België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw
www.doorbraak.org
Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
102007
‘t Is tijd...
Tussen Belgisch comfort en Vlaamse eer In De Morgen fileerde Ruud Goossens het Kartel. Over 2,5 bladzijde. Blijkt dat een De Wever zonder tanden tegenstand opwekt in eigen partij. Onder meer bij Frieda Brepoels, Mark Demesmaeker en Jan Loones. Die voelen aan dat de communautair koude kost van hun partij in 2009 (Europees Parlement of Vlaams Parlement) niet zonder gevolgen zal blijven. De N-VA moest vooral slikken: de instap in het Kartel, een Vlaamse regering zonder splitsing BHV (2004), de knieval na de crisis met Dedecker, het volgen van een almaar gematigder Leterme (2006) en het dumpen van het transferten-thema (weg zijn de Strépy-vrachtwagentjes) na het luiden van de 1-meiklokken van het ACW (mei 2007), het onmiddellijke signaal aan Reynders dat de grote staatshervorming iets mocht zijn voor... 2009 (in juni al!), de slappe formateursteksten (zomer 2007), de mistige spooknota van Milquet (herfst 2007), Van Rompuys Raad van Wijzen en de gefaseerde staatshervorming, het “ideetje” van een algemeen inschrijvingsrecht, het insuikeren van BHV... De sterkste pion op het schaakbord van de Vlaamsgezinden nadert het punt waarop hij zijn talenten inzet voor het overeind houden van de Belgische staat en het signaal van zijn vrienden niet meer ziet. We weten wel, er is nog niets definitief. Maar de boot is vertrokken in de foute richting. Onderhandelingsvoorstellen die België versterken vliegen de Vlaamsgezinden om de oren. Bij voorbeeld inzake de gezondheidszorg (zie blz. 5), inzake samenvallende verkiezingen of BHV.
terme, ziet het er niet goed uit voor zijn partij. Het is allemaal zo déjà-VU. De jacht van 2009 opent over enkele maanden. We vermoeden dat de Vlaamse jury in 2009 ongenadig zal zijn. N-VA - hoe lang nog in de uitkijktoren? - staat voor een verscheurende keuze. Bij een kartelbreuk dreigt de dotatiestrop, de CD&V-pak-de-poen-show. Dat is een heikel punt. En er zijn er nog. De extra-kamerzetels, de bonus van meer politiek personeel en het parfum van de macht liggen in de weegschaal, met aan de andere kant de oude, Vlaamse idealen. De Vlaamse Beweging wacht sinds 10 juni op het onverhoopte. Ze weet dat het voor De Wever en de zijnen een keuze wordt tussen Belgisch comfort en Vlaamse eer. Rest er voor De Wever nog iets anders dan de snelle weg terug? De weg naar zichzelf? Stapt N-VA terug in de vrijheid, dan kan de partij alleen doorgaan - een risico, maar geen zelfmoord - of op zoek gaan naar een Vlaamser kartel. Met Jean-Marie Dedecker als copiloot. Zo’n Nieuwe Mars zou tegemoet komen aan de vraag van veel Vlamingen. Was de tijdsgeest ooit geschikter om te pleiten voor een bundeling van de machtelozen uit CD&V, de laatste Vlaamsgezinden uit Open VLD en de realo’s die willen ontsnappen uit een in zichzelf gevangen Vlaams Belang? Springt het kartel, dan dreigt een horrorscenario voor CD&V. Spring het niet, dan dreigt het voor de N-VA. Nu al vernederd door het belgicistische ACW-apparaat, wordt het een lijdensweg naar 2009.
Welke buitenstaander ziet niet hoe het ACW-blok en de oudpremiers (al dan niet met B-Plus- en sp.a-sympathieën) de Vlaamsgezinde CD&V’ers hebben afgetroefd? Boetfort (actiegroep van Luc Van den Brande - red.) is dood, meneer.
Ga, Bart, uw N-VA heeft een mooie rol te spelen in (en voor) Vlaanderen en niet in (en voor) een koninkrijk van het verleden.
Als De Wever blijft sporen met de trein der traagheid van Le-
■ JAN VAN DE CASTEELE november 2007 nr. 10
Doorbraak
1
PERSWIJS
VVB in actie
in de rand rond Brussel, zal het zonder mij zijn... Ik heb in alle kasten gekeken, maar bij ons is alle suiker al lang op. Al wat de Franstaligen in ruil voor het splitsen van de kieskring krijgen, veeg ik van tafel... Wij zijn slachtoffers van discriminatie en ongelijkheid. Om die ongedaan te maken, moeten we geen prijs betalen. Dat zou ik echt onethisch vinden.’
De Vlaamse Volksbeweging (VVB) voerde op 13 en 15 oktober een prikactie voor de bijeenkomst van de partijbesturen van N-VA en CD&V. Die partijen mogen zich aan (véél) meer actie verwachten als ze doorgaan op de weg die ze nu lijken in te slaan. Er zijn voldoende signalen die erop wijzen dat de onderhandelaars hun beloften inzake een verregaande staatshervorming op basis van de Resoluties van het Vlaams Parlement niet zullen nakomen. Met de gefaseerde aanpak van de staatshervorming zitten we op bekend terrein: de weg naar weinig of niets, de weg naar achteruitgang, naar woordbreuk.
■ Laurette Onkelinx over Wallobrux, PS-congres Luik, 14 okt. 2007: ‘Als wij Franstaligen, Walen en Brusselaars, ons eigen lot in handen willen nemen, hetzij
Beweging in beweging
■ Jan Peumans over de suikers van Bart De Wever, Het Nieuwsblad, 16 okt. 2007: ‘Ons officiële standpunt blijft dat er voor de splitsing van BHV niets
wordt toegegeven. Geen compensaties, wat die ook mogen inhouden. Dat De Wever dus niet het partijstandpunt vertolkt? Tja, ik kan dat alleen maar bevestigen. We hebben bovendien het Grondwettelijk Hof achter ons staan. Het wordt tijd dat men daar respect voor opbrengt.’ ■ Mark Demesmaeker (N-VA) over de suikers van De Wever, Het Nieuwsblad, 16 okt. 2007: ‘Als die lepel suiker betekent dat we een prijs betalen
in een België dat blijft voortbestaan - wat wij hopen -, hetzij in een andere nationale configuratie, is het nodig dat Wallonië en Brussel een onlosmakelijk geheel vormen. Op economisch vlak, op cultureel vlak, maar ook op territoriaal vlak.’
■ Marc Wilmots (rentenier) over domme Vlamingen, Het Volk, 13 okt. 2007: ‘Als je het aan de mensen vraagt, wil tachtig procent dat België bij elkaar blijft.
En de twintig andere hebben er niets van begrepen.’
■ Bert Anciaux over onafhankelijkheid, De Standaard, 13 oktober: ‘Het vooruitzicht van Vlaamse onafhankelijkheid jaagt me schrik aan, omdat ik als Brusselaar
dan in het buitenland dreig te wonen, en omdat het beeld dat sommigen van zo’n toekomstig Vlaanderen naar voren schuiven somber en zonder respect voor diversiteit oogt.’
■ Willy De Waele, De Standaard, 11 okt. 2007: ‘Wat ons ook verontrust,
is dat de behandeling van de splitsing tijdens het formatieberaad verschoven is naar het einde, als er dus al een overeenkomst is over de andere dossiers. We vrezen dat men op dat ogenblik de zaak niet meer zal laten ontploffen omwille van Brussel-Halle-Vilvoorde, wat betekent dat we opnieuw 40 jaar zullen moeten wachten. We zijn dus zeer attent en houden de druk op de ketel.’ vervolg p. 14
Emiel De Bolle
Net niet meer haalbaar voor verslaggeving in deze Doorbraak zijn de verkiezingen voor een nieuwe voorzitter, politiek secretaris en dagelijks bestuur van de VVB. Het zou een verrassing zijn mocht de algemene vergadering van de VVB op 20 oktober niét haar steun hebben gegeven aan de kandidatuur van professor Eric Defoort als nieuwe voorzitter en de terugkeer van Peter De Roover als politiek secretaris. De Standaard meldde de kandidatuur van Defoort al eerder (11 okt.) en had het over ‘beweging in de Vlaamse beweging’ met Eric Defoort het voorzitterschap van de “linkse” historicus Eric Defoort, voormalig ondervoorzitter van de VU en later van de NVA. Defoort volgt in geval van verkiezing Huguette De Bleecker-Ingelaere op, die tijdelijk in de plaats kwam van de vorige voorzitter, Rita De Bont. Die laatste zetelt nu voor Vlaams Belang in de Kamer. De Roover zou Guido Moons opvolgen.
Davidsfonds mee op de kar
Enigszins verrassend, maar bijzonder positief nieuws is dat het Davidsfonds duidelijk mee op de kar springt van het verzet tegen een lauwe staatshervorming. Het Davidsfonds vertegenwoordigt 55 000 gezinnen, die volgens voorzitter Peter Peene ‘over het algemeen zeer gematigd zijn inzake communautaire kwesties’, maar nu ‘genoeg krijgen van de onredelijkheid van de Franstaligen’. Het Davidsfonds eist formeel een defederalisering van een aantal materies, homogene bevoegdheidspakketten (o.a. voor gezondheidszorg, gezinsbeleid, arbeidsmarktbeleid, werkloosheidsuitkeringen, veiligheid, justitie), maar ook fiscale autonomie voor beide deelstaten en een transparante solidariteit tussen de deelstaten. De eis van het Davidsfonds is niet nieuw, maar kreeg nu extra weer-
2
Doorbraak
nr. 10 november 2007
klank tijdens de kwakkelende regeringsonderhandelingen.
Transfers en solidariteit
Met de vraag naar ‘transparante solidariteit’ is duidelijk dat het Davidsfonds ook vraagt dat de transfers naar Wallonië kritisch zouden worden geëvalueerd. Hiermee gaat het DF in tegen het door de vakbonden en linkse Bekende Belgen opgelegde taboe om over de geldstromen maar te zwijgen. ‘Solidariteit betekent ook culturele solidariteit en moet zich vertalen in een versterking van het territorialiteitsprincipe en de positie van het Nederlands en de Vlaamse cultuur in Brussel en de Rand.’ (Info: Belga, 14 okt.)
Werkloosheid straks enkel Waals probleem
Vlaanderen telt nog 182 516 niet-werkende werkzoekenden, of 20,8% minder dan vorig jaar. De Waalse cijfers zijn minder rooskleurig. Ondertussen bleek dat Wallonië ook niet te veel moet verwachten van het zogenaamd succesvolle Oostendse model (intensieve begeleiding schoolverlaters). Het mirakel van Vande Lanotte blijkt een luchtspiegeling, gebaseerd op het (onterecht) schrappen van de jongeren die inschreven op het activeringsprogramma. (DM, 12 okt.)
