België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw
www.doorbraak.org
Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
5 2008
Laat het Vlaams Parlement zich zoetjes kelen?
De plicht om te koeioneren Dat Marianne Thyssen straks de CD&V leidt, is voor de Vlaamse vleugel geen hoopgevend teken. De charmante dame liet zich noch op het thuisfront, noch op het veraf gelegen EUfront ook maar één keer betrappen op een Vlaamsgezinde uitspraak. In het krantenarchief van Mediargus is ze nauwelijks zichtbaar. Geen wonder dat Ruud Goossens, de chef politiek van De Morgen, suggereert dat ze ‘de communautaire landing deze zomer tot een goed einde’ kan brengen. Thyssen is geknipt voor een partij met gedimd profiel. En voor een buiklanding. De kans dat CD&V woord houdt, is erg klein. Desnoods moet N-VA maar worden geloosd. Leterme heeft zichzelf toegevoegd aan het establishment, proefde van een schouderklopje van den Bush, vulde een pak kabinetten met eigen volk. Prof. Bart Maddens krijgt gelijk: dat Leterme een flamingant zou zijn, is een mythe, ‘een van de opzienbarendste spinoperaties van de jongste jaren’, uitgekiend in de kelders van Vlaams paars en uitgespeeld in pittige eentweetjes met de Franstaligen. Leterme werd afgeschilderd als ‘een unfaire tegenspeler die kookte met communautair zwavelzuur’. Meer dan een sprookje was dit niet. De Vlaamse politieke dansers werden afgemat in de tergend trage wals met de Franstaligen. Hun kiezers-supporters vielen in slaap of riepen ‘boe!’ op de tribunes. De Vlaamse Beweging heeft het kartel krediet gegeven, maar heeft zich vergist. Tenzij? Tenzij Goossens gelijk krijgt met zijn vermoeden dat Kris Peeters en zijn Vlaams Parlement - noodgedwongen - de Vlaamse weerstand zullen organiseren. De kritiek op de btw-roof van Reynders en de mobiliteitspremie van Milquet was niet mals. Marino Keulen is door de georkestreerde hetze inzake wooncode en burgemeestersbenoeming in zijn wiek geschoten. Straks rinkelt de campagnebel voor al wie zich in 2009 op een Vlaamse lijst wil aanbieden. En de om tsjevenmanieren kwetsbare CD&V zal worden bestookt door vijf partijen. Wees er
maar zeker van dat Philip Dewinter op iets zit te broeden. De Wever, die omstreeks 11 juli niet anders kan dan afhaken, krijgt zeker misnoegde CD&V-kiezers mee. Dedecker blijft scoren in de peilingen. De opzij geschoven Vlaamse socialisten hebben met oranjeblauw nog een eitje te pellen na hun verbanning uit de federale velden. En Bert Anciaux zal willen bewijzen dat hij nog te jong is om te plooien. De munitie ligt klaar. Het is dezelfde waarmee Leterme - niet zonder succes - naar Verhofstadt schoot: de vijf Vlaamse resoluties, de regeerverklaringen, het kartelakkoord, het niet splitsen van BHV, de ondermaatse positie van de Vlamingen in de federale regering, de onophoudelijke liberale en Franstalige pogingen om de macht van de regio’s te recupereren. Eentje voegen we er nog aan toe: het door Leterme in de doofpot gestopte transfertenschandaal. Kortom: de roep om meer Vlaanderen, en dus om minder België. Kan Kris Peeters anders dan zich profileren als de koppige kapitein van Vlaanderen? Zijn parlement is het parlement van de Vlamingen, terwijl Leterme zich in een knoop worstelt in een kot vol Franstalige lefgozers. Zonder N-VA wordt hij nog meer de boksbal van de uitgekookte Walen. Voor Peeters is het in 2009 erop of eronder. Een terugkeer naar Unizo is vermoedelijk niet zijn eerste ambitie. Het is best mogelijk dat niet de strijd tegen andere partijen, maar die tegen de federale regering van Leterme zijn grootste uitdaging wordt. ‘Als de Vlaamse regering deze zomer echt niet kan leven met het communautaire compromis dat op tafel ligt, dan is er helemaal geen communautair compromis. Niet alleen omdat Leterme zijn akkoord dan nooit verkocht krijgt aan de buitenwereld, maar ook omdat de Vlaamse regering zijn ploeg op tal van manieren - ook financieel - kan koeioneren’, besluit Goossens. We zijn het voor een keer volledig met hem eens. ■ JAN VAN DE CASTEELE
mei 2008 nr. 5
Doorbraak
1
PERSWIJS Yves Desmet over de (niet) benoeming burgemeesters Rand, in De Morgen, 15 april: ‘Hun nieuwe kandidatuur is niet meer dan een zoveelste provoca-
tie, een manifeste weigering de wetgeving te aanvaarden. Democratie begint wel met respect voor de regels van de rechtsstaat. Daarom worden die burgemeesters niet benoemd, niet omdat ze Franstalig zijn.’
Sarah Smeyers en Gino De Craemer (N-VA) over mobiliteitsvergoeding voor Waalse en Brusselse werklozen, Belga 14 april:
‘Vlamingen moeten opnieuw meebetalen om de vele Brusselse en Waalse werklozen te overtuigen om een job te aanvaarden, terwijl ze in feite gesanctioneerd zouden moeten worden indien ze daar niet toe bereid zijn’. Jean-Marie Dedecker in De Tijd, 15 april : ‘Als een West-Vlaming in Limburg
werk gaat zoeken dan kost hem dat veel meer moeite, en geld, dan wat het een Brusselaar kost om in Vilvoorde te gaan werken.’
Eric Van Rompuy in Dag Allemaal, 11 april: ‘De Franstaligen beseffen nog
steeds niet dat ze net door te weigeren om op de communautaire thema’s in te gaan, zelf een bom leggen onder België. Als op 15 juli blijkt dat het weer niets wordt, zullen er andere partijen van profiteren. En dan staan de Franstaligen misschien tegenover een volledig geradicaliseerde publieke opinie.’ Jean-Marie Dedecker, 24 maart: ‘We zijn het enige democratische land ter wereld
waar een minderheid regeert over een meerderheid (...) Uw kartel zal een regeringsvorming goedkeuren waarin voor het eerst in veertig jaar meer Franstaligen dan Nederlandstaligen zetelen (...) Le nouveau CVP est arrivé.’ Tony Van Parys over de tweede fase van de staatshervorming, in De Standaard, 24 maart: ‘We zullen loyaal zijn tot 15 juli. Dan volgt de ultieme
test. Maar voor de meesten van ons - niet alleen N-VA’ers, ook de meeste CD&V’ers - is het al vrij zeker dat het niet zal gaan. België heeft een structureel probleem. Er is geen overeenstemming meer te vinden in dit land, dit is de waarheid.’
Tony Van Parys in Het Nieuwsblad, 24 maart: ‘Dat er 2 Nederlandstalige
en liefst 5 Franstalige staatssecretarissen zijn, is een uiting van de manier waarop men omgaat met staatsaangelegenheden. Twee staatssecretarissen aan beide zijden, is toch wel genoeg zeker?.’
Ambras: benoeming burgemeesters
Franstaligen trokken aan de bel van allerlei internationale instanties om Vlaanderen wat af te dreigen. Ze nemen het niet dat Vlaams minister Marino Keulen drie burgemeesters niet wilde benoemen. ‘De hele planeet veroordeelt Vlaanderen’, is de titel van hun show. Het blokkeren van de staatshervorming (Eric Libert, FDF) en de uitbreiding van Brussel op tafel gooien (Christos Doulkeridis, Ecolo) zijn hun dreigementen. (DM, 12 april)
Opmerkelijk scherp: Carl Devos
Zelfs heel gematigde politologen als Carl Devos kunnen het niet meer aanzien. ‘Ze chanteren de Vlamingen’, stelt Devos (UGent), die blijkbaar almaar meer twijfelt aan de instandhouding van het Belgische niveau. ‘Begrijpen de Franstaligen het nog niet? Vaste (taal)grenzen zijn de eerste vereiste voor een stabiele federatie. Hun arrogantie versterkt het separatisme. Als in de zomer de staatshervorming mislukt, is dat niet enkel slecht nieuws voor Leterme I, maar ook voor België. Als een communautair vergelijk onmogelijk is, zal de vraag om een nieuwe commissie van wijzen luid klinken. Maar dan een commissie over de vraag hoe we de scheiding ordentelijk kunnen organiseren. Het rampjaar 2007 heeft iets gebroken: het geduld is versleten’ (DS, 14 april). ‘Er moet een einde komen aan het francofoon getreiter in de Vlaamse Rand die Brussel begrenst’, stellen dan weer de fractieleiders van de Vlaamse oppositie in de drie gemeenten. (Belga, 11 april)
Ambras (2): de Vlaamse Wooncode
Ambras is er ook door de Vlaamse Wooncode, de koppeling van het volgen van een cursus Nederlands aan het verkrijgen van een sociale woning. De Franstaligen spreken van Vlaamse arrogantie. Het conflict leidde tot een rapport van het illustere VN-orgaan Convention on the Elimination of Racial Discrimination (CERD). Meer hierover blz. 10.
Emiel De Bolle
Knikken en lachen
Veel heeft de wooncode nochtans niet om het lijf. Knikken en efkes mooi lachen volstaan al voor het verkrijgen van een woning, grapte Paul Baeten Gronda (DM, 15 maart) over de zin van een verbintenisloze intentieverklaring die van de kandidaat-huurders wordt verwacht. Minister Marino Keulen gaf toe (DM, 12 april) dat enkel wordt gevraagd ‘dat ze een “inspanning” leveren om Nederlands te leren, niet dat ze Nederlands kúnnen’. Er is niet eens een examen. Aanwezigheid in de lessen volstaat ... Nog niemand werd een woning geweigerd, zei Keulen (HLN, 14 april).
2
Doorbraak
nr. 5 mei 2008
De vrienden van de Liga
Het waren niet alleen de Franstaligen die hun duivels ontbonden. Het hierboven vermelde rapport van de CERD bleek bij nader toezien opgesteld met medewerking van onder meer vertegenwoordigers van de ‘Flemish region’. Niet de Franstalige, maar de Vlaamse Liga voor de mensenrechten ligt aan de basis van de rel met de VN-commissie (DS, 15 maart). Het was inderdaad de Franstalige Liga die de VN-commissie wees op de omstreden passages in de wooncode, maar ze was getipt door de Vlaamse Liga, die ook al bij het Grondwettelijk Hof klacht indiende.
