamse onafhankelijkheid voor Vlaanderen de beste optie is. Maar Vlaams Belang, de grootste politieke kracht, staat buiten het veld. Vlaams Belang wil af van het cordon. Maar hoe? Voorzitter Frank Vanhecke gelooft dat het systeem zichzelf te pletter rijdt. Jullie gaan voor alles of niets? Frank Vanhecke: ‘Bij ons is het niet alles of niets. ’t Is niet “morgen onafhankelijk” of niets. We zijn absoluut bereid om kleine of grote stappen in de staatshervorming te zetten. Maar we zijn niet bereid om “slechte” stappen te zetten. Onze analyse is dat het federalisme met drie voor de Vlamingen een slechte zaak is, omdat ze institutioneel geminoriseerd worden. We tellen zestig procent van de bevolking, zorgen voor 86 procent van de export, maar politiek zijn we minoritair. We zijn feitelijk Brussel verloren. De splitsing van BHV, dat had “een stap” kunnen zijn, daar zijn we niet tegen natuurlijk.’ Ziet u zelf een perspectief om met uw partij het beleid te sturen? Vanhecke: ‘Het cordon is het gevolg van ons consequent radicaal onafhankelijkheidsstreven, veel meer dan onze standpunten over vreemdelingen, migratie, veiligheid. Ik wil de vraag ook anders beantwoorden: denk eens het Vlaams Belang weg. Is dan het onafhankelijkheidsidee beter gediend? Over vreemdelingenbeleid of veiligheid verdedigen we de jongste zeven,
14
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
acht jaar standpunten die niet alleen perfect verdedigbaar zijn, maar die op dit ogenblik in Vlaanderen door meerderheidspartijen zijn overgenomen. Het zeventigpuntenprogramma is al lang geschiedenis. De jongste jaren komt er eigenlijk geen politieke verantwoording meer voor het cordon.’ Wat is de balans van paars? En van uw oppositie? Vanhecke: ‘Er is een enorme Belgische recuperatiebeweging aan de gang. De VLD, acht jaar geleden nog ‘confederaal’, denkt terug volop Belgisch. In de media zie ik diezelfde beweging. We zullen zien wat dat oplevert. Anderzijds heeft het Vlaams Blok/Belang de onafhankelijkheidsidee toch maar op de politieke agenda geplaatst (zonder de verdienste van de VVB in twijfel te trekken). Mede daardoor kregen de standpunten van de Vlaamse Beweging vleugels.’ Uw partij is dus geen dood gewicht? Vanhecke: ‘Het politieke mechanisme is meer dan wat de meerderheid doet. De beïnvloeding vanuit de oppositie van publieke opinie en politiek kan zeer groot zijn. Critici die over “dood gewicht” spreken, moeten beseffen dat diegenen die verantwoordelijk zijn voor die uitsluiting, de hele geschiedenis door onaanvaardbare zaken hebben uitgericht: de taalwetten worden niet toegepast, de faciliteiten, de grendelgrondwet, de nietsplitsing van BHV. Toch ben ik optimist. Een: de Belgische staat marcheert niet. De verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië zijn te groot (economie, justitie, vreemdelingenproblematie). Dat blijft de
Kan Leterme zorgen voor een nieuw elan? Vanhecke: ‘Ik heb geen enkel vertrouwen in CD&V, noch in Leterme. We kennen de aard van het beestje Leterme. In 2004 had hij de beleefdheid om met winnaars (VB toen) te praten, maar toen de Frank Vanhecke splitsing van de gezondheidszorg op tafel lag, brak hij de gesprekken af. Dat is een veeg teken. In de Franstalige pers klinkt de man helemaal anders dan hier. Leterme is een ACV’er. Het is zijn goed recht om niet radicaal Vlaamsgezind te zijn, maar laten we ons in godsnaam niets wijsmaken.’ Het VB haalt geen 51%. Er is geen bruggenhoofd naar de overzijde. Dan zitten jullie met een probleem? Vanhecke: ‘We kunnen alleen maar ons best doen en verder werken. De onafhankelijkheidsidee heeft enorm aan invloed gewonnen. Het Belgisch systeem laat zich niet makkelijk ontmantelen. Wie dat op korte termijn verwacht, is naïef. Het slaat terug met processen en intimidatie.’ Het cordon blijft overeind? Vanhecke: ‘Ik zie nu geen ontwikkeling in positieve zin. Ik denk dat we één grote kans gemist hebben. In 2003, toen de N-VA heel nipt beneden die 5% viel, hebben we allemaal, zowel N-VA als VB een kans gemist. Misschien hadden wij een grotere inspanning moeten doen, en onze uitgestoken hand wat duidelijker moeten formuleren als een eerlijk uitgestoken hand. Misschien hadden mensen van de N-VA het ook anders moeten aanpakken. Zelf kunnen we nu het cordon breken van vandaag op morgen, als we een aantal van onze essentiële standpunten verloochenen. Maar we zijn daar niet toe bereid. Het ‘revolutionair’ omverwerpen van het Belgisch systeem is niet ons scenario. We zijn een democratische revolutionaire beweging, maar geen gewelddadige beweging. Vroeg of laat volgen ook mensen van andere partijen.’ Volgens u kan de Vlaamse regering BHV splitsen? Kunt u dat eens uitleggen? Vanhecke: ‘De Vlaamse regering die dat wil, stuurt aan op een simpele stemming in de Kamer, en ‘t is gebeurd. Met een eenvoudige Vlaamse meerderheid duurt dat vijf minuten.Als er essentiële belangen op het spel staan, dan staat de PS (en alle Franstaligen) wél op haar strepen. Waarom slaagt geen enkele Vlaamse partij erin om zelfs maar het begin van de toepassing van de taalwet in Brussel in gang te zetten?’ Heeft Antwerpen uw groei gebroken? Vanhecke: ‘We hadden Antwerpen eigenlijk niet zien aankomen. Vooral niet hoe ingrijpend het vreemdelingenstemrecht, maar vooral de snelbelgwet de electorale verhoudingen heeft aangetast. Er zijn 337 000 nieuwe Belgen gecreëerd. Tweederde in Vlaanderen en Brussel. We zitten in de grote steden met een zeer grote handicap. Die trend zal de eerstkomende jaren niet verdwijnen, integendeel, die zal groeien. Men heeft eigenlijk het kiespubliek ingrijpend gewijzigd om het VB te stoppen in de vooruitgang. Met heeft dat ook gedaan in Brussel om de Nederlandstaligen in Brussel volledig te gaan marginaliseren.’
