2008_03_doorbraak

Page 1

België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828

Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw

www.doorbraak.org

Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org

3 2008

Veruit de meeste CD&V’ers hebben het voor deze man en zijn parlement van Vlaanderen. Wanneer ziet een door het Belgisch establishment en eigen oude krokodillen kapotgepeste Leterme dit in?

De sleutel ligt bij CD&V Dit blad heeft altijd in democratische en rationele zin gepleit voor “meer Vlaanderen”. Dat Vlaanderen zich uitgerekend nu zou laten meeslepen in een avontuur van toegevingen aan het Belgische establishment, zou een ramp zijn. De sleutel voor “meer Vlaanderen” ligt bij de overwinnaars van de jongste verkiezingen, inzonderheid bij CD&V. De Vlaamse Volksbeweging en het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen peilden bij parlementsleden, provincieraadsleden en lokale mandatarissen van die partij (2635 bevragingen). Respons en resultaten zijn voor de oude krachten binnen die partij ongenadig: een duidelijk neen tegen uitstel of recuperatie en versterking van het Belgische niveau te versterken (83%). Een dikke plus voor een staatshervorming op basis van de Vlaamse Resoluties (89%), voor het vermijden van Belgische voogdij over de deelgebieden (79%), voor confederalisme met meer bevoegdheden en middelen voor Vlaanderen (78%), voor de splitsing van BHV (‘essentieel om een federale regering te vormen’, 74%) (voorlopige cijfers 21 feb.; definitieve: zie www.vvb.org). Bij toeval op hetzelfde moment van de peiling, lanceert een Gravensteengroep met veel schoon volk een boodschap die in Vlaamsgezinde kringen klinkt als een bel en de laatste tegenstanders van “meer Vlaanderen” zal verrassen. Etienne Vermeersch, Jo Decaluwe, Johan Sanctorum, Dirk Denoyelle, Chris Michel, Jef Turf, Yves Panneels, Eric Defoort, Jean-Pierre Rondas, Bart Staes, Paul Ghysels, Ludo Abicht, Frans-Jos Verdoodt, Bart Maddens, Paul Deridder, Peter De Graeve, Piet Van Eeckhaut stellen dat het maar eens over en uit moet zijn met het kleineren en negeren van een Vlaamse boodschap (integraal manifest: www.gravensteengroep.org). De zeer heterogene groep verzet zich tegen de associatie van ‘rechtvaardige Vlaamse eisen’ met extreem-rechts. Ze hekelen het Belgische regime (ongelijkheid en discriminatie van de Vlaamse taal en bevolking). Vlaanderen moest altijd vechten voor rechten, en lijdt na 177 jaar lapwerk onder een ‘kluwen van ondoorzichtige compromissen’.

De Gravensteengroep vindt dat een flink deel van de Vlaamse culturele wereld de intellectuele moed mist om deze analyse te maken. Zelfverklaard “progressief Vlaanderen” klampt zich, samen met de oude Belgische elites, vast aan een Belgisch status-quo. De groep vertrekt niet van een belegen romantisme, maar van een moderne visie rond schaalverkleining en regionale autonomie, ‘die overal in Europa aan de orde is, van Schotland tot Kosovo, van Catalonië tot Estland’. Centraal staat het principe van territorialiteit. Dit impliceert spelregels, inburgering via taalkennis (migranten doen meer inspanningen dan veelal hoogopgeleide Franstalige inwijkelingen). ‘Sommigen menen dat het volstaat in een grensgemeente een meerderheid te verwerven, om de grenzen te verplaatsen’. Voor de splitsing van BHV hoeft dan ook geen prijs te worden betaald. Een tweetalig Brussel is de laatste kans voor België om te overleven als confederale staat. Transfers (sociaal-economische solidariteit) kunnen niet langer zonder politieke solidariteit (respect voor grens en ruimte). Cultuurimperialisme en ongezond parasitisme staan in de weg van interregionale solidariteit. Wie dit negeert ‘pleit in feite voor de ontbinding van die staat’. In dit geval moeten we ‘stappen zetten om de regio’s als onafhankelijke staten deel te laten maken van de EU...Met onze Franstalige vrienden als het kan, zonder hen als het moet’... ‘In de mate dat het zich laat gijzelen door politici die zweren bij status-quo, hypothekeert Franstalig België zijn eigen groeikansen...Wallonië als bevriende partner-natie lijkt ons een aantrekkelijker perspectief dan een staatsbestel dat zich van de ene crisis naar de andere voortsleept’. Vlaamsgezinden van diverse strekkingen, die zich zo dikwijls ‘gepakt’ voelen in Wetstraatpolitiek of media zullen een warm gevoel krijgen vanbinnen... ■ JAN VAN DE CASTEELE

maart 2008 nr. 3

Doorbraak

1


PERSWIJS Bert Anciaux over staatshervorming in fasen, weblog, 14 februari 2008: ‘Dit is een grote komedie. Men start met koude klamme borrelhapjes. Zonder ■

smaak, zonder zicht. De rest zal een illusie blijken. BHV wordt iets om vlak voor de verkiezingen nog even op te voeren, kwestie van stoer aan de Vlaamse campagne te kunnen beginnen.’

■ Rolf Falter in De Standaard, 14 februari 2008: ‘Als er een monseigneur

voorbij schrijdt, blijft er die onweerstaanbare drang om zijn ring te kussen. Het overkomt, godbetert, zelfs De Morgen.’ Eric Van Rompuy over charmeoffensief België, webstek Van Rompuy, 12 februari 2008: ‘Bij mijn thuiskomst uit verlof zie ik dat het debat in de ■

Zevende Dag over Verhofstadt gaat die met een charmeoffensief het imago van ons land wil opkrikken. Een nieuwe Belgenmop.’ ■

Johan Vande Lanotte in Het Laatste Nieuws, 9 februari 2008:

‘Drie weken geleden heb ik gezegd: “Opgelet, vanaf nu stijgen de kansen op nieuwe verkiezingen elke dag met 1 procent. Reken maar uit wanneer ze dan vallen.”’

■ Françoise Desguin (echtgenote Herman De Croo) in de Juris-

tenkrant, 6 februari 2008: ‘Nu zijn er aan de balie van Oudenaarde zelfs advocaten

waarvan de vader beenhouwer is. Niks tegen beenhouwers maar enfin... Af en toe tonen ze toch dat ze geen manieren hebben, hé. Er zitten boeren aan de balie, hé.’

Rudi Dierick (OVV) over Brussel, De Standaard, 28 januari 2008: ‘Brussel zegt dat het wil praten als het 500 miljoen euro extra krijgt, terwijl wij (OVV, red) ■

berekend hebben dat Brussel nu al driemaal meer extra geld krijgt voor zijn hoofdstedelijke functie dan Berlijn. En wij zouden geen vragen mogen stellen over het wanbestuur van Brussel?’

Els Van Weert (Spirit, Vlaams Parlement) over centen en bevoegdheden, Vlaams Parlement, 23 januari 2008: ‘De “knip” op de ■

Vlaamse beurs moet blijven zolang er geen stappen vooruit zijn gezet inzake de staatshervorming.’

Siegfried Bracke in De Morgen, 22 december 2008: ‘Di Rupo kiest voor Wallonië, dat is zijn horizon. Daar spelen niet alleen de volgende verkiezingen, daar speelt ook zijn solidariteit.’ ■

Emiel De Bolle

Beweging kritischer

De Vlaamse Beweging wordt kritischer tegenover de Vlaamse onderhandelaars, meldde De Standaard (28 jan.), vooral omdat bepaalde partijen blijkbaar van plan zijn de staatshervorming van richting te doen veranderen. De Vlaamse Volksbeweging (VVB) en het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) zullen bijzonder scherp reageren mochten de onderhandelingen leiden tot een federale kieskring, een paritaire senaat, samenvallende verkiezingen, of gemorrel aan de grenzen van Brussel. Wie die deur openzet, mag rekenen op scherpe acties tot aan de eerstvolgende verkiezingen.

Actie

OVV en VVB hebben op 31 januari overlegd over de te volgen strategie voor de komende weken en maanden. Resultaat: een enquête bij CD&V (zie blz. 1) en op zaterdag 8 maart actiemomenten in alle Vlaamse provincies. Het is maar een begin. Meer info over communautaire actualiteit: www.woordhouden. be en www.vvb.org

Patat en patatje

In Knack (2008, nr. 2) stelde Jan Drijvers (TNS, Dimarso) dat de kiezer bij de jongste federale verkiezingen Open VLD had beloond. Jan Vandenbussche (voorzitter LDD Brussels Hoofdstedelijk Gewest) haalde de week nadien zijn telraam boven: ‘Bij de federale verkiezingen in 2003 had Open VLD 1 009 223 stemmen, in 2007 behaalde Open VLD er nog maar 789 445. Een verlies van 219 778 (!) stemmen ( = min 3,53 % = min 7 zetels)’. Tegenover 2004 verloor Open VLD 15 000 stemmen. Open VLD kreeg een patat in 2004, en een patatje bij in 2007. En wat in 2009?

Onafhankelijk Kosovo

Heeft er iemand last van Esten en Slovenen? De twee leuke, maar kleine, jonge staten behoren beide tot de gezellige club van de Europese Unie. Slovenië heeft (2005) 2 miljoen inwoners, Estland 1,35 miljoen, Cyprus 0,74 miljoen, Luxemburg 0,46 miljoen, Malta 0,4 miljoen inwoners. Kosovo werd met 2,1 miljoen inwoners de 196ste staat en kan ooit plaats nemen bij de kleintjes van de EU. Als Wallonië een eigen weg kiest in Europa, laat het alvast al die landen, maar ook Letland en Litouwen achter zich, en komt het in de buurt van Ierland. Best mogelijk. Best leefbaar. Een onafhankelijk Vlaanderen wipt ook nog eens boven Denemarken, Ierland, Slowakije, Finland. Mooi gezelschap.

2

Doorbraak

nr. 3 maart 2008


Van grijs Vlaanderen...