Ambras (3): Btw gronden
Gronden zijn duurder in Vlaanderen dan in Wallonië. Hoe duurder de grond, hoe meer btw men ervoor moet betalen. In Vlaanderen bedragen de registratierechten maar 10 procent. In Brussel en Wallonië is dat wel 12,5 procent. Een vervanging van de registratierechten door een btw-heffing met 21 procent betekent dat men in Vlaanderen 11 procent meer belasting gaat betalen. In Wallonië en Brussel is het maar 8,5 procent extra. (De Tijd, 22 maart)
Kafka
Helemaal onaanvaardbaar wordt het als het gewest dat het voortouw neemt in belangrijke maatregelen, zoals de sanering van vervuilde terreinen, daar uiteindelijk fiscaal wordt voor afgestraft. Wallonië heeft nog 6000 vervuilde sites met een totale oppervlakte van 175 km2. Vlaanderen staat op dat vlak veel verder en betaalde daarvoor heel veel niet-recupereerbare btw en registratierechten, terwijl Wallonië door de nieuwe btw-regel de terreinen kan saneren onder vrijstelling van btw. Kafka is onder ons. (zie ook blz. 9)
Groene paarden voor FDF
De zeldzame Vlaamsgezinden binnen Groen! moeten geweldig afzien binnen die partij. Vlaams kamerlid Meyrem Almaci (DM, 17 maart) gaf de VN razendsnel ‘groot gelijk’, want volgens deze dame helpt een wooncode verhuurders een handje om allochtonen op straat te laten staan. ‘Racisme’, ‘ongelijkheid’, kortom het evidente jargon van BGroen. Ecologisten worden de paarden voor de kar van het FDF.
Ambras, enz...
Wie dacht dat het daar rond Brussel ophoudt met burgemeesterbenoemingen en wooncode, vergist zich. Andere communautaire katten die in de komende maanden terugkeren zijn de Vlaamse inspectie in Franstalige schooltjes in Vlaams-Brabant (4), het niet ratificeren van het minderhedenverdrag (5), en
Commentaar Milquet annexeert arbeidsbeleid
H
et mag gezegd worden: mevrouw Milquet weet van politiek aanpakken. Maandenlang terroriseerde ze het Belgische politieke toneel met haar volgehouden onwil om ook maar één keer minstens te doen alsof ze ook wel eens toeschietelijk wilde zijn. Pas minister, jaagt ze minstens haar Vlaamse onderdanen in de gordijnen met een hold up op wat verondersteld wordt een Vlaamse bevoegdheid te zijn: werkzoekenden zodanig motiveren dat ze opnieuw aan het werk gaan. Haar voorstel oogt mooi: werkzoekenden die op zoek zijn naar werk het aandurven om de taalgrens over te steken, krijgen een maandelijkse premie van 75 euro. De mobiliteit van werkzoekenden stimuleren, daar kan niemand iets tegen hebben. Alleen is arbeidsbemiddeling een bevoegdheid van de gewesten en dus geen zaak voor de Belgische mevrouw de minister. Zij vertelt er bovendien niet bij dat deze maatregel voor wellicht 90 procent een exclusieve Waalse bedoening wordt: in Vlaanderen is er vandaag werk, ten zuiden van de taalgrens zijn er veel werklozen en dus kunnen die een duwtje in de rug verdragen om op zoek naar werk op stap te gaan richting Vlaanderen. Dat ze daar Nederlands spreken en Waalse arbeiders die taal meestal niet of nauwelijks machtig zijn, zal wel geen probleem zijn, Vlamingen zijn behulpzame mensen. Overigens decennia lang lagen de kaarten precies andersom: ten zuiden van de taalgrens was er toen werk, in Vlaanderen waren er werklozen en dus trokken die naar Wallonië. Zonder mobiliteitspremie, een woord dat men nog moest uitvinden. Die pasten zich daar aan en leerden het nodige Frans. Guido Fonteyn schreef daar boeiende verhalen over. We gaan er dus op vooruit. Alleen annexeert de Belgische minister Milquet bevoegdheden die niet meer in haar Belgische portefeuille zitten, meer nog, ze probeert de regionalisering van het arbeidsbeleid te voorkomen. Die regionalisering moet niet meer want kijk, de Belgische minister van arbeid doet al te werk. Niet weinigen in Vlaanderen denken terecht dat dit niet kan, alleen wordt mevrouw non ook nu niet tegengesproken. Niet door de Vlaamse media, niet door de Vlaamse regeringspartijen, niet door premier Leterme. En inderdaad Leterme I heeft inderdaad afgesproken dat men de arbeidsmarkt zal aanpakken via een ‘gezamenlijke strategie’, uitgewerkt samen met ‘de deelstaten en in overleg met de sociale partners.’ Diezelfde arbeidsmarkt waarover tot lang na 10 juni gezegd werd dat dit de absolute Vlaamse prioriteit was. Diezelfde regering Leterme zal ‘het activeringsbeleid evalueren’ ten einde ‘de begeleiding van de werkzoekenden’ in het kader van een ‘opgevoerde opvolging’ te verbeteren.’ Misschien kan men maar beter de VDAB nu al opdoeken? De regering zal voor ‘jongeren, vrouwen, allochtonen, oudere werknemers, personen met een handicap’ de toegang tot de arbeidsmarkt vergemakkelijken.’ Durft iemand nog volhouden dat Joëlle Milquet dit keer geen gelijk heeft De regering zal in overleg met de sociale partners zoeken naar mogelijkheden ‘om een soepelere invulling te kunnen geven aan de 38-urenweek’. Dat de arbeidsmarkt in Vlaanderen er helemaal anders uitziet dan in het Franstalige zuiden is voor Leterme I geen argument om de gewesten bij deze zoektocht zelfs maar te betrekken. ■ M ARC PLATEL
➥
vervolg p. 11
mei 2008 nr. 5
Doorbraak
3
STA ATS ( H ER ) VO R M I N G
Vlaams Parlement naar tweede klasse Samenvallende verkiezingen: niet doen Franstaligen, Vlaamse liberalen en nu ook Leterme voorlopig nog niet CD&V - sturen almaar meer signalen uit dat ze alle verkiezingen weer willen laten samenvallen, maar over de manier om dat te regelen zijn ze minder duidelijk. Dat wekt op zijn minst argwaan en laat vermoeden dat er in achterkamers afspraken zijn bedisseld.
Het Vlaams Parlement is een legislatuurparlement. Het wordt pas om de vijf jaar herkozen. Zelfs als de Vlaamse regering valt, wordt het parlement niet ontbonden. Dan moeten de politieke partijen een andere meerderheid zien te vinden. Op het federale niveau bedraagt een legislatuur in princiep vier jaar, maar als de regering valt, worden Kamer en Senaat ontbonden en volgen er nieuwe verkiezingen. De twee verkiezingen koppelen impliceert dat ook het federaal parlement een legislatuurparlement zou worden. Peiling De argumenten die de voorstanders van samenvallende verkiezingen hanteren, zijn nogal zwakjes. Liefst 78 % van de Belgen zou daar voorstander van zijn, zegt een recente peiling waarnaar wordt verwezen (81,4% VL, 73,8% W, info HN, 21 maart). Merkwaardig, politici die nu plots wél zouden luisteren naar peilingen. Het idee is niet nieuw. ‘We hebben ons vergist met de splitsing van de federale en regionale verkiezingen’, liet Steve Stevaert op 22 mei 2004 al noteren in De Tijd. Het thema wordt zijn sp.a-joker in het tv-programma Doe de Stemtest. Stevaert had geen ongelijk - veel mensen balen van verkiezingen - maar de conclusie is nogal populistisch. Ook de democratie moest voor Stevaert blijkbaar gratis zijn. Vooral Patrick Dewael liet snel horen dat Open VLD er net zo over denkt. Hij pleitte voor vijfjarige federale regeerperioden. Weg met de kiezer, zo leek het wel. En Jean-Luc Dehaene gaf het signaal dat ook met CD&V daarover wel een klapke valt te doen. ‘Die vermenigvuldiging van verkiezingen is niet goed voor het beleid’, dicteerde hij (DS, 1 juni 2004). Yves Leterme, in 2004 met glans verkozen tot Vlaams minister-president, hield toen nog de boot af (‘geen punt van geloof’, DT, 31 dec. 2004), maar in de aanloop naar de verkiezingen van 10 juni 2007 gaf hij andere signalen. Vandeurzen volgde monkelend. Zelfs Bart De Wever was toen niet helemaal duidelijk. ‘Als het Belgische federaal model niet meer werkt, schaf België gewoon af’ - de zin voor de achterban - combineerde hij met het pragmatisme van ‘Als de drie grote partijen daarvoor gewonnen zouden blijken, kan ik daar rationeel in meegaan’ (DM, 16 mei 2007). Een en ander liet vermoeden dat die toegeving binnen het kartel al lang als een van de minst schadelijke scenario’s werd be-
4
Doorbraak
nr. 5 mei 2008
schouwd. Pasmunt voor het op gang trekken van nakende regeringsonderhandelingen? Ruud Goossens (DM, 8 mei 2007) stelde dat het voor Leterme en voor CD&V geen optie was om te passen voor de federale kiesstrijd van 2007. Hij en niemand anders was het boegbeeld van de Vlaamse christendemocratie. Hij en niemand anders moest CD&V federaal terug aan de macht brengen. Goossens heeft niet helemaal ongelijk in het aanwijzen van het probleem. Maar de oplossing die hij suggereert, is wel erg merkwaardig voor iemand die vermoedelijk vindt dat democratie beter wordt afgemeten aan de geregelde confrontatie tussen ideeën dan aan pragmatische overwegingen over plaats- en positiespel van de boegbeelden. Postjesdemocratie? In een van de laatste televisiedebatten vóór de verkiezingen namen de Vlaamsgezinde partijen duidelijk stellingen in via vier ex-VU’ers. ‘In andere landen zijn er ook veel verkiezingen’, relativeerde Geert Lambert (Spirit). ‘Gevaarlijk voor partijen rond de kiesdrempel’, waarschuwde Bart Staes (Groen!). Gevaarlijk ‘omdat het de Vlaamse autonomie terugschroeft’, stelde Frank Vanhecke (VB). ‘Verkiezingen’ zijn een ‘feest van de democratie’, voegde Geert Bourgeois (N-VA) daar nog aan toe. Het leek er weer even op dat het idee was begraven, maar na de verkiezingen werd het weer opgerakeld. Marleen Vanderpoorten (Open VLD) verdedigde die piste als voorzitter van het Vlaams Parlement. In haar elfjulirede dan nog. Dat zegt veel over de liberale kijk op de zaak... Samenvallende verkiezingen zullen het ‘de kiezer’ simpeler maken, zegt ze. In haar Vlaams Parlement zorgde het federale verkiezingsjaar 2007 voor dertien wissels. Inderdaad niet netjes. Maar ook voor dat probleem valt er als oplossing wel meer te verzinnen dan het inperken van het kiesrecht en de regionale dynamiek. Tegenargumenten Merkwaardig detail: het zijn de CD&V-jongeren, met voorop Peter Van Rompuy, die in een opiniestuk in De Standaard (13 juli 2007) de Vanderpoorten-piste radicaal afschieten: ‘Dat zou in één pennentrek haast alle Vlaamse verworvenheden wegvegen. Wij willen de deelstaten net meer verantwoordelijkheid toebedelen. Daarom ook moet elk bestuursniveau zijn beleid apart voor de kiezer verdedigen’. Papa Herman zal hem enkele weken later de les leren. Ook Marc Reynebeau is op dat moment erg kritisch: ‘Hoe dat moet, als die kiezer dan twee campagnes tegelijk over zich heen krijgt, over twee verschillende politieke entiteiten met elk hun eigen problemen en uitdagingen, is niet duidelijk ...’ (DS, 18 juli 2007). Nog meer tegenargumenten worden in stelling gebracht, onder meer in opiniestukken in de kranten. Het gependel tussen Vlaams en federaal niveau is inderdaad een probleem. Maar daar is - mits de politici hun werk doen
Hoe de CD&V-mandatarissen daarover denken, bleek uit een peiling van de VVB: niet doen!
