2007_07_doorbraak

Page 1

België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828

Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw

www.doorbraak.org

Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org

7 2007

Wallonië hangt vast aan de overheid

W

allonië jaagt Vlaanderen al lang op kosten. Dat leest u op blz. 3. Dat dit vandaag o.m. onverminderd gebeurt wegens de werkloosheidskloof, is geen nieuws. Beterschap is nauwelijks in zicht, ook niet in deze hoogconjunctuur. De Vlaamse werkloosheid daalde het jongste jaar met 10,5%, de Waalse met 4%, de Brusselse bleef status-quo. Hetzelfde geldt voor de jeugdwerkloosheid (-19,2 versus –2,8%) en voor langdurig werklozen (-8,4 versus –5,6%, cijfers RVA april 2007). Maar er is meer. Er is ook het gigantische probleem van de veel te dure publieke diensten (openbare diensten, ambtenaren). Te veel Walen (36,8% van de loontrekkenden) werken voor de overheid. De kloof met Vlaanderen (24,4%, cijfers RSZ 2004) blijft bijzonder groot. De provincie Henegouwen telt vier keer meer ambtenaren dan Oost-Vlaanderen (Alain Destexhe, DS, 3 feb. 2007). Een verbijsterend gevolg van het Waals politieke en socio-economische systeem. Het verschil is het gevolg van de keuze voor een “dubbele” overheid (Waals gewest, Franse Gemeenschap), van een overvloed aan parastatalen en intercommunales, en vooral van het creëren van meer overheidsfuncties op alle niveaus (gemeenten, provincies, gewest, gemeenschap). Die keuze verstikt Wallonië in een vicieuze cirkel, want die hoge overheidstewerkstelling vernietigt het Waalse budget. Er rest immers minder geld voor andere doeleinden. Die keuze doet ook Vlaanderen pijn. Waarom een ‘relatief hogere vergoeding’ voor Waalse ambtenaren (Caroline Ven, VBO, NBl 11 juni)? Waarom meer ziekteverlof voor federale ambtenaren (26,5 dagen per jaar, 2003) dan voor die van de Vlaamse Gemeenschap (12,5 dagen)? Waarom ligt in Luik en Henegouwen het ziekteverzuim de helft hoger dan in de Vlaamse provincies? (DS, 7 april 2006)? Vlamingen moeten assertiever reageren op de doofpot rond die cijfers. Belgische kringen verdoezelen telkens de kloof met een waardeloos federaal gemiddelde.

Het Belgische establishment, zwoegend aan de “federale recuperatie”, stuurde na 10 juni de liberalen op pad. Ze sluiten vol glorie de ogen, definiëren een ‘voldoende staatshervorming’ als ‘weg met Di Rupo’ en pleiten voor liberale, maar tegelijk “federale” oplossingen. Daar hadden ze de voorbije acht jaar de tijd niet voor? Ze bepleiten strengere sancties tegen werklozen, een lagere vennootschapsbelasting, minder ambtenaren en een beter werkende overheid. Niet Wallonië, maar het koninkrijk België moet dat allemaal regelen, zegt MR-senator Destexhe (DS, 20 juni). Hoe dan wel, dat zegt hij er niet bij. Waarom een federale oplossing voor problemen die zich in Vlaanderen veel minder stellen (vette overheidstewerkstelling, lamentabel werkende overheid)? Zal de federale overheid nu plots wél de Waalse en Brusselse werklozen over de taalgrens duwen? Zal Destexhe zijn FDF-medestanders voortaan gezwind en aangepast Nederlands laten leren? Of legt hij de Waalse overtolligen in de mand van de sociale zekerheid, waar vooral Vlaanderen betaalt? Reynders en Destexhe willen inzake staatshervorming eerst een kalender opstellen, om dan te onderhandelen in… 2009! De blauwe rattenvangers hadden (Vandeurzen en De Wever) bijna beet. En BHV? Als Destexhe langs de kust fietst, ‘spreekt niemand hem daarover aan’. Hij besluit zelfs hautain: ‘Vergeet niet dat de Franstaligen geen vragende partij zijn voor een staatshervorming’. Wallonië gelooft blijkbaar nog altijd te kunnen revalideren in een bouwvallig Belgisch sanatorium. Vlaanderen wil daar zo snel mogelijk buiten, op zoek naar frisse, Vlaamse lucht. Als zuiderse hoogmoed de buitendeur op slot houdt, dan past maar één ‘asymmetrisch’ antwoord. Daaaaaag, meneer Destexhe en co, zoek het in Wallonië nu zelf maar uit. JAN VAN DE CASTEELE

juli 2007 nr. 7

Doorbraak

1


PERSWIJS Meeting Halle Een vriend van Verhofstadt over Verhofstadt - De Morgen, 2 juni 2007: ‘Oké, hij schippert, is niet altijd even recht in de leer, zeker niet op punten die hem

in wezen geen bal interesseren, zoals de staatshervorming.’

Luk Van Biesen (Open VLD) over grenzen van Brussel, Belga, 30 mei 2007: ‘De liberalen verwerpen elke uitbreiding van het Brussels Gewest. Geen millimeter,

geen morzel grond zal toegevoegd worden aan het grondgebied van Brussel. De grenzen van Brussel liggen definitief vast.’ Luckas Vander Taelen over Freya in De Morgen, 30 mei 2007:

‘Ik meen mij te herinneren dat het niet de eerste keer was dat Freya op de cover van Humo opdook in de buurt van de verkiezingen. Dat is nu zo, maar ook bij de twee vorige verkiezingen.’ Hans Bonte (Kamerlid sp.a) over BHV in Knack, 6 juni 2007:

‘De splitsing van BHV is helemaal niet louter een symbolisch dossier. Door de splitsing zouden we eindelijk die funeste dwaling kunnen wegnemen bij veel Franstaligen hier in Halle-Vilvoorde, die geloven dat dit gebied vroeg of laat toch wel wordt geannexeerd…’

Frank Thevissen (VUB) over VLD - Het Laatste Nieuws, 1 juni 2007:

‘Het is dat ene vernietigende zinnetje dat Open Vld parten speelt: Wie gelooft die mensen nog?’

Yves Leterme over kartel en ministerpost in De Tijd, 1 juni 2007: ‘U onderschat de radicalisering van CD&V. U onderschat ook mijn persoonlijke gevoeligheid

voor het kartel. Dat is zoals mijn kind, hé. Ik zal dat nooit opofferen voor een postje. Liever het kartel dan ministers. Dat ik nu federaal ga, heeft veel te maken met het niet houden van beloftes van de andere partijen over Brussel-Halle-Vilvoorde en de staatshervorming.’

Geert Lambert (Spirit) over vooroordelen over Vlaanderen (brochure) in De Standaard, 26 mei 2007: ‘Bij sommige progressieven hoor

je een wel heel bizarre logica: ze pleiten er net als wij voor allochtonen hun cultuur te laten behouden, maar schamen zich wel over hun eigen afkomst als Vlaming.’

Annemie Van de Casteele over Open VLD en communautair profiel in Knack, 30 mei 2007: ‘Open VLD wacht hetzelfde lot als de VU... Het

communautaire profiel van Open VLD is “te zwak”. Verhofstadt kwam vertellen dat liberalen geen separatisten zijn. Toen begrepen we het wel.’

Emiel De Bolle

Brussel-Halle-Vilvoorde splitsen zonder voorwaarden en prijs, en om evidente redenen los van het dossier staatshervorming. Dat was de hoofdeis van burgemeesters en manifestanten op de spoedmeeting in Halle (8 juni). Burgemeesters Lieve Vanlinthout (SintPieters-Leeuw) en Willy De Waele (Lennik) spraken er als afgevaardigden van het uitvoerend comité van 29 Vlaams-Brabantse burgemeesters, Francis Stroobants en Guido Moons namens de organisatoren (Haviko, VVB, TAK). Tientallen dienst-weigeraars (175 effectieven) werden gehuldigd. Meer info en toespraken op www.vvb.org/actueel

Gastvrij, maar niet onnozel

Opvallend op de meeting was de passage waarin Moons zich richtte tot Luc Cortebeeck (ACV) en Jan Renders (ACW). In 2005 verklaarden ze ‘met grote zorg de problematiek van de sociale verdringing in Vlaams-Brabant op de voet te volgen’. Daarna volgde vooral veel stilte. Moons riep Renders en Cortebeeck op ‘alle verkozen kandidaten van ACV-strekking de opdracht te geven samen met Leterme werk te maken van de splitsing van de kieskring’, ‘pas dan zal het in Vlaams-Brabant goed leven en werken zijn voor hen die er thuis zijn en voor hen die het Vlaams karakter van de streek respecteren. Wij zijn gastvrij, maar niet onnozel. En dat is ook een sociaal engagement’, aldus Moons.

Politieke correctheid

Moons hekelde in Halle ook de politieke correctheid waarin de Franstaligen Vlaanderen gijzelen. ‘Franstalige oekazen zijn de levensverzekering van de PS van Di Rupo’ (een duidelijke verwijzing naar de nefaste gevolgen van het cordon). Zeer goed gedocumenteerde publicaties van VBvolksvertegenwoordiger Bart Laeremans (“Verbrusseling tegengaan of ondergaan”) of de studie van Gunter Desmet (CD&V Ternat) worden volledig doodgezwegen of krijgen nauwelijks aandacht, terwijl ze ‘verplichte lectuur en studiemateriaal zouden moeten zijn voor ieder Vlaams politicus die met kennis van zaken over Vlaams-Brabant en BHV in het bijzonder wil spreken’.

Lekkere discriminatie

Masochisme moet stilaan een karaktertrek zijn van de groenen. Laten we telkens de lijsttrekker en lijstduwer buiten beschouwing, dan krijgen we voor Groen! volgend resultaat voor de Senaat: 137 042 stemmen voor vrouwen, 89 135 voor mannen. Voor de Kamer is dit nog opvallender. Vrouwen geven vrouwen hun (voorkeur)stem(men) en de mannen kunnen de pot op. Antwerpen: 137 042 stemmen voor vrouwen, 89 135 voor mannen; Oost-Vlaanderen: 36 510/16 320; West-Vlaanderen 24 531/12 017;

2

Doorbraak

nr. 7 juli 2007


Limburg: 13 998/6269; Leuven 7725/3427; BHV: 13 322/7542. Lekkere positieve discriminatie.