Madame Zwam
‘De Vlamingen willen een staatshervorming’, merkte Onkelinx op. ‘Wat ze niet kunnen binnenhalen in een grote onderhandelingsronde, doen ze stap voor stap in het geniep. Net zoals de zwammen die van binnenuit huizen aantasten tot ze onbewoonbaar zijn, proberen de Vlamingen de federale staat uit te hollen, was de boodschap.’ MR-senator Alain Destexhe merkte op zijn weblog op dat het in het verleden nog is gebeurd dat bevolkingsgroepen met insecten werden vergeleken. ‘De nazi’s behandelden de joden als kakkerlakken en de Hutu’s omschreven de Tutsi’s als ongedierte. Nu wordt een gemeenschap omschreven als zwammen. Een uitspraak die we eerder uit de mond van Hitler dan van Onkelinx hadden verwacht.’ (DS, 16 okt.). De mestkevers van De Gucht vergeten?
Vrijspraak BHV
De correctionele rechtbank van Dendermonde sprak midden oktober een vierde BHVdienstweigeraar vrij. Eerder waren al drie BHV-dienstweigeraars vrijgesproken op 17 september. De vier hadden geweigerd om bij de verkiezingen van 10 juni 2007 te zetelen als voorzitter of bijzitter en gaven hiermee gevolg aan de oproep van de werkgroep ➥
vervolg p. 11
Commentaar Bange blanke mannen
T
oen Etienne Davignon onlangs 75 jaar werd, waren felicitaties op hun plaats. In Europa heeft hij een terechte reputatie verworven. In België mogen er nuances aangebracht worden. In het begin van de jaren negentig stelde hij zich op aan het hoofd van een minuscule vereniging en een gezapige betoging die Contre le Séparatisme waren. Ondernemers die openbaar aan politiek doen, zijn een uitzondering. De stoere binken van Contre le Séparatisme deden wat andere bedrijfsleiders niet durven. Of dat uiteraard met betogingen moet, is een andere kwestie. Is Etienne Davignon, ondanks zijn bonhomie in alle richtingen, niet altijd de vertegenwoordiger gebleven van zijn eigen klasse en zijn eigen volk - de Franstalige elite van België - veel eerder dan de verdediger van het vaderland? Een bange blanke man? Hij is te verstandig om niet te weten dat hij de diplomaat was voor zijn eigen belangen (Generale Maatschappij, Suez) en dito is van de belangen van het establishment dat zweert bij la Belgique une et indivisible. Hoe werkt het mechanisme van de aftakeling van België? Simpel. Vlamingen zijn voor 90 % duffe, brave mensen. Als zij na decennia aarzelen, te hoop lopen voor taalrechten dan maakt de Franstalige tegenstander dat zoveel jaren onmogelijk, dat de taaleis ondertussen uitgroeit tot een breed gedragen overtuiging dat culturele autonomie moet - met onderwijs van hoog tot laag en onderzoek in de eigen handen. Gevolg: een brok Belgisch cement verpulvert. Als de Vlamingen na decennia schrijven en wrijven over regionale economische accenten, maatregelen willen dan maakt de Franstalige tegenstander die veel te lang onmogelijk zodat de zachte wens uitgroeit tot een breed gedragen beweging voor economische autonomie - met fiscale, syndicale en exportzelfstandigheid. Gevolg: een brok Belgisch cement verpulvert. Na de escalatie van de culturele en de economische eisen volgt nu een escalatie van de politieke radicaliteit in Vlaanderen. Wat beperkt had kunnen blijven tot de zoveelste natte voetzoeker dijt vandaag uit tot een steeds breder gedragen standpunt dat het nu welletjes is en niemand nog futiliteiten van het soort Brussel-Halle-Vilvoorde dient te blijven verdragen omdat de Franstaligen zich na honderd jaar Vlaamse emancipatie nog steeds niet hebben neergelegd bij het feit dat zij niet langer de leiders zijn van een land dat in 1830 begon als protectoraat van Frankrijk, en dat zijn meerderheid van Vlaamse burgers wel zou assimileren tot francophones. Zoals gebeurde met de Frans-Vlamingen en de Bretoenen bij de zuiderburen. Wat moesten en moeten Etienne Davignon en zijn klassegenoten doen? Openbaar inpraten en inhakken op Joëlle Milquet, Olivier Maingain en Didier Reynders en hun volgelingen, en zeggen: ken het Belgische mechanisme en weet dat het blufferig en onredelijk verzet tegen transparante en vriendelijke Vlaamse wensen onvermijdelijk leidt tot een verharding, verruwing en verrotting van het samenleven in België. Bij een analyse in 2050 van waar het fout liep en waarom, na geharrewar in het eerste decennium van de 21ste eeuw, gebeurde waar men vandaag in Bruxelles en le Brabant Wallon node aan durft denken, met name dat de drie gewesten elk hun eigen weg ingeslagen zijn - twee als onafhankelijke staat en één als allemansvriend - dan is de abdicatie van de Franstalige bange blanke mannen met hun kosmopolitische voorsprong en salonmanieren een van de hoofdoorzaken. Het zij zo. Dit artikel is een samenvatting van de jongste column in Trends ■ FRANS CROLS Directeur-hoofdredacteur van Trends
november 2007 nr. 10
Doorbraak
3
WE TST R A AT
De Wever kan beter consequent blijven Belgisch kader horrorscenario voor N-VA pf CD&V? De Morgen (13 okt.) had een sterke bijdrage van 2,5 bladzijden over de N-VA en (g)een grote staatshervorming. In de operatie “beschadig De Wever” was de titel door Ruud Goossens goed gekozen: ‘Straf dat CD&V ons nog altijd niet gedumpt heeft’. Lees: ‘O, wat zijn wij N-VA’ers toch een stel extreme ettertjes...’ N-VA staat voor een lastige keuze, schreven we in onze rubriek Actueel (www.vvb.org, 13 oktober). Precies op dezelfde dag kreeg Bart De Wever in De Zevende Dag een acute aanval van suikerziekte. N-VA-sterkhouders Frieda Brepoels en Jan Loones beseffen allicht dat niet de kamerleden van N-VA, maar de N-VA’ers in hun assemblees (Europees en Vlaams Parlement) het eerst (verkiezingen 2009) de rekening betalen. Professor Bart Maddens wees er fijntjes op dat in de kartel-romance niet alleen CD&V, maar ook de N-VA aan het schuiven was gegaan. De rebelse antisysteempartij van 2001 werd veel gematigder en ging lijken op de VU van vroeger. Almaar duidelijker en nu ook al véél te lang moeten N-VA en de machteloze Vlaamse vleugel van CD&V zwijgen en slikken (zie voorbeelden in edito, blz. 1) ‘CD&V smelt voor samenvallende verkiezingen’, schreef Bart Brinckman in De Standaard. Smelt De Wever ook? De N-VAvoorzitter benadrukte dat het voor hem ‘geen punt van geloof is’. Zwijgen was dus zijn boodschap. Dergelijke stappen achteruit zijn nochtans voor Vlaanderen onverteerbaar. De Wever is aan het aftasten. Maar hij tast ook onder de gordel. Erg rationeel is het allemaal niet meer. Als hij nog een paar millimeter schuifaf speelt, kan hij het vermoedelijk wel schudden. ‘De paniek giert bij de achterban stilaan door de rangen. Aan het eind van de rit zal er wellicht geen vette vis in de pan liggen. Met de nota-Milquet raakt De Wever nooit door zijn partijcongres. Nooit!’, zei voormalig VVB-voorzitter Peter De Roover aan De Morgen. Dat signaal moet hij dan toch gehoord hebben. Op 17 oktober lekt uit dat de spooknota van Van Rompuy en Milquet voor N-VA niet verteerbaar is. In die spooknota was er sprake van om BHV pas te regelen als de regering al gevormd is, en de kern ervan is de staatshervorming in fazen (communautaire viertrapsraket). ‘Onaanvaardbaar, zelfs als richtingaanwijzer’, zei N-VA (DM, 18 okt.) BHV Hoe lang nog blijft N-VA aan tafel? Wanneer slaat het “geloof” in de kracht van de jonge, Vlaamse vleugel van CD&V om in “berouw”? Die groep is door verkenner Herman Van Rompuy wandelen gestuurd. Het belgicistische pragmatisme van de oude heren van de CVP (al dan niet met B-Plus en sp.a-sympathieën) zegeviert in haar eeuwige coïtus met de ringbaarden van ACW en ACV. De top van deze instituten trekt volop de kaart van de “Red de Solidariteit”-leugen, in een bevreemdend verbond met baronnen en Bekende Belgen. In het artikel van De Morgen wordt verwezen naar de in Vlaams-nationale kringen uiterst bekende ‘Frans Baertdoctrine’. Dat voormalige VU-Kamerlid, die in 1977 geen minister
4
Doorbraak
nr. 10 november 2007
van Justitie mocht worden van koning Boudewijn, zei altijd dat een communautair akkoord aan drie vragen onderworpen moest worden. - Zijn de stappen vooruit groot genoeg? - Zijn de toegevingen aanvaardbaar? - En zitten er maatregelen in die de toekomst hypothekeren? Op de eerste twee vragen is vandaag “neen” het antwoord. Op de derde “ja”. Negatiever kan de balans niet zijn. N-VA Quid? Een cynische Jan Loones zei het zo: ‘Ik denk dat Leterme een uitstekend Belgisch staatsman zal worden. Alle typische Belgische kringen gaan daar heel snel heel content van zijn... Het is niet de vraag of ze ons in de steek gaan laten. Het is eerder de vraag wanneer ze dat gaan doen’. Peter De Roover zegt in De Morgen het gevoel te hebben ‘dat ze bij de N-VA langzaam maar zeker de controle aan het verliezen zijn...’ en voorspelt dat - als wat nu wordt bedisseld allemaal concreet wordt - er vanuit de Vlaamse Beweging ‘geschoten zal worden dat het een lieve lust is.’ Bart Maddens verkiest de status-quo van de Verhofstadtjaren boven wat nu dreigt. De Wever mag het zijn ledencongres niet aandoen te moeten stemmen voor of tegen hem. De simpelste uitweg is allicht een ultimatum aan CD&V: een uitgesproken Vlaamse bocht, of saluut en de kost. En dan zit er perspectief in wat Jambon aan De Morgen als ‘persoonlijke mening’ meegaf: ‘Als het kartel met CD&V springt, moeten we heel ernstig onderzoeken of er iets met de Lijst Dedecker mogelijk is’. Voor CD&V wordt dat volgens Ruud Goossens een “horrorscenario”. ‘Als kersverse premier op zijn Vlaamse flank bestookt worden door Dedecker én De Wever, er zijn voor Leterme voorwaar prettiger vooruitzichten’. Zonder N-VA gaat wellicht nog eerder dan in 2009 het licht uit voor CD&V. Dan krimpt de oranjeblauwe “meerderheid” in de Kamer tot de helft plus één. Wordt voorzitter Jo Vandeurzen minister, dan wint de N-VA een zetel en heeft oranjeblauw - de vrienden van FDF inbegrepen - nog net de helft van de kamerzetels. Dat zal vonken geven... Bovendien, tegenover 41 liberale kamerleden staan dan nog 34 christendemocraten/humanisten. Apparrement zal Leterme niet capabel zijn om de federale regering te leiden. Da’s pas pure horror... Guy Verhofstadt back in town? Voor een Vlaamse staatsvorming is dat horrorscenario niet eens een slecht perspectief. In 2009 zal de Vlaamse lamp wel branden. ■ JAN VAN DE CASTEELE
Hoe het niét moet Via Resolutie 4 van het Vlaams Parlement (3 mei 1999) gaven de Vlaamse volksvertegenwoordigers aan dat het “volledige” gezondheids- en gezinsbeleid “integraal” moest worden overgeheveld naar de deelstaten, met inbegrip van de gezondheidszorgverzekering en de gezinsbijslagen. CD&V schendt die afspraak, N-VA maakt er geen prioriteit van en Open VLD hoeft bijgevolg geen kleur te bekennen. Milquet zegt immers ‘non’.
