België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw
www.doorbraak.org
Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
112007
De VVB plaatste op haar Congres in 1991 (“Onze toekomst in Europa: Vlaanderen onafhankelijk”) al de wegwijzers.
Weg uit het Belgische zottenkot Morgen kan het anders zijn, maar half november ligt onder de herfstzon een scenario klaar dat de Vlaamse Volksbeweging vijftien jaar geleden voor het eerst uittekende in het onafhankelijkheidscongres van Kortrijk (21 april 1991). Het liep onder de titel ‘Onze toekomst in Europa: Vlaanderen onafhankelijk’. Leterme heeft zich op 10 juni naar een overwinning geroeid op de golven van ‘meer Vlaanderen’. Zijn einddoel was niet dat wat de VVB vijftien jaar geleden al voor ogen had, maar het ging uit van een groeiend inzicht dat het stilaan welletjes is geweest met de Franstalige minderheid, die zich al sinds het stoomtreintijdperk als een machtige meerderheid gedraagt. ‘In de campagne hebben we dat engagement tot een conditio sine qua non gemaakt voor een eventuele regeringsdeelname. De kiezer heeft dat geapprecieerd en geplebisciteerd’, zei Jo Vandeurzen op 11 juli. Maar binnen CD&V ontspon zich een machtsstrijd tussen de jongere generaties, die weten dat hun toekomst in Vlaanderen ligt, en de oude krokodillen. Het federalisme dat Martens, Eyskens en Dehaene voorstaan, was wél het einddoel van de Vlaamse Volksbeweging, maar dan in de jaren 1950-1960. Stilstaan is op de duur omvallen... Tussen beide strekkingen in zochten Leterme en Herman Van Rompuy naar mogelijkheden om de tronen van België toch maar te kunnen bestijgen, als premier en Kamervoorzitter. Leterme heeft als koning van Vlaanderen wellicht een verkeerde keuze gemaakt. Hij koos voor een kroon in een krot. In het woelwater van de formatie toonden de Vlamingen eindelijk eensgezindheid (BHV, benoeming burgemeesters...). De publieke opinie volgt. Maar oranjeblauw kan - wiskundig - niet één stap zetten van betekenis. Een tripartite dan maar? Willen de socialisten dan eerst onderling eens uitmaken wat mag en kan? De Vlaamse CD&V’ers worden gevangen gehouden door hun
syndicale kaakslag-belgicisten, voor wie de macht van het eigen instituut belangrijker is dan een rationeel economisch kader. Men blijft er stekeblind voor de economische kloof en voor de rampzalige inefficiëntie van vijftig jaar “solidariteit”. De Vlaamse CD&V’ers worden vernederd door het journaille dat hen al maanden opjaagt, en straks ook nog eens door hun eigen chefs. Hun omweg langs koning en wijzen is het spel van het Belgische establishment, maar draagt de vingerafdrukken van Leterme. Na het slikken van de pariteit nu een cordon rond een derde van de Vlamingen. De pretentieuze senaatsvoorzitter Armand De Decker wil Vlaanderen verdoven met ‘een evenwichtige verdere uitbouw van onze instellingen en de versterking van de cohesie tussen de gemeenschappen’. Dat is niet meer dan een stinkende doofpot. Gelukkig nieuwjaar, jonge en Vlaamse CD&V’ers, we wensen jullie een schitterende kiescampagne in 2009. Het wordt een onmogelijke opdracht, omdat uw eigen senioren uw Vlaams programma invriezen, de N-VA buiten (laten) treiteren en uw kansen verkwanselen. Als jullie kiezen voor het Vlaamse huis haal dan de trektang boven. Haal Leterme en Van Rompuy uit het hellevuur van de Wetstraat en laat de anderen wat sudderen in de pot. Na de troonsbestijging van Verhofstadt zijn de VLD-liberalen hun V kwijtgespeeld. Ook zij zullen ervaren dat er in de Belgische soep geen balletjes meer zitten. Rien ne va plus. Stop de tijdrovende ruzies rond de Belgische keukentafel, stap weg van de ‘oude, achterhaalde communautaire technologie’ en open in het Vlaams Parlement uw toekomst. Dan kan Vlaanderen zélf beslissen waarom, hoelang en hoe het ‘solidair’ wil zijn. Dan kan Vlaanderen zijn bestuur hedendaags en efficiënt organiseren, dicht bij de burger, en weg van de baronnen van het Belgische zottenkot, met zijn zes regeringen en zijn ‘evenwicht van de schande’. ■ Jan Van de Casteele december 2007 nr. 11
Doorbraak
1
PERSWIJS ■ Jan Segers over staatsbelang in Het Laatste Nieuws, 13 november 2007: ‘Naar verluidt schiet driekwart van de CD&V’ers tegenwoordig in de lach als het woord
staatsbelang valt. En toch zullen ze straks slikken... De N-VA zal dat niet doen... Van de gewenste dikke vis zullen enkel de graten in de pan belanden. Dat is verschrikkelijk jammer, hier en nu, maar de Franstaligen zijn gewaarschuwd: wellicht al in 2009 krijgen ze dit als een boemerang in hun gezicht. hun euforie is voorbarig, hun zaadlozing voortijdig.’ ■ Ivan Sabbe, voorzitter Lijst Dedecker in Dag Allemaal, 6 november: ‘Ik vecht voor de welvaart in de streek die mij lief is: Vlaanderen... Het Vlaams Belang
is voor ons een stap te ver qua standpunt. Om de simpele reden dat ze geen oplossingen bieden... Trouwens, van die Vlaamse zangfeesten en dat soort zaken krijg ik rillingen.”
■ Elio Di Rupo over confederalisme (antwoord op Reynders), RTBf en RTL, 11 november 2007: ‘In Le Monde lees ik dat Didier Reynders zegt
dat de logica in België die van het confederalisme is. Maar het confederalisme is het einde van een unitaire staat, het einde van België.’ ■ Jean-Marie Dedecker over regeringsonderhandelingen, in Het Laatste Nieuws, 9 novermber 2007: ‘De verhuis van de communautaire
kwesties naar een comité van wijzen voorspelt weinig goeds. De N-VA belandt in één dag van de hemel in de hel.’
■ Bart De Wever over goedkeuring regeerakkoord in Het Laatste Nieuws, 3 november 2007: ‘Ik zal bij de beoordeling uitgaan van de drie vragen
die Frans Baert ooit zo schitterend heeft verwoord. Eén: is er communautaire vooruitgang? Twee: wat staat daartegenover? Drie: zitten er zaken in die de vooruitgang belemmeren? Ik noem dat de “scheve voet”...Bijvoorbeeld door faciliteiten te geven waar we 45 jaar later nog last van hebben of een grendelgrondwet of een federale kieskring’. ■ Urbanus over Belgenvlaggen in Het Nieuwsblad, 29 oktober 2007: ‘’Ik vind dat toch belachelijk dat die Franstaligen hun Belgische vlag uithangen. Ik ben er
wel zeker van dat veel Vlamingen België willen behouden, maar het moet wel eerlijk verdeeld worden. Een situatie van rijke regio’s en armere regio’s heb je ook in andere landen, maar het verschil is wel dat ze bij ons van hun kloten maken en extra eisen stellen. Dat vind ik erover.’
Emiel De Bolle
Een ondervoorzitter vergeten In vorig nummer van Doorbraak kondigden we onder voorbehoud de verkiezing aan van Eric Defoort als nieuwe voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging, op basis van een artikeltje dat al was verschenen in De Standaard. Hierin werd vermeld dat Defoort interim-voorzitter Huguette De Bleeckere-Ingelaere opvolgde. Dat was maar een halve waarheid. Ook Pieter Bauwens was in de overgangsperiode co-ondervoorzitter van de VVB.
Samenvallende verkiezingen Ze geven niet op, die liberalen. Nog maar eens pleit Herman De Croo (DM, 12 nov.) voor het laten samenvallen van de regionale verkiezingen en de federale verkiezingen in 2010 om ze nadien om de vijf jaar te laten samenvallen. Een groot deel van de politieke problemen zijn volgens hem een gevolg van de verkiezingen die al in 2009 voor de deur staan. ‘Door de verkiezingen uit te stellen tot 2010 neem je die enorme druk weg’, aldus de liberaal. Vrij vertaald: CD&V durft N-VA en de grote staatshervorming niet laten vallen, uit schrik voor de kiezer. Als goede democraat stel je die dan maar even uit, tot de storm is gaan liggen...
Unitaire kieskring Koppig blijven de liberalen van Open VLD ook de federale (lees: unitaire) kieskring verdedigen. Ze razen er in hun argumentarium maar wat op los, onder meer als ze vergelijkingen maken met ‘andere federale staten’. Matthias Storme (hoogleraar rechtsvergelijking KU Leuven en Doorbraak-medewerker) maakte met verve brandhout van hun voorstel (De Standaard, 6 nov., zie ook Megafoon (blz. 14) of www.vvb.org/kort van 9 november).
Waalse crisis sleept aan In De Tijd van 27 oktober (“Waalse werklozen per bus naar Vlaamse bedrijven”) stelt Rudy Demotte dat het Marshallplan effect heeft. ‘De werkloosheid daalt de laatste maanden met 8 à 9 procent, in vergelijking met dezelfde maanden in 2006.’ Uit de federale cijfers van de vergoede werklozen (RVA, september 2007) blijkt echter dat in het Waals Gewest het aantal werklozen het jongste jaar daalde met 6.206 eenheden (nu in september 211.640). Dat is een daling met 2,8 procent op jaarbasis. Of ongeveer een derde van wat Demotte zegt.
2
Doorbraak
nr. 11 december 2007
Ter vergelijking: Vlaanderen
In Vlaanderen daalde de werkloosheid in dezelfde periode met 9,9 procent. Die Waalse goednieuwsshow wordt gênant. De werkloosheidscijfers zijn de belangrijkste indicator over de ontwikkeling van de interregionale geldstroom of de transfers van Vlaanderen naar Wallonië. Een gewest met meer werklozen draagt minder bij tot de (unitaire) sociale zekerheid en krijgt via meer werkloosheidsuitgaven ook nog eens meer terug. De RVA-statistieken bewijzen elke maand dat de Franstaligen permanent ‘lucht’ verkopen zonder dat daar veel reden toe is. De werkloosheidskloof met Vlaanderen groeit. Vandaag is 60 procent van de Belgische bevolking op actieve leeftijd aan het werk. Dit cijfer zegt niets. In Vlaanderen is dat 65 procent, in Brussel 50 procent, in Wallonië 55 procent. Die cijfers zeggen alles.
