België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw
www.doorbraak.org
Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
4 2009
Jaarlijks vreemdelingensaldo (1988-2007) blijft toenemen (Jan Hertogen, BuG)
Opletten voor overspannen migratie
O
p 18 maart was er actie voor ‘mensen zonder papieren’. In het regeerakkoord (18 maart 2008) was sprake van ‘individuele’ regularisatie en van voorwaarden (duur verblijf, taal, werk) die in een omzendbrief zouden worden verduidelijkt. Niks daarvan, want links en rechts, maar vooral Franstaligen en Vlamingen verschillen hierover grondig van mening. Zijn in Vlaanderen CD&V en Open VLD plots voor een strikter immigratiebeleid? De jongste jaren blijft het aantal regularisaties (10 000 à 12 000 per jaar) opvallend hoog en beide partijen blijven voorstander van ‘economische immigratie’. Nu de klokken van de crisis (en de verkiezingen) luiden, zijn ze hooguit iets voorzichtiger. Voor Vlaams Belang blijft de lakse immigratiepolitiek van Verhofstadt ‘onverminderd van kracht’. De partij pleit voor een ‘streng, maar rechtvaardig immigratiebeleid: een waterdichte immigratiestop, een daadwerkelijke uitwijzing van afgewezen asielzoekers en illegalen en een verplichte inburgering van vreemdelingen die in Vlaanderen verblijven’. N-VA is iets terughoudender en mikt vooral op een betere inburgering, Lijst Dedecker op een selectievere ‘economische’ migratiepolitiek. Sp.a en vooral Groen!, en hun tamtams in media, netwerken en drukkingsgroepen (van straathoekwerkers tot rectoren, van BV’s tot culturele lobby’s) pleiten voor souplesse. Dat levert vooralsnog meer decibels dan stemmen op. Overigens zijn ook de vakbonden hierover nogal schizofreen. Over naar de Franstaligen. Voor uitgeprocedeerden, maar ook voor migranten in het algemeen, staan hun armen behoorlijk wijd open. ‘Taal en werk’ zijn als criterium ‘niet doorslagggevend’, strengere controles op studentenvisa of gezinshereniging niet nodig. Tegenwind van de MR is er opvallend weinig. Reynders jaagt een nieuw electoraat van vreemdelingen en nieuwe Belgen liever niet meteen richting PS of Ecolo. Druk van radicaal rechts is onder de taalgrens marginaal.
Toch is dat laatste niet de belangrijkste reden van de kloof tussen noord en zuid in dit land. Vlaanderen “vervreemdt” sneller dan Wallonië. Het Belgische migratiesaldo (in/uit) van de jongste twintig jaar (1988-2007) bedraagt 714 156. In 2007 alleen al kwamen er 73 350 vreemdelingen bij (migratie, geboorte, asielzoekers, regularisatie) als gemiddeld de jongste 20 jaar (35 708 per jaar). Het aantal vreemdelingen steeg in 2007 het sterkst in Brussel (+25,1%), maar ook fors in Vlaanderen (+19,6%) en in veel mindere mate in het Waals gewest (+6,4%). Het aantal vreemdelingen is na 1990 aangegroeid met 132% in Vlaanderen, met 86,6% in Brussel en met 32,9% in Wallonië. (Bron: Jan Hertogen, BuG’s 107 - 109). Er is echter meer. Vreemdelingen die Belg worden (602 000 nieuwe Belgen in 20 jaar) verdwijnen uit die statistieken. Dat zijn er ook weer veel meer in Vlaanderen (+6,3% in 2007) dan in Wallonië (+1,2%). Hertogen jubelt bijna bij hoge (im)migratiecijfers (‘Vlaanderen, warm hart van Europa voor migratie en Belgwording’). Het zou billijk zijn mocht hij ook eens accuraat becijferen wat de ‘kostprijs’ is van hypermigratie voor opvang, huisvesting, scholing, onderwijs, sociale zekerheid (werkloosheid, ziekteverzekering, pensioen, kinderbijslagen) van tienduizenden nieuwkomers per jaar. Een ‘overspannen’ migratie belast ook het sociaal weefsel van een maatschappij (onderwijs, taal, godsdienst, cultuur, politiek e.d.). Dat elke Vlaamse provincie jaarlijks ongeveer een ‘dorp nieuwkomers’ moet opvangen, is zeker in crisistijden geen evidentie. Laat ons ook dit dossier in een volgende hervorming maar van de federale tafels verwijderen’, stelt Guy Tegenbos (DS, 2 maart). Een Europees kader volstaat, een Belgisch is overbodig. Wat de Walen aanvangen, moeten ze zelf weten. ■ JAN VAN DE CASTEELE
april 2009 nr. 4
Doorbraak
1
PERSWIJS BHV: geen boycot Guy Tegenbos in De Standaard, 27 februari: ‘Dat de politici geen gemeen-
schappelijke visie hebben op het crisisbeleid of op het migratiedossier, heeft te maken met dit land zelf. Dit land is geen land meer, het is twee landen met verschillende noden, verschillende politieke voorkeuren en een verschillende politieke dynamiek, die toevallig gedwongen zijn om samen één regering te vormen die hen bestuurt op een aantal domeinen. De politici die deze twee landen met één regering moeten besturen, kunnen geen samenhangende beleidsvisie ontwikkelen.’ Steven Vanackere in Le Soir, 9 maart: ‘Wat de CD&V verdedigt, is bekend. In
mijn partij verdedig ik de stelling dat er geen nood aan radicalisering is. Maar het risico op radicalisering van het electoraat bestaat.’ Bart Tommelein in Knack, 4 maart 2009: ‘Beschouw ik mij nog steeds als
flamingant? Helemaal niet. Ik ben natuurlijk wel in Vlaams-nationalistische kringen grootgebracht, maar dat ben ik ontgroeid ... Ik geloof wel rotsvast in het subsidiariteitsprincipe ... Heel belangrijk vind ik dat de regio’s fiscale autonomie krijgen.’ Bart De Wever in Gazet van Antwerpen, 14 maart: ‘Het Vlaams Belang doet er álles aan om in het cordon sanitaire te kunnen blijven zitten. De traditionele partijen houden de deur aan de buitenkant goed op slot, maar het VB doet hetzelfde aan de binnenkant. En dan via het venster maar roepen: “Hey, De Wever doe die deur eens open! Durf je niet lafaard?” U weet dat ik nooit een voorstander ben geweest van het cordon, maar nu voel ik mij als een van de kleinste aandeelhouders in de Vlaamse politiek echt niet aangesproken. Dat ze zélf eerst open doen.’ Martine Dubuisson in Le Soir, 9 maart: ‘Steven Vanackere staat veraf van het radicalisme van sommige van zijn collega’s. Niet onbelangrijk, want hij is samen met Didier Reynders een van de twee ministers van Institutionele Hervormingen. Zijn rationele opstelling (die in de lijn liggen van zijn ex-chefs Herman Van Rompuy en Jos Chabert) - waarin hij zijn partij CD&V vraagt om niet te radicaliseren in de aanloop naar de verkiezingen van juni - is dan ook de moeite om volgen waard.
De burgemeesters van Halle-Vilvoorde blijven de splitsing van BHV eisen, zullen de druk op de federale regering opvoeren en de splitsing bepleiten bij de Duitstalige gemeenschap (om een vierde belangenconflict te verhinderen) en bij de Raad van Europa. Amendementen van VB en N-VA werden onontvankelijk verklaard. Dat ook de Gooikse burgemeester Michel Doomst (CD&V) op basis van het Kamerreglement een splitsingsvoorstel afblokte, noemde Bart Laeremans (VB) ‘hoogst bevreemdend’. ‘De unitaire kieskring blijft bestaan op 7 juni. Vanaf vandaag is CD&V - en Doomst in het bijzonder - daar volop mee verantwoordelijk voor.’
Europa en Turkije Er is nood aan méér Europa, vindt de Vlaming, maar we zijn minder uitgesproken positief dan in het verleden. Dat zou blijken uit een internetpeiling die De Standaard liet uitvoeren (23 febr. tot 2 maart, 1047 deelnemers). Amper 51,2 % van de ondervraagden vindt dat de EU ‘vooral positieve gevolgen’ heeft voor haar inwoners. Niet eens één op de tien is het hiermee ‘helemaal eens’. Tweederde van de Vlamingen is tegen een mogelijk lidmaatschap van Turkije, amper een kwart is voor, hoewel België de toetreding officieel verdedigt. (Belga, 9 maart).
Frank Vandenbroucke in Knack, 4 maart: ‘Mijn argument tegen de afspraak
van de sociale partners om de banenplannen te hervormen, is niet geweest: ik wil nú regionalisme. Mijn stelling was en is nog altijd: voor een adequaat werkgelegenheidsbeleid zijn twee instrumenten nodig (beslissen over lastenverlaging, nu federale bevoegdheid, en het voeren van een werkgelegenheidsbeleid, nu regionale bevoegdheid - red.). Ze moeten samenhangend gebruikt worden, hetzij op federaal vlak, hetzij op gewestelijk vlak. Er is heel veel voor het tweede te zeggen.’
Emiel De Bolle
Catalanen en Vlamingen Duizenden Catalaanse nationalisten demonstreerden zaterdag 7 maart in Brussel voor de onafhankelijkheid van Catalonië, als reactie op de pogingen van het Spaanse grondwettelijke hof om de Catalaanse autonomie te beknotten en genomen beslissingen terug te draaien. Leden van TAK en VVB zorgden voor opvallend veel Vlaamse leeuwen. Veel sympathie was er voor hun opvallende spandoek ‘Catalunya-Vlaanderen-Independència’. De VRT berichtte over betoging en deelname van Vlamingen. De RTBf vermeldde de steun door andere volkeren uit Europa, maar zweeg over de aanwezigheid van de Vlamingen.