Wat nu? Die trend zal niet stoppen? Vanhecke: ‘Puur partijpolitiek gezien moeten we daarmee rekening houden. We hopen op een veertiende verkiezingsoverwinning op rij, maar vroeg of laat komt er een keer een stabilisering. Is dat noodzakelijkerwijs slecht? Neen. Voor het Vlaams-nationalisme worden de regionale (en Europese) verkiezingen van 2009 een scharniermoment. Ofwel zal de CD&V na 2007 werkelijk een aantal verbeteringen doorvoeren, dan is dat een goeie zaak. Maar ik twijfel. Ofwel zorgt CD&V voor een ontgoocheling, zoals we die hebben gekend in 1999 met de toen nog een beetje Vlaamsgezinde VLD. Dan komt er misschien een grote alliantie van de ontgoochelden. VB hakt in op Leterme, maar paars is de tegenstander? Vanhecke: ‘De eerste tegenstander die moet afgestraft worden bij de verkiezingen, dat is de paarse regering. Maar we willen de kiezers ook waarschuwen voor de sirenezang van Leterme en co. CD&V is niet onze vijand, wel onze concurrent.’
ZO G E ZEG D: D E VO O R ZI T T ERS
belangrijkste hefboom. Twee: steeds meer bewegingen, maar ook de ondernemers bvb. zien in dat de PS een rem is op onze toekomst en willen daar komaf mee maken.’
De Brusselse situatie is veranderd. Uw standpunt over Brussel ook? Vanhecke: ‘Dertig jaar geleden was de roep “Brussel Vlaams” nog actueel. Ondertussen schoof iedereen op naar “Brussel, tweetalige hoofdstad van Vlaanderen”. Nu stellen sommigen “We hebben Brussel niet nodig”. Dat is een verschrikkelijke evolutie. Ik denk dat we ons met de hele Vlaamse beweging moeten scharen achter de idee van Brussel tweetalige hoofdstad van Vlaanderen, om principiële en tactische redenen. Wie Brussel opgeeft, verlegt de grens tot zeer ver in Vlaanderen. Het probleem Brussel is geen klassiek communautair probleem meer. Het neemt een vorm aan waar we nog nooit mee geconfronteerd geweest zijn: tegen 2025 zijn driekwart van de Brusselaars van niet-Belgische oorsprong. Dat is nachtmerrielectuur.’ Dat probleem stelt zich stilaan ook in de Rand. Maar hoe los je dat op? Vanhecke: ‘Ik denk nog altijd dat we het tij kunnen keren. In Vlaanderen, inclusief Brussel, kunnen we gaan voor een beperking van nieuwe immigratiestromen, van gezinshereniging, gaan voor een terugkeer voor illegalen en voor assimilatie van legalen in de Vlaamse gemeenschap. Die honderdduizenden mensen zijn zoals u en ik. Zij vragen niet om in een permanente conflictsituatie te leven. Ook voor hen telt: een behoorlijke toekomst voor hun kinderen en kleinkinderen. En die ligt in het aanvaarden van het leven in Vlaanderen, in een Nederlandstalige maatschappij, in overeenstemming met de normen en waarden van onze samenleving, onze cultuur.’ Wat verstaat u onder assimilatie? Vanhecke: ‘Het gaat over de fundamentele keuze, die door de overheid moet worden opgelegd en moet worden verdedigd in de geledingen van de maatschappij (onderwijs, media) dat immigranten en mensen van vreemde afkomst die hier permanent willen verblijven, zich moeten assimileren in onze samenleving. En dan heb ik het over taal, meningsuiting, gelijkwaardigheid man en vrouw, seksuele voorkeur, scheiding kerk en staat.’ ■ JVdC en
juni 2007 nr. 6
PDR
Doorbraak
15
ZO G E ZEG D: D E VO O R ZI T T ERS
Voor Vande Lanotte wordt hulpverlener die hulp herschikt een dief Socialisten en staatshervorming: een stap vooruit, drie achteruit Zonder een regionalisering van de arbeidsmarkt stapt de sp.a in 2007 niet in een nieuwe federale regering. Hiermee is zowat alles gezegd over het communautaire programma van de sp.a. Is het glas hiermee halfvol of halfleeg? De kiezer moet maar oordelen. Afspraken met Vande Lanotte werden een paar keer uitgesteld, en uiteindelijk wegens andere prioriteiten afgesteld. We gaan dan maar zelf op zoek naar het Vlaamse perspectief van sp.a.
‘I
k heb één communautair punt, de arbeidsmarkt. Al de rest is secundair.’ Dat zei Johan Vande Lanotte in De Standaard van 6 mei 2006. Het ‘lijkt’ een stap vooruit, maar die stap is gekoppeld aan een bevriezing van andere essentiële Vlaamse eisen, waar sp.a zich in het Vlaams akkoord nochtans wél toe verbond (fiscale autonomie, gezondheidszorg, gezinsbeleid). Maar eerst over wat de sp.a-voorzitter wél op de agenda wil. ‘Vlaanderen heeft een probleem. Dat is de sleutel van de staatshervorming in 2007: toelaten dat de reSp.a-voorzitter Johan Vande gio’s hun eigen sociLanotte zet in op splitsing aal-economisch bearbeidsmarkt leid voeren’ (DS, 7 sept. 2006) Het communautaire debat draaide in de jaren 1990 meer rond splitsing van (delen van) gezondheidszorg, kinderbijslag en meer fiscale autonomie en over Brussel. Het was enigszins verrassend, voor sommigen hoopgevend, dat nu ook sp.a zich eindelijk “communautair” opstelde. Ook al was van bij aanvang duidelijk, dat de andere punten opzij werden geschoven. Eerst punt van mogelijke kritiek: een deur ging open, maar andere deuren weer dicht. Wat is dat nu precies die splitsing van arbeidsmarktbeleid? Dat houdt in dat de regelgeving voor werkloosheidsuitkeringen, brugpensioenen, tijdskrediet, uitzendarbeid en terbeschikkingstelling, arbeidsvergunningen, betaald educatief verlof en het leerlingenwezen integraal naar de gewesten wordt gebracht’, luidde het in zijn intentieverklaring. (De Tijd, 8 sept. 2006) Vande Lanotte gaf ooit (DS, 6 mei 2006) wel een aantal concrete voorbeelden, waar hij blijkbaar de nood aan eigen Vlaams beleid had ondervonden: de Antwerpse haven (op zoek naar onvindbare werknemers), airco-fabrikant Daikin (vooral winteractief en op zoek naar soepelheid in arbeidsreglementering), de interimsector (bloeit vooral in Vlaanderen, en wil een beter interimstatuut). Vande Lanotte wil dus een lijstje: ‘Ik ga dat aan PS en aan Di Rupo uitleggen. Daarna kan geen enkele Franstalige meer zeggen dat ik de sociale zekerheid wil splitsen en dat ik niet solidair wil zijn. Ik wil een lokaal aangepast arbeidsmarktbeleid kunnen voeren.’’ Het magische woord is er uit: solidariteit. Daaraan mag niet worden geraakt. ‘Heel terecht willen partijgenoten van mij niet dat er geraakt wordt aan de solidariteitsmechanismen. Wel, ik wil dat ook niet.’ (DS, 6 mei 2006). Als de vakbonden (Rudy De Leeuw, ABVV) spreken van ‘het gevaar dat een “rechts Vlaanderen” wel eens de werkloosheidsuitkeringen in de tijd zou willen beperken, kwam de reactie van Vande Lanotte snel. ‘Wel, dat zal dan zonder ons zijn. Dan zullen het ABVV en de sp.a daar samen één strijd tegen voeren in de oppositie’. Voor Vande Lanotte is een eigen beleid