Transfers: een pintje?
Franstalige professoren hadden het nog niet zo lang geleden in De Tijd ook over ‘amper 2,5 euro transfers per Vlaming per dag richting Wallonië’. Peanuts, hoor je her en der. ‘Een pintje per dag per Vlaming’, zeiden een aantal Waalse “artiesten” in Panorama (zondag 28 okt.). Ze beseffen zelf blijkbaar niet dat een Vlaming op twee seconden de rekening kan maken om tot de slotsom te komen dat een doorsnee Vlaams gezin van vier personen zo op het einde van het jaar 3500 euro solidariteit heeft betaald. En dat volgens de Waalse rekenkunde. We weten dat volgens alle Vlaamse bronnen - ook de neutrale cijfers van de Vlaamse overheid - die transfers een heel stuk hoger liggen. Een Waal zou er zat van worden...
Eigen werklozen eerst
Het oranje-blauwe akkoord over asiel en migratie wordt niet gesmaakt door de socialisten aan beide kanten van de taalgrens. Ze vinden dat België eerst de eigen werklozen aan een baan moet helpen voor de grenzen worden opengezet. (Belga, 9 okt.) De sp.a heeft bezwaren tegen economische migratie. Eerst moeten de werklozen die in België verblijven een kans krijgen met een degelijke opleiding. Kamerfractieleider Dirk Van der Maelen hierover: ‘Het is pas als men daar niet in slaagt dat eraan gedacht kan worden om mensen in het buitenland te gaan halen’.
Eigen werklozen eerst (echo)
Ook PS-voorzitter Elio Di Rupo en uittredend vicepremier Laurette Onkelinx zijn tegen het akkoord rond het migratiebeleid. ‘Ik ben on➥
vervolg p. 11
Commentaar Gemakkelijkheden
A
an alles wennen we. Vrouwen zeggen wel: alles went, behalve een vent. Maar zelfs op dat stekelig domein is wennen denkbaar. Wat vooral en sluipenderwijs went, is taal, vooral dan bepaalde woorden en termen in taal.Woorden hebben een verbazend vermogen tot inburgering. Neem het woord “faciliteiten”. Klinkt lichtelijk geleerd, bijna medisch. Lijkt alsof het met een kwaal te maken heeft. Of met therapie: er moet iets genezen worden. Sterker: er moet van iets genezen worden. Van “faciliteiten” kan je ook vinden dat het een “stadhuiswoord” is, bedacht om wat krom is recht te trekken. (Van dat kromme dat recht getrokken wordt: dit is een vers uit het Veni Creator Spiritus, eeuwenoude hymne aan de Geest. Wordt trouwens niet meer gezongen, verouderd, jammer). Dit stadhuiswoord - of moet je zeggen commissiewoord, ooit bedacht in het holst van een politieke nacht - lijkt veeleer bedacht om wat recht is, krom te trekken. Laten we eens vijf minuten moedig zijn en de gewenning doorbreken. Ik stel voor om niet meer te spreken over faciliteiten, maar over gemakkelijkheden. Het woord is een beetje lang, maar dat nemen we er bij. Wat is een gemakkelijkheid? Alle gezonde redeneringen beginnen met een goede definitie. Een gemakkelijkheid is een plaats of een dienst of een regeling waardoor of waarmee men mensen op hun gemak zet. Of méér op hun gemak: we dromen niet van een ideale maatschappij, waar gemak of gemakken eindeloos en exhaustief in de aanbieding zouden zijn. Met een beetje gemak zijn we al meer dan tevreden: kinderhanden, als er die tenminste nog zijn, zijn rap gevuld. Waarom zijn, waar mensen rondlopen, gemakken nodig? Heel eenvoudig omdat mensen rare wezens zijn. We zijn zodanig geprogrammeerd - hoe dat komt, is te bevragen bij de Schepper - dat wij voortdurend en alom spanningen opbouwen. Ondraaglijke spanningen zelfs. Ondraaglijke spanningen - dat weet ieder - baren een ondraaglijke zucht naar ontspanning, eigenlijk naar ontlasting. Voor die ontlasting zijn gemakken nodig. Gemak is een mooi, gedegen Nederlands woord. Wel met een luchtje aan, akkoord. En daar zijn we heel gevoelig voor geworden. Derhalve zijn we gaan spreken over koer, w.c., toilet, lavatory, in Amerika zelfs bath-room. Maar, au fond, allemaal plaatsen om van ondraaglijke spanningen af te raken. Om zijn behoeften te doen. De francofonen zitten blijkbaar met de ondraaglijke behoefte om Frans te spreken. Begrijpelijk, zelfs aanvaardbaar. Frans is een prachtige, bovendien grootse taal en het is te verstaan dat mensen de onweerstaanbare neiging hebben om haar te voeren. Om aan die onweerstaanbare neiging te voldoen vindt men dat er gemakkelijkheden of faciliteiten nodig zijn. Er doet zich hierbij echter een groot en explosief probleem voor. Bij een toonaangevende kaste van francofonen leeft in de onweerstaanbare drang om iets te doen - Frans spreken - de even en misschien nog heviger drang om iets niet te doen: met name Nederlands te spreken waar Nederlands hoort. Er is niet alleen onwil, misschien onkunde, maar er is vooral afkeer. Om niet te spreken van verachting. Met de nood aan gemakzuchtige ontlasting gaat de kokhalzende neiging gepaard om te braken. Men braakt van dat taaltje. Braken gaat samen met kwalijke ontlasting. Zich ontlasten wordt dan zijn gevoeg doen. Men voegt zich niet meer aan wat heilig hoort: dat bij een land of een streek een taal hoort, waarin zich het officiële, het staatkundige, het staathuishoudkundige en het religieuze gebeuren voltrekt. Hier horen grenzen bij, te respecteren grenzen. Anders veretteren de gemakkelijkheden, die men heeft of eist te hebben, tot groot ongemak. Ze gaan stinken. Van stank worden mensen horendul.
■ JACQUES CLAES
december 2007 nr. 11
Doorbraak
3
STA ATSVO R M I N G
‘VVB voor onafhankelijkheid en samenwerking’ Opening naar álle partijen, deur dicht voor Belgische recuperatie De Vlaamse Volksbeweging heeft met prof. Eric Defoort een nieuwe voorzitter, met Peter De Roover - voormalig voorzitter van de VVB - een nieuwe politiek secretaris. Doorbraak plaatste hen tussen actualiteit en toekomst. Er wordt in een bepaalde pers nogal meewarig gedaan over de splitsing van BHV. Dat zou geen overwinning zijn, maar een nederlaag? PDR: Die kranten proberen vooral te dimmen. Het doek over BHV is gevallen. De effectieve splitsing zal nog een weg moeten gaan door het parlement, maar geen Vlaamse partij zal een stap terug durven en kunnen zetten. Opgelost is de zaak natuurlijk niet, want ze komt later weer op de regeringstafel. Maar maanden, jaren zelfs strijden om zo’n stemming uit te lokken en het dan minimaliseren, dat moeten we vooral niet doen. Het heeft een schok teweeggebracht aan de overzijde. Kort na de splitsing opende men andere pistes: een noodregering voor sociaal-economische doelstellingen, een tripartite. PDR: Met een noodregering zonder staatshervorming absoluut niet. Maar voor een echte grote staatshervorming is inderdaad wel een tweederdemeerderheid nodig. De Vlaamse partijen moeten hier een opening zoeken. Dan zal duidelijk worden of een staatshervorming binnen België nog kan worden gerealiseerd. Kan dat niet, dan heeft België bewezen dat het geen kader meer kan zijn voor Vlaanderen. ED: En dan zal CD&V merken dat een grote verkiezingsoverwinning met een duidelijk Vlaams programma niét kan worden omgezet in realisaties. Dan zullen steeds meer mensen zich ook daar fundamentele vragen stellen en dat helpt ons discours. Een stevige staatshervorming is het enige alternatief voor het onafhankelijkheidsdiscours, dat het onze is. Lukt dat niét, dan staat de Vlaming erbij als “piet snot” en valt de optie ‘Ik ben Vlaming maar ook Belg’ als keuze weg. BHV is nu geparkeerd. En nu? ED: Ik zit verbaasd te kijken naar het feit dat men vanuit Vlaams oogpunt mordicus het bij oranjeblauw wil houden. Frank Vandenbroucke was scherp en brutaal tegen De Wever, en doet alsof hij de incarnatie is van de Vlaamse Beweging. Maar hij heeft wel gelijk dat De Wever met oranjeblauw geen grote vis in de pan krijgt. Dat is uitgesloten. Trouwens, zelfs Annemans heeft ooit gezegd dat je links moét betrekken bij een grote staatshervorming. In De Morgen heb ik dat willen aangeven, maar blijkbaar op een onhandige manier (zie kader) PDR: Voor ons is het prioritair dat er meer Vlaanderen komt, niet dat er een liberaler België komt. In een onafhankelijk en democratisch Vlaanderen zien we dan wel wat de politieke, maatschappelijke en sociaal-economische keuzes worden. Zouden de socialisten dat ook zo zien? PDR: Wij voeren als Vlaamse Beweging toch geen antisociale strijd? Rolf Falter zegt in De Standaard terecht: het socialisme zal zich maar herstellen in Vlaanderen als het Vlaams is. Ik garandeer u geen succes als men de staat wil hervormen zonder de socialisten. Meer Vlaanderen moet ook toch voor de sp.a aantrekkelijk zijn, want dat betekent meer democratie.