De kloof: De Post De modernisering van De Post lijkt makkelijker te lopen in Vlaanderen dan in Wallonië. ‘In het zuiden is rond De Post een soort van heilige onaantastbaarheid blijven hangen’, schreef Mathias Danneels al drie jaar geleden (HN, 31 mei 2006). Op vraag van CD&Vkamerlid Roel Deseyn was kort daarvoor gebleken dat bij de Waalse postbedienden het gemiddelde absenteïsme op 12,49 % ligt,
2
Doorbraak
nr. 4 april 2009
terwijl het voor de Vlaamse postbedienden 7,04 % bedraagt. Kostprijs van het Waals absenteïsme: jaarlijks 25 miljoen euro. (DS, 29 sept 2005). De recente driedaagse voorjaarsstaking werd ook weer veel meer opgevolgd in Wallonië. De werkdruk bij De Post ligt nochtans in Vlaanderen 35% hoger dan in Wallonië. Vlaanderen had nood aan nieuwe postsorteercentra? Wallonië dus ook. Vlaanderen kreeg jobstudenten voor drukke vakantie- en feestperiodes? Wallonië dus ook, ‘alhoewel daar geen noodzaak toe bestond’, aldus Frieda Brepoels (N-VA) in een kritische persmededeling over het Belgische wafelijzer.
De jobkorting 2,6 miljoen werkende Vlamingen kregen in februari 250 of 300 euro meer loon. Christine Mattheeuws, voorzitter van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (DS en DM, 27 feb) ergert zich aan het feit dat werknemers uit Wallonië of Brussel niet kunnen genieten van dit eenmalig (Vlaamse) voordeel, evenmin als tijdelijke werklozen en de 900 000 zelfstandigen die pas met vertraging en na belastingen op enig voordeel mogen rekenen. ‘Het zijn niet de Vlamingen die erop hebben aangedrongen dat Brussel een apart gewest zou worden. Integendeel. Verder is het geen probleem, maar juist de bedoeling van het overdragen van bevoegdheden naar de deelstaten dat er een verschillend beleid wordt gevoerd aan weerszijden van de grenzen. Het gaat dus om het maken van eigen keuzes met eigen geld, niet over eerlijk of oneerlijk’, aldus Peter De Roover in een reactie in De Standaard. Overigens: 120 000 Franstaligen die in de Vlaamse rand wonen, mochten wel deelnemen aan het jobkortingsfeest. (DS, 24 feb.)
Vlaanderen in het buitenland De Gemeenschappen en Gewesten zijn inzake buitenlandse betrekkingen bevoegd voor de materies, die hen zijn toegewezen. Federaal minister Milquet weigerde federale steun voor Opel ‘omdat het sectorieel beleid een bevoegdheid is van de Gewesten’. Eerste minister Van Rompuy bevestigde dit. Dus is de Vlaamse Gemeenschap ter zake wel bevoegd en is dat geen voer voor de federale instanties. Wallonie-Bruxelles zoals dat nu heet, heeft blijkbaar meer vertegenwoordigers in het buitenland dan Vlaanderen, dat toch 50 % meer inwoners heeft.
Commentaar Eigen bonen eerst
E
r zijn van die confl icten die van geen ophouden weten. Zo’n conflict is de niet te delgen tegenstelling tussen open en gesloten. Tussen de hype van de opendeurdagen en de glamour van ‘for members only’. Zwevend op de maalstroom van trendy denken en tevens geleerd door geschiedenis neigen we nu meer en meer naar ‘open’. Zoals in menig ander opzicht toont de Griekse geschiedenis ook hier fundamentele voorbeelden, onder meer in de heroïsche competitie tussen Athene, open, en Sparta, gesloten, tot op de tanden. Tussen Perikles van Athene en Leonidas van Sparta is de kloof diep. Athene, aan zee, heeft blijkbaar gewonnen. We trekken er nog ontelbaar naartoe. Van Sparta, op de ruige Peloponnesos, schiet niets over, maar we kunnen het niet laten er over te blijven dromen: standvastig tot het verbetene toe, onversaagd gelovend in eigen kracht. Van die geslotenheid is in modern aanvoelen de associatie met nationalisme eng. ‘Natie’ is verwant met het Latijnse ‘natus’ en ‘nasci’. Men wordt ‘natie’ omdat men op een bepaalde plek geboren is. En geboren betekent geworteld, geënt in dezelfde taal, hoop en angst: intrinsiek menselijk, bovendien nobel. En toch: zoals in alles wat menselijk is, draagt het nobele de kiemen in zich van bederf. We hebben wat gehad met die naties: oorlogen, bloed en tranen. We zwoeren dus al wat nationaal en vooral nationalistisch was af en vleiden ons aan de boezem van al wat internationaal heet. Het links gedachtegoed opende ons de horizonnen, de goedkope vliegtickets de hemelen en de vrijemarktfi losofie van Reagan en Thatcher de rest. Alles wordt nu markt en globaal. Worden wij nu toch plots niet terug gefloten zeker tot het nationale! Evident door de crisis. Maar vooral ook door de groenen die net als rijpende tomaten naar rood neigen. Het nieuwe slagwoord luidt ecologische voetafdruk. Als padvinder was ik al opgezadeld met een zesde zintuig voor sporen en voetafdrukken. Nu wordt alles wat ik doe, eet, drink - wellicht ook uitadem en afscheid - allengs meer beoordeeld op zijn eco-print, de CO2 die ik bij de geringste beweging het zwerk inzwier. Stel je voor: ik eet graag van die ranke sperziebonen. Jammer genoeg komen die vaak uit een land als Kenia. Goed idee: zo gunnen we die bonenboeren ginder ook iets. Helaas zweven die bonen niet naar hier. Die moeten worden gevlogen in zware machines die niet met wijwater vliegen. Die gevleugelde bonen baren CO2. Stop, mijnheer, eco-print. Geen gedoe meer. Eigen bonen eerst, het eigen volk volgt dan wel. Niet alleen eigen erwten doppen, ook eigen bonen peulen. Wreed toch, om door linkselende internationalisten terug niet met de neus op eigen goed te worden gewreven. Wie gelooft zo’n mensen nog? De wereld op zijn kop!
Verzet tegen verengelsing Duitse, Franse, Italiaanse en Canadese (Québec) vakbonden en verenigingen protesteer-
■ JACQUES CLAES
vervolg p. 11
april 2009 nr. 4
Doorbraak
3
M ED I A EN P O L I T I EK
Kiesstrijd is mediastrijd De media-aandacht voor de kandidaten in 2007
D
e lijstvorming voor de verkiezingen zit er op. Vroeger was de zaak daarmee grotendeels beklonken en wisten we op voorhand naar wie de door de partij gewonnen zetels zouden gaan. Vandaag zijn er echter steeds meer kandidaten die op eigen kracht in het parlement geraken, dankzij hun voorkeurstemmen. Dat komt voor een stuk omdat sinds 2003 slechts de helft van de lijststemmen wordt overgedragen aan de kandidaten. Op die manier zijn de hoogst geplaatste kandidaten op de lijst minder bevoordeeld dan vroeger. Daarbij komt dat er steeds meer kiezers een voorkeurstem uitbrengen in de plaats van op de kop van de lijst te stemmen. Hoe meer de media focussen op individuele politici, hoe meer kiezers hun voorkeurstem uitbrengen. De electorale competitie tussen de kandidaten van een lijst is nu veel belangrijker dan vroeger. Voor kandidaten is de strijd om stemmen ook een strijd om media-aandacht. Wie veel op tv komt, ziet zijn of haar voorkeurstemmen pijlsnel de lucht in schieten. Maar tegelijkertijd is dit effect ook marginaal omdat de tv-aandacht hoe dan ook beperkt blijft tot een kleine groep. Hier speelt de aandacht in de kranten een belangrijke rol: het aantal vermeldingen in de krant heeft een significant effect op het aantal voorkeurstemmen (ook als we controleren voor andere relevante variabelen, zoals de plaats op de lijst, de politieke mandaten en de verkiezingsuitgaven). Voor de mindere goden op de lijst, voor wie het kleine scherm te hoog gegrepen is, komt het er dus vooral op aan om veel vermeld te worden in de “gazetten”. Factoren Wat zijn de factoren die bepalen hoeveel aandacht een kandidaat krijgt in de krant? We hebben dit onderzocht voor wat betreft de verkiezingscampagne van 2007. Dat gebeurde via de mediadatabank Mediargus. Voor elk van de 1156 kandidaten van de zes grootste partijen (2007) gingen we na in hoeveel krantenartikels (inbegrepen de artikels op de regionale bladzijden) hij of zij werd vermeld tijdens de feitelijke verkiezingscampagne, dit wil zeggen de periode van veertig dagen vóór de verkiezingen. Een gemiddelde kandidaat wordt in 15 verschillende artikels vermeld, maar bij CD&V-N-VA, Open Vld en sp.a-Spirit loopt dat op tot respectievelijk 22, 23 en 25 artikels (tabel 1, onderste rij). Aan het andere uiterste staan de Vlaams Belang-kandidaten met gemiddeld 6,9 vermeldingen. Dat is nog minder dan de kandidaten van Groen! (7,2), maar wel iets meer dan die van Lijst Dedecker (4,5). Journalisten argumenteren soms dat de media-aandacht voor het Vlaams Belang veel meer dan bij de andere partijen is toegespitst op een beperkt aantal boegbeelden. Het Vlaams Belang zou dit zelf in de hand werken door de mindere kandidaten weg te houden van de media. Het zou dus kunnen dat achter het lage gemiddelde voor de Vlaams Belang-kandidaten wel een groot aantal vermeldingen schuil-
4
Doorbraak
nr. 4 april 2009
gaat, maar steeds van hetzelfde kransje van toppolitici. We kunnen dit controleren op basis van de verdeling van het totale aantal kandidaat-vermeldingen over de partijen (grafiek 1, blz 5). Die cijfers bevestigen dat de Vlaams Belangkandidaten sterk ondervertegenwoordigd zijn in de kranten. Van de in totaal 17 361 kandidaat-vermeldingen in de kranten betrof slechts 7,3% Vlaams Belang-politici, terwijl die partij in 2004 nog goed was voor 24% van de stemmen. Bij CD&V/N-VA en Groen! staat de media-aandacht voor de kandidaten ongeveer in verhouding tot de electorale sterkte. Maar bij Open Vld en, sterker nog, sp.a-Spirit is die mediaaandacht buitensporig groot in vergelijking met het stemmenaandeel. Hoogste mandaat Geen
sp.aSpirit
Open vld
CD&V/ Groen! N-VA
LDD
Vlaams Totaal Belang
8,8
4,5
6,6
4,1
1,6
1,9
4
21,8
6,5
3,5
7,7
6,9
2,8
7,1
11
12,6
6,6
6
-
-
9,5
Burgemeester
69,4
14,1
11,5
-
-
-
23,9
Parlementslid
23,6
29,6
38,9
46
-
17,7
29,3
166
246,6
-
-
-
-
249,4
25,2
23,1
21,9
7,2
4,5
6,9
15
Gemeenteraadslid Schepen
Minister Totaal
- = geen of minder dan vijf kandidaten. Tabel 1 Gemiddeld aantal artikels per kandidaat in 2007, volgens partij en hoogste politiek mandaat.