blieke opinie’, aldus het VGV. Op 6 oktober lekte in La Libre Belgique de zogenaamde spooknota 3 van Joëlle Milquet. Een nota op basis van ideeën van Herman Van Rompuy, zeggen velen. Recuperatie Wat staat er in Johan Vande Lanotte: die nota? Ook de eerste bocht inzake Vlaamse gezondheidszorg nu weer: passa-
Het Vlaams Geneeskundigen Verbond (VGV) stipt in een open brief aan de onderhandelaars (integrale versie: zie www. vvb.org/kort) aan dat de afspraak van 1999 danig is afgezwakt.1 In mei 2006 al haakte Johan Vande Lanotte (sp.a) af. Na de verkiezingen van 10 juni 2007 werd het rond dat dossier ook stil bij CD&V/N-VA, aldus prof. Dr. Eric Ponette (voormalig voorzitter), Dr. Jan Van Meirhaeghe (voorzitter) en Dr. Robrecht Vermeulen (ondervoorzitter) van het VGV.2 De formateursnota’s van Yves Leterme (juli) waren weinig hoopgevend inzake Vlaamse gezondheidszorg. Een betere vertegenwoordiging van de gemeenschappen in de federale organen van de gezondheidszorg en het betrekken van de gemeenschappen bij het sluiten van overeenkomsten inzake ouderenbeleid en geestelijke gezondheidszorg. In de door Le Soir op 16 augustus ll. gelekte lijst van de Vlaamse onderhandelaars is nog enkel sprake van vertegenwoordiging van de gemeenschappen in de organen van het RIZIV met inspraak in de terugbetalingen en splitsing van de Orde der Geneesheren. Dat zijn communautaire apenootjes. Solidariteit en spooknota Einde september startten de Belgische vakbonden de petitieactie “Red de Solidariteit” tegen de splitsingsvoorstellen die bij de federale regeringsonderhandelingen ter tafel zouden liggen. “Red de solidariteit” (met ook het ACV als gangmaker - red.) zal later worden aangehaald als een schoolvoorbeeld van manipulatie van een goedgelovige pu-
Yves Leterme: formateursnota’s en gezondheidszorg: ondraaglijk licht
Luc Cortebeeck: “Red België!”
Herman Van Rompuy: Belgische recuperatie ingezet?
Vlaams minister Steven Vanackere: Houdt niet van de term “splitsen”
ges over vertegenwoordiging van gemeenschappen en gewesten in federale organen en commissies. Maar ook: een herschikking van bevoegdheden tussen de verschillende beleidsniveaus inzake preventie en prijzenpolitiek van de rusthuizen en tenslotte federale ondersteuning van afhankelijke bejaarden en gehandicapten. ‘Niet alleen een achteruitgang tegenover de apenootjes in de formateursnota van Leterme en in de door Le Soir gelekte nota van de Vlaamse eisen, maar bovendien de opening van een offensief om van preventie terug een federale bevoegdheid te maken en dus terug te keren naar de toestand vóór 1980. En ten-
slotte een poging tot federale recuperatie van de Vlaamse zorgverzekering’, aldus het VGV.4
G E ZO N D H EI DSZO RG
Vlaamse gezondheidszorg niet meer gewenst?
Vlaams minister van Gezondheid Steven Vanackere zei (De Zevende Dag, 7 okt.) niet of hij nu voor of tegen de splitsing van de gezondheidszorg is. Net als oudscoutsleider Rudy Verhoeven (verkiezingsdebat) ‘houdt hij niet van de term “splitsen”’. Op geen enkel ogenblik hebben de Vlaamse onderhandelaars de eis tot communautarisering van de gezondheidszorg tot hier toe op tafel gelegd. In het tegengestelde geval hadden de Franstaligen dat wel gelekt. ‘Voor Justitie zijn er geen bevoegdheidsoverdrachten afgesproken, voor de gezondheidszorg zal dat ook niet het geval zijn’, verzekert Joëlle Milquet. JVDC Het Vlaams Geneeskundigen Verbond (VGV), het Aktiekomitee voor een Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ) en het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen vroegen de partijvoorzitters van CD&V, N-VA en Open VLD de communautarisering van de gezondheidszorg dringend als eis op de onderhandelingstafel te leggen. 2 Steun was er voor hun standpunt ook vanwege het ziekenfonds V&NZ, De Huisarts, het VVI en de groep van het Lentemanifest Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (V&NZ, persmededeling 13 sept.; Domus Medica (De Huisarts, 20 sept.), van het Verbond der Verzorgingsinstellingen VVI (De Standaard, 22 aug.) en van de groep van het Lentemanifest (La Libre Belgique, 24 sept.). 3 Rolf Falter (De Standaard, 3 okt. en 10 okt.), Belga (5 okt.); Dirk Castrel (Gazet van Antwerpen, 6 okt.), Wim Van de Velden (De Tijd, 6 okt. en 9 okt.); ita (De Standaard, 6 okt.). 4 Er staat nog meer (niet) in de spooknota: de Vlaamse eis voor meer fiscale autonomie, voor kortingen op de vennootschapsbelasting en voor communautarisering van de kinderbijslagen is afgevoerd en o.a. een voorstel tot samenvallende regionale en federale verkiezingen wordt opgevoerd: daardoor wordt de Vlaamse regering terug de vazal van de federale. Verder worden de meeste communautaire problemen naar een werkgroep verschoven van vier Franstalige en vier Nederlandstalige Koninklijke commissarissen onder voorzitterschap van - jawel - Herman Van Rompuy en Armand De Decker, die tegen de zomer van 2008 een en ander voorbereiden in een vierde fase. 1
november 2007 nr. 10
Doorbraak
5
SEPA R AT IS M E
Separatismestudie 1830 verrassend actueel Een onvermijdelijke breuk, vroeger of later De situatie dreigde stilaan uit de hand te lopen. Daarom besloot de koning om eind september het parlement in verenigde kamers bijeen te roepen. Op de tafel lag een voorstel voor een verregaande staatshervorming die beide delen van het land autonomie zou geven. Dat gebeurde niet van harte. Maar het leek de enige mogelijkheid om tijd te winnen en een verdere escalatie te voorkomen. Tot ieders verrassing toonde een meerderheid zich bereid om het confederale model te onderschrijven. De onrust had inmiddels geleid tot een radicalisering van de publieke opinie. Wat het parlement na felle emotionele tussenkomsten uiteindelijk had aanvaard, werd door de feiten achterhaald. Begin oktober volgde de uitroeping van de onafhankelijkheid. Vanaf dan was er geen weg meer terug.
Hoewel niemand een goede kijk had op de overheidsfinanciën, bleken ook daar niet te onderschatten onevenwichten in te bestaan. In 1815 was beslist om de openbare schuld gezamenlijk te dragen. Het Zuiden kon maar voor ca. 5% van de globale schuld verantwoordelijk worden gesteld, maar droeg via de belastingen iets meer dan de helft bij tot de afbetaling. Het Zuiden kende een andere belastingtraditie en -mentaliteit en toonde zich geenszins opgetogen met de bijsturingen die door het Noorden werden opgelegd.
Fictie of realiteit? Wie dacht hierin een scenario te lezen van de politieke actualiteit slaat de bal mis. Dit gebeuren situeert zich in 1830. Willem I, vorst van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, probeerde alsnog de onlusten in de Zuidelijke Nederlanden te beheersen. Wat zelfs Pariteit, transfers, aandeel in de staatsenkele maanden schuld, fiscale autonomie ... het klinkt voordien nog voor vandaag allemaal (opnieuw) veronmogelijk (en in trouwd in de oren meerderheid ook onwenselijk) werd geacht, bleek zich in snel tempo te verwerkelijken. De staat viel uiteen. Omdat de koning weigerde de hervormingseisen van het Zuiden onder ogen te zien, werd hij geconfronteerd met een oppositiefront dat alle ideologische tegenstellingen oversteeg. De onmacht om afdoende tegemoet te komen aan de verzuchtingen resulteerde buiten alle verwachtingen in een separatistische coup, georkestreerd door een relatief kleine groep.
Transfers Iets anders, wat de tijdgenoten allicht niet konden inschatten, wordt nu door historici ook onomstotelijk aangetoond. Van het Zuiden naar het Noorden voltrokken zich aanzienlijke transfers. Die beliepen in de miljoenen guldens. De berekening van wat er aan fiscale inkomsten naar het Zuiden als uitgaven terugvloeide, toont aan dat de netto transfers gemiddeld 5,2% van het Nederlandse bbp bedroegen en goed waren voor ca. 35% van de Noordnederlandse rijksinkomsten.
1830: parallellen Hoe is het zover kunnen komen? Recent verscheen een bundel onder de opmerkelijk actuele titel De prijs van de Scheiding. De auteurs - historici uit Noord en Zuid - maken een nuchtere analyse van de maatschappelijke gevolgen van het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het maakt de verleiding groot om een aantal merkwaardige parallellen onder de aandacht te brengen. In het Zuiden toonde de politieke elite zich ontevreden over de parlementaire vertegenwoordiging. Hoewel het Zuiden meer inwoners dan het Noorden telde (in 1830 3,7 tegenover 2,6 miljoen, of ca. 60 tegenover 40%), waren de Staten-Generaal paritair samengesteld. De sleutelposities in de administratie en het bestuur werden in hoofdzaak door Noordelijken ingenomen.
