2009_03_doorbraak

Page 1

België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828

Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw

www.doorbraak.org

Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org

3 2009

Het is nooit anders geweest

Guy, Yves en de Flurken ...

P

eter Logghe (VB) vernam na een parlementaire vraag dat zowat 300 000 belastingplichtige particulieren geen aangifte doen. Vooral Walen en Brusselaars springen veel lakser om met hun aangifte. Staatssecretaris voor Fraudebestrijding Carl Devlies (CD&V) meldt dat Vlaamse belastingplichtigen maar liefst 70 procent van de controles dragen, zowel wat de personenbelasting als de vennootschapsbelasting betreft. Nochtans staat tegenover die 70 procent Vlaamse controles slechts 55 procent van de ambtenaren. Didier Reynders (MR) had het over de kwijtschelding van belastingverhoging of administratieve boetes in de periode 2005-2007. De helft (49,5%) was afkomstig uit Wallonië, 27,3% uit Vlaanderen en 23% uit Brussel. 56,7% van de Vlaamse dossiers werden geheel of gedeeltelijk ingewilligd, 68,6% van de Brusselse en 71,6% van de Waalse. (vraag VB’er Hagen Goyvaerts, Belga, 16 feb.). Is zoiets ‘nieuws’? Bijlange niet. In Wallonië kreeg in 2003 amper 6,6% van wie zijn gerechtelijke boetes niet betaalde, de deurwaarder op bezoek, in Vlaanderen gebeurde dat driemaal zo vaak (HLN, 6 april 2004). Belastingplichtigen die een beroep doen op ‘verzachtende omstandigheden’ komen voor 47% uit Wallonië, 25 % uit Brussel en 28 % uit Vlaanderen (DS, 22 maart 2006). In 2006 behandelden de Vlaamse controlecentra bijna drie keer meer btw-dossiers dan de Waalse, terwijl er in Vlaanderen maar twee keer zoveel actieve btw-plichtigen waren. (BVL, 30 juli 2008). ‘Als de belastingen overal even efficiënt zouden worden geïnd als door de beste kantoren in Vlaanderen, levert dit jaarlijks 800 miljoen euro op. Geld dat kan worden gebruikt voor het verlagen van de belastingen.’ (DS, 24 sept. 2008). ‘Het aantal Vlamingen die na één jaar hun belastingen nog altijd niet betaald hadden en tegen wie de fiscus nog niets had ondernomen, schommelde op 31 mei

2008 tussen 6,5 procent (in Antwerpen) en 11,6 procent (in Leuven). In Wallonië tussen 26 procent (in Namen) en 46,6 procent (in Charleroi).’ Een nieuwe, onrechtvaardige geldtransfer van Vlamingen naar Walen, meent Johan Vande Lanotte (Belga, 16 sept. 2008). Besluit: ‘Onze staatsstructuur laat niet toe dat Vlaanderen zich ten volle ontplooit... De uitbreiding van bevoegdheden moet zowel de sociale zekerheid als de fiscaliteit betreffen. Die uitbreiding kan er best onmiddellijk komen’. Wacht even, een communautaire scherpslijper aan het woord? Neen, Guy Verhofstadt van de oppositie, in zijn boek De Belgische Ziekte (1997, blz. 56). Nog eentje? ‘Als de Vlamingen zelf die bevoegdheden hebben, kunnen we een doorzichtig fi scaal beleid voeren...de groeiende werkloosheid doeltreffend aanpakken, de belasting op arbeid gevoelig verlagen, een moderne gezondheidszorg uitbouwen, een toekomstgericht gezinsbeleid en een gedurfd mobiliteitsbeleid uittekenen enz.. Kortom, we kunnen zo zorgen voor meer welvaart en meer welzijn, voor álle mensen in Vlaanderen’. Een Vlaamse zeveraar aan het woord? Neen, Yves Leterme van de oppositie, in het door hem ondertekende Vlaams Kartel, Samen voor de Vlamingen (14 februari 2004). Mensen, waarop wachten wij? Op andere politici dan Guy en Yves. Op politici die woord houden, ook nadat ze met hun ‘Vlaams’ profiel verkiezingen hebben gewonnen. En op mediamensen die niet als Flurk de Wetstraatwatcher een B-orgasme krijgen als ze in hun radioprogramma de kiezer menen te moeten uitleggen dat - nu het communautaire overleg met een sisser afl iep - ‘we ons eindelijk kunnen bezighouden met de échte problemen van de menschen’. Guy, Yves en de Flurken.... Zij zijn het échte probleem. ■ JAN VAN DE CASTEELE

maart 2009 nr. 3

Doorbraak

1


PERSWIJS Bruno Valkeniers en Filip Dewinter, Belga, 16 febr. 2009: ‘In plaats

van enkel de stekker uit de dialoog te trekken, moet Peeters een kortsluiting veroorzaken. Dat kan alleen indien CD&V, sp.a en Open Vld zich niet neerleggen bij het Belgische status quo, en eindelijk durven te kiezen voor Vlaamse onafhankelijkheid.’ Jean-Marie Dedecker, Belga, 16 febr. 2009: ‘Ik hoop dat nu een einde is gekomen aan “het communautaire carnaval” van de voorbije twee jaar. Of het nu over lastenverlaging gaat, over asielbeleid of over de numerus clausus van studenten geneeskunde. De lijst is ellenlang, en zal iedere dag langer worden omdat de neuzen in het noorden en in het zuiden van het land in tegengestelde richting staan...’ Huub Broers, CD&V-burgemeester Voeren over Vlaams profiel CD&V, De Standaard, 10 febr. 2009: ‘Wie gelooft die partij nog? Er is geen

enkele belofte ingevuld, nul procent is gerealiseerd. We moeten onze geloofwaardigheid terugwinnen, want op dit moment heeft enkel de N-VA die nog.’

CD&V kop-van-jut op Vlaams-Nationaal Zangfeest ‘De Vlaamse trommels hebben even dienstgedaan om de verkiezingen te winnen, maar het Belgische staatsmanschap heeft alweer geroepen. De Vlaamse vleugel van de CD&V is vleugellam’, aldus ANZ-voorzitter Erik Stoffelen op het 72ste Vlaams-Nationaal Zangfeest. Vooral het heropstarten van de communautaire dialoog en het uitblijven van de beloofde BHV-splitsing werden de CD&V-eminenties aangewreven. Net als vorig jaar woonde ongeveer 4000 bezoekers het zangfeest bij in een bijna uitverkochte Lotto Arena in Antwerpen. Kritiek was er ook op de tweetalige promotiecampagne van het aartsbisdom Mechelen-Brussel.

CD&V-voorzitter Marianne Thyssen over Vlaams profiel CD&V in De Standaard, 10 febr. 2009: ‘De N-VA heeft gekozen om uit het kartel te stap-

pen in september, niet wij.’ Hendrik Verbrugge (CD&V-burgemeester Alken) in Het Laatste Nieuws, 10 febr. 2009: ‘Als ik de top van CD&V hoor zeggen dat we straks de verkie-

zingen gaan winnen, denk ik: leven die mensen op een andere planeet?...MR en PS gaan vrolijk door met alles te blokkeren. En de CD&V, die staat erbij, kijkt ernaar en doet niets. Toen de N-VA afhaakte, zei Kris Peeters dat ze ongelijk had. “Ik heb garanties van de Franstaligen”, zei hij... Hij had ze niét en hij staat nog nergens.’ Jean-Marie Dedecker in Knack, 4 febr. 2009: ‘Ik geloof in het confede-

rale model. Een volledig onafhankelijk Vlaanderen is nog een illusie, want dan zijn we Brussel kwijt... Een separatist ben ik dus niet.’ Christophe Deborsu in De Standaard, 4 febr. 2009: ‘Laurette Onkelinx beloofde midden de jaren 1990 dat alle Franstalige scholieren tegen 2001 op het einde van hun humaniora tweetalig zouden zijn. We wachten nog.’

Emiel De Bolle

VB wijst naar transfers 176 jaar transfers - 12,7 miljard euro per jaar van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië hebben de situatie in het zuiden van het land niet verbeterd. Er staat niets tegenover, integendeel. Dat is geen solidariteit, maar diefstal aldus Filip Dewinter op het VB-colloquium ‘Vlaams Geld in Vlaamse handen’ (14 feb.). Alleen Vlaamse onafhankelijkheid kan daar een einde aan maken. Solidariteit tussen landsgedeelten kan, maar dan moet die legitiem zijn, in de tijd beperkt en gebaseerd zijn op een principe van wederkerigheid. West-Duitse transfers naar Oost-Duitsland zijn legitiem, want werken de economische achterstand van Oost-Duitsland weg, hebben plaats binnen dezelfde natie en hetzelfde volk, en lopen af (in 2009).

Non, njet, nooit Transfers naar Wallonië baten niet, demotiveren de Walen om zelf te ondernemen en steunen de hangmatpolitiek van de Waalse PS. De werkloosheidsgraad in Wallonië is dubbel zo hoog als in Vlaanderen en het gemiddeld inkomen ligt een stuk lager. Legitieme Vlaamse eisen rond BHV en de staatshervorming botsen op een ‘non, njet, nooit’. Steun aan KCB? Idem. De Vlaamse regering heeft in het KBC-dossier bewezen dat ze perfect zelfstandig kan optreden als het moet. De transfers kunnen een hefboom zijn, maar de meerderheidspartijen zullen blijven kiezen voor de Belgische status’. ‘Het enige alternatief is een onafhankelijk Vlaanderen. Adieu aan de Walen, gedaan met betalen!’, besloot Dewinter.

2

Doorbraak

nr. 3 maart 2009


Commentaar

Rik en Lisbeth In een TerZake over “conservatisme” (met Rik Torfs en Bart De Wever) noemde Lisbeth Imbo de Vlaamse Volksbeweging een ‘conservatieve beweging’. In het programma spande Torfs een draadje van holocaust-Williamson over het Pius X-broederschap naar Benedictus en andere ‘sentimentele conservatieven’. Met verve reduceerde De Wever de kronkelende gedachten van Torfs tot ‘karikatuur’ en ‘semantische vervuiling’. Dat presentatrice Imbo ook de VVB aan ‘den draad’ reeg, was vreemd. De VVB wordt met dergelijke ‘duiding’ gevangen in een web van onzin, dat ook de gaskamers overspant. ‘De VVB doet alleen maar een uitspraak over een staatsvorm ... Over alle mogelijke sociale, economische, culturele, ethische, levensbeschouwelijke opties spreekt de VVB zich op geen enkel moment uit. De democratische processen in Vlaanderen zullen bepalen welke richting het uitgaat’, aldus voorzitter Defoort in een reactie.