4
Doorbraak
nr. 11 december 2007
ED: Wat is er tegen samenwerking? Ik wil even makkelijk praten met de socialisten als met Bruno Valkeniers van Vlaams Belang. Als ik op de IJzerwake ging spreken begon ik niet meteen te rillen van afschuw, zoals de zelfgeproclameerde linkse intellectuelen dat zouden verwachten. Neen, ik heb daar perfect mijn boodschap kunnen formuleren, zonder de minste inmenging. Was of ben ik het daarom met het hele IJzerwakegebeuren eens, neen toch? De sp.a is de Vlaamse trappers kwijt. Als we daar eitjes leggen, wie weet. We moeten heel Vlaanderen meekrijgen. Als het om de natie gaat, zijn we één. Zal N-VA geamuseerd zijn met die “opening”? Omwille van tweederde moeten dus alle deuren open? PDR: Dat is dan hun probleem. Ik pleit toch niet voor een travaillistische regering? Of tégen het liberalisme? We zijn “kleurenblind” binnen de Belgische context. ED: Inderdaad. Van uiterst links tot uiterst rechts, de hele waaier van de publieke opinie moeten we overtuigen van onze boodschap. En wat met de deuren naar het Vlaams Belang? PDR: Je kunt niet ontkennen dat het cordon sanitaire in de Commissie Binnenlandse Zaken niét gewerkt heeft. Blijven hopen op staatshervorming in plaats van staatsvorming, dat blijft toch ploeteren? PDR: Hoe lang nog zal CD&V vaststellen dat ze compleet strop
Ondubbelzinnig: Vlaanderen onafhankelijk In de pers (kranten, tv, radio) was er de jongste maand aandacht voor de nieuwe VVB-voorzitter en politiek secretaris van de VVB. De knip-en-plak-ploeg van De Morgen zorgde - overigens niet alleen met de titel (“Vlaamse Beweging waarschuwt zelf voor radicalisering, 7 nov) - voor verwarring en onrust over de doelstelling van de voorzitter. Defoort weet dat zijn boodschap - VVB als beweging voor onafhankelijkheid en samenwerking - in die krant niet duidelijk werd geformuleerd. Over het einddoel kan voor hem niet de minste discussie zijn: Vlaanderen moet onafhankelijk worden door samenwerking binnen Vlaanderen. In de internationale context moet het actief samenwerkingsverbanden opbouwen, uiteraard ook met onmiddellijke buren. Separatisme is geen einddoel, maar een doorgangsfase. Al in 1991 (Congres Kortrijk) gaf de VVB aan dat Vlaanderen uit het Belgische kader moest stappen en koos de Vlaamse Volksbeweging resoluut voor een onafhankelijke staat Vlaanderen (art.2). De VVB stapte hiermee uit de vroegere opties federalisme of confederalisme, maar beschouwt federale en confederale maatregelen wel als een mogelijke tussenstap naar een onafhankelijk Vlaanderen (art.4). JVdC
ED: En ook de socialisten moeten en zullen ervaren dat Vlaanderen niet volloopt met mensen die hier een sociaal kerkhof willen organiseren. In liberalisme zitten strekkingen, in het socialisme ook. Die moeten we ervan overtuigen dat het politiek bedrijf een stuk boeiender wordt als we ons - binnen Vlaanderen - ten volle kunnen bezighouden met maatschappelijke debat over markteconomie, belastingen, verplichte tewerkstelling, vergrijzing, milieuproblemen, enzomeer. Nu draaien we rondjes rond de communautaire tegenstellingen. Eerst een onafhankelijk Vlaanderen, nadien volgt een veel gezonder politiek leven.
ED: Onze politici moeten beseffen dat ze niet aan machtsverwerving doen in Patagonië, evenmin in Estonië... en ook al helemaal niet in België. In Vlaanderen is het te doen.
Eric Defoort
PDR: In een onafhankelijk Vlaanderen eindigt de politiek niet, daar begint die pas. Want het communautaire debat is een luxedebat dat na de splitsing verdwijnt. Maar de grote families leggen de lat toch laag? PDR: Dat klopt, zij hebben een kleine pizza beloofd, geen steak. Maar in de situatie waarin we nu zitten, is zelfs de bestelling van een lichte schotel weinig waarschijnlijk. ED: Het is NU dat er iets moet en kan gebeuren. Het Vlaams Kartel heeft de verdienste een debat te hebben veroorzaakt. De negativisten pareert De Wever niet ten onrechte met de boutade ‘Van verraad tot verraad gaan we naar de Vlaamse staat’.
Peter De Roover
PDR: Tegen Stevaert heb ik ooit gezegd: nog twee veldslagen verliezen en we hebben de oorlog gewonnen. We verliezen de jongste tijd geen veldslagen, we winnen er niet genoeg. We zijn altijd geneigd om te zagen en te klagen. De belgicisten hebben de jongste vijftig jaar anders wel de muren om hun bouwwerk naar beneden zien donderen. Tevreden met een stap(je) vooruit dus, arbeidsmarktbeleid bvb. ? PDR: Vooruitgang zonder Belgische recuperatie, dat moet ons doel zijn. Stappen achteruit zetten, dat kan niet. Er kan geen sprake zijn van een federale kieskring, van samenvallende verkiezingen, van ingrijpen in de Vlaamse bevoegdheden (benoeming burgemeesters, minderhedenverdrag bij voorbeeld). Het zal voor onze doelstelling niet genoeg zijn, maar het kan een belangrijke stap zijn...Ons einddoel is duidelijk en onverkort: een onafhankelijk Vlaanderen, maar dat zit nu nog niet in de pijp. We beleven nu wél een kantelmoment in de publieke opinie in Vlaanderen. Als er weer een staatshervorming doorgaat, moet die enige substantie hebben, conform de Resoluties en het Vlaams Regeerakkoord. Daar zijn afspraken gemaakt inzake arbeidsmarkt, gezondheidszorg enzomeer. Die moeten uitgevoerd. Dat is duidelijk toch? Maar sp.a krabbelde terug? Vande Lanotte (sp.a) wil geen splitsing van de gezondheidszorg? PDR: Wie terugkrabbelde tegenover de zopas genoemde afspraken, heeft daar in elk geval geen baat bij gevonden bij de verkiezingen. Integendeel.
Hoe kunnen VVB’ers zich “nuttig” maken op de weg naar onafhankelijkheid? PDR: Door zich als actieve burgers te allen kante in het maatschappelijk debat te mengen. In de opinierubrieken, in debatten, in contacten met politici, en dat alles liefst op een overtuigende manier. Laat de frustratie varen. Die overtuigt niemand. Geroep, machteloos gebrul, dat baat niet, dat schaadt. Andersdenkenden zijn de medestanders van morgen. Zo moeten we dat zien. De tijd van “voorttrekken” is voorbij, nu is het tijd voor “bijtrekken”.
STA ATSVO R M I N G
zit binnen België? En enkel kan bewegen binnen Vlaanderen? Ik durf vermoeden dat het daar keert.
ED: We moeten ophouden met preken voor bekeerden in de warme gezelligheid van het eigen nest. Dat brengt weinig op. Paters-missionarissen trokken naar andere continenten, die preekten ook niet hier. De werfkracht van ons gedachtegoed is groot, als de dragers ervan ook op andere terreinen boeiende mensen zijn: Vlaamsgezinden zijn niet de engerds van onder de kerktoren, neen, ze kunnen ook op diverse andere terreinen hun Vlaams profiel uitdragen, of ze nu industrieel zijn of maatschappelijk werker, gedreven leraar, enzomeer... De BHV-voorvechter bij uitstek, Guido Moons, werkt met autistische jongeren. Het idealisme zit overal... Vlaamse nationalisten zijn geen zonderlingen.
PDR: Onze boodschap moeten we aantrekkelijk invullen en elke vorm van verkramptheid achterwege laten, ook tegenover de nieuwe Vlamingen. Wie dat niet doet, wordt een objectief bondgenoot van de belgicisten. Reageren tegen acties als Red de Solidariteit moet kunnen, maar niet als een verzuurde pruim. En dat kan in contacten met academici, journalisten, politici, lokale mensen. ED: En het debat dat zich nu aankondigt, zal van aard veranderen. De tijd van de argumentatie voor onafhankelijkheid is stilaan voorbij. Nu wordt het tijd voor het nadenken over de tweede fase van het verhaal: de institutionele en juridische kwesties. Onze Vlaamse universiteiten, onze academici zijn weinig of niet bezig geweest met het voorbereiden van die onafhankelijkheid. Wij moeten die kringen motiveren. PDR: We schuiven op in het soort Vlaming dat we moeten gaan aanspreken. We schuiven op naar het midden, zonder dat dit een verwatering van ons onafhankelijkheidsdiscours hoeft te worden. Wij hebben geen exclusieven, links of rechts of nieuwe Vlaming, overal zitten potentiële bondgenoten. We hebben bij de VVB zes miljoen potentiële leden. ED: Een VVB voor onafhankelijkheid en samenwerking!
■ JAN VAN DE CASTEELE
december 2007 nr. 11
Doorbraak
5
WE TST R A AT
De hoogbegaafden van de politiek Verwijt “populist” handig middel om zich van ideeën te distanciëren De jongste tijd wordt er nogal wat gemorst met de woorden “populisme” en “populist”. Dat heeft natuurlijk alles te maken met het succes van Jean-Marie Dedecker. Dedecker kan men moeilijk in het extreem-rechtse verdomhoekje plaatsen, en dan vormt het verwijt “populist” een handig alternatief om zich van de man te distantiëren.