Vlaamse zetels duurder

Een Vlaamse Kamerzetel kost gemiddeld 45 944 stemmen, een Franstalige 39 285 (stemmen uitgebracht op lijsten met verkozenen). MR had 36 307 stemmen nodig voor een verkozene, Open VLD 43 858. Een sp.a-zetel (48 858) was fors duurder dan een PS-zetel (36 239). Ecolo moest 42 647 stemmen halen, Groen had er 66 457 stemmen voor nodig. De zetels voor de Kamer worden toegewezen op basis van bevolkingscijfers en niet van kiesgerechtigden. Dat betekent dat ook jongeren (-18), en niet-genaturaliseerde vreemdelingen meetellen voor de regionale zetelverdeling. Die zijn talrijker in Brussel, Luik en Henegouwen dan in Vlaanderen. Natuurlijk speelt ook mee dat kleinere partijen benadeeld worden (hun zetels zijn duurder), spelen ook “verloren stemmen” voor partijen zonder verkozenen én het percentage ongeldige en blanco stemmen een rol. Maar toch…

De prijs voor de smerigste

De prijs voor de smerigste campagnezet gaat met voorsprong naar Karel De Gucht. De Gucht gooide in De Laatste Ronde (VRT) met modder naar Yves Leterme. Jan Jambon (voormalig politiek secretaris van de VVB en nu eerste opvolger op de Antwerpse Kamerlijst van CD&V/N-VA) was op 5 mei 2001 gesignaleerd op een bijeenkomst van oudoostfronters. Een aanwezigheid op dit feestje van het Sint-Maartensfonds kostte Johan Sauwens destijds zijn ministerportefeuille. Jambon repliceerde dat hij op zijn mobilisatieronde tegen het Lambermontakkoord bij de hele Vlaamse Beweging was langs geweest. ‘Een aantal notoire VLD’ers is daar niet onbekend. Jaak Gabriëls was er niet weg te slaan. Jef Valkeniers was er geen onbekende en wijlen Hugo Schiltz was er een graag geziene gast’. (GVA, 9 juni)

De prijs voor de leepste

De prijs voor de leepste mag naar diezelfde De Gucht. De manier waarop hij zijn zoon Jean-Jacques lanceerde via zijn openbare omroep, is grandioos. Deze nieuwe heilige werd van dichtbij gevolgd op de verkiezingsdag, verscheen de dag nadien nog eens in prime-time en de week nadien aan de desserttafel van De zevende dag. Meer stemmen gehaald dan er in twee voetbalstadions van Barcelona kunnen. Dat kan tellen … Veel omkoperij is hiervoor niet nodig. Een beetje loge-vriendschap volstaat.

vervolg p. 11

Commentaar Verlatingsangst en economie

V

erlatingsangst klinkt eng. Het duikt sedert de docufictie van RTBf in december 2006 altijd opnieuw op bij discussies over de toekomst van de Walen. Het begrip wortelt in de vechtscheidingen. Wordt de secessie van Vlamingen en Franstaligen, na 10 juni is zij weer een stap dichter bij, een match kickboksen? Een willekeurige dag van De Tijd. Waalse uitvoer stijgt sneller dan Vlaamse. Het zuiden scoort dubbel zo goed als het noorden. Bereikt Wallonië een omslag? Economisch gaat het druppelsgewijs beter in het zuiden en politiek is de overwinning van Waals blauw een waarborg dat de PS-staat, een soort belabberde DDR, een knauw krijgt. De afremming van de Waalse lankmoedigheid en linksheid kan leiden tot een beter evenwicht tussen Vlaanderen en de Waalse volkshuishouding. Die ontwikkeling zal op termijn de jaarlijkse miljarden euro’s van noord naar zuid doen afnemen. Minder transfereren is winst voor de portemonnee van de Vlamingen. Didier Reynders, blauw en glad en Waal, zal professor Juul Hannes niet op de borrel vragen. Dat zou voor de liberale tegenstander van een staatshervorming leerzaam zijn. Zal de gedoodverfde nieuwe premier, Yves Leterme, gepokt en gemazeld in de cijfertjes als ex-kaderlid van het Rekenhof (de auditor voor het federale parlement van ’s lands centen) bij zijn onderhandelingen betrekken dat de directe belastingen, mijnrechten en wat kleinigheden tussen 1830 en 1914 voor 40,9% werden opgehaald in Vlaanderen en voor 35,1% in Wallonië? Van de indirecte belastingen werd 45,3% geïnd in de Vlaamse provincies, 28,4% in de Waalse. De vier Vlaamse provincies waren goed voor gemiddeld 43,8% van de Belgische bevolking, de Waalse voor 38,2%, maar betaalden slechts 30,4% van de belastingen. Zeer oude koeien en laat hen dus in de gracht? Neen. De onbestaande geldstroom van gisteren van zuid naar noord is de psychologische pasmunt voor de bestaande geldstroom vandaag van noord naar zuid. Juul Hannes is een degelijke, liberale emeritus hoogleraar in de economische geschiedenis van de RU Gent en de VUB. Zijn professorale monnikenwerk onthulde eerder al dat Vlaanderen vanaf 1830 geld transfereert naar Wallonië, niet alleen sedert 1945. Deze thesis van de jaren 1990 is bekend bij insiders en politici. De beroeps van de Wetstraat zwegen omdat de stelling van Hannes te tegendraads was en politiek ondraaglijk. Ononderbroken transfers na de Tweede Wereldoorlog van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel, dat kon en men snoerde de Vlamingen de mond met de melding: dat is de “juste retour” voor het vele geld dat Wallonië in de negentiende eeuw pompte in Vlaanderen. Roularta Books, een zus van Trends, publiceerde zopas De Mythe van de Omgekeerde Transfers. Fiscale Prestaties van Vlaanderen, Wallonië en Brabant, 1832-1912 van Juul Hannes. Het sleutelwoord is mythe. Elk land sleurt mythes mee en deze mythes woekeren als kankers, belemmeren eerlijke verhoudingen en leiden tot ontbinding. De transfermythe is een geloofspunt van de politici. Die van het noorden geloven het wegens hun desinteresse en kortzichtigheid en die van het zuiden omdat het wonderwel past in de eis om geen honderd miljoen af te knijpen van de transfers die jaarlijks 10 tot 12 miljard euro naar Brussel en Wallonië doen kolken. Juul Hannes zoekt al veertig jaar naar voorbeelden van de solidariteit van het zuiden met het noorden en vond die nooit. Juul Hannes, De Mythe van de Omgekeerde Transfers. Fiscale Prestaties van Vlaanderen, Wallonië en Brabant, 1832-1912. Roularta Books, 117 p., € 15,90, isbn 978 90 8679 089 0

■ FRANS CROLS Directeur redactie van Trends

juli 2007 nr. 7

Doorbraak

3


VERK I E ZI N G EN 07

Vlaamsgezinde partijen hebben boeiende maanden voor de boeg Tussen twee stembussen in: Goed en slecht nieuws Vlaanderen heeft op 10 juni gewonnen en verloren. Doorbraak kan niet voorbijgaan aan een nabeschouwing. In de waterval van analyses, interpretaties en bedenkingen is dit voor een maandblad geen dankbare job. Een poging tot synthese. 1 Vlaams gewonnen De partijen met een uitgesproken Vlaams programma (VB, LDD, N-VA en CD&V) hebben duidelijk gewonnen. De vrienden van België proberen dat nog te ontkennen. De liberalen hebben volgens sommigen zelfs gewonnen … tegenover de peilingen, omdat ze zich belgicistischer profileerden (Dave Sinardet in DS, 19 juni). Anderen blijven vooralsnog kritisch. We geven ze zelfs graag het woord (Carl Devos in Vrije Tribune, blz 10), maar zijn het niet met hen eens. En nu van het sprookje naar de werkelijkheid: de liberalen, luid omtoeterd door een brede kanselierscampagne in de media (het geslacht De Gucht was vaker in beeld dan schermkampioene Freya) zijn “maar” zeven procent gezakt. Verhofstadt, in de arena geduwd als onklopbare gladiator-kanselier, heeft ondervonden dat zijn kruiptocht door de Belgische salons niet heeft gerendeerd. De werkgroep staatshervorming van de VLD, die na vele vergaderingen het communautaire profiel van de liberale partij op papier had gezet, werd afgeblaft. Het documentje verdween in de riolen van de Melsensstraat. In de plaats daarvan kwamen de publicaties van Numero Uno, die de recuperatie dicteerde: terug naar een federale kieskring, terug naar samenvallende verkiezingen, achteruit naar een paritaire Senaat, weg met de splitsing van justitie, zwijgen over splitsing gezondheidszorg, meer bevoegdheden maar minder middelen voor gemeenschappen, herziening financieringswet … Wachten de overgebleven VU’ers in de VLD tot in 2009 ook hun hoofd op het kapblok wordt gelegd? De socialisten waren de kampioenen van het status-quo, met uitzondering van één prioriteit: de splitsing van tewerkstelling. We hebben hier al vaker geschreven dat die prioriteit een stapje vooruit was, maar dat ze meteen gekaderd werd in het lommer van voorzichtigheid: niet raken

4

Doorbraak

nr. 7 juli 2007

aan de transfers, de dada van vakbond en ziekenfonds. Ze zijn een stuk bescheidener na de nederlaag en geven toe dat ze Vlaams tekortschoten (Vande Lanotte, Tobback, Gennez…) Het dient gezegd dat CD&V’ers na 1 mei ook behoorlijk minder scherp werden over hun staatshervorming. Ze werd prioriteit nr. 11, onderweg verloor men al eens een dossier uit het oog (gezondheidszorg), werd het totaalpakket wat lichter en kwamen meer en meer uitspraken over het ‘nut’ ervan voor alle mensen, kneedde men een light-versie van het confederalisme waar men enkele jaren geleden toch veel duidelijker over was. Als in verkiezingen die maanden lang communautair waren gekaderd (ondanks het gespartel van de openbare omroep in de laatste rechte lijn) twee partijen zonder Vlaams profiel een pandoering krijgen, dan is de link tussen nederlaag en Vlaamse bleekheid meer dan waarschijnlijk. 2 Vlaams verloren De verkiezingen waren voor Vlaanderen ook een tegenvaller. In Brussel-HalleVilvoorde halen de Franstaligen 50 000 stemmen meer, de Vlamingen 35 000 minder (op lijsten met verkozenen). In Halle-Vilvoorde stemt nu bijna een kwart (22,16%) van de inwoners op Franstalige lijsten (1995: 17,57%). Dat paars daar extra in het rood ging, is een magere troost, maar een bevestiging van bovenstaande. Voorloper in het drama was en blijft Brussel, waar het aantal stemmen op Vlaamse partijen is gezakt van 70 329 in 2003 naar 52 700 in 2007, tot onder de tien procent. Een kwart minder. Dat het in Vlaams-Brabant vijf voor twaalf is, is duidelijk. Cijfers van Bart Laeremans (VB) of Gunther Desmet (CD&V) kregen nauwelijks aandacht in de media. Fout. Maar de Vlaamse partijen én de Vlaamse Beweging raken

nauwelijks verder dan het aaneenknopen van een paternoster van kleine en vooral symbolische ingrepen. Een conferentie voor Vlaams-Brabant en het voorbereiden van een moedig scenario voor Brussel zijn dringend nodig. Informatie is er al. Nu graag oriëntatie. De splitsing van BHV is een onvermijdelijke eerste tussenstap. Het resoluut redden van Vlaams-Brabant gaat voor op een achterhoedegevecht rond een krimpende “hoofdstad”. Men telde er minder Vlaamse stemmen dan er pakweg in het kanton Zandhoven werden uitgebracht. Brusselse “wijzen” en excellenties past enige bescheidenheid. Dan valt er te praten.