De media hebben in de eerste plaats aandacht voor de kandidaten bovenaan de lijst. Daarnaast krijgen de kandidaten voor de Senaat (die in heel Vlaanderen campagne voeren) beduidend meer media-aandacht (gemiddeld 23,2 artikels), dan de kandidaat Kamerleden (gemiddeld dertien artikels). Bovendien speelt ook de politieke functie van de kandidaten een belangrijke rol (zie de laatste kolom in tabel 1). Wie geen enkel mandaat heeft, moet het gemiddeld met vier artikels stellen. Gemeenteraadsleden en schepenen kunnen dit al wat opkrikken tot respectievelijk 7,1 en 9,5. Maar je moet al burgemeester zijn om als kandidaat echt het verschil te kunnen maken in de media. Een burgemeester (zonder parlementair mandaat) haalt gemiddeld 24 artikels, dat is niet zo gek veel minder dan een parlementslid (29 artikels). Vooral de kandidaten die een parlementair mandaat combineren met een burgemeestersmandaat kunnen zich in behoorlijk wat media-aandacht verheugen: zij worden gemiddeld in 51,7 artikels vernoemd. Maar dit is nog steeds klein bier in vergelijking met de aandacht die een minister krijgt. Bij een minister loopt het aantal artikels spectaculair op tot niet minder dan 249. Geen wonder dat de politici staan te drummen om minister te worden. Het is vooral die mediabonus verbonden aan politieke mandaten die de kleine partijen parten speelt. Zij hebben minder ministers, uittredende parlementsleden en gemeentelijke mandatarissen op hun lijsten staan, en krijgen daardoor automatisch minder media-aandacht.Niet minder dan 76,4% van alle kandidaat-vermeldingen in de media betreft
Cordon Bij het Vlaams Belang is de beperkte media-aandacht voor een stuk een afgeleid effect van het cordon. Daardoor moet de partij het niet alleen stellen zonder mediagenieke ministers, maar ook zonder kandidaten met een uitvoerend mandaat op lokaal niveau. Toch is er ook meer aan de hand dan dat. Als we controleren voor het mandaat-effect blijven kandidaten van het Vlaams Belang het relatief slecht doen in de media (zie tabel 1). Bij de gemeenteraadsleden huppelen de Vlaams Belang-kandidaten opnieuw achteraan met een gemiddeld aantal vermeldingen van slechts 2,8. Maar die achterstand komt nog beter uit de verf bij de parlementsleden. Een parlementslid op een Vlaams Belang-lijst haalt gemiddeld 17,7 krantenartikels, terwijl het algemene gemiddelde voor een parlementslid 29,3 is. Ter vergelijking: een parlementslid van Groen! krijgt gemiddeld 46 artikels. 35
Het feit dat de Vlaams Belang-kandidaten zo zwak scoren in de media, zelfs al hebben ze een mandaat, is natuurlijk vooral een gevolg van het ‘cordon médiatique’ tegen die partij. Al hoor je journalisten ook wel beweren dat de spoeling bij de Vlaams Belang-mandatarissen nogal dun is, en dat die te weinig inspanningen doen om met creatieve voorstellen de media te halen. Anderzijds heeft die geringe aanwezigheid in de media het Vlaams Belang nooit belet om verkiezingen te winnen, en hoeft die partij zich daar misschien niet al te druk over te maken. Het Vlaams Belang heeft overigens voldoende middelen om de mediaboycot te omzeilen door rechtstreeks met de kiezer te communiceren.
Yves Leterme
M ED I A EN P O L I T I EK
kandidaten die schepen, burgemeester, parlementslid of minister zijn (nochtans slechts 31,5% van alle kandidaten). 33% van alle vermeldingen betreft ministers (slechts 2% van de kandidaten).
994
Guy Verhofstadt
905
Johan Vande Lanotte
675
Kris Peeters
405
Frank Vandenbroucke
361
% stemmen 2004 28,6
30
% vermeldingen 2007
332
26,3
26,3 25
Patrick Janssens
24,9
24 19,7
20
19,8
Karel De Gucht
311
Jean-Marie Dedecker
310
Inge Vervotte
275
Patrick Dewael
275
15
10
7,5 7,9
7,3
0
5
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
4,9 Grafiek 2 Top tien van kandidaten met het grootste aantal artikels. 0 CD&V-N-VA
SP.A-Spirit
Open VLD
Groen!
Vlaams Belang
LDD
Grafiek 1 Procentuele verdeling van het aantal kandidaat-vermeldingen in 2007 (N=17.361) en het aantal stemmen bij de Vlaamse verkiezingen van 2004 over de partijen.
Wat verder nog opvalt in de tabel is de uitzonderlijk grote media-aandacht voor de gemeenteraadsleden maar vooral voor de (zeven) burgemeesters van sp.a-Spirit. Dit hoge gemiddelde moet echter vooral op rekening geschreven worden van Patrick Janssens. Die haalt op zijn eentje 332 artikels, en weegt dus wat media-aandacht betreft zwaarder dan een modale minister.Daarmee haalt Janssens ook de top tien van kandidaten met het grootste aantal artikels (grafiek 2). Hijzelf en Jean-Marie Dedecker zijn de enige niet-ministers in de lijst. Yves Leterme en Guy Verhofstadt steken hoog boven de andere kandidaten uit, op enige afstand gevolgd door de derde ‘kandidaat premier’ Johan Vande Lanotte. Ook voor de rest zijn de plaatsen in de top tien (op LDD na) netjes over de drie traditionele partijen verdeeld (drie CD&V, drie Open VLD en drie SP.a). De Vlaams Belanger die het meest aandacht kreeg in de kranten was Frank Vanhecke. Met 152 artikels komt hij echter pas op de 21ste plaats.
Toch mag het concurrentiële nadeel voor de partij ook niet worden onderschat. Bij andere partijen leidt een verkiezingssucces normaal gezien tot een soort multiplicatoreffect: de verkozen mandatarissen verwerven een zekere mediabekendheid, wat een electorale bonus oplevert bij de volgende verkiezingen. Het op die manier gegenereerde electorale kapitaal van de mandatarissen kan de partij ook helpen om de schade enigszins te beperken bij electorale tegenwind. Maar bij het Vlaams Belang speelt dat effect veel minder. Door de beperkte aanwezigheid in de media is het voor die partij veel moeilijker om het nochtans grote aantal politieke mandaten om te zetten in bijkomend electoraal kapitaal. Vooral nu de kansen lijken te keren had de partij die extra electorale vetlaag nochtans goed kunnen gebruiken. ■ BART M ADDENS EN GERT-JAN PUT
april 2009 nr. 4
Doorbraak
5
VL A A M S - B R A BA NT
Vlaamse reglementen zo strak mogelijk toepassen Vlaams-Brabant toch niet prijsgeven
‘V
laams-Brabant in de klauwen van gestage verfransing’. Een opvallende, maar zeker niet onjuiste titel. Integendeel, het mocht nog stouter. Het was een titel in het Doorbraak-nummer van vorige maand over de inderdaad gestage verfransing van Vlaams-Brabant met een extra klemtoon op de Vlaamse faciliteitengemeenten. Het stilaan beruchte gewestelijk expressnet komt er eerst en vooral om goed volk uit Vlaams-Brabant zonder veel tijdverlies richting Bruxelles te verplaatsen. De verfransende internationalisering van de Vlaamse rand wordt met de trein aan huis besteld!
Een zoveelste becijferde bevestiging van een proces dat al wie in dat deel van Vlaanderen woont, de Vlaamse rand rond Brussel, dag na dag met eigen oren en ogen kan horen en zien. Een sluipende ziekte die nu al decennia lang aansleept, zodanig dat sommigen in Vlaanderen luidop pleiten voor een Vlaamse euthanasie voor deze Vlaamse gemeenten. Er is toch niets meer aan te doen. Een evolutie waarvan men zich kan afvragen of het toch niet anders had gekund. Of er misschien toch nog wondermiddeltjes bestaan om die trieste ontwikkeling minstens te vertragen. Onbetaalbaar Het gebeurde begin van de jaren 1980 tijdens een nieuwjaarslunch van de toenmalige Vlaamse regering. Aan één van die Vlaamse ‘leden van de Vlaamse executieve’, zoals ze toen op hun naamkaartje moesten drukken, probeerde ik uit te leggen waarom mijn kinderen er niet moesten aan denken om te blijven wonen in de Vlaamse gemeente Kraainem, waar ze geboren en opgegroeid waren. Toen al was wonen in die uithoek van Vlaanderen voor een doorsnee gezin onbetaalbaar aan het worden. De Vlaamse bewindsman was geschokt en zou ‘er werk van maken’. Dertig jaar later, vandaag dus, zijn er in diezelfde Vlaamse gemeente straten waar niet eens nog ‘Belgen’ wonen, geen Vlaamse Belgen, maar ook geen Franssprekende landgenoten. Wel Polen en Fransen, Luxemburgers of Turken, Grieken, Engelsen, Italianen, Spanjaarden, Japanners en sinds enkele tijd steeds meer Russen. Een kwart van de Kraainemse bevolking (13 000 inwoners) is vandaag ‘geen Belg’. Nu mijn Vlaamse buur er sinds kort niet meer is, wordt zijn huis over afzienbare tijd wellicht verkocht. Een Vlaamse koper kan natuurlijk nog altijd, en het gebeurt zelfs, maar buitenlanders als nieuwe buren is toch de meest voor de hand liggende kaart. En voor onze meest nabije buurt langs links op diezelfde Kraainemse Oudstrijderslaan kunnen we vandaag al een waarschijnlijk tijdschema opstellen voor nog meer overdracht van nog meer woningen naar niet-Belgische bewoners.