Frank Vandenbroucke (La Libre Belgique, 16 feb.) vindt de Vlamingen niet bij machte om gezondheidszorg, kinderbijslagen en werkloosheidsuitkeringen zelf te beheren... Dat kan nochtans interessant worden... Vlaanderen is nu al veel “grijzer” dan Wallonië (65 jaar en meer: 9,8% Vl, 5,4% Wall.). Als er “niets” gebeurt dan komen onze kinderen/ kleinkinderen in een “witte” samenleving terecht (In 2050 zouden 15,6% van de Vlamingen ouder zijn dan 65 tegenover 8,7% van de Walen.). (Bron: FOD-statistieken).

... naar wit Vlaanderen

Een bevolking die apathisch blijft tegenover een structureel omgekeerde leeftijdspiramide, moet weten dat op een paar generaties tijd die grijze krimp een pijnlijke, witte kramp wordt. Vlaanderen - veel meer dan Wallonië - moet nu ingrijpen om het tij nog (deels) te kunnen keren. Middelen hiervoor zijn hogere kinderbijslagen, faciliteiten voor kinderopvang, deeltijds werken, een assertievere nataliteitspolitiek... Hiervoor is Vlaamse autonomie nodig, via de splitsing van kinderbijslagen, maar ook van het sociaal-economisch en fiscaal beleid. Het waren programmapunten van de “winnende” partijen bij de jongste verkiezingen.

Leterme en de kindjes

Yves Leterme schreef een paar jaar geleden (“Vergrijzing en verkleuring”, 2005) hierover het volgende: ‘Een pro-kindbeleid is ook een taak van de overheid...met belastingaftrek, kinderbijslag, diensten en voorzieningen van kinderopvang, gezinsvriendelijk verkeer en een huisvestingsbeleid dat kinderen ruimte geeft’. (blz. 34). In december 2006 zei hij in Mons tot tweemaal toe dat hij in de splitsing van de sociale zekerheid ‘niet verder wil gaan dan de regionalisering van gezondheidszorgen en kinderbijslagen’. En wat zegt hij nu?...

Leterme en Brussel

De 500 miljoen voor Brussel noemde Leterme ‘absolute onzin’, maar zijn Brusselpiste is wel zeer breed. Brussel moet de mogelijkheid krijgen om op economisch vlak, inzake infrastructuur en arbeidsmarkt, maar ook financieel ‘voor een stuk zijn grenzen te overstijgen’... Op een bepaald moment moet je durven een ‘structuur of een beslissingsproces op poten zetten dat verder gaat dan de 19 gemeenten”, verklaarde Leterme eind januari in Le Soir. Hij sprak ook over het verruimen van de mogelijkheden tot samenwerking en interactie tussen Brussel en het hinterland. ‘Het gevaar van deze constructie kan nauwelijks overschat worden’, zei VB-parlementslid Bart Laeremans. ➥

vervolg p. 11

Commentaar Excuus

W

ie denkt dat er “deep down” daar in Australië niets gebeurt, heeft het mis. Iedereen weet dat de zon daar hardnekkig schijnt, dat er overvloedig wordt gesport en dat bossen af en toe hevig branden. Er is echter meer: ook daar zitten ze met politieke problemen. Er is natuurlijk het getrek tussen rechts en links, maar dat is vaak slechts een verschil tussen oranje en rood. Een ernstiger probleem: de Australiërs, ook Aussies genoemd, zitten met hun Aboriginals of omgekeerd, de Aboriginals zitten met hun Aussies. In die ontmoeting zijn ze veel grond kwijt geraakt, een stuk van hun evenwicht én heel wat “mores”. De Aboriginals kunnen daar terecht niet mee lachen en laten dat overvloedig en hardop horen. Weten bovendien dat ze daarmee een snaar beroeren die de wereldether intens aan het trillen brengt. Bovendien hebben ze gelijk, die Aboriginals, niet alleen omdat ze underdog zijn, maar omdat het hier een zaak van recht en onrecht geldt. De Australiërs hebben beslist hun excuses aan te bieden. Onvoorwaardelijk, zonder restricties. Behalve misschien op één punt: de schadevergoeding. Wanneer de Aboriginals boter bij de vis willen, geven de Aussies niet thuis. Er zal niet worden betaald. De Amerikanen betalen hun indianen ook niet, maar ze vergoeden ze tenminste. Daardoor worden excuses minder zweverig. Hoe gerechtvaardigd excuses ook zijn, er zit iets vreemds aan. Misschien moeten de Romeinen (of gebeurlijke nazaten) zich bij ons komen verontschuldigen. Wij, Menapiërs of Eburonen, of weet ik veel, waren hier goed en natuurlijk bezig: jagen, dobbelen, paren. Bovendien, schrijft althans Caesar, waren wij dapper. De dappersten onder de Galliërs, toen toch. Komen die Romeinen toch niet zeker! Wij moeten wegen gaan aanleggen, muren en forten bouwen, villa’s ook met koud (frigidarium), lauw (tepidarium) en warm (callidarium) water. Ergst van al: we krijgen met recht te maken en dus met juristen. Jongens toch, hadden wij dan het recht niet om te blijven doen waarmee we bezig waren? Excuses a.u.b! De tijd van de Oude Belgen is voorbij, maar het tijdperk van de excuses niet. Wie enig aanvoelen heeft, niet alleen voor de tijdsgeest, maar ook voor fatsoen en vooral voor gerechtigheid, voelt aan dat het de hoogste tijd wordt voor de Belgen om hun excuses aan te bieden aan de Vlamingen. Oude Belgen in berenvellen lopen hier niet meer rond, wel veel hedendaagse Oude Belgen, die hun politieke naaktheid proberen te verhullen met een verbleekt Portici-tricolore. Dat zijn de à Papa Belgen die hun warrige, nooit bijgeknipte gedachten zijn blijven hangen in het verstikkend struikgewas van “La Belgique sera latine ou elle ne sera pas...”. Dat zijn degenen waartegen we hebben moeten vechten om Vlaams te blijven, om Vlaams onderwijs te krijgen, zo middelbaar als hoger, Vlaamse rechtspraak ook en Vlaams in het bedrijfsleven. Dat zijn degenen waartegen we hier moeten vechten om onze zaken en ons werk zo te regelen dat de toekomst mogelijk blijft voor onze kinderen en onze senioren. Het is niet duidelijk of Oude Belgen genoeg brein hebben om Nederlands te willen spreken, want je kan alleen maar als je wil. Zeker is dat zij geen benul hebben van grenzen: vroeger niet in Leuven en met de faciliteiten, nu niet in BHV en andere eventuele kieskringen. Sinds 1830 proberen ze ons aan te tasten in wat ons liefst is: taal, fierheid en onze visie op de toekomst. Ze moeten zich excuseren. En vlug. En betalen ook, maar dat kunnen ze niet. Vergoeden misschien. Maar dat gebeurt in de omgekeerde richting. Al jaren en jaren, hoewel wij ons helemaal niet te excuseren hebben.

■ JACQUES CLAES

maart 2008 nr. 3

Doorbraak

3


STA ATS ( H ER ) VO R M I N G

CD&V schiet in eigen voet Terugblikken in verwondering

De journalisten raken maar niet uitgeschreven over de politieke crisis van vorig jaar en slaan ons nog dagelijks met straffe verhalen en pikante details om de oren. Maar ondanks al die onthullingen zullen de historici van de toekomst er nog een hele kluif aan hebben om het verhaal te ontwarren. Hoe is het zo ver kunnen komen dat de CD&V vlak voor kerstmis plotsklaps overstag is gegaan en haar belangrijkste hefboom (de druk om een Belgische regering te vormen) zonder boe of bah uit handen heeft gegeven ? En dan nog wel om aartsrivaal Verhofstadt eerste minister te laten worden in een regering met de vermaledijde PS. Het meest intrigerend van al is eigenlijk de vraag hoe het komt dat CD&V zo lang voet bij stuk heeft gehouden zonder zich kennelijk veel gelegen te laten aan de oplopende imagoschade voor België in het buitenland en de alarmkreten van het establishment. Het scenario waar het uiteindelijk op is uitgedraaid (het doorverwijzen van de staatshervorming naar een vrijblijvend Costa/Forum/Dialoog-achtig ding), stond van meet af aan hoog genoteerd bij de politieke bookmakers. Het was al bij al een gemakkelijke voorspelling, rekening houdend met het nogal zwakke communautaire profiel van CD&V tijdens de campagne en het overhaaste en weinig glorieuze ontslag van Yves Leterme als Vlaams minister-president. Dé verrassing van het jaar was dan ook dat CD&V zich zo lang heeft verzet tegen die (vanuit Belgisch oogpunt) voor de hand liggende “oplossing”. Plat op de buik? Tot drie keer toe heeft het blijkbaar niet veel gescheeld of CD&V had zich al veel vroeger neergelegd bij het loskoppelen van de ‘grote’ staatshervorming en de regeringsvorming. Dat was een eerste keer het geval toen de verkenningsopdracht van Herman Van Rompuy uitmondde in de fameuze ‘spooknota’. Helemaal op het einde van Letermes tweede formatieopdracht heeft CD&V met tegenzin een soortgelijke voorlopige nota goedgekeurd, die uiteindelijk door de N-VA werd verworpen. Maar wellicht het meest dramatische moment volgde op de BHV-stemming in de Kamercommissie. Toen leek CD&V op 8 november eerst volmondig Herman Van Rompuy: in te stemmen met het (blijkal onmiddellijk uit op loskoppelen staatshervorming en baar door Yves Leterme zelf inregeringsvorming gefluisterde) voorstel van het Paleis om snel een sociaal-economische regering op de been te brengen en de staatshervorming door te schuiven naar een comité van wijzen. Maar op aansturen van de N-VA maakte de partij de dag nadien een