De val van de VVB ‘De VVB verliest meer dan duizend leden’. Dit modderbericht uit een lokaal Antwerps tijdschrift werd door De Morgen overgenomen. Een anoniem groepje verspreidt de jongste tijd onbetrouwbare ledencijfers, als ware het voor hen bijzonder heugelijk nieuws. Begin 2009 was het ledencijfer inderdaad gedaald (-350 of -9% op jaarbasis). Geen goed resultaat, waarvoor verschillende redenen zijn (radicale opstelling, een voorafgaande rekruteringspiek in 2007, verwarring over de VVBkoers, overstap naar partijpolitiek, een jaar zonder grote manifestaties en verkiezingen, etc...). Maar de VVB blijft kiezen voor het onversneden onafhankelijkheidsstandpunt, los van politiek-ideologische standpunten (ook dat zorgt voor wat onrust). ‘Wie kiest voor een naar binnen gekeerde sekte-benadering, past wellicht echt niet in ons project en haakt terecht af’, aldus politiek secretaris Peter De Roover. Ondertussen trekt de ledenhernieuwing weer aan en krimpt de achterstand op de ledencijfers van vorig jaar.

VVB-conventie Tot aan de verkiezingen van 7 juni, wil de VVB in de kijker lopen met de campagne ‘Ik kies voor Vlaanderen’ en Dé Conventie op zondag 17 mei in Antwerpen, een drietal weken voor de verkiezingen. De VVB wil de uitstraling van die evenementen gebruiken om leden te werven en aantonen dat een offensief, maar open onafhankelijkheidsproject niet minder, maar meer nieuwe mensen kan aanspreken. vervolg p. 11

De tegenstanders

J

e mag het woord vijand niet gebruiken, want kwetsend, provocerend. Tegenstander is een synoniem voor vijand, belager, oproermaker, volksopruier. De politiek-economische decadentie is vandaag in België zo ver gevorderd, het schisma tussen noord en zuid zo acuut dat diplomatiek geklets best achterwege blijft. Vlaams Belang, N-VA, en in veel mindere mate CD&V, komen op voor Myrrha. Het doet me denken aan een halve eeuw geleden. Toen rolden de vrachtwagens van het West-Vlaamse Vandemoortele op de markt van Turnhout, mijn geboorteplek. Zij torenden uit boven een autokaravaan die door Vlaanderen rolde van noord naar zuid om de bouw te eisen van de E3, het Vlaamse stuk op de snelweg van Stockholm naar Lissabon. La Route de Wallonie was in uitvoering en had slechts een fractie van het nut van de E3. De campagne voor de E3 werd gevoerd door de basis, de gemeentebesturen, de pressiegroepen, de ondernemers. Het was een illustratie van het economische nut van Vlaamse acties. Paul Magnette, minister van Energie (PS), vraagt opnieuw een advies en een studie over Myrrha. Dat heeft niks te maken met redelijkheid en alles met partijpolitiek gemanoeuvreer om op 7 juni stemmen af te snoepen van Ecolo. Myrrha is een origineel project in het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in Mol, één van de centra van wetenschappelijke uitmuntendheid in Vlaanderen. Het SCK is een federale instelling met 600 werknemers waaronder 60% Vlamingen. De Vlaamse regering zou zich veel meer moeten interesseren aan het SCK. Met beleid en met geld. Het SCK heeft een wereldreputatie door de proefreactoren BR1, BR2 en BR3. Myrrha moet opgebouwd worden om onderzoek te doen naar kernreactoren van de vierde generatie. Atoomcentrales dus die minder uranium vergen en veiliger en minder afval voortbrengen. Myrrha is een internationaal project, geankerd in Mol en in de regeerverklaring van Van Rompuy wordt besmuikt bevestigd dat er geld voor zal zijn in de begroting. Tot vandaag is het een belofte. Ook voor het stopzetten van de kernuitstap lag PS recent dwars in de parlementaire commissie Bedrijfsleven, als enige meerderheidspartij. In de beleidsbrief van 27 bladzijden van minister Magnette is één pagina ingeruimd voor kernenergie. Hij beschouwt haar als een ‘énergie de transition, pas une énergie d’avenir’, meldde hij in Le Soir in de herfst van 2008. In het federale parlement zijn er drie leeuwen met weerwerk. Twee die vervaarlijk hun nagels laten zien, één die, als spraakmakend lid van de meerderheid, warm en koud blaast. Voorzitter Bart Laeremans (VB) van de Commissie Bedrijfsbeleid hield een interpellatie om het gehannes van Magnette inzake kernenergie en Myrrha aan de kaak te stellen. Flor Van Noppen (NVA), Kempenaar, was even hard in zijn tussenkomst. Kempenaar en fractieleider Servais Verherstraeten (CD&V), een buurman van het SCK, vermijdt een confl ict met Magnette en de PS. Het Vlaams Belang heeft een heuse Myrrha-krant opgesteld en zal die massaal verspreiden in de Kempen. Paul Magnette en Laurette Onkelinx liepen al storm tegen de veldproeven van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie met bio-energetisch vriendelijke populieren. Waarom zouden wij die mensen blijven tolereren als landgenoten? Trek de besluiten uit honderdvijftig jaar geharrewar om respect en macht te verkrijgen. FRANS CROLS VOORZITTER

ADVIESRAAD TRENDS

maart 2009 nr. 3

Doorbraak

3


D E M O G R A FI E

Vlaams-Brabant in de klauwen van gestage verfransing Integratie niet efficiënt, verfransing evident Kind en Gezin noteert op zijn website de zogenaamde gemeentelijke kindrapporten, met informatie over inentingen bij borelingen, wijze van bevalling, kinderopvangaanbod en nog veel meer. Interessant zijn de deelrapporten “Kenmerken van de moeder van het kind”, met cijfermateriaal over de nationaliteit van de moeder bij haar geboorte en de communicatietaal van Kind en Gezin met het betreffende gezin. Gunter Desmet (gemeenteraadslid CD&V-JA Ternat) schreef hierover in 2006 zijn rapport “Ontvlaamsing Vlaams-Brabant”, gebaseerd op cijfers van 2004. Hieronder zijn we drie jaar ouder: er zijn cijfers beschikbaar van 2007.i

Op basis van zijn analyse pleitte Desmet toen voor ‘gepaste maatregelen’ om het Vlaams karakter van Vlaams-Brabant en in het bijzonder van Halle-Vilvoorde te behouden en te versterken. Hij beperkte zich toen tot de categorie Communicatietaal met het gezin. Het wezen van het Vlaams karakter in Vlaams-Brabant wordt immers bepaald door de relatieve aan- of afwezigheid van de Nederlandse taal. Kind en Gezin hanteert in zijn communicatie met de moeders eerst het Nederlands, maar omwille van haar sociale opdracht gebruikt de organisatie indien nodig ook andere talen. Lukt het Nederlands niet, dan is er het Frans, Engels of Duits. Daarnaast is er een categorie “kennis van N-F-ED” als aanduiding dat het gezin noties van het Nederlands, Frans, Engels of Duits heeft, zodat de communicatie zonder tolk kan gebeuren. Ten slotte is er nog de categorie “andere” of “onbekend”. De kindrapporten zijn dus geen talentelling, maar geven wel een interessante informatie over taalgebruik bij de jongere generaties en over sociale en taalkundige verdringing. Een vergelijking met voorgaande jaren geeft een beeld van hoe de taalverhoudingen evolueren. Vlaanderen Dat de ruime toevloed van vreemdelingen en de grote instroom van “nieuwe Belgen” een grote ‘kostendruk’ legt op de Vlaamse samenleving is nogal duidelijk. Opvang, onderwijs, huisvesting, sociale voorzieningen voor vreemdelingen (en nieuwe Belgen) moeten natuurlijk worden voorzien. De vraag is wel waar de grens van de opvangcapaciteit ligt, op maatschappelijk, sociaal-economisch en politiek vlak. Wat is het kritisch punt van verzadiging? Verrassend hoog liggen ook de cijfers van anderstaligheid in andere Vlaamse provincies. In het Vlaams Gewest is Nederlands de thuistaal in 78,99 procent van de (jonge) gezinnen (met kinderen). Frans volgt op heel grote afstand (4,26%), Engels (0,92%) en Duits (0,17%) komen heel beperkt voor, anderstaligen vertegenwoordigen ca 15%.

4

Doorbraak

nr. 3 maart 2009

Nederlands (a) Frans

Engels

Duits

A’pen

71,8

1,8

1,4

0,2

Limburg

82,0

0,8

0,3

0,1

Oost-Vl.

84,0

2,3

0,4

0,0

Vla-Brab.

69,8

15,5

1,4

0,4

West-Vl.

91,1

2,5

0,5

0,0

Vl. Gewest

78,9

4,2

0,9

0,1

Vlaams-Brabant Bovenstaande tabel maakt duidelijk hoe specifiek de situatie van Vlaams-Brabant wel is. Het Nederlands is er nog de communicatietaal in 69,84% van de jonge gezinnen (70,9% in 2004). Op het eerste gezicht ligt de taaldruk er op het niveau van Antwerpen (71,8% Nederlands tgo 73,2% in 2004), en een stuk lager dan die in Oost-Vlaanderen (84,0% tgo 85,9% in 2004), Limburg (82,0% Nederlandstalig - in 2004 82,6%) en vooral West-Vlaanderen (91,1% - 90,4 in 2004). Een ‘gezonde’ integratie zorgt ervoor dat de taaldruk van de nieuwe inwoners kan worden opgevangen. Maar in Vlaams-Brabant, en zeker in de randgemeenten rond Brussel, liggen de zaken toch even anders. De taaldruk komt alleen in Vlaams-Brabant in eerste instantie van het Frans. In 15,53% van de gezinnen spreekt men Frans (2,37% in Oost-Vlaanderen, 2,5% in West-Vlaanderen, 1,83% in Antwerpen en 0,85% in Limburg). Sturen de ouders van de laatste groep hun kinderen naar Franstalig onderwijs in de faciliteitengemeenten, Brussel of Wallonië, dan vormt dit een sterke, want blijvende en zelfs toenemende bedreiging voor het Nederlandstalig karakter van Vlaams-Brabant. Halle-Vilvoorde In Halle-Vilvoorde is de situatie nog slechter. Zoomen we even in op het Brabantse strijdgebied.