16
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
inzake werkloosheidsuitkeringen en controles dus geen optie. Geld afpakken? Het budget voor het federale werkgelegenheidsbeleid is in een bijzondere wet vastgelegd op 2,73 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat bedrag evolueert de eerstkomende vijf jaar met het bbp, daarna evolueren de middelen met de inflatie. Hoe dat budget bij een splitsing te verdelen? Vande Lanotte wil de huidige 50/50-verdeelsleutel voor het tewerkstellingsbudget behouden (50 % voor Vlaanderen, Doorbraak kon op de 50 % voor Wallonië en Brussel). Pas na kapitein rekenen, zo 20 tot 25 jaar (sic) zou het geld worden werd gezegd. Maar de verdeeld volgens het bevolkingscijfer. kapitein was op zee. Wallonië moet voor Vande Lanotte dus nog eens 25 jaar kunnen blijven genieten van de Vlaamse centen, ook al bleek de voorbije decennia dat de Vlaamse (en Europese) geldstroom de regio geen stap in de goede richting heeft geduwd. ‘Autonomie is niet hetzelfde als zich desolidariseren. Je moet niet beginnen met geld af te pakken van Wallonië’. Een wel bijzonder merkwaardige redenering. De hulpverlener die zijn hulp herschikt (bvb. omdat hij vaststelt dat de hulp niets ten goede verandert, of omdat diegene die hulp ontvang de milde schenker op regelmatige tijdstippen in de hand bijt) wordt dus een dief? Merkwaardige redenering. Meteen een tweede reden om niet onder de indruk te zijn van het communautaire profiel van sp.a. De grote stilte Naast bovenvermeld voorstel heeft de sp.a een erg slappe agenda. De regionalisering van de vennootschapsbelasting? ‘Geen prioriteit’ of ‘een symbolisch debat’ want dat kost de gewesten geld. De splitsing van de gezondheidszorg? ‘Evenmin dringend’. ‘Het Vlaamse regeerakkoord, dat sp.a mee onderhandelde en ondertekende, vermeldt expliciet het realiseren van volledige Vlaamse bevoegdheden voor gezondheidszorg en gezinsbeleid, en meer fiscale en financiële autonomie voor de deelstaten’, reageerde Bart De Wever toen onmiddellijk. Vande Lanotte sprak hem niet tegen. Ook kartelpartner Spirit eist veel meer dan alleen de regionalisering van de arbeidsmarkt. ‘Spirit wil in 2007 ook praten over de gezondheidszorgen, justitie en fiscaliteit’, aldus Spirit-voorzitter Geert Lambert (DS, 9 sept. 2006). ‘Spirit voluit voor Vande Lanotte als premier’, schreven de kranten op 16 april. In de politiek valt werkelijk àlles te rijmen. ■ JVdC
CU LT U U R
De Vlaamse republiek nog steeds fata morgana Zijn de Vlamingen wel rijp voor hun democratie? Op 14 mei woonde ik een boeiend politiek debat bij in de Dilbeekse Westrand, georganiseerd door de VVB, met als thema: Brussel-Halle-Vilvoorde. De discussie was snedig, soms bits, maar alleszins verhelderend. Tot mijn verbazing echter zat ik middenin een groepje hevige supporters van één bepaalde Vlaamse partij, die zich geroepen voelden om luidkeels hun ongenoegen te uiten over de stellingen van andere sprekers. Soms kwam het tot gescheld (‘Verrader!’) en was het debat amper nog te volgen.
E
erlijkheidshalve moet ik er bij zeggen dat hun favoriete spreker wél uitblonk in welbespraaktheid en dossierkennis. Zijn aanhang daarentegen, die hij deskundig bespeelde, leek me eerder het publiek van een boksmatch. Bij dit soort gelegenheden vraag ik me af of de Vlamingen die het hardste roepen om hun eigen staat, wel klaar zijn voor een volwassen discussie binnen hun democratie. Leerzame lectuur in dat verband is bv. Geert Van Cleemputs boek ‘Vlaams geblokkeerd’, het relaas van een korte partijpolitieke ervaring op de studiedienst van wat toen nog het Vlaams Blok heette1. In het kort komt zijn analyse erop neer dat het VB zichzelf veroordeelt tot een steriele oppositie door de straatvechtersstijl van Dewinter; dat het cordon sanitaire het koninginnestuk is van een neo-Belgicistische strategie (met het vermeende ‘racisme’ als dooddoener, een analyse die ikzelf, min of meer gelijktijdig met de auteur, in juni 2006 uitbracht); en last but not least: dat het politiek isolement van de partij de zittende bonzen eigenlijk goed uitkomt en elke open discussie bij voorbaat aborteert. Het Vlaams Belang kan zich electoraal behoorlijk handhaven, maar ondergaat een soort mentaal zelfvergiftigingsproces door een gebrek aan instroom, vooral van kritische massa: daardoor moet de partij steeds sloganesker de onderste regionen van de samenleving bewerken. De grote verliezer is het flamingantisme zelf: het VB is de beste levensverzekering voor het Belgique-de-papa, waarbij de reguliere pers al haar pijlen verschiet op de gedoodverfde zondebok. Intellectuelen Met de slotstelling van de auteur ben ik het absoluut oneens. Van Cleemput ziet de oplossing in machtsverwerving van de Vlaamse beweging, ‘in media, onderwijs, de zakenwereld, het middenveld, de vakbonden, de Kerk’. Dat is een institutionalistische visie die voorbijgaat aan de noodzaak van een cultureel bewustwordingsproces en de rol die een verlichte avant-garde daarin moet spelen. Het zijn nu net de intellectuelen die het dode moment moeten overwinnen, niet de strategen. Misschien moeten we de opmerking van Lodewijk XIV indachtig zijn, dat de pennen van Voltaire en Rousseau de doodsteek aan het Ancien Régime hebben gegeven. Zij waren de wegbereiders van de Franse Revolutie én de inspiratie achter de grondwet van nieuwe naties zoals de V.S. Het drama is dat de Vlaamse intelligentsia, op hier en daar een witte raaf na, zich als volgzame ‘klerken’ (zoals GVC ze zelf noemt) laten gijzelen binnen de vicieuze cirkel van persoonlijke ambities, politieke correctheid en het conservatiefBelgische status-quo.