Kris Peeters en overstapjes van verkozenen onmogelijk maken - best iets aan te doen. Letermes vlucht van het Vlaamse naar het federale niveau (2007) was geen fraai schouwspel, net zo min als die van zijn voorganger Patrick Dewael (2003). Het was in beide gevallen een keuze voor België eerst. En voor een Vlaams minister-president een weinig respectabel manoeuvre. Vlaanderen dienen vanuit federale posities? Tot dusver zijn we niet onder de indruk van de prestaties van de nieuwe federale premier... Te veel verkiezingen? Ook dat is een mager argument. Marc Gevaert becijferde voor Doorbraak (maart 2008) dat er in de jaren 1980 meer verkiezingen waren dan er in dit decennium zullen zijn. Men ‘vergeet’ al eens te vermelden dat de Vlaamse verkiezingen samenvallen met de vijfjaarlijkse Europese verkiezingen, een stembusgang die in geen geval te ontwijken valt (evenmin als de zesjaarlijkse gemeenteraadsverkiezingen). Minder verkiezingen komen er dus enkel als men monsterverkiezingen organiseert (Vlaams, federaal, Europees), met op elk niveau legislatuurparlementen. Het argument is zo lek als een zeef. In alle federale staten zijn federale en deelstaatverkiezingen gescheiden. Voor Fransen, Duitsers of Amerikanen is vaak kiezen geen probleem. Waarom slaat hier dan het populisme toe? Staan lange bestuursperioden per definitie voor beter bestuur? En waarom die angst voor de kiezer? Werkte het Vlaams Parlement slecht toen de federale regering maanden in een moeras verdween? Partij en premier Het wordt boeiend om volgen hoe CD&V zich over dit thema uit de verdeeldheid werkt. In augustus 2007 werd trekpaard Dehaene van stal gehaald om een geblokkeerde Leterme uit de modder te trekken. In zijn “ontblote” schootnota was sprake van samenvallende regionale en federale verkiezingen vanaf 2009 en ‘Quid N-VA’? Louter een privédocument, loog men aanvankelijk. Doorgesproken met Leterme, die toen nog tegen was, zou later uit de VRT-reportage blijken (‘Gij halveert mijn overwinning’, DM 12 jan.). Leterme gaf trouwens in de West-Vlaamse tv-studio van WTV/Focus ook toe dat het om een CD&V-werkstuk ging. De nota werd afgeschoten, vooral omdat Reynders (MR) tegen was (‘Van de PS de grootste partij maken is niet mijn politieke doelstelling.’) Als Herman Van Rompuy als verkenner opdraaft, pleit ook hij op 28 augustus voor het samenvallen van verkiezingen. Een persoonlijk standpunt?
STA ATS ( H ER ) VO R M I N G
Ondertussen groeit in de Vlaamse Beweging ook de kritiek op samenvallende verkiezingen en legislatuurparlementen. In dit systeem wordt de sleutel van de democratie - de kiezer raadplegen - weggegooid. (zie diverse opiniestukken, o.m. van Bart Maddens en Peter De Roover). Vlaams Belang en Lijst Dedecker (‘We moeten één ding verbieden: jobhopping. Wie op een bepaald niveau is verkozen, blijft daar’, GVA, 19 nov.) zetten druk op de N-VA.
In het Vlaams Parlement (27 feb.) zegt CD&V-fractieleider Ludwig Caluwé dat er in het tweede pakket staatshervorming midden juli zeker geen federale kieskring mag zitten, maar ook geen samenvallende verkiezingen (DM, 28 feb). Ook Jan Jambon (N-VA) benadrukte dat de staatshervorming maar in één richting kan gaan. Hij stelde een veto tegen een federale kieskring, samenvallende verkiezingen en een paritaire senaat. De absolute chef? Maar Leterme noemt in maart gescheiden verkiezingen ‘een rem zijn op goed bestuur’. ‘Ik weet dat mijn standpunt een beetje ingaat tegen dat van anderen, ook uit mijn eigen partij’, zei hij tijdens een ontmoeting met lezers van Het Nieuwsblad. Krijgt Leterme zijn ‘bocht’ verkocht? De Vlaams Parlementsleden (bij monde van Ludwig Caluwé) spartelen tegen. Een legislatuurparlement mag in Vlaanderen dan nog een beetje werken, op federaal vlak - waar communautaire conflicten voor extra vuurwerk zorgen - is dat minder evident. ‘Na een grondige staatshervorming, wanneer het zwaartepunt bij de deelstaten ligt en de confederale Belgische overheid eigenlijk een soort afgeleid niveau is, kan er wel over gepraat worden’, vindt Caluwé (HN, 4 april). Ook waarnemend voorzitter Wouter Beke volgt Leterme niet: ‘Leterme sprak in persoonlijke naam ... Wij zijn hier geen vragende partij voor’ (HN en DM, 4 april). Binnen CD&V worden de kaarten geschud. Voor de partij, maar ook voor Vlaanderen. Jongeren, Vlaams Parlementsleden, de Vlaamsgezinde CD&V’ers... ze hebben al moeten slikken dat hun partij in de regering stapte zonder de beloften waar te maken. Krijgen ze nog maar eens een signaal dat ze binnen CD&V absoluut licht wegen? En slikken ze samenvallende verkiezingen, de ultieme wegversperring voor al wie streeft naar meer Vlaanderen? Het wordt tijd voor duidelijkheid. Wie zegt de confederale kaart te trekken, moet ook in de electorale huishouding in dit land orde op zaken zetten. Meer Vlaanderen (en Wallonië) en goed bestuur bereik je niet door regionale verkiezingen ondergeschikt te maken, maar wel door de federale verkiezingen af te schaffen en de federale kamers - al dan niet nog tijdelijk proportioneel samen te stellen door de parlementen van de Franse en Vlaamse Gemeenschap (met een gewaarborgde Brusselse vertegenwoordiging). Elk ander spoor leidt naar meer België. En dat was niet de bedoeling. Toch niet van de meerderheid van de Vlaamse kiezers. Niet in 2007. En wellicht ook niet in 2009. ■ JVdC
mei 2008 nr. 5
Doorbraak
5
B RUS SEL
Brussel voor of zonder de EU De prijs van het visitekaartje “Hoofdstad van Europa” et probleem van Vlaanderen zijn de Vlamingen. Het H gedrag van de Vlaamse politici doet het ergste vrezen voor de dag waarop de Vlaamse verworvenheden niet meer door institutionele traagheid worden beschermd, wanneer België uiteenvalt en alles opnieuw mogelijk wordt.
Terwijl de Franstaligen de crisis van het afgelopen jaar hebben gebruikt om de inzet te verhogen en de Vlamingen te laten voelen wat ze allemaal op het spel zetten als ze communautaire eisen blijven stellen, was er geen Vlaams antwoord op hetzelfde niveau. Wanneer de overzijde openlijk het statuut van het Nederlands in Brussel en de grenzen met de Rand in vraag stelde, legde geen enkele Vlaamse onderhandelaar de afschaffing van het Brussels gewest op tafel. Dat de Franstalige bluf niet met Vlaamse bluf is beantwoord, zullen onze politici graag uitleggen als een teken van Vlaamse redelijkheid. Zo redeneren de krenteniers, maar zij dolen. In het strijdperk is hanige grootspraak een zeer reële factor in winst of verlies. Haar psychologische effecten vertalen zich in concrete winst- of verliespunten. Wapengekletter bijvoorbeeld, leidt bij Vlaamse opiniemakers tot verontwaardiging over zoveel “gekibbel”, en vervolgens tot verwijten aan de Vlamingen zelf wegens hun “provocerende” standpunten. Zo weten de Franstaligen de Vlaamse onderhandelingspositie te verzwakken louter door hun strijdbare taal. In dit geval staat er achter de stoere woorden ook reële macht, namelijk de steun van de zogenaamde internationale gemeenschap. Regelmatig slagen de Franstaligen erin om internationale instanties op te trommelen voor verontwaardigde inspecties in Vlaamse “mensenrechtenschendingen”. De Serviërs hebben pas nog ondervonden hoe dat tot amputatie van een dierbaar stuk grondgebied kan leiden. Stel nu eens dat België uiteenvalt. Als insider kan ik me niet goed voorstellen hoe het in godsnaam zou moeten gebeuren, maar buitenlandse waarnemers menen dat het elk moment zo ver kan zijn. Stel dus. Vlaamse krenteniers rekenen voor dat Brussel, voor de centen en dus voor Vlaanderen zal kiezen. Veel waarschijnlijker is echter dat de Brusselaars hun hart zullen laten spreken en Vlaanderen voorgoed uitspuwen. Wat trouwens geen einde hoeft te maken aan de Vlaamse geldstromen, daar zullen de Vlamingen zelf wel een reden voor bedenken. Verder zullen de Vlaams-Brabantse gemeenten en wijken met Franstalige meerderheid democratisch voor aanhechting bij Brussel of Wallonië kiezen. Dat is wat de faciliteitenburgemeesters met hun jongste nummertjes nog eens duidelijk hebben gemaakt. Brussel en de rand kiezen voor secessie uit Vlaanderen. De internationale gemeenschap zal geen reden zien om hen hun democratische wens te weigeren. Wanneer Franstaligen de Vlamingen waarschuwen voor de implicaties van “België barst!”, bluffen zij niet.