4

Doorbraak

nr. 3 maart 2008

halsbrekende bocht en luidde het opnieuw ondubbelzinnig: geen regering zonder staatshervorming. Die terugkeer naar een beginselvaste houding valt voor een stuk te verklaren doordat er begin november nog een Eric Van Rompuy en Yves Leterme in 2006. sfeertje heerste van Straks weer naar de gordel? ‘goed dat de Vlamingen eindelijk eens het been stijf houden’. ‘Plat op de buik’, kopte Het Nieuwsblad op 9 november, nadat CD&V eerst met het koninklijke scenario had ingestemd. Dat was ook de teneur van de andere kranten. Van enige lof over het Belgische staatsmanschap van CD&V viel op dat moment weinig of niets te bespeuren. Maar toen dit scenario zich amper een maand later herhaalde, werd er heel anders gereageerd in de kranten. CD&V moet nu maar eens blijk geven van redelijkheid in de plaats van zich te laten gijzelen door de extremisten van de N-VA. En Bart De Wever werd meer en meer voorgesteld als een vrolijk fluitende rattenvanger van Hameln die de verdwaasde CD&V-coryfeeën - en met hen het hele land - naar de ondergang leidde. Het sentiment keert Wat was er intussen veranderd? Het sentiment op de markten was gekeerd, om het maar eens in beurstermen te stellen. De stemming was Louis Tobback: omgeslagen naar ‘de speeltijd “communautaire kinderachtigheden” is voorbij’: het land staat er economisch slecht voor, de koopkracht daalt en de politici moeten zich nu maar eindelijk eens gaan bezighouden met de echte problemen van de mensen, en niet met die ‘communautaire kinderachtigheden’ (dixit Louis Tobback). Natuurlijk was de economische toestand niet plotseling drastisch veranderd. Maar in de media werd er opeens verdacht veel aandacht besteed aan een aantal evoluties die al langer bezig waren, zoals de stijging van de prijzen voor voeding en brandstof. Bovendien werden er (onder meer door de Nationale Bank) onheilsberichten de wereld ingestuurd over de

De rol van Guy Quaden: economisch crisisgevoel aanwakkeren


Het zou naïef zijn om te denken dat die plotse obsessie met de economie een toeval was. Men kan zich moeilijk van de indruk ontdoen dat het ging om een door het Belgische establishment georkestreerd scenario. Begin december kwam Luc Coene (vice-gouverneur van de Nationale Bank) in de Kamercommissie voor Begroting en Financiën vertellen dat de economische prestaties van het Het signaal van Luc Coene: land schade leden onder de poeen “potentieel” gevaar litieke crisis. Maar nadien heeft hij (in De Tijd van 12 januari 2007) toegegeven dat het enkel maar zijn bedoeling was om een signaal te geven en dat het hooguit ging om een ‘potentieel gevaar’. Het was met andere woorden enkel een overdrijving, om niet te zeggen een leugen, bedoeld om de politici aan te zetten tot Belgische redelijkheid. Twee vliegen in één klap En dan was er op 15 december natuurlijk de groots opgezette nationale vakbondsbetoging om te protesteren tegen de dalende koopkracht. Een vreemde zaak vonden veel waarnemers, én omdat de overheid nu eenmaal weinig kan doen aan prijsstijgingen, én omdat de koopkracht hoe dan ook in grote mate is gegarandeerd door de automatische loonindexering. Maar het werkelijke oogmerk van de betoging was natuurlijk communautair. Aanvankelijk hadden de vakbonden geprobeerd om een verregaande staatshervorming tegen te werken via de uitgesproken Belgicistische actie ‘Red de solidariteit’. Maar die actie was niet echt een overrompelend succes en de oorspronkelijk geplande grote slotmanifestatie op de Brusselse Grote Markt werd uiteindelijk afgeblazen. Bovendien had die actie het (vanuit vakRed de solidariteit: vakbonden in bondsperspectief) percadans met de andere regime-krachten verse effect dat het communautaire thema nog hoger op de politieke agenda kwam te staan. Vandaar dat de vakbonden in december het geweer van schouder hebben veranderd en - in cadans met de andere regimekrachten - het economische thema opnieuw centraal hebben geplaatst. Dit alles ging ongetwijfeld gepaard met een toegenomen druk van het ACW op CD&V. Het kartel met N-VA heeft de positie van de Vlaamsgezinde vleugel binnen CD&V aanzienlijk versterkt. Het daarnet geschetste flipflop-gedrag van CD&V valt voor een stuk te verklaren doordat de Vlaamse en Belgische tendensen elkaar min of meer in evenwicht houden, zodat

de beslissingen nu eens de ene en dan weer de andere richting uitgingen. En het leiderschap van Yves Leterme was kennelijk te zwak om een consistente koers uit te zetten. Voor het ACW was en is er veel aan gelegen om de partij weer in Belgisch vaarwater te krijgen. Door een grondige staatshervorming te torpederen kan het ACW trouwens twee vliegen in één slag slaan: enerzijds de machtspositie binnen de unitaire structuren veilig stellen en anderzijds een breuk forceren tussen N-VA en CD&V. Eerder heeft het ACW al geprobeerd gebruik te maken van de zaak-Dedecker om het kartel op te blaHoofddoel ACW’er Jan Renders: zen, maar dat is toen mislukt. partij weer in Belgisch vaarwater Tweede keer, goede keer ?

STA ATS ( H ER ) VO R M I N G

negatieve impact van de communautaire crisis op de kredietwaardigheid van België en het investeringsklimaat. Op die manier ontstond er vanaf november een economisch crisisgevoel in de publieke opinie. Hierdoor werden de Vlaamsgezinde krachten in CD&V geleidelijk aan in het defensief gedrongen tot op het punt dat de balans (vlak voor kerstmis) uiteindelijk overhelde naar het kamp van de Belgische Realpolitici.

krijgen en kartel opblazen

Verborgen kartels Didier Reynders had het tijdens het eindspel van de regeringsvorming nogal verbitterd over het ‘verborgen kartel’ tussen CdH en PS. Nadien is ook door andere bronnen bevestigd dat CdH zich al in een zeer vroeg stadium aan de PS had vastgeklonken. Maar ook aan Vlaamse kant lijkt er een soort van verborgen kartel te bestaan, namelijk het kartel CD&V-ACW. Verborgen is in dit geval natuurlijk een groot woord, maar toch ging men er tijdens de regeringsvorming doorgaans wat te licht overheen dat er nog zoiets bestaat als een sterk, goed georganiseerd én Belgischgezind ACW-blok binnen CD&V. Hoe zwaar dit blok weegt, kan trouwens gemakkelijk worden afgeleid uit het verkiezingsresultaat. Van de 159 kandidaten op de Kamerlijsten van CD&V-N-VA waren er 50 (31,4 %) die officieel door het ACW werden ondersteund (tegenover slechts 29 of 15,3 % N-VA-kandidaten). Van alle voorkeurstemmen uitgebracht op CD&V-N-VA-Kamerlijsten ging niet minder dan 37,1 % naar ACW-kandidaten, tegenover slechts 15,3 % naar N-VA-kandidaten. Een ACW-kandidaat haalde gemiddeld 16 767 voorkeurstemmen, tegenover slechts 11 888,5 voor een N-VA-kandidaat en 13 462,4 voor een niet-ACW-CD&Vkandidaat. De monsterscore van Yves Leterme (eveneens een officiële ACW’er) heeft overigens geen invloed op deze cijfers, aangezien Leterme enkel kandidaat was voor de Senaat. Er moet ergens in december een moment zijn geweest dat het ACW hard op tafel heeft geklopt bij CD&V, wie weet met de hierboven vermelde cijfers in de hand. Maar hoe de boodschap ook is gebracht, de CD&V-top heeft ze blijkbaar goed begrepen, met het gekende resultaat: CD&V schiet in eigen voet en dus, paradoxaal genoeg, ook in die van het ACW.

■ BART M ADDENS

maart 2008 nr. 3

Doorbraak

5


WE TST R A AT

Van Rompuy en Dehaene doen het licht weer uit Houdt CD&V de zot met kiezers die over de kartelbrug stapten? De tegengestelde verklaringen van Herman Van Rompuy en Jean-Luc Dehaene enerzijds en Luc Van den Brande en Kris Peeters anderzijds illustreren de verdeeldheid binnen CD&V. Wie zet daar de “Vlaamse” lijnen uit? Eerstgenoemden in geen geval.

Van Rompuy liet in zijn kaarten kijken in een groot interview in De Morgen (27 januari 2008) en deed dat nog eens wat feller over half februari. Hij wil BHV uit het debat houden, vindt de Vlaamse radicalisering een zwart-witverhaal, vindt een splitsing van de arbeidsmarkt niet nodig, is tegen een splitsing van het gezondheidsbeleid, is niet tegen recuperatie maar wel voor een federale kieskring en waarschuwt partijgenoten die het zo stilaan beu worden... Dehaene Begin juli 2007 lekte de nota Dehaene uit. Volgens Walter Pauli (DM) stond erin dat de volgende staatshervorming centripetaal zou worden in plaats van centrifugaal, dat er een hiërarchie moest komen tussen de verschillende overheden (Vlaams decreet niet langer meer op gelijke hoogte met een Belgische wet). Dehaene bepleitte toen al de fasering van de staatshervorming en zag wel wat in een federale kieskring. Het was op zich al merkwaardig dat CD&V een man in de vuurlinie stuurde die in Knack (7 feb. 2007) liet weten wat zijn politieke kleur is: ‘Als ik vandaag in de politiek zou beginnen...dan sloot ik me wellicht aan bij een socialistische partij’. Was Dehaene niet de tamboer-majoor die de CVP (te snel en voorbarig) in de oppositie dwong na de dioxine-nederlaag van 1999 om zelf - met dank aan Guy - in de Europese watten te vallen, als vice-voorzitter van de Europese Conventie, waar hij de Vlamingen en hun grondwettelijke regio geen enkele rol liet spelen? Was Dehaene niet de eerste Vlaming die in 2000 een coalitie aanging met het FDF? 6