Het kapen van macht of het zich inkopen in elitaire clubs doorbreekt die cirkel niet, omdat macht als vanzelf altijd weer het zwaartepunt van het establishment zoekt, en zich in essentie tegen elke verandering keert. De Vlamingen hébDe Vlamingen missen het ben de macht, dat is het probleem niet: zelfrespect om na A ook B te ze missen evenwel zeggen. het zelfrespect om na A ook B te zeggen, en de tafel schoon te vegen. Een conclusie die zich opdringt, na het lezen van de Van Cleemput-story, is alleszins dat rechtgeaarde intellectuelen in een partijkader niets te zoeken hebben, noch bij het VB, noch bij een andere partij. Er is nog zoiets als een kritische buitenwacht nodig, mondige enkelingen die een en ander nauwlettend observeren en analyseren, al dan niet onder de vleugels van een ‘denktank’ die buiten de partijpolitiek staat. Hier moet in de eerste plaats het debat gevoerd worden rond de grondwet van de toekomstige Vlaamse natie, open en fel. Welk soort samenleving plaatsen we tegenover de door elites gedomineerde operettestaat van 1830? Fantoombegrip Tot op vandaag is die Vlaamse natie nog steeds een fantoombegrip, een fata morgana die opdampt uit de belegen retoriek van IJzerbedevaarten en Zangfeesten. Er zit te weinig modern esprit in de Vlaamse beweging, die gevangen zit tussen een boekhouderslogica en kerktorenromantiek. Ik heb het dan ook moeilijk met Van Cleemputs fetisjistische benadering van het woord “nationalisme”. Niet omdat het een taboe zou zijn, maar omdat het tot een verouderd, negentiendeeeuws referentiekader behoort, ook de softe variant die volksnationalisme heet. Begrippen als kleinschalig zelfbeheer, decentralisatie en ecologische zorg zijn veel vruchtbaarder voor de preconstitutionele brainstorm, en kunnen ook een brug slaan naar links, want een Vlaanderen van pastoors en kruideniers, sorry, daar wil ik niet in wonen. Voor de rest heeft de uitslag van 10 juni weinig belang: ze zal een regering opleveren zoals te voorzien en te verwachten was: een consolidatie van het machtsoverwicht van de ‘drie grote politieke families’ die het in België al meer dan 100 jaar voor het zeggen hebben. Het is tragikomisch dat flarden van de oude Volksunie zich over deze drie families hebben verspreid en dus de restauratie mee in de hand werken. De rest telt niet mee, het waarom wordt in Van Cleemput’s boek uitgelegd. 1 ‘Vlaams Geblokkeerd’, uitg. Manteau, 2006, paperback, 383 blz ■ Johan
Sanctorum cultuurfilosoof en columnist www.visionair-belgie.be
juni 2007 nr. 6
Doorbraak
17
Vrije tribune Voor een fusie van Brussel en Vlaanderen
België is op sterven na dood. De splitsing is al een feit in de geesten van de mensen. De taalgrens is duidelijk een grens tussen twee volkeren, met eigen taal en cultuur, met eigen opvattingen omtrent de aanpak van het heden en de vormgeving van de toekomst.
D
e voorbereiding van de verkiezingen van 10 juni illustreert overvloedig dat het oude België de kop in het zand steekt, en (in ’t beste geval) doet alsof een beetje prutsen met decentraliserende maatregelen een oplossing biedt. Alsof de voorbije jaren niet afdoende hebben aangetoond dat het België met drie gewesten verdrinkt in de complexiteit van regeringen, overlappingen en blokkeringen, wars van elke democratische besluitvorming. Sleutelprobleem In dit geheel vormt het Gewest Brussel een sleutelprobleem, dat door de politieke wereld schichtig wordt benaderd, alsof er een taboe op rust. De niet-partijpolitieke Vlaamse beweging heeft een drieledig federalisme altijd verworpen als absurd, contraproductief en ondemocratisch. Het invoeren van een politiek-administratieve grens tussen de hoofdstad en haar natuurlijk sociaal-economisch achterland omwille van cultureel-linguistische redenen is absurd, zowel vanuit het oogpunt van de kernstad als van de ruime agglomeratie. Moderne sociologische theorieën omtrent de rol van de stad stellen dat de stad, binnen de driehoek stad-land-wereld, één van de niveaus is waarop terug regulering kan ontstaan. Voor Brussel-19 als autonoom gewest is het tegendeel het geval, zoals onder meer het conflict rond het (Vlaamse) Zaventem op een schrijnende manier heeft aangetoond. Wat na de volgende grondwetsherziening, wanneer eventueel nieuwe verantwoordelijkheden worden toegeschoven naar het Brussels Gewest, dat als mini-stadsstaat zijn wil kan opleggen aan Vlaanderen? Bergaf Sedert de consecratie van het Derde Gewest in 1989 gaat het met Brussel steil bergaf. Het Brussels aandeel in het BNP daalt van jaar tot jaar (nu nog 19 % tegen 25 % tien jaar terug); de werkloosheidsgraad is de hoogste van België (20 %). Er wordt nog amper geïnvesteerd in huisvesting of sociale huisvesting. De bedrijven nemen de wijk naar de rand. De middenklassen trekken weg. Brussel wordt in galopperende vaart een stad van steuntrekkers en zeer welgestelden. Ook op taalvlak gaat het van kwaad naar erger. Volgens het taalrapport 2005 van de vicegouverneur geschieden slechts iets meer dan een kwart van alle personeelsaanstellingen in de 19 Brusselse gemeenten en OCMW’s in overeenstemming met de taalwetgeving. De Brusselse regering legt de schorsingen die hiervan het gevolg zijn, gewoon naast zich neer. De beruchte Brusselse openbare ziekenhuizen zijn zelfs volledig onttrokken aan elk taaltoezicht. Al deze negatieve ontwikkelingen in Brussel zijn het gevolg van een dubbele breuklijn met de realiteit: vooreerst een ‘technische’ breuk tussen het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en de rest van de agglomeratie, die ondertus-
18
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
sen zowat heel Vlaams-Brabant omvat (en een klein stukje van Waals-Brabant). De tweede breuklijn wordt gevormd door de politieke kloof tussen de grootstad en haar uitgestrekt complementair achterland. Brussel bestaat niet geïsoleerd, maar is een integraal deel van de bredere structuur die Vlaanderen heet. Antwerpen, Gent, Mechelen, Aalst en Leuven vormen zichtbaar één immense conurbatie. Brussel en Vlaanderen vormen één onscheidbare sociale en economische entiteit, wat een eenheid van bestuur vereist. Fusie Daarom stellen wij een toekomstgerichte aanpak voor, die een antwoord verstrekt op alle misgroeiingen van de laatste decennia: de fusie van Brussel en Vlaanderen. Dit is in feite de oplossing die de niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging zich altijd tot doel heeft gesteld: een tweeledige Belgische confederatie, waarin de Vlaamse deelstaat alle gebieden ten noorden van de taalgrens omvat. Daartoe moet Vlaanderen in een volgende communautaire gespreksronde de fusie van het Brusselse Gewest met het Vlaamse Gewest (waardoor de Vlaamse regering de grondgebonden bevoegdheden over Brussel-19 verkrijgt) als eerste prioriteit naar voor schuiven. Is dit een illusie? Alle grote realisaties beginnen als een illusie. Wanneer de politieke wil bestaat om dit probleem op te lossen, wordt de illusie werkelijkheid. Win-win De sterkte van het voorstel bestaat er in dat het een win-win situatie is: er kan een einde gesteld worden aan de materiële en sociale verloedering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel wordt beter geïntegreerd in zijn sociaal-economische omgeving, en Vlaanderen krijgt waar het recht op heeft. Bovendien valt een bestendige oorzaak weg van irritante en contraproductieve communautaire perikelen. Brussel-19 wordt dan weer best een fusiestad zoals Antwerpen, met één gemeenteraad, schepencollege en burgemeester, aangevuld met districtsraden. Binnen het kader van die oplossing moeten Franstaligen de grondwettelijk vastgelegde zekerheid krijgen dat hun taal- en culturele rechten, gezondheidszorg en onderwijs in Brussel en de zes faciliteitengemeenten niet alleen worden geëerbiedigd, maar ook financieel worden gewaarborgd door Vlaanderen (zij hoeven dus niet bang te zijn een gelijkaardige behandeling te moeten ondergaan zoals zij die vandaag aan de Vlamingen in Brussel opleggen). Ons voorstel tot fusie tussen Brussel en Vlaanderen is het enige levensvatbaar toekomstgericht plan. Brussel opgeven voor Vlaanderen of een bijzonder statuut als Brussel D.C., zou een capitulatie van formaat betekenen tegenover de Vlaamshatende belgicistische middens. Brussel mag niet verder een hinderpaal zijn voor de zelfstandigheid van Vlaanderen, maar moet omgekeerd een doorslaggevend element worden in om die toekomst volwaardig vorm te geven.