Nederlands (a) Frans

Engels

Duits

Vl. Gewest

78,9

4,3

0,9

0,2

Leuven

84,9

3,3

1,5

0,3

Vla-Brab.

69,8

15,5

1,5

0,5

Halle-Vilv.

56,8

26,1

1,5

0,6

fac.

14,2

58,7

3,5

1,7

In 2008 is het Nederlands in Halle-Vilvoorde nog de communicatietaal in 56,8% van de K&G-contacten (tgo 26,1% in het Frans). Detailcijfers per gemeente leren dat de lijst


Waar het taalprobleem zich in de Vlaamse provincies via onderwijs en integratie oplost en beheersbaar is, is integratie in Vlaams-Brabant minder efficiënt en wordt de verfransing van een hele regio evident. Laten we de vreemdelingen buiten beschouwing, dan zijn de cijfers van taalvervreemding voor Halle-Vilvoorde behoorlijk scherp. In minder dan driekwart (72,66%) van de (jonge) “Belgische” gezinnen (met kinderen) is Nederlands de thuistaal. In het arrondissement Leuven is dat nog 95,77%. In een kwart van de “Belgische gezinnen” (23,05%) van Halle-Vilvoorde spreekt men Frans. Kijken we naar het plaatje van de vreemdelingen alleen, dan blijkt dat de verfransingsdruk ook van hen komt. Van de inwoners uit geïndustrialiseerde landen spreekt 36,47% Frans, van de Maghrebijnen 32,23%, van de Afrikanen zelfs 76,83%. In een regio waar de taalsituatie niet eenduidig is voor “Belgen” is die dat vermoedelijk nog minder voor vreemdelingen. Faciliteitengemeenten In de faciliteitengemeenten is de toestand - gezien in historisch perspectief - een mogelijke voorafspiegeling van wat andere randgemeenten te wachten staat in geval van uitbreiding van Brussel, of ondoortastend taalbeleid in VlaamsBrabant. In Wemmel spreekt nog een kwart thuis Nederlands (23,2%), en een meerderheid Frans (56,8%). In Drogenbos is de toestand het slechtst (2,1% N en 70,2% F). Kraainem en Wezembeek kennen zeer grote groepen anderstaligen (E, D, of mensen ‘met kennis van een van die vier talen’), maar dat is ook het geval voor Zaventem, Vilvoorde en Machelen.

N

F

E

D

2,1 % 70,2 %

2,1 %

19,1 %

6,4 %

KRAAINEM

7,9 % 35,4 %

6,3 %

2,4 % 26,0 %

22,0 %

WEZEMBEEK-OPPEM

7,9 % 61,9 %

6,3 %

4,8 % 11,1 %

7,9 %

De Vlaamse regering - we houden partijpolitiek hier even buiten - deed de jongste jaren zeker inspanningen in de goede richting. De cijfers geven aan dat die voorlopig niet volstaan. Binnen een Belgisch kader blijft de taalsituatie in VlaamsBrabant bedenkelijk. Het krijt om duidelijke lijnen te trekken ligt elders. Ook wat dàt probleem betreft, is het vijf voor twaalf. ■ JAN VAN DE CASTEELE

i. Webstek Kind en Gezin

2,7 % 10,8 %

SINT-GENESIUS-RODE 19,2 % 68,6 %

2,9 %

WEMMEL 23,2 % 56,8 %

0,6 %

12,9 %

1,9 %

4,5 %

1,6 %

5,7 %

0,6 %

5,8 %

2,9 %

ZAVENTEM

33,7 % 33,2 %

4,6 %

1,9 % 19,4 %

SINT-PIETERS-LEEUW

35,2 % 44,8 %

0,9 %

16,7 %

VILVOORDE

35,5 % 27,8 %

1,4 %

HOEILAART

36,3 % 33,0 %

6,6 %

MACHELEN

39,9 % 28,1 %

0,7 %

23,5 %

OVERIJSE

43,9 % 27,3 %

5,0 %

1,8 % 10,8 %

1,1 % 10,1 %

TERVUREN (arr. Leuven) 45,8 % 22,7 % 10,3 %

2,5 % 15,3 %

3,4 %

DILBEEK

0,3 % 12,7 %

48,0 % 30,0 %

‘Dit is het minimum minimorum, wil men dat grote delen van Vlaams-Brabant ook op langere termijn nog het voorvoegsel Vlaams- kunnen dragen. We hopen met deze bijdrage bij de Vlaamse beleidsdragers een besef van hoogdringendheid te creëren. Bij ongewijzigd beleid tikt de klok in het nadeel van de Nederlandstaligen in de Vlaamse Rand’, besloot Desmet in voornoemd onderzoek.

Niet Kennis NFED Andere gekend

DROGENBOS

LINKEBEEK 10,8 % 75,7 %

Machteloos? ‘Gouverner, c’est prévoir’, stelde Gunter Desmet op basis van de cijfers van 2004. ‘Het is de verdomde plicht van de Vlaamse Regering en de Vlaamse politieke partijen om een doortastend beleid te voeren en alles op alles te zetten voor de vrijwaring van het Vlaams karakter van Vlaams-Brabant.’ Desmet gaf toen enkele tips: strikte handhaving van de taalwetgeving door alle overheden en een uitgesproken Nederlandstalig onthaalbeleid; uitbreiding tot andere domeinen van de plannen van Minister Keulen m.b.t. de toegang tot sociale woningen, waarbij de verwerving van de Nederlandse taal een voorwaarde wordt om van bepaalde sociale rechten te genieten (in het kader van een evenwicht tussen rechten en plichten); inspiratie zoeken in een strenge taalwetgeving zoals die in Quebec; de splitsing van BHV, vernederlandsing van het straatbeeld en verfijning van de bestuurstaalwetgeving (studie professor Marc Boes); aanmoedigingsbeleid voor winkeliers en werknemers om consequent het Nederlands gebruiken (cfr. provincie Vlaams-Brabant); idem voor deelname van anderstaligen aan het Nederlandstalige onderwijs en gemeenschapsleven.

D E M O G R A FI E

van gemeenten waar het Nederlands onder de 50% zakt, almaar langer wordt. Dat is immers niet alleen het geval voor de zes faciliteitengemeenten, waar de toestand merkelijk is verslechterd, maar ook in Hoeilaart (36,6% tgo 38,4% in 2004), Sint-Pieters-Leeuw (35,2% tgo 40,9%) en Overijse (43,9% tgo 45,1%). De grootste achteruitgang is er in Vilvoorde (35,5% tgo 45,3%) en Zaventem (33,7% tgo 37,3%).

0,8 %

29,0 % 4,4 %

2,5 % 2,5 %

8,8 %

3,9 % 11,0 %

2,0 %

0,5 %

5,9 %

7,7 %

Interpretatie tabellen Kind & Gezin maakt een onderscheid tussen de „taal moederkind” en de „taal dienstverlening”.„Taal moeder-kind”is de opvoedingstaal in het thuismilieu. „Taal dienstverlening” is de taal die communicatie met K&G mogelijk maakt en wordt gebruikt. Een variabele betreft de bevolkingsgroep waarmee men, al dan niet vlot, kan communiceren in een West-Europese taal (N-F-E-D) en de groep „andere” waarvoor men een beroep moet doen op een tolk. Het is duidelijk dat de cijfers enkel een moment- en situatieopname zijn, maar ze geven wel een indicatie van de taalsituatie in een breed en relevant bevolkingssegment.

maart 2009 nr. 3

Doorbraak

5


G ESCH I ED EN IS

De bank van hier? De KBC keerde zich af van La Belgique, Vlaanderen hapte toe

W

aar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men ze tegen, de ‘bank van hier’. De bank zelf toonde zich nooit te beroerd om zich van haar mooie Vlaamse kant te laten zien, maar zich publicitair verkopen als dé Vlaamse bank, dat hebben wij tot vandaag nergens gehoord. Vandaag zijn het ‘de anderen’ die haar die titel van ‘Vlaamse bank’ toespeelden, de ‘anderen’ die zich verbijsterd afvragen waarom die Vlaamse bank La Belgique plots de rug toekeerde. ‘Geen Belgisch geld voor die Vlaamse bank’, was toch de Franstalige oorlogskreet? Het leek een nieuwe versie van die Vlaamse eis uit het begin van de jaren tachtig toen onder meer parlementair nieuwkomer Luc Van den Brande promotie voerde voor de toen actuele Vlaamse eis ‘Geen Vlaamse centen voor het Waalse staal’. Het was de tijd van de intussen zo goed als verdwenen ‘nationale economische sectoren’, een geldverslindende uitvinding van wijlen premier Paul Vanden Boeynants. Kolen en staal, textiel, holglas en scheepsbouw, zouden ‘nationaal’ blijven en dus kunnen rekenen op Belgisch overlevingsgeld! Van die ‘nationale’ sectoren blijft vandaag niet veel meer over dan industrieel erfgoed. Misschien moeten we aan Vlaamse kant aan een Vlaamse heruitgave van die Belgische formule denken, maar dan een economisch zinvolle editie. Of gewoon de ultieme definitieve stap zetten en het zelf doen! Het gaat toch maar om een Vlaamse bank? Het dossier ‘nationale economische sectoren’ is natuurlijk geen stichtend voorbeeld, het is vandaag ook feitelijke geschiedenis. KBC en Vlaanderen schreven intussen wel een bijlage bij dat Belgische verhaal. Alleen schreven KBC en Vlaanderen in één adem een vervolg op de Greep naar de markt. Naar de titel van het lijvige standaardwerk van historicus Olivier Boehme over de Vlaamse sociaaleconomische agenda tijdens het interbellum (1). Met op de cover van het boek, het toen nog stalen geraamte van de Antwerpse Boerentoren in opbouw. Het zichtbare begin van het succesrijke Vlaamse KBC-verhaal. Die bijna duizend bladzijden samenvatten, kan natuurlijk niet. Het boek helemaal willen lezen vraagt moed en zelfopoffering, En toch moeten zij die hun Vlaamse Beweging nog beter willen doorgronden die moeite doen. Transfers Vlaams bewegen was tussen de twee wereldoorlogen stilaan meer dan alleen maar taal en cultuur. Economie was een nieuwe kennis die men begon te ontdekken. Enkelingen als Lodewijk de Raet, Joris Fassotte - beter bekend als Liederik - Robert Van Genechten tot de toen oprijzende Leuvense economische stem Gaston Eyskens dwongen Vlaanderen een sociaaleconomische agenda te leren aanvaarden. Een kleine groep, maar elk op hun manier trokken ze in die eerste helft van de vorige eeuw hun stuk van de nog te weven Vlaamse economische rode draad.