F. JUDO & S. VAN DE PERRE (red.). De prijs van de Scheiding. Het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (18301839). Uitgeverij Pelckmans, €25,00, isbn 978 90 289 4431 2.
6
Doorbraak
nr. 10 november 2007
Vandaag Pariteit, transfers, aandeel in de staatsschuld, fiscale autonomie: het klinkt vandaag allemaal (opnieuw) vertrouwd in de oren. Alleen is het Noorden het Zuiden geworden en vice versa. Ondanks de 60-40-verhouding is er geen Belgische democratie meer. De minderheid blokkeert de meerderheid. Zelfs met harde cijfers op tafel blijven de transfers voorwerp van discussie. Een eigen economisch en financieel/fiscaal beleid voeren blijft moeilijk met de versnippering van bevoegdheden over het federale en gewestniveau. Zelfs de Vlaamse verzuchting om zelf te kunnen investeren in de spoorwegontsluiting van de haven van Antwerpen wordt door een Franstalig front als staatsbedreigend ervaren. Leden van de Europese Commissie hebben intussen al hun bezorgdheid uitgesproken dat de splitsing van België regio’s als Baskenland, Catalonië of Schotland zou kunnen inspireren. Dat er voor een Scheiding een prijs moet worden betaald, lijkt onvermijdelijk. Alleen is die niet alleen moeilijk te berekenen, maar de interpretatie ervan hangt sterk samen met het gehanteerde referentiekader. Het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden heeft de industriële ontwikkeling van België na 1830 alvast een enorme impuls gegeven. De bedreigingen (o.a. voor de haven van Antwerpen) werden op relatief korte tijd in opportuniteiten omgebogen. Over de financiële regeling van de Scheiding zou nog jaren op het scherp van de snee worden onderhandeld. Bij het vredesverdrag in 1839 nam België noodgedwongen een aanzienlijk deel van de openbare schuld over. Maar niemand zag die forse toename van de staatsschuld als een onoverkomelijk probleem. Heeft het verhaal over de Scheiding ons iets te leren? Misschien. Wie meent dat een staatsgevoel scheefgetrokken verhoudingen kan (blijven) overstijgen, loopt het risisco zich zwaar te vergissen. Vroeg of laat kunnen dergelijke spanningen zo oplopen dat een breuk onafwendbaar wordt ... KDR.
WE TST R A AT
Toch nog een “Belgische” regering? Hoe lang nog blijven rijden via omwegen?
“N-VA bereid tot communautaire toegevingen”. Zo titelden de kranten van maandag 15 oktober. Wat een geruststelling. Er komt dus ooit toch nog een regering, die vanuit de Belgische Wetstraat 16 in Brussel zal worden geleid. Het zal een regering zijn met een “Belgische” minister van Defensie en vooral met een “Belgische” minister van Buitenlandse Zaken. De vraag is alleen nog of (en zo ja, in hoeverre) die regering nog een minimum aan “Belgische” samenhang zal kennen. Ik was beroepshalve de bevoorrechte getuige van het op de been brengen van een klein anderhalf dozijn Belgische regeringen. Dat was telkens een geduldig wikken en wegen om toch maar te beletten dat één van de betrokken partijen een kwart punt meer zou scoren dan de andere. Eens die hindernis genomen, stond er toch een regering op de foto, waarvan men goedschiks kwaadschiks kon zeggen dat het een Belgische regering was. Puinhoop Of premier Leterme zijn verzameling Vlaamse, Waalse, Brusselse, Nederlandstalige en Franssprekende excellenties ooit als dusdanig zal kunnen presenteren, mag men betwijfelen. Uiteraard gaat het daarbij niet om formele nummertjes zoals de ministeriële eedaflegging in de handen van het Belgische staatshoofd of het uitdelen van A-autoplaten, maar over de vraag naar het Belgische gehalte van die regering. Het gebeuren na 10 juni maakte van de Brusselse Wetstraat een dusdanige puinhoop dat handige dokters nodig zullen zijn om een Belgische miskraam te voorkomen.
problemen had. Dat onderscheid is vandaag definitief weggevallen: alle dossiers zijn eens en voorgoed “communautaire” kwesties (van de numerus clausus voor studenten geneeskunde over het straffen van jonge criminelen tot het al dan niet plaatsen van onbemande van camera’s en het bepalen van de toegelaten grenzen voor nachtlawaai). Toch maken de Leterme-onderhandelaars zichzelf wijs dat zij een lijstje kunnen hebben met “gewone” en een “ander” lijstje met communautaire kwesties. Het formele België bleef lang volhouden dat nog meer taalwetten het Belgische huishouden overeind konden houden. Tot men begin van de jaren 1970 de Vlamingen cultureel zelfstandig moest maken en de Walen hun gewestvorming beloven, zodat uiteindelijk ook Brussel een volwaardig derde gewest werd. Dat was het begin van de onomkeerbare Belgische aftakeling. De les van Egmontpact Vandaag wil men die aftakeling stoppen met een verdere staatshervorming in fazen. Alsof er volgende maand dan plots meer vertrouwen zal zijn om verdere stappen te durven zetten? Het Egmontpact van einde van de jaren 1970 was ook iets in “fazen”. Men weet wat er met het pact gebeurde.
Op 10 juni bleek eens en voorgoed dat er geen “Belgische” kiezers meer zijn, alleen nog maar Vlaamse, Brusselse, Elk beleidsdomein is vandaag communautair gekleurd. Waalse. Franstalige en NederlandsspreGezondheidszorg, criminaliteit, verkeersveiligheid, nachtlawaai ... kende kiezers. Een proces van electoraal Het zijn maar enkele voorbeelden. uit elkaar groeien dat al lang suddert, maar op de jongste verkiezingszondag eens en voorgoed bezegeld werd. Het zijn bovendien kiezers die niet langer stemmen zoals de affiches Begin van de jaren 1990 heeft men dat nog eens geprobeerd hen voorhouden te geloven, ze stemmen zoals zij denken dat met het resultaat dat de dienstdoende regering over al die fazen ze moeten stemmen. Leterme kreeg 800 000 Vlaamse stemmen zichzelf naar huis struikelde en het België van die tijd nog wat omdat hij de Vlaamse kiezers een “grote” staatshervorming meer in zijn blootje werd gezet, het unitaire België van weleer beloofde, niet alleen omwille van zijn zogenoemd “goed begrondwettelijk omgedoopt tot een zogenoemd federaal land. stuur”. Zo was N-VA op 10 juni een electoraal alternatief voor wie toch niet verder naar rechts wilde uitwijken. Ook nu probeert men dus toch nog opnieuw te rijden via die onmogelijke omweg. En dat zou moeten lukken met enkel menOverkant sen rond de tafel die letterlijk én figuurlijk elkaars taal niet Na 10 juni bleek dat het politieke personeel uit Vlaanderen nog (meer) spreken, die over alles onoverbrugbaar ver “anders” nauwelijks weet wat er aan de overkant van de taalgrens gezegd denken. Dat zou moeten lukken met kiezers die al lang geen en geschreven wordt, omgekeerd is het niet anders. Belgen meer (willen) zijn, met politieke partijen die al lang geen Belgische partijen meer zijn, met politici die opgroeiden in een Dat ook is een proces dat al jaren suddert, alleen zijn er vantotaal andere Belgische leefwereld dan die van hun directe daag geen VDB’s, Arthur Gilsons en andere vader Eyskens’ voorgangers, met een publieke opinie die dag na dag hoort en meer om in de discretie van de Belgische salons onder te duiken ziet dat de scheiding toch nabij is, dat Albert II geen koning en daar minstens het voetpad richting Wetstraat 16 weer beder Belgen meer is en dat ook nooit meer zal worden. gaanbaar te maken. Wie het - zoals Jean-Luc Dehaene - desgevraagd toch nog wil proberen, wordt binnen de kortste keren De politici van vandaag zijn politicus geworden in het “cultubedankt voor bewezen diensten. Met het resultaat dat men nu reel zelfstandige” Vlaanderen, dat intussen een eigen regering zijn toevlucht moet zoeken tot minimale deelakkoorden om en parlement heeft en inderdaad toevallig ook nog binnen de elkaar zoveel mogelijk te gijzelen, letterlijk en figuurlijk. Belgische grenzen ligt. En die zouden toch nog een “Belgische regering” moeten samensmelten? Verschil Er was een tijd dat je in dit land communautaire en “andere” ■ Marc Platel
november 2007 nr. 10
Doorbraak
7
CU LT U U R
De Vlaamse EU De rol van de Vlamingen in de neergang van het Frans De polemieken over de staatshervorming hebben nogmaals een mentaliteitsverschil tussen Vlamingen en Franstaligen aan het licht gebracht, namelijk in haatgehalte. We zien de Vlaamse en zelfs de militant flamingantische pers nooit de geconcentreerde haat jegens de anderstalige Belgen uitspuwen die gebruikelijk is in de Franstalige pers.
E
én mogelijke oorzaak van haat is een schuldbewustzijn. De schuldenaar haat de schuldeiser, een natuurwet die eigenlijk al kan volstaan als verklaring voor de Vlamingenhaat bij de Franstaligen. Zij projecteren hun slechte geweten over hun 177 jaar zelfbevoordeling op de benadeelden. Een andere oorzaak van haat, eigenlijk de normale soort, is die van een slachtoffer jegens de dader. Zo zal men het slachtoffer van een verkrachting wel niet het recht ontzeggen om haar verkrachter te haten. Of nog: spijts het geleuter op en rond het proces-Hans Van Themsche over de al dan niet racistische sfeer in zijn familie, bleek uit het dossier dat zijn vreemdelingenhaat gewoon het gevolg was van reëel ondergane pesterijen door vreemdelingen. Haat is (weliswaar vaak onnauwkeurig gerichte) wraakzucht om geleden onrecht. Voor die vorm van haat is er bij de Franstaligen volstrekt geen aanleiding tegenover de Vlamingen, want die hebben hen alleen maar gegeven en gegeven, onder meer biomassa (naar afstamming zijn één derde van de Belgische Franstaligen eigenlijk verfranste Vlamingen), belastinggelden en grondgebied. Op de balans van onrecht vinden de Franstaligen geen reden tot revanche, integendeel, wel tot schuldbewustzijn, zie haatfactor één. Pijn Hoewel, in internationaal perspectief hebben de Vlamingen de Franstaligen misschien toch een groot onrecht aangedaan, namelijk de gelijkheid in status van hun superieure taal met andere, mindere talen. De huidige Vlaamse politici lijken niet in staat om een gebaar te stellen dat de Franstaligen pijn zou doen, maar een halve eeuw geleden, zelfs zonder flamingantische partij van enige omvang, deden de Vlamingen in belgicistische partijen dat wel, heel terloops, wellicht zonder de verreikende gevolgen te beseffen.