gendeel een snel uitdijend Vlaamse rand-verschijnsel. Het al dan niet bestaan van taalfaciliteiten in een Vlaamse randgemeente speelt bij de buitenlandse kandidaat-koper daarbij eigenlijk geen rol: men heeft horen zeggen dat die Vlaamse gemeentebesturen niet zo moeilijk doen als het erop aankomt die meestal welstellende nieuwkomers binnen de eigen muren te houden, dat het in die gemeente naar hun buitenlandse normen nog betaalbaar is, maar vooral goed wonen. Het echte leven speelt zich toch af in het niet zover af gelegen Bruxelles, waar Frans - gesandwiched tussen Engels en Arabisch - de omgangstaal is. Even aan herinneren dat het stilaan beruchte Gewestelijk Expressnet er komt om eerst en vooral goed volk uit Vlaams-Brabant zonder veel tijdverlies richting Bruxelles te verplaatsen. De verfransende internationalisering van de Vlaamse rand wordt met de trein aan huis besteld! De dagelijkse Kraainemse ervaring leert dat niet alle buitenlandse nieuwkomers a priori denken dat hun nieuw adres in Bruxelles ligt. Nogal wat buitenlandse ouders zoeken voor hun kleintjes bewust in het plaatselijke uitsluitend Nederlandstalig kinderdagverblijf ‘t Kraaiennestje. ‘We wonen hier toch in Vlaanderen. Ons kind moet toch met zijn vriendjes in de buurt kunnen spelen.’ Toegegeven, niet iedereen denkt er zo over, maar het gebeurt. Vader of moeder beloven meer dan voorheen dat ze Nederlands zullen leren. Van een inmenging van de Franse Gemeenschap op Vlaams grondgebied kan onder meer daarom geen sprake zijn. Dit zou de doodsteek betekenen over veel jarenlange plaatselijke Vlaamse moeite om er toch nog iets aan te doen. Front halveren Men kan natuurlijk pleiten voor een Québeciaanse taalpolitie. Fikse boetes voor uithangborden in de verkeerde taal, in centimeters becijferde vrijheid van taalgebruik. Of iets gemakkelijker: doen wat de Vlaamse regering de voorbije maanden voorbeeldig heeft volgehouden: de bestaande Vlaamse reglementen zo strak mogelijk toepassen. Op die manier werd het front van de Franstalige burgemeesters van de faciliteitengemeenten gehalveerd. BHV splitsen zou natuurlijk ook niet slecht zijn: aan de nieuwkomers op die manier nog duidelijker maken dat ze voortaan ten volle kunnen deelnemen aan de Vlaamse gemeenschap. Tot het einde van hun dagen kunnen ze hier hun taal spreken. De Gemeenschap die hen gastvrij opvangt, spreekt evenwel Nederlands. Zoals men ‘aan de overkant’ Frans spreekt. Is dat niet simpel?
■ M ARC PLATEL
We zien het al jaren onder onze ogen gebeuren. Die internationalisering is geen Kraainemse exclusiviteit, het is inte-
6
Doorbraak
nr. 4 april 2009
Vergelijkend rapport van Waals Gewest levert abominabele cijfers op
D
e socio-economische raad van het Waals Gewest toont in een lijvig rapport (1) dat het voornemen van Rudy Demotte (PS) om van Wallonië het ‘Eldorado van de lage landen’ te maken nog even een luchtspiegeling zal blijven. Opmerkelijk is dat de studie in De Morgen veel aandacht kreeg (27 feb.), terwijl andere Vlaamse kranten er minder (of geen) aandacht voor hadden. In een vergelijking met vijftien Europese regio’s met een gelijkaardig industrieel verleden scoort Wallonië abominabel. Het Waals Gewest blijft in de schaduw van regio’s zoals Baskenland of Nordrhein-Westfalen, die evenzeer worstelen met de overgang van een traditionele industrie naar een hedendaagse kenniseconomie. Vooral de jeugdwerkloosheid is ronduit dramatisch: gemiddeld ligt de werkloosheidsgraad in de vijftien gebieden bij jongeren op 14 %, Wallonië klokt af op 28 %. Lidstaten binnen de Europese Unie kwamen overeen dat 85 % van de twintigers op zijn minst een diploma van het secundair onderwijs op zak moet hebben. Vlaanderen haalde dat cijfer al in 2004 en bereikte in 2007 zelfs 87 %, Wallonië geraakte in datzelfde jaar niet verder dan 79 %. De meeste cijfers van de studie dateren van 2005, waardoor de effecten van het Marshallplan - waar Waalse politici graag mee zwaaien - nog niet zijn meegerekend. Jean-Pierre Dawance, de hoofdauteur van de studie, waarschuwt wel dat de huidige recessie van de doelstellingen van het Marshallplan een utopie zal maken. ‘Die doelstellingen moeten vanaf nu beschouwd worden als idealen’, meent Dawance. Vlaanderen wordt trouwens doorheen de hele studie gepresenteerd als de streber van de klas, waar Wallonië van moet afkijken, kopiëren en vooral veel leren. Drie kloven Het gemiddeld inkomen ligt in Wallonië bijna 12 % lager dan in Vlaanderen. Als België honderd punten scoort op de welvaartsschaal, situeert Vlaanderen zich op 106, Wallonië op 94 en Brussel op 85. In het Waals Gewest riskeert een kind op de vijf in aanraking te komen met armoede, een op de zes Walen leeft onder de armoedegrens (17 %) of moet rondkomen met een maandelijks inkomen van maximaal 860 euro. In Vlaanderen zit 11,4 % van de inwoners onder de armoedegrens. De cijfers over de leefloners zijn even onthutsend: een derde van de Waalse leefloners is jonger dan vijfentwintig, terwijl dat in Vlaanderen maar 26,4 % is. Vooral alleenstaanden in Wallonië bestaat één huishouden op drie uit één persoon dreigen onder de armoedegrens te belanden. ‘Dat is helaas de huidige Waalse realiteit, en die verschilt wel heel erg van het Wallonië waarover Elio Di Rupo nog niet zo lang geleden zei dat het veranderde ‘met de snelheid van het licht’, schrijft Luckas Vander Taelen (Groen!), ook al in De Morgen (5 maart).
WA L LO N I E
Ze zeggen het nu zelf: Wallonië blijft achter in Europa
‘De PS bleef ideologisch vastgeroest bij haar stelling dat alles de fout was van het boze kapitalisme, dat maar zelf moest zorgen dat er opnieuw werk kwam voor de Waalse werklozen. De huidige crisis levert nu nog een bijkomend alibi om alles bij het oude te laten.’ Een nieuwe politiek die jonge Walen een ander perspectief zou bieden dan de zekerheid van een uitkering is er nooit geweest. Ook nu lijkt het Marshallplan het zoveelste marketingidee van de Waalse sociaaldemocraten. Maar de harde waarheid blijkt zoals altijd uit de cijfers’, besluit Vander Taelen. Uw centen De Vlaamse kranten laten al eens iets passeren. Daarom nog meer nieuws uit “betrouwbare” bron: Ook L’Echo (2 maart) signaleerde dat de belastingcontrole merkelijk strenger is in Vlaanderen. Volgens minister van Financiën Didier Reynders controleren de centra van de FOD Financiën 2,22 % van de Belgische belastingaangiftes. Dat percentage is hoger in Vlaanderen (2,51 %) dan in Wallonië en Brussel (1,74 %). Gemiddeld behandelt een agent van een controlecentrum 23 dossiers in Vlaanderen, 17 in Wallonië en 12 in Brussel. Wat betreft btw onderzochten de centra 17 800 aangiftes, of 2,93 %. Ook hier zijn er meer controles in Vlaanderen (3,32 %), dan in Wallonië (2,7 %) en Brussel (1,45 %). Onderwijs En nog een interessant rapport (2) : in Vlaanderen heeft 67,6% van de schoolverlaters (15-24 jaar) een job. In het Waals Gewest is dat het geval voor amper 46,6% van de schoolverlaters. De kloof in de werkzaamheidsgraad van jongeren (15-24 jaar), exclusief studenten en schoolverlaters is al even dramatisch: Vlaanderen scoort hier 31,5%, Wallonië 23,1%, Brussel 19,6%. Wanneer de studenten worden uitgesloten, blijkt dat de Vlaamse jongeren met een aandeel werkenden van 80,6% tot de Europese top behoren. Het moeten frustrerende cijfers zijn voor diegenen die blijven stellen dat Wallonië ‘stilaan de economische kloof zou dichtrijden’. Er is zelfs geen minieme aanwijzing dat dit binnen afzienbare tijd het geval zou zijn. ■ JAN VAN DE CASTEELE
Bronnen (1) CESRW, Regards sur la Wallonie, 70 blz. (2) Eef Steven: ‘Jongeren in beeld. Een analyse op basis van EAK/LFS. Een onderzoek in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, in het kader van het VIONA-onderzoeksprogramma’.