6

Doorbraak

nr. 3 maart 2009

Vlaanderen maakte intussen wel al kennis met wat wij vandaag de transfers noemen, een uitdrukking die men toen Het Boerentoren-geraamte. niet eens Het KBC-verhaal is toen begonnen. kende. Toen de Belgische regering de kinderbijslagen wilde verhogen, verslikten nogal wat Waalse parlementaire kemphanen zich: nog meer Waals geld voor die Vlaamse ‘lapinisten’, die Vlamingen die kindjes maakten zoals konijnen of ‘lapins’, dat was voor hen van het Belgische goede te veel. Ook nu weer trouwens, zelfs als Vlaanderen de rekening betaalt. Er was een strijdvaardig Vlaams Economisch Verbond (VEV) en vooral, er ontstond een zeer dynamische Vlaamse bankwereld. Het Boerentoren-geraamte staat niet zomaar op de cover van het boek. Het KBC-verhaal is toen begonnen. En dat op een dubbele achtergrond: Vlaanderen, dat het Belgische ‘kolonialisme’ kwijt wilde - dat was het gebruikte woord -, begon tezelfdertijd te begrijpen dat het met dat gedwongen Belgische samenleven voor Vlaanderen niet de goede kant uitging. Voor Vlaamse onafhankelijkheid was er toen geen maatschappelijk of politiek draagvlak, wel voor formules met meer ademruimte voor Vlaanderen en Wallonië. De weg naar een Belgische federale staatshervorming werd toen ‘aanbesteed’. De werken bleven onuitgevoerd, het oorlogsgebeuren maakte het woord ‘federalisme’ staatsgevaarlijk. Vandaag zegt dit land een federale staat te zijn. Met deelstaten die van alles mogen doen en een federale koepel die van alles zou moeten doen. Een mechanisme dat vierkant draait: de redding van een Belgische bank met inderdaad een uitgesproken Vlaamse oorsprong werd door die federale koepel gedwarsboomd. Tenzij Vlaanderen wilde betalen ten gunste van een zieltogend Waals bedrijf. De KBC keerde zich af van La Belgique, Vlaanderen hapte toe. Met overtuigingskracht bewees Vlaanderen dat het kon doen wat het moest doen, dat het dus met nog meer armslag nog meer zou kunnen doen. Ook in slechte tijden. Het Belgische ‘federalisme’ dat al in de jaren dertig aan de horizon te zien was, doet het niet. Het Vlaamse KBC ‘greep naar de markt’ en bewijst dat een Vlaamse staatsvorming kan. (1) Olivier Boehme, Greep naar de markt, 986 blz., LannooCampus, isbn 978 90 209 7684

■ M ARC PLATEL


M ED I A

VRT van incident naar incident Vervlakking en eenzijdigheid troef in de Vlaamse media

D

e VRT kwam de laatste maanden meermaals onder vuur te liggen wegens het schofferen van de Joodse gemeenschap. Komiek Philippe Geubels gekscheerde dat de Joden zelfs een gaslek als een provocatie zouden beschouwen, het kookprogramma ‘Plat Préféré’ verzon het favoriete gerecht van Hitler (forel in botersaus) en maakte het klaar in Berchtesgaden met uitzicht op het Arendsnest. In ‘Man Bijt Hond’ werd een sketch vertoond over het handvol instellingen waarop de Joodse gemeenschap nog niet boos is. Het lijkt wel een rage op de VRT: Joden beledigen. Is hier sprake van een vlaag van antisemitisme, misschien te wijten aan het Gaza-conflict? Of valt de oorzaak elders te zoeken? In de drang naar hogere kijkcijfers proberen de omroepen grenzen te verleggen. Terwijl de commerciële zenders het eerder bij volkse humor en gewaagde reality shows zoeken, probeert de VRT het in de richting van pseudo-intellectualistisch ‘infotainment’. Daar hoort uiteraard ook gewaagde humor bij, die soms kwetst. Op zich is daar niets mis mee, maar als het kwetsen systematisch in één richting gebeurt, wekt het toch wat argwaan. Anti-Amerikaans Waarom waren er in drie maanden tijd drie anti-Joodse incidenten op de VRT, maar geen enkel anti-islamitisch incident? Van de VRT of van de programmamakers zal men het antwoord niet te weten komen, maar wanneer men dit onderwerp ter sprake brengt in kringen van linkse intellectuelen, komt steevast de aap uit de mouw. De redenering gaat als volgt: met de verdrukte, de zwakke en het slachtoffer wordt niet gelachen, met de verdrukker, de sterke en de machtige wel. Meteen wordt duidelijk waarom een figuur als Raymond van het Groenewoud mag zingen dat elke Amerikaan ‘een gloeiende pook in zijn gat’ verdient, en waarom zijn publiek dat fijne humor vindt. Of waarom er in De Morgen af en toe haatcolumns te lezen zijn over ‘stompzinnige Britten’ of ‘drankzuchtige Ieren’, meestal na één of andere eurosceptische oprisping uit die landen, en waarom iedereen die daar kritiek durft op uiten als een bekrompen zuurpruim wordt bestempeld. Lachen met groepen waaraan links een slachtofferrol toekent, is in die kringen echter uit den boze. Erwin Deckers en Sven Ornelis, radiopresentatoren op de commerciële radiozender Q-Music, kregen in 2003 een blaam van de Vlaamse Geschillenraad voor Radio en Televisie, nadat ze in hun programma de tenniszusjes Williams vergeleken hadden met ‘bosapen’. Die vergelijking ging weliswaar over hun loop- en springgedrag en niet over hun huidskleur, maar voor een slechte verstaander als het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, dat de klacht indiende, speelde die intentie blijkbaar geen rol. De vorige Amerikaanse president George W. Bush werd in de media regelmatig visueel vergeleken met een chimpansee, en daar werd toen hartelijk om gelachen. Ik ben benieuwd wanneer de eerste karikatuur van president Obama opduikt,

waarin hij met één of andere aapachtige wordt vergeleken - en hoe lang het dan zal duren eer er een klacht wegens racisme volgt.

De kijkcijferwoede stimuleert vervlakking en sensatiezucht

Eenzijdige tolerantie Die eenzijdige tolerantie voor kwetsende humor is echter maar één effect van de vervlakking en de sensatiezucht die veroorzaakt wordt door de drang naar hogere kijkcijfers. Zelfs een bij uitstek informatief programma als De Zevende Dag is verworden tot een oppervlakkig praatprogramma waarin van de hak op de tak wordt gesprongen en waarin de aandacht voor de ‘Bekende Vlamingen’ belangrijker is geworden dan de achtergronden van het nieuws. Na het afvoeren van Polspoel en Desmet door VTM is de debatcultuur op de Vlaamse televisie nu volledig vervangen door vrijblijvend gekeuvel en gekwebbel. De Franstalige zenders RTL-TVi en RTBf doen het beter door op zondagochtend één uur lang een onderwerp uit te diepen in een echt debatprogramma. Met de radio is het zo mogelijk nog erger gesteld dan met de televisie. De zogenaamde nieuwszender Radio 1 is in feite een muziekzender waarop een beetje meer nieuws wordt uitgezonden dan op de andere muziekzenders van de VRT. Ooit had ik de kans om aan toenmalige tv-directeur Aimé Van Hecke te vragen waarom er in Vlaanderen geen pure nieuws- en praatzender bestaat zonder muziek, zoals dat in Nederland, Groot-Brittannië of de Verenigde Staten wel het geval is. De man keek mij aan alsof hij het in Keulen hoorde donderen. ‘Maar er wordt toch al heel veel nieuws gebracht op Radio 1’, was zijn reactie, ‘ik denk dat wij daar nu toch al aan een spraak/muziekverhouding van 25 à 30% zitten’. Ook op de zogenaamde nieuwszender vormt amusement dus nog ruim de hoofdbrok. Is het dan allemaal kommer en kwel op de Vlaamse omroepen? Nee, er zijn nog een paar witte raven. Op nieuwszender Actua TV neemt men wel nog ruimschoots de tijd om nieuws en duiding te brengen, en bij Knack TV, een onderdeel van de weekendprogrammering van Kanaal Z, worden de gasten op een degelijke, journalistieke manier geïnterviewd. Helaas zijn dat twee nichezenders die moeilijk hun weg vinden naar het grote publiek. ■ LUC VAN BRAEKEL

maart 2009 nr. 3

Doorbraak

7


B U I T EN L A N D

De verijdelde splitsing van Lanka Vlaamse strijd voorbeeld voor Tamils in Sri Lanka?