■ Jef Turf
en Ludo
Abicht
Namens een groep linkse Vlaamsgezinden www.landdag.org
Gezondheidszorg
Ook Elio Di Rupo en Rudy Demotte (PS) hebben een (gezondheid)plan. Wallonië is er niet in geslaagd een zuinig en efficiënt preventief gezondheidsbeleid te organiseren, Vlaanderen wel. Oplossing van de PS: haal ‘preventie’ weer naar het Belgische niveau, o.a. met een Belgisch nationaal kankeragentschap en een nationaal anti-aidsplan. De eis tot splitsing van de gezondheidszorgen stond ingeschreven in het Vlaams regeerakkoord van 1999 en van 2004. De sp.a is nu tegen. Geert Verrijken antwoordde in De Huisarts het volgende: ‘Per hoofd van de bevolking gaf de ziekteverzekering in 2006 nog bijna 100 euro meer uit aan een Vlaamse dan aan een Waalse verzekerde. Ook inzake arbeidsongeschiktheid blijft Wallonië koploper.’ Einde juni 2006 vroeg de Vlaamse Gezondheidsraad een verdere defederalisering van de gezondheidszorg. Uit een in mei 2007 gepubliceerde enquête van de Artsenkrant blijkt dat 76 % van de Vlaamse huisartsen en specialisten voorstander is van de splitsing van de gezondheidszorg. Niet minder dan 86 % van de Waalse huisartsen en specialisten is tegen. Groter kan de kloof niet zijn. (zie www.vvb.org/kort)
IJzeren Rijn
Elio Di Rupo liet de Nederlanders weten tegen de IJzeren Rijn te zijn. ‘Weggegooid geld’ en een slechte zaak voor de Waalse werkgelegenheid. Di Rupo’s standpunt is ‘ongehoord, inconsequent en bovenal dom’, reageerden de sp.a-ministers Peter Vanvelthoven en Bruno Tuybens (BvL, 18 mei). De twee gaan resoluut door en weten zich sterk door het arrest van het Internationaal Arbitragehof (België heeft op basis van het Scheidingsverdrag van 1839 recht op het historische tracé van de IJzeren Rijn). ‘Voorjaar 2008 moet de studie over de kosten klaar zijn, najaar 2009 moeten de werken beginnen, in de loop van 2015 moet de IJzeren Rijn opnieuw in gebruik zijn. Daar wijken we niet meer van af.’
Schotse nationalisten
De Schotse nationalisten (SNP) werden nipt de grootste partij. Leider Alex Salmond werd op woensdag 16 mei benoemd tot premier. De voorman van de partij wil de onafhankelijkheid van Groot-Brittannië. De SNP heeft geen meerderheid in het parlement. De minderheidsregering zal voor ieder afzonderlijk voorstel steun moeten vergaren. De kans is daarom klein dat het voor 2010 door SNP beloofde referendum over onafhankelijkheid er snel zal komen. (De Telegraaf, 16 mei)
Vrijspraak De kiezer is geen idioot
Verkiezingen afschaffen?
H
et zal wel bedoeld zijn als foortruuk om het vaderland nieuw leven in te blazen. Anders is het idee om de verkiezingen voor het Belgische en de deelstaatparlementen te laten samenvallen toch niet uit te leggen? Wij hebben te veel verkiezingen in dit land, zo luidt de officiële verantwoording. Vreemd volkje, dat Belgische. In Frankrijk wordt de president verkozen in twee rondes (dus twee keer naar de stembus) en een record aantal kiezers kwijt zich van de taak. Binnen enkele weken mogen ze weer eens gaan kiezen, voor een parlement. Zopas gingen de Schotten naar de urne. Die kiezen op andere momenten een Brits en een Europees parlement, en lokale raden bovendien. Ook Duitsers leggen dat traject af. Geen stem die daar opklinkt om verkiezingen af te schaffen. Terecht, want het gaat over de hoogmis van de democratie, waarbij kiezers de politici ter verantwoording kunnen roepen. Het zal de campagnes trouwens niet doorzichtiger maken, als verkiezingen samenvallen. Want dan moeten we tegelijkertijd over federale en deelstaatthema’s oordelen. De vaststelling dat het beleid in de maanden voor een verkiezing stilvalt of met populistische maatregelen doorspekt wordt om kiezer te lokken, geeft geen blijk van veel geloof in de democratie. Achterliggende redenering: de kiezer is een idioot die snel-snel voor de gek moet worden gehouden tot hij/zij zich heeft laten vangen. Echt beleid voeren kan maar als de kiezer niet in de buurt is. Da’s dan veeleer een argument om verkiezingen maar meteen helemaal af te schaffen. Het voorstel om de verkiezingen te laten samenvallen, leidt trouwens tot een echte democratische degradatie. Zo’n idee kan maar worden uitgevoerd als er legislatuurparlementen komen, wat betekent dat ze tussendoor niet meer ontbonden kunnen worden. Hoe groot een eventuele regeringscrisis ook, parlement en regering moeten doordoen tot de vastgestelde datum. Desnoods met getrokken messen. De kiezer zal nooit meer ingeschakeld worden om zijn/haar mening te geven over een fundamenteel politiek probleem dat opduikt. Is er niemand die opmerkt dat geen enkel omliggend land de regel huldigt dat parlementen nooit voortijdig kunnen ontbonden worden? De ultieme optie – laten we de kiezer raadplegen – blijft overal open. Bij ons zouden we die sluiten? Hebben onze politici zo’n angst voor de kiezer en dus voor het normale democratische spel in dit land. Het grote woord ‘stabiliteit’ wordt ook graag in de strijd gegooid. Bedenkelijk toch. De essentie van verkiezingen is nu net dat kiezers andere meerderheden kunnen vormen. Dat ze vrij zijn de stabiliteit te verstoren. Dictaturen staan bekend als bakens van stabiliteit. Het idee om de kiezer zo weinig mogelijk te raadplegen moet elke democraat met verstomming slaan. Maar het wordt in dit land wel met ernst verdedigd door grote partijen. België blijft een vreemd land. En wordt almaar vreemder. Populistisch is het wel. Lekker inspelen op het anti-politiekgevoel is in dit land blijkbaar een bezigheid van staatsdragende partijen. Ik wens, als ontvoogde burger, wel als volwaardig deelnemer aan het democratische spel beschouwd te worden en niet als een lastige bemoeial.