Er is al veel geleerde inkt gevloeid over de vraag wat een populist nu precies onderscheidt van een normaal politicus. Wetenschappers verwijzen daarbij vaak naar het feit dat de populist iemand is die de kant kiest van “het volk” tegen de gevestigde instellingen en de intellectuele elite. Bovendien zou het populisme worden gekenmerkt door een personencultus en een retoriek die vooral de emoties bespeelt. Populisme wordt meestal beschreven als een ziektebeeld, maar de vraag is of het hier niet gaat om een volstrekt normaal democratisch fenomeen. De anti-democratische krachten in de eerste helft van de vorige eeuw hadden het vaak smalend over de “massa-democratie”. Democratisering betekende inderdaad dat de intellectuele elite een belangrijk stuk macht moest afstaan aan de toen nog ongeletterde massa, die nauwelijks in politiek was geïnteresseerd en er weinig van af wist. In een dergelijke “massademocratie” heeft de politicus die de kunst verstaat om toch te appelleren aan de gewone man of vrouw natuurlijk een enorm competitief voordeel. Voor de meer elitaire politici van die tijd was het een echte gruwel dat ze zich dienden te verlagen tot het niveau van de man-in-de-straat, wilden ze aan de macht blijven. Termen als ‘volksmenner’, ‘demagoog’ en ‘populist’ vormen nu nog steeds het bezinksel van dit anti-democratische ressentiment. Massademocratie Vandaag hebben de meeste politici zich daarbij neergelegd. Ze besteden fortuinen aan zogenaamde media-training, waarbij ze juist leren hoe ze vonken kunnen doen overslaan naar de massa. De adviezen die ze daarbij krijgen, klinken ongeveer als volgt : “Gebruik geen moeilijke woorden, spreek steeds alsof uw toehoorder niet ouder is dan 16 jaar, want dat is het niveau van de doorsnee kiezer”, “Maak duidelijk dat u aan de kant staat van de gewone man, dat u zijn problemen begrijpt”, “Wees emotioneel en probeer authentiek over te komen, spreek vanuit de buik”, “Hamer zoveel mogelijk op dezelfde nagel, probeer, als het even kan, in elke zin twee keer de woorden ‘goed bestuur’ of ‘gratis’ te laten vallen...”. Met een beetje slechte wil zou je kunnen zeggen dat de duurbetaalde media-
6
Doorbraak
nr. 11 december 2007
trainingen eigenlijk leerscholen zijn in populisme. Maar het is in de politiek een beetje zoals in het voetbal. Als je geen talent hebt, dan mag je trainen zoveel je wil, een sterspeler word je nooit. Je kunt ze zowat op één hand tellen, de politieke natuurtalenten, die schijnbaar moeiteloos hun ideeën aan de man kunnen brengen bij de doorsnee kiezer. Het zijn in zekere zin de hoogbegaafden van de politiek. En net zoals dat bij hoogbegaafde kinderen het geval is, hebben de normaal begaafden daar zeer gemengde gevoelens over. Enerzijds is er natuurlijk een gevoel van ontzag en bewondering. De mindere goden zijn wat blij dat ze mee kunnen profiteren van een electoraal wonderkind. Maar anderzijds is er natuurlijk ook het gevoel van angst en jaloezie, dat langzamerhand de bovenhand haalt. De hoogbegaafde kinderen worden uitgestoten en gepest in de klas. In de politiek zijn de hoogbegaafden des te bedreigender omdat hun talent een bron is van macht. Zo hoort het trouwens ook in een democratie : de macht is recht evenredig met de electorale marktwaarde. Maar wie macht verwerft, doet dit altijd ten koste van iemand anders. De normaal begaafden in de partij zien met lede ogen hoe de ‘populisten’ een groot electoraal kapitaal opbouwen en op die manier de partij gaan domineren... Schizofreen Vandaar dat de partijen doorgaans een zeer ambivalente en wisselende houding aannemen tegenover de hoogbegaafden. Nu eens heet het dat je de kip met de gouden eieren toch maar beter kunt koesteren in de plaats van slachten, dan weer gaat de vrees overheersen dat die kip de gevestigde orde binnen de partij helemaal onderuit zal halen. Die schizofrene houding tegenover de supergetalenteerden vinden we overigens ook in de media. Stemmenkanonnen zijn ook kijkcijferkanonnen, en daarom worden ze met gretigheid opgevoerd in praat- en andere programma’s. ‘Populisten’ zijn immers meesters in het bespelen van de media en voelen zich als een vis in het water in de meest uiteenlopende formats. Maar het duurt meestal niet lang of in de redacties duikt de vraag op of men “zo iemand” wel een forum mag geven. Ook hier treden er dus al snel uitstotingsverschijnselen op, al wegen die nooit echt op tegen de ijzeren wet van de kijk-, lees- of luistercijfers. De ‘populisten’ blijven graag geziene gasten. Maar de journalisten zijn wel extra op hun hoede, dat spreekt. Want die massademocratie, tja, dat blijft toch maar een gevaarlijk ding.
■
Bart Maddens
WE TST R A AT
En nog eens de koning, le roi! Cordon nu al rond drie partijen Dat de koning van de staat België, in opdracht van wie dat ook moge wezen, zijn overleg paritair organiseert, is al een grote verworvenheid van de Franstaligen. De voorgeschiedenis van Albert II toont aan wie binnen die pariteit de baas is. Dat hij bij zijn politieke interventies Vlaanderen nog eens in de zak zet, door drie Vlaamsgezinde partijen uit te sluiten, kan het republikeins gevoel in Vlaanderen alleen maar aanwakkeren.
doet dat niet ‘gratuit’. Al vaker combineerde hij die tactiek met manoeuvres om “de separatisten” te elimineren.
Groen! (4 zetels) is welkom, de N-VA (5 zetels), Lijst Dedecker (5 zetels) en Vlaams Belang (17) niet. 27 van de 88 Vlaamse Volksvertegenwoordigers zijn Piet Snot voor de monarch der Belgen. Het democratisch deficit wordt door een perfide kiessysteem - ook al fijn uitgekiend door de Franstaligen - nog groter. De 27 zetels van VB, LDD en N-VA zijn bijeengekozen door meer dan 20 procent van de Belgische kiezers (een derde van de Vlaamse), maar leveren “op Belgisch niveau” amper 11,3% van de 150 kamerzetels op. Blijkbaar is het mysterieuze gedoe rond Laken ook voor specialisten nog altijd ondoorgrondelijk. Als teken van democratische openheid kan dat tellen.
Wat dat betreft, is Jean-Marie Dedecker alvast wél duidelijk: ‘Ik neem het niet dat 35 procent van de Vlaamse kiezers niet vertegenwoordigd is bij de consultaties van de koning over een kader voor de komende staatshervorming’, reageerde hij. ‘Als de koning aan politiek doet, mag hij niet discrimineren en moet hij iedereen uitnodigen.’ (BVL, 13 nov.). ‘Hij moet ofwel iedereen ofwel niemand vragen. Anders discrimineert hij. Wij zijn immers groter dan de groenen of N-VA en halen bijna evenveel stemmen als het cdH van Joëlle Milquet... Die raad van wijzen is een staatsbegrafenis voor de staatshervorming. Daar wil ik niet aan meewerken’, aldus nog Dedecker (DM, 13 nov.)
Drie specialisten, drie meningen (Marc Uyttendaele, Robert Senelle, Paul Van Orshoven). De koning, niet meer dan reservewiel en uitvoerder? ‘In plaats van zich boven het politieke gewoel te verheffen, laat Albert II zich door een paniekerig oranjeblauw gebruiken. En daarvoor oogst de vorst stank voor dank. Hij wordt gedesavoueeerd door de mensen die hij wilde helpen. Zij hebben hem als reservewiel gebruikt’, zegt Marc Uyttendaele, de man van Laurette Onkelinx (HLN, 13 nov.). De koning, de man die aan de touwtjes trekt? ‘Denkt u nu echt dat Albert eerst toelating heeft gevraagd aan Leterme? Het is de koning die de formateur de woestijn instuurt om de kamelen te verzamelen. Niet omgekeerd’, stelt dan weer prof. en grondwetspecialist Robert Senelle (HLN, 13 nov.). De koning en Leterme, één front? Senelle wordt alvast tegengesproken door prof. Van Orshoven (DM, 13 nov.): ‘Dit document heeft hij (Albert II - red.) niet zelf opgesteld, wel in samenspraak met de formateur, die zelf ongetwijfeld in samenspraak met de oranje-blauwe partijvoorzitters handelde.’
Uyttendaele
Senelle
Van Orshoven
Eliminatie Hoe dan ook, de démarche van de koning illustreert ten volle de manier van werken van het oude België, dat eenderde van de Vlaamse kiezers van het politieke schaakbord duwt. Albert II
Dat de N-VA dat ‘normaal’ zou vinden, wekt enige verbazing. ‘We treden als één kartel op’ (woordvoerder De Bruyn), klinkt de nogal zwakke reactie van N-VA. Als republikeinse partij mag men dan al ‘weten’ dat men niet erg welkom is in Laken, men zou de fierheid mogen hebben om dat aan te klagen.
Dedecker omschrijft de uitsluiting van Vlaams Belang - de grootste partij binnen zijn “35 procent” - hiermee als verwerpelijk. Terwijl heel Franstalig België (en een deel van de volgende Vlaamse pers) al weken roept om die cordon-ketting ook rond de nek van De Wever te leggen (en kort nadat BHV dan toch op de glijbaan naar de onvermijdelijke splitsing is geplaatst door voor één keer dat cordon opzij te schuiven) is het merkwaardig dat sommigen voorbijgaan aan het inzicht dat Vlaanderen het nooit zal halen als het cordon niet wordt opzijgeschoven door de “democratische” partijen. Ook wie het grondig oneens is met een aantal programmapunten van het Belang, zou dat strategisch inzicht kunnen laten voorgaan op ergernis en frustratie over de politiek soms even onverstandige uitspraken en de onhandige politieke spelletjes van Dewinter en co. Moeten we nu intriest zijn over het politieke inzicht van Albert II? Misschien niet, hij heeft er klaarblijkelijk toch te weinig. Bart Maddens vat het mooi samen in zijn opiniestuk “De koning is meer splijtzwam dan bindteken” (DM, 13 nov.): ‘Dat de Franstaligen de monarchie zo innig omhelzen, komt natuurlijk omdat ze daarin een garantie zien voor het voortbestaan van België en de materiële voordelen die daaruit voortvloeien... De koning sluit de facto nauwer aan bij de Franstalige dan bij de Vlaamse publieke opinie...en zijn interventies hebben de controverse eerder aangewakkerd dan getemperd’. Maar om een voorlopig nog onbegrijpelijke reden blijft de machine van CD&V aanmodderen binnen het “Belgische” kader, terwijl Leterme met volle zekerheid voor lange tijd de koning van Vlaanderen had kunnen zijn. Een keuze waar men misschien nog spijt zal van krijgen, tenzij men - moegetergd - toch wakker wordt. JVdC december 2007 nr. 11
Doorbraak
7
ECO N O M I E
Academici benen bij in regionaliseringsdebat Meer regionale verantwoordelijkheid, maar doorgedreven autonomie? Er was een tijd dat de academische wereld het voortouw nam in het regionaliseringsdebat. Velen herinneren zich nog de baanbrekende studies in de jaren tachtig van de Leuvense economen over de transfers, of de voorstellen in de jaren negentig van hun collega’s juristen inzake een Vlaamse sociale zekerheid. Anno 2007 loopt de academische wereld achter in het debat. Die achterstand werd de jongste tijd wel wat goedgemaakt, met onderbouwde pleidooien voor meer regionale verantwoordelijkheid.
D
e academische wereld mengde zich recent (oktober) zeer uitdrukkelijk in het debat over de sociaal-economische dossiers van de staatshervorming, die veruit het zwaarst wegen in de huidige (Vlaamse) agenda. De Leuvense economiefaculteit organiseerde een internationaal colloquium over fiscaal federalisme, met bijzondere focus op de Belgische casus. Het Antwerpse Centrum voor Sociaal Beleid (CSB) van zijn kant verzamelde een groep academici rond “sociaal federalisme”, met topics als de regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid en het sociaal overleg, de defederalisering van de gezondheidszorgen.