R

assentheorieën vormden een ideologisch sluitstuk van het Britse koloniale rijk. De Tamils hadden het gewaardeerde raskenmerk van de werklust, dus bevorderden de Britten hun hervestiging als werkkrachten in onder meer Sri Lanka, Maleisië en Myanmar. Behalve in Singapore kwamen deze landverhuizers na de dekolonisatie ernstig in problemen. In Myanmar zette de regering de Tamils als hinderlijk stuk koloniale erfenis het land uit. Iets gelijkaardigs maar veel complexer gebeurde in Sri Lanka. In 1948 kreeg het eiland de onafhankelijkheid cadeau. Anders dan in India had de meerderheidsgroep, namelijk de meestal boeddhistische Sinhalezen die zichzelf als de Lankaanse natie beschouwen, er niet voor gevochten. Maar van de hen toegeworpen soevereiniteit zouden ze zich geen morzel laten ontfutselen. In 1949 ontnamen zij de ‘’Indiase Tamils’’ in centraal Lanka (door de Britten geïmporteerd, te onderscheiden van de Tamils die al vele eeuwen in het noorden wonen) hun burgerschap. Eind jaren 1960 sloot de regering een akkoord met India om 600 000 Tamils, praktisch allemaal in Lanka geboren, te ‘’repatriëren’’. De linkse regering van Indira Gandhi accepteerde het dat Tamils uit Myanmar en Sri Lanka werden verdreven om geen andere reden dan dat hun grootouders immigranten waren geweest. In 1956 verzaakte Solomon Bandaranaike zijn eerdere pleidooi voor Tamil-Sinhalese gelijkberechtiging en won de Sinhalese stemmen met de belofte van een ‘’alleen Sinhalees’’-wet. Meteen verving hij Engels als bestuurstaal door Sinhalees, zonder enige erkenning voor het Tamil. Het aanvankelijke overwicht van Tamils in de administratie werd drastisch geremedieerd door benadeling van Tamils bij benoemingen en voor studieplaatsen. In 1958 maakten pogroms door Sinhalezen 150 Tamil-slachtoffers, in 1983 zo’n 2000. Radicalisering Natuurlijke leidde deze hardhandige miskenning bij de Tamils tot een radicalisering. Een separatistische Tamil-partij won in 1976 de meeste Tamil-zetels en werd prompt verboden. Er werden dan maar Tamil-milities gevormd, waaronder de Tamil-Tijgers de strijd het langst zouden volhouden. Vergelijk dit met de Tamils in Maleisië, minstens even sterk achtergesteld, maar dan door een moslimmeerderheid: zij bieden nauwelijks politieke en helemaal geen gewapende weerstand. In een recent hoofdartikel verklaarde het maandblad Mo* dit verschil hierdoor, dat etnische partijen in Maleisië verboden zijn en in Lanka niet. Blijkbaar vooral te lezen als een stille wenk om ook in andere landen ‘’etnische partijen’’ te verbieden, want als verklaring weinig overtuigend. In Maleisië doet de meerderheid wel degelijk aan etnische en religieus-communautaire politiek, volop zelfs, maar ze heeft daartoe geen aparte partij nodig: net als in Wallonië zijn ál hun partijen immers militant communautair. Het is de politieke minderheid die etnische partijen

8

Doorbraak

nr. 3 maart 2009

voortbrengt om haar belangen te verdedigen. Het behoort tot de strategie van de politieke meerderheid om zulke partijen te demoniseren en te verbieden. Dat is wat zowel de Maleiers als de Sinhalezen bij de Tamil-minderheid inderdaad hebben gedaan. Onafhankelijkheid De gewapende strijd bracht de Tamils een feitelijk onafhankelijke staat die nooit meer dan de helft van het Tamil-gebied omvatte. In 2001 bewerkten Noorse bemiddelaars een bestand dat enkele jaren standhield tot de Tijgers het aan flarden schoten. Dat zullen zij zich nu wel berouwen, want eind 2008 heeft het regeringsleger alle belangrijke Tijgervestingen veroverd. De Tamil-afscheidingsbeweging was helemaal niet gebaseerd op religieuze identiteit, wel op concrete grieven. Vooral onder de laagste kasten zijn er vele christenen. De middenkasten zijn sterk beïnvloed door de atheïstische ‘’Dravidische Progressieve Beweging’’, sinds de jaren 1960 onafgebroken aan de macht in de Indiase deelstaat Tamil Nadu, maar in Lanka in 1970 buiten de wet gesteld. Typerend is dat de Tijgers hun gesneuvelde strijders begraven en niet naar hindoe-gewoonte cremeren. Aan boeddhistische zijde heeft de clerus zich wel gaandeweg in de strijd gemengd en tientallen hindoe-tempels gevandaliseerd, recenter ook kerken. De Tijgers daarentegen toonden altijd meer belangstelling voor nuttige doelwitten, zoals regeringsleiders en legerdepots, dan voor symbolische. Enfi n, al deze weetjes horen nu tot de geschiedenis. Bittereinders van de Tamil-guerrilla kunnen het leger nog een tijdje vanuit het oerwoud lastig vallen; maar de krijgskansen keren zit er waarschijnlijk niet meer in. Een voorlopig bilan van deze lange oorlog wijst de Tamils aan als grote verliezers. Doordat de strijd op hun grondgebied plaats vond, leverden zij de meeste slachtoffers en oorlogsvluchtelingen en daalde hun geboortecijfer. Hun percentage van de Lankaanse bevolking is gehalveerd, dus bij onderhandelingen staan zij nu zwakker dan ooit. De ‘’internationale gemeenschap’’ kan op dit punt wel iets nuttigs doen, namelijk binnen Sri Lanka een faire regeling voor de Tamils bedingen. Anders, of nadien, kunnen die nadien naar Vlaams voorbeeld nog eens een geweldloos separatisme proberen. Misschien bewijst de slechte afloop van de Tamil-gok op de gewapende afscheidingsstrijd wel het grote gelijk van de Vlamingen in hun bedaardere aanpak.

■ KOENRAAD ELST


ECO N O M I E

Ambitieus economisch toekomstproject voor Brusselse metropool Bedrijven uit de drie gewesten slaan handen in elkaar

D

e drie regionale werkgeversorganisaties Voka (Vlaams gewest), BECI (Brussels gewest) en UWE (Waals gewest) hebben samen met het VBO (federale werkgeverskoepel) een economisch toekomstproject uitgewerkt voor de Brusselse metropool. Het slaat op de zone van het Brusselse hoofdstedelijke gewest en de arrondissementen HalleVilvoorde en Nijvel. Het is geen pleidooi voor de vorming van een ‘Groot-Brussel’, wel voor samenwerking tussen de gewesten om de Brusselse metropool meer slagkracht te geven. Het bedrijfsleven in Vlaanderen, evenals in Wallonië, is al lang overtuigd van de enorme economische hefboom die Brussel hen biedt. Als feitelijke Europese hoofdstad vormt Brussel een internationaal beslissingscentrum van eerste orde, zeer aantrekkelijk voor ondernemingen en organisaties die deze internationale dimensie opzoeken. Bovendien worden ze verleid door de ligging van Brussel in het centrum van de rijke kern van Europa. We denken hierbij aan Europese hoofdkwartieren van bedrijven, belangenorganisaties, advieskantoren, advocatenkantoren, financiële instellingen ... In het raam van de verdere globalisering zal Brussel enkel nog meer aan belang winnen. Economische metropool Tegelijk vormen Brussel en zijn economisch hinterland een steeds hechtere economische metropool. De basis daarvan zijn de intense sociaaleconomische interacties tussen het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en belangrijke delen van de arrondissementen Halle-Vilvoorde en Nijvel: migraties, pendel, uitwijking van bedrijven ... Om de sociaaleconomische ontwikkeling van dit gebied in goede banen te leiden, dient het beleid over de gewestgrenzen heen te worden afgestemd. Thans lopen we vast - vaak letterlijk - in tal van grensconfl icten: de ontwikkeling van de luchthaven van Zaventem, het Gewestelijk Expressnet, de inplanting van bedrijventerreinen en shoppingcentra ... Met hun gezamenlijk project willen de werkgevers alvast zelf de handen in elkaar slaan om er toe bij te dragen dat het toekomstpotentieel van de Brusselse metropool ook wordt benut, in het voordeel van Brussel én Vlaanderen én Wallonië. De werkgeversorganisaties lanceerden hun project eind vorig jaar, onder de titel ‘Business Route 2018 for Metropolitan Brussels’. Het bevat een toekomstvisie en een reeks concrete voorstellen van acties en beleidsaanbevelingen. Daarvan willen ze er de komende jaren zelf een aantal realiseren. De visie is gebaseerd op een internationale benchmarking met

veertien andere Europese stadsregio’s. Daaruit blijkt dat de Brusselse metropool één van de meest productieve in Europa is maar langzaam terrein verliest. Bovendien worden er te weinig jobs gecreëerd, vooral voor laaggeschoolden. De economische groei in ‘Brussels Metropolitan Region’ (BMR) wordt voornamelijk gedreven door kennisintensieve sectoren en niches. Op vlak van fi nanciële diensten, post en telecommunicatie behoren we tot de ‘best performers’ in Europa. Ook de politieke sector staat sterk in BMR. Maar de lokale diensten als horeca, vrije tijd, toerisme, handel en transport in BMR, presteren ondermaats.

Kunnen we de kennisintensieve groei volhouden wanneer straks de internationale ‘war for talent’ in alle hevigheid losbarst? Tekort aan talent en gebrek aan dynamiek in lokale diensten dreigen elkaar te versterken in een neerwaartse spiraal. Die moet worden doorbroken. Speerpunten De toekomststrategie die de werkgevers uittekenden voor de Brusselse metropool draait rond drie speerpunten voortbouwend op de huidige troeven: - de Brusselse metropool ontwikkelen van administratief centrum tot het kloppend hart en brein van Europa; - de aanwezige expertise in mondiale groeiniches uitspelen, met focus op fi nanciële diensten, ict, life sciences en gezondheidszorgen, logistiek; - de metropool maken tot een bruisende attractiepool voor talent en zaken, door meer en betere lokale diensten. Het plan voorziet verder in een duurzaam fundament om van de groeistrategie een duurzaam succes te maken: ontwikkeling van talent door gepaste vorming en bevordering van private intiatieven terzake; een masterplan voor de mobiliteit en de ruimtelijke ordening voor heel de metropool; ontwikkeling van een competitieve fiscale druk en flexibele arbeidsmarkt; een efficiëntere bestuurlijke organisatie van de zone; verbetering van de levenskwaliteit met focus op duurzame energiegebruik en duurzame mobiliteit. De werkgevers leggen daarbij de klemtoon op de nood aan interregionale samenwerking.

■ JAN VAN DOREN

Meer info: www.metropolitanbrussels2018.eu.

maart 2009 nr. 3

Doorbraak

9


VRIJE TRIBUNE

Hóe moetVlaanderen zijn onafhankelijkheid bereiken? Twee wegen. Twee afwegingen.