Doorbraak
nr. 10 november 2007
En toch is het Frans maar een en nooit de officiële taal geworden. Het hoefde niet de gelijkberechtiging met Bretoens of Baskisch te dulden, maar werd toch teruggedrongen tot een gelijke rang met Nederlands, Duits en Italiaans. Want op hun weg vonden Fransen en Walen de Vlamingen. Die wilden dat alle officiële talen van de lidstaten ook officiële taal van de gemeenschap werden. Eens die optie op tafel lag, kreeg ze genoeg steun uit de niet-Franstalige lidstaten, en daardoor is tot vandaag het EU-bestuur formeel veeltalig. Het Frans heeft daar zijn kans gemist om een wereldtaal te blijven. Rond 1950 was het nog een sterke tweede, na het Engels. Het was de taal van de diplomatie en het werd één van de twee werktalen in de VN (en op het Eurovisiesongfestival, ‘Belgique zéro points’). Objectieve demografische, politieke en economische gegevens voorspelden echter een onvermijdelijke neergang, en zo is inderdaad geschied. Stel echter dat het Frans de taal van de ontluikende EG/EU geworden was. De Britten (en a fortiori de recentere toetreders) zouden dit bij hun aansluiting wel hebben aanvaard. Zelfs in het werkelijke scenario met een veeltalig bestuurde EG selecteerden zij hun eerste generatie eurocraten op kennis van het Frans. De Europese burgers in pakweg Nederland zouden hun Frans niet zijn gaan verwaarlozen, wat ze nu wel gedaan hebben. Alle ambitieuze jongeren in het Oostblok en de Derde Wereld, die zich nu op Engels toelegden omdat dit de taal van de welvaart en de toekomst leek, hadden dan tijd vrij gemaakt om ook Frans te leren.
Laurette Onkelinx vergeleek de Vlamingen met zwammen. Le Soir is nog hysterischer.
Toen de zes stichterstaten van de Europese Gemeenschap een officiële taal van de nieuwe statenkoepel moesten kiezen, lag het in de lijn der verwachting dat dit het Frans zou worden. Het kleine Luxemburg ging niet moeilijk doen, en met het Frans als één van zijn eigen talen deed het wel zijn voordeel met die voor de hand liggende regeling. De Walen waren samen met de Fransen uiteraard pro. De Nederlanders, die graag lieten horen dat zij ook wel een mondje Frans kenden, vonden het maar redelijk dat de keuze op één van de grote talen viel, en dan liever die van Guillaume d’Orange (die van ‘Je maintien-
8
drai’ en van ‘Point n’est besoin d’espérer pour entreprendre, ni de réussir pour persévérer’) dan die van Hitler. Duitsland en Italië hadden net de oorlog verloren en waren niet in een positie om zich te laten gelden.
Trek deze gewijzigde machtsverhoudingen tussen Frans en Engels door naar de podiumkunsten en de filmindustrie, het vliegwezen, de wetenschappelijke congressen en tijdschriften, zelfs het bedrijfsleven - althans in en rond Europa.
Je zou vandaag op taalgebied een gelijkaardige configuratie hebben als tijdens de Koude Oorlog op politiek gebied bestond: geen unipolaire Angelsaksisch-gedomineerde wereld maar een bipolaire, namelijk met het Frans als volwaardige tegenpool. In België zou dit de positie van het Frans versterkt hebben, tot grote zorg van de Vlamingen. Buiten België zouden wij, die het Frans als tweede taal leren (nu bijna als enigen ter wereld), er ook wel ons voordeel mee gedaan hebben. Maar de winnaars zouden toch vooral de Franstaligen geweest zijn. Gezien die gemiste kans hebben zij alle recht om ons te haten. ■
Koenraad Elst
I D EN T I T EI T
Lof der traagheid Rien ne va plus: soms is stilstand échte vooruitgang De aanslepende institutionele crisis die sinds 10 juni België in haar greep houdt, wordt door de meeste commentatoren als iets nefasts gekwalificeerd. Het beraad ‘slabakt’, er wordt ‘nauwelijks of geen vooruitgang geboekt’, Elio Di Rupo spreekt hilarisch van een rondje ‘surplacen’. Toch zijn het misschien net die clichés die ons op een andere waarheid wijzen: traagheid heeft ook voordelen. In die vier maanden zijn immers meer zekerheden in vraag gesteld dan in 175 jaar vaderlandse geschiedenis. Zowat een maand geleden deed zich een opmerkelijk feit voor dat op het eerste gezicht niets met de huidige regimecrisis te maken heeft: de terugkeer van de Hoegaardse witbierproductie uit Jupille naar de plek waar het begon, Hoegaarden zelf. Er werden syndicale vreugdevuren ontstoken, in het dorp kon de leut niet op, en ook de bierliefhebbers waren in hun sas. De bredere symboliek van deze gebeurtenis ging nochtans onopgemerkt voorbij, ook bij bovenvermelde commentatoren. En ik heb het dan niét over het feit dat een Waalse brouwerij vruchteloos probeerde om een Vlaams recept te kopiëren. De conclusies uit Inbevs Hoegaarden-debacle reiken veel verder; ze leiden tot het inzicht dat niet alles om ‘t even waar en door om ‘t even wie kan gemaakt worden. Dat sjablonen niet zomaar universeel kunnen worden toegepast. En dat de rekenkunde van een multinational even abstract en wereldvreemd is, als de rekenkunde die Europa en België voorlopig nog samenhoudt. Ik reconstrueer kort dit verhaal over rationaliteit en magie, kwantiteit en kwaliteit, snelle winst en trage gistingsprocessen. Het kan de tenoren van het huidige institutioneel debat van pas komen. ‘Twee keer straffer, en dan verdunnen’ De oorsprong van het Hoegaardse witbier gaat terug tot in het begin van de 14de eeuw en heeft te maken met de intense tarweteelt in deze steek. Tarwe is het hoofdbestanddeel van het troebele witbier, naast mout, hop, water en een heel specifiek kruidenmengsel. Eeuwenlang teerde Hoegaarden op deze exclusiviteit, die als het ware door de vette Haspengouwse bodem zelf werd gemaakt. Maar de moderne marktwetten drongen zich op. Al in de 18de eeuw speelt de globalisering dit streekproduct parten: door de uitbreiding van het wegennet wordt het witbier door de pilsbieren (zoals Stella) weggeconcurreerd. Bovendien is de pilsproductie minder tijdrovend (‘time is money’) en dus goedkoper. In 1957 houdt de laatste Hoegaardse brouwer, Tomsin, het voor bekeken. Zo’n 10 jaar later probeert de melkventer Pierre Celis, die nog in de oude brouwerij had geholpen, het opnieuw. Hij slaagt erin, vanuit het geheugen en door gesprekken met ex-werknemers, het recept op te diepen en brengt de nieuwe Blanche op de markt, met groot succes. Sindsdien werd Celis herhaaldelijk, naar eigen zeggen, tamelijk agressief benaderd door het Leuvense Interbrew (het huidige Inbev) om brouwerij De Kluis te verkopen. Celis houdt de boot af, maar in 1985 vernielt een brand de brouwerij in Hoegaarden nagenoeg totaal. De oorzaak is nooit achterhaald, het gerechtelijk onderzoek werd vrij snel stopgezet. Tot op vandaag wordt er in het dorp gefluisterd
dat deze catastrofe Interbrew bijzonder goed uitkwam, temeer omdat de gistingketels zelf intact bleven ... En inderdaad: vrijwel onmiddellijk verscheen de Leuvense biergigant op het toneel om vers kapitaal te injecteren en zich in De Kluis in te kopen. Daar moest wat tegenover staan: om de productie te versnellen en de capaciteit op te voeren voor de wereldmarkt, werd Celis verzocht om zijn bereidingswijze aan te passen: ‘’twee keer zo straf brouwen, en dan met water aanlengen’. Een aanzienlijke tijdbesparing, tel uit uw winst. Kenners begonnen opmerkingen te maken over een fletse smaak. Pierre Celis voelde er zich hoe langer hoe slechter bij en verkocht tenslotte zijn resterende aandelen om in Amerika een nieuw witbier te ontwikkelen. De rest van het Interbrew/Inbev-verhaal is gekend: Hoegaarden verhuisde naar Jupille. Alleen de bottelarij en de nagisting-opfles bleven ter plekke. En, o ja, de multinational plantte er zowaar ook een museum neer, een educatief bezoekerscentrum om enige folklore te creëren rond het gekidnapte streekbier. Het cynisme van de communicatie-experten bestond er in, om het spookdorp tot themapark uit te roepen, een soort Bokrijk van het witbier. In Jupille slagen ze er ondertussen niet in om het Hoegaardse recept uit te voeren. Complete sloten afgekeurd brouwsel (zelfs de kleur trok niet op de aloude Blanche) worden in de Maas gekeild, of aan Nederlandse veevoederfabrikanten verkocht (boze tongen beweren dat deze foezel via-via toch in de Hollandse cafés terechtkwam ...). Tot heel de delocatie wordt afgeblazen en de Braziliaanse fluitjesbierproducent beteuterd moet toegeven dat het toch niet zo simpel was als de boekhouders hadden voorgerekend. Zo kwam de Witte terug thuis. En inderdaad, de terugkeer van Hoegaarden naar Hoegaarden is “maar” een symbool. Inbev behoudt het label en strijkt de winst op. Morgen kan De Kluis met één pennetrek weer een lege schuur worden. Toch is het verhaal hoopgevend. De globalistische mythe van de totale maakbaarheid en inwisselbaarheid houdt hier op, en wordt gecounterd door iets wat we voorlopig maar ‘de magie van de plek’ zullen noemen. Het vertelt ons dat er andere, ‘trage’, onzichtbare processen aan het werk zijn, die de snelle procédés inhalen. Onder de waan van de dag, het gereken en het gesjacher, gist een fundamentele maar discrete chemie, die vroeg of laat haar waarheid doet gelden. Eilanden van kwaliteit, die op een of andere manier hun integriteit weten te bewaren. Uniek, vrouwelijk, plekbewust, compromisloos. In een wereld waar alles onderweg is, zo rap en goedkoop mogelijk, zijn onverzettelijke individuen, onverplaatsbare processen en onkopieerbare recepten een verademing.