6
Doorbraak
nr. 5 mei 2008
Men moet het project van een onafhankelijk Vlaanderen daarom nog niet opgeven, maar men moet wel de zwakheden van het eigen kamp in zijn strategie verrekenen. Een Vlaamse politieke klasse die de Vlaamse autonomie afbouwt door op samenvallende verkiezingen aan te dringen, die is tot elke uitverkoop in staat. Stand houden onder de druk van een historische crisis zal duidelijk te veel gevraagd zijn. Het is in dat licht dat ik wel begrip heb voor het voorstel van Derk-Jan Eppink: ‘Geef Brussel een Europees statuut’ (2 maart). De positie van de Vlamingen in Brussel en de Rand is hopeloos verzwakt, en we kunnen niet op de Vlaamse politici rekenen om ze te beschermen eens het erop aan komt. Maar als we onze kaarten goed spelen, dan kunnen we die opdracht aan de EU toevertrouwen. In ruil voor zo’n cadeau zal de EU wel de bestaande taalwetten willen overnemen, en zij zal veel stipter en onpartijdiger zijn dan België in de uitvoering ervan. Aan door de EU gewaarborgde grenzen tornen zal voor Franstalige imperialisten veel moeilijker zijn en minder internationale sympathie opwekken dan aan Belgische binnengrenzen morrelen. Bovendien zal dat weinig veranderen aan de sociologische werkelijkheid dat de Vlamingen uit de Rand worden verdreven door de stijgende woningprijzen. Eppink hamert erop dat de EU veel bijdraagt aan “de Brusselse economie”, maar dat is een abstractie waarmee zeker niet de concrete Vlamingen zijn bedoeld. Zolang Brussel EU-hoofdstad is, zal de bevolkingsdruk toenemen. De nieuwkomers zullen in afnemend percentage Franstalig zijn, maar voor de Vlamingen blijft het effect hetzelfde: zij kunnen de prijzenslag met eurocraten en lobbyisten niet aan en moeten vertrekken. En een EU-hoofdstad met slechts één miljoen inwoners, dat gaat ook niet blijven duren: schrap op termijn maar de heel brede Rand als regio “waar Vlamingen thuis zijn”. Dat is de prijs die we onontkoombaar zullen betalen voor het vleiende visitekaartje “hoofdstad van Europa”. Pater Versteylen bepleit de voordelen van kleinschaligheid. Er is heus wel leven na de EU-glitter. Maar zo logisch en eenvoudig, daar willen de Vlamingen niet aan. Het probleem van Vlaanderen zijn de Vlamingen. ■ KOENRAAD ELST
Niemand houdt van verliezers en zelfbeklagers
I
n De Standaard van 10 april lazen we het nog maar eens van een ander: de Nederlandse journalist Bart Dirks, die vijf jaar lang correspondent van De Volkskrant in Brussel geweest is, verwijt het ‘enge Vlaamsnationalisme’ (niet duidelijk of die uitdrukking van Dirks zelf of van de krant komt) telkens opnieuw met het roerende maar nu toch wel achterhaalde verhaal te komen aandraven van de Franstalige officieren en de arme Vlaamse drommels aan de IJzer. Alsof er intussen in en voor Vlaanderen niets ten goede zou zijn veranderd. Zijn niet onterechte bemerking herinnert me aan de klassieke Jiddisje mop van de oude jood die ‘s nachts in een vol treincoupé luidop zat te jammeren over zijn vrouw Sarah die zo ziek was, zijn dochter Hannele die uitging met een christen en zijn zaak die met failliet bedreigd werd. Tot de medereizigers het beu werden en hem zegden: ‘Maar Mosje, je vrouw is toch reeds lang genezen, je dochter heeft de relatie met die Pool afgebroken en je zaak floreert al maandenlang opnieuw?’ Waarop hij hen gelijk geeft, om een paar minuten later even luid te herbeginnen: ‘Oy, mijn vrouw Sara was toch zo ziek! enz.’ Je had, anders gezegd, van een Nederlander die nota bene in Brussel gewoond heeft een tikkeltje meer nuance kunnen verwachten, maar soit. Deze milde ontgoocheling over het gebrek aan empathie vanwege een Dietse stambroeder neemt niet weg dat het inderdaad tijd wordt de oude treurgewaden af te leggen en een beetje assertiever te gaan leven. Je kan ook zeggen: meer vanzelfsprekend en complexloos. Betekent dit dat het oude onrecht nooit geschied is, zoals bepaalde neobelgicisten suggereren, mensen die blijkbaar de hele Vlaamse emancipatiestrijd willen reduceren tot de carrièristische rancunes van lagere ambtenaren en kleinburgers in de Vlaamse provincies van het jonge België (Reynebeau, Het klauwen van de leeuw, Van Halewyck, 1995)? Uiteraard wel, want hoe kan je anders het ontstaan en de groei van de Vlaamse Beweging verklaren, maar dat is het probleem niet. De vergelijking tussen de sociaaleconomische, culturele en politieke situatie van de Vlamingen aan het einde van de 19e eeuw en vandaag moet, lijkt me toch, volstaan om eens en voorgoed met dit geritualiseerde klagen op te houden. Op de eerste plaats omdat het verlammend en verengend werkt en dus niet goed is voor de volksgezondheid. Het werkt verlammend, want het versterkt de antipolitieke reflex die ons al meer dan genoeg schade berokkend heeft, met het ironische gevolg (en de klassieke Griekse ironie heeft iets tragisch, denk maar aan de arme koning Oedipus die zó zijn best gedaan had voor land, vrouw en kinderen) dat we nu de eigen Vlaamse instellingen en politici met bijna dezelfde achterdocht, plantrekkerij en achterpoortjes benaderen zoals we deden met de overheidsinstanties in het verleden.
kritische instelling moet maar eventjes in een beschaafd buitenland gaan wonen om te merken dat een dergelijke vorm van wantrouwen allesbehalve getuigt van een volwassen omgang met de polis waarvan men toch zo graag volwaardig burger beweerde te willen worden. Er is namelijk een hemelsbreed verschil tussen een geëngageerde kritiek die lekker scherp mag zijn en een reeks vooroordelen die elke participatie al bij voorbaat als “postjesjagerij” of verraad bestempelen. En het is verengend, omdat op termijn niemand nog naar ons luistert behalve wijzelf en dat met toenemende tegenzin.
VL A A M S - N AT I O N A L IS M E
Doodbedaard gebruik maken van democratische meerderheid
De Engelse uitdrukking Nobody likes a loser is wellicht harteloos, maar in ieder geval accuraat. Wie - zoals die oude jood op de trein - blijft klagen, verliest elke sympathie en kan uiteindelijk niet langer met de buitenwereld communiceren. Want de anderen voelen dat je alleen nog maar met je eigen echte en vermeende problemen bezig bent of alles daartoe herleidt. Terwijl we weten dat elke belangrijke vooruitgang van onze Nederlandse cultuur in Noord en Zuid het gevolg geweest is van een zo breed mogelijke confrontatie met mensen, ideeën, kunstwerken, technieken en leefgewoonten uit alle streken van Europa en de wereld. Niet omdat de eigen cultuurgoederen minderwaardig zouden zijn, maar omdat ze altijd al de vrucht geweest zijn van een levendige interactie met andere culturen. Op de tweede plaats is zo’n klaaghouding gewoon niet efficiënt. Zo kan je nog honderd keer het droevige lot beschrijven van de arme Vlaamse gepensioneerde die in een Brussels ziekenhuis geen Nederlandstalige arts of verpleegkundige vindt die hem als een gelijkwaardige behandelt, wat toch de essentie van een menswaardige ziekenzorg is, of op het onrecht wijzen dat jonggetrouwde koppels in de Rand aangedaan wordt wanneer ze in hun eigen streek grond willen kopen et j’en passe. We hebben echter onlangs gezien dat één resolutie in een parlementaire commissie, waar de Vlamingen doodbedaard gebruik maken van hun numerieke en dus democratische meerderheid, wél efficiënt kan zijn. Wie dat gebaar als een oorlogsverklaring opvat, zegt daarmee impliciet dat hij of zij moeite heeft met de democratische spelregels, anders gezegd met de realiteit van een Vlaamse gemeenschap die zich langzamerhand begint te gedragen als om het even welke andere democratische gemeenschap elders ter wereld. In het Britse Engels antwoordt men op zoiets beschaafd: ‘too bad’! Wegens het theatrale effect verkies ik de brutalere Amerikaanse versie daarvan: ‘tough shit’!
