België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw
www.doorbraak.org
Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
7-8 2009
Rimpelnationalisten willen Peeters pakken
O
p 7 juni stemden afgerond nog 22,9 procent Vlamingen voor CD&V en 15 procent voor Open VLD. De oranjeblauwe regering Van Rompuy heeft dus nog 37,9% supporters in Vlaanderen, maar 68,5% in Wallonië (PS-EcoloCdH). Zo laten, want anders dreigt de chaos, aldus Herman Van Rompuy. Zo steekt dit land ineen... Politiek draait om geld. Punt. Het failliete België eist meer Vlaams geld. Het rimpelnationalisme zet hiervoor alle troeven in: oud-links in de opiniepers, de wassen beelden van CVP en PVV (Eyskens, Martens, De Croo, Verhofstadt), de conciërge van de Wetstraat 16 (Herman Van Rompuy), de toplui van VBO en syndicaat en de semi-wetenschap van de Belgische instituten (Nationale Bank, HRF e.a. met Quaden, Coene, Verplaetse...). Kortom, het establishment. Zo steekt dit land ineen. De paniekzaaiers van vandaag zijn de verantwoordelijken van gisteren en als we niet uitkijken de bedriegers van morgen. Coene, nog niet lang geleden de copain van Verhofstadt, was wel heel duidelijk: ‘Vlaams geld’ hebben we nodig. Is hij dan niet mee verantwoordelijk voor het ontsporen van het federale budget? Moeten die baronnen van België niet eerst in eigen huis eens orde op zaken stellen en zorgen voor meer federale, Brusselse en Waalse (miljardje tekort?) begrotingsdiscipline? Dat ze federaal eens stoppen met geld te pompen in materies waarvoor de deelstaten bevoegd zijn (de onder Verhofstadt ingezette “recuperatie”). Dat de Franstaligen eerst orde op zaken stellen in hun kluwen van instituties en hun geldverslindend overheidsgepamper. Peeters houdt de boot voorlopig af: ‘Een evenwicht in eigen begroting is meer dan voldoende’. ‘Vlaanderen wil niet de melkkoe zijn die de gaten van de anderen ook dicht’, schrijft Guy Tegenbos in De Standaard (12 juni 09). Vlaanderen de melkkoe? Fout. De uier is immers leeg gemolken. De kassiers van het failliete België willen nu de koe opeten.
De spaarzame Vlaamse deelstaat - een oord van egoïsme? ziet de transfers nog altijd toenemen, omdat Wallonië en Brussel al decennia lang economisch ondermaats blijven presteren (zie werkloosheids- en werkzaamheidsgraad, een overrijp bestuurs- en ambtenarenapparaat). Op het politieke speelveld krijgt Peeters nu de les gespeld van de schijnheiligste van alle Vlaamse politici - ooit nog numero uno - die in zijn leuke jaren de budgettaire mogelijkheden vrolijk oppeuzelde. ‘Als men denkt mij nodig te hebben om moeilijke dossiers vooruit te helpen, bijvoorbeeld een nieuwe staatshervorming, dan zal ik dat doen... U kent mij, met veel plezier’ (DS, 3 juni en De Ochtend, 3 juni). Cinema in de Kinepolis, dat was het, na twee jaar pestgedrag. ‘De campagne voor de federale verkiezingen van 2011 is begonnen’, ziet Rik Van Cauwelaert (Knack, 17 juni). Voormalig VVB-voorzitter Rita De Bont (Vlaams Belang) meent dat de staatshervorming door een Vlaamse regeringsdeelname van N-VA ‘onverwijld op de lange baan geschoven wordt onder het goedkeurend oog van de Vlaamse Volksbeweging’. Als De Wever zich met de VLD van Verhofstadt in één bed laat naaien dan wordt hij misschien wel de domste mens van Vlaanderen en zal er van veel welwillendheid vanwege de VVB geen sprake zijn... Wat wordt het concreet met die stapjes vooruit (kinderbijslag, hospitalisatieverzekering....)? En vooral hoe stevig wordt het weerwerk tegen de federale centenjacht ‘vooral in Vlaanderen’? Een coalitie met CD&V en sp.a biedt voor N-VA misschien wat meer perspectief. Zoniet rest er de keuze voor een deugddoende oppositie. Maar Vlaanderen moet bestuurd worden, niet achteruit, maar vooruit. Liefst snel, efficiënt, sociaal en Vlaams. We hebben begrepen dat dit met Vlaams Belang nog niet meteen voor morgen is. Hoe lang nog schuift die partij zichzelf op de lange baan? ■ JAN VAN DE CASTEELE
juli 2009 nr. 7-8
Doorbraak
1