april 2009 nr. 4
Doorbraak
7
B U I T EN L A N D
“Vlaanderen, let op u saeck!” Vaak gestelde vragen: solidariteit en Europa
J
aren geleden, toen ik ongeveer één avond per week ergens in Vlaanderen ging spreken over ‘De joden van Antwerpen’, begon het me op te vallen dat dezelfde vragen telkens opnieuw opdoken. Ik heb toen een lijst van deze vaak gestelde vragen opgesteld en daaruit wellicht meer geleerd dan uit wetenschappelijke boeken of officiële enquêtes. Op die manier kom je stilaan te weten, wat de mensen echt denken en wat hen bezighoudt en dat is, althans wat dit onderwerp betreft, vaak verrassend en verbijsterend. De jongste tijd worden er opnieuw meer voordrachten en lezingen over de Vlaamse Beweging georganiseerd, ook in niet traditioneel Vlaamsgezinde kringen, waarschijnlijk als gevolg van de regimecrisis waarin België steeds dieper dreigt weg te zakken en, in bescheiden mate, als reactie op het ontstaan van de Gravensteengroep en de publicatie van een aantal van haar manifesten. Ook hier loont het de moeite in te gaan op het soort vragen die tijdens de lezing of via epost nadien gesteld worden, omdat dergelijke vragen telkens opnieuw terugkeren. Solidariteit Veel toehoorders hebben het om diverse redenen moeilijk met de invulling van het begrip ‘solidariteit’. Ze weten dat de aanleiding tot het ontstaan van de Gravensteengroep het ongenoegen van een aantal progressieve flaminganten was over de verwarring die geschapen werd door de wijd verspreide petitie Red de solidariteit. Wie zou nu de solidariteit tussen álle mensen niet willen redden en zelfs versterken? De opstellers van de petitie leken er vast van overtuigd dat de sociale solidariteit alleen maar kon overleven wanneer ook België werd gered. Dit België mocht daarom niet verder gesplitst worden en er moest liefst een zo groot mogelijk aantal bevoegdheden opnieuw naar het federaal niveau worden overgeheveld. Voorstanders van meer Vlaamse en Waalse autonomie waren daarom minder solidair, egoïstisch, zelfs chauvinistisch en in ieder geval asociaal. Wij vonden integendeel dat ook na nieuwe staatshervormingen autonome gebieden of deelstaten een aantal duidelijke afspraken konden en moesten maken rond voor alle partijen aanvaardbare en transparante vormen van solidariteit; dat de meestal latente rancune onder de Vlamingen niet zozeer een uiting was van bekrompenheid of egoïsme, maar veeleer van een reactie op een gebrek aan respect; dat meer Vlaamse autonomie perfect verzoenbaar was met het in stand houden of - zo nodig - verhogen van de steun aan de Walen en Franstalige Brusselaars; dat, tot slot, Vlaanderen op zich beter hoorde te doen voor andere regio’s ter wereld dan de beloofde, maar bijna nooit gerealiseerde 0,7 %. De vragen hierover kwamen uit twee verschillende richtingen: de enen vroegen zich af waarom wij ethisch verplicht zouden zijn tot solidariteit met mensen die ons om de haverklap uitschelden voor racisten, terwijl de anderen vreesden dat een hervorming (splitsing) van de sociale zekerheid op termijn zou uitmonden in een voelbare vermindering ervan.
8
Doorbraak
nr. 4 april 2009
Ik denk dat we beide bezwaren ernstig moeten nemen, door ervoor te zorgen dat een eventuele herschikking uitdrukkelijk niet verwordt tot een weigering de anderen te helpen. Dit is namelijk een kortzichtige en moreel verwerpelijke houding die niet alleen ons sowieso negatieve imago in het buitenland zou versterken, maar die ook de Vlaamse bevolking zou raken. Over de modaliteiten van die solidariteit kan en moet onderhandeld worden, over het principe niet. Dit is meteen ook een eerste antwoord op de tweede groep: indien we dit principe zouden opgeven, veroordelen we onszelf tot het bekrompen en autistisch bestaan dat de tegenstanders van de verdere autonomie voorspellen. Europa Een tweede vraag die telkens weer opduikt, is die van de relatie tot Europa. Voorstanders van de Europese eenmaking vrezen dat een zelfstandig Vlaanderen zich ‘uit de vaart der volkeren’ zou terugtrekken op een monocultureel en conservatief eiland, terwijl tegenstanders ons waarschuwen dat we op middellange termijn door de nieuwe Europese natiestaat zullen worden opgesoupeerd en daarmee, wat onze dierbare ‘zelfstandigheid’ betreft, van de wal in de sloot zouden raken, met andere woorden veel erger betutteld en bevoogd zullen worden dan in het oude België het geval was. Ook dat zijn realistische perspectieven. Maar indien we blijven hameren op een wezenlijk democratisch en sociaal Europa kunnen we beide euvels vermijden. Daarom is het symptomatisch dat een reeks informatiemappen over Europa die in maart 2009 in De Standaard werd ingelast wél 15 leuke vragen stelt (‘Hoe rijk, hoe groot, hoe slim, hoe speels ... is Europa?’), maar op geen enkel moment vraagt, hoe democratisch en hoe sociaal dit Europa wel is of zou moeten zijn. Dit betekent, dat we qua Europa beter teruggrijpen naar de oude leuze ‘”Vlaanderen, let op u saeck!’ Uiteraard zijn we voorstander van een zo groot mogelijke samenwerking op zoveel mogelijk terreinen, maar we moeten er, vanuit Vlaanderen, voor zorgen dat we, samen met andere volkeren, die eenwording van onderuit opbouwen, in plaats van ons een Europa van bovenaf te laten opdringen dat met de ‘echte problemen’ van de mensen weinig of geen rekening houdt. Andere terugkerende vragen zijn die over de rol en plaats van Brussel, over de integratie van nieuwe Vlamingen en over de geroemde kwaliteit van ons onderwijssysteem in een wereld waarin de economie steeds meer de politiek (en dus ook de culturele politiek) blijkt te verdringen. Maar dat is stof voor een volgende column.
■ LUDO ABICHT
Het grote Fortis-experiment
Z
ondag 6 oktober 2008. Vrijdag 30 januari 2009. Zaterdag 6 maart 2009. Op vijf maanden tijd werd Fortis drie keer overgenomen door BNP Paribas. Het is nog afwachten of drie maal scheepsrecht is, want de aandeelhouders van de Fortis Holding moeten net voor Pasen nog hun zegen geven aan de laatste versie van de verkoopakte. Op Witte Donderdag weten we waar we staan. Intussen wijst de tussenstand alles behalve in het voordeel van de belastingbetaler. We laten in deze bijdrage de gewezen Nederlandse activiteiten van Fortis terzijde. Misschien dat een lange juridische strijd of een speling van de kredietcrisis nog onderdelen van boven de Moerdijk terug bij de moederholding doen belanden. Wij spitsen ons echter toe op de opeenvolgende akkoorden met BNP Paribas. Het dossier is zo al ingewikkeld genoeg. Tot het weekend van 5 en 6 oktober was de Fortis Holding (met daarin de Fortis-aandeelhouders) de koepel boven de bank- en de verzekeringspoot. Bank Het zogeheten protocolakkoord met BNP Paribas maakt daar een eind aan. De Belgische overheid koopt in twee fasen de Fortis Bank uit de holding weg voor in totaal 9,4 miljard euro. Drie kwart van de bank wordt doorverkocht aan BNP Paribas in ruil voor aandelen die op dat moment op 68 euro worden gewaardeerd. De Belgische staat krijgt daardoor zelf een belang van 11,6 procent in de Franse bankreus. Ook de verzekeringen (Fortis Insurance Belgium) worden verkocht aan BNP, voor 5,5 miljard euro cash. Gif De Fortis-aandeelhouders komen er bekaaid vanaf, want de holding houdt buiten cash alleen wat internationale verzekeringsactiviteiten over en moet mee opdraaien voor wat de ‘gifportefeuille’ van Fortis gaat heten: een speciale vennootschap waarin de zogeheten risico- of rommelkredieten van de bankpoot worden afgezonderd. Nu zouden we dat een bad bank noemen, maar toen was die uitdrukking nog niet zo in zwang. Die speciale vennootschap krijgt zowaar de welluidende naam Royal Park Investments. De holding moet 66 procent van dat vehikel (en dus van de risico’s) schragen, de Belgische staat 24 procent en BNP met lange tanden 10 procent. In alle staten De aandeelhouders zijn na het bekend worden van de details in alle staten, want de holding moet zelfs drie miljard lenen bij de staat om aan zijn ‘giftige’ verplichtingen te kunnen voldoen. De geslepen zakenadvocaat Modrikamen is er als de kippen bij om een rechtszaak aan te spannen. Het proces Lernout & Hauspie in Gent verdwijnt binnen de kortste keren naar de achtergrond. Voor de rechtbank van Koophandel moet Modrikamen nog bakzeil halen, maar het Hof van Beroep geeft hem voor een
ECO N O M I E
Belastingbetaler almaar dieper in dossier gezogen