■
JOHAN SANCTORUM cultuurfilosoof en columnist www.visionair-belgie.be november 2007 nr. 10
Doorbraak
9
VRIJE TRIBUNE
België is géén federale staat
I
n de afgelopen maanden kreeg de burger zowat het hele instrumentarium aan grondwettelijke termen over zich heen, maar geen enkele term komt zo veelvuldig voor als “federaal”. ‘De Belgische federatie moet meer samenwerken’, ‘we moeten evolueren tot een confederatie’, ‘de federale regeringsonderhandelingen lopen moeizaam’ ... Maar dekt de vlag de lading wel? Hoewel de Belgische overheid er nooit in geslaagd is het niet-Franssprekende gedeelte van België volledig te verfransen, duurde het toch nog tot in 1970 voor er sprake was van een echt grondige staatshervorming. Die hield in dat het land van een unitaire structuur gefaseerd zou hervormd worden in een federale structuur. Het was echter wachten op de beruchte “derde fase” voor we konden spreken van de voltooiing van dit proces. Wat we echter kregen, was geen federaal systeem met deelstaten, Länder of kantons, zoals in de VS, Duitsland of Zwitserland, maar een decentralisatie naar een kluwen van aterritoriale gemeenschappen en gewesten, die het zo moeilijk maken België uit te leggen aan een buitenlander. De staatshervormingen zijn dan ook nooit visionair verlopen, veeleer pragmatisch en afhankelijk van het direct politiek gewin van de betrokken partijen. Dat de Duitstalige Gemeenschap territoriaal blijkbaar wel onder het Waalse Gewest kan liggen, maar de Franstalige Gemeenschap van Brussel dan weer niet onder het Vlaamse Gewest, is daar het schoolvoorbeeld van. En wegens micropolitieke conflicten tussen Brusselse en Waalse Franstaligen is de Franse Gemeenschap ook nooit gefusioneerd met het Waalse Gewest, wat in Vlaanderen wel gebeurde. Complex Dit heeft ons een zeer complexe staatsstructuur opgeleverd, waarvan de organen zo verweven zijn dat een hervorming van één aspect meteen ook grote gevolgen heeft voor de rest van de staat. Zo is bijvoorbeeld niet elke regionalisering een vooruitgang voor Vlaanderen. De overheveling van de gemeentekieswet naar de gewesten laat toe dat Vlaanderen daar zijn eigen beleid rond voert, maar dat
10
Doorbraak
nr. 10 november 2007
geldt meteen ook voor Brussel, waardoor de (Franstalige) identiteit van dit landsdeel alleen maar sterker wordt. In die zin zijn enkel overhevelingen naar de gemeenschappen toe te juichen.
Wallonië en federatie: eigen belang gaat voor (Francorchamps, wapenindustrie...) Daarbij komt nog dat de indeling in gewest- en gemeenschapsmateries berust op een zeer vage indeling. De gemeenschappen worden verondersteld die bevoegdheden uit te voeren die “persoonsgebonden” zijn zoals cultuur, onderwijs en welzijn, terwijl de gewesten de emanatie zouden moeten zijn van alle bevoegdheidsdomeinen die “territorialiteit” aangaan, zoals economie, landbouw, waterbeleid, huisvesting, openbare werken, toezicht over de provincies, gemeenten en intercommunales. Dit kan academisch misschien te verantwoorden vallen, maar uiteindelijk hebben gewestmateries zoals Vlarem-richtlijnen en Ruimtelijke Ordening een duidelijke invloed op het leven van de individuele burger. Men kan geen “territoriale” bevoegdheden uitoefenen, zonder dat de burger daar invloed van ondervindt. Elke bevoegdheid is dus in die zin persoonsgebonden. Ontrouw Er zijn nog aanwijzingen om te besluiten dat België geen federale staat is. In geen enkele federale staat ter wereld wordt ontrouw van een deelstaat (maar dat zijn we dus niet) ongestraft gelaten. Een essentieel onderdeel van een federatie is immers de “Bundstreue”, de federale trouw aan het gemeenschappelijk project en de mogelijkheid tot sanctioneren van een landsdeel dat zich niet aan de wetten van de federatie houdt. In België echter is Wallonië sinds de federalisering altijd de meest ontrouwe partner aan het federale niveau gebleken, maar is hiervoor nooit gesanctioneerd. Twee voorbeelden: In 1991 dreigde Wallonië zelf een beslissing te nemen rond de verlening van exportlicenties voor haar door de overheid gerunde wapenindustrie, terwijl dit verlenen van licenties een federale bevoegd-
heid was. In 2002 werd beslist om tabaksreclame in heel België te verbieden, maar de Waalse regering die als overheid een grote voorbeeldfunctie heeft, steunt nog steeds bewust het behoud van de tabaksreclame op het circuit van Francorchamps. Opnieuw valt dit te bekijken als een blijk van ontrouw aan een federaal overeengekomen wet, maar nergens is een sanctie getroffen. Grondgebied erkennen Nog essentieel voor een federatie is dat alle leden daarvan elkaars grondgebied territoriaal erkennen. Dit is in België, bijna 50 jaar na het vastleggen van de taalgrens, nog steeds niet het geval. Nog altijd maakt het Brussels Gewest aanspraak op een gebiedsuitbreiding, per definitie ten nadele van Vlaanderen. Maar ook van binnenuit wordt de territoriale integriteit aangetast door het verlenen van faciliteiten aan anderstaligen, uniek in de wereld. Het wordt wel heel moeilijk om met dergelijke kenmerken België nog te classificeren als een federatie.
Essentieel voor een federatie is de erkenning van elkaars grondgebied. Besluit Het bilan wordt stilaan duidelijk. De Belgische federatie heeft geen deelstaten, maar een (opzettelijk?) verwarrende structuur. De leden van de federatie worden niet gelijkmatig gesanctioneerd bij deloyaal gedrag. En de ene staat erkent de integriteit van het territorium van de andere niet. De lijst is ellenlang. De enige mogelijke conclusie is dat België geen federatie is, maar een unionistische structuur met een dun “federalistisch” laagje erover heen. So far for democracy... ■ Brecht Arnaert Meer artikels van deze auteur op www.smithsonsplace.tk
BHV (Halle-Vilvoorde Komitee, VVB en TAK). Het vonnis vormt een opsteker voor de ongeveer 60 andere dienstweigeraars die op dit ogenblik door het gerecht worden nagezeten, hetzij met politieverhoren, hetzij met een voorstel tot minnelijke schikking. ‘Er is geen enkele reden waarom Vlaanderen een prijs zou betalen om te bekomen wat de grondwet voorschrijft, en wat in Wallonië al decennia lang verworven en vanzelfsprekend is’, aldus de werkgroep.
Proletarisch Vlaanderen
Volgens Mariena Dewulf (Het Volk) zijn “de mensen” het beu om te zien dat iedere vooruitgang botst op allerlei details die door één van de vier of vijf partijen worden opgeworpen’ en zijn de onderhandelaars niet bezig ‘met de problemen van de mensen’. Lees: te veel communautaire palavers. ‘t Is allemaal de schuld van BHV... Ter illustratie verwijst ze naar de dure gronden en huizen waarmee de jonge generatie wordt geconfronteerd. Een terecht sociaal signaal. Maar de sociale journaliste zou kunnen inzien dat die verfoeide staatshervorming ook op dat punt goed is voor de mensen... Vlaamse grond is driemaal duurder dan grond in Wallonië. Daarom vragen alle Vlaamse partijen de regionalisering van de huurwet. Kan ook dat even uitgelegd aan de lezers van de Vlaamse werkerskrant? Wie een bouwmisdrijf pleegt, krijgt in Vlaanderen driemaal meer een klacht aan zijn broek dan Walen (info Guido De Padt, Open VLD). En 93 procent van de Vlamingen is ‘tevreden met de woonsituatie’. Drie op de vier Vlamingen zijn overigens eigenaar. (info: Marino Keulen, Open VLD).
Werkloosheid
Nog zo’n “echt” probleem is volgens de syndicale stem van Mariena Dewulf ‘de werkloosheid’. Ze had geen beter voorbeeld kunnen geven om aan haar lezers, die ze blijkbaar voor sul houdt, dan dat van de werkloosheid. Het Volk heeft ongetwijfeld de oplossing in de broekzak steken om aan Leterme en andere Vlaamse fanaten eens uit te leggen hoe ze de gigantische en slepende werkloosheid in Wallonië kunnen oplossen met hetzelfde medicijn dat de Vlamingen nodig hebben om hun probleem van krapte op de arbeidsmarkt aan te pakken. Zou de Vlaamse werkman niet snappen dat zijn Vlaamse deelstaat er aardig in slaagt wel degelijk te zorgen voor goed onderwijs, een goed functionerende gezondheidszorg en nog veel meer? Natuurlijk kan het morgen beter, alweer een kilometer, maar het Vlaamse perspectief biedt meer kansen dan een aftands Belgisch kader.
Vrijspraak Verzuurde marge Bij de Zevende Dag wilden ze wel eens weten waarom ik de petitie ‘red de solidariteit’ (lees ‘red België’) niet had ondertekend. Tijdens de na-babbel in het VRT-foyer zei professor Decoster, die de petitie in het debat verdedigde, dat De Standaard een wel heel flamingante krant was. In de opiniebladzijden - waar hij enkele weken eerder nochtans een stuk had kunnen plaatsen - krioelde het volgens hem van de autonomisten, terwijl de Belgische stem maar zelden aan bod komt. Ik somde een reeks Belgische stemmen op die geregeld in De Standaard weerklinken en vroeg hem naar tegenvoorbeelden. ‘Ik heb daar geen telling van gemaakt.’ Waarop ik weer: ‘Dan kunt u daar beter geen uitspraken over doen.’ ‘t Is maar waar je de streep trekt. Voor of tegen België? Die laatste club komt maar schaars aan bod. Voor of tegen een staatshervorming? Die laatste club komen we ook maar zelden tegen of het moeten Franstaligen zijn. Enkele weken later kreeg ik het bezoek van Ruud Goossens van De Morgen. Sympathieke kerel trouwens. Maar wel iemand die bezwaarlijk in “ons” kamp kan worden gesitueerd. Na het vraaggesprek gooide ik hem provocatief voor de voeten: ‘Waarom is uw gazetteke zo Belgischgezind?’ Hij beweerde dat er op zijn redactie weinig rondlopen die het warm krijgen van het Belgische vaandel. Ik denk dat hij daarmee de waarheid sprak. Maar het krioelt er wel van figuren die het koud krijgen van de Vlaamse Leeuw. Boeiend gesprek over gehad. Feit blijft dat De Standaard in vergelijking met De Morgen een nest van flamingantisme kan genoemd worden. En in vergelijking met Doorbraak een centrum van Belgische recuperatie. Dit blad moet dan weer lauw genoemd worden, vergeleken met het veelgelezen periodiek ‘den eeuwigen ontstemden Vlaminck’. Voor Kanaal Z voerde ik een debat over de taalgrens met professor Vermeersch. Ik zie tegenwoordig meer professoren dan tijdens mijn studiejaren. Naar huis rijdend had ik de indruk dat Vermeersch toch wel heel wat ruimer aan bod was gekomen. Een brave ziel bezorgde me enkele dagen later de uitgetikte tekst van de uitzending. Bleek dat ik 51,5% van de uitgesproken woorden voor mijn rekening had genomen. ‘Natuurlijk, jij spreekt sneller’, verklaarde een vriend het verschil tussen feit en perceptie. Ik leerde zelf niet helemaal bevrijd te zijn van de Calimero-reflex (‘ik ben klein, de anderen groot’, lees: de buitenwereld is stout). En toen kwam een rondzendmail binnen. Met een oproep om De Standaard te boycotten. “Platvloers anti-Vlaams”, “belachelijk belgicistisch”, “regimekrant” luidde het fijnzinnig en genuanceerd in een schrijven aan De Standaard-hoofdredacteur Vandermeersch. Ja, ik vind dat De Standaard wat geel-zwarter zou mogen zijn. Ja, ik meen dat het onafhankelijkheidsdenken er soms ongenuanceerd wordt behandeld. Maar het soort literatuur van genoemde e-post doet me huiveren. Hoe overtuigend is frustratie? Hoe wervend boertigheid? Hoeveel indruk maakt zo’n manifeste uiting van gebrek aan zelfvertrouwen? Hoeveel mensen willen opstappen achter een zwart, mokkend kuiken met gebroken eierschaal op het hoofd? Het debat over de Vlaamse onafhankelijkheid werd de jongste maanden salonfähig. Waar halen ‘medestanders’ het in hun hoofd dit te verknoeien door alle clichés actief te gaan bevestigen? Mijn Vlaamse strijd situeert zich niet ergens in de verzuurde marge, maar midden in de maatschappij. Ergens in de buurt van die 51 procent. Want zo ver zijn we intussen gelukkig wel gekomen. Met mijn excuses aan de diehards omdat ik een journalist van De Morgen een pint heb geoffreerd in mijn woonkamer.