■ Peter D e Roover
juni 2007 nr. 6
Doorbraak
19
BU I T EN L A N D
Le divorce francophone? Bekende Walen willen Franse Gemeenschap opdoeken Komt het binnen de Franse Gemeenschap tot een definitieve kortsluiting tussen Franssprekend Brussel en onze Waalse buren? Zal dat morgen of overmorgen gebeuren? Indien ja, wat kunnen Vlamingen daar tegen in brengen?
L
aat het duidelijk zijn: onze Franstalige landgenoten hebben nog geen vrederechter besteld, de vraag naar een scheiding binnen de Franse Gemeenschap staat niet op de staatshervormende agenda en dat zal ook overmorgen niet zo zijn. Toch branden er knipperlichten. Signalen die in Vlaanderen niet of nauwelijks gezien worden en als dat toevallig wel wordt opgemerkt, dan wordt het meteen weggelachen als verbale bezigheid voor een handvol marginale Waalse regionalisten. Zo werd in Vlaanderen nauwelijks bericht over de recente Waalse oproep om de Franse Gemeenschap gewoon op te doeken. Ten onrechte. Een honderdtal BW’s (bekende Walen) die in een publieke en ondertekende oproep vragen om een einde te maken aan de Franse Gemeenschap van Maria Aréna, dat is een duidelijk signaal. Vlaanderen maakte ooit één geheel van de Vlaamse (Cultuur-)gemeenschap en van het Vlaamse gewest, maar hield aan die ingreep de “Vlaamse Gemeenschap” over. Weg De ondertekenaars van de Waalse oproep willen zelfs dat niet meer, zij willen weg van die Franse Gemeenschap, Wallonië moet een zelfstandige Waalse Gemeenschap worden, los van dat versmachtend Franstalig hoofdstedelijke overwicht. De Franstalige Brusselaars kunnen zelf hun hoofdstedelijke Franse Gemeenschap vormen, met dezelfde bevoegdheden als de Waalse Gemeenschap en het Vlaamse voorbeeld. Met excuses aan onze Duitstalige landgenoten, die we hier even buiten beeld houden, komt dat voorstel neer op een België van drie gemeenschappen en drie gewesten. Meteen het onomkeerbare einde van de Vlaamse verzuchting naar een tweeledig België (als het dan toch nog moet…), het aloude België van 1830 kan na jarenlang palliatieve zorgen voor een tijdje weer naar huis! Franssprekend België heeft nooit goed geweten wat het moest aanvangen met die opgedrongen Franse Gemeenschap. Culturele autonomie en nadien gemeenschapsvorming waren Vlaamse exclusiviteiten, de “culturele autonomie” van de eerste staatshervorming begin van de jaren zeventig. Franstalig Brussel begreep niet waarom het voortaan zelf zorg moest dragen voor de uitstraling van de Franse cultuur in de Belgische hoofdstad, dat was toch een aloude Belgische zorg! Terwijl onze Waalse buren hun handen vol hadden met de uitbouw van hun nieuwbakken Waals gewest, de historische doorbraak naar een autonoom Waals sociaal economisch beleid voor Wallonië.
toenmalige Waalse minister-president, de intussen beruchte Van Cauwenberghe. De Waalse identiteit zag en ziet men in de literatuur en de poëzie, in de film en de stripwereld, in de architectuur en andere kustvormen tot en met de cultuur van de Waalse dialecten. Zeker voor Van Cau was dit geen op drijfzand gebouwd debat tussen een handvol salon-Walen, vanuit het gebouw van de Franse Gemeenschap dat in Brussel gevestigd is (een Frans Gemeenschapsparlement waar die groeiende Waalse culturele eigenheid de toch al zo armtierige begroting van de Franse Gemeenschap moet delen met die Franstalige hoofdstedelingen). Omdat hij ook weet dat die Franse gemeenschap voor flink wat partijkameraden en vrienden van de vrienden hun stevige Franse boterham betekent, liet hij in zijn onlangs verschenen boekje Wallonie – Le combat de 20072 de bestaande Franse Gemeenschap als instelling overleven, maar holde haar zodanig uit dat enkel een lege blokkendoos overbleef. Als de Waalse Walen maar hun eigen Waalse scholen konden organiseren, als ze die al te Belgische, Brusselse RTBf maar konden inruilen voor een zuiver Waalse omroep… Echtscheiding Intussen had la Communauté Française zichzelf in alle stilte omgedoopt tot “Communauté Wallonië-Bruxelles”. Een gebeuren dat in Vlaanderen ook al zo goed als onopgemerkt bleef. Een zoveelste etappe in een proces van feitelijke scheiding tussen Franstalig Brussel en Franssprekend Wallonië, een evolutie die al heel lang bezig is, zo vertelt de Franstalige historica Chantal Kesteloot in haar boek over het ontstaan van het FDF.3 Niets minder dan de wetenschappelijke aankondiging van de te verwachten Waals-Brusselse echtscheiding. Vlamingen zijn oprechte federalisten en moeien zich dus niet met het Franstalig Belgisch huishouden. Alleen, volgens het Belgische boekje zal politiek Vlaanderen als het ooit zover komt, toch ja of neen moeten zeggen. Het gaat om een uitzonderlijke gelegenheid om met heel veel geld onze Waalse buren los te weken van dat versmachtende Brussel. Maar het gaat dan ook om het “vanzelfsprekend” vinden dat die Brusselse gemeenschap niet verder kan dan de basiliek van Koekelberg of de Woluwelaan, dat er zeker geen Rodense corridor komt naar het Waalse zuiden, dat Brussel 19 gemeenten telt en niets meer. BHV zou dan meteen gesplitst zijn. En Brussel? Dat blijft dat eiland op een Vlaams, misschien onafhankelijk grondgebied. Een frivole suggestie? Het België van 1830 begon wel met een Siciliaanse opera. ■ Marc