groot deel gelijk: de aandeelhouders van Fortis hadden geraadpleegd moeten worden over de ontmanteling van de holding. Het Hof schrijft daarom een buitengewone aandeelhoudersvergadering voor in februari. Van Rompuy Kersvers premier Van Rompuy beseft dat de aandeelhouders een bonus moeten krijgen, of de staat zal de Fortis Bank zelf moeten gaan rechthouden. Een rapport van vier experts, aangesteld door het Hof van Beroep, sterkt hem in die overtuiging. Met BNP en de ontslagnemende raad van bestuur van de holding wordt een nieuwe overeenkomst uitgewerkt. Daarin merken we al een duidelijke verschuiving van de risico’s. De holding tekent nog voor 58,8 procent van het gifvehikel, de overheid voor 29,2 en BNP voor 12 procent. De Belgische staat schrijft bovendien een waarborg uit van 5 miljard euro zodat de holding de lening van het voorgaande akkoord kan laten vallen. De verkoop aan BNP Paribas van 75 procent van de bank blijft behouden, maar BNP koopt nog maar 10 procent van de verzekeringen, de rest blijft in de holding. Heizel De nieuwe regeling is echter nog niet voldoende voor de aandeelhouders, die op 11 februari met een nipte meerderheid de herziene deal naar de prullenmand verwijzen. De beelden van de woelige aandeelhoudersvergadering op de Heizel gaan de hele wereld rond. Op dat ogenblik geeft eigenlijk niemand nog een cent voor het aanblijven van BNP, maar de staat is halsstarrig, de top van de holding ziet een “stand alone”-scenario eigenlijk niet zitten en BNP heeft toch nog altijd interesse in de deposito’s van de Fortis Bank. Opnieuw zetten de onderhandelaars zich rond de tafel, maar intussen is het begin maart. We zijn vijf maanden verder in de fi nanciële crisis en BNP probeert het onderste uit de kan te halen met als argument dat de situatie op de fi nanciële markten grondig verslechterd is. BNP eist zowat 7 tot 10 miljard euro nieuwe waarborgen van de Belgische staat. En die moet bovendien proberen de Fortis Holding aan boord te houden. Uiteindelijk wordt de verdeling van het gifvehikel 45 procent voor de holding, 43 procent voor de staat, 12 voor BNP. De Belgische overheid geeft een bijkomende waarborg van 1,5 miljard euro aan Fortis Bank en belooft ook om zo nodig voor twee miljard vers kapitaal te zorgen als het eigen vermogen te sterk afneemt. En daar zit voor de belastingbetaler de grote angel van de overeenkomst: de staat zou op die manier zijn belang in Fortis Bank van 25 tot 49,9 procent kunnen zien stijgen, maar uiteraard ook alle verplichtingen en risico’s die daarmee gepaard gaan, en die vandaag de dag moeilijk kunnen worden berekend. Belastingbetaler meegezogen Doorheen de opeenvolgende akkoorden zien we dus hoe de belastingbetaler almaar dieper het dossier wordt ingezogen. Uiteraard zijn waarborgen niet hetzelfde als geld dat onmiddellijk op tafel moet worden gelegd, of dat uitgegeven lees verder blz 10 april 2009 nr. 4
Doorbraak
9
B U I T EN L A N D
Breed overleg verdient voorrang Crisisproblemen niet met Belgische methodes oplosbaar
K
ort voor de Tweede Wereldoorlog, op het einde van de jaren dertig, dreigde in België een open regimecrisis. Het politiek stelsel werd frontaal aangevallen door Rex, een populistische partij van gedegouteerde kiezers, die in 1936 in één slag 21 kamerzetels veroverde, en door een Vlaamsnationalistische partij, het Vlaams Nationaal Verbond, die haar zetelaantal van 8 in 1932 naar 16 zag klimmen. De bedreiging was van korte duur. Het establishment, onder leiding van de katholieke staatsman Paul van Zeeland en van kardinaal Van Roey, verklaarde de oorlog aan Rex, dat in 1939 werd teruggeslagen naar 4 kamerzetels. De Vlaamsnationalisten konden nog wel één zetel bijwinnen. Maar de oorlog maakte een einde aan de binnenlandse crisis. Rex ging ten onder in de Waalse collaboratie met Duitsland. Het Vlaams-nationalisme had een decennium nodig om te herstellen van de fouten die de VNV-leiding tijdens de bezetting beging. Eerst in 1954 zetelde er weer een nationalist in de Kamer, en het zou duren tot 1961 alvorens in de Wetstraat een VU-fractie (van vijf man) kon worden gevormd. Vandaag woekert in België opnieuw een regimecrisis. De opeenvolgende, halfslachtige institutionele hervormingen hebben de staat ontwricht. Er parasiteert een veelheid van regeringen en parlementen die door de burger worden geminacht. Dr ruggengraat van het fi nanciële establishment is gebroken. Essentiële sectoren van het bedrijfsleven zijn overgeleverd aan besluitvorming in Parijs. En de oude contestatie staat er opnieuw. Het populisme van weleer herleeft in de partij van JeanMarie Dedecker. Het Vlaams-nationalisme wordt belichaamd door het Vlaams Belang en de Nieuw-Vlaamse Alliantie, die samen een derde van het halfrond in het Vlaams Parlement in beslag nemen. Nieuw is dat er geen sterke staatspartijen meer zijn om de populisten te verpletteren.
Herman Van Rompuy is geen Van Zeeland, Danneels geen Van Roey. Het Vlaams-nationalisme hoeft geen collaboratie-avonturen meer te vrezen. Dedecker kan met zijn populistische aanhang nog alle kanten uit. Voor de analist is het koffiedik kijken. Het Vlaamsnationalisme biedt vastere grond. Daar groeit, over partijen en persoonlijke spanningen heen, een basis-consensus: Vlaanderen moet radicaal en defi nitief afstand nemen van het zieke Belgische ancien régime. Gedacht wordt aan een soepele confederale structuur die tot meer Vlaamse zelfstandigheid leidt. Separatisme is geen taboe meer. Ook in de CD&V, toch gegroeid uit de katholieke staatspartij en de Belgische CVP, kunnen republikeinse parlementsleden nu het hoge woord voeren. Veel wordt mogelijk, op voorwaarde dat er een nieuwe “Vlaamsgezinde” elite mede de koers bepaalt. Vlaanderen wordt geconfronteerd met crisisproblemen die het niet met Belgische methodes kan oplossen. Het heeft nood aan een Vlaams consensusbeleid. Dat zou ook het verkiezingsdebat moeten kleuren. Streven naar Forza-formules is tijdverlies. Iedere partij heeft haar geschiedenis en eigen aard. Vlaams strategisch overleg en tactische samenwerking op parlementair vlak hebben in het na-oorlogse verleden resultaten opgeleverd. Het kan ook morgen.
■ M ANU RUYS
vervolg blz 9
en verloren is. Maar de inbreng van BNP Paribas is zeker niet gratis en Parijs kan voortaan – onder voorbehoud van goedkeuring door de Fortis-aandeelhouders – een zware stempel gaan drukken op het Belgische bankwezen. Iets wat in de ogen van velen, en niet alleen Vlaamsnationale partijen, beter had kunnen worden vermeden.
gevaarlijke kredieten uitstonden. Leterme en co achtten zich niet bij machte om én Fortis én Dexia onder de vleugels van de staat te nemen. Ze zijn die lijn blijven volgen en ook Van Rompuy heeft gekozen voor de Franse paraplu, liever dan van Fortis een staatsbank te maken waar de belastingbetaler zou opdraaien voor de volle 100 procent van de risico’s. Het rapport van de experts raadde dat scenario trouwens af.
Het rapport van de experts van het Hof van Beroep heeft evenwel het optreden van de regering in oktober vorig jaar verdedigd. Twee Belgische grootbanken, Fortis en Dexia, werden tegelijk voor de leeuwen geworpen en de Belgische staat handelde met de rug tegen de muur. Het kwam goed uit een privépartner voor Fortis te vinden nadat de Nederlanders hun kans schoon hadden gezien om ABN Amro opnieuw binnen te halen.
Diezelfde experts hadden wel een kwart van de Fortis Bank willen teruggeven aan de holding en dus aan de aandeelhouders, maar dat gaat lekker niet door: Parijs had geen oren naar een blokkeringsminderheid waar Deminor en Modrikamen het hoge woord zouden voeren. Kijken wat dat geeft op de komende aandeelhoudersvergadering.
Bij Dexia was er de dreiging van de Amerikaanse probleemdochter FSA waar 110 miljard euro aan potentieel
10
Doorbraak
nr. 4 april 2009
■ KMP
den begin maart in Parijs tegen de hegemonie van het Engels op de werkvloer. (Belga, 9 maart). ‘Vitale instructies in een vreemde taal, dat kan de veiligheid in het gedrang brengen’, vond ook André Leurs van het ACV. ‘Als Engels wordt gebruikt bij wijze van nieuwlichterij of als profilering om carrière te maken, wijs ik het af’, stelde taalkundige Jacques Van Keymeulen (UGent).
De Engelse ziekte In NRC Handelsblad schreef Seger Weehuizen een scherp stuk over de verengelsing van het onderwijs (How do you underbuild that?, 9 maart). Op de universiteit van Maastricht worden nu meer dan de helft van de bacheloropleidingen en op één na alle masteropleidingen in het Engels gegeven. Andere universiteiten volgen. Voortrekkers van de verengelsing zijn managers, bezeten door ‘efficiency’.
De verfransing De KU Leuven (Instituut voor constitutioneel recht, prof. André Alen en Stefan Sottiaux) organiseert een studienamiddag ‘Taaleisen: wat kan, wat niet?’ op vrijdag 8 mei 2009 in Leuven (faculteit rechtsgeleerdheid, Tiensestraat 41, inschrijven € 75 verplicht). Een bijeenkomst waar begrippen als taalvrijheid, discriminatie, integratie, taalhomogeniteit minderheden ... centraal staan.
De kloof: Franstalig België links ‘Franstalig België blijft duidelijk links’. Dat stelt Alain Gerlache, secretaris-generaal van de ‘Communauté des Télévisions Francophones’ in De Standaard (11 maart), na een optelling van de resultaten van PS (28%) en Ecolo (20%) in de jongste peiling van La Libre Belgique. Volkshuizen blijven druk bezocht, de PS blokkeerde extreemrechts en populisme. Toch is dat niet algemeen het geval. In WaalsBrabant zijn de liberalen het sterkst, Ecolo tweede. Ecolo werkt er samen met de liberalen, zoals ook kopstukken Javaux en Durant dat in hun gemeente doen. Turqouise, noemen ze dat nieuwe politieke combikleurtje. In Vlaanderen komen de linkse partijen sp.a en Groen! bij de jongste peilingen (VRT/DS) samen uit op ongeveer een vijfde van de stemmen.