Doorbraak

nr. 3 maart 2008

De jongste weken deed hij - voor de verandering in De Morgen (‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd’, 16 feb.) - weer hard zijn best om zijn eigen partij te splitsen. Ook de B-Plussers Wilfried Martens en Mark Eyskens behoren in de media tot het peloton analisten van Pro Belgica. Dehaene vindt dat de Vlaamse onderhandelaars - hij mikt natuurlijk op zijn eigen partij/kartel - niet mogen overdrijven in hun eisen over de staatshervorming, dat ze ‘water bij de wijn’ moeten doen, dat België is ‘gebouwd op compromissen en tussenstappen’, dat het een ‘kapitale fout’ zou zijn om een kleine stap in de staatshervorming af te wijzen. Dom vond hij het ‘aan Vlaamse zijde’ weer bedoelt hij zijn partij - een programma te hebben voorgesteld dat enkel met Vlaamse kiezers rekening hield. Fout was het verkiezingen te willen winnen met “meer Vlaanderen”. Ook over BHV blaast hij koud, want hij is niet zeker ‘dat de kiezer zou applaudisseren mocht je er een crisis over organiseren’. Dat het dan de Franstaligen zijn die de crisis uitlokken, is even te ver gedacht... Dehaene wil ‘al in 2009 de federale en gewestelijke verkiezingen weer laten samenvallen’, want ‘anders krijg je instabiliteit en immobilisme’. “Wijzen” hebben het zo niet voor het princiep van de subsidiariteit, dat het bestuur dicht bij de mensen houdt. Het lange verblijf in het establishment heeft Dehaene blijkbaar verdoofd. De dingen waarover hij wél wat fier kon zijn, schiet hij vandaag af: de financieringswet van 1988 en de creatie van deelstaten met een eigen dynamiek (eigen verkiezingen, parlementen en regeringen). Dehaene is inzake homogeniteit in de bevoegdheden tegen een sens unique van België naar de regio’s. ‘Dat moet ook omgekeerd kunnen’. Zijn Vlaamsparlementsleden vindt hij Davidsfondsers, hun Vlaamse Resoluties bespottelijk. Van den Brande en co kenden er niets van. Letermes Vlaams regeerakkoord van 2004, dat die resoluties hernam, was

misschien wel een werkstuk van “dommekloten”? Weinig respect dus voor Kris Peeters, want ook hij pleit voor de sens unique... Dehaene krijgt hier de allure van een welbekende snuivende Italiaan: ‘Ik heb gezegd’. Armen gekruist op mijn buikje en lippenkrullend glijdt zijn genoegzame blik over de hoofden van het Vlaamse klootjesvolk. Zou Dehaene met fierheid achteruitkijken naar wat hij met vijf schitterende staatshervormingen in dit wetjesland heeft uitgericht? Een poespas waar geen journalist, geen politoloog, geen burger nog wijs uit geraakt. De Vlaamse klok In GVA (28 januari, Dirk Castrel) zegt Luc Van den Brande heel andere dingen: ‘Dit land mag niet terugkeren naar een systeem van federale voogdij over de deelgebieden. Die deelgebieden moeten met versterkte bevoegdheden en verantwoordelijkheden uit de staatshervorming komen’. De nota Verhofstadt ‘mag niet leiden tot hercentralisatie’, aldus Van den Brande. ‘In een federale staat is nooit iets definitief af... We hebben in het verleden keuzes gemaakt voor exclusieve bevoegdheden voor de deelgebieden. Daar moeten we over waken.’ Of nog: ‘Ik heb altijd gezegd dat een staat van onderuit moet worden opgebouwd’. Essentieel blijven: ‘zeer sterke financiële en fiscale verantwoordelijkheid voor de regio’s’, arbeidsmarktbeleid en economische hefbomen (mobiliteit, energie, wetenschapsbeleid), een verschillend gezondheidsbeleid, een eigen gezinsbeleid. Gewesten moeten mee beslissen inzake justitie, NMBS... Katten in zakken Ook Vlaams minister-president Kris Peeters toonde enige Vlaamse weerbaarheid. ‘De staatshervorming in fases aanpakken kan, op voorwaarde dat die aanpak aan de verzuchtingen van het Vlaams parlement en de Vlaamse regering tegemoet komt...’ Over bijkomende stappen moeten ‘duidelijke afspraken’ volgen, ‘want we mogen geen kat in een zak kopen’. Peeters is tegen een federale kieskring,


VRIJE TRIBUNE want wil dat het zwaartepunt van de macht naar de deelstaten verschuift. Kieskringen horen in hetzelfde taalgebied te liggen, ‘geen enkel federaal land heeft trouwens een federale kieskring’. Dàt was de belofte: meer Vlaanderen, dus minder België. Er zijn er in zijn partij die net het tegenovergestelde willen. Eric Van Rompuy (webstek 12 februari) noemt het Belgisch charmeoffensief van Verhofstadt ‘een nieuwe Belgenmop’, Vlaamsparlementslid Koen Van den Heuvel (VP, 23 jan.) wil enkel nadenken over Vlaamse middelen voor het federale niveau ‘als er bijkomende bevoegdheden naar Vlaanderen worden overgeheveld.’ Ook de partijjongeren kantten zich tegen een federale kieskring. CD&V is een verdeelde partij, inzonderheid inzake staats(her)vorming. Eén ding moet men daar toch goed beseffen: met de gewillige kiezer, vooral dan diegene die in 2007 over de kartelbrug stapte, mag men niet de zot houden. Wachten Vlaamsgezinde parlementsleden, burgemeesters, lokale afdelingen en jongeren tot (Herman) Van Rompuy en Jean-Luc Dehaene het licht weer uitdoen? ■ JAN VAN DE CASTEELE

Letermes (?) stappenplan Yves Leterme lanceerde zijn stappenplan: een staatshervorming in drie fasen (DS, DM, 13 en 14 feb.). Het eerste pakket lijkt wel een grap. Zelfs De Morgen spreekt van ‘bescheiden maatregelen’, dan weet je het wel: de Ikea-wet, de regulering van internet, de regionalisering van het BIPT (Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie), het participatiefonds voor kmo’s en het laatste stukje kinderopvang dat nog federaal zat (FCUD, Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten). Al de rest was nog ‘onzeker’ (prijzenpolitiek, pachtwet, onteigeningen, personeelswerving) of ‘gedeeltelijk’ of ‘onwaarschijnlijk’: verkeersboetefonds (flitspalen, weet je wel), huurwet, energie, vertegenwoordiger in NMBS. Ronduit federale recuperatie zou er zijn omtrent klimaatbeleid en CO2-uitstoot. De vette vis zou naar Brussel gaan (0,5 miljard €), maar dat werd weer ontkend. De tweede fase zou dan wat indrukwekkender moeten worden (arbeidsmarkt, fiscaliteit) en BHV zou in 2009 tot de derde fase behoren.

Buitenland beter informeren Nood aan strategie

I

n Doorbraak (2008, nr. 2) stelt Guido Naets dat de “internationale scène” beter moet worden ingelicht over wat met Vlaamse autonomie wordt bedoeld en beoogd. De bezorgdheid van de ervaren Europakenner is terecht. Het buitenland is terzake gebrekkig en vaak foutief geïnformeerd. Ondanks sporadische pogingen, vroeger en vandaag, om dat te verhelpen, blijft de onwetendheid groot. De tegenstanders van het streven naar autonomie maken er gebruik van om via hun netwerken het imago van Vlaanderen te beschadigen en Vlaamse standpunten en initiatieven te compromitteren en te dwarsbomen. Het is een oud zeer. De jongste politieke verwikkelingen in de Wetstraat - vooral het chaotische formatieberaad - bleven in het buitenland niet onopgemerkt. Er wordt daar rekening gehouden met een mogelijke regimecrisis en een fatale boedelscheiding. Komt het ooit zo ver, dan zullen de Europese Unie - en vermoedelijk ook de Navo en dus de Verenigde Staten - zich er van dichtbij mee bemoeien. Het internationale statuut van het kosmopolitische en multi-etnische Brussel staat dan immers op het spel. Nu al worden buitenlandse gezagsdragers, ambassades en media in dat perspectief door WaalsBrusselse lobbyisten bewerkt. Zij zijn trouwens niet aan hun proefstuk. Eerder al werd de Raad van Europa ingeschakeld ten gunste van de Franstaligen in de Vlaamse rand van Brussel. De oproep van Guido Naets (Vlaamse strategie voor het buitenland) kan dus niet genoeg worden gesteund. Samenwerking Er is echter meer. Gelijklopend met deze bekommernis is er ook behoefte aan een strategie voor het binnenland. Dat is geen kwestie van grensoverschrijdende voorlichting, maar van intern overleg, vertrouwen en coherent optreden. De

voorstanders van verregaande autonomie of van zelfstandigheid leven en werken verspreid over diverse partijen en verenigingen. Die verspreiding hoeft geen element van zwakheid te zijn, maar is dat momenteel wel. De implosie van de VU heeft haar autonomisten in diverse, van elkaar verschillende segmenten van het politieke bestel doen belanden. Sommigen hebben er hun nationalisme uitgezaaid, maar niet weinigen hebben in hun nieuwe familie ook hun persoonlijke allergieën en frustraties meegebracht. Dat is niet ten goede gekomen aan de nochtans noodzakelijke samenwerking over de partijen heen. Velen hebben zich ingegraven in nieuwe loopgrachten. Een bevrijdende, vriendschappelijke uitwisseling van gedachten is uitgebleven. En ook dat herinnert aan oude kwalen binnen de Vlaamse beweging. Hugo Schiltz en Karel Dillen verafschuwden elkaar. Vandaag zijn Bart De Wever en Filip Dewinter onverzoenlijke rivalen. En Vlaamse partijen steunen de uitsluiting van de radicale rechterzijde, wat de slagkracht van de autonomisten in het Parlement neutraliseert. Bezinning Ook hier is er nood aan een verstandige strategie, aan een rationele bezinning over doelstellingen en tactische middelen. En wie anders dan de Vlaamse Volksbeweging kan daartoe het initiatief nemen? Het is de historische taak van Eric Defoort om bruggen te slaan, naar Geert Bourgeois en Bruno Valkeniers, maar ook naar de gelijkgezinden aan christen-democratische, liberale en socialistische kant. Een conflictueuze Belgische confrontatie lijkt onvermijdelijk. In dat vooruitzicht is het bestendigen van de huidige verdeeldheid een kapitale politieke dwaasheid.

■ M ANU RUYS

maart 2008 nr. 3

Doorbraak

7


WE TST R A AT

Klachten over te veel verkiezingen slaan nergens op Vroeger meer naar stembus dan nu

p 7 november 1971 werd ik nog wat te jong bevonO den om van dichtbij mee te mogen werken aan de verkiezingsuitzending van wat toen nog de BRT was.