Vlaams verlies is er ook door het verwateren van de resoluties van 1999. In het Vlaams Parlement gingen de traditionele partijen een stuk verder dan vandaag. Vande Lanotte heeft ze ingespit (met één uitzondering: tewerkstelling). Open VLD had er nauwelijks belangstelling voor. En CD&V deemsterde mee weg in het gat van het minimalisme. Van transfers geen sprake meer? ‘De resoluties willen feitelijk de inkomstentransfers tussen noord en zuid aanpakken’, schreef Herman Van Rompuy nog niet zo lang geleden (DS, 20 dec.). En Luc Van den Brande formuleerde het zo: ‘De bestaande solidariteitsmechanismen hebben hun doel niet bereikt: de mensen in Wallonië zijn er nauwelijks beter van geworden … Hoog tijd voor een Waalse inhaalbeweging, die enkel mogelijk zal zijn met krachtige eigen Waalse beleidsinstrumenten op het vlak van werkgelegenheid, werkloosheidsreglementering, loonoverleg, vennootschapsbelasting, enzovoort. Activering kan enkel door responsabilisering. Dat mogelijk maken, is mee de inzet van de


3 De signalen van N-VA N-VA kijkt met vijf rechtstreekse verkozenen ongetwijfeld uit naar regeringsdeelname van CD&V. Het kan de partij in de Kamer nog twee (of drie?) opvolgerszetels extra opleveren. Waren de vlaggen op de verkiezingsavond prominent in beeld, allemaal van CD&V? U betwijfelt het met ons. Was het “openbaar” herstel van de relatie tussen De Wever en Dedecker (Verhofstadt zou dat “liefde” noemen) een detail in de geschiedenis? U twijfelt misschien met ons. N-VA heeft een paar keer laten voelen dat het niet van plan is zijn doodvonnis te tekenen. Maar met het bijna-uitstel van de staatshervorming naar 2009 kwam men al vrij dicht bij een “perceptie”, die dodelijk kan zijn als over een goed jaar al weer een nieuwe kiescampagne van start gaat (zie editoriaal).

stuk zwakker. Spirit zegt méér bij te dragen tot het kartel sp.a-Spirit dan NVA-kandidaten tot de score van het kartel CD&V/N-VA. (gemiddelde score op totaal aantal stemmen 6,1% voor Spirit, 5,45% voor N-VA).

Foto: N-VA

Dedecker, een nieuwe Vlaamse zweep.

waar de niet-partijpolitieke Vlaamse Beweging achter kan staan. Neen aan het cordon, maar ook neen aan de extremen binnen die partij die het blijkbaar plezant vinden om een beetje dood gewicht te zijn.

4 De signalen van Vlaams Belang Vlaams Belang won nog wat stemmen bij (t.o.v. 2003), maar verloor een zetel en ook voor het eerst bij federale verkiezingen in nogal wat kantons. Evenmin eerder gezien: de partij eindige een eind onder de peilingen (19% i.p.v. 21-23%).

De snelheid waarmee Filip De Man afweergeschut in stelling bracht, illustreert perfect wat we bedoelen: ‘Een hergroepering VB-N-VA-LDD is pure fictie’, schrijft hij op zijn webstek. ‘De N-VA is reeds verslaafd aan de prebenden, de postjes, de media-aandacht … Wat denkt u: zal Bourgeois afscheid nemen van zijn ministerpost als het er op aankomt? Kan De Bever (bedoeld is Bart De Wever – red.) nog leven zonder al die egards in de media? De talloze uitzendingen waar hij met de groten mag meespelen? Nee toch: wie gelooft die mensen nog? (behalve de VVB dan). Zodus, beste VVB: het Vlaams Belang hoeft helemààl niet “na te denken over doelstelling en tegenstrever”. Het Vlaams Belang moet zich in communautaire zaken Vlaamser blijven opstellen dan de N-VA, inzake waarden en normen rechtser dan CD&V en inzake vreemdelingen strenger dan LDD. En voor het overige: geduld is een mooie deugd.’ Als VB die richting volgt, zullen nog meer mensen afhaken. Dan speelt de partij exclusief op een kant waar geen stemmen meer te rapen vallen. En wordt LDD er alleen maar rijker van.

Hiermee komt het VB na een lange rechte lijn voor het eerst op een kruispunt. Men voelt het daar ook zo aan en is ‘in de kast’ gekropen. Mooi zo, maar afwachten wie er als winnaar uitrolt. ‘Als Vlaams Belang grondig nadenkt over doelstelling én tegenstrever, kan een nieuwe Vlaamse plant flink groeien’, schreven we over de kracht van een mogelijke “variante” op de zogenaamde Forza Flandria (www. vvb.org/kort). We weten wel dat dit tijd vergt, maar het lijkt ons de enige optie

5 De signalen van Spirit Spirit is uit de Kamer verdwenen en dat is geen goede zaak. De partij kwam in haar publicaties nog met een communautair boekje naar buiten. Maar laat. Geert Lambert mag nog wat meedoen in de Senaat. De partij trekt zich op aan wat nog rest: de Vlaamse verkozenen. In 2009 wordt het dus alles of niets. Dat overleven kan, toonde Groen! (ook enkele jaren buiten het parlement), maar Spirit staat toch een

Een klein kind voelt aan dat De Wever in het najaar 2006 gelijk had met zijn optie om het met Dedecker te proberen. Daar ligt het gat in de Vlaamse politieke markt: op de streep van het cordon sanitaire, tussen Vlaams Belang en de andere partijen in. Dedecker noemt het ‘rechts voor de raap’, De Wever ‘conservatief’, en beiden hebben gelijk. Het zou ons niet verwonderen als De Wever de Rendersen en Cortebeecks van het ACW geen loer wou terugdraaien. Vandaar ook zijn oproep aan Jean-Marie om ‘kalm te blijven’ … ‘Wie weet wat er nog mogelijk is’, aldus De Wever.

Bert Anciaux stuurde Doorbraak een bericht om te melden dat ook hij rechtstreeks werd verkozen in de Senaat. Klopt, maar hij is Vlaams minister. Zou hij een overstap naar de rode stof van de Senaat zien zitten? Anciaux liet weten dat onze analyse over ‘te weinig Vlaams profiel’ ‘spijtig genoeg waar’ is. ‘De perceptie is dat we dit te weinig hadden. De realiteit is dat we dit echter duidelijk zullen opkrikken.’ Het kan de goede richting uit, maar Spirit overschat allicht ook de wervende kracht van uitgesproken progressiviteit. Vlaanderen stemde alvast iets rechtser.

VERK I E ZI N G EN 07

volgende staatshervorming’. Wie – binnen CD&V – gelooft die man nog?

6 De signalen van CD&V Laat de confederalistische CD&V de taak om Vlaanderen op de kaart te zetten nog maar eens opzij liggen, om toe te geven aan de druk van de unitaristen (de vakbondstop) of de oude federalen (de ex-premiers)? Of kiest ze voor een Vlaamse toekomst, waarin ze met gemak de sterkste factor blijft? Waarom geen campagne opzetten richting ACV en ACW? Een Vlaamse staat hoeft geen sociaal kerkhof te worden. Een ministaatshervorming kan een serieuze donderwolk zijn, en de schitterende zin ‘Wie gelooft die mensen nog’ in eigen gezicht laten knallen. 7 De signalen van Dedecker Als er na 10 juni eentje mag glimmen, dan is het wel Jean-Marie Dedecker. Zijn prestatie is voldoende becommentarieerd. Zijn project telt. En dat ziet er voor Vlaamsgezinden aardig uit. De rebelse republikein mag de volgende jaren meepraten en dat is al een verrijking van het debat. Zijn eerste interventie na het riskante tastwerk van Vandeurzen en De Wever was overtuigend: ‘De staatshervorming moet meteen worden uitgevoerd en dient verregaand te zijn.’ En wat dat is, is ook duidelijk: werk, gezondheidszorg, sociale zekerheid en fiscaliteit. Voor wie het niet mocht hebben gehoord: Dedecker zei ‘voor een zelfstandig Vlaanderen’ te zijn.

JVdC

juli 2007 nr. 7

Doorbraak

5


VL A A N D EREN EN EU RO PA

‘Pour sa Majesté le Roi des Belges’ Getekend: eerste minister Guy Verhofstadt, minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht Onder de clausule ‘Pour Sa Majesté le Roi des Belges’ werd de Europese Grondwet door België ondertekend op 29 oktober 2004, door twee Vlamingen dan nog. Mocht de Grondwet (of een variante ervan) in die context door de Europese Unie ooit worden aanvaard, dan staat Vlaanderen urbi et orbi en voor eeuwig gebrandmerkt als tweederangs component van de Belgische staat Het citaat in de titel is een kernformulering uit de Europese Grondwet. Hiermee stelde de top van de Belgische politiek België aan Europa voor als een overwegend Franstalig land, met op de tweede rij wat Vlamingen en Duitstaligen. Dit toont op een flagrante wijze aan dat Franstalig België en de elite bruxo-belge zich niets aantrekken van de federale loyauteit. Meer zelfs: het toont aan dat ze hun macht consolideren en versterken als zij daar de kans toe krijgen.