PERSWIJS Brandstof voor Vlamingen Bart Maddens in De Morgen, 16 juni: ‘Ik heb wijlen Hugo Schiltz ooit horen
uitleggen hoe hij er doelbewust op heeft aangestuurd dat het Belgische staatshoofd geen enkele rol zou spelen bij de Vlaamse regeringsvorming. En hij wist natuurlijk wel waarom. Vandaag versterkt deze schijnbaar onschuldige regeling de dynamiek naar Vlaamse staatsvorming. Tijdens de campagne heeft Kris Peeters er een paar keer smalend over gedaan, maar vandaag is ze (mede dankzij hem) wel een stukje realiteit: de Republiek Vlaanderen.’ Peter Vandermeersch in De Standaard, 8 juni: ‘België is twee landen.’ Eric Donckier in Het Belang van Limburg, 31 mei: ‘Hoe komt het toch
dat de opeenvolgende Vlaamse regeringen goed functioneren terwijl de federale regeringen het veelal niet onder de markt hebben?... Een eerste verklaring is dat er binnen de Vlaamse regering alvast geen fundamenteel communautaire tegenstellingen zijn. Dat scheelt een slok op de borrel...’ Guy Tegenbos in De Standaard, 13 juni: ‘De Vlaamse begroting moet zo snel
mogelijk weer in balans raken. Dat - maar ook niet meer dan dat - is de Vlaamse bijdrage tot de sanering van openbare financiën van het Belgische geheel.’
Kinderbijslag, een job, een pensioen, belastingen. Dát zijn de problemen van de mensen. Inderdaad. Het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ) liet specialisten uiteenzetten waarom Vlaanderen die dingen zélf moet kunnen regelen op een symposium “Vergrijzing en ontgroening” (zaterdag 21 maart). Enkele specialisten- Herman Deweerdt (AK-VSZ), Danny Pieters (KU Leuven), Roger Pauly (Gezinsbond), Jan Van Doren (Voka), Alain Mouton (Trends), Koen Algoed (KU Leuven) - behandelden er de kernthema’s die een impact hebben op de toekomst van Vlaanderen: kinderbijslag, gezondheidszorg, werk, pensioen. Vlaanderen moet over die bevoegdheden zelf kunnen beschikken. Van argument tot document: een verslag van dit symposium (papier of digitaal) kunt u aanvragen via akvsz@vnz.be of 015 28 90 96.
Jean-Pierre Rondas in Rondas (Klara), 24 mei 2009: ‘Staatshervorming?
Lig er maar niet wakker van, dan kunnen ze zeggen dat u er niet wakker van ligt.’ An Govaerts (hoofdredacteur) in Trends, 11 juni: ‘Op verkiezingszondag
is bewezen dat de taalgrens wel degelijk een scheidingslijn is. De politieke spreidstand tussen de landsgedeelten is immens groot ... Het feit is dat de PS de grootste partij blijft.’ Bart Maddens (KU Leuven) over de financieringswet in De Morgen, 27 mei: ‘Respect voor het institutionele status-quo betekent dat de Vlaamse regering
zich houdt aan de letter van de financieringswet, en dus weigert bij te dragen tot het verminderen van het federale begrotingstekort. Dat betekent uiteraard ook dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan fluiten naar extra middelen.’ Frank Vandenbroucke in De Tijd, 7 juni: ‘De federale overheid moet ons niet
meer komen vragen een spaaroverschot te maken om hun begroting bij te springen.’ Bart De Wever in De Morgen, 4 juni 2009: ‘Pleiten wij voor een verrottings-
strategie, zoals Vandenbroucke nu zegt? Dat is onzin: wat rot is, kan je niet laten verrotten...’
Emiel De Bolle
Maddens-strategie Vlaanderen vraagt aan de Franstaligen niets meer, houdt zich aan de letter van de financieringswet, oefent de bestaande bevoegdheden maximaal uit, roept belangenconflicten in wanneer het federale beleid maatregelen neemt die de Vlaamse belangen zouden kunnen schaden. Dat is de zogenaamde Maddens-strategie, waar de Vlaamse Volksbeweging zich achter zette. De Leuvense professor en Doorbraak-medewerker Bart Maddens kreeg aandacht voor die stelling in De Standaard (3 maart), in het VVBezine Tussendoor (www.vvb.org/actueel 5 maart), in De Morgen (27 mei), in De Tijd (13 juni) en op radio en tv. VVB-voorzitter Defoort propageerde ze in een interview in Knack (13 mei),in zijn toespraak op de VVB-Conventie van 17 mei en in het meinummer van Doorbraak. In een Open Brief aan de minister-president vroeg VVB-voorzitter Eric Defoort Kris Peeters