Platel
1 Jean-Claude Van Cauwenberghe, Oser être Wallon, 237 blz, edit.
Identiteit Tot ook de Walen voldoende tijd kregen om op zoek te gaan naar hun Waalse identiteit: ‘Une identité Wallonne à decliner’ is de titel van een hoofdstuk in het boekje Oser être Wallon1 dat tien jaar geleden verscheen onder de handtekening van de 20
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
Quorum, Gerpinnes, 1998 2 Jean-Claude Van Cauwenberghe, Wallonie – Le combat de 2007”, 288 blz., edit. Labor, Loverval, 2007 3 Chantal Kesteloot, Au nom de la Wallonie et de Bruxelles français, 376 blz., Editions Complexe, 2004,
BOEK E N
Populisme Bart De Wever heeft het boek in één ruk uitgelezen (DM, 12 mei). En hij was niet de enige. Redelijk, onverzettellijk, rechtdoor en rechtuit, zoals hij zichzelf positioneert in de politiek, zo is ook het discours van Karel De Gucht in zijn zeer lezenswaardige Pluche. Enkele dubieuze persorganen mogen dan wel met veel verve beweren dat het boek feitelijk van de hand is van zijn kabinetschef en ex-De Standaard-hoofdredacteur Dirk Achten. Je herkent toch duidelijk De Guchts stellingnamen. Elke paragraaf, elke zin lijkt dan toch door De Gucht – in zijn bijnastaccato stijl – te zijn gedicteerd. En dicteren doet De Gucht. Voor het cordon sanitaire. Tegen populisme, zowel van links als, en vooral, van rechts. Tegen de media, die in de groei van het populisme een belangrijke rol speelden. Opvallend, De Gucht erkent dat vooral klassieke liberalen snel geneigd zijn naar populistische uitspraken te neigen. Hij spaart zijn eigen partijleden en zichzelf niet – hij citeert eigen naar het populisme neigende uitspraken. Maar hij vermeldt ter zake in zijn bibliografie niet het boek van prof. Jan Blommaert, Populisme (Epo). Blommaert gebruik-
te nochtans 192 blz. om aan te tonen dat de VLD dé populistische partij bij uitstek is, nog meer zelfs dan het uiteraard vermaledijde en fascistoïde (p. 63) Vlaams Belang. Paste deze analyse niet in Karels betoog? Met de nodige historische links – en neen, De Gucht laat zich niet vangen door enkel te verwijzen naar de jaren 1930 en bepaalde onfrisse ideeën aan beide zijden van het politieke spectrum; hij graaft véél dieper – en de nodige kwinkslagen niet het minst naar de falende media, heeft de minister van Buitenlandse Zaken alvast een zeer leesbaar boek geschreven. Eén kernidee – De Wever haalde dat ook aan in zijn hogervermelde interview in De Morgen – onthouden we u niet. Er zijn in feite weinig of geen “public intellectuals” in Vlaanderen. En te veel “kleine luyden” krijgen in de trappers verliezende postmoderne media open terrein om hun mening al dan niet vuilgebekt te uiten. Maar dat een zekere culturele correctheid een aantal meningen niet op het publieke forum duldt, wil De Gucht niet geweten hebben. Nochtans, waar is de tijd dat ook in de – toen nog niet Open – VLD het migranten-
stemrecht door toenmalig voorzitter De Gucht werd bestreden, of België haast werd ontmanteld? Zou zulks nu nog kunnen? Of was het allemaal maar om te lachen? Een niet onintelligent boek, dat heel wat stof tot discussie aanreikt – niet het minst voor de media, die sterk worden aangepakt omdat ze extreemrechts te laks aanpakken en geen inhoudelijk weerwerk leveren tegen het rechtspopulisme. Daarom ook is het een moedig boek. Want welke politicus durft de verzamelde media net tijdens een verkiezingscampagne tegen zich in het harnas jagen?! ■ KDr
Karel De Gucht, Pluche. Over de banalisering van extreemrechts. Houtekiet, 176 blz., €16,50, isbn 978 90 5240 961 0.
Blauwe mandarijn Ooit Yes Minister of Yes Prime Minister gezien? Derk-Jan Eppink zeker wel. Want met zijn jongste boek levert hij voldoende stof voor wel honderd nieuwe scenario’s van de in de jaren 1980 populaire BBC-reeks over de verwikkelingen tussen een minister en zijn kabinet. De vastbenoemde kabinettards, waarop een minister geen vat heeft, zijn in Eppinks boek vervangen door ‘mandarijnen’. ‘Officials’, ambtenaren, die in het democratische circus van wissels in de Europese Commissie voor de nodige continuïteit moeten zorgen. En uiteraard – hoe kan het ook anders – een machtsapparaat op zich zijn geworden. Dat zich bovendien nog vaak met zichzelf bezig houdt. Hilarisch zijn de verhalen die Eppink doet in zijn magistraal geschreven Europese mandarijnen, waarin die mandarijnen hun commissarissen beschermen tegen te veel initiatief, politieke moed of doorzettingsvermogen.
Het boek had evengoed ‘kuiperijen en complotten’ kunnen heten. Want daarover gaat het . Over achterkamertjespolitiek. Over politiek lobbywerk. Over machtsverhoudingen tussen een politieke verkozen elite en een niet-verkozen elite. Over onderhandelingen. Over restaurants – stilaan een constante in Eppinks boeken. Hij laat zich dan ook graag bourgondisch verwennen. Voor het eerst wordt eens een blik achter de Commisieschermen geworpen. Gewone stervelingen zoals u en ik, weten hier bijzonder weinig van. Onze pers geeft ons dan ook – al dan niet bewust – bijzonder weinig informatie; Eppink zet dit recht. Uiteraard met zijn visie op de zaken. Maar met een pen, waar de gemiddelde Vlaamse journalist wel meer dan één puntje aan kan zuigen. En passant geeft Eppink ook nog vier concrete adviezen aan de Europese prinses. Een werkbaarder Commissie met minder leden, is er één van. Een cultureel weerbaarder Europa, dat op zijn iden-
titaire strepen staat, een ander. En er moet dringend op Europees niveau een stevig sociaaleconomisch hervorming- en (dus) saneringsbeleid gevoerd worden, om (o.a. demografische) problemen van de nabije toekomst tegemoet te gaan. ■ KDr
D.J. Eppink, Europese mandarijnen. Achter de schermen van de Europese Commissie. Lannoo, 256 blz., € 19,95, isbn 978 90 209 6626 8.
juni 2007 nr. 6
Doorbraak
21
KAMIKAZE
Nomen est omen!