Van 1974 tot en met 2004 heb ik alle verkiezingsuitzendingen van dichtbij kunnen meemaken, tussen 1999 en 2004 werd mijn medewerking zelfs nog op prijs gesteld, hoewel ik de VRT al sinds eind 1998 had verlaten. In die tijd heb ik de commentaren van politici en politologen beluisterd en gemerkt hoe de resultaten uiteindelijk werden vertaald in machtsstructuren, die lang niet altijd een adequate vertaling waren van de uitspraken van de kiezer. Ik heb ook van dichtbij de opeenvolgende staatshervormingen en de moeizame realisatie van de gewestvorming meegemaakt. Eerst kwam er een cultuurparlement, daarna een Vlaamse raad die niet echt een parlement was, omdat de verkozenen in die tijd twee petjes ophadden. Ze waren immers verkozen in federale verkiezingen en als kamerlid of senator gedetacheerd naar het Vlaamse parlement (in de beginjaren de Vlaamse Raad). Ik heb talloze malen de klachten aanhoord van de Vlaamse parlementsleden en partijen over die gang van zaken en gemerkt hoezeer hun verlangen uitging naar aparte verkiezingen voor een eigen Vlaams parlement. Was het niet ongehoord dat we al sinds juni 1979 onze afgevaardigden voor het Europese parlement mochten aanwijzen, maar niet die voor ons eigen Vlaamse parlement? Moeder van alle verkiezingen In 1995 kwamen er voor het eerst tegelijk verkiezingen voor het federale parlement en de gewestelijke parlementen. In juni 1999 kregen we zelfs de moeder van alle verkiezingen toen de kiezers op hetzelfde ogenblik vertegenwoordigers moesten aanwijzen voor het federale parlement, voor de diverse gewestelijke parlementen en voor het Europese parlement. Omdat de federale parlementen vier jaar zouden aanblijven en de gewestelijke vijf, zou het in normale omstandigheden duren tot in 2019 eer de federale en de gewestelijke verkiezingen nog eens in hetzelfde jaar zouden worden gehouden. Sinds die memorabele dag in 1999, waarop het voor de kiezers vrijwel onmogelijk was om een goed overzicht te behouden, zijn er nog maar twee federale (2003 en 2007) en ĂŠĂŠn gewestelijke (2004) gehouden, maar toch wordt er geregeld gemopperd dat er destijds een verkeerde keuze is gemaakt en dat de verkiezingen elkaar veel te snel opvolgen. Ik kan begrijpen dat jonge politici dit discours voeren, maar doorgewinterde parlementsleden en ervaren journalisten zouden toch beter moeten weten. Verrassend Ik heb alle verkiezingen van de afgelopen vier decennia eens naast elkaar gelegd en het resultaat is verrassend. In twee van de vier decennia (de jaren negentig en het eerste decennium van het tweede millennium) waren er telkens vijf verkiezingsjaren, in de jaren zeventig zes en in de jaren tachtig zelfs zeven. Ik houd geen rekening met het feit dat er in de jaren 1972 en 1981 agglomeratie- en federatieraadsverkiezingen waren en dat we in 1994 tweemaal naar de stembus zijn geweest.

8

Doorbraak

nr. 3 maart 2008

We hebben gekozen voor een federale staatsstructuur en het is nu eenmaal zo dat er in landen met een dergelijke structuur meer verkiezingen zijn dan in unitaire landen. In Duitsland bijvoorbeeld liggen de verkiezingen voor de deelstaatparlementen al sinds de oprichting van de Bondsrepubliek, kort na de Tweede Wereldoorlog, in de tijd gespreid, waardoor er bijna elk jaar wel ergens verkiezingen zijn. Verkiezingsangst De klachten bij ons over de snelle opeenvolging van de verkiezingen slaan dan ook nergens op. Waar komen ze dan vandaan? Ongetwijfeld zijn ze voor het grootste deel ingegeven door een bijna permanente verkiezingskoorts en verkiezingsangst bij de partijen, die wordt gevoed door een overvloed aan weinig terzake doende opiniepeilingen. En door de onmacht om het nationale en het gewestelijke niveau uit elkaar te houden en behoorlijk in te vullen. Vroeger waren er ook politici die overstapten van de Kamer naar de Senaat, maar daar kon niemand zich aan storen. Kamer en Senaat vulden elkaar immers aan. Veel minder normaal is het dat iemand wordt geacht vijf jaar lang de gewestelijke materies te bestuderen, het plots op nationaal vlak gaat proberen, om korte tijd later weer regionale ambities te krijgen. Ons politieke systeem is zo al behoorlijk gecompliceerd. Door die overstappen wordt het allemaal nog wat moeilijker voor de kiezer. Duidelijkheid Het is in het belang van iedereen, van kiezers en van politici, dat er voor meer duidelijk wordt gekozen. Die duidelijkheid wordt geschaad door het laten samenvallen van federale en gewestelijke verkiezingen. De voorstanders van een bundeling van de verkiezingen lijken ook geen rekening te houden met twee zaken. In de eerste plaats zijn er hoe dan ook om de vijf jaar Europese verkiezingen (die nu samenvallen met de gewestelijke verkiezingen). Daarbij komt dat de gewestelijke parlementen niet vervroegd kunnen worden ontbonden en een langere levensduur hebben dan het nationale parlement. Wil men altijd de verkiezingen laten samenvallen, dan moet hieraan worden gesleuteld. â– M ARC GEVAERT


ECO N O M I E

Waalse ziekte woekert verder Overheidseconomie van Wallonië groeit

D

e jongste Nationale Rekeningen gaven aan dat de Waalse economie in 2005 iets meer is gegroeid dan de Vlaamse. Bij nader inzien blijkt dit vooral toe te schrijven aan de sterkere groei van de publieke sector in Wallonië. De dynamiek van het Waalse bedrijfsleven blijft achter op het Vlaamse privéinitiatief. Dit belet niet dat ook in Vlaanderen de publieke sector en vooral de social profit blijven groeien en stilaan op hun limieten stuiten.

Je hoort het de jongste tijd wel eens meer: Wallonië heeft een economische inhaalbeweging ingezet. Daarbij wordt onder meer verwezen naar de regionale groeicijfers die recent werden gepubliceerd en die iets hoger liggen voor Wallonië. In het vorig nummer van Doorbraak werd de mythe van een Waalse inhaalbeweging al doorprikt, onder meer verwijzend naar nieuwe groeiprognoses die gunstiger zijn voor Vlaanderen dan voor Wallonië. Euforie over een zogenaamde Waalse inhaalbeweging is dus misplaatst. Integendeel, we blijken ons echt zorgen te moeten maken over de jongste evolutie van de Waalse economie. Bij nadere analyse van de regionale groeicijfers blijkt immers dat de dynamiek van de privésector in Wallonië achterblijft en dat de groeicijfers van de jongste jaren sterk worden ondersteund door de verdere groei van de Waalse overheidseconomie. Het over(ge)wicht van de publieke sector in Wallonië neemt dus nog verder toe. Dat is allerminst een positieve evolutie. In 2005 was 20 % van de groei van de Waalse economie een gevolg van de groei van de overheidsadministratie en het onderwijs. Deze publieke sector was in Vlaanderen goed voor negen procent van de groei, minder dan de helft. In beide gewesten zijn het vooral de private diensten die de groei aandrijven, maar veel sterker in Vlaanderen dan in Wallonië. De financiële en zakelijke diensten

aanzien van de overheidsadministraties of social profit te verhogen met bijkomende loonsverhogingen. Bovendien hebben ze het steeds moeilijker om dezelfde comfortabele werkomstandigheden aan te bieden als de overheid, die naast vastheid van betrekking ook extraverlofregelingen bieden. namen in Vlaanderen bijna 40 % van de groei voor hun rekening, tegenover 30 % in Wallonië. Handel en vervoer droegen circa 30 % bij tot de Vlaamse groei tegenover slechts 20 % tot de Waalse groei.

Ook in Vlaanderen groeit de overheid Maar ook in Vlaanderen is de groei van de publieke sector zorgwekkend. Blijft de groei van overheidsadministraties nog gematigd, dan stellen we toch een sterke dynamiek vast in de social profit (gezondheidszorgen, welzijn...). Deze sector was in Vlaanderen goed voor 14 % van de groei, tegenover 11 % in Wallonië. Nu beantwoordt deze toename aan de groeiende behoefte aan gezondheidszorgen en bejaardenvoorzieningen in een vergrijzende samenleving. Maar de financiering van deze diensten moet toch grotendeels worden verzekerd met sociale bijdragen en belastingen. De keerzijde van de groei van de social profit is dus dat de loonlasten (sociale bijdragen en belastingen) hoog blijven. Dit leidt er dan weer toe dat privébedrijven blijvend worstelen met hoge loonkosten. Zo komt hun tewerkstelling in het gedrang. En zo kom je in een vicieuze spiraal terecht van een steeds groeiende publieke sector en social profit, die de private sector verdringt. Bovendien zuigen de groeiende publieke sector en social profit ook een steeds groter deel van de arbeidskrachten naar zich. Zowat 87 % van de werkgelegenheidsgroei in de periode 2000-2005 werd gerealiseerd in deze sectoren. Het verscherpt de krapte op de arbeidsmarkt voor de privébedrijven. Die hebben geen marge om hun aantrekkingskracht ten

Kortom, terwijl de Waalse economie al lang wordt overwoekerd door een te uitgebreide (semi-)publieke sector, zijn ook in Vlaanderen de limieten van een verdere groei van deze sectoren bereikt. In Noord zowel als in Zuid is er dringend nood aan een beheersing van de publieke uitgaven en overheidsadministratie, al is die nog veel urgenter in Wallonië. Een belangrijke hefboom om meer zuinigheid en meer efficiëntie bij de overheid te realiseren, is het magische woord “responsabilisering”, waarbij de verschillende overheden financieel meer verantwoordelijkheid dragen voor de gevolgen van hun beleid. Dat vergt onder meer een grondige herziening van de huidige financieringsregeling voor gewesten en gemeenschappen, waarbij het consumptiefederalisme wordt geruild voor maximale fiscale autonomie.