Instellingen moeten correct opgebouwd worden en symbolen zijn ook in de politiek zeer belangrijk. Voor zo’n fundamenteel document had men ten minste voor één keer in de Belgische buitenlandse politiek de federale loyauteit moeten toepassen, zoals alle andere Europese staten dat keurig hebben gedaan (Ierland, Griekenland, Finland ...) Besluitvorming De elite bruxo-belge heeft het echter bij die ene grove misstap niet gelaten. Vlaanderen krijgt – op één uitzondering na – geen voet aan de Europese besluitvormingstafel. Dit is nochtans absoluut noodzakelijk, want volgens de meest gangbare schatting wordt 70 procent van de besluitvorming van een Europese lidstaat bepaald door de Europese Unie. Dat beleidsaandeel van de Europese Unie zal in de toekomst zeker niet verminderen, wel integendeel! De kans op een volwaardige deelname aan de Europese besluitvorming zag er in 1999, bij de start van de regering Dewael I, voor Vlaanderen nochtans echt goed uit. In het Vlaamse regeerakkoord stond als doelstelling ingeschreven: ‘Vlaanderen streeft ernaar de deelstaten, voor wat hun bevoegdheden betreft, een rechtstreekse vertegenwoordiging in de instellingen van de Europese Unie te geven middels het invoeren van het gedeeld stemmen in de ministerraad voor exclusieve gemeenschaps- of gewestmateries’. Bovendien stelde dit regeerakkoord heel vooruitstrevend: ‘In afwachting van de invoering van het bindend referendum en het volksdecreet wordt het consultatief referendum ingevoerd om de burgers nauwer bij het beleid te kunnen betrekken. De Vlaamse regering verbindt er zich alvast toe de uitslag van deze referenda te respecteren.’ Dit regeerakkoord van 8 juli 1999 is ondertekend door Patrick Dewael, formateur en Bert Anciaux namens VU/ ID, Karel De Gucht voor de VLD, Jos Geysels voor Agalev en Steve Stevaert voor de SP. Goedgekeurd door de partijvoorzitters én door de vier partijcongressen. Zo’n goedkeuring van een

6

Doorbraak

nr. 7 juli 2007

regeerakkoord betekent in de Belgische politiek al een hele stap naar de totstandkoming. In zijn “Vlaams manifest” van 2002 zal minister-president Patrick Dewael de splitsing van de EUstemmen nog eens als een na te streven objectief naar voren schuiven. Het gesplitst stemmen is er tot vandaag niét gekomen. In geen enkel federaal land zou de grootste deelstaat zoiets over zich heen laten gaan. De “Europese Grondwet” wordt op 29 oktober 2004 plechtig ondertekend zonder dat er een rechtsgeldige Nederlandse versie van dit basisdocument bestaat. Die zal er pas zijn in het Publicatieblad op 16 december 2004, dik anderhalve maand later. Een verwerpelijke gang van zaken, die getuigt van een gebrek aan respect voor het Nederlands, maar ook voor andere staten met “kleine” talen. En dan maar kneuteren en kniezen dat de burgers geen interesse hebben voor Europa en dat ze de “Grondwet” bij hun referendum niet gelezen hebben. (Wil men ook eens eerlijk zeggen hoeveel van de vele Belgische parlementsleden de Europese Grondwet hebben gelezen?) Het blijkbaar uitgaan van het principe “la Belgique sera francophone en Europe” is geen incidentje, het is het onvoorstelbaar onderuit halen van de federale loyauteit. Referenda Ook het verhaal van het referendum (of beter gezegd van de twee referenda) is verhelderend voor het democratisch deficit. Wie de Europese politiek de jongste decennia een beetje volgt, weet dat het referendum hét middel van democratische inspraak in de Unie is geworden. Het referendum is op dat vlak alvast stukken sterker en effectiever dan het Europees Parlement. Dat kan men al aflezen aan de percentages van deelname van de kiezers: zowat 45 procent voor de verkiezing van het Europees Parlement tegenover 65 procent of meer voor de referenda. België, de eerste minister op kop, wenste de volksraadpleging. Hiervoor was er trouwens een duidelijke meerderheid in het parlement (VLD, MR, sp.a en Spirit, cdH, N-VA, Vlaams Belang, Ecolo). Alleen CD&V was “lauw”. De PS, aanvankelijk ook “lauw”, was tegen zodra partijvoorzitter Elio Di Rupo zich radicaal anti opstelde, wegens ‘te gevaarlijk voor de eenheid van het land’. Vlaanderen en Wallonië zouden wel eens een ‘andere sensibiliteit’ kunnen laten blijken, en dat mocht van hem niet. En dus kwam het referendum er niet. Onze buurlanden Nederland, Luxemburg en Frankrijk organiseerden wél het referendum. De Europese Conventie, die de Grondwet had uitgeschreven, had als motto gegeven: ‘Onze grondwet wordt democratisch genoemd omdat de macht niet in handen is van een minderheid,


In het Vlaams Parlement werden in 2006 15 000 petitiehandtekeningen voor een Vlaams referendum over de Europese grondwet voorgelegd. De handtekeningen waren verzameld door Attack-Vlaanderen. Een “rechtse” poging kon je dat bezwaarlijk noemen. Het gaf het Vlaams Parlement de mogelijkheid om én zichzelf én vooral Vlaanderen op de Europese kaart te zetten, tegen de “Sa Majesté le Roi des Belges-ondertekening” in. Het was een mogelijkheid om voor Vlaanderen een betekenisvolle, democratische plaats in de Europese besluitvorming af te dwingen. Maar neen. Liever klaagt men dat de burgers niet geïnteresseerd zijn. Liever jammert men dat op de Europa-spreekbeurten alleen eurofielen afkomen. Wat een gebrek aan democratische durf. En wat een gebrek aan vooruitziendheid met betrekking tot de plaats van Vlaanderen in de EU in de jonge 21ste eeuw. Inspraak parlementen Het zal voor Vlaanderen in 2009 dus nog een stuk moeilijker worden. De Europese “Grondwet” voorziet voor de nationale parlementen een raadgevende functie in de Europese besluitvorming. Zo hoopt de EU de “subsidiariteit” voor een

‘De EU beslist over heel veel. Vlaanderen moet kunnen mee(be)sturen in Europa’ deel te kunnen realiseren. Je denkt dan dat de meest optimale organisatie daarvan in België zou kunnen gebeuren via één stem voor de Kamer, één voor het Vlaams Parlement en één voor het Waals parlement (op een technische of overlegwijze te reduceren tot het maximum van twee stemmen ). Maar dat is zonder de Franstaligen gerekend. De hele reeks van “raden” – waarvan een aantal zich wat al te graag parlement noemen – mag meespelen in een bijzonder ingewikkeld bureaucratisch stelsel, zodat het Vlaams Parlement hoe dan ook maar één stem heeft en de Franstaligen, met bijvoorbeeld het sturende genie van Di Rupo, zonder moeite tot twee stemmen kunnen komen. Begrijpe wie kan. Hoe kan het zover komen? In juli 2004 werd Karel De Gucht (VLD) minister van Buitenlandse Zaken. Hij schaarde zich toen achter het programmapunt dat de Vlaamse regering in 1999 had aangenomen: er zouden “gesplitste stemmen” komen voor de exclusieve materies. Dat duurde precies tot aan zijn eerste persconferentie in zijn nieuwe functie, waar hij door een gebrieft journalist werd “geblokkeerd”. Bij de eedaflegging van Karel De Gucht had de koning zijn kersverse minister al publiek

de les gelezen over Congo – in alle Vlaamse huiskamers goed hoorbaar via de tv-uitzending. A fortiori zal hij naderhand, binnenskamers, over die splitsing wel een ‘no pasaran’ te horen hebben gekregen, en dat uit meerdere hoeken. Gedaan dus het minimale project van 1999, dat eigenlijk maar de vertolking is van de bevoegdheidsverdeling zoals die in de Belgische Grondwet staat neergeschreven. Was het niet De Gucht die in 2003 verkondigde ‘Als de Vlamingen iets willen, kan niemand dat tegenhouden!’? (Financieel-Economische Tijd 7 januari 2003)

VL A A N D EREN EN EU RO PA

maar van de grootst mogelijke meerderheid’ (Thucydides II 37). De macht van het Europees Parlement is onmiskenbaar toegenomen door het dubbele neen van Frankrijk en Nederland. De “Bolkestein-richtlijn “ zou nooit tot “Dienstenrichtlijn” omgebouwd geweest zijn, mede door het Europees Parlement, indien dit niet sterk geworden was door de NON en de NEEN van de volksmacht.

Minister De Gucht zal nadien de “buitenlandse betrekkingen” van Vlaanderen of van zijn minister onder de domper trachten te zetten en pleiten voor een herfederalisering van de buitenlandse handel. ‘La fonction fait l’homme’, gaf hij toe (Canvas 27 november 2006). In het jargon van politologen en sociologen heet zoiets “elite-recuperatie”. Lichtpunt Het enige lichtpunt van Vlaanderen in “Europa” is de (quasi) exclusiviteit die Vlaams minister-president Yves Leterme de facto heeft opgebouwd in “zijn” materies van Landbouw en Visserij. Daartegenover moet dan weer het gebruik door België van zijn veto worden geplaatst. Is het onvolledig te stellen dat minister De Gucht het één keer heeft gebruikt om de Europese subsidies voor Henegouwen naar boven te stuwen toen zij door het Luxemburgse voorzitterschap werden teruggesnoeid ? Verkiezingen Vlaanderen in Europa scoort dus zwak. De kiezer kan erover oordelen in 2009. Maar de Belgische kiezer wordt braaf gehouden, zijn keuzemogelijkheden worden beperkt en zijn politiek inzicht wordt misleid en afgestompt. Nogmaals: de Europese Unie beslist over een zeer aanzienlijk deel van het beleid. Wil Vlaanderen daar toch een beetje kunnen mee(be)sturen (eigen voorstellen formuleren, mee controleren), dan is én een grondige democratisering nodig én een onverkort volwaardig lidmaatschap van Vlaanderen in Europa. De enige kans om dat te bereiken is erkend te worden als staat. De elite bruxo-belge is hoogst onbetrouwbaar en heeft haar geloofwaardigheid terzake volledig verspeeld. De materies tewerkstelling, mobiliteit, milieu, economische groei, zijn veel te belangrijk om nog lang te aarzelen. Ook tegen de mogelijke uitschakeling van het Nederlands als “effectieve Europese taal” moet geageerd worden. Zoiets zou bijzonder nefaste economische en vooral sociale gevolgen hebben. 2009, het jaar waarin bondskanselier Merkel met een nieuw en afgezwakt verdrag wil klaar zijn en wil scoren, is heel dichtbij.

Prof. Wilfried Dewachter

juli 2007 nr. 7

Doorbraak

7


STA ATSH ERVO R M I N G

En waarom geen asymmetrische staatshervorming? Een eenvoudige oplossing Afgaand op de beloften van de politieke partijen voor de verkiezingen en hun verklaringen nadien, lijkt er een patstelling te zijn omtrent de staatshervorming. In Vlaanderen is er een duidelijke meerderheid die grote bevoegdheidsoverdrachten naar Vlaanderen wil. De Franstalige partijen zijn daarvoor geen “vragende partij”.