Leuvense economen: financieringsstelsel vormt één grote armoedeval
Sociaal federalisme Op initiatief van professor Bea Cantillon, directeur van het Centrum voor Sociaal Beleid (CSB), pakte een groep Vlaamse en Franstalige academici op een colloquium uit met een gemeenschappelijk platform rond “sociaal federalisme”. Daarin wordt de klemtoon gelegd op een responsabilisering van de gemeenschappen of gewesten, in respectievelijk de gezondheidszorgen en het arbeidsmarktbeleid. Enige terughoudendheid wordt geformuleerd ten opzichte van belangrijke bevoegdheidsoverdrachten, onder meer uit vrees voor het doorbreken van de solidariteit tussen de regio’s maar ook omdat het nut daarvan betwijfeld wordt. De voordelen van overheveling van bevoegdheden in termen van beleidshomogeniteit Bea Cantillon (UA): komen in hun analyse echter amper Responsabilisering en aan bod. Anders gezegd: de kostprijs ‘betrokkenheid’ van overleg, afstemming, coördinatie deelgebieden kan door gedeelde bevoegdheden tussen volstaan federaal en regionaal niveau wordt amper in rekening gebracht. (2)
Om de vraag naar meer fiscale autonomie voor de gewesten en gemeenschappen te ondersteunen, kropen de Leuvense economieprofessoren Dirk Heremans en Theo Peeters nog eens in hun pen. Zij trekken al sinds de jaren tachtig mee de kar van een grotere regionale autonomie. Ditmaal kregen ze bijkomende steun van Koen Algoed, een jonge economieprof aan het Brusselse Vlekho (thans onder één dak met Ehsal en KUB) en gewezen directeur van de studiedienst van CD&V.
Bovendien is verre van duidelijk of de groep op één lijn zit. Professor Paul Van Rompuy (KUL) stelt inzake werkloosheid voor om de gewesten volledig financieel verantwoordelijk te maken voor de uitkeringen aan langdurig werklozen (plus 2 jaar) en volledig bevoegd te maken voor het activeringsbeleid naar die groep. Zijn Franstalige collega Bruno Van der Linden (UCL) gaat veel minder ver, en beperkt zich tot een bonusmalusstelsel, dat hopeloos complex en ondoorzichtig is en bovendien de facto Wallonië nog eens een bonus geeft voor zijn huidige hoge werkloosheid.
Het economentrio maakt in zijn analyse nogmaals duidelijk dat de fiscale autonomie van de deelgebieden in België zeer beperkt is: 80% van de midDirk Heremans (Leuven): delen van gewesten en gemeenschappen samen zijn dotaties, slechts 20% ‘Meer fiscale eigen belastingen. Bovendien leidt het autonomie nodig’ financieringsstelsel nog steeds tot een inkomensparadox, waarbij de rijkste deelstaat relatief (per inwoner) de minste middelen krijgt en vice versa. Dit geldt zowel voor de gemeenschappen als de gewesten. Nog erger is dat het arme gewest - Wallonië maar ook Brussel - financieel bestraft wordt indien het zijn fiscale draagkracht ziet toenemen, omdat het dan minder geniet van de solidariteitstussenkomst. Kortom, het financieringsstelsel vormt één grote armoedeval.
Wat verder het voorstel van Cantillon inzake gezondheidszorgen betreft, blijft zeer onduidelijk wat ze bedoelt met “betrokkenheid” van de deelgebieden bij het federaal beleid. De grote vrees hierbij is dat het ofwel om puur formalisme gaat, dat slechts marginaal weegt op het beleid en vooral zorgt voor langere procedures, ofwel dat de deelgebieden wel degelijk zeggenschap krijgen maar er nog steeds een consensus moet worden bereikt tussen deelgebieden en de federale overheid en dit enkel leidt tot blokkeringen en vertragingen.
Heremans, Peeters en Algoed bepleiten dan ook een verruiming van de fiscale autonomie van de deelstaten en het herzien van de huidige perverse vorm van solidariteit. Op het Leuvense 8
colloquium gaf hun collega-jurist Axel Haelterman alvast aan hoe de regionale autonomie in de vennootschapsbelasting kan worden georganiseerd, zonder veel complicaties. Beide referaten werden bijzonder in dank afgenomen door de Vlaamse oranje-blauwe regeringsonderhandelaars. (1)
Doorbraak
nr. 11 december 2007
■
Jan Van Doren
(1) Referaat Algoed, Heremans, Peeters: http://www.econ.kuleuven.be/fetew/pdf_publicaties/10284.pdf Referaat prof. Haelterman: http://www.steunpuntfb.be/publicaties/Corporate_Income_tax_regionalisation.PDF (2) Voor de referaten, zie http://webhost.ua.ac.be/csb
VRIJE TRIBUNE
Onafhankelijkheid moet én kan
G
elijk krijgen is een drankje dat soms bitter kan smaken. Dat mocht ik bijvoorbeeld ondervinden bij de laatste verkiezingen. Zelfoverschatting - zo bleek - is meestal een slechte raadgever in de politiek. Maar (gedane zaken nemen geen keer) ik wil hier niet over het verleden spreken. Immers: gelijk krijgen kan ook zeer zoet smaken. Dat mocht ik sinds diezelfde verkiezingen dan weer ondervinden in nagenoeg heel de formatie van Yves Leterme. Die bewijst namelijk - zelfs vroeger dan ik had verwacht - dat het steeds moeilijker zal worden om nog een federale Belgische regering te vormen.
Het was in 1990 dat ik een congres organiseerde waarvoor in het partijbestuur de werktitel “Onafhankelijkheid kàn” werd gehanteerd. In verschillende werkgroepen toonden wij aan hoe de monetaire overgang (er was toen nog geen euro) probleemloos kon verlopen, hoe de rechtsorde probleemloos kon overgedragen worden, hoe de staatsschuld moest verdeeld worden en hoe belastingen en sociale zekerheid zouden functioneren tijdens en na zo’n transitie.
Verhofstadt ligt aan de basis van Letermes moeilijkheden want Franstaligen zijn verslaafd geraakt aan het status-quo
Tijdens de voorbereidingen merkte Karel Dillen op dat de radicale vleugel zeker niet mocht denken dat onafhankelijkheid slechts wenselijk was indien bewezen zou kunnen worden dat er zich geen praktische problemen zouden stellen en dus veranderden we de titel in “Onafhankelijkheid moet èn kan”. De zaal van het nationaal congres werd geheel gevuld met 200 aanwezigen en tegen de avond was het Belgisch koninkrijk verrijkt met de eerste in het parlement vertegenwoor-
digde partij die van plan was om de 21ste eeuw tegemoet te treden met een programma waarvan het belangrijkste credo de ontbinding was van de Belgische Unie en de stichting van een Onafhankelijk Vlaanderen. De geschiedenis was er rijp voor. Ook de VVB sloeg die richting in. De staatshervorming van 1988, met het rampzalige prijskaartje van een Brussels gewest, had diepe wonden geslagen. Een radicalisering was onvermijdelijk. Het laatste hoofdstuk van de Volksunie vatte aan.
desiderata en deemsterde weg in een bijwijlen kinderachtig neo-Belgicisme. Eerste minister willen worden betekent bereid zijn om zichzelf - zoals CVP en nadien VLD - kapot te regeren want daarvoor moet het democratisch gegeven van de wens der Vlaamse kiezers gefnuikt worden. Verhofstadt ligt aan de basis van Letermes moeilijkheden want Franstaligen zijn verslaafd geraakt aan het status-quo. De CD&V krijgt de boel niet meer in gang. En de vraag rijst in hoeverre ze nog echt wil.
Tsjechen en Slovaken In die tijd, nauwelijks enkele jaren na de scheiding van de republiek Tsjecho-Slowakije, voerde ik een partijdelegatie aan die zowel in Praag als Bratislava door nagenoeg alle politieke partijen werd ontvangen. We leerden er dat het federale model op een goede dag was vastgelopen, omdat door uiteen wijkende publieke opinies, na verkiezingen de vorming van een federale regering onmogelijk was geworden. Met een federale wet van amper vier bladzijden werd het land vreedzaam gesplitst en aldus uit de impasse gehaald.
Slechts figuren die niets te verliezen hebben zoals Dehaene of Eyskens grijpen terug naar de vroegere rol die de CVP speelde. De jongeren hebben echter een woestijntocht achter zich die gekenmerkt werd door liberale beschimpingen over de tijd toen de CVP het landsbestuur stutte.
Op een gegeven ogenblik loopt een kunstmatig staatsverband vast. Het moge een wijze les zijn. En Karel Dillen had gelijk. Het is niet alleen zo dat onafhankelijkheid kàn, dat - behoudens Brussel - de meeste problemen vrij eenvoudig oplosbaar zijn. Het moèt ook. Participeren aan (de constructie van) Belgische regeringen kost minstens veel tijd en energie en ondertussen krijgt Vlaanderen niet waar het nood aan heeft en ook recht op heeft. Deze formatie heeft ook voor iedereen nu duidelijk gemaakt dat autonomie verwerven in zaken die nochtans voor Vlaamse mensen dringend en essentieel zijn, schier onmogelijk is geworden. De veel te moeizame en onvoldoende stappen en vooral de veel te trage timing van dit proces van staatshervorming tonen aan dat men tegen de Vlaamse kiezers moet ingaan om België te kunnen besturen. Vlot Belgische regeringen vormen was het handelsmerk van Verhofstadt. Wel legde hij het Vlaamse autonomie-proces stil, plooide naar Franstalige
Ze zijn bespot en in zekere zin vernederd tijdens die acht jaar paars. Onderweg kregen ze een lang mes tot aan het lemmet in de rug geploft vanwege de cdH bij de Lambermont- manoeuvres. Een zekere verbittering kenmerkt de CD&V. Ze is langs alle kanten verraden. En ze heeft zich slechts uit het dal kunnen trekken, niet door de oude recepten van “tot iedere prijs het land redden” boven te halen, maar door verandering en Vlaamse autonomie te beloven. Ze hebben niet te veel beloofd, zoals Yves Desmet en co staan te roepen, maar absoluut te weinig. Zelfs dat weinige wordt echter niet meer begrepen, niet meer aanvaard. Daarom zouden Vlaamse politici beter de Vlaamse onafhankelijkheid hanteren. Het zou voor Vlaanderen levensnoodzakelijke tijdswinst betekenen in sociaal economisch turbulente wateren.