■ JAN VAN DOREN

Waalse economie bloeit? Falingen 2007: Vlaanderen: 1 per 135, Wallonië: 1 per 103 - jongste drie maanden: Vlaanderen -4,4%, Wallonië + 7,9% Werkzaamheidsgraad 2007: Vlaanderen: 65,2%. Wallonië: 56,6% (DM, 30 nov.) Werklozen: dec. 2006- dec. 2007: Vlaanderen: -12,1%. Wallonië: -4,8% (RVA) Controle en terug aan het werk (na 6 maand): Vlaanderen: 35,4%, Wallonië: 22,7% (RVA, DS 21 feb.) Economische activiteit tweede helft 20ste eeuw: Vlaanderen +360 %, Wallonië +170 %. Economische groei 2006-2007: Vlaanderen én Wallonië: +2,8 % per jaar. Verwachting 2012: Vlaanderen: 69,3% (+4,1%), Wallonië: 59% (+2,4%) (info: Nat.Bank) JVdC

maart 2008 nr. 3

Doorbraak

9


TA A L

Engels in volle opmars Vlaanderen springt slordig én zorgeloos om met taal Wij Vlamingen zijn een trots volk. Dat is me vorige zomer nog eens opgevallen tijdens een fietstocht naar Assisi. In de zeven landen die ik met mijn twee gezellen heb doorkruist, werden we onderweg uitbundig begroet door fietsers, wandelaars en andere passanten. De Bonjours, de Grüss Gotts, de Buon Giorno’s en de Salves waren nooit uit de lucht. Verwacht hetzelfde niet in Vlaanderen. Als je een groep wielertoeristen kruist, de lippen grimmig opeengeklemd en de blik op oneindig gericht, dan mag je je gelukkig prijzen dat er nog een stukje van de weg voor je overblijft. De meeste andere mensen die je ontmoet, kijken verbaasd, soms gegeneerd en vaak zelfs ietwat verontrust als je hen vriendelijk begroet. Een trots volk, dat zijn we inderdaad.

en zo. Het probleem is dat van het dialect alleen de soms verschrikkelijke klanken zijn overgebleven. Het gevolg is een armoedig tussentaaltje, dat door velen voor mij is verketterd. In de provincie Oost-Vlaanderen krijg ik vaak genoeg de kans om via de gewestelijke televisiezender de taal van kinderen uit Zeeuws-Vlaanderen te vergelijken met die van hun leeftijdgenoten van bij ons (en rampzalig genoeg ook met die van onze journalisten). Ik kan mij mateloos ergeren aan een conversatie als:

W

Een ander voorbeeld van de taalverloedering wordt dagelijks door de openbare omroep geëtaleerd. Twintig jaar geleden, toen de reclame op de radio werd ingevoerd, werd er van de kant van de toenmalige BRT uit scherp op toegezien dat de boodschappen in een vlekkeloos Nederlands waren geformuleerd. Ik herinner me nog de dagenlange discussies over de vraag of het woord mazout in plaats van stookolie mocht worden gebruikt, omdat het on-Nederlandse woord nu eenmaal voorkwam in de naam van het bedrijf. Tegenwoordig wordt vaak in de reclameboodschappen een mengdialect gehanteerd, dat ze compleet onverstaanbaar maakt. Over het gebruik van de tussentaal in soaps en praatprogramma’s van alle slag hebben anderen voor mij al meer dan genoeg gezegd.

aarop we niet zo trots moeten zijn, is de taal die we spreken. Ik ken persoonlijk weinig landen waar zo slordig en zorgeloos wordt omgesprongen met de taal als in Vlaanderen. Als het gevleugelde woord de taal is gans het volk correct is, dan moeten we ons echt zorgen beginnen te maken. Ik vraag me bijna dagelijks af waarom we niet eerst onze eigen taal behoorlijk leren spreken, eer we ons aan voeten gebonden overleveren aan het Engels. Kerstmis is bij ons uit de mode geraakt en al lang vervangen door Christmas, omdat het zoveel meer zegt. Eén van de belangrijkste vernieuwingen van Radio Donna bestaat erin dat de slagzin the fun, the hits vervangen is door love it, feel it (of iets in die aard). En bij een van de vorige edities van Eurosong was het pijnlijk om juryleden in een Brabants getint Nederlands te horen klagen over het belabberde Engels van de kandidaten. Veertig of vijftig jaar geleden hebben we met zijn allen hard gevochten voor de vernederlandsing van het bedrijfsleven en we hebben de strijd gewonnen. Het Frans is verdwenen, maar het Engels is in volle opmars. Vandaag lijken weinigen zich zorgen te maken over de verengelsing, niet alleen van het bedrijfsleven, maar ook van het onderwijs en uiteindelijk van de hele maatschappij. Een personeelsdienst is steevast een human resources management geworden, een bedrijf dat geen chief executive officer heeft, is niet vol en in het onderwijs worden we met masters en bachelors om de oren geslagen. Toen in de jaren dertig de universiteit van Gent moest worden vernederlandst, was het grote argument van de tegenstanders dat het Nederlands nu eenmaal geen taal was voor wetenschappelijk onderzoek. Alsof er nooit een Simon Stevin was geweest, die vier eeuwen geleden met glans het tegendeel had bewezen. Het tij is weer gekeerd. De Vlamingen lijken er zich bij te hebben neergelegd dat het Nederlands eigenlijk geen taal is om een bedrijf behoorlijk te leiden. Of moet ik runnen zeggen? Het Nederlands dat we hanteren, wordt ook van binnenuit aangetast, door de dialecten, althans door wat voor dialecten moet doorgaan. Niemand twijfelt eraan dat de kennis van het dialect erg nuttig kan zijn. Wie het dialect beheerst, weet dat we niet moeten zeggen ik heet zus en zo en niet ik noem zus 10

Doorbraak

nr. 3 maart 2008

- was het leuk? - Ja, het was leuk. - En waarom was het leuk? En dan vraag ik je, wat moet je daar in ‘s hemelsnaam als tienjarige op antwoorden?

En nochtans is er een tijd geweest dat het Vlaams/Nederlands zijn plaats had naast de andere Europese talen. Dat de grote Franse humanist Rabelais vertrouwd was met het Nederlands blijkt uit het negende hoofdstuk van zijn Pantagruel, waar de held kennismaakt met de wereldwijze student Panurge. Op de vraag van Pantagruel waar Panurge vandaan komt, wat hij zoekt en waar hij naartoe gaat, antwoordt Panurge hem in enkele vreemde talen, waaronder het Nederlands : Heere, ik en spreeke anders geen tael dan kersten taele, my dunkt noghtans, al en seg ik u niet een wordt, mynen noot verklaert genoegh wat ik begeere, geeft my uyt bermhertigheyt yets, waar van ik gevoet magh zyn. In het begin van de achttiende eeuw werd er nog van een Engelse gentleman verwacht dat hij een mondvol Nederlands sprak. Zover zal het niet meer komen. Het mag ons niet beletten al ons Latijn in ons Nederlands te stoppen, om het met de woorden van Jan Wauters te zeggen.

■ M ARC GEVAERT


Onkelinx vijand

Het Vlaams Geneeskundigenverbond (VGV) heeft Laurette Onkelinx uitgeroepen tot vijand. Volgens oud-VGV-voorzitter Eric Ponette wil Onkelinx de hele gezondheidszorg renationaliseren, o.m. via een nationaal (niet eens: federaal) kankerplan. Preventie is Vlaamse bevoegdheid. Dat is dus recuperatie, terwijl het VGV juist de gezondheidsbevoegdheden van de deelstaten wil uitbreiden (argumenten: responsabilisering, andere klemtonen, eerstelijnsgezondheidszorg, etc...). ‘Geef beide deelstaten de vrijheid, maar maak ze verantwoordelijk voor de gevolgen. Dat zal leiden tot het beste beleid.’

Bedevaart en Wake

Het IJzerbedevaartcomité organiseert de 81ste IJzerbedevaart dan toch op zondag 31 augustus. Even was er sprake van die een week vroeger te organiseren, maar dan is er ook de IJzerwake. Het zal wel niet zo bedoeld zijn, maar IJzerbedevaarders kunnen dan toch ook naar Steenstrate en omgekeerd. Het zou al veel zijn als onderling gekrakeel uitblijft (1), als de voorzitters van de beide manifestaties zich (onder meer) concentreren op het gemeenschappelijke doel: meer Vlaanderen (2) en als ze dringend op zoek gaan naar een inderdaad niet evident, maar nodig evenwicht tussen traditie en vernieuwing (3). Beide manifestaties kunnen aan hun grote gelijk ten onder gaan. Alleen op het kruispunt van al die wegen ligt er misschien nog ooit iets moois.

Splitsing voetbalbond

Bert Anciaux herhaalde in het Vlaams Parlement niet te zullen investeren in voetbalstadions als de Voetbalbond (KBVB) niet ingaat op zijn vraag om tegen de begrotingsopmaak voor 2009 ‘een duidelijk en tijdsgebonden stappenplan voor te leggen om te splitsen’. Hetzelfde geldt voor ondersteuning van het jeugdvoetbal en voor beleidssubsidie/impulssubsidies.

Honderd economen

Een goeie honderd Belgische economen schreven een nota over de staatshervorming. In schabouwelijk Nederlands, en ronduit belgicistisch van inspiratie en vooral ondertekend door Franstaligen (2/3). Bij de ondertekenaars baron Paul Van Rompuy (Leuven), Rudi Vander Vennet (Gent) en Henry-Jean Gathon, drie leden van de fameuze transfertencommissie van Yves Leterme, die de Abafimstudie evalueerde, vaststelde dat ze grotendeels klopte en er dan vakkundig over zweeg en liet zwijgen. Het document lijkt sterk op de nota Staatshervorming van Guy Verhofstadt.