Reynders (MR) stelde het nog duidelijker: nu we eindelijk de kans hebben om inzake de federale bevoegdheden een beleid te voeren zonder de socialisten, gaan we toch zeker geen bevoegdheden overhevelen naar het niveau waar diezelfde socialisten nog de plak zwaaien? Deze opvattingen lijken onverzoenbaar, wat de niet-zo-Vlaamsgezinden in Vlaanderen tot in den treuren doet herhalen dat niets kan, omdat men nu eenmaal met twee moet zijn om te defederaliseren. Maar is dat wel zo? Als we de basisstellingen van beide kanten als uitgangspunt nemen en er van uitgaan dat die ook de kern zijn van hun werkelijke opvattingen, dan is er toch een eenvoudige oplossing? Als de Vlamingen meer bevoegdheden willen en de Franstaligen die niet vragen, dan kan men beiden hun zin geven door een asymmetrische staatshervorming: de Vlamingen krijgen de gevraagde bevoegdheden voor het Vlaamse territorium en de Nederlandstalige instellingen in Brussel; voor Wallonië en de Franstalige instellingen in Brussel blijven diezelfde bevoegdheden gewoon federaal zolang de Franstalige politieke meerderheid geen vragende partij is (dus alvast tot 2009). Onrealistisch? Uit de rechtsvergelijking blijkt dat een asymmetrische devolutie veeleer de regel is. Een symmetrisch federalisme vindt men bijna alleen in federaties van voorheen onafhankelijke landen, zoals Duitsland of de VS. Federale systemen ontstaan door devolutie van de vroegere unitaire staat naar deelgebieden, zijn bijna allemaal asymmetrisch: Spanje, Italië, het Verenigd Koninkrijk, Rusland. Telkens zijn er bevoegdheden die voor sommige deelgebieden zijn overgedragen en voor de andere regio’s bij de federale overheid zijn gebleven. In het VK heeft Wales beperkte bevoegdheden, Schotland zeer ruime, Noord-Ierland ook en Engeland helemaal geen. Alle bevoegdheden waarover het Schotse parlement in Schotland bevoegd is, worden voor Engeland uitgeoefend door het federale parlement. In Spanje en Italië is het vraag-federalisme nog explicieter als uitgangspunt. In Italië bepaalt de Grondwet dat de gewesten een Statuut kunnen opstellen met de basisregels voor hun instellingen en de bevoegdheden die ze wensen uit te oefenen. In Spanje bepaalt de Grondwet dat Gemeenschappen kunnen verzoeken om een Autonomie te verkrijgen, die wordt vastgelegd in een apart Statuut voor elke Gemeenschap. Zo hebben Catalonië en Baskenland een eigen autonomiestatuut. Catalonië vond na verloop van tijd dat zijn bevoegdheden niet meer volstonden; zo keurde het Catalaanse parlement een nieuw Statuut goed in 2006, dat na een referendum in Catalonië 8

Doorbraak

nr. 7 juli 2007

aanvaard werd door de federale overheid en in werking is getreden. Catalonië en Baskenland hebben zo belangrijke bevoegdheden die door de andere Gemeenschappen niet zijn gevraagd en voor hen dus federaal zijn gebleven. België Passen we deze methode toe in België, dan moet het Vlaams Parlement een gewenst Statuut vaststellen. Dat gebeurde al in grote mate door de resoluties van 1999. Nu zou men in Vlaanderen een referendum moeten organiseren over die resoluties. Haalt dit een meerderheid, dan zou het onaanvaardbaar zijn dat de federale overheid zich daar niet bij neerlegt. Andere deelgebieden krijgen immers dezelfde keuzemogelijkheid! Weliswaar is er in o.a. de Spaanse en Italiaanse grondwet een opsomming van bevoegdheden die niet zonder grondwetswijziging kunnen worden overgeheveld. In België had zo’n lijst al lang moeten bestaan: de Grondwet bepaalt dat de federale overheid slechts bevoegd is voor de aangelegenheden die de Grondwet haar uitdrukkelijk toekent. Deze bepaling is door de federale wetgever nog steeds niet uitgevoerd. Die kans heeft men intussen wel gehad; er is aangetoond dat de federale overheid niet in staat is ze uit te voeren. In die omstandigheden komt het aan de deelgebieden toe om de bevoegdheden die zij wensen, aan zich te trekken. Het klopt ook dat de genoemde Statuten in zekere mate onderhandeld werden en aanvaard door de federale overheid. Let wel: de federale overheid, niet de andere deelstaten! Vanzelfsprekend hadden de andere Gemeenschappen in Spanje geen vetorecht tegen het autonomiestatuut van Catalonië of Baskenland. Waarom zouden wij dan een veto moeten aanvaarden van het Waals Gewest of de Franse Gemeenschap tegen een verruimd Vlaams autonomiestatuut? Ook inzake de financieringsregeling tonen Baskenland en Catalonië de weg: zij hebben in hun Statuut een zeer ruime fiscale autonomie opgenomen. De directe belastingen worden geïnd door de deelstaat. Daarna wordt aan de federale overheid een bedrag afgedragen voor de opdrachten die de federale overheid nog vervult voor die deelstaat. Waarom zou ook dit niet kunnen worden overgenomen in Vlaanderen? Voor al deze technieken zijn er in België al aanzetten. Zo is de bevoegdheidsverdeling asymmetrisch: tussen Vlaanderen, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waals Gewest en het Brussels Gewest zijn er géén twee met dezelfde bevoegdheden. Ook zijn er belastingen die voor het ene gewest door de gewestelijke overheid zijn geïnd en voor het andere door de federale. Als de meerderheid in de Franse Gemeenschap en Wallonië geen vragende partij is voor meer bevoegdheden, hoeven we hen die niet op te dringen. Maar omgekeerd is het niet legitiem wanneer zij blijven weigeren dat Vlaanderen die bevoegdheden op grond van een politieke meerderheid alhier wel aan zich trekt.

Matthias E. Storme


ECO N O M I E

De Waalse mythes rond transfers ‘Ook Leterme geniet transfers’ Niet enkel Wallonië maar ook elf Vlaamse arrondissementen genieten transfers. De financiers zitten vooral rond Brussel, waar de grootste rijkdom wordt geproduceerd. Internationaal vergeleken zijn de transfers niet overdreven. En het is niet bewezen dat transfers de economische groei afremmen. Aldus ruw gesteld de analyse van de Waalse economieprofessor Henri Capron1. De Vlaamse mythe van transfers aan flarden, klonk het in de Franstalige pers. Even de puntjes op de i.

Professor Capron (ULB) verricht in zijn studie een omvattende analyse van de problematiek van de interregionale transfers. Hij haalt alles uit de kast om zowel de omvang als het probleem van de transfers tussen de gewesten in België weg te cijferen. Maar alle nuanceringen ten spijt, is de conclusie van de Franstalige econoom veelzeggend: het is noodzakelijk dat Wallonië actief werk maakt van zijn economisch herstel. Arrondissementen In een eerste nuancering berekent Capron de transfers op het niveau van arrondissementen. Hij leidt daar uit af dat 11 Vlaamse arrondissementen van transfers genieten: het Ieper van Yves Leterme, het Oostende van Johan Vande Lanotte, maar evenzeer Diksmuide, Maaseik, Tongeren, Veurne, Eeklo, Hasselt, als het “Texas van Vlaanderen” met Kortrijk, Roeselare, Tielt. Weliswaar ontvangen deze Vlaamse arrondissementen slechts 14% van de transfers. De belangrijkste donoren bevinden zich rond Brussel: Halle-Vilvoorde, Leuven en Waals-Brabant. Hun positie is voor Capron vooral de verdienste van het economische centrum Brussel. De transferberekeningen van de ULBprof laten echter tal van aspecten buiten beschouwing. Langs de ontvangstenzijde wordt geen rekening gehouden met belastingen betaald door vennootschappen of consumptiebelastingen. Er wordt evenmin rekening gehouden met belangrijke federale publieke uitgaven, zoals defensie, justitie, binnenlandse en

buitenlandse zaken, noch met transfers vervat in de financiering van gewesten en gemeenschappen. Het hoeft weinig betoog dat deze componenten bijkomende Vlaams-Waalse transfers opleveren. Ook transfers via de openbare schuld worden niet meegenomen. Bovendien zijn transfers tussen arrondissementen niet te vergelijken met transfers tussen gewesten. Primo is het evident dat naarmate de bestuurlijke entiteiten kleiner zijn er puur statistisch meer kansen zijn op ongelijkheid en dus transfers (zo zullen er nog grotere transfers zijn tussen de buitenwijken van Antwerpen en het stadscentrum en allicht ook tussen u en uw buurman). In een vergelijking tussen gewesten worden ongelijkheden tussen arrondissementen natuurlijk uitgevlakt tot regionale gemiddelden.

‘Loon van pendelaars in Brussel kun je toch geen transfer noemen?’ Secundo is er ook de vraag wat de beleidsrelevantie is van een vergelijking tussen arrondissementen. Het betreft puur administratieve indelingen, zonder politieke autonomie, zonder eigen politieke partijen, zonder eigen politieke keuzes. Anders gesteld: het is de CD&V van Yves Leterme die samen met de Vlaamse respectievelijk (straks) nationale coalitiepartners de krijtlijnen trekt van het sociaaleconomische beleid voor het arrondissement Ieper, niet de arrondissementscommissaris. De Vlaamse kiezer, ook die uit Tongeren of Eeklo, praat daar in mee via de regionale/nationale verkiezingen. Maar hij heeft wel weinig vat op de federale coalitie en dito politieke keuzes, omdat hij geen vat heeft op de Waalse politiek. Kortom, het gewest (of de gemeenschap) is in Belgische context hét relevante niveau voor elke discussie over transfers die meer wil zijn dan een academische spielerei. En wat met Brussel als bron van rijkdom? Uiteraard wordt in Brussel veel welvaart gecreëerd, maar je kan het loon dat Vlaamse/Waalse pendelaars daar

verdienen met hun arbeid toch moeilijk een transfer noemen? Internationale vergelijking In een tweede poging om de interregionale transfers binnen België weg te cijferen, maakt Capron een internationale vergelijking, waaruit hij afleidt dat de interregionale transfers binnen België niet excessief zijn. Ook hier loopt de vergelijking mank, om grotendeels dezelfde redenen als de vergelijking tussen arrondissementen. Niet alle transfers worden meegenomen. En er wordt internationaal vergeleken met entiteiten die moeilijk vergelijkbaar zijn met die van een Belgisch, zoals Madrid, Stockholm, Berk-Oxfordshire of de Limousin. Je moet vergelijken met regio’s die beschikken over een politieke autonomie en een substantieel deel van het land vertegenwoordigen (geen stad). We denken aan Lombardije, Catalonië of Beieren. In de vergelijking van Capron benadert Vlaanderen de transfer-last van deze regio’s. Het is geen toeval dat net in de betrokken landen de interregionale solidariteit en politieke decentralisatie hoog op de politieke agenda staan. Ten slotte berekende Capron dat er in de EU in haar geheel geen significante verschillen zijn in groei tussen regio’s die transfers ontvangen of krijgen. Ook hier is de afbakening van transfers en regio’s niet zuiver. Bovendien is het ontbreken van betekenisvolle groeiverschillen tussen donoren en ontvangers nu net het probleem: de economische logica van transfers wil dat ze de zwakkere regio’s toelaten een inhaalbeweging te maken, dus sneller te groeien dan de sterkere regio’s. Réformer sans tabou is de titel van het boek waarin de Franstalige econoom zijn studie publiceerde. De interregionale transfers blijven desondanks een Franstalig taboe. Eerdere pogingen van Franstalige economen om het te doorbreken ten spijt. Jan Van Doren

Henri Capron, ‘Fédéralisme, transferts interrégionaux et croissance régionale’, in Réformer sans tabous : 10 questions pour la Belgique de demain, Reflets et Perspectives, XLVI, 2007/1, De Boeck

juli 2007 nr. 7

Doorbraak

9


VRIJE TRIBUNE

Links heeft in communautaire denken een (kritische) rol te spelen

O

p 10 juni heeft de Vlaamse kiezer voor meer Vlaanderen gekozen en één van de redenen waarom linkse partijen het die dag slecht of minder goed dan verwacht deden, is omdat ze niet voluit voor Vlaanderen gaan, zoals de winnaars wel doen. Wat te denken van deze vaak gesuggereerde verklaring voor de stemverschuivingen op 10 juni?