■
Gerolf Annemans
Volksvertegenwoordiger Vlaams Belang
december 2007 nr. 11
Doorbraak
9
VRIJE TRIBUNE
Wilde Albert wijzer worden
I
k ben nooit flamingant geweest en niet van zin het ooit te worden. Toch moet ik vaststellen dat Bart De Wever vandaag de erfzonde aan het herstellen is die het Vlaams-nationalisme sinds de Eerste Wereldoorlog verziekt: verslaafdheid aan het platonische concept ‘Vlaenderen’. Dat is uitgelopen op de dwaasheid van de Bormsverkiezing van 1928, het verwerpen van de amnestie onder beperkende voorwaarden in 1936, de tweede collaboratie (weer ingezet door Borms), de weigering om in de tweede amnestie-eis het onderscheid te maken tussen misleide idealisten, kruimelcollaborateurs en oorlogsmisdadigers.
Bart De Wever lijkt mij nu de eerste consequente Vlaams-nationalist die politiek bedrijft met zijn voeten op de grond, omdat de kern van zijn denken niet platonisch is maar neoconservatief. Een neoconservatief is een linkse die de werkelijkheid is tegengekomen, en dus respect krijgt voor het organisch gegroeide. Daarom accepteert De Wever een mogelijke crisis van het Belgische regime als die onvermijdelijk is maar niet eerder, zonder er echt op aan te sturen. Wat hij zoekt, is geen chauvinistisch volksnationalisme, maar doodeenvoudige subsidiariteit, een basisprincipe van de Europese Unie: los de problemen op, op het niveau waar ze zich stellen. Dit wordt niet verhinderd door het Franstalige “volk”, maar door de Belgische elite, Frans- én Nederlandstalig. Oplossing Er zijn twee manieren om dat probleem op te lossen: of het Vlaamse parlement verklaart zich revolutionair tot Constituante. Of in Wallonië implodeert de particratie. Voor de constituante is het radicalisme niet groot genoeg, al hoorde ik een gematigde CD&V’er als Luc Martens op
Kanaal Z wel al verklaren dat men misschien buiten de wet zal moeten treden. Ook de implosie in Wallonië is voorlopig onmogelijk omdat de aandacht van de publieke opinie niet gefocust raakt op het fout functioneren van het Waalse gewest, dat zich gedraagt (in de termen van Mark Grammens) als een verwende ‘entretenu’, een verarmde telg die door een welstellende familie wordt onderhouden. Daarom is de stemming rond BHV zo belangrijk geweest. Zij heeft de psychologische factor opgeheven die de implosie van de Etat PS tegenhoudt. Het Di Rupo-isme steunde op blufpoker: ze durven niet! Nu hebben ze wel gedurfd, en stort het politieke project van de PS in elkaar. Uiteraard wekt dit aanvankelijk kreten los van ‘fascisme!’ en opmerkelijk is hoe de Vlaamse pers daarin is meegegaan. Hij bejammert de geschoffeerde Franstaligen en verwijt de CD&V - die consequent is gebleven - haar bochtenwerk. In werkelijkheid woedt de machtstrijd tussen l’ancien CVP (Dehaene / Van Rompuy) en le nouveau CD&V (Leterme / Vandeurzen). Al twee keer heeft l’ancien CVP de krokodillenmentaliteit willen herstellen. Eerst in de informatieopdracht van Dehaene die op een zondagnamiddag eindigde in de grootste verwarring. Vervolgens in de verkennersopdracht van Van Rompuy die de knoop leek te hebben ontward, maar door Vandeurzen uit zijn onderhandelingsploeg werd verwijderd. Omdat Leterme in krokodillenlogica een ongeleid projectiel wordt, legde de elite - die ons in de periode na 1978 opgezadeld heeft met een onwerkbare staatstructuur - haar laatste troef op tafel, zij heeft de kroon ontbloot. Dat veroorzaakte 24 uur verwarring, maar had niet het verhoopte resultaat. Het gevolg is de wanhoop die verwoord werd door Louis Tobback ‘het werk van al die jaren wordt kapotgemaakt!’ en Frank Vandenbroucke ‘De Wever maakt
de Vlaamse beweging kapot!’ De Morgen blijkt plots de meest staatsbehoudende krant te zijn en Yves Desmet wordt specialist in het verzinnen van complottheorieën die de liberalen uit de wind zetten. Mais rien ne va plus. Prognose Daarom waag ik mij vandaag - dinsdagmiddag 13 november - aan een prognose. De PS bereidt, via schijnmanoeuvres, zijn bocht voor en zal Brussel laten vallen, zodat Didier Reynders eindigt met miserie op tafel en Olivier Maingain op zijn schoot. In het Franstalige parlement was er al een heftige woordenwisseling, in MR is er ruzie tussen Maingain en Deprez en zelfs Mie Vogels dreigt Javeau af dat zij niet zal dulden dat Ecolo toetreedt tot een Franstalig Front. Het besef groeit dat Wallonië bij een corridor naar Brussel niets te winnen heeft, maar goede betrekkingen met Vlaanderen wél nodig heeft. Indien dit zo verder gaat, dan wordt de splitsing van België overbodig, en zal ons land opnieuw een proeftuin zijn geweest om het tot nu toe onoplosbare probleem van de Europese Unie op te lossen, de verhouding tussen solidariteit en subsidiariteit, dat Dehaene heeft proberen te verstikken in een even onwerkbare grondwet als de staatshervorming die hij bij ons heeft ineengetimmerd. Eerst zal er nog wat theater nodig zijn. Mogelijk wordt Albert daardoor wijzer, en willen wij Albert weer. Dan zal het Bart De Wever zijn geweest die de broodwinning van Saksen Coburg heeft gered, en worden de vreugdevolle hereniging met Oranje en le Retour à la Grande Patrie nog even op de lange baan geschoven.
■
Eddy Daniëls (publicist) Foto: Jan Locus
10
Doorbraak
nr. 11 december 2007
gerust over de manier waarop men de grenzen opent. Ik ben van mening dat we eerder de werkloze Belgen in Wallonië en Brussel moeten helpen en dat we diegenen die geen werk hebben, een betere kans zouden moeten geven om een job te vinden, onder meer in Vlaanderen waar er nood is aan arbeidskrachten’. ‘In plaats van onze werklozen een job te bezorgen, gaan we arbeidskrachten zoeken in het buitenland en verlagen we zo de druk voor de bedrijven, onder meer wat opleiding betreft’, zei ook Onkelinx. (Belga, 9 nov.)
Eigen regularisaties eerst
Er zouden belangrijke verschillen zijn tussen de Nederlandse en de Franse tekst van het akkoord dat oranje-blauw bereikt heeft over immigratie, schreef Le Soir. De verschillen werden duidelijk tijdens een samenkomst van mensen zonder papieren. De versies verschillen op vlak van de lange regularisatieprocedure en de voorrang voor mensen zonder papieren die uitzicht hebben op werk. De Nederlandse tekst zou veel strenger zijn dan diegene die de cdH bekend maakte daags na het bereiken van het akkoord. De tekst die nu op tafel ligt, is wel nog niet definitief. Hij moet nog een derde lezing ondergaan.
Zal Groen! het nooit leren?
Mieke Vogels is terug. Haar oude desinteresse voor Vlaanderen ook. Ze had als Groen!-voorzitter eindelijk de deuren kunnen openzetten naar het hedendaagse Vlaanderen, dat zeker groen mag zijn, maar niet idioot. Nu ze zich weer aangesproken voelt door de Grote Vorst, kraamt ze weer droeve taal uit. ‘Op lange termijn moeten we naar een oplossing zoeken via de vraag hoe we deze Belgische federatie kunnen ombouwen naar een samenleving waar er “solidariteit” kan zijn tussen Vlamingen en Walen. Een staatshervorming moet hieraan gestalte geven’. Let op de woordkeuze: “... een samenleving waar er solidariteit “kan” zijn...’ Die is er dus vandaag niet? Weg transfers? Groen wil voorts praten over de toekomst van ons land, maar wil ook ‘maatregelen die de cohesie opnieuw versterken, zoals de federale kieskring’, aldus nog Vogels. Nog een supporter dus voor het voorstel van het establishment (geformuleerd door de Pavia-proffen). Vermoedelijk probeert ze Luckas Vander Taelen (ook al Belgisch Groen!) in scherpzinnigheid te overtreffen. Kritische vragen (efficiëntie, transparantie, duur, opbouwen van eigen verantwoordelijkheid) worden door die groene ikonen telkens weer onder de mat geveegd. Als dat blijft duren, zal Groen! op Vlaams niveau door de Vlaamse kiezer in 2009 onder de mat worden geveegd. Jammer.
Vrijspraak Unitair België Het was vader Eyskens die, als ik me niet vergis, bij de eerste staatshervorming van 1970, verklaarde dat het unitaire België dood en begraven is. Sedertdien kwam er nog heel wat Vlaanderen bij, maar de België-aanhangers verweren zich als duivels in een wijvatervat. Op 7 november 2007 herrees het dood gewaande unitaire België heel even. Een kamercommissie stemde over een wetsvoorstel, waarbij gewoon de koppen werden geteld, zonder eerst een akkoord af te sluiten tussen de twee samenstellende delen. De meerderheid won. Zoals in unitaire landen. Maar België is niet meer unitair en dus gooien de verliezers meteen alle wapens in de strijd. Die gaan niet uit van het bestaan van 10 miljoen Belgen, maar van twee taalgemeenschappen. De Franstaligen willen de splitsing van Brussel-HalleVilvoorde afremmen met alarmbellen en belangenconflicten, instrumenten die fundamenteel uitgaan van de tweeledigheid. Dat ze na de stemming nog pijlen op hun boog hebben, is te danken aan het feit dat het unitaire België ten dele werd ontmanteld. Ze noemen de stemming in de kamercommissie een aanfluiting van de democratie. Vreemd, want het vormt de kern van de democratie dat de meerderheid mag beslissen. ‘Met respect voor de minderheid’, luidt het bij figuren die zich graag nu en dan verheven voordoen. Waarom hebben ze paars niet teruggefloten toen bijvoorbeeld de ethische wetten werden goedgekeurd, tegen de conservatieve minderheid in. Toen mocht de meerderheid blijkbaar wel beslissen zonder rekening te houden met Marc Hooghe de minderheid, zonder het verwijt te krijgen zich te buiten te gaan aan “bruut machtsvertoon” (dixit politoloog Hooghe in De Standaard in de zaak BHV). Hooghe vond 7 november geen hoogdag voor de democratie. Dan gaat Hooghe niet uit van 10 miljoen Belgen, maar van twee groepen met veto-recht. Dat veto-recht is in België een uiting van hogere democratische beschaving. In Europa klinkt het heel anders. Daar moet meer bij meerderheid beslist worden, vinden zowat alle Belgische politologen. Het veto-recht moet daar verdwijnen, want ondemocratisch. Maar in België is beslissen bij meerderheid ondemocratisch. Omdat men in Europa de confederale gedachte afwijst en mensen als Hooghe of de Franstaligen daar in België juist van uitgaan, als het hen goed uitkomt tenminste. Tja, vasthouden aan België betekent natuurlijk wel kiezen voor een land waar de Franstaligen een minderheid vormen. Als de Franstaligen daar een probleem mee hebben, bestaat er een alternatief. De boel opsplitsen. Dan vormen ze in Wallonië een enorme meerderheid die zelf de wet kan opleggen. Dan kunnen de Vlamingen nooit meer hun wil opleggen aan de Walen. Maar de vroede vaderen van de Belgische constructie kozen voor een andere weg, die van het veto-recht dat maakt dat een meerderheid geen meerderheid meer kan zijn. Dat men die confederale weg dan ook consequent volgt en niet alleen wanneer dat goed uitkomt voor de Franstaligen.