■ LUDO ABICHT
Wie denkt dat dit normaal is of zelfs een voorbeeld van een mei 2008 nr. 5
Doorbraak
7
ECO N O M I E
Van mobiliteitspremie tot btw op vastgoed Milquet en Reynders één strijd: meer transfers naar Wallonië De federale ministers Joëlle Milquet (CdH) en Didier Reynders (MR) kunnen elkaar niet luchten, maar trekken wel aan hetzelfde zeel. Beiden werken aan een verhoging van de transfers van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel en een uitholling van de regionale bevoegdheden. Zij met haar voorstel voor een mobiliteitspremie voor werklozen, hij met de invoering van btw op bouwgronden. Laat de regering Leterme betijen en zet ze zo de staatshervorming op haar kop? De beleidsvoorstellen die de federale minister van Werk Joëlle Milquet heeft uitgewerkt, handelen uitgebreid over de vorming, begeleiding en activering van werkzoekenden. Materies die de verantwoordelijkheid zijn van gemeenschappen en gewesten. Je moet maar het lef hebben dergelijke voorstellen te doen, luttele weken na het sluiten van een regeerakkoord dat een nieuwe fase in de staatshervorming in het vooruitzicht stelt, met verdere regionalisering van het arbeidsmarktbeleid als speerpunt. Blikvanger in het plan is een nieuw premiestelsel voor werkzoekenden, onder meer om de arbeidsmobiliteit tussen de gewesten te versterken. Het plan wordt gelanceerd over de hoofden heen van de regionale ministers-presidenten, die hierover al enige tijd overleg plegen. Het is nochtans aan hen om afspraken te maken. Weggegooid geld De voorgestelde federale mobiliteitspremie vormt op zich weggegooid geld. De thans al bestaande mobiliteitspremie leverde niets op. Waarom zou deze premie - voor een vergelijkbaar bedrag - meer resultaat hebben? Sleutels voor een versterkte mobiliteit dienen gezocht in een echte activeringspolitiek die werkzoekenden intensief begeleidt en controleert op werkbereidheid, gekoppeld aan een beperking van de uitkering in de duur en vlottere vervoersmogelijkheden.
gemeenten met hoge werkloosheid, die een job aanvaarden in een ander arrondissement met lage werkloosheid. Die krijgen 75 euro per maand gedurende een jaar. Een Brusselaar die 5 km verder een job vindt aan de luchthaven van Zaventem krijgt een premie, zo ook de inwoner van Ath die wat verder in Kortrijk aan de slag gaat. Maar niet de Kortrijkzaan die dagelijks naar Brussel pendelt, of de Limburger die de file-ellende op de E313 trotseert voor een job in de Antwerpse haven. Blijkbaar hebben de vakbonden geen probleem met deze ongelijkheid, want ze keurden het voorstel van Milquet goed in het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). Maar, tja, de vakbonden mogen zelf instaan voor de uitbetaling van de premie en aldus nog eens Sinterklaas spelen voor werklozen. Reynders en btw Terwijl Milquet langs de uitgavenkant de transfers doet aanzwellen en een regionalisering afblokt, doet Reynders dit aan de inkomstenzijde. Met zijn voorstel om terreinen die samen met een nieuw gebouw worden verkocht voortaan te onderwerpen aan btw, zit hij op drie manieren in de Vlaamse portefeuille. Ten eerste vinden dergelijke verkopen vooral plaats in Vlaanderen en gaan de kopers daar 21% btw moeten betalen in plaats van 10% registratierechten.
Didier Reynders
Ten tweede laat deze regeling verkopers van terreinen toe om de door hen betaalde btw voor de sanering van gronden te recupereren. Die te saneren terreinen liggen in belangrijke mate in de oude Waalse staalbekkens. Ten derde neemt de federale overheid een inkomstenbron af van de gewesten, en vooral van het Vlaamse gewest: de regionale registratierechten op deze gronden worden immers vervangen door federale btw.
Er is slechts één deugdelijk antwoord op het voorstel-Reynders: regionaliseer de btw op vastgoed. Niets nieuws onder de Het regeerakkoord voorziet overigens in zon. Deze eis stond al in de fameuze reeen geleidelijke vermindering van de uitsoluties die het Vlaams Parlement in Joelle Milquet kering naargelang de duurtijd van de 1999 goedkeurde over de agenda voor werkloosheid (de zogeheten degressivieen komende staatshervorming. Het is teit van de uitkering), naar het voorbeeld van de rest van Eueen kwestie van pure efficiëntie: de hele woonpolitiek is nu al ropa. Maar daar is niets van terug te vinden in het beleidsplan een regionale materie, met inbegrip van belangrijke vastgoedvan Milquet. Ze houdt het bij nog eens bijkomende, federale belastingen als registratierechten en onroerende voorheffing. premies, terwijl de federale kas nu al leeg is, zoals Guy VerhofOok de btw op vastgoed moet daar aan worden toegevoegd. stadt bij zijn afscheid deemoedig toegaf. Bespaar ons de poespas die thans in de maak is om de gewesten voor het verlies aan inkomsten door het voorstel-Reynders Uiteraard niet toevallig is de voorgestelde mobiliteitspremie te compenseren met nieuwe dotaties. Goed bestuur, aub! een toetje voor in hoofdzaak Waalse en Brusselse werkzoekenden. Ze geldt immers enkel voor werkzoekenen woonachtig in ■ JACA
8
Doorbraak
nr. 5 mei 2008
O PI N I E
Politiek geniaal, economisch wanstaltig Notionele interestaftrek
D
at de federale regering zonder een behoorlijke staatshervorming haar financiën nooit drijvende kan houden, hadden we al eerder betoogd. En stilaan begint het door te dringen dat de ijsberg gevaarlijk dichtbij begint te komen.
En dus zoekt Leterme - waarom zoekt die man altijd de moeilijkheden op? koortsachtig naar meer inkomsten en minder uitgaven. Terwijl de interesten stijgen en “de mensen” schreeuwen om wat meer koopkracht om hun stookolie te kunnen betalen, is dat alleszins geen sinecure. En veel gebouwen en pensioenfondsen schieten er ook al niet meer over.
‘We zitten dus met een regelgeving waarvan niemand eigenlijk weet hoeveel ze kost of wat ze opbrengt’
De scherpste pijlen worden nu dus gericht op de notionele interestaftrek die Verhofstadt in 2005 uitdokterde. Sommigen krijgen al natte dromen als ze uitrekenen hoeveel het zal “opbrengen” als dit weer wordt afgeschaft. Di Rupo heeft al uitgerekend hoeveel keren hij het treinverkeer gratis kan maken. Of om het met andere woorden te zeggen: voor je aan iets raakt wat pijn doet aan mijn mensen, schaf je dit beter af. Een betere verdediging tegen besparingen is nauwelijks in te denken. Geen aantrekkingskracht Maar wat is nu dat notioneel geval? Even wat achtergrond. Om investeringen aan te trekken, moet je als land iets te bieden hebben dat anderen niet hebben. Met hoge belastingen en hoge loonkosten loop je niet echt ver. Tot 2003 had België “coördinatiecentra”, een achterpoortje om internationale bedrijven een boel belastingvoordeel toe te stoppen. Op bevel van Europa moesten die toe,
en dus verloor België wat Ernst & Young het ‘belangrijkste onderdeel van zijn aantrekkingskracht op buitenlandse investeringen’ noemt. In een normaal land zou je verwachten dat je de belastingen verlaagt als je je aantrekkingskracht verliest. Niet zo in België natuurlijk. Hier is ‘belastingsverlaging voor bedrijven’ zoiets als vloeken in de kerk. Er mocht echter wel een nieuw speeltje komen, maar het moest vooral ingewikkeld zijn en niet lijken op belastingverlaging. Verhofstadt raapte dan maar een idee op dat Reynders al in 2004 lanceerde: de notionele interestaftrek. Technisch gezien is het een aftrekpost voor investeerders die kapitaal inbrengen in hun onderneming in plaats van dat te gaan lenen. In realiteit is het een behoorlijk fiscaal cadeautje voor bedrijven met goede adviseurs en een aansporing om in ons land te investeren. Politieke spitstechnologie Het was een geniale zet voor Verhofstadt, want het voldeed aan alle voorwaarden om politiek aanvaardbaar te zijn. Het was geen verlaging van het belastingtarief, want dat kon uiteraard niet. Het kon “sociaal” worden verkocht, want het versterkt het eigen vermogen van bedrijven en vermijdt dus faillissementen en ontslagen. Het is technisch nogal ingewikkeld en dus onmogelijk uit te leggen of aan te vallen. Bovendien kon niemand, op een paar honderd miljoen na, vooraf voorspellen wat het allemaal zou kosten of opbrengen. En dus kon iedereen er zijn eigen budgetten op plakken. Daarenboven gaf het Verhofstadt de ideale springplank om rond te reizen, de wereld te verbazen met een nieuwe Belgische specialiteit (naast het bier en de chocolade) en zichzelf internationaal te promoten. En als kers op de taart was het een zet die moeilijk door een volgende regering kon worden teruggedraaid. Want welk modderfiguur slaat een land als de ene regering investeringen aantrekt met de belofte op aftrekposten en de volgende regering die dan afschaft? Dit is overduidelijk politieke spitstechnologie van de bovenste plank.
Tot daar de voordelen. De nadelen zijn anders ook niet mis. Het ding is een fiscaal gedrocht, want vol onduidelijkheden, achterpoortjes en uitzonderingen, waar zelfs dure fiscale adviseurs nog moeilijk weg mee weten, laat staan de belastingdiensten. Het systeem is ook een open uitnodiging voor fiscale spitstechnologie, waar de grens tussen “misbruik” en “optimalisatie” niet altijd even duidelijk is. Hoeveel het grapje de overheid kost of opbrengt, is ook al onduidelijk, want het is nog maar in voege sinds begin 2006 en het duurt in ons land altijd een paar jaar voor we weten hoeveel de belastingen opbrengen. En wie eraan begint te timmeren om de gaten te stoppen, die kan - een beetje zoals Microsoft - elke drie weken een nieuwe versie op de markt brengen. Fiscale spaghetti We zitten dus met een regelgeving waarvan niemand eigenlijk weet hoeveel ze kost, wat ze opbrengt, hoe ze waterdicht kan worden gemaakt en die de hele fiscale spaghetti in dit land nog een graadje ingewikkelder maakt. En uiteraard kan ze niet worden afgeschaft, want dan staat ons land in het buitenland en Verhofstadt in het binnenland met de billen bloot. Een politicus met wat gezond verstand zou pleiten om het hele boeltje af te schaffen samen met een rist andere aftrekposten en de belastingvoeten voor iedereen te verlagen. Iedereen gelijk voor de fiscus. Maar dat zou uiteraard té simpel zijn in een land waar het absurde een deugd op zichzelf wordt genoemd.