O

‘Het zou dwazernij zijn te denken dat nationalisme of regionalisme per definitie verdachte rechtse stromingen zijn.’

f ze klopt dan wel fout is, kan voorlopig niemand met zekerheid zeggen. Een snelle blik op winnaars en verliezers doet alvast in die richting denken, maar het is geen uitgemaakte zaak dat het succes van CD&V/N-VA en LDD en het verlies van vooral sp.a vooral door het communautaire te verklaren valt. Misschien heeft dat nog veel meer te maken met een structureel verlies en slechte campagne van de sp.a, met een roep om verandering, met “goed bestuur”, paarsmoeheid of de sympathie voor de underdog-rebel Dedecker ... Volgens de ene analyse was de sp.a communautair te flets in vergelijking met de andere grote partijen, volgens anderen dan weer was de sp.a terzake forser dan ooit.

Het Vlaamse nationalisme wordt helaas soms verengd tot een vorm van bevrijding van het Belgische juk, dat als een volksvreemde overheersing wordt gezien. Al te vaak werd die vreemde overheersing uitgebreid tot andere vreemdelingen die de Vlaamse natie bedreigden. Dat heeft inderdaad niets met de ideologische beginselen van het nationalisme te maken, maar die stroming is er wel gevoelig aan. Ze deelt immers mensen op in naties waarvoor vaak een bewustzijn aangemaakt moet worden.

Houding Veel belangrijker evenwel dan deze beschouwingen is de vraag wat de houding van links in de communautaire kwestie zou kunnen of moeten zijn, los van de vraag welk electoraal effect er aan deze of gene positie verbonden is.

Maar daarom moeten we ze niet ‘in principe’ veroordelen. Het regionalisme is voor vele verdedigers ervan nog te vaak een kwestie van geloof rond de mantra ‘wat we zelf doen, doen we beter’, te vaak een eenvoudig en sloganesk pleidooi om meer autonomie omdat die nu eenmaal per definitie beter is.

Het nationalisme is, zoals ook het socialisme, een bevrijdingsideologie. Links uit socialistische hoek zou dus in essentie sympathie moeten hebben voor deze ideologie. In voorbije decennia is het vaak fout gelopen omdat het nationalisme de arbeidende klasse op basis van concurrerende criteria verdeelde en dus verzwakte. De omschrijving van ‘het volk’ of ‘de natie’ die via dit ‘isme’ geëmancipeerd moet worden, was vaak problematisch, niet het minst door het exclusieve karakter en etnische criteria waarmee dat soms gebeurde. Bovendien gaat het in Vlaanderen om de “bevrijding” van een

Links heeft een rol Links heeft in het dominante communautaire denken in Vlaanderen een constructief-kritische rol te spelen. Door de bijzondere constructie van deze centrifugale, bipolaire sui generis-federatie leidt een opbiedend discours in Vlaanderen tot het heersende denken dat er hoedanook meer gedefederaliseerd moet worden. Links moet daar kritisch over blijven en kan daar in Vlaanderen selectief aan meewerken op basis van duidelijke criteria en heldere principes, zoals interpersoonlijke solidariteit en de stelling dat iedereen – ook Walen en Brusselaars – aantoonbaar beter moeten worden van staatshervorming. Dat is om meerdere redenen verstandig.

Het moderne efficiëntennationalisme is minder ideologisch verankerd en het Vlaamse en Waalse socialisme groeien uit elkaar. relatief rijkere meerderheid. Kortom, het valt te begrijpen waarom links het vaak moeilijk had met regionalisme. Bovendien probeerde links in Vlaanderen via het sterkere Waalse socialisme rechts beleid af te remmen, het was dus ook een strategische alliantie. Maar de tijden veranderen. Het moderne efficiëntienationalisme is minder ideologisch verankerd en het Vlaamse en Waalse socialisme groeien uit elkaar. Hoe invullen? Het zou dwazernij zijn te denken dat nationalisme of regionalisme per definitie verdachte rechtse stromingen zijn, omdat ze te lande het sterkst door rechts worden beleden. Het kan op verschillende manieren worden ingevuld. Een regionalisme zonder bijhorend inhoudelijk project is politiek en electoraal niet levensvatbaar, het mist oriëntatie in en

10

motivatie van het streven. Ook nationalisten beschouwen een onafhankelijk Vlaanderen als een middel en geen doel. De vraag is dus welk doel het nationalisme dient, in mensentaal hoe een (meer) autonoom Vlaanderen er voor welke categorieën burgers uitziet en op welke manier we dat kunnen bereiken, m.a.w. welke criteria en methoden we daarvoor gebruiken. Dát maakt het nationalisme of regionalisme voor links al dan niet aanvaardbaar.

Doorbraak

nr. 7 juli 2007

Toegegeven, in sommige dossiers – zoals BHV en de nachtvluchten – is dat niet mogelijk en is verandering toch noodzakelijk, maar vaker dan nu moeten we de vraag stellen wat we met die nieuwe bevoegdheden straks van plan zijn, welke samenleving er o.a. in het autonomere Vlaanderen mee gemaakt zal worden. Hoe ziet een volstrekt Vlaams arbeidsmarktbeleid eruit, wat is men met nieuwe Vlaamse belastingen van plan? Een blind autonomiestreven is te vermijden. Maar als regionalisme een voor links betere samenleving kan maken, waarom niet? Dan kan links er zelfs het voortouw in nemen. Helaas staat links in Vlaanderen vandaag zwak. Dat is geen reden om altijd op de rem te staan, wel om nog beter na te gaan of de linkse doelstellingen er door gediend worden. ■ CARL D EVOS Politoloog U Gent


Bracke separatist

Staatshervorming vindt Siegfried Bracke wél een discussiepunt. ‘Want hervormen in deze is de scheiding voorbereiden. Erg? Vind ik niet, nee. Ook ik ben feitelijk separatist, en, zoals allicht bekend, orangist. Maar ik vind wel dat we een beetje treffelijk uiteen moeten, met manieren’. (webstek VRT, blog Siegried Bracke)

Nog geen doodsbrieven voor VB

Op de opiniepagina’s van De Morgen is er de jongste tijd dan toch een beetje meer debat. Bart De Wever, maar ook Doorbraakmedewerkers Bart Maddens en Peter De Roover kunnen er nu en dan iets publiceren of worden geraadpleegd. Voor de verkiezingen wees De Roover er al op dat 2009 van existentieel belang is voor Vlaams Belang: ‘De volgende verkiezingen zijn Vlaams, daar is het Vlaams Belang de enige oppositiepartij samen met Groen! Wie nu (10 juni 2007 – red.) antipaars wil stemmen, kan ook terecht bij CD&V/N-VA. Als we een tripartite krijgen, wordt het Vlaams Belang weer de enige grote oppositiepartij. Zo onrealistisch is het scenario dus niet. Ik zou nog niet meteen doodsbrieven beginnen te schrijven’. (DM, 4 juni, zie bijlage)

Huurwet splitsen

Vlaams minister van Wonen Marino Keulen (Open Vld) zei nog net voor de verkiezingen dat de huurwet volledig geregionaliseerd moet worden in de volgende communautaire ronde. Dat was ‘nieuws’ voor de kranten (30 mei). De regelgeving voor de private huurmarkt is voorlopig nog federaal, maar de toestand in de gewesten is compleet verschillend. In Vlaanderen woont 20% van de gezinnen in een private huurwoning, in Wallonië 33%, in Brussel 59%. In Vlaanderen is nu 25,4% van de oppervlakte bebouwd. In Brussel is dat 78,2%, in Wallonië 13,7%. De gemiddelde prijs per vierkante meter bouwgrond bedraagt in Vlaanderen € 94,20 of ruim het drievoudige van de gemiddelde prijs in Wallonië (€ 27,70). (HN, 5 maart)

Talentelling

Le Soir greep nog even naar de talentelling van 1947. 24,38% van de inwoners van het kanton Halle (Beersel, Pepingen, Drogenbos, Linkebeek, Sint-Genesius-Rode, Sint-PietersLeeuw) verklaarden toen vaker Frans te spreken. Op 10 juni kozen 32,58% van de inwoners van dit kanton voor francofone lijsten. Dezelfde verhoudingen in het kanton Zaventem (Hoeilaart, Kraainem, Overijse, Steenokkerzeel, Wezembeek-Oppem): 33,02% francofonen bij talentelling in1947 en 39,9% stemmen in 2007. In het kanton Meise zou er volgens die criteria een terugloop zijn van 27,13 (1947) naar 19,39% (2007), in Vilvoorde van 22,99% naar 17,44%, in Asse van 25,14 naar 12,73%.