De kloof: de zieke flik Waalse agenten zijn de helft meer ziek dan Vlaamse. In 2007 bedroeg het ziekteverzuim in Wallonië 6,84 %, tegenover slechts 4,6 % in Vlaanderen. Een verschil van 49 %. De jaren voordien was het nog groter. In 2005 en 2006 bedroeg het 55 %. (GVA, 16 maart)
Vrijspraak Ik ben het beu België zal wel het enige land ter wereld zijn waar de aanhangers van het voortbestaan van het ding zich met de regelmaat van een klok laten betrappen op fundamentele kritiek op die staat. Minister van Buitenlandse Zaken en dus vooraanstaand lid van het establishment Karel De Gucht heeft het over ‘structurele onbestuurbaarheid’, die alleen maar erger wordt. Socioloog en België-liefhebber Luc Huyse schrijft ongegeneerd dat de meerderheidsregel onwerkbaar is in dit land. Paul Goossens staat ook bekend als geëngageerd verdediger van Belgenland (of misschien nog meer als geëngageerd tegenstander van meer Vlaamse autonomie). Toch lezen we uit zijn pen in De Morgen van 14 maart: ‘Een apart geval is en blijft België. Het bankendebacle maakte pijnlijk duidelijk dat het deze staat aan de elementaire cohesie en samenhang ontbreekt om nog te functioneren. Voor zover nodig vond het parlement het nodig om één en ander met de vaudeville rond de Fortisonderzoekscommissie nog eens helder in beeld te brengen. Dit land kan niets meer oplossen. Het asieldossier niet, BHV niet, maar evenmin het onderzoek of een basisregel van het democratisch bestuur, de scheiding der machten, werd geschoffeerd. België krijgt stilaan uitzicht op een vermelding in de bedenkelijke ranking van de ‘failed states’. Alles draait hier vierkant.’ Ja, wat moet je daar als Vlaamsgezinde nog aan toevoegen? Met zo’n tegenstanders heb je geen medestanders meer nodig. Maar intussen draait het hier dus echt wel vierkant. Goossens had er de werking van justitie kunnen aan toevoegen. Een kerntaak van een land bestaat er in dat er recht wordt gesproken en dat straffen worden uitgevoerd. Zelfs dat lukt in deze ‘failed state’ niet langer, zoals we wekelijks in onze kranten mogen lezen. Verdedigers van België willen wel eens argumenteren dat de communautaire tegenstellingen luxeproblemen vormen en dat de politici zich beter zouden bezighouden met de dingen die de mensen écht wakker houden: pensioenen, werk, overheidsschulden, goed werkende instellingen ... Wel, ik word er wat ongemakkelijk bij, maar weer ben ik het met de België-liefhebbers eens. En suggereer graag een oplossing, die wel wat afwijkt van hun remedie. Zij kiezen voor de struisvogelaanpak. Laten we met z’n allen de kop in het zand steken en doen alsof er geen communautaire tegenstellingen bestaan. We kennen het resultaat: de spanningen lopen steeds verder op en de onbestuurbaarheid neemt toe. Vandaar ons licht afwijkend voorstel. Omdat we het beu zijn altijd weer tijd en energie te verliezen aan BHV, staatshervormingen, oneindige discussies in de regering die er steevast op eindigen dat men het eens is het oneens te zijn en de zaken niet aan te pakken (zie het asieldossier bijvoorbeeld) zou toch eens serieus moeten overwogen worden om België stop te zetten. Want met het opdoeken van België verdwijnen meteen ook die communautaire luxeproblemen. En krijgen we eindelijk tijd om de dingen aan te pakken die de mensen echt interesseren. Wie de communautaire zever beu is, kan niet anders dan voorstander zijn van het einde van België. Wie er van houdt dat alles vierkant draait, mag met de tricolore blijven zwaaien. Wie met de tricolore zwaait, houdt er van dat alles vierkant draait. Maar ik ben het beu.
■ PETER D E ROOVER
april 2009 nr. 4
Doorbraak
11
BU ITEN L A N D
‘Belgostalgie’ stoot zich aan Vlaams Huis Dynamische output van Vlaanderen stoort Doornaert en De Gucht
D
e controverse rond de opening van het Vlaams Huis in New York in februari hoeft niet zoveel verbazing te wekken. Dat Vlaanderen buitengaats opereert, is ‘’belgostalgische’’ kringen al lang een doorn in het oog. Het is in die optiek geen toeval dat de politicus die bij de vorming van de Vlaamse regering zomer 2004 tot minister van Vlaams Buitenlands Beleid werd aangesteld, ook nog eens zware bevoegdheden zoals media, toerisme en bestuurszaken op zijn bord kreeg. De tegenstanders van een dynamische Vlaamse buitenlandpolitiek moeten hebben gehoopt dat zelfs de meest voortvarende minister er met zo een loodzwaar pakket amper toe zou kunnen komen Vlaanderen op de wereldkaart te zetten.
De Gucht beoogt dat niemand in het buitenland Vlaanderen kent. Maar Geert Bourgeois (N-VA) toog onmiddellijk aan het werk om het Vlaams buitenlands beleid uit het slop te trekken. De realisaties lieten niet lang op zich wachten. Het ontwerp voor een Europees Grondwettelijk Verdrag werd op Vlaams aandringen verrijkt met een verklaring die de deelstaatparlementen van het federaal georganiseerde België betrok bij de subsidiariteitstoets. Op de kwestie wat waar en op welk niveau wordt beslist in Europa, zou ook bijvoorbeeld het Vlaams Parlement mee kunnen wegen. Vleva Bourgeois loste ook de ‘’Brusselse paradox’’ op dat Brussel de hoofdstad van Vlaanderen is, maar dat Vlaanderen niet is vertegenwoordigd in de hoofdstad van de Europese Unie, door de oprichting van het Vlaams-Europese Verbindingsagentschap (Vleva). Net zoals de vertegenwoordigingen van tientallen Europese regio’s en gefedereerde entiteiten moet Vleva Vlaanderen en Europa dichter bij elkaar brengen door uitgekiend lobbywerk en netwerking.
12
Doorbraak
nr. 4 april 2009
De versterking van de politieke vertegenwoordiging van Vlaanderen in het buitenland stond ook op het programma. Daarbij ging het niet enkel om extra posten, maar ook om het statuut van de personen die gemakshalve ‘Vlaamse diplomaten’ worden genoemd. Ze gingen jarenlang als ‘attaché’ door het leven, wat vaak onbegrip en misprijzen creëerde in de landen waar ze op post zijn. Dat een deelstaat een eigen buitenlands beleid kan voeren en zelfs internationaal verdragsrecht bezit, zoals artikel 167 van de Belgische Grondwet stelt, valt sowieso al moeilijk te communiceren naar soevereine staten. Het kwam er op aan het statuut van de vertegenwoordigers, niet alleen van Vlaanderen, maar ook van de andere ‘deelstaten’ van België op te waarderen. Wat de ene wilde, moesten de anderen immers ook aanvaarden. Vlaamse huizen Zo belandde de vraag of de vertegenwoordigers niet best ‘raden’ zouden worden genoemd op de tafel van de Interministeriële Conferentie voor Buitenlands Beleid (ICBB), het overlegorgaan van alle ministers die in België belast zijn met buitenlandse politiek. Het is niet meer dan logisch dat een dynamische natie als Vlaanderen haar beste beentje buitenzet, zelfs wanneer dit de oprichting van enkele Vlaamse Huizen met zich mee brengt. Dat ze ‘geldverslindend’ zouden zijn, zoals federaal buitenlandminister Karel De Gucht lastert, is een populistische dooddoener die juist datgene beoogt wat aan de Vlaamse deelstaat wordt verweten, namelijk dat niemand in het buitenland Vlaanderen kent. Inderdaad, zonder investering in personeel en aanspreekpunten zal Vlaanderen niet uit de schaduw van België treden. Overigens rechtvaardigt en compenseert de voorafgegane opdoeking van de politieke vertegenwoordiging in Washington DC de concentratie van alle vormen van Vlaamse vertegenwoordiging (politiek, economisch, toeristisch) in New York als toegangspoort tot de Verenigde Staten van Amerika.
In haar column in De Standaard (DS, 27 feb.) beweerde Mia barones Doornaert dat ‘de gewesten er alles aan (hebben) gedaan om de federale diplomatie zoveel mogelijk middelen en bevoegdheden te ontnemen.’ Edi Clysters, gewezen vertegenwoordiger van Vlaanderen in Berlijn, riposteerde daarop dat de bevoegdheidsverdeling tussen de Belgische federatie en de gefedereerde entiteiten is vastgelegd in omvangrijke akkoorden binnen het kader waarvan elke overheid haar zaken autonoom beheert (DS, 4 maart). Hoe kunnen gewesten en gemeenschappen dan middelen afnemen waar het de federale minister van Buitenlandse Zaken is die beslist over het ‘versterken of verminderen van de federale aanwezigheid’ in een bepaald land? Wallonie-Bruxelles Het is Clysters die, eenvoudig begonnen met een stoel en een tafel, Vlaanderen tot een begrip heeft helpen maken bij onze oosterburen. Die combinatie van bescheidenheid aan middelen en gedrevenheid in doelstellingen tekent de Vlaamse vertegenwoordigers ten voeten uit. Lieven Tack van het Europacollege wijst er fijntjes op: ‘Zo beschikken het Waals Gewest en de Franstalige Gemeenschap samen over meer diplomatieke vertegenwoordigingen dan Vlaanderen en hebben ze veel imposantere budgetten veil om Wallonie-Bruxelles in het buitenland aan de man te brengen.’ (DS, 3 maart). Maar omdat hun output niet zo dynamisch oogt als die van een meer zelfbewust Vlaanderen, levert hun geldverslindende sluimerende aanwezigheid in het buitenland voor mensen als een Doornaert of een De Gucht blijkbaar geen bezwaar op.
■ DIRK ROCHTUS DOCENT
INTERNATIONALE POLI TIEK AAN LESSIUS/ASSOCIATIE KU LEUVEN EN OUD - ADJUNCT- KABI NETSCHEF VAN G EERT BOUR GEOIS, OUD - MINISTER VAN VLAAMS BUITENLANDS BELEID
VRIJE TRIBUNE
De mensen zijn bedrogen Financiële crisis? Vlaanderen onafhankelijk!
W
ie zal het zeggen? Is twintig jaar na de val van het IJzeren Gordijn het potje van explosief groeiende economieën overgekookt? Zijn de jaar na jaar adembenemende groeicijfers van China een zeepbel geworden die dreigt open te spatten? Waren de globale energiebehoeften en de prijzen die daarbij horen zodanig gegroeid dat het evenwicht zoek raakte? Wie zal het zeggen? The sky leek the limit. Ook en vooral in de fi nanciële wereld. Fusie-operaties leken wel een onbetwistbare noodzaak. Recordrendementen werden de regel. Onrealistische beloften waren aan de orde van de dag. Ratingbureaus werden veredelde casino-uitbaters. Duistere investeringspakketten werden samengesteld alsof het dagelijkse kost was en werden wereldwijd verhandeld zonder dat er nog een herkenbare band was met de reële economische ondergrond of zekerheid. De internationale verstrengeling werd een afstandelijkheid die in hoogmoed eindigde. De globalisering die er op volgde, maakte het ook mogelijk dat een relatief kleine instabiliteit op de Amerikaanse hypotheekmarkt niettemin in de hele wereld de fi nanciële stevigheid onderuit haalde. Zeker is ondertussen dat wij meemaken wat ondenkbaar leek: banken staan of stonden de laatste maanden een na een aan de rand van de afgrond.