■ DIRK L AEREMANS
mei 2008 nr. 5
Doorbraak
9
VRIJE TRIBUNE
CERD-bemerkingen belachelijk en pervers
O
p 7 maart aanvaardde het Comité voor de uitbanning van rassendiscriminatie (CERD) zijn bemerkingen omtrent het verslag dat België had ingediend over de implementatie van de verplichtingen op basis van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie. Dit verdrag werd in 1966 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aanvaard, en door België bekrachtigd op 7 augustus 1975.
ming te brengen met de verdragsbepalingen.
Ik wil in de eerste plaats enkele gegevens verschaffen over het controlemechanisme dat door dit verdrag is ingesteld. Nadien zal ik ingaan op de opmerkingen van het CERD.
Tijdens de bespreking van het verslag van België stellen deze leden vragen waarvan zij de inhoud enkel kunnen verkregen hebben door vertrouwelijke informatie. Overigens wordt het verslag van België in dit geval opgesteld door o.m. het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding waarvan de antiVlaamse reflex voldoende bekend is.
‘Is de vereiste van de kennis van het Nederlands of van de intentie om Nederlandse te leren een racistische reflex?’
Het verdrag legt aan de verdragspartijen, waaronder België, de verplichting op om regelmatig (om de twee jaar) verslag uit te brengen over de implementatie van het verdrag in de nationale rechtsorde door alle geledingen van de staat: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. De bedoeling van deze controle is na te gaan of de staat zijn internationale verplichtingen uit dit verdrag correct uitvoert en eventueel bemerkingen te maken over eventuele verbeteringen en aanpassingen. Geen beslissingen Het CERD spreekt geen veroordelingen uit en neemt geen beslissingen: het geeft niet verbindende aanbevelingen die de staten ertoe moeten aanzetten om hun interne rechtsorde beter in overeenstem-
Een belangrijke vraag is waar het CERD de mosterd vandaan haalt. Er is natuurlijk het tweejaarlijks rapport van de staten dat wordt onderzocht. In het verdrag wordt bepaald dat de lidstaten de bevoegdheid kunnen erkennen van het Comité om formele klachten te ontvangen van personen. België heeft dit niet aanvaard. Maar het is niet uitgesloten dat personen, groepen of organisaties informatie gaan doorspelen aan leden van het CERD die “onafhankelijke” experten zijn.
Inhoudelijk Wat de inhoudelijke aspecten van de CERD-bemerkingen betreft, wil ik mij beperken tot de kwestie van de Vlaamse wetgeving inzake de sociale woningen. Het Vlaams decreet van 15 december 2006 beperkt de toegang tot sociale woningen tot personen die Nederlands spreken en/of die beloven Nederlands te leren. Het CERD neemt daar aanstoot aan. Het Comité beveelt derhalve aan dat België ervoor moet zorgen dat de vereiste van de kennis van de taal niet mag leiden tot indirecte discriminatie waardoor eigen burgers en vreemdelingen, die geen Nederlands spreken, verstoken blijven van hun recht op wonen. Ik vind deze bevinding hoogst merkwaardig en controversieel. In de eerste plaats komt het Comité tot de conclusie dat etnische minderheden dikwijls oververtegenwoordigd zijn in de sociale woonwijken en dat dit leidt tot een de facto segregatie in sommige grote steden. België zou moeten effectieve maatregelen nemen om deze segregatie tegen te gaan.
De vereiste van de kennis van het Nederlands of de intentie om Nederlands te leren (een ongelooflijke afzwakking van het beginsel!) zou aan deze segregatie een einde kunnen stellen. Maar dat mag dan volgens het Comité weer niet (men vergelijke de paragrafen 15 en 16 van de CERD-bemerkingen). Tot slot nog enkele korte bemerkingen. Is de vereiste van de kennis van het Nederlands of van de intentie om Nederlands te leren een racistische reflex? Dit heeft niets met racisme te maken en valt dus buiten de bevoegdheid van het CERD. De Belgische regering heeft de plicht om hiertegen te protesteren. Het CERD wenst dat België het Raamverdrag over de bescherming van nationale minderheden van de Raad van Europa zou ratificeren. Ook dit behoort niet tot zijn de bevoegdheden. Het Comité oefent meerdere keren kritiek uit op het feit dat het hoogste Belgisch Administratief Hof, de Raad van State, het decreet op de sociale woningen heeft goedgekeurd. Wie zijn deze “onafhankelijke experts” om zich zulks te veroorloven? De bemerkingen van het CERD zijn niet enkel belachelijk: zij zijn een perverse interpretatie van het begrip rassendiscriminatie geïnspireerd door anti-Vlaamse groeperingen. Meer dan ooit geldt de aangepaste spreuk “Vlaanderen let op uw zaak”, en laat u nooit verleiden om het Europees Raamverdrag over de nationale minderheden te ratificeren.
■ EM. PROF. DR. ERIC SUY GEWEZEN ADJUNCT- SECRETARIS GENERAAL
10
Doorbraak
nr. 5 mei 2008
VERENIGDE NATIES
natuurlijk ... de splitsing van BHV ... (6) ... Voor burgemeester Thiéry van Linkebeek (DM, 12 april) allemaal ‘agressief nationalisme van de Vlaamse politici’.
Vrijspraak En de winnaar is...
Vreemdelingen
Op 31 december 2005 telde België 10.511.382 inwoners, onder wie 900.473 personen met een vreemde nationaliteit, ofwel 8,57% van de totale bevolking (tegenover 8,34% in 2004). Eind 2005 telt het Vlaamse gewest in absolute cijfers het grootste aantal vreemdelingen (314.202), maar in verhouding is het evenwel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (26,9%) dat ver op kop ligt. In Vlaanderen (314.202) zijn er 5 procent vreemdelingen, in Wallonië (312.578) 6 procent. De buitenlandse bevolking nam in het recentste teljaar toe met 29.611 eenheden. Het percentage inwoners ‘van vreemde afkomst’ (Belg geworden) is evenwel veel groter. In 2005 waren 1.268.915 van de in België verblijvende personen geboren in het buitenland, wat overeenstemt met 12,1% van de totale bevolking (11,7% in 2004). In het laatste teljaar verwieren 31.512 inwoners de Belgische nationaliteit. Dat is ongeveer half zoveel als in de piekjaren 2000 en 2001 (toen telkens ca 62.000 per jaar). (Bron: De immigratie in België. Rapport 2007. FOD Werk)
Peiling
De populariteit van het kartel daalt. Dat zou althans moeten blijken uit een peiling van Le Soir. CD&V/N-VA zakt volgens die peiling van 29,6% naar 27,1%. Minieme winst is er voor Vlaams Belang (van 19,0% naar 19,4%) en Groen! (van 6,3% naar 7,0%). Lijst Dedecker (6,5% naar 9,6%) gaat iets steviger vooruit. Sp.a en Open Vld bevestigen hun slechte resultaten van 2007. De socialisten zakken nog verder weg (van 16,3% naar 15,2%) en Open Vld verliest licht terrein (18,8% naar 18,6%). De peiling werd telefonisch gedaan bij 1305 personen tussen 5 en 8 april. (Belga, 10 april)
Peiling vertrouwen TNS
TNS-media peilde voor Humo dan weer bij 1000 Belgen naar het “vertrouwen” (in onderwijs, gezondheidszorg, pers, politie, justitie, koningshuis, milieubeleid, overheidsdiensten en politici). Opvallend is het verschil tussen de antwoorden van Vlamingen en Walen. Vlamingen antwoorden op alle onderdelen veel positiever dan de Walen, behalve voor het koningshuis (35,9% VL t.o.v. 25,4% W). Het vertrouwen in onderwijs bij voorbeeld (resp. 78,8 versus 49,3) is duidelijk minder groot onder de taalgrens. Het vertrouwen in politici is bijzonder laag in Vlaanderen (15%), maar nog eens heel veel lager in Wallonië (6%).
In Zimbabwe was het even wachten tot de stemmen geteld waren en bekend werd wie de verkiezingen had gewonnen. Dat heb je met landen die niet meteen het idee “ordentelijk bestuur” oproepen. Het kan er weken aanslepen voor de winnaar wordt geproclameerd. Maar wij schuiven zo stilaan naar de eerste verjaardag van de jongste verkiezingen. En nog moeten we wachten om te weten wie de winnaar is. Wie bij de kiezer won, was meteen duidelijk dankzij de inzet van geavanceerd telmateriaal. Maar wie het spel zal winnen, weten we niet vóór 15 juli. Dus houden we ons tussendoor maar wat bezig met speculaties. Gevaarlijk spel, want de toekomst wil wel eens verrassingen in petto houden. Toch wagen we het er op. Leterme zal niet slagen in het drieluik waarmee hij de kiezer wist te lijmen. Goed bestuur zit er niet in, een grote staatshervorming is ver af en meteen zal dan ook de geloofwaardigheid aan scherven liggen. Leterme dreigt dan ook dé verliezer te worden. Hij zal niet alleen staan in de hoek waar de klappen vallen. Didier Reynders zit ook wat suf uit te hijgen op het bankje in de hoek van de ring. Amechtig slurpt hij aan de drinkbus en spuwt het vocht in het daartoe voorziene bakje. Er zit bloed bij. Met de rode kleur van de PS die hij in de regering moet tolereren. De houdgreep van het kartel PS/cdH hield hem van het premierschap. Kortom, net als Leterme leerde Reynders dat je in België soms beter de verkiezingen verliest. Zoals de Open VLD. Die kreeg een geweldige uppercut van de kiezer, maar kroop snel recht van het canvas omdat de sp.a een nog steviger dreun te verwerken kreeg. Verliezen is een relatief begrip. Wie minder verliest dan een ander of dan verwacht, wint verhoudingsgewijs. Nu staan we voor een hervorming van de instellingen die wellicht een schijf arbeidsmarktbeleid naar de deelgebieden overhevelt, zonder te raken aan de unitaire financieringsmechanismen. Maar dit houdt mogelijk ook een versterking van België in, want Leterme wipte als een volleerde berggeit over de kloof die de CD&V scheidde van het Open VLD-kamp door zich plots voorstander te verklaren van het laten samenvallen van de verkiezingen (lees: in feite afschaffen van de Vlaamse verkiezingen). Voeg daar nog een scheut unitaire kieskring aan toe en we komen zo ongeveer perfect terecht bij het communautaire Open VLDkiesprogramma. Wie maakte ons ook alweer wijs dat het in België niet mogelijk is het verkiezingsprogramma helemaal uit te voeren? De Open VLD bewijst in de zomer misschien dat het wel kan. En dat na een electorale pandoering. Il faut le faire. Tussendoor wist de Open VLD haar weggestemde oud-premier nog handig te bevorderen tot redder des vaderlands, waarna hij zich in volle glorie een sabatjaar lang kan neervleien onder de eigen olijfbomen. Krachten opdoend om bij de meest passende gelegenheid de dan totaal kapotgecompromiseerde Leterme op te vreten. Zoals het er nu uitziet, zal de winnaar van de verkiezingen van 10 juni 2007 te vinden zijn in het kamp van de cijfermatige verliezers. Zegt wel iets over de kwaliteit van de Belgische democratie en het gewicht dat de Vlaamse kiezers in de weegschaal gooien.