Vrijspraak Beter afstand nemen Niemand wordt graag bedrogen. Maar we verwachten van een bedrieger in elk geval de fijngevoeligheid om het slachtoffer te respecteren, bijvoorbeeld door hypocriet te doen. Het belang van hypocrisie wordt doorgaans sterk onderschat. Een hypocriet erkent tenminste dat zijn gedrag onoorbaar is door het te verbergen achter veinzerij of excuses en geeft uiting aan een gevoel van schaamte. Je blijft bedrogen, maar wordt toch nog een beetje zelfwaarde gegund. Jean-Luc Dehaene is een bedrieger die in het weekeinde van 16 februari elke vorm van hypocrisie opzijschoof in een interview voor De Morgen. Hij heeft het over het feit dat de kiezer in 2009 weer een stem moet gaan uitbrengen. Dat maakt de zaken er niet eenvoudiger op. ‘Normaliter heb je tijd om wat afstand te nemen van je verkiezingsprogramma’, verdedigt Dehaene dan het idee van de samenvallende verkiezingen. (Het is overigens Dehaene zelf die de aparte verkiezingen van deelstaat en federatie invoerde.) Laat de zin goed doorsijpelen. ‘Normaliter heb je tijd om wat afstand te nemen van je verkiezingsprogramma.’ Het ideaal volgens Dehaene. Verkiezingen winnen door stemmen te lokken op basis van een programma om, nadat de buit binnen is, ‘wat afstand te nemen van je verkiezingsprogramma’. Beste Jean-Luc, de openheid waarmee u de verkiezingscampagne openlijk degradeert tot een vulgaire jacht op stemmen van naïeve kiezers is verbijsterend. Blijkbaar vindt u de kiezer zo’n waardeloos element dat die ook zonder boe of ba mag worden geschoffeerd. Democratische politiek houdt in dat de kiezer politici afvaardigt om hun stem in het parlement te vertegenwoordigen. De kiezer is de opdrachtgever, de aandeelhouder, de klant en dus de koning. Dat is democratische politiek. Dehaene is anti-democratisch en anti-politiek. Een loodgieter die een bestelling binnenrijft en bij de uitvoering ‘wat afstand neemt van de offerte’ door goedkoper materiaal te gebruiken, zal dat proberen te maskeren. Tenzij hij meent met een echte idioot te doen te hebben. In Test Aankoop zou hij daarvoor worden gehekeld. In onze kranten krijgt Dehaene lange interviews, daarin voorgesteld als een model-loodgieter, en wordt hij in het commentaarstuk geprezen voor zijn diepe inzicht. De kern van de pleidooien voor samenvallende verkiezingen wordt dankzij Dehaenes openhartigheid nu wel zonneklaar voor iedereen. De kiezer is te dom om een juist inzicht te verwerven in de hersenspinsels van de staatslui. Maar hij heeft een zwak geheugen. Na vier jaar is hij het bedrog vergeten. Twee jaar is wellicht te kort, dus gooien we er een verkiezing tussen uit. Geen enkel federaal land kent samenvallende verkiezingen. Alleen in België wordt de hoogmis van de democratie, het aan het woord laten van de kiezer, als een bedreiging ervaren. Dat leert niks over de techniek van aparte verkiezingen, maar alles over het wezen van België.

■ PETER DE ROOVER

maart 2008 nr. 3

Doorbraak

11


BU I T EN L A N D

Polen als brug tussen Europa en Rusland? Amerikanen spelbreker?

W

aait er een nieuwe buitenlandpolitieke wind door Polen? Amper een maand na zijn benoeming tot premier in oktober 2007 maakte Donald Tusk al een opening naar Rusland en Duitsland. Er vonden besprekingen plaats in Moskou en Berlijn die hoop wekken op betere bilaterale relaties. Is er toekomst waar in het verleden Polen gekneld zat tussen Duitse hamer en Russisch aambeeld? In het collectieve geheugen van de Polen zit de herinnering opgeslagen aan de opdeling van hun land tussen Pruisen en het Tsarenrijk, later tussen Nazi-Duitsland en de Sovjetunie. Minder gekend is de expansiepolitiek die Polen ten koste van Rusland bedreef. In 1610 wapperde de Poolse banier op het Kremlin in Moskou, in 1920 lijfde generaal Pilsudski grote delen van de huidige Oekraïne in bij Polen. In de geopolitieke context is invloed in Oekraïne iets wat Rusland en Polen elkaar niet gunnen. De spanningen tussen Polen en Rusland en tussen Polen en Duitsland kristalliseerden zich de jongste jaren rond heel concrete dossiers en een doorbraak hierin zou dan ook voor de ontlading kunnen zorgen. In Moskou werd de Poolse minister van Landbouw het eens met zijn Russische ambtscollega om het “vleesconflict” tussen beide landen bij te leggen. Rusland verbood in 2005 de invoer van Pools vlees, zogezegd om hygiënische, maar vermoedelijk om politieke redenen. Moskou pikte het niet dat de toenmalige Poolse president Kwasniewski zijn steentje had bijgedragen tot het welslagen van de “oranje revolutie” in Oekraïne. Stop veto’s Als reactie op het importverbod stelde Warschau zijn veto tegen het aanknopen van onderhandelingen van de EU met Rusland over het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) dat eind 2007 afliep. Uit een onderzoek van de EU blijkt nu dat er niets schort aan de kwaliteit van het Poolse vlees.

12

Doorbraak

nr. 3 maart 2008

het gevolg van de Tweede Wereldoorlog die Nazi-Duitsland had ontketend. De Polen zijn er echter niet gerust in. Te pijnlijk nog is de herinnering aan de naziterreur die de Poolse natie wilde uitroeien.

Donald Tusk

Maar wat de Russen over de streep trok, is ongetwijfeld de verklaring van Tusk, kort na zijn aantreden als premier, dat Polen ook zijn veto tegen toetredingsonderhandelingen van Rusland met de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zou opgeven. In januari 2008 gaf Warschau bovendien te kennen dat het zijn verzet tegen het PCA-akkoord van de EU met Rusland zou staken. Duitsland Ook een betere verhouding met Duitsland staat op de Poolse agenda. Tijdens zijn staatsbezoek in Berlijn zei Donald Tusk: ‘We mogen niet vanuit de loopgraven van de geschiedenis naar onze relaties kijken’. Maar diezelfde geschiedenis hangt nog altijd als een loodzware mantel over de schouders van de Poolse en Duitse gesprekspartners. Twee van de drie Pools-Duitse conflictthema’s zijn historisch geladen: enerzijds de geplande oprichting van een “Zentrum gegen Vertreibungen” in Berlijn dat herinnert aan de verdrijving van miljoenen Duitsers uit de voormalige oostelijke provincies van het Duitse Rijk (sinds 1945 Pools grondgebied) en Sudetenland (Tsjechië) en anderzijds de eigendomsaanspraken die een bepaalde Duitse organisatie daarvoor namens privépersonen claimt aan het adres van de Poolse regering. Bondskanselier Angela Merkel drukte Tusk op het hart dat het niet de bedoeling van het “centrum” is om dader en slachtoffer te verwisselen: het leed van de verdreven Duitsers was wel degelijk

Gas Zelfs het derde conflictthema, de aanleg van een gaspijpleiding tussen Rusland en Duitsland door de Oostzee (en niet over Pools territorium), draagt voor de Polen historische reminiscenties met zich mee. Het “Schröder-Poetin-pact” noemden ze het grimmig naar analogie met het “Ribbentrop-Molotov-pact “uit 1939, toen Nazi-Duitsland en de Sovjetunie onderling het lot van de Poolse staat bezegelden. Een anti-Duitse vloedgolf teisterde de afgelopen jaren de Poolse publieke opinie. Polen zou nu zijn verzet tegen het “Zentrum” opgeven, als Erika Steinbach, de voorzitter van de Vertriebenenverband (de lobby van de verdreven Duitsers), maar niet in de raad van bestuur zit. De dame in kwestie werkte in haar verbetenheid op de Polen als een rode lap op een stier. Als Polen zich verzoent met zijn “erfvijanden”, kan het als een brug fungeren tussen de Europese Unie en Rusland. Spelbreker zouden wel eens de Amerikanen kunnen zijn met hun voornemen een anti-rakettenschild op te stellen in Polen en Tsjechië. Zulke plannen stroken niet met de opvatting van de Russen over Europa als een veiligheidsruimte die één en ondeelbaar is.

■ Dirk Rochtus

Docent internationale politiek aan Lessius (associatie KU Leuven)


BOEK E N

Antwerpen en Revolutie In het collectieve geheugen heeft de Belgische opstand van 1830 altijd iets gehad van een instantrevolutie: een opera, enkele gevechten en dan de aankomst van een prins uit Engeland. Gedaan. Dat de werkelijkheid genuanceerder was, mag dan ook niet verbazen. Uiteindelijk duurde het tot 1839 vooraleer de nieuwe staat zich kon beroepen op een algemeen erkend internationaal statuut.

goede kennis van de militaire geschiedenis heeft, staat buiten kijf. Het lijstje met militaire vaktermen dat hij aan zijn boek toevoegt, zal voor slechts weinig lezers overbodige luxe blijken. Daarbij is het echter jammer dat de niet-militaire aspecten van het leven in het postrevolutionaire Antwerpen wat aan perspectief verliezen.

Jan Huijbrechts beschrijft de gebeurtenissen uit de eerste twee jaar van die periode in zijn boek “Trouw aan Oranje”. Volgens de achterflap behandelt het werk ‘het verhaal van hoe de meest Oranjegetrouwe stand in de Zuidelijke Nederlanden in de herfstmaanden van 1830 in een maalstroom van de Belgische muiterij werd meegesleurd’. Helemaal correct is dat niet. In feite krijgt de lezer twee parallelle verhaallijnen voorgeschoteld, eentje over de algemene geschiedenis van de revolutie van 1830 en eentje over de specifieke gebeurtenissen in Antwerpen.

Allicht heeft dat veel te maken met de niet helemaal begrijpelijke bronnenkeuze van de auteur. Als het over oudere bronnen gaat, is zijn documentatie indrukwekkend. Deze bronnen worden ook met groot plezier bijna met wellust - bladzijdenlang geciteerd. De recentere literatuur is hem blijkbaar minder vertrouwd. Dat hoeft natuurlijk niet altijd een probleem te zijn. De recent verschenen biografie van maarschalk Chassé van de hand van professor Turksma voegt niet bijster veel toe aan wat we al wisten. Maar dat de licentiaatsverhandeling van Bart Cant over het Antwerpse orangisme niet werd geraadpleegd, is echt zonde.