Vrijspraak Walen buiten Of Rik Torfs het kerkelijk recht met talent doceert, weet ik niet uit ervaring. Maar hij slaagde er wel in mij de moeilijke leer van de drie-eenheid een beetje duidelijk te maken. In één dag is hij te zien op televisie, te horen op de radio en te lezen in de krant. En toch is het één man. Zoiets moet het ook zijn met de Vader, Zoon en de Heilige Geest. Was het een engel die Rik Torfs verscheen in een droom en hem behoedde voor een publieke vernedering? Lang werd gespeculeerd over de politieke ambities van de omnipresente professor kerkelijk recht. Zowel VLD als sp.a behoorden tot de mogelijkheden. Maar op de kieslijsten vonden we hem onverwacht niet terug. Hij zal er vandaag niet rouwig om zijn, want zijn twee voorkeurspartijen kregen een serieuze lel van de kiezer. Hij blijft ons dus verblijden met commentaren her en der. Zoals in De Standaard, tweewekelijks op donderdag. Op 14 juni zegt Rik Torfs van Wallonië te houden. Dat heb ik met hem gemeen. Hij heeft ook Vlaanderen lief. We beginnen op elkaar te lijken. Hij ziet daarin een reden om een belgicistisch pleidooi af te steken. Daarin verschillen we dan weer. Hoewel?! Zijn argumentatie mag dan al bedoeld zijn om het fiere Vaderland te ondersteunen, ik neem ze graag over. Om tot het omgekeerde besluit te komen weliswaar. Torfs is highbrow en dus moeten we eerst de onvermijdelijke schimpschuiten doorstaan tegen Vlaamse haciënda’s, vlaggenzwaaiers en het Gezond Verstand van Dedecker. We zetten moedig door, want de titel ‘Walen Buiten’ maakt nieuwsgierig, en komen aan zijn besluit. Torfs formuleert een antwoord aan degenen die vinden dat we van de Walen af moeten, want die ‘deugen niet’. ‘Welnu, waarde overwinnaars van de verkiezingen, delf niet uw eigen graf. Sla geen ster in uw bril met uw vlaggenstokken. Want neem nu dat het lukt, dat Vlaanderen eindelijk onafhankelijk wordt, en toch alle problemen van de wereld niet opgelost zijn. Wat dan? De enige bok die je nooit mag schieten, is de zondebok. Want als hij dood is, word je verantwoordelijk voor je eigen mislukkingen.’ Torfs past de bedenkelijke techniek toe om een mening te counteren door er eerst een karikatuur van de maken. Wie zegt dat Walen niet deugen? Torfs’ geheimzinnige gesprekspartner waarvan we de naam niet mogen vernemen? Wie beweert dat meer Vlaamse autonomie alle problemen oplost? De intussen voor de rest vergeten Gaston Geens met ‘Wat we zelf doen, doen we beter’? Geens zou historisch overigens andere woorden gebruikt hebben; iets in de zin van ‘Wat we zelf doen, moeten we beter doen’. Maar voor een zelfbewuste Vlaming of Waal klinkt het devies: ‘Wat we zelf doen, doen we zelf’. Torfs geeft, vermoedelijk toch onbedoeld en door hem in elk geval niet begrepen, de kern aan. Hoe autonomer Vlaanderen en Wallonië, hoe minder ze zich zullen kunnen onttrekken aan hun eigen verantwoordelijkheid. Zowel voor de successen als voor de mislukkingen. Klaarder werd het autonomiestreven zelden geformuleerd. Met dank aan professor Torfs. Vanuit onze haciënda roepen we een welgemeend ‘olé’ naar zijn ongetwijfeld met smaak gerenoveerde en met hybride kunst gedecoreerde loft.

■ PETER D E ROOVER

juli 2007 nr. 7

Doorbraak

11


BU I T EN L A N D

It’s not the economy, stupid. It’s the culture. De voorbije verkiezingsslag moest vooral gaan over economie, want de burger zou daar wakker van liggen. Andere thema’s zoals normen en waarden, veiligheid en verbruining van het stadsbeeld die de burger nochtans nauw aan het hart liggen, kwamen vooral op de televisie nauwelijks aan bod, want die zouden het VB in de kaart spelen. Die andere thema’s kon men uit de weg gaan door van de stembusgang een kanseliersverkiezing te maken en Verhofstadt, Leterme en Vande Lanotte tegen elkaar uit te spelen. Zo kon men gemakshalve Frank Vanhecke, maar ook Vera Dua, JeanMarie Dedecker en Bart De Wever aan de kant laten staan. Deze mediastrategie is Vande Lanotte trouwens zuur opgebroken en hij had niet zien aankomen dat hij in een duel uitdager/leider in de rol van toeschouwer werd gedrongen. Het moest dus gaan over economische thema’s, volgens de legendarisch geworden formule van Bill Clinton uit diens presidentiële campagne van 1992 tegen George Bush sr.: ‘It’s the economy, stupid’. Vandaag is het niét vooral de economie, waar de mensen in Vlaanderen en België van wakker liggen, wél de cultuur, de niet-materiële aspecten, de demografische, ecologische, ethische, staatkundige aspecten … Einheitswurst Aan Jean Monnet, de vader van de Europese economische eenmaking, wordt volgens zijn biograaf André Fontaine onterecht de uitspraak toegeschreven: ‘Si c’était à refaire, je recommencerais par la culture’. Het volstaat niet de economische parameters één te maken, men moet vooral kijken naar de onderliggende culturele gegevens.

‘Op 10 juni werd Paars hier zwaar afgestraft, in Wallonië haast niet. De perceptie van acht jaar federaal beleid is in Vlaanderen en Wallonië duidelijk verschillend.’ Daarom is het eenmaken van Europa zo moeilijk. Het scheppen van een zekere “solidarité de fait”, zoals Robert Schuman het noemde, is één ding. Maar zodra een minimum aan solidariteit is geschapen en men verder wil gaan, dagen de cultuurverschillen op. Als de EU die tracht uit te schakelen, door alles en iedereen te overgieten met een Europese saus of de burger een Europese “Einheitswurst” in de maag te splitsen, gaan de nationale eigenheden teloor en komt de burger in opstand. Dat kan gaan van een verbod op kaasmakerij uit niet-gepasteuriseerde melk tot een uniforme bachelor-master structuur aan de universiteiten. Dat is in België niet anders. Vandaar de Vlaamse roep om onafhankelijkheid en meer bevoegdheden voor gewesten en 12

Doorbraak

nr. 7 juli 2007

gemeenschappen en het Franstalige aandringen op een belgicistisch status-quo. Grotere zelfredzaamheid hier, meer bijstandscultuur ginder. Meer ontvankelijkheid voor vernieuwing hier, schrik voor innovatie, inclusief kernenergie, ginder.

De verrechtsing en vervlaamsing van Vlaanderen heeft vooral te maken met de culturele factor.

Op 10 juni werd Paars hier zwaar afgestraft, in Wallonië haast niet; de PS heeft alleen wat moeten boeten voor de schandalen van Charleroi. De perceptie van acht jaar federaal beleid is in Vlaanderen en Wallonië duidelijk verschillend. Rechtser en Vlaamser In Vlaanderen is de kiezer manifest naar centrumrechts en naar confederalisme/onafhankelijkheid opgeschoven. Het kartel CD&V/N-VA heeft door toedoen van Leterme een grote overwinning behaald, Lijst Dedecker heeft in drie maanden tijd de echte liberale achterban geschaakt. De verrechtsing en vervlaamsing van Vlaanderen heeft vooral te maken met de culturele factor: onvrede met de ethische doorbraken waar Paars zo prat op gaat en die ons niet liggen. Woede om de miskenning van elementaire Vlaamse verzuchtingen en om de belgicistische recuperatie. Ergernis om ‘de puinhopen van Paars’ en zijn drammerige beloftecultuur, terwijl Vlamingen resultaatsverbintenissen eisen en beleidsverantwoordelijken daarop afrekenen. Walen laten zich blijkbaar makkelijker in slaap wiegen door de mantra van ‘les lendemains qui chantent’. Velen schijnen daar te denken dat Wallonië er al bovenop is, door met veel panache een Marshallplan aan te kondigen. In Wallonië is de kiezer meer in de ban van de klimaathype, waaruit Ecolo meer garen heeft gesponnen dan Groen! In Wallonië denkt men dat het klimaat opwarmt door een toename van CO2, die vooral te wijten zou zijn aan de almachtige mens. In Vlaanderen beseft men andersom dat de opwarming, het gevolg van zonneactiviteit, extra broeikasgassen doet ontstaan die slechts marginaal aan de nietige mens zijn toe te schrijven. En dan moet de documentaire The Great Global Warming Swindle hier nog op antenne gaan (het “definitieve” antwoord op Al Gores An Inconvenient Truth – red.)! Of zou geen enkele zender hier de moed hebben, deze documentaire van Martin Durkin van Channel 4 aan te kopen, waarin de top van de wetenschap de vloer aanveegt met de hype van Al Gore en de IPCC-paniek?

GUIDO NAETS


BOEK E N

Scheiding Zopas verscheen De prijs van de Scheiding, in oorsprong een audit ‘van het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden’ in 1830-‘39. In feite een louter historisch-wetenschappelijke onderneming van acht historici uit Vlaanderen en Nederland. Een poging om de “kostprijs” van de Belgische revolutie van 1830 te berekenen, economisch, fiscaal, diplomatisch, cultureel. Prof. Etienne Rooms van de Militaire School (!) duidt de gebeurtenissen van september 1830 in een ruimer kader, zowel naar tijd (van zowat 1780 tot 1848) en ruimte (de Nederlanden en Europa). Een tweede situerende tekst verduidelijkt waarom sommigen de revolutionaire gebeurtenissen van 1830 niet gunstig gezind waren, ook in het huidige België. Frank Judo toont hier aan dat het naar hedendaagse normen niet zo vanzelfsprekend is te begrijpen hoe de zogenaamde orangisten dachten. Zij namen immers standpunt in in het politieke debat van hun tijd, niet in de hedendaagse discussies. Het belangrijkste onderdeel van het boek wordt gevormd door de sectoriële analyses van nut en onnut van revolutie en scheiding. Een belangrijk deel van deze deelstudies betreft de ruime wereld van de economie. Nele Bracke wijst op de

onmiddellijke, en niet bepaald fraaie gevolgen van de revolutie voor het verzamelen van allerhande cijfergegevens in Noord en Zuid. Bovendien verduidelijkt ze de plaats die de statistiek innam in het zelfbegrip van een land in de negentiende eeuw, een plaats die ze mooi samenvat in de genuanceerde oneliner ‘Cijfers bewijzen het land’. Stijn van de Perre onderzocht de weerslag van “1830” op gevoelige economische thema’s zoals fiscaliteit en staatsschuld. Meer gedetailleerd, maar niet minder levendig, was het onderzoeksthema van prof. Karel Veraghtert: aan de hand van het wel en wee van de Antwerpse haven voor, tijdens en na de revolutiejaren vertelt hij het verhaal van het hele land. Een poging tot synthese van het economische luik biedt de prominente Nederlandse historicus Edwin Horlings. Zijn stelling zal velen verbazen: 1830 was op langere termijn, en economisch bekeken, vooral in de eerste plaats een slechte zaak voor (Noord)-Nederland, al leek het op het eerste gezicht de andere richting uit te gaan. Horlings’ analyse herinnert op menig moment aan de theorie van de remmende voorsprong, of aan het motto ‘crisissen zijn uitdagingen’: de precaire situatie waarin het jonge België zich in 1830 bevond,

dwong de nieuwe natie om creatief om te gaan met economische mogelijkheden en zou op langere termijn zijn vruchten afwerpen. Sterktes en zwaktes zijn echter niet altijd becijferbaar en zeker niet altijd van economische aard. In een bijdrage over het wel en wee van de Nederlandstalige letterkunde in België, beschrijft Jan Pauwels hoe de revolutie een einde maakte aan het taalbeleid van Willem I en de positieve gevolgen ervan voor de Nederlandstalige letterkunde. PVDB