■ PETER D E ROOVER
mei 2008 nr. 5
Doorbraak
11
BU I T EN L A N D
Rest dan nog slechts woede,schaamte of misprijzen? Men neemt de islam niet ongestraft op de korrel
N
a Nine Eleven schreef wijlen de Florentijnse Oriana Fallaci de adembenemende bestseller De woede en de trots (Bert Bakker, 2002), in Italië alleen al op ruim één miljoen exemplaren verspreid. De bejubelde icoon van links bleek zwaar aangegrepen door de aanslagen in haar woonplaats New York. Haar bewonderaars, van Dirk Verhofstadt tot Mark Heirman en van Humo tot de VRT, lieten haar op slag vallen. Men neemt de islam niet ongestraft op de korrel.
Na Three Eleven (Madrid) haalde ze nog sterker uit met De kracht van de Rede (Bert Bakker, 2005). De beschavingsgrondslagen van het Westen zijn nu aangetast, schreef ze, niet altijd even genuanceerd. Met zijn tientallen miljoenen moslims was Europa tot Eurabia verworden maar zoals het had afgerekend met het nationaalsocialisme en het communisme moest Europa nu het islamisme bestrijden.
‘De uitdijende bureaucratie kan de burger alles in de maag split-
jaar later voelt men slechts ontgoocheling om het schuldige verzuim, consternatie, woede of misprijzen. Het cynisme waarmee de politieke klasse en haar volgzame media de burger een rad voor ogen draaien was nooit zo groot maar het afwijzingsfront van de burger wordt steeds breder. De kiezer wil de leugen niet blijven geloven. De partijen van Valkeniers en Dedecker bekoren al meer dan eenderde van de Vlaamse kiezers, in Nederland gaan de partijen van Geert Wilders en Rita Verdonk dezelfde weg op. Verkiezingen Daarom heeft de politieke klasse schrik van verkiezingen. Ze wil de kiezer zo weinig mogelijk de kans geven zijn zeg te hebben. Daarom zo weinig mogelijk parlementaire inspraak, geen onderzoekscommissies, liever zelfs geen verkiezingen. Tobback junior vond ooit dat de federale en deelstaatverkiezingen maar moesten samenvallen want ‘dan hebben we dat hele gedoe maar om de vier jaar’. Ook in de EU zo weinig mogelijk van ‘dat hele gedoe’. De Europese “Grondwet” werd met wat hocus pocus een gewoon verdrag zodat de burger er zijn zeg niet moest over hebben. Zo kan de uitdijende bureaucratie de burger alles in de maag splitsen waar hij van baalt.
sen waar hij van baalt.’
Toen had ze het voorgoed verkorven. Ze moest onderduiken en zoals Ayaan Hirsi Ali om bescherming bedelen. De tot de islam bekeerde Schot Abdel Smith sleepte haar in naam van de Italiaanse moslims voor de rechtbank. Patrick Stouthuysen vond dat ze ‘duidelijk de pedalen kwijt’ was, Mark Heirman zei dat ‘de vergrijsde passionaria volledig de trappers kwijt was’. Nog anderen vonden het, toen ze op 15 september 2006 haar strijd tegen kanker verloor, alleen maar spijtig dat haar proces zonder voorwerp was geworden. Afwijzingsfront ‘Er zijn momenten in het leven dat zwijgen een schuld wordt en spreken een plicht,’ schreef Oriana in 2001. Zoveel
12
Doorbraak
nr. 5 mei 2008
Schijnheiligheid troef De EU riep het Turkse Opperste Gerechtshof op ‘de democratie te respecteren’ en niets te ondernemen tegen de grootste partij van het land, de AK-partij van premier Erdogan. De openbare aanklager wil namelijk de in de grondwet verankerde lekenstaat beschermen tegen de sluipende islamisering die de AK-partij voorstaat. Zie de geplande opheffing van het hoofddoekenverbod en dito invoering van een alcoholverbod in openbare gelegenheden. Toch wel sterk dat leger en gerecht, die toezien op de eerbiediging van de erfenis van Atatürk, op de vingers worden getikt door de EU, die straks onder de voet kan worden gelopen door een geïslamiseerd Turkije dat de grootste EU-lidstaat zou zijn.
Na de Olympische fakkelloop ontdekte de EU plots het probleem Tibet. Tibetanen waren eerst separatisten zoals de Schotten, Catalanen en Vlamingen. Toen de sympathie van de wereldburger bleek, kwam godsdiensthater en logebroeder Karel De Gucht (die de Dalai Lama eerder had doen weten dat zijn Belgiëbezoek de Chinareis van prins Filip in gevaar zou brengen) prompt met een pleidooi voor godsdienstvrijheid in China. Bij de overhandiging van een peperduur eerder beloofd kunstwerk van Olivier Strebelle zou Karel in Peking wel eens stoer gaan doen. Als zulke lieden daarmee wegkomen, dan hebben ze gelijk dat ze de burger te dom vinden om naar hun stem te luisteren. Iedereen om de tuin geleid Negen maanden na het uitgesproken Vlaamse signaal van de kiezer is er dus een regering-Leterme die niets van haar verkiezingsbeloften aan de Vlamingen zal realiseren. Hier past geen woede, enkel misprijzen. Men moet het hem natuurlijk nageven, Leterme had geen eerlijke kans gekregen om ‘woord te houden’. Maar hij heeft ook niet het enige besluit getrokken dat hij in eer en geweten had moeten trekken: weigeren om in die omstandigheden met zijn kartel in een regering te stappen. En waar Fallaci voor waarschuwde, is nu weer zoveel dichterbij. Het politieke establishment tracht zijn historische verantwoordelijkheid voor het multiculturele drama te verdoezelen door de boodschappers van het onheil verder te criminaliseren. Straks zal het weer luiden: ‘Wir haben es nicht gewusst’.
■ GUIDO NAETS
BOEK E N
Ruimte oprechts? In dit vuistdikke boek, waarin Nederlandse politologen, politiek-filosofen en politici op zoek gaan naar een Conservatieve onderstroom - we schrijven dit adjectief bewust met hoofdletter - hoopten we een goed beeld te krijgen van Conservatieve krachten in zowel Nederland als Vlaanderen. En hoewel de auteurs daar op het eerste zicht wel in zijn geslaagd, heeft de tand des tijds onherroepelijk toegeslagen. Dit boek, uitgegeven in het najaar van 2006, is nu haast hopeloos verouderd. Redacteurs Pellikaan en Van der Lubben hebben een meer dan verdienstelijke poging ondernomen om alle Conservatieve (met hoofdletter: bewust binnen de gedachtestroom van het Conservatisme geplaatste) verenigingen, personen en denktanks in kaart te brengen. Maar amper anderhalf jaar na het verschijnen van het boek, is de eens beloftevolle Edmund Burkestichting - de koploper van het nieuwe Conservatisme in Nederland - nog een schim van zichzelf. De destijds in de VVD actieve Geert Wilders is met zijn Partij voor de Vrijheid een hopeloos populistisch en ranzig anti-islamitisch verhaal begonnen. Rita Verdonck ontspoorde
met een populistisch-nationalistische kiesvereniging. Er verschijnt kennelijk met succes een “sociaal-conservatief” weekblad Opinio dat alle mogelijke centrumrechtse stemmen wekelijks een forum geeft. Met Mark Rutten is de VVD zeker niet de “conservatieve” partij, die ze enigszins wél was onder Frits Bolkestein. En de Lijst Pim Fortuyn lijkt ondertussen al vergeten. Een beloftevolle conservatieve partij als ChristenUnie toont zich meer van zijn sociaal-progressieve kant. Er mag dan wel een Conservatieve onderstroom zijn in Nederland, ze is hopeloos verdeeld en niemand slaagt erin die te verzamelen of er aan te appelleren. Zo ook in Vlaanderen, dat één hoofdstuk krijgt in dit boek over “de Lage Landen”. Nova Civitas, de conservatief-liberale denktank van prof. Boudewijn Bouckaert, had nog maar net een lezingenronde georganiseerd rond centrumrechtse groepering in Vlaanderen en krijgt daardoor nogal wat aandacht in dit hoofdstuk. VUBpolitoloog Patrick Stouthuysen verhaalt over de roep bij velen naar centrumrechtse frontvorming, die echter door niemand werd ingelost of wou/kon worden ingelost. Anno 2008 mag die roep nog bestaan, ze is dan
toch verstomd, o.a. door het succes van het Vlaams Kartel enerzijds en - niet het minst - van de LDD anderzijds. Ruimte op rechts? biedt een mooie retrospectieve van al wat zich rechts van het centrum afspeelt in Nederland. Maar actueel is ze geenszins meer. Today’s newspaper is yesterday’s news, dat geldt voor dit boek nog meer dan voor de krant. Tijd vliegt. Maar brengt ze aan de rechterzijde van het politieke spectrum ook raad? AN
Huib Pellikaan en Sebastiaan van der Lubben, Ruimte op rechts? Conservatieve onderstroom in de Lage Landen. Spectrum, 2006, 347 pp., € 20,50, isbn 90 274 2608 2
Brussel is ook van Vlaanderen! Brussel en de periferie blijven een gordiaanse knoop binnen de communautaire kwestie. Voor veel Vlamingen is de hoofdstad een nobele onbekende en onbekend maakt onbemind. In Brussel is ook van ons, wordt in de inleidende poëtische verzen de toon gezet voor de visie van vele Vlamingen: ‘Brussel, dat is de laffe daad...’. Gewezen journalist Marc Platel schrijft vanuit zijn Vlaamse bewogenheid over zijn ervaringen in Brussel en de Vlaamse Rand. Hij beleefde en beleeft als inwoner van achtereenvolgens Elsene, Schaarbeek en Kraainem de groeiende verfransing en volgt de politieke evoluties van nabij. Net daarom is hij een bevoorrechte getuige. De publicatie biedt een gedetailleerd verhaal gelardeerd met persoonlijke anekdoten. Platel maakt een analyse waarom het met Brussel en de rand verkeerd loopt. De evolutie van het Nederlands in Brussel, de verschillende staatshervormingen en de pogingen om een Vlaamsvriendelijk samenlevingsmodel in Brussel uit te tekenen, worden uitgebreid besproken. In het boek lezen we hoe het in de jaren 1960 en 1970 een uiting van extremisme was om in Brussel Nederlands te praten en hoe de tweetaligheid in het