Ook in de financiële wereld is “kleiner” niet altijd “slechter”
Kosmopolitisch Niet langer dan een jaar voor de fatale gebeurtenissen kreeg KBC-topman André Bergen de prijs van manager van het jaar. De commentaren waren eensluidend: met zijn OostEuropese openingen had hij de “k” van KBC veranderd van die van “kerktoren” in die van “kosmopolitisch”. Internationalisering en fusieoperaties zijn echter niet zaligmakend gebleken. De banken die wel rustig “onder de kerktoren” hun bescheiden activiteiten waren blijven voortzetten, kwamen het minst in de problemen. . Voorts is het niet verwonderlijk dat in België de klap harder aankwam. De bankcontrole is een hoofdzakelijk door politieke benoemingen en politieke bindingen gekenmerkt geheel. Banken en bankiers lijken wel kroonjuwelen, opgesmukt met adellijke titels en ministeriële schouderklopjes. In een aantal gevallen worden oud-politici plots bankier.
Waarom? Voor bewezen diensten zo lijkt het wel. De fi nanciële instellingen met de sterkste politieke bindingen, Dexia, Ethias, Fortis kregen de raakste klappen. Bij Fortis verslikte Lippens zich in de ABN-Amro overname. Als daarna de donkere wolken zich opeen pakken boven Fortis wordt bewust verder verkeerd voorgelicht. Ook vragen over Amerikaanse investeringen werden medio 2008 nog altijd onder de praatjes van de goednieuwsshow bedolven. De mensen zijn bedrogen. En de belastingbetaler draait op voor de brokken. Vooral onze kinderen zullen de factuur krijgen gepresenteerd. Dat maakt de schande nog meer bedroevend. Er is nog een typisch Belgisch trekje aan het dossier. Bij de redding van Fortis richten alle blikken zich naar Parijs. De nieuwe deal met Parijs wordt met miskenning van de (dikwijls kleine) aandeelhouder doorgedrukt. En de regering houdt er krampachtig aan vast tegen beter weten in. Ook de scheiding der machten wordt met de voeten getreden wanneer de regering dreigt te worden teruggefloten. Eigen staat Naast het roemloze einde van een wild liberalisme, een neo-kapitalisme in de postcommunistische tijd, is er in afwachting van verdere analyses alvast nu al één grote les te trekken uit de hele affaire. Volkeren met hun eigen staat zijn beter af in dit soort crises. Nederland en Frankrijk hebben efficiënter kunnen reageren. Privatisering en deregulering waren de toverwoorden van de vorige eeuw. Als meer staat en een beetje meer regulering morgen toch opnieuw aan de orde zijn om de fi nanciële cowboys aan banden te leggen, zal het dan de Belgische staat met zijn a-typische compromissen zijn die de toon voert? Vlamingen hangen vast aan een Belgische staat die gedomineerd wordt door een Franstalige elite die haar adoratie voor de Parijse connecties niet weet te verbergen. Vlamingen zullen in de nakende (economische) crisis en in het herstel na de fi nanciele kater meer hebben aan een Vlaamse staat dan aan een tijdrovende sukkelgang in de donkere tunnel van de Belgische staatshervormingen.
■ GEROLF ANNEMANS
april 2009 nr. 4
Doorbraak
13
KAMIKAZE
Schoenmaker blijf bij uw leest!
H
om mee op te stappen in de betogingen ten vooret wordt zo stilaan een onhebbelijke gewoonte bij dele van de splitsingseis. Gelukkig voor mij was er onze Vlaamse BV’s om zich, te pas en vooral te net op tijd advocaat Luc Deleu om precies het teonpas, te willen mengen in het politiek debat. De voorgendeel te bewijzen en mij, met het argument dat beelden zijn legio. En dan nog bij voorkeur in domeigladde Glenn alleen maar zijn imperium wou benen waar de betrokkene zelf meestal geen kaas van heeft gegeten of waarvoor hij/zij niet bevoegd is. Enfin, schermen, terug op mijn gemak te stellen. Mijn ze doen maar. Want wie hiermee zijn gat verbrandt, oprechte dank daarvoor (geen ereloonnota a.u.b.). moet dan maar op de blaren zitten. En dat hofnar Tom Nu, voor Brice van de Justice wil ik rekening houden met verzachtende omstandigheden. De proLanoye er af en toe eens een politieke lap op geeft (hoewel het de laatste tijd zeer stil is rond onze Vlaamfessor is jarenlang veiligheidsadviseur geweest van Glenn Audenaert se Shakespeare, tenzij ik iets heb gemist natuurlijk), Guy Verhofstadt. En dan is het normaal dat ge op den duur niet goed meer weet wat kan en wat niet daar heb ik leren mee leven. Maar dat nu ook veronkan. Maar voor u, Mijnheer Audenaert, geldt dat niet. Want gij dersteld serieuze mensen zoals politiebaas Glenn Audenaert en weet heel goed dat gij in uw functie geen politieke uitspraken professor Brice De Ruyver zich hieraan bezondigen, is zonder moogt doen. En mocht ge daar aan twijfelen dan zou ik u langs meer ontoelaatbaar. Precies omdat ‘de mensen’ (en daar ben ik deze weg willen vragen om op het internet (www.dutch.faithfreedus ook bij) zich hieraan al te gemakkelijk laten vangen. Zo ook dom.org) uw interview van september 2006 eens te herlezen. En toen beide heren er recent voor pleitten om het gerechtelijk arherlees vooral ook het slot, waarin ge betreurt dat ge duizend rondissement BHV niet te splitsen, want dat zou volgens hen niet jaar te vroeg zijt geboren, zeker in de wetenschap dat ik deze alleen een idiotie zijn, maar bovendien een cadeau voor de critreurnis van harte met u wil delen ... minelen. Ik voelde mij op slag een stuk onveiliger en het scheelde geen haar of ik ging het nog geloven ook. Zelfs een begin van ■ K AMIKAZE schuldgevoel was al mijn deel omdat ik het ooit had aangedurfd
M E G A F OO N
De onderdrukte minderheid
B
russel, hoofdstad van Vlaanderen? Jammer, maar helaas. In Brussel Deze Week van 12 maart heeft professor Bart Maddens (KU Leuven) het over de oogkleppen van de Brusselse Dansaert-Vlamingen en herhaalt hij de stelling die hij in De Standaard al poneerde: Vlamingen moeten nu maar eens zélf het been stijf houden en niéts meer vragen. Een Megafoon waard. Maddens: ‘Het heeft me als academicus altijd verbaasd hoe Vlaanderen aan het begin van de jaren 1980 bijna geruisloos Brussel tot hoofdstad heeft verkozen ... omdat het imago van Brussel in Vlaanderen verre van positief was. En is. Had Vlaanderen voor Antwerpen gekozen, dan was de spanningsrelatie Brussel-Antwerpen bevorderlijk geweest voor de Vlaamse natievorming. De man in de straat maakt het onderscheid niet tussen de Wetstraat en het Martelaarsplein, waar de Vlaamse minister-president zijn kabinet heeft ... Twee hoofdsteden kiezen had die verwarring kunnen vermijden. Gedane zaken nemen geen keer. Een andere hoofdstad kiezen zou gepercipieerd worden als een Vlaamse capitulatie.
14
Doorbraak
nr. 4 april 2009
veau. Daar hebben ze wel mandaten, maar geen reële macht. Ik begrijp dan ook niet dat iemand als minister Pascal Smet terug wil naar taalgemengde lijsten.
Bart Maddens In Vlaams-Brusselse kringen hoor ik de vrees dat het aantal Vlaamse stemmen tot onder de vijftigduizend zou kunnen zakken ... Het vermoeden bestaat dat het aantal Vlaamse stemmen al een paar verkiezingen kunstmatig hoog ligt door de oneigenlijke Vlaamse stemmen voor het VB. De Dansaert-Vlamingen kijken naar Brussel met oogkleppen. Ze beschouwen zichzelf als heel breeddenkend, heel multicultureel, maar in feite denken ze engBrussels. Ze koppelen Brussel los van de bredere Belgische context tenzij het is om bijkomende middelen te vragen. Met tweetalige lijsten dreigen de Vlamingen in het Gewest in dezelfde situatie terecht te komen als op gemeentelijk ni-
Ik hoop dat de Vlamingen na de gewestverkiezingen van 7 juni niet opnieuw rond de tafel gaan zitten. De Vlamingen moeten herhalen wat de Franstaligen al zo vaak gezegd hebben: ‘On n’est demandeur de rien’. Laten we wachten tot de Franstaligen opnieuw geld vragen. Ondertussen komt er geen herfinanciering van Brussel en legt Vlaanderen geen geld opzij om de federale begroting uit het rood te helpen. Als er in 2011 ongrondwettige verkiezingen worden georganiseerd, dan verwacht ik een lawine aan rechtsgedingen en zal België zich vastrijden in een institutioneel moeras. Liever dat dan een splitsing met onaanvaardbare Vlaamse toegevingen, die het effect van de splitsing toch ongedaan zouden maken. Het is niet te geloven hoe de Franstaligen er keer op keer in slagen zichzelf in het buitenland te verkopen als een onderdrukte minderheid. Onvoorstelbaar.’
De Vlaamse Republiek, van utopie tot project
Te koop bij de VVB 17,95 euro + verzendkosten Vlaamse Volksbeweging, Passendalestraat 1a 2600 Berchem secretariaat@vvb.org Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. Verschijnt maandelijks (niet in augustus). Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele K ERNREDAC T IE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Peter De Roover M EDE WERKER S : Ludo Abicht, Jacques Claes, Frans Crols, Koenraad Elst, Marc Gevaert, Iko, KMP, Bart Maddens, Theo Lansloot, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Johan Sanctorum, Matthias E. Storme, Frank Thevissen, Luc Van Braekel, Katleen Van den Heuvel R E D A C T I E - A D R E S : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 redactie@doorbraak.org www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org A BONNE MEN T : € 18 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 30) STUDENTENABONNEMENT: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internet-abonnement. Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB VERANT WOORDELIJKE UITGEVER: Pieter Bauwens, M. De Smetstraat 12, 9308 Hofstade ISSN 0012-5474
april 2009 nr. 4
Doorbraak
15
16
Doorbraak
nr. 4 april 2009