E

r zijn in Vlaanderen twee partijen die ondubbelzinnig de onafhankelijkheid van Vlaanderen nastreven: Vlaams Belang en N-VA. De argumentatie die de beide partijen hanteren om de onafhankelijkheid te verdedigen is voor de beide partijen grotendeels gelijkopgaand. België werkt niet meer, het is schadelijk voor Vlaanderen, het is geen democratie, het is geen existentieel rustgevend huis voor de Vlamingen ... Als het echter gaat om de vraag te beantwoorden hoe deze onafhankelijkheid concreet moet worden bereikt, blijken de wegen fl ink uit elkaar te lopen. Dat kan of mag niet langer blijven duren, want zonder een tenminste pragmatische samenwerking zal er van die inderdaad noodzakelijke onafhankelijkheid wel nooit wat in huis komen. Terminologie Beginnen we met het verduidelijken van de essentiële termen. Separatisme is een politieke beweging die streeft naar de onafhankelijkheid van een gemeenschap. Zo defi nieert Liesbeth Hooghe dit begrip in haar doctorale studie. Separatisme is bijgevolg een proces, een geheel van politieke handelingen waarvan men hoopt dat ze zullen leiden tot een nieuwe staatkundige toestand. Die nieuwe staatkundige toestand is deze van de onafhankelijkheid of juister: deze van de politieke soevereiniteit. ‘Vlaanderen kan tien keer zijn onafhankelijkheid uitroepen: de buurstaten moeten die ook aanvaarden!’

Als een politicus verklaart geen separatist te zijn, zoals onlangs Geert Bourgeois (N-VA) in Knack, betekent dat nog helemaal niet dat hij de onafhankelijkheid van Vlaanderen niet zou nastreven. Bourgeois’ probleem is dat hij niet gelooft in de concrete politieke realisatiekracht van een eenzijdige Vlaamse onafhankelijkheidsverklaring. Bovendien, zegt hij, bestaat daarvoor thans geen meerderheid. Maar het Vlaams Belang heeft zeker een punt als het stelt dat de benodigde meerderheid in het Vlaamse Parlement op een bepaald ogenblik wél kan ontstaan. Wie had gedacht dat de stemming over Brussel-Halle-Vilvoorde van Vlamingen tegen Franstaligen mogelijk was? Internationaal proces? Bourgeois ziet het proces van onafhankelijkheidwording echter als een internationaal gebeuren. Daarin heeft hij gelijk. Vlaanderen kan tien keer zijn onafhankelijkheid uitroepen: de buurstaten moeten die ook aanvaarden! Vlaanderen is te klein om die buurstaten voor voldongen feiten te plaatsen. Het Verenigd Koninkrijk heeft bijvoorbeeld reden te over om de Vlaamse onafhankelijkheid af te weren, vanwege de Schotse ambities. En het VK weegt in het Europese orkest zoveel zwaarder dan Vlaanderen!

10

Doorbraak

nr. 3 maart 2009

Als Vlaanderen toch de eenzijdige stap zet, zo vreest Bourgeois, zal de prijs extreem hoog zijn: verlies van Brussel, Franstalige minderheidsrechten in Vlaanderen, zware fi nanciële verplichtingen. Bovendien is het aan Vlaanderen om het buitenland te overtuigen, want Wallo-Brux erft allicht als vanzelf alle Belgische internationale rechten. Dus kiest Bourgeois voor een confederalisme, goed wetend dat de internationale rechtspraktijk een Vlaamse onafhankelijkheidsverklaring in dat geval niet kan verhinderen, al zou die wel worden tegengewerkt. Een Belgische confederatie blijft echter aan dezelfde centrifugale tendenties onderhevig als vandaag en dus zou zo’n confederatie in Europees verband snel oplossen. Vlaanderen zou als vanzelf verschijnen, als gevolg van bestuurlijke acties, zoals de recente ingreep van de Vlaamse regering om KBC te redden. Vlaanderen zou ook de tanende sociale zekerheid kunnen redden, en daarmee de vakbonden kunnen dwingen om de verdere splitsing in de feiten te aanvaarden. Het leidt geen twijfel dat de voorzichtigheid die Bourgeois aan de dag legt, van groot belang is. Zijn bezorgdheid is volkomen terecht. Berusting?! Ook de radicale onafhankelijkheidsoptie van het Belang vraagt om nadere aandacht. Het is denkbaar dat de motivatie om verder te gaan na het bereiken van de confederale toestand wegdeint. We zien dat nu al tot op zekere hoogte gebeuren, sinds het officiële Vlaanderen vanaf 1993 een eigen staatkundige positie inneemt. Vele Vlamingen vinden het best zo. We zitten toch goed? Dat is manifest onjuist, maar dit berustingeffect zou in een confederale situatie wel eens kunnen toenemen. België zou dan blijven bestaan, weliswaar veel losser dan vandaag, maar zelfs in een confederatie is het denkbaar dat de Franstaligen annexionistische eisen blijven stellen of de transfers buitensporig blijven. Bovendien: ook Vlamingen hebben recht op ál hun politieke zelfbeschikkingsrechten. Aan de andere kant zou juist het voortduren van de Franstalige graaizucht nu net de defi nitieve stoot zou kunnen opleveren. Het lijdt geen twijfel dat Bart De Wever en de zijnen hierop mikken. Maar het Vlaams Belang heeft een punt, als het op zijn beurt uitgerekend op dit vlak voor voorzichtigheid pleit. Zowel de N-VA-optie als deze van het VB bevatten een gok. Dat de beide partijen op hetzelfde punt willen aankomen is duidelijk. De vraag is welke de beste weg naar dat doel is. Zonder die discussie is geen enkele pragmatische samenwerking mogelijk.

■ JAAK PEETERS


De kloof: gezondheidszorg Op 1 augustus 2008 telde ons land 42 788 erkende artsen. Daarvan horen er 23 108 tot de Vlaamse en 19 680 tot de Franse gemeenschap. In verhouding tot het aantal inwoners betekent dit dat er in de Franse gemeenschap 26% meer artsen zijn dan in de Vlaamse gemeenschap. Dat meldt het medische weekblad De Huisarts, na berekeningen van professor Eric Ponette, bestuurslid van het Vlaams Geneeskundigenverbond. Hij baseert zich op het antwoord dat minister Onkelinx (PS) gaf op een parlementaire vraag van VB-volksvertegenwoordiger Bart Laeremans. Het minste aantal artsen zijn er in de Vlaamse gemeenschap (363 per 100 000) en met 458 per 100 000 het meest in de Franse gemeenschap. Ponette stelt Vlaanderen gelijk aan 100 en besluit dat de Franse gemeenschap 26% en België 10% meer artsen telt.

De kloof: banenplan Het Vlaams Parlement besliste unaniem (Open VLD met lange tanden) een ‘belangenconflict’ in te roepen tegen de afschaffing van de lastenverlaging voor 50-plussers. Vlaanderen blokkeert dus het duurder maken van 50-plussers. Vooral Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke voert hiertegen al maanden een intensieve kruistocht. Voor de volle duur van het belangenconflict - 120 dagen - dreigen de maatregelen van het hele relanceplan in de koelkast te verdwijnen. Het uiteindelijke doel van Vandenbroucke is het behoud van de banenplannen of, liever nog, de overheveling van die bevoegdheid naar Vlaanderen‚ (DM, 19 feb.).

De vlucht naar Vlaanderen? Kiezersbedrog of realisme? Veel schoon volk, en doorgaans relatief jong volk, houdt het in De Kamer voor bekeken. Een signaal dat men wel weet waar de toekomst ligt? Jo Vandeurzen, Yves Leterme (CD&V), de fractieleiders Bart Tommelein (Open VLD) en Peter Vanvelthoven (sp.a), Bart De Wever (N-VA), ex-ministers en staatssecretarissen Freya Van den Bossche en Bruno Tuybens (sp.a). Ook vicepremier Steven Vanackere (CD&V), Europees parlementslid Frank Vanhecke (Vlaams Belang) en wellicht Jean-Marie Dedecker (LDD) kunnen na 7 juni nog alle kanten uit.

Vrijspraak Herhalen, herhalen en herhalen Ooit, niet zo lang geleden, organiseerde Knack een peiling bij de eigen lezers met de vraag wie de invloedrijkste intellectuelen zijn in Vlaanderen. Op één eindigde Etienne Vermeersch, op twee Luc Huyse, socioloog, columnist, auteur van maatschappelijk betrokken boeken en nog van alles. Kortom, een man die weegt in het debat in Vlaanderen. In De Morgen reageerde hij op de laatste januaridag op mijn bijdrage in het boek van Johan Sanctorum “De Vlaamse republiek: van utopie tot project”. Boeiend, denk je dan, zeker als blijkt dat hij het Vlaamse onafhankelijkheidspleidooi afwijst. Altijd nuttig om weten met welke argumenten het nut van België wordt verdedigd. Maar na lezing van zijn stuk was ik wel verplicht mijn Luc Huyse eigen bijdrage te herlezen en dat viel bitter tegen; had wel andere plannen die zaterdag. Wie de tekst en de reactie daarop naast elkaar legt, stelt vast dat Huyse amper reageert op mijn tekst, maar wel op de tekst die hij denkt dat iemand van de Vlaamse Beweging zal schrijven. Van Vlaanderens tweede intellectueel mag men wat minder vooringenomenheid verwachten en wat meer leesvaardigheid. Wat natuurlijk samenhangt. Het werd nog erger. Geniet mee van volgend argument om België te verdedigen. ‘Waar de verhoudingen onwrikbaar zijn omdat ze op demografische of etnische gronden rusten, is de meerderheidsregel onbruikbaar. Dat is de situatie in België.’ Ik moest de ogen uitwrijven en de zin meerdere keren herlezen. Stel je voor, die zin komt niet voor in een pleidooi tegen, maar in een voor België. Welk land in de wereld wordt nog verdedigd met het argument dat de democratie er niet werkt? Als de meerderheidsregel - basis van de democratie - in België niet toepasbaar is, bewijst dat volgens Huyse dat er iets mis is met de meerderheidsregel, dus met de democratie. Voilà. En dus mag Vlaanderen Brussel-Halle-Vilvoorde wellicht niet splitsen. Daarvoor moet je de toelating vragen aan de minderheid (lees in de Belgische terminologie: “een compromis afsluiten”). Dat daarmee misschien juist wordt bewezen dat België met een fundamenteel probleem kampt, vraagt blijkbaar iets te veel afstand tegenover het Belgische dogma. Zelfs van een erkende intellectueel als Huyse. Wegen rationele argumenten dan zo weinig door? Hebben emoties en vastgeroeste dogma’s dan toch meer gewicht, zelfs bij iemand als Huyse? Het ontmoedigt wel eens, tegengesproken worden op wat je niet hebt gezegd (en dat niet alleen door tegenstanders, maar dat even terzijde). Geven we de rationele argumentatie dan maar op? Natuurlijk niet, want ooit sijpelt die wel door. Mits onze ijzersterke logica onvermoeibaar te herhalen en te herhalen en te herhalen en te herhalen. Dat is dé les die we uit Huyses stuk moeten trekken. En al overtuigen we Huyse wellicht niet, misschien wel mensen met een wat meer open geest.