Dat Huijbrechts een grote belangstelling voor en een

Het gebruik van dergelijke studies zou trouwens een

stuk geholpen hebben om het boek evenwichtiger te maken. Nu is het Antwerpse verhaal een illustratie geworden van de algemene revolutiegeschiedenis. Had de auteur meer aandacht besteed aan de verlangens en grieven van de Antwerpse orangisten zou dit de hedendaagse lezer hebben geholpen beter te begrijpen hoe de tijdgenoten 1830 bekeken. Dat is nu niet gebeurd, en maakt van Trouw aan Oranje een gemiste kans. FJ

Jan Huijbrechts: Trouw aan Oranje. Antwerpen 1830-1832, Egmont, 2007, 336 blz, € 12,50 ISBN 9 789078 898054

Elsschot en Borms Was het Bormsgedicht van Elsschot, geschreven in 1949 en voor het eerst gepubliceerd in Rommelpot, voorloper van ‘t Pallieterke, een vergissing? Een schoonheidsfoutje van de alom geprezen auteur? In “Aan Borms: Willem Elsschot, een politiek schrijver” plaatst de jonge Nederlandse literatuurwetenschapper Matthijs de Ridder (geen ‘familie van’; werkt mee aan een UA-proefschrift over literatuur en Vlaamse beweging, 1912-1950) Elsschots omstreden gedicht “Borms” in een nieuw perspectief: de auteur was meer flamingant dan werd aangenomen. Willem Elsschot schreef zijn vlammend gedicht toen Borms wegens collaboratie werd geëxecuteerd. Over weinig gedichten is zoveel inkt gevloeid als over dit. Het tijdskader is niet onbelangrijk. Borms “beleefde” na de Eerste Wereldoorlog tien jaar gevangenis wegens activisme (1919-1929), werd een icoon voor linkse en rechtse flaminganten en voor alles wat daartussen zat. In de jaren 1930 wordt zijn spoor wat troebeler en in de Tweede Wereldoorlog kiest hij opnieuw voor de collaboratie. Een tweede repressie zou Borms niet overleven. Voor veel Vlamingen was zijn executie het ultieme bewijs van de onmenselijkheid van de Belgische staat. De Ridder toont aan dat het hele oeuvre van Elsschot

- meer dan wordt gedacht - een politieke en flamingantische ondertoon heeft. Lijmen is een satire over een reclameman, maar ook een verhaal over de franskiljons waartegen Boorman het opneemt, een schets ook over een staat en de elite daarvan die na de Eerste Wereldoorlog wraak neemt op de flaminganten. In Tsjip/De leeuwentemmer treft je als lezer een romantisch-communistische visie, maar het flamingantisme is niet weg. In De Verlossing neemt Pol Van Domburg het op tegen de Franstalige graaf, zelfs in Villa des Roses en Kaas vind je dat conflict terug, aldus De Ridder. Sommigen wijzen op de rol van Borms als beschermer en redder, zelfs van Joden. Anderen twijfelen, voor nog anderen (Benno Barnard) is Borms een fascist. Ook Matthijs De Ridder mengt zich (zestig jaar na de feiten) in dat debat: natuurlijk was Borms ‘een collaborateur’, maar er was ook een andere Borms. De Ridder vergelijkt die misstap met die van een renner die doping nam. Zeker is dat Borms ook in zijn collaboratie bleef ijveren voor Vlaanderen. Maar voor De Ridder was de Elsschot van 1947 ook stuitend naïef en lichtzinnig. ‘Alleen voor hemzelf moet het duidelijk zijn geweest welk verband hij legde tussen

zijn romantisch-communistische visie en de figuur van Borms’. In 1947 waren de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog bekend. Mythes zijn er om doorprikt te worden, langs alle kanten liefst. De Ridder doorprikte alvast ook een al te mooi beeld van de auteur. Schrijven over armen, maar wel als ‘chique burgerman met buitenverblijf’, schrijven over zijn Fine, maar met ‘maîtresses bij de vleet’, schrijven als flamingant, maar zaken doen in het Frans... ‘Ikzelf ben links, maar kan perfect begrip opbrengen voor ideologische beweegredenen van activisme en flamingantisme. Ik begrijp zijn gedachtegang maar ben het er niet mee eens’, aldus een auteur van wie nog meer mag worden verwacht. AN Matthijs de Ridder, Aan Borms. Willem Elsschot, een politiek schrijver, Meulenhoff/Manteau 232 blz., € 18,95 ISBN 978 90 8542 110 8

maart 2008 nr. 3

Doorbraak

13


KAMIKAZE

BHV!

A

andoenlijk toch hoe de VRT (de belgische staatsomroep) na het bericht dat Verhofstadt 100 miljoen veil had om het imago van België in het buitenland te promoten, zich meteen uitsloofde om deze campagne een duwtje in de rug te geven. En hoe? Dank zij huisleverancier Woestijnvis kon ik er samen met heel kijkend Vlaanderen getuige van zijn hoe een paar Oegandese vertegenwoordigers spelenderwijs kwamen uitleggen wat België zo bijzonder maakt.

tenlanders maar eens uit hoe ons staatsbestel precies ineen zit. Zelfs een Dehaene zou moeten passen. Leg hen eens uit dat onze vakbonden werklozensteun mogen uitbetalen en hiervoor nog royaal worden vergoed op de koop toe.

Geen bergen of andere natuurlijke rijkdommen, maar bijvoorbeeld zijn kastelen moest België zonodig in de internationale kijkkast zetten. Ge moet er maar op komen. Toch een origineel volkje, die Oegandezen. Alleen schijnen zij niet te weten dat uitgerekend Vlaanderen zo langzamerhand zijn buik vol heeft van al die prachtige kastelen. Want Laken, Egmont, Hertoginnedal zijn evenzoveel namen die bij mijn weten nooit veel goeds hebben voortgebracht. Bovendien denk ik niet dat het de bedoeling kan zijn om onze zuiderbuur Frankrijk met zijn rijke schat aan kastelen voor het hoofd te gaan stoten. Neen, er zijn mijns inziens heel wat andere elementen om de unieke kwaliteiten van België in de tricolore verf te zetten.

Leg hen eens uit hoe het kan dat 28 gevangenen gelijktijdig uit dezelfde gevangenis ontsnappen. Leg hen eens uit met welk hongerloon (wie en hoeveel) de sukkels van het belgisch koningshuis moeten zien te overleven. En leg hen daarna eens uit waarom tante Fabiola, althans volgens Het Laatste Nieuws, niet minder dan 24 personeelsleden in dienst heeft. En zo kunnen we schier eindeloos blijven doorgaan. Mochten Verhofstadt en Slangen ooit om ideeën verlegen zitten, ik ben uiteraard altijd beschikbaar. Rest nog een passende titel voor deze campagne te vinden. En dat brengt mij naadloos terug bij de titel van dit stukje: BHV! Maar dan zonder verwijzing naar Brussel-Halle-Vilvoorde, speciaal ten gerieve van Guy en Noël: België Houdt Vol!! En wat mij betreft: met alle Oegandezen, maar niet met den dezen. Zeker niet met een... ■ K AMIKAZE

Toegegeven, eenvoudig zal het lang niet altijd zijn. Leg aan bui-

M E G A F OO N

S i r e, s c h i t t e r e n ve r b l i n d m i j

P

eter De Graeve (docent filosofie UA) schreef in De Standaard (‘Ons best bewaarde staatsgeheim’, 14 feb.) een opmerkelijk stukje. Een Megafoon waard. De Graeve reageert op het hele gedoe over het ontbloten van de Kroon, naar aanleiding van de artikelenreeks in De Standaard. ‘Het werk van vazallen. Met democratie heeft dat niks te maken’. De Graeve vindt de intieme gesprekjes van een zogezegd neutrale vorst maar niks. Macht willen uitoefenen zonder door het volk voortdurend bekeken, beluisterd en beoordeeld te worden, getuigt van een autoritaire mentaliteit. ‘Ons dierbaar België is van top tot teen doordrongen van een dergelijke autoritaire antidemocratische geest’. ‘Wie daar kritiek op uitoefent wordt door de vazallen van de vorst (Walter Pauli van De Morgen is er één van - red) met pek overgoten.’ ‘Dat een monarch tegen de stem van het volk in aanstuurt op een breuk binnen het kartel is niets minder dan verraad aan de democratie... Hetzelfde geldt voor zijn gelobby rond een federale kieskring, een wapen in de handen van een elite...

14

Doorbraak

nr. 3 maart 2008

Dat ... getuigt van een vorm van despotisme, een Belgische vorst waardig’. ‘Diegenen die dit koningshuis verheffen tot een “morele macht” of tot het “bindende element” in een chaos van centrifugale krachten, maar die het tegelijk steunen in zijn aanhoudende autoritarisme en zijn voortdurende blijken van minachting voor de democratie, zijn de echte valsspelers. Zij fluisteren ons voortdurend in dat wij, het volk, moeten wijken voor de vorst. Dat de verkiezingen onderdoen voor de gevestigde machten, voor de troon. Dat niet de staat moet worden hervormd, maar de hervormingsgezinde partij, het kartel. Dat niet het regime plaats moet maken, maar het volk. Hoelang nog, Catilina?’

Volgens De Graeve wordt nu ‘alles in het werk gesteld om de “instellingen” (in feite: de belangen van de monarchie, van enkele hovelingen en van een francofone kaste) tegen de logica van de verkiezingsuitslag in Vlaanderen te beschermen. Zo wordt een oligarchie gevestigd, of in zijn bestaan bévestigd, waarvan de mentaliteit steeds meer aanleunt bij de standenmaatschappij van 1788. Want de federale kieskring wordt een electoraal wapen in de handen van een elite.’ ‘Op de troon zit een geslacht dat zijn zin doordrijft, tegen de wil van het volk in. In België is de plaats van de macht nooit leeg gemaakt. Hier is de democratie zelf leeg. Dat is ons best bewaarde geheim... Eén waarheid hangt als een devies boven dit geniepige onderonsje: de democratie is dood, leve de monarchie.’

■ PETER DE GRAEVE


T Colofon

Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com

Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. ■ Verschijnt maandelijks (niet in augustus). ■ Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. ■ H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele ■ K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Peter De Roover ■ M EDE WERKERS : Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme ■ R E D A C T I E - A D R E S : P a s s e n d a l e s t r a a t 1 A , 2 6 0 0 B e r c h e m . Te l 0 3 3 6 6 1 8 5 0 – Fax 03 366 60 45 ■ redactie@doorbraak.org ■ www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org ■ A BONNE MEN T : € 18 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 30) ■ STUDENTENABONNEMENT: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling ■ I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internet-abonnement. ■ Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. ■ Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 18 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie. ■ Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB ■ VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Pieter Bauwens, Passendalestraat 1a 2600 Berchem ■ ISSN 00125474

maart 2008 nr. 3

Doorbraak

15


16

Doorbraak

nr. 3 maart 2008


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.