■ PETER D E ROOVER
november 2007 nr. 10
Doorbraak
11
BU I T EN L A N D
Europa weegt op Vlaanderen Barroso schoffeert kampioen van de solidariteit Commissievoorzitter Barroso heeft bij een recent bezoek aan De Standaard verteld wat zijn Belgicistische gastheren graag hoorden: een pleidooi tegen Vlaamse zelfstandigheid en voor het behoud van bodemloze solidariteit tussen Vlaanderen en Wallonië. ‘Wij pleiten in de EU voor solidariteit tussen de lidstaten, het zou toch een contradictie zijn als we niet zouden pleiten voor solidariteit binnen België’, zo was de teneur. Barroso dreigde voorts dat Europa wel eens uit Brussel zou kunnen wegtrekken als het status-quo zou worden opgeblazen.
Blijkbaar heeft niemand van de gastheren Barroso er op gewezen dat Vlaanderen in de EU kampioen is van solidariteit. Europarlementsleden Frieda Brepoels (N-VA) en Frank Van Hecke (VB) kwamen wel met een vinnige kritiek. Wat bemoeit de Commissievoorzitter zich met de interne organisatie van een land of zou hij subsidiariteit niet ernstig nemen? Zetelverdeling EP: doos van Pandora De Commissie heeft zoals vele multinationals en de wereldpers grote belangstelling voor de verdere ontwikkeling van dit land. Uit het recente debat in het Europees Parlement (EP) over de zetelverdeling blijkt hoe de Belgische devolutie een doos van Pandora is, die tot een pandemonium kan leiden. Het EP groeide van 78 leden voor het Europa van de Zes in 1952 naar 142 in 1958, naar 198 bij de eerste uitbreiding in 1973, naar 410 in 1979 bij de eerste rechtstreekse verkiezing, om sinds de toetreding van Roemenië en Bulgarije (Europa van de 27) te komen tot de huidige mastodont van 785. Voor de e.v. verkiezingen (zittingsperiode 2009-2014) moest dat totaal volgens het verdrag van Nice terug naar 736. Op de Europese Raad van 22 juni 2007 werd het plafond weer opgetrokken tot 750 en art.9A van het nieuwe EU-verdrag bepaalt: geen enkel land meer dan 96 zetels (Duitsland min 3), niemand minder dan 12
Doorbraak
nr. 10 november 2007
wetgeving voor juni 2009 tijdig klaar krijgen. Als dat huzarenstuk niet lukt, dan blijft het aangepaste verdrag van Nice van toepassing met een totaal van 736 zetels, waarvan toch nog 22 voor België, 25 voor Nederland enz.
Commissievoorzitter Barroso: onverantwoord Europa tegen zelfbeschikking en subsidiariteit
6 (Malta plus één), wat daartussen ligt mag het EP zelf invullen, volgens een niet nader bepaalde regel van “degressieve evenredigheid”. Sinds 1979 zit België in de middenmoot met 24 gekozenen, die het Egmontpact 13-11 verdeelde tussen het Franstalige en het Nederlandstalige kiescollege, die elkaar overlappen in BHV. De huidige verdeling is 14N- 9F- 1D. “België” zal bij de verkiezingen van 2009 in elk geval twee zetels inschieten: één Vlaamse en één Waalse? Ja, maar de Franstaligen willen niet inleveren en vinden dat de zetel van de Oostkantons moet vervallen. De Duitstaligen, haast altijd verzekerd van een vaste man in Straatsburg, ervaren dit als een Waalse kaakslag. Burgers of ingezetenen? Het verslag Lamassoure-Severin, dat op 11 oktober in het plenum met ruime meerderheid werd aangenomen, verdeelt de 750 zetels op basis van de bevolkingsaantallen die door Eurostat per land op verschillende data zijn bijeengesprokkeld. Een Duitse zetel is de “duurste” (1 zetel voor 858 729 inwoners), de Maltese zetel de “goedkoopste” (1 zetel voor 67 333 inwoners). België komt met 22 zetels voor 10 511 000 inwoners op een zetel voor 477 773 inwoners. Deze zetelverdeling moet op 18 oktober door de Europese Raad van Lissabon worden bekrachtigd en dan als protocol bij het nieuwe EU-verdrag worden gevoegd, dat in sommige landen een referendum, in andere een stemming in het nationale Parlement vergt. En dan moeten de 27 lidstaten hun kies-
Nu dreigt Italië op de top van Lissabon met een veto omdat men uitgaat van “inwoners” en niet van “staatsburgers”, wat volgens de letter en de geest van het Verdrag zou moeten. Door het grote verschil tussen beide komt Italië uit op één zetel minder dan het VK en 2 zetels minder dan Frankrijk. Het verschil ligt voor Duitsland boven 7 miljoen, voor Frankrijk boven 5 en voor het VK en Spanje boven 4 miljoen. Premier Prodi eist met klem dat Italië, Frankrijk en het VK met 73 zetels op gelijke hoogte blijven. Dat kan als Frankrijk één zetel afstaat aan Italië; gebeurt dat niet, komt er een Italiaans veto. Caveat consules Als de groten al zo lastig doen over één zetel, wat zal de hel niet losbarsten bij de opsplitsing van België! In de pikorde van Lamassoure-Severin komt een onafhankelijk Vlaanderen in bevolking ergens uit tussen Bulgarije en Denemarken (rond 15 zetels), Wallonië bij Litouwen (12), Brussel als onafhankelijke stadsstaat op de sokkel van 6 zetels: muziek in de oren van de Brusselse politieke klasse! Voor de 3 opvolgingsstaten samen zijn dat 11 zetels meer dan België, nl. 33, evenveel als Roemenië, evenveel als Oost-Duitsland zou gekregen hebben als het als afzonderlijke lidstaat was toegetreden. Omdat 750 zetels het plafond is, moeten de anderen 11 zetels inleveren! Zorgen voor de verkiezingen van 2014, als ook Kroatië zal toetreden... Het is ook te hopen dat het inwonerscriterium tegen dan zal zijn vervangen door een uniform criterium van Europees burgerschap zodat niet elke toevallige resident kan meetellen, laat staan een miljoenenstroom van volksverhuizers.
■ GUIDO NAETS
BOEK E N
Compromisloze Karel ‘Love him or hate him’, maar Karel Dillen (1925 2007) is ongetwijfeld een van de meest belangrijke Vlaams-nationalistische figuren na WO II. Een partij uitbouwen met de huidige grootte en electorale successen, hebben weinigen Dillen voorgedaan.
Zo’n figuur verdient natuurlijk een biografie. En wie anders dan Doorbraak-medewerker Pieter Jan Verstraete, hofbiograaf van de radicale Vlaamse Beweging, kon dit beter doen? Hij deed het al in 1992, maar door omstandigheden raakte zijn boek niet ruim verspreid. Dat zal met deze herwerkte uitgave ongetwijfeld anders zijn. Auteur en uitgeverij kunnen nu rekenen op de geoliede machine van het Vlaams Belang, dat ongetwijfeld voor een vlotte verkoop zal zorgen van Liever wolf in het bos ... Het boek behandelt de onverzettelijke, onverbiddelijke,
Recalcitrante Rudy Het ontwarren van de Brusselse knoop bezorgt menig wijze kop grijze haren. Klokkenluider Rudy Aernoudt, actueel om zijn kritiek op de Vlaamse administratie, trekt in Brussel. Het kind van de rekening, de kaart van Brussel en beschouwt onze hoofdstad als de dupe van een slecht huwelijk tussen Vlaanderen en Wallonië.
Aernoudt was de enige die met zijn ‘antimanifest’ Vlaanderen - Wallonië, je t’aime moi non plus de handschoen van de denkgroep ‘In de Warande’ opnam. Nu gaat hij een stap verder door hun Brusselstandpunt, naar Washington DC, en andere statuten in de kiem te smoren. Hij bekritiseert het scepticisme van veel Vlamingen. Brussel is te belangrijk om ermee te sollen tijdens communautaire onderhandelingen of als voorwerp van emotie en dogmatisme. Zo nuanceert hij de transfers, geeft hij een uitgebreid relaas om onze
Palaverende Pol
Kersvers CD&V-senator en gewezen journalist Pol Van den Driessche (ex-De Standaard, ex-Het Nieuwsblad, ex-Royalty én gewezen woordvoerder van Hugo Schiltz) heeft een boek geproduceerd met de nogal dubbele titel Over leven in de Wetstraat. De grote verwachtingen die de krantenartikels schiepen bij de voorstelling van het boek, worden jammer genoeg niet ingelost. PVDD heeft op 160 pagina’s géén enkele originele gedachte neergepend en géén enkele nieuwe piste geopend. Integendeel: de clichés over de Wetstraat Doorbraak-lezers ongetwijfeld genoegzaam bekend stapelen elkaar op. Ook de leuke anekdotes die in de pers en in de flaptekst (‘Never judge a book by its cover’!) worden beloofd, blijven uit. We hadden beter moeten weten: élk medium verhaalde dezelfde anekdote, nl. dat PVDD zichzelf meer dan een uur had opgesloten op het toilet van het kabinet-Delcroix, de avond dat deze minister van Defensie noodgedwongen
radicale, consequente, compromisloze, zuivere Vlaamsnationalist die Dillen is geweest. ‘Iedereen was tegen ons, maar we vochten op onze manier”, zo liet de latere Vlaams Blokstichter verstaan over zijn acties tegen de te weinig nationalistische en te veel door de CVP getinte Zangfeesten en IJzerbedevaarten in het algemeen en opnieuw ontluikende Vlaamse Beweging na WO II in het algemeen. Deze uitspraak tekent Dillen, en meteen zijn hele leven. De nationalistische hard-liner sloeg telkens met harde vuist terug, met Were di, Dietsland-Europa, Vlaams-Nationale Partij en later met het Vlaams Blok/Belang.
drik Elias-biografie, maar daarom zeker niet minder belangrijk. De auteur zou wel stilaan een andere corrector mogen zoeken, want boek na boek blijven er meer en meer taal- en stijlfouten in staan. KDr. Pieter Jan Verstraete, Liever wolf in het bos ... Portret van Karel Dillen. Groeninghe, 272 blz., € 24,00, isbn 278 90 77723 58 6.