■ PETER D E ROOVER

maart 2009 nr. 3

Doorbraak

11


EU RO PA

EU-instellingen moeten initiatief nemen Quousque tandem Europa?

D

e economische wereldcrisis raast als een sneltrein door de porseleinwinkel van de rijke landen en langs de potten en pannen van de ontwikkelingslanden. De gevolgen van de aanvankelijk bancaire crisis voor de ‘reële economie’ laten zich overal voelen en Vlaanderen mag als het meest geglobaliseerde land ter wereld ruim zijn deel van de blutsen schudden. Dat komt ervan als men boven het maaiveld uitsteekt.

De Belgische regering heeft in contrast met de Vlaamse regering haar radeloosheid ten toon gespreid zodat economie-journaliste Karin de Ruyter in De Standaard (23 jan.) terecht kon schrijven dat nu onvermijdelijk de vraag rijst ‘waartoe een federale regering eigenlijk nog dient, als ze toch permanent in de onmogelijkheid verkeert om te regeren’.

Zal het EU-parlement op 7 juni voldoende legitimatie krijgen van de burgers, die zich meer dan ooit afvragen waar het allemaal toe dient?

Fin de régime Nog met meer reden kan men de vraag stellen waar Europa de hele tijd gebleven is. ‘Dank zij Europa zinkt het schip niet, maar veel meer dan zwalpen doet het ook niet’, schreven Hendrik Vos en zijn collega’s terecht (DS, 5 feb.). Het activisme van de Franse president Sarkozy gedurende het Franse voorzittersemester (tweede helft 2008) werkte wel bij de Georgische crisis maar bij de aanpak van de kredietcrisis heeft het niets opgeleverd. Het Tsjechische voorzitterschap is al enkele maanden bezig en het is de vraag of de EU-sceptici in Praag op de top van 19 en 20 maart iets willen of zullen bereiken. In het Europees Parlement, anders al-

12

Doorbraak

nr. 3 maart 2009

tijd gretig op zoek naar schijnwerpers, is eenieders hoofdbekommernis vandaag het behoud van het lucratieve mandaat. Zal dat Europees Parlement op 7 juni bij de zevende rechtstreekse verkiezingen voldoende legitimatie krijgen van de burgers, die zich meer dan ooit afvragen waar het allemaal toe dient? De Commissie-Barroso van haar kant is zo mogelijk nog meer begaan met het verkrijgen van een nieuw mandaat, met ingang van 1 januari 2010. Als ze niet oplet, wordt de Commissie - die de motor van het Europese raderwerk moet zijn - door een veelvoud van nationale maatregelen ondergesneeuwd, die ze nog alleen kan ratificeren. EUcorrespondent Bernard Bulcke schamperde op 7 februari in De Standaard terecht dat de Commissie, nu de automobielmarkt compleet ineenstuikt, ‘business as usual’ bedrijft, met voorstellen voor de bescherming van het haaienbestand, hebbedingen als gratis schoolfruit, autolichten die aanfloepen bij het starten van de motor en goedkopere sms-berichten. Het lijkt wel Byzantium 1453 in de dagen net voor de val, compleet met discussies over het geslacht der engelen. De EMU wel bedreigd Natuurlijk, de EU kan met een begroting van 120 miljard euro geen wonderen verrichten, als het Amerikaanse federale relanceplan alleen al ruim 800 miljard dollar voorziet terwijl het bankenplan een veelvoud daarvan als federale waarborg achter de hand houdt. Zelfs België heeft alleen voor de banken al 150 miljard euro staatswaarborg toegezegd, een plafond dat half februari haast bereikt was. De lidstaten houden gigantische bedragen klaar of gaan ze effectief besteden. De nationale begrotingen gaan dit en volgend jaar diep in het rood. We schuiven geleidelijk naar begrotingstekorten die ver boven de 3% van het Stabiliteitspact liggen. Men gaat vlot over 5% en meer, de Britten zelfs over de 8% maar die zitten dan ook niet in de EMU. Duitsland heeft moedige her-

vormingen doorgevoerd terwijl Spanje dan weer door striktere bankregels heeft gezorgd voor grote bankwinsten in 2008, terwijl elders de banken zware verliezen boekten. ‘Gelukkig hebben we de euro, anders was het nog veel erger geweest’, zegt men terecht. Maar de bewindslieden van vandaag zijn niet meer dezelfde als diegenen die voor het bereiken van de Economische en Monetaire Unie in de jaren 1990 een zware prijs hebben doen betalen. Uiteraard is de toestand nu veel dramatischer dan in de aanloop naar de EMU. Het monetair beleid van de Europese Centrale Bank heeft alvast niet gefaald. Maar het valt te betwijfelen of de euro kan overleven als de lidstaten elk hun eigen ding doen. Daarom is het dringend nodig dat de Europese instellingen opnieuw het initiatief nemen en de acteurs ophouden met navelstaren, want er staat ons nog een helse Walkurenrit te wachten. À propos ... Walkure In de fi lmzalen rinkelt dezer dagen de kassa voor Valkyrie, het epos van de mislukte aanslag op Hitler. Nu heeft Claus Schenk von Stauffenberg, de oudste zoon van de aanslagpleger, voormalig EP-lid bij het Bundesverfassungsgericht een klacht lopen tegen het Verdrag van Lissabon omdat het de Europese burger niet gelijk behandelt, de nationale controleorganen uitschakelt en de scheiding der machten geweld aandoet. Echt niet politiek correct, maar dat was zijn vader ook niet. Europa is nodig, maar niet élk Europa.

■ GUIDO NAETS


BO EK EN

BOEK E N

Jood zijn is een avontuur De negentiende-eeuwse Franse positivist Auguste Comte schreef: ‘Nous vivons avec les morts plus encore qu’avec les vivants’ (Wij leven met de doden, meer nog dan met de levenden). Het is een klassieke gedachte die in heel diverse hoeken steeds weer opduikt. Wijlen François Mitterand, Frans socialistisch president, was er van doordrongen. Dergelijke uitspraak kan vandaag velen vreemd in de oren klinken. Maar diegenen die de realiteit ervan dagelijks beleven, zijn niet minder talrijk. Dat geldt niet alleen op het niveau van individuen, maar ook op dat van collectiviteiten allerhande waaronder volkeren, naties. De Ieren zijn in deze zeer lang heel exemplarisch geweest. Het zal wel een wetmatigheid zijn dat hoe dieper de pijn die werd geleden, hoe gruwelijker het leed dat werd berokkend, hoe intenser de slachtoffers van weleer individueel en collectief ‘voortleven’ in het heden. De ‘Shoah’, het Hebreeuwse woord dat staat voor ‘absolute vernietiging’, heeft die wetmatigheid in het wezen van het Joodse volk en van de staat Israël gebrand. Shoah Het boek Jood zijn is een avontuur van André Gantman bevestigt voluit die wetmatigheid. Gantman, Vlaming, Jood, vrijzinnig, liberaal en zionist werd kort na de Tweede Wereldoorlog geboren. Hij is jurist en was in de jaren 1990 ook enige tijd VLD-schepen in Antwerpen. Het verhaal in het boek bevat een heel stuk autobiografisch materiaal, geïncorporeerd in een soort militant pamflet. Gantman wil dat zijn voorouders waarvan er enkele door de nazi’s werden vermoord, en anderen dan weer dankzij moedige niet-Joden konden onderduiken, in hem en met hem voortleven. Daarom beleeft hij het spreken over hen als een verplichting: ‘Zwijgen zou immers op termijn de verdwijning van het geheugen en de herinnering betekenen. Spreken is een overwinning op de Shoah, want spreken geeft een stem aan alle slachtoffers’. Bij de adolescent van 17 jaar, getekend door de trauma’s en bijzondere levenservaringen van zijn

ouders - zijn moeder dook onder tijdens WO II, zijn vader kwam (toevallig) terecht in een krijgsgevangenenkamp - duikt de beleving van zijn Joodse identiteit in alle hevigheid op naar aanleiding van de juni-oorlog in 1967. Zijn formulering is, zeker ook voor mensen die in de Vlaamse Beweging militeren, leerrijk: ‘Op dat ogenblik werd ik een solidaire navelstreng gewaar. Het begrip solidariteit overstijgt dan het materiële en betekent een ‘gemeenschappelijke lotsverbondenheid’. Het is de aanloop tot Gantmans maatschappelijk engagement, dat door de Jom Kippoer-oorlog in 1973 definitief losbrandt. De auteur loodst de lezer doorheen de verschillende aspecten van zijn engagement, waarin Israël een centraal gegeven is en blijft. De identiteitsproblematiek is bij Gantman nooit ver weg. Vele Joden kampen met hun identiteit, maar niet zo Gantman. En hierbij zijn de doden alomtegenwoordig onder de levenden. Gantman ontroert mij als ik bij hem lees: ‘Ik ben Joods en vrijzinnig en draag in mij en met mij de geschiedenis en het lot van mijn voorouders die hun Joodse identiteit soms met hun leven hebben moeten bekopen. Ik neem er geen afstand van; ik pleeg geen verraad’. Vlaamse Beweging Hij behoort in de Joodse gemeenschap geenszins tot diegenen die geen voeling hebben met wat rondom hen gebeurt. De Vlaamse beweging boeit hem. Hij weet zeer goed dat meerdere Joden in de beweging die Gantman een ‘emancipatiestrijd’ noemt, een actieve rol speelden: Hartog Somerhausen, Louis Franck, Maarten Ruddelsheim, Nico Gunzburg. Hij verliest de collaboratiegeschiedenis natuurlijk niet uit het oog maar dat belet hem niet om ervoor te ijveren dat de Joodse Gemeenschap de doorgeknipte banden met de Vlaamse Beweging weer aanhaalt. Zijn formuleringen zijn de moeite waard: ‘In het licht van de brede maatschappelijke en culturele achtergrond van de Vlaamse Beweging was ik echter wél de mening toegedaan dat zij, eenmaal bevrijd van die collaborationistische bezoedeling, opnieuw symbool kon staan voor de strijd van het hele Vlaamse