D
ank u wel Rik Van Cauwelaert! Dank u wel omdat hij misschien wel intelligent is, maar kennelijk geen veruw pennenlikkers de moed hebben gehad om aan stand heeft en zeker nooit wijs zal worden. Dat komt er de politieke goeroe Noël Slangen uiteindelijk eens de van als uw ambitie groter is dan uw verstand. Hij had rekening te presenteren. En mijn bewondering gaat hierhet tenslotte kunnen weten, want ´nomen´ is al zo vaak bij niet zozeer uit naar de grondigheid waarmee, maar ´omen´ geweest. Ook en vooral in de politiek. Maar ja, vooral naar het tijdstip waarop deze stinkende dossiers niet alleen de liefde maakt blind. Ook ambitie en eerNoël Slangen voluit onder de aandacht werden gebracht. Op een zucht maken blind. Hij moet op school toch ook geleerd boogscheut van de verkiezingen. Perfecte timing dus. Mooi zo! hebben dat slangen zich op hun buik voortbewegen en dus ´kruiEn als ik alles wat ik hierover tot hier toe heb gelezen min of pen´. meer mag geloven, dan heeft de ´slang´ inderdaad meer dan in Welnu Guy, overweeg dan maar eens dat de lichaamshouding haar eigen staart gebeten. Toch hallucinant wat die kerel zich al van mensen die naar omhoog klimmen, precies dezelfde is als die jaren ongestraft heeft kunnen permitteren. Rooie Vrouwe Jusdie van mensen die kruipen. Om maar te zeggen dat ambitie titia Laurette Onckelinx zal nog zweten om dat potje gedekt te tegelijk adelaar en kruipdier kan zijn. En bovendien, dat de slaaf houden. En dat terwijl blauw Bartje van Mechelen vanuit de coumaar één meester heeft, maar dat de eerzuchtige er evenveel lissen toekijkt en met moeite zijn binnenpretjes kan bedwingen. heeft als er mensen zijn die zijn belangen kunnen dienen. Komt Begrijpelijk toch, als ge de ´grote´ strategische manager van de daar nog bij Guy, dat ge (zeker sinds uw nieuwe bril) ook almaar Open VLD, die u geruisloos in de vergeetput van de politiek moest meer op Slangen begint te gelijken. En dat kan toch niet uw beduwen, publiekelijk op zijn bek kunt zien gaan. Een zaak dus om doeling zijn. Of toch? Vandaar, als ge premier wilt blijven en van nabij te blijven volgen. Ook na de verkiezingen. vooraleer het te laat is, mijn gratis advies: onverwijld vervangen En Verhofstadt, die deze politieke adder aan zijn blauwe borst die mijnheer Slangen met van mijnentwege een hartelijk en deheeft gekoesterd, blijft voorlopig zwijgen in alle talen. En dat op finitief vaarwel aan Noël... zich is al verdacht. Ik voel helaas geen medeleven met ´de Guy´, ■ K amikaze want hij heeft het zelf gezocht. Wat nog maar eens bewijst dat
M E G A F OO N
I
Open brief aan de flamingante Belg
n de aanloop van de verkiezingen schreef Peter De Roover een “Open brief aan de flamingante Belg”. Zo noemen Verhofstadt en co zichzelf sinds kort1. Zo noemen ze ook de Vlaamse kiezer die ze willen bekoren. Een megafoontje waard. Guy Verhofstadt richt zich nadrukkelijk tot u, flamingante Belg, met de boodschap dat hij een staatshervorming wil “die niet tot separatisme, maar wel tot versterking van Vlaanderen én het federale België leidt”. (8JV, blz. 97) Zo probeert Verhofstadt de inzet van de verkiezingen samen te vatten in de slagzin “voor of tegen België” en presenteert hij zichzelf als de redder des vaderlands. Wij, voorstanders van de volwaardig zelfstandige staten Vlaanderen en Wallonië, hopen dat er snel verkiezingen komen met die inzet. Maar in 2007 is dat niet het geval. Open VLD spreekt vandaag een taal die regelrecht indruist tegen haar vroegere opstelling. Ooit stond de VLD aan uw en onze zijde, en koos onder leiding
22
Doorbraak
nr. 6 juni 2007
van Guy Verhofstadt voor het confederalisme. De partij ondertekende de resoluties van het Vlaams Parlement en de belofte Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen. Een cynicus zou opmerken dat er hoop is, want na de volgende bocht van 180° rijdt de Open VLD weer in de richting van meer Vlaanderen. Dat zal wellicht gebeuren na een oppositiekuur. Vandaag kiest Open VLD echter voor meer België en dus onvermijdelijk voor minder Vlaanderen (en Wallonië). “Met het oog op een grotere efficiëntie en betere resultaten is het dus nodig dat we de Belgische federatie op alle niveaus sterker maken”, lezen we in het Open VLDprogramma. Datzelfde argument gebruikte de VLD jarenlang om de Vlaamse trom te slaan. Het Belgische niveau werd teruggeschroefd omdat het inefficiënt bleek. Nu de andere weg inslaan is dus een keuze tegen Vlaanderen en tegen efficiëntie. Met het pleidooi om bepaalde bevoegdheden weer naar het Belgische niveau over te hevelen, verleent de Open VLD zichzelf een diploma van onkunde.
Want zij heeft zelf de overdracht van die bevoegdheden mee goedgekeurd. Was de VLD toen fout, of is ze het nu? In beide gevallen toont Open VLD zich onbetrouwbaar. Nochtans ‘werkt’ Vlaanderen. Verhofstadt erkent zelf dat de staatshervormingen de vermindering van de staatsschuld mogelijk maakten (DS, 20 april 2007). Meer Vlaanderen betekent dus, onder meer, minder staatsschuld en minder last op de schouders van volgende generaties. Kortom, flamingante Belg, op 10 juni wordt niet over België beslist, maar over het project Vlaanderen. En dan staan wij weer aan dezelfde kant in het debat. De kant die voor meer Vlaanderen kiest. Tegen de kant die meer België wil. Dat scheidt een oceaan ons, u en wij, van Verhofstadts Open VLD, die het historische proces waarin wij schouder aan schouder stonden, dreigt terug te schroeven.’ 1 ‘De Weg naar de open dialoog. Aanzet voor een nieuwe staatshervorming.
Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. ■ Verschijnt maandelijks (niet in augustus). ■ Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. ■ H oofdredac t eur : Jan Van de Casteele ■ K ernredac tie : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Anke Nobels, Peter De Roover ■ M ede werkers : Ludo Abicht, Gerard Bouvier, Rudi De Ceuster, Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme, Pieter-Jan Verstraete ■ R edac t ie - adre s : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 ■ redactie@doorbraak.org ■ www. doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org ■ A bonne ment : € 16,50 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 25) ■ S tudentenabonne ment : € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling ■ I nterne tabonne ment : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internetabonnement. ■ Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. ■ Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 17 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie. ■ Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB ■ Verantwoordelijke uitgever : Dirk Laeremans, Passendalestraat 1a 2600 Berchem ■ ISSN 0012-5474
juni 2007 nr. 6
Doorbraak
23
24
Doorbraak
nr. 6  juni 2007