Het ‘portret van een rebel’ is accuraat, zinvol geïllustreerd, vlot leesbaar en een belangrijk werk in de historiografie van de naoorlogse Vlaamse Beweging. Minder ‘volledig’ dan pakweg Verstraetes recente Hen-
hoofdstad cultureel en sociaaleconomisch te begrijpen en schetst hij de troeven en culturele rijkdom van de enige wereldstad in België.
mening niet delen. Dat maakt dat Aernoudt er bij menig belgicist ingaat als zoete koek met een bekroning ‘Prijs voor Politieke Moed’ van B-plus als kers op de taart.
Zijn zelfverklaarde pragmatische analyse is opgebouwd rond drie pijlers: samenwerking tussen de regio’s, efficiënt en effectief bestuur en een correcte toepassing van het subsidiariteitprincipe (met regionalisering én herfederalisering van bevoegdheden). De regio’s moeten gebruik maken van de merknaam ‘Brussels’ en de internationale uitstraling. Brussel is een troef, geen probleem!
TR
Hij vindt de communautaire kwesties navelstaarderij, minimaliseert de taalkwesties en verwijt hen die de taalwet willen toepassen van dogmatisme. Het mag dan ook niet verwonderen dat we op veel vlakken zijn
zijn ontslag aankondigde, omdat hij postbodes in het zwart aan een villa aan de Franse Azurenkust had laten werken. Hoogstens leren we dat Joris van Severen in 1928 Kamerlid was voor het VNV, dat pas in 1933 werd opgericht. Of dat de achternaam van de huidige minister van Justitie op wel drie verschillende manieren kan worden geschreven. We leren dat Hugo Schiltz de belangrijkste en meest invloedrijke Vlaams-nationalistische politicus is na WO II. Of dat PVDD al in 1999 het aanbod had gekregen om een CVP-Kamerzetel in te nemen. We leren dat Jean-Luc Dehaene de gewoonte heeft om een spiegelei met één slok te verorberen en dat Wilfried Martens vooral geniet van wat er bij en na de koffie wordt geschonken. Zulke faits divers tekenen Over leven in de Wetstraat.
Rudy Aernoudt, Brussel. Het kind van de rekening. Roularta Books, 157 blz., € 17,90, isbn 97890 8679 097 5.
round-up van de belangrijkste ‘politieke’ restaurants in Brussel. Eerder vonden we in Derk Jan Eppinks Avonturen van een Nederbelg en Boudewijn Van Peteghems Verhofstadt-biografie Numer Uno al heel wat culinaire tips, met deze lijst wordt de politiek-culinaire gids van Brussel stilaan compleet. KDr.
Pol Van den Driessche, Over leven in de Wetstraat. 25 jaar politiek journalist. Van Halewyck, 160 pp., € 14,95, isbn 978 90 5617 824 6.
Voor de Bourgondiërs onder ons, sluit PVDD af met een november 2007 nr. 10
Doorbraak
13
KAMIKAZE
O
ok op de VRT die schitterende reclamespots van ons aller De Standaard al gezien? En vooral en in het bijzonder die toch wel merkwaardige spot met dat schijnbaar intellectueel hoertje dat, gezeten in haar uitstalraam, zodanig wordt afgeleid bij het verslinden van De Standaard, dat zij zelfs geen oog meer heeft voor de opgewonden signalen van een mogelijke klant in hoge seksuele nood. Onverantwoord interessant noemen ze dat dan. Het zal u als argeloze hoerenloper toch maar overkomen. Nu, dat reclamejongens voor niets terugdeinzen weten we al langer dan vandaag. Maar ze zouden toch af en toe ook wel eens mogen nadenken vooraleer een dergelijke spot op de Vlaamse kijker los te laten. En dat dan nog met de goedkeuring van de ´grootste´ aller Vlaamse hoofdredacteurs. Te weten, ene Pierre pour les intimes van debijna-zusterkrant Le Soir. Want er zijn toch grenzen. Altijd en overal. Zeker voor een ietwat kritische kijker die al enige gezonde twijfel heeft bij de zelfingenomenheid van de zichzelf tot standaard onder alle gazetten verheffende krant. Het zou dus best kunnen dat uitgerekend deze spot het omgekeerde effect heeft van wat hij beoogt. Namelijk, nieuwe lezers werven en gewezen lezers terugwinnen.
Onverantwoord interessant! en onbehagen oproepen bij het aanschouwen van zoveel platvloersheid. Maar er is ook meer. Bedoelde spot geeft tegelijk een exact beeld van de houding van de zich alsnog Vlaams noemende De Standaard ten overstaan van het Belgisch staatsbestel. Mark Grammens is terzake zeer duidelijk. Hij heeft het recent terecht en zonder schroom gehad over Vlamingen die ronduit collaboreren met het Belgische regime. Maar aangezien ik geen gevestigde reputatie als journalist hoog te houden heb, kan ik het mij zonder meer veroorloven om, vertrekkend van die bewuste reclamespot, te gewagen van Vlaamse hoeren ten dienste van de Belgische politiek. In het licht van de lopende regeringsonderhandelingen is het allicht voor elke lezer duidelijk wie en wat ik hierbij dan voor ogen heb. Hun namen zijn bekend. En wie een beetje politieke feeling heeft, kan al vermoeden wat het uiteindelijke resultaat zal zijn. De lat gewoon wegnemen en ten slotte plat gaan liggen, om even in het jargon te blijven. En de medeplichtigheid van genoemde Pierre (onze Peter) in deze is niet gering. Vandaar dat ik hem tot slot nu al de weinig benijdenswaardige titel van pooier van de Vlaamse politieke hoeren zou willen toekennen.
En een reclamespot van dergelijk allooi kan bij de beschaafde en fatsoenlijke kijker, net als bij mijzelve, toch alleen maar walging
M E G A F OO N Etienne Schouppe (CD&V) over staatshervorming en De Wever, De Standaard, 13 okt.: ‘De sociaal-econo-
mische hefbomen moeten overgeheveld worden, zodat de gewesten de instrumenten in handen hebben om hun specifieke problemen, zoals de bevolkingsstructuur, aan te pakken. Voor ons is het vooral een zaak van goed bestuur. In Vlaanderen is de werkloosheid gemiddeld 5 procent. In Wallonië is het 17 procent. Op basis van dezelfde regelgeving is er dus een enorme kloof. Geef dan toch ieder de mogelijkheid zelf zijn zaken te regelen.’ Marino Keulen over eisen FDF, Vlaams Parlement, 11 okt. 2007: ‘FDF-voorzitter Olivier Maingain heeft in Vlaan-
deren niets te zeggen.’
Fabian Lefevere over communautaire tegenstelling binnen VLD, De Morgen, 9 okt. 2007: ‘De strijd
om de macht binnen Open VLD is stilaan langs communautaire lijnen aan het verlopen. Er zijn de “regionalisten” die uit de VU komen, rondom voorzitter Somers. Daarnaast heb je diegenen die zoal De Gucht niet echt wakker liggen van een diepgaande staatshervorming.’
Karel De Gucht over ‘N-VA onder de lat’, VRT, 7 okt. 2007: ‘De N-VA kan maar best plat op de buik gaan liggen om onder
de lat door te kunnen.’
José Manuel Barroso over ‘de solidariteit’ in De Standaard, 6 okt. 2007: ‘Ik hoop sterk dat België en de drie regio’s,
14
Doorbraak
nr. 10 november 2007
K AMIKAZE
Perswijs
Vlaanderen, Wallonië en Brussel, onderling hun niveau van solidariteit blijven behouden.’ Frieda Brepoels over Barosso en inmenging in communautair debat, PM 5okt. 2007: ‘Het soort ‘solida-
riteit’ dat België reeds jaren belijdt, zou door de grote Europese leiders op geen enkel ogenblik aanvaardbaar zijn. Echte solidariteit is immers gebaseerd op transparantie, objectiviteit en doeltreffendheid. Drie principes die op geen enkele wijze van toepassing zijn op de Belgische ‘solidariteit’ en waarvan de Franstaligen ook absoluut niet willen weten.’ Kristof Calvo en Eva Lauwers ( woordvoerders Jong Groen!) over samenvallende verkiezingen, De Standaard, 4 okt. 2007: ‘Tot onze grote verbazing stellen
wij bovendien vast dat Jong CD&V de voorbije dagen plots de grote pleitbezorger is voor samenvallende verkiezingen. ‘Politici moeten beleid maken en niet steeds bezig zijn met campagne’, luidt het argument. Als je van de regio’s volwaardige beleidsniveaus wil maken, organiseer je echter aparte verkiezingen.’ Anne Demelenne (algemeen secretaris ABVV) over vakbond en regionalisering, Belga, 2 okt. 2007: ‘We hebben ons afgevraagd of een regionalisering de werknemers
ten goede zal komen. Het antwoord is nee, of het nu gaat om gezondheidszorg, werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag, pensioen of loon- en arbeidsvoorwaarden.’
T Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. ■ Verschijnt maandelijks (niet in augustus). ■ Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. ■ H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele ■ K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Anke Nobels, Peter De Roover ■ M EDE WERKERS : Ludo Abicht, Gerard Bouvier, Rudi De Ceuster, Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme, Pieter-Jan Verstraete ■ R EDAC TIE - ADRE S : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 ■ redactie@doorbraak.org ■ www. doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org ■ A BONNE MENT : € 16,50 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 25) ■ S TUDENTENABONNE MENT : € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling ■ I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internetabonnement. ■ Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. ■ Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 17 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie. ■ Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB ■ VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Dirk Laeremans, Passendalestraat 1a 2600 Berchem ■ ISSN 0012-5474
november 2007 nr. 10
Doorbraak
15
16
Doorbraak
nr. 10 november 2007