Volk’. Hij besluit in een soort princiepsverklaring: ‘Ik ben de mening toegedaan dat de Joodse Gemeenschap in een geest van democratische openheid en pluralisme mee actief moet deelnemen aan de versteviging van de grondvesten van een modern en dynamisch Vlaanderen’. Judeofobie In het grote derde hoofdstuk (Neoantisemitisme of moderne Judeofobie en antizionisme?) gaat Gantman resoluut de polemische toer op. Vanuit een ‘anti-Israëlische ideologie’ ziet hij vertakkingen lopen naar ‘het neoantisemitisme, verpakt in modieus antizionisme’. Gantman wordt bijwijlen erg pamflettair waarbij hij terechtkomt bij onder anderen Ludo Abicht en Etienne Vermeersch die hij al te snel van ‘Judeofobie’ beschuldigt. Gantman is een honorabel man die ongetwijfeld bereid zal zijn en blijven om in het debat dat hij zo hevig aanzwengelt plaats te laten voor wederwoord. In de allerlaatste zin van het boek sluit Gantman Jules en Denise Dehut in zijn dankbaar hart. Dit koppel uit Wasmes, een klein dorp in de Borinage, heeft in de oorlogsjaren zijn moeder verborgen, heeft voor haar gezorgd als een dochter, heeft haar gered uit de greep van de moordende nazi’s. Gantman wil dat ook zij in hem, met hem voortleven. ‘Nabijheid bestaat niet in een geringe mate van afstand’, schreef Martin Heidegger.

Eric Defoort

André Gantman Jood zijn is een avontuur, 160 blz., Pelckmans, € 16,50, isbn 978 90 289 4917 1,

maart 2009 nr. 3

Doorbraak

13


KAMIKAZE

Eerste militant!

Z

iedaar de ietwat doorzichtige eretitel die martedens de historische regeringsonderhandelingen laar Leterme zichzelf heeft aangemeten. Of heeft van 2007-2008 meermaals - en zelfs vanuit be‘gekocht’ bij reclamegoeroe Wim Schamp. Bedoeld vriende hoek - als ‘rancuneus’ werd omschreven. Als een stil West-Vlaams water met een zeer om zijn verborgen ambitie voor de aanstaande verdiepe grond. Het wordt dus opletten geblazen. kiezingen te schragen. De ambitie om, vanuit een underdogpositie, revanche te nemen voor het onrecht Vandaar dat ook de vrome Marianne niet erg dat hem is aangedaan. Niet alleen door de ‘anderen’, opgezet lijkt met de bokkensprongen van haar maar ook door zijn eigen partijbroeders en -zusters. revancherende ex-premier. Of vergis ik mij eens Met uitzondering van Vervotje wel te verstaan. Een te meer? En hebben we hier gewoon te maken Yves Leterme met een georkestreerd politiek spel volgens eretitel dus, die hij als een herrezen feniks gestalte aloud CVP-recept, dat er enkel op gericht is om mocht geven in De Zevende Dag. Wat hem prompt een fikse bolwassing van ‘s lands meest gevreesde ‘onverantwoord zoveel mogelijk van die 800 000 stemmen aan boord van het interessante’ hoofdredacteur opleverde. Ook zijn zure oprispinzwalpende CD&V-schip te houden? Wie zal het zeggen? gen over de zogeheten onderzoekscommissie deden al het noMaar geen paniek. Want Yves is nu nog duidelijker. Als je een dige ‘politiek fijn stof’ opwaaien. Zodat Bart Tommelein, de zelfverklaarde Kennedy van Oostende én voorzitter van deze mandaat krijgt van de kiezer, dan moet je dat ten volle invullen, commissie, in een allergische reactie boos liet optekenen dat Yves zo stelt hij zonder blozen. En dat is zeer juist! Alleen vrees ik voor niet voor zijn beurt mocht spreken. Wat een mooi spektakel toch. hem dat niemand hem nog gelooft. Want op 7 juni zou wel eens kunnen blijken dat zelfs de trouwste Vlaamse ezel zich geen En dat nog vóór de kiescampagne echt is begonnen. Het wordt tweede maal aan dezelfde steen zal willen stoten. Ook al noemt dus opletten en naar de borden kijken. die steen zich arrogant de ‘eerste militant’. En dat van die ezels geldt zonder de minste twijfel ook voor uw ... Maar één ding staat nu al vast: de man van 800 000 stemmen weet verdomd goed waar hij mee bezig is. Neem dat van mij ■ K AMIKAZE aan. Want vergeet vooral niet dat deze saaie boekhouder al tij-

M E G A F OO N

VVB is de kerk niet

R

eynebeau ziet in de reactie van Benedictus XVI op het negationisme van Richard Williamson een illustratie van zijn bereidheid om, ter wille van de eenheid, een hoge prijs te betalen door het opgeven van ‘morele helderheid’. (‘Eenheid in geest’, DS 10 febr.). Vandaar was het maar een kleine stap naar wat geschut richting VVB, omdat die ter wille van de eenheid (godsvrede) tegen het cordon sanitaire is. De reactie van Eric Defoort (“De VVB is de kerk niet”, DS, 12 feb.) is een Megafoon waard, al was het maar omdat de laatste alinea in DS is weggevallen. Het begrip godsvrede stamt uit de 19de eeuw, de Vlaams-nationalisten (Frontpartij) gebruikten het na WO1 in een poging om de levensbeschouwelijke verschillen (hoofdzakelijk tussen katholiciteit en vrijzinnigheid) in de politieke praktijk te overstijgen. Uiteraard heeft die godsvrede in dit eerste decennium van de 21ste eeuw een bredere inhoud dan weleer. Ter wille van de eenheid zou de VVB bereid zijn om ‘moreel in te leveren’. Reynebeau steunt zich om dat te onderbouwen op de houding van de VVB tgo.Vlaams Belang. De VVB kan niet aanvaarden dat democratisch gelegitimeerde stromingen 14

Doorbraak

nr. 3 maart 2009

binnen Vlaanderen worden genegeerd. En of... Essentieel voor het VVB-project is het pluralisme. ‘Dat betekent concreet dat de VVB geen exclusieve banden onderhoudt met politieke partijen of ideologische stromingen aan de rechter- of linkerzijde. Enerzijds kan de VVB niet aanvaarden dat de democratisch gelegitimeerde stromingen binnen Vlaanderen worden genegeerd, anderzijds mag het VVB-project op geen enkele manier gekoppeld worden aan één ideologisch project’, aldus de VVB-projecttekst.’ Reynebeau herhaalt steeds weer dat ‘eenheid maar zelden louter formeel en dus “onschuldig” of “neutraal” kan zijn’. Met dat ‘zelden’ laat hij wel een mogelijkheid open. Die mogelijkheid wordt waargemaakt door de VVB, die allesbehalve een Kerk is. Ze is niets minder, maar ook niets meer dan een samenwerkingsverband ad hoc met slechts één opzet: de realisatie van een volwaardig staatsburgerschap in Europa. Dat eenheid volgens Reynbeau ‘essentiële meningsverschillen dreigt te verstikken’ gaat dus niet op voor de VVB. We weten

van elkaar dat we er onderling - buiten ons samenwerkingsverband gericht op die ene staatkundige optie - bijwijlen zeer uiteenlopende en soms zelfs haaks op elkaar staande meningen op na houden over belangrijke sociale, ethische, economische, culturele, filosofische aangelegenheden. Voor de VVB moeten die verschillen alles behalve ‘versluierd worden’, zoals het in Reynebeaus woordgebruik heet. Integendeel. Binnen een parlementaire democratie kunnen we rustig onder elkaar van mening verschillen en - wanneer we het vanuit een moreel of enig ander oogpunt nodig achten - zelfs als harde tegenstanders van elkaar optreden.’ Het democratische gebeuren in Vlaanderen loopt van uiterst links tot uiterst rechts en vice versa. Dit democratische gehalte van Vlaanderen wordt frequent bedreigd door diegenen die , bijwijlen op een autoritaire wijze, en vaak verscholen achter ethische “degelijkheid”, links en rechts stukken uit die regenboog willen wegsnijden. Banvloeken komen recht uit de kerkelijke sfeer, waar men vanuit morele arrogantie steevast verplicht tot democratisch inleveren.


De Vlaamse Republiek, van utopie tot project

Te koop bij de VVB 17,95 euro + verzendkosten Vlaamse Volksbeweging, Passendalestraat 1a 2600 Berchem secretariaat@vvb.org Colofon

Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com

Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. Verschijnt maandelijks (niet in augustus). Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele K ERNREDAC T IE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Peter De Roover M EDE WERKER S : Ludo Abicht, Jacques Claes, Frans Crols, Koenraad Elst, Marc Gevaert, Iko, KMP, Bart Maddens, Theo Lansloot, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Johan Sanctorum, Matthias E. Storme, Frank Thevissen, Luc Van Braekel, Katleen Van den Heuvel R E D A C T I E - A D R E S : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 redactie@doorbraak.org www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org A BONNE MEN T : € 18 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 30) STUDENTENABONNEMENT: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internet-abonnement. Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB VERANT WOORDELIJKE UITGEVER: Pieter Bauwens, M. De Smetstraat 12, 9308 Hofstade ISSN 0012-5474

maart 2009 nr. 3

Doorbraak

15


16

Doorbraak

nr. 3 maart 2009


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.