straatbeeld en de winkels positief evolueerde. Hij maakt ons attent op de vindingrijkheid van de Franstaligen om de taalwetten aan hun laars te lappen en vertelt over Brusselse Vlamingen, Vlaamse Brusselaars en Brusselaars. Platel is kritisch voor het gevoerde beleid ten aanzien van de hoofdstad en de onhoudbare structuren die vaak leiden tot absurde situaties. Hij bekritiseert de enorme bedragen die jaarlijks in de hoofdstad worden gepompt, maar niet efficiënt worden besteed. Hij waarschuwt voor sommige Franstaligen die ondanks alles Brussel blijvend als hun Franstalige stad zien en dromen van een uitbreiding. Velen beschouwen Brussel als een ontmoetingsplaats van de gemeenschappen, maar vinden het Nederlands een blok aan het been. Het blijft opmerkelijk hoe Franstaligen de, door de Vlamingen duur betaalde, politieke afspraken op de helling zetten. Dat stelt het geloof in onderhandelingen op de proef. Het boek brengt geen optimistisch verhaal en de toon is misschien verbitterd. Ondanks vele van positieve signalen zoals de Vlaamse aanwezigheid in de hoofd-
stad, de politieke vertegenwoordiging, diverse hoopgevende pogingen,... groeit de sociaal-economische dualisering in de Brusselse samenleving. De auteur laakt de manier waarop het beleid kansen laat liggen en tijd heeft verloren. Daar krijgen we vandaag de rekening voor gepresenteerd. Platel roept op om te volharden. Desondanks het feit dat het symbolische water tussen Vlaanderen en Brussel dieper is dan de Zenne, mag Vlaanderen Brussel niet laten vallen. Want Brussel is óók onze stad! TR
Marc Platel, Brussel is ook van ons. Een Vlaamse randbewoner getuigt. Davidsfonds/Leuven, 2007, 110 blz, € 14,95, isbn 978 90 5826 492 3.
mei 2008 nr. 5
Doorbraak
13
KAMIKAZE
Papillon...
V
oor al wie in de loop der jaren de handel en de wandel van Albert en zijn dolce Paola van nabij heeft gevolgd, stond het in de sterren geschreven dat er - zeker na het heengaan van Boudewijn de Vrome - ten paleize nog geschiedenis zou worden geschreven. En voorwaar, we mogen niet klagen. Want de schandaalsfeer was nooit ver weg en stonk bij momenten uren in de wind.
En die ongelukken zijn bekend. Gefundenes Fressen voor pulpbladen allerhande. En een nachtmerrie voor de politiek verantwoordelijken. Hoewel, de laatste tijd was het relatief rustig aan het koninklijk front. Ware het niet dat ene Delphine Boël nu weer de rust is komen verstoren. In de gedaante van een levend kunstwerk nog wel. Getekend: Papillon - 1968. En voilà, de kroon ontbloot! Of toch net niet? Want Papillon geeft Delphine Boël Maar altijd opnieuw en naar goede belgische geopnieuw niet thuis. Geen subtiel ‘Et alors?’ zoals woonte wist “men” er steeds een tricolore mouw aan bij Mitterand destijds. Maar negationisme van te passen en viel alles weer netjes tussen de plooien van de “onthet ergste soort en dus onvergeeflijk. eerde” lakens van Laken. En dat moeten we de Coburgers nageven: het zijn geboren “overlevers”. Het zit in hun genen. Zoveel is De gevolgen laten zich raden. Haar boek De navelstreng doorduidelijk. knippen (Wever&Bergh) wordt allicht een bestseller en haar tentoonstelling in Sint-Martens-Latem groeit gegarandeerd uit tot een En dat ook koninklijke appels niet ver van de boom vallen (mits soort Delphinarium. Wat nog maar eens bewijst dat niet het marde boom blijft staan waar hij stond) heeft ons gezegend koningsmer en het goud een paleis maken, maar zijn bewoner. Vandaar paar inmiddels ook mogen ondervinden. Want geef toe, met hun mijn hoop dat Vlaanderen alsnog bij Delphine de nodige inspidrie (?) kinderen hebben ze het niet getroffen. Erfelijke ballast ratie moge vinden om voor eens en voorgoed zijn navelstreng noemen ze dat bij ons. met België door te knippen. Dat is althans de vurige wens van Hoe kan het ook anders. Rijk van huis uit, niet direct hoogbegaafd, ■ K AMIKAZE werkschuw en rotverwend: een explosieve mix waar eerder vroeg dan laat ongelukken moeten van komen.
M E G A F OO N
S
taatsrechtspecialist en prof. dr. Hendrik Vuye (Universiteit Hasselt) waarschuwde in Gazet van Antwerpen, (‘Geven we de Walen vetorecht’, 17 maart) voor een paritaire senaat. Die zou de Franstaligen een vetorecht geven over alle federale besluitvorming. Een megafoon waard. Geef aan eenderde van de bevolking, de Franstaligen, de helft van de senaatszetels. Het was ook een ideetje van Guy Verhofstadt. ‘Dat zou de Franstaligen een vetorecht geven over alles in België’, zegt Vuye. De Franstaligen kregen al taalpariteit in de federale regering, dé motor van besluitvorming en wetgeving. De pariteit is ‘het sleutelelement’ dat de Vlaamse meerderheid altijd weer dwingt tot onderhandelen met de Franstalie minderheid. ‘Het is eigenlijk een leeuw op sloffen’, aldus Vuye. De Franstaligen kregen ook al de alarmbelprocedure (drievierde van de leden van één taalgroep in het parlement kan beslissingen blokkeren door het naar de regeringstafels te verhuizen).
14
Doorbraak
nr. 5 mei 2008
Paritaire senaat:leeuw op sloffen Voorts is er het mechanisme van de zogenaamde belangenconflicten (federaal of regionaal parlement kan met drievierdemeerderheid een procedure schorsen (60 dagen) en materies verwijzen naar een - alweer taalparitair samengesteld - Overlegcomité. ‘Dit is een heel raar mechanisme dat de ene deelstaat toelaat zich te bemoeien met het beleid van de andere’, aldus Vuye. Zo’n belangenconflict kunnen de Franstaligen viermaal gebruiken: in het Waals Parlement, in het parlement van de Franse Gemeenschap, in het Brussels Parlement en in de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel. De Vlamingen kunnen het één keer gebruiken, in het Vlaams Parlement. Ook tussen regeringen kunnen belangenconflicten worden ingeroepen, en ook die verhuizen naar het Overlegcomité.
wijzigen tegen de wil van de Franstaligen in.
‘Als de Senaat paritair zou worden samengesteld, dan wordt voortaan élke wet een bijzondere wet, en kan er absoluut niets meer worden beslist zonder het akkoord van de Franstaligen. Waarom zouden de Franstaligen dan nog onderhandelen? Zo’n paritaire senaat is van een heel andere orde dan de andere communautaire pacificatietechnieken en geeft de Franstaligen een vetorecht over alle federale besluitvorming. Dat zou aanleiding geven tot zware communautaire conflicten en het bijbehorend gevaar voor separatisme. Zelfs Gaston Eyskens wist dat al. In het boek Het laatste gesprek stelde hij: “De idee van een paritaire senaat komt er. De Vlamingen zijn sullen genoeg om dat te doen”’, besluit Tot slot is er de paritaire samenstelling Vuye. van het Grondwettelijk Hof (het vroegere Arbitragehof). Echte blokkeringsmechanismen zijn er ook: de bijzondere wetten, die maar gewijzigd kunnen worden met een meerderheid in elk van beide taalgroepen. In die materies kunnen de Vlamingen dus niets
Meer weten over Brussel? Lees
Te koop bij de VVB 15 euro + verzendkosten Vlaamse Volksbeweging, Passendalestraat 1a 2600 Berchem secretariaat@vvb.org Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. ■ Verschijnt maandelijks (niet in augustus). ■ Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. ■ H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele ■ K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Peter De Roover ■ M EDE WERKERS : Jacques Claes, Frans Crols, Katleen Van den Heuvel, Bart Maddens, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Matthias E. Storme ■ R E D A C T I E - A D R E S : P a s s e n d a l e s t r a a t 1 A , 2 6 0 0 B e r c h e m . Te l 0 3 3 6 6 1 8 5 0 – Fax 03 366 60 45 ■ redactie@doorbraak.org ■ www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org ■ A BONNE MEN T : € 18 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 30) ■ STUDENTENABONNEMENT: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling ■ I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internet-abonnement. ■ Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. ■ Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). U kunt ook lid worden van de VVB door overschrijving van € 18 op rekening 409-9521741-71 van VVB-leden-administratie. ■ Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB ■ VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: Pieter Bauwens, Passendalestraat 1a 2600 Berchem ■ ISSN 00125474
mei 2008 nr. 5
Doorbraak
15
16
Doorbraak
nr. 5 mei 2008