■ PETER D E ROOVER
december 2007 nr. 11
Doorbraak
11
BU I T EN L A N D
Hoe Pakistan een islamitisch monster van Frankenstein baarde Noodtoestand is koren op de molen van de islamfundamentalisten ginnen af te zetten, zoals de bestorming van de Rode Moskee in juli 2007 aantoonde. Maar die steun zou meer te maken hebben gehad met geopolitieke belangen dan met ideologische sympathie.
De revolte in Myanmar (Birma) drukte ons met de neus op de feiten: in vele ontwikkelingslanden en drempellanden trekken de militairen nog aan de touwtjes. Maar in een wereld waarin de grenzen vervagen, komt het meer en meer tot botsingen tussen de geüniformeerde machthebbers en de ontluikende krachten van de democratie. In Turkije zien we hoe de politieke islam de generaals via het stemhokje in het nauw drijft. In Myanmar moet er echter nog veel bloed vloeien vooraleer de democratie er ooit de bovenhand haalt. En hoe zit het in Pakistan waar generaal Pervez Musharraf, die in oktober 1999 een staatsgreep pleegde, zich enkele weken geleden liet herverkiezen als president. Noodtoestand Uit vrees voor de nakende uitspraak van het Opperste Gerechtshof dat hij niet tegelijk president en opperbevelhebber van het leger zou kunnen zijn, riep Musharraf begin november 2007 de noodtoestand uit. Zogezegd om de strijd tegen het islamistisch terrorisme te kunnen opvoeren. De president-in-uniform is de man van “order and law”, een bondgenoot van het Westen, meer bepaald van Amerika. Na 11 september haalden de VS de banden weer aan met het militaire regime in Islamabad. Pakistan diende de Amerikanen als een platform om de Taliban in Afghanistan van de macht te verdrijven. Toch lijken Westerse waarden er niet goed te gedijen. Staat Pakistan niet aangeschreven als “broeihaard van moslimterrorisme” en “de hel op aarde voor de vrouw” zoals de Nederlandse journaliste Betsy Udink schrijft? Wat is de rol van de militairen in het krachtenspel van democratie, secularisme, moslimfundamentalisme? Toen de Indiërs in 1947 het koloniale juk van de Britten van zich afwierpen, creëerden ze India en Pakistan als het respectievelijke thuisland voor overwegend hindoes en moslims. India trok vooral de ambtenaren naar zich toe, terwijl Pakistan de bestemming werd van vooral de islamitische officieren van het Brits-Indiase leger. 12
Doorbraak
nr. 11 december 2007
Pakistan, de belichaming van de idee van de moslimnatie, kwam zo in de greep van een officierenkorps dat zichzelf als de voorhoede van de modernisering beschouwde. Het is geen toeval dat Pervez Musharraf bewondering koestert voor Mustafa Kemal Atatürk, die Turkije de moderne tijd binnenloodste. De rol van het leger in Pakistan is echter omstreden. Het Westen ziet Musharraf als een bolwerk tegen het islamfundamentalisme, ook al vragen Westerse politici zich af of hij wel genoeg onderneemt tegen de Taliban die zich schuilhouden in het grensgebied met Afghanistan. Verschillende politicologen gaan nog verder in hun kritiek: door de islamfundamentalisten overdreven als een bedreiging af te schilderen zou Musharraf zich in de ogen van het Westen als onmisbaar willen voordoen. Indien de democratie vrij spel had, zou echter moeten blijken dat de politieke islam niet zoveel voorstelt. Onvoldoende in ieder geval om de macht over te nemen. De keuze zou dus niet zijn tussen militairen en moslimfundamentalisten, maar tussen militair regime en democratie. Bovendien zouden het leger en de geheime dienst ISI geïnfiltreerd zijn door islamitische ijveraars. Dat islamisten het via hun tentakels in militaire kringen voor het zeggen zouden krijgen in de atoommacht Pakistan, is de grootst denkbare nachtmerrie voor het Westen. Het klopt dat de militairen de fundamentalisten in Afghanistan ondersteunden, toen die nog streden tegen de Sovjetbezetting, en hen in Kasjmir als stoottroepen gebruikten tegen de Indiase erfvijand. Zo zouden ze een islamitische Frankenstein hebben gebaard waartegen ze zich nu meer en meer be-
De Pakistaanse militairen wilden zich volgens Sameer Latwani indekken voor het geval dat Amerika zijn handen aftrekt van Islamabad. Ze vrezen ook de omsingeling door India dat eventueel zijn van oudsher goede relaties met Afghanistan zou kunnen opnemen, mocht de rust in dat land weerkeren. Amerikaanse politicologen zoals Daniel Markey dringen er bij hun overheid op aan niet al te hard van leer te trekken tegen het militaire regime in Pakistan omdat dit contraproductief zou werken en de groeiende kloof tussen militairen en moslimfundamentalisten weer zou kunPervez Musharraf nen dichten. Tegelijkertijd moet de tere plant van de democratie verder worden besproeid met Westerse hulp van financiële en logistieke aard. Maar de uitroeping van de noodtoestand zelf is koren op de molen van de islamfundamentalisten. Musharraf, de “duivel” in hun ogen omdat hij pacteert met de VS, openbaart daarmee zijn machteloosheid. Hij strijdt nu aan twee fronten tegelijk, tegen de monddood gemaakte, maar nog weerbare oppositie, en tegen de dsjihadisten. In bepaalde streken van Pakistan, vooral aan de grens met Afghanistan, lijden zijn soldaten sowieso al zware verliezen in gevechten met islamitische militanten. Waziristan en Swat ontglippen de controle van het centrale gezag en worden uitvalsbasis van het moslimterrorisme. Als Pakistan uiteenvalt, profiteren niet de verschillende etnies daarvan, maar wel de strijders van de “heilige oorlog”. ■ DIRK ROCHTUS is docent internationale politiek aan de Lessius Hogeschool Antwerpen en de UA
BOEK E N
In de naam van Vlaanderen Vorige maand publiceerde het Davidsfonds het essay In de naam van Vlaanderen . Vic De Donder vertelt ‘een historie van Vlaanderen, van de 8ste tot de 21ste eeuw’. Zijn schrijfpad loopt langs de namen die het gebied Vlaanderen in de loop van de eeuwen kreeg. En langs de geografische, demografische, culturele en economische context waarin dit gebeurde. Veel lezers van dit blad zullen met plezier kennismaken met dit boek. Het bevat weinig nieuwe invalshoeken, geen grote historische theorieën, geen voetnoten of uitgebreid bronnenapparaat en is niet geschreven als historische vernieuwend werk. Maar het is een vogelvlucht boven de Vlaamse geschiedenis, die veel herinneringen aan geschiedenislessen en vroegere lectuur zal oproepen. Het boek is gebaseerd op gekend bronnenmateriaal, van Van Caeneghem tot Van Werveke, van Platel tot Ruys, van Reynebau tot Van Istendael, van Wils tot Witte. De Donder heeft een goeie pen en maakt toegankelijke portretten van tijdvakken onder hoofdstuktitels als Verzopen land, Gouw, Graafschap, Leen, Vaderland, Kroondomein, Goede steden om dan via de al even bekende Bourgondische, Spaanse en Franse tijd te eindigen met de hoofdstukjes Vlaamse Beweging, Flamenpolitik en Vlaamse Gemeenschap. Wanneer duikt de eerste keer de naam Vlaanderen (‘in Flandris’) op en waarnaar verwijst hij? Hoe zat dat nu weer met dat leen, dat gouw, graafschap, vaderland, kroondomein werd? Tot waar liepen de grenzen in de verschillende eeuwen, en omvatten ze vandaag wel al
wie zich Vlaming noemt? Zijn conclusie is duidelijk: Vlaanderen is dynamisch en veranderlijk, en zal dat ook blijven. De evolutie zal niet stilvallen. Tot 1830 blijven Brabant en Limburg dan ook buiten beschouwing. Het Vlaanderen van vandaag naar het verleden projecteren heeft geen zin, maar De Donder ontkent geenszins de Vlaamse identiteit, maar dan ook als dynamisch concept. Natuurlijk heeft De Donder gelijk als hij het begrip Vlaanderen relativeert, maar dat kan men bij veel andere nationale geschiedschrijving evengoed beweren. De Standaard- journalist schrijft voor een krant die zijn geschiedenis ook niet goed kent, België bestaat pas 177 jaar en De Standaard presteerde het om een boek over “600 jaar Belgische schilderkunst” te promoten.
deratie komen. Van een uitbreiding van Brussel kan geen sprake zijn. En tot slot moeten de Vlamingen alvast ‘een project’, een ‘toekomstvisie’ uittekenen. ‘Het streven naar onafhankelijkheid is legitiem’. Zoals een luisteraar schreef op de VRT-website in de polemiek over het boek van De Donder: Vlaanderen is inderdaad een artificiële constructie en België is dat nog veel meer. De verkiezingsuitslagen tonen duidelijk aan welke constructie de Vlamingen prefereren. Vic De Donder (1939) is geen historicus, en dat merk je, maar wel een goed schrijver (hij studeerde wijsbegeerte aan de RUG, was cultuurredacteur van De Standaard en Het Nieuwsblad). Verwierf vooral bekendheid met zijn boek over het internaatsleven “Kom eens naar mijn kamer”. Hij publiceerde essays, reisgidsen en historische documentaires.