Stijn Van De Perre en Frank Judo (red.) De prijs van de Scheiding. Het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (18301839). Pelckmans, 308 blz., € 25,00, isbn 978 90 289 4431 2

De kiezer onderzocht In “De kiezer onderzocht” (ISPO – KU Leuven) willen een aantal onderzoekers zich onderscheiden van het commercieel opinieonderzoek en allerhande internetpanels. Met een wetenschappelijker aanpak organiseerden ze een uitgebreid postelectoraal onderzoek van de federale en Europese verkiezingen van 2003 en 2004. Een batterij auteurs (o.a. Marc Swyngedouw, Bart Goeminne, Jaak Billiet, Bart Maddens,…) ontleedden de uitslag en verschuivingen, gingen op zoek naar het profiel van partijen, kandidaten en kiezers, zochten naar de impact van bepaalde thema’s, van apolitieke factoren (uiterlijk, leeftijd). Meer dan driehonderd bladzijden tabellen en analyses over de kiezer en zijn keuze, die na een snelle lezing al eens durven verleiden tot overhaaste vereenvoudigingen. ‘Jongeren stemmen sp.a-Spirit, ouderen stemmen CD&V, de hardwerkende Vlaming stemt Open Vld, iedereen stemt Vlaams Belang en jongeren laten Groen! links liggen’, zo vatte Het Laatste Nieuws enkele hoofdlijnen uit

het boek samen. Altijd juist? Dat valt nog te bezien. Dat ‘rood en groen’ communicerende vaten zouden zijn, valt na 10 juni 2007 te betwijfelen. Het aantal mensen dat iets voelt voor separatisme zou volgens het onderzoek schommelen rond de 10%, maar we vonden in drie eigen Doorbraak-peilingen (ca. 2500 ondervraagden, 2004-2006) toch telkens ongeveer 20 procent Vlamingen die zich voorstander noemden van een onafhankelijk Vlaanderen. En ons onderzoek was geen ‘quick and dirty’ commercieel opinieonderzoek. Dat Vlamingen en Walen uit mekaar groeien wordt in het Leuvense onderzoek bevestigd. Het blijkt onder meer uit de tegengestelde appreciatie voor de monarchie. ‘De erosie van koningsgezindheid moet worden beschouwd als een structureel fenomeen’ (Maddens en Billiet, blz. 141). Zoiets valt over middellange termijn mooi te peilen. Maar als de auteurs overschakelen van vaststelling naar conclusie, van gegevens naar voorspellingen, zakken ze al eens door het ijs. ‘De socialistische

partij hoeft niet meer te vrezen dat haar electoraat verdwijnt. De CD&V daarentegen moet dit wel doen’, schrijven Billiet en Swyngedouw (blz. 34). Erg fier hoeven beide auteurs over die uitspraak niet te zijn. Een uitspraak om na 10 juni snel in te slikken. Het boek verdient meer dan een beoordeling in clichés. De grilligheid en onvoorspelbaarheid van de kiezer en zijn motivatie zou sommige onderzoekers in hun besluitvorming toch tot enige voorzichtigheid mogen aanmanen. Een onderzoek over die electorale elementen, hoe ‘wetenschappelijk’ ook, is al vlug ‘gedateerd’. JVDC Marc Swyngedouw, Jaak Billiet, Bart Goemine (red.), De kiezer onderzocht, De verkiezingen van 2003 en 2004 in Vlaanderen, Universitaire Pers Leuven, Leuven, 317 blz., 29,50 euro.

juli 2007 nr. 7

Doorbraak

13


KAMIKAZE

Exit Guy - exit Johan

H

oogmoed komt altijd vóór de val! Dat hebben althans de federale verkiezingen van 10 juni jongstleden overduidelijk bewezen. Na onze nationale loodgieter Jean-Luc (inmiddels bierbrouwer van bijberoep) hebben nu ook onzen blauwen geschelpten (Guy) en ons rood prfesserken (Johan) dat samen voor het oog van heel kijkend Vlaanderen nog maar eens met verve overgedaan.

De Guy deed het naar goede gewoonte (noblesse oblige) met iets meer presidentiële allures. Letterlijk vanuit de hoogte, vanop de statige trap van de Melsensstraat, sprak hij met horten en stoten zijn horigen toe met de bijwijlen pathetische woorden die hem door sluwe Slangen in de mond waren gelegd. Hij bedankte Guy Verhofstadt zowaar voor de “liefde” die hij al die jaren had mogen ervaren. Ontroerend toch. Voor één keer emo-politiek met een hoog Anciauxgehalte. Sterk televisiespektakel leverde dat op. Misschien goed voor een nieuwe reeks afleveringen van Het leven zoals het is: verkiezingen! Maar het resultaat was ondertussen wel duidelijk: exit Guy, exit In elk geval beeldmateriaal genoeg om een heel seizoen mee te Johan. En blauw Bartje van Mechelen althans formeel weer in vullen. En zeker geschikt in de aanloop naar de verkiezingen van ere hersteld. Als voorzitter. En ziedaar. Dankbaar Bartje nam het 2009. Voor Canvas een gedroomd educatief modelprogramma gewoontegetrouw onmiddellijk op voor zijn baasje. We zullen de voor aanstormend politiek talent. En allicht overtuigend genoeg Guy nog hard nodig hebben, orakelde hij vertwijfeld. Als politiek voor de gestrikte Siegfried om een comeback te overwegen. strateeg dan nog. Deed me denken aan dat liedje over die kat Schoon om zien was het, hoe de hoogmoed en de arrogantie van die altijd weerkwam. De volgende dag zelfs. En dat is maar goed deze heren moest wijken voor deemoed en ontreddering. Het ook. Want voor de onverwijlde splitsing van Brussel-Hallesteeds opnieuw uitstellen van de aangekondigde persconferenties Vilvoorde kunnen we de Guy best gebruiken. Vooral wetende dat liet al snel het ergste vermoeden. Beiden lagen kennelijk uitgeteld als hij er eenmaal zijn grote tanden in gezet heeft, de splitsing in hun hoofdkwartier. Toen Johan uiteindelijk op het scherm meteen een feit is. En dat is niet alleen een tandheelkundige verscheen, was hij de nederigheid zelve. Geen hautaine Mussolinizekerheid, maar bovendien de stellige overtuiging van... trekjes meer. En meteen liet hij verstaan dat hij de rooie handdoek K AMIKAZE in de politieke ring zou gooien.

M E G A F OO N Weinig commentoren durven nog eens reageren tegen het politiek correcte, progressieve establishment. Mathias Danneels durft dat in Het Nieuwsblad nog wel. Voor hoelang nog? Zijn commentaar op de verkiezingsuitslag (“Frisse pint”, 16 juni) is een Megafoontje waard. ‘Lachwekkend. Daags na de verkiezingen huilen BV’s tranen met tuiten. Tot hun grote verbazing en nauwelijks verholen ergernis zijn ze wakker geworden in een - en wij citeren - kil en rechts land. Kil? Mij leek het de voorbije dagen met de opwarming van de aarde nog altijd de goede kant uit te gaan. Rechts? De liberalen zijn de grootste politieke familie van het land geworden! In Vlaanderen ben je echt wel heel erg rap rechts. Het is voldoende om in een televisiedebat de hoogst merkwaardige gedachte te formuleren dat gangsters in de nor en niet op straat thuishoren, om door de VRT-journalist van dienst behoorlijk rechts genoemd te worden.

14

Doorbraak

nr. 7 juli 2007

Frisse pint Ook de Lijst Dedecker werd – hoe kan het ook anders – consequent rechts genoemd terwijl daarin – echt waar – aardig wat progressieve plannen uit de doeken worden gedaan. Veel BV’s menen zelfs in de overwinning van CD&V/N-VA de wederkomst van het nazisme te ontwaren. Vervang ‘tsjeef’ door ‘moslim’ in dat soort proza en het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding weet overdag misschien toch een keer wat gedaan.

In Vlaanderen ben je rechts wanneer je in café Sportwereld of Bij Gusta arbeiders, bedienden en middenstanders die heel de week hun nikkel hebben afgedraaid op een frisse pint trakteert. In Vlaanderen ben je links wanneer je een tweede verblijf in Toscane of de Kaap aanhoudt, een cursus olijfolie proeven hebt gevolgd, iets van Fabre hebt hangen en blijft zitten wanneer Het Toneelhuis met de centen van het werkvolk de zoveelste gesubsidieerde draak op rij in mekaar heeft geflanst.

Nog een rare kronkel in het hoofd van menige BV: alles wat Vlaams is, is per definitie rechts of extreem-rechts. Vlaggen van het ANC en Palestina kunnen wel, een Vlaamse Leeuw kan natuurlijk niet. Want: rechts, op zijn boerenfluitjes, volksgebruik daterend uit de donkerste middeleeuwen.

Het volk heeft het progressieve establishment – in de wandeling la gauche caviar genoemd – een ferme schop onder de kont gegeven: dat is wat zondag is gebeurd. Beroepshalve tegendraads zijnde, heb ik daar al de gehele week schik in.’

Met zijn geruite pantoffels op de Leuvense stoof een pijpken rokend – thuis mag dat nog – voelt de achterlijke Vlaming aan dat dit niet helemaal klopt.


T Colofon

Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com

Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. ■ Verschijnt maandelijks (niet in augustus). ■ Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. ■ H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele ■ K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Anke Nobels, Peter De Roover ■ M EDE WERKERS : Ludo Abicht, Gerard Bouvier, Rudi De Ceuster, Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme, Pieter-Jan Verstraete ■ R EDAC TIE - ADRE S : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 ■ redactie@doorbraak.org ■ www. doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org ■ A BONNE MENT : € 16,50 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 25) ■ S TUDENTENABONNE MENT : € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling ■ I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internetabonnement. ■ Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. ■ Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 17 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie. ■ Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB ■ VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Dirk Laeremans, Passendalestraat 1a 2600 Berchem ■ ISSN 0012-5474

juli 2007 nr. 7

Doorbraak

15


16

Doorbraak

nr. 7 juli 2007


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.