In zijn naschrift heeft De Donder het over onafhankelijkheid (‘nooit een optie geweest’) en zelfbeschikking, over het al bij al beperkt aantal bezettingen, over de eeuwigdurende Franse aspiraties. Hij eindigt zelfs met passages over De RTBf-documentaire over de splitsing (‘een regelrechte karikatuur’), het Warandemanifest waarvan hij een aantal conclusies overneemt. Actueel is de verwijzing naar de interventies van Albert II (‘Het begint er steeds meer op te lijken dat het koningshuis zijn rol van bindmiddel aan het verspelen is’). ‘Komt de staatshervorming er niet, dan staat België op barsten’, weet De Donder. ‘Strikt genomen heeft België - zeker in de EU - geen bestaansreden meer. Maar zelfs in dit scenario (‘de naam zal Vlaanderen zijn, en de inwoners zullen Vlamingen heten’) kan er een confe-
In de Vlaamse pers kreeg het jongste boek van De Donder nauwelijks aandacht.
sten, oplage en marketingstrategieën, reclame, distributie. Ook recente tendensen worden uitvoerig behandeld (onlinedagbladen, tabloïdisering, steun aan de dagbladpers). De auteurs hebben het over ‘journalist zijn in België’ en over de toekomst van het dagblad in het digitale tijdperk. In een tweede deel lichten ze de persgroepen door (Corelio, De Persgroep, Concentra, Rossel, IPM en de Waalse dagbladpers).
29,1%. In volle Stevaert-tijd won de sp.a aan populariteit (van 29,8% naar 41,7%). Het aantal VLD-gezinde journalisten bleef schommelen rond de 22-23%. De rest van de strekkingen kwam in het verhaal niet voor (CVP en CD&V ongeveer 8%, VU-ID en N-VA ongeveer 9%, Vlaams Belang scoorde amper 1,7 en 2,7%. In 2003 noemde 77,3% van de journalisten zich veeleer progressief.
Vic De Donder In de naam van Vlaanderen. Een historie (8ste-21ste eeuw) Davidsfonds 208 blz € 24,95 isbn 978-90-5826-498-5
De pers in België “De pers in België” is de derde editie van het standaardwerk over de Belgische dagbladpers van Els De Bens en Karin Raeymaeckers. Een knoet van een werk, een draaikolk van informatie, gericht op het journalistiek veld zelf en op al wie met de media en communicatie in contact komt. Maar om evidente redenen geen boterham voor het brede publiek. De auteurs behandelen in een turf van 504 bladzijden - het verhaal van de Belgische dagbladpers gisteren, vandaag en morgen - de trends en uitdagingen binnen de Belgische dagbladmarkt (deel 1) en geven een overzicht van de persgroepen (deel 2). Zowat elk mogelijk onderwerp komt aan bod: een historische terugblik vanaf het ancien régime, de concentratie na WOII, een analyse van kosten en inkom-
Op blz. 220 lezen we dat het politiek-ideologisch profiel van de journalisten vooral links is. We hebben die cijfers al eerder gepubliceerd in Doorbraak. Het meest recente onderzoek dateert van 2003, toen gevraagd werd naar stemgedrag in 1999 en kiesintenties in 2003 (federale verkiezingen). Het groene profiel was tussen beide data drastisch gekrompen van 49,2% tot
Els De Bens en Karin Raeymaeckers De pers in België Lannoo Campus 504 blz € 44,95 isbn 978 90 209 6250 5
december 2007 nr. 11
Doorbraak
13
KAMIKAZE
Het orakel van Laken
Z
ijne majesteit heeft gesproken. Kort en krachtig. Middels een soort vooruitgeschoven kerstboodschap. De hoogste tijd om in te grijpen vonden ze ten paleize. Want ‘les Flamands’ waren te ver gegaan. Finaal opgejut door het getreiter van een zekere Maingain, hadden ze collectief een vermanende vinger opgestoken en zodoende, kennelijk tot hun eigen verbazing, eenzijdig de ‘onverwijlde’ splitsing van BHV goedgekeurd. De zogeheten vijf minuten politieke moed waren plots een feit. Gevolg: de francofonen schreeuwden moord en brand en Albert II voelde opeens Vlaamse nattigheid. Er werd hem ingefluisterd dat ‘s lands cohesie werd bedreigd en dus ook zijn boterham en die van zijn nageslacht. Vandaar, paniek in de hofhouding. Albert móest en zou handelen. Alle Coburgers rekenden op hem. En met de RTBf-uitzending nog voor ogen en allicht zonder het goed te beseffen greep hij net als zijn vader zaliger instinctief naar de autoritaire noodrem. Een soort fluwelen staatsgreep, zeg maar. Voortaan geen aftastende consultaties meer. Neen. Alleen nog bevelen. Yves móest snel een regering vormen, maar dan wel een zonder een staatshervorming in haar programma. De aldus vrijgekomen tijd kon hij voortaan beter aan zijn geiten besteden.
M E G A F OO N
Punt uit! Twee oude politieke krokodillen, met name E.T van Rompuy en Armand De Decker (geen familie van Jean-Marie en uit te spreken als De Dekkeir), kregen de dwingende opdracht om die klus te klaren. Driewerf helaas. Blijkt inmiddels dat ook koningen zich kunnen vergissen. Want kort na de koninklijke uppercut krasselden Weverke en Vandeurzen alweer overeind en lieten droogjes weten dat zij zonder harde garanties voor een staatshervorming niet verder onderhandelden. En Yves zelf hulde zich in een onheilspellend stilzwijgen. Stilte voor de storm? Veel wijst er in elk geval op dat er een politieke krachtmeting van formaat in de maak is. Een krachtmeting die uiteindelijk kan leiden tot een nieuwe en allicht definitieve koningskwestie. Vandaar mijn aan Abraham Lincoln ontleend gratuit advies ten behoeve van alle acteurs in deze wansmakelijke vaudeville: weet dat ge bepaalde landgenoten altijd kunt bedriegen en dat ge zelfs alle landgenoten gedurende een bepaalde tijd kunt bedriegen. Maar vergeet nooit dat ge een gans volk niet voor altijd kunt blijven bedriegen. K AMIKAZE
Unitaire kieskring: Storm over Dewael
A
ls de liberalen van Open VLD - hopend op een terugkeer van Verhofstadt? - de federale (lees: unitaire) kieskring verdedigen, doen ze dat met onbegrijpelijke, maar - en dat is erger compleet foute argumenten, onder meer als ze vergelijkingen maken met ‘andere federale staten’. Matthias Storme versloeg Dewael in De Standaard (6 nov.). Een megafoontje waard. Een poging tot samenvatting: ‘In de VS bestaat er helemaal geen federale kieskring, ook niet voor de verkiezing van de president (verkozen door kiesmannen, die door de verschillende staten worden verkozen). In Duitsland is er evenmin een federale kieskring: de eerste stem bepaalt de rechtstreeks verkozen volksvertegenwoordiger per district (meerderheidsstelsel), de Zweitstimme gaat naar lijsten per deelstaat. In Zwitserland is er al evenmin een federale kieskring: alle parlementsleden worden per kanton verkozen. In Canada worden de volksvertegenwoordigers per district verkozen (meerderheidsstelsel). De landen die Dewael aanhaalt, zijn allemaal voorbeelden van centripetaal federalisme, federaties die ontstaan zijn 14
Doorbraak
nr. 11 december 2007
gelegd en niet op basis van de uitslag van de verkiezingen. De waarheid is ook dat er zelfs in die zeldzame gevallen waar de deelstaten in een Senaat evenveel zetels hebben, dit nooit een pariteit inhoudt, omdat het nooit om tweeledige landen gaat. Matthias Storme en Patrick Dewael
uit voorheen onafhankelijke staten, en niet van centrifugaal federalisme, dit is door defederalisering zoals in België. En voor alle duidelijkheid: ook andere centrifugale federaties (Spanje, Verenigd Koninkrijk) kennen geen federale kieskring, behalve Irak... De waarheid is dat nationale kieskringen of andere nationale verkiezingen juist typisch zijn voor unitaire landen, zoals Nederland, Portugal (president), Polen (president), Slovenië ... Daarbij wordt dan telkens strikt de hand gehouden aan de gelijkheid van elke stem, aan een ver doorgedreven proportionaliteit. Wat Dewael verzwijgt, is dat het voorstel voor een federale kieskring in België ook op dit punt bedrieglijk is, omdat het aantal Nederlandstalige en Franstalige gekozenen op voorhand zou worden vast-
Het is de fundamentele tweeledigheid van le pays réel die maakt dat België hoogstens nog als confederatie kan overleven, maar niet als federatie. De waarheid is ten slotte dat aparte Grondwettelijke Hoven in veruit de meeste gevallen zijn ingevoerd na de val van een totalitair of minstens dictatoriaal regime om de jonge democratie te versterken tegen concentratie van politieke macht. België is de uitzondering waar dat Hof inderdaad, zoals Dewael impliciet stelt, is ingevoerd om bescherming te bieden tegen centrifugale krachten, en daarbij de Vlaamse meerderheid neutraliseert. Waarmee ik geen kritiek wil uiten op de wijze waarop het Hof zijn bevoegdheid invult, maar enkel stellen dat het principieel geen gezond systeem is in een echte democratie. Laat ons daarvoor maar wat meer naar Zwitserland kijken, op een correcte wijze natuurlijk en niet op zijn Dewaels.’
T Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. ■ Verschijnt maandelijks (niet in augustus). ■ Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. ■ H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele ■ K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Peter De Roover ■ M EDE WERKERS : Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme ■ R E D A C T I E - A D R E S : P a s s e n d a l e s t r a a t 1 A , 2 6 0 0 B e r c h e m . Te l 0 3 3 6 6 1 8 5 0 – Fax 03 366 60 45 ■ redactie@doorbraak.org ■ www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org ■ A BONNE MEN T : € 18 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 30) ■ STUDENTENABONNEMENT: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling ■ I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internet-abonnement. ■ Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. ■ Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 18 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie. ■ Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB ■ VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Pieter Bauwens, Passendalestraat 1a 2600 Berchem ■ ISSN 00125474
december 2007 nr. 11
Doorbraak
15
16
Doorbraak
nr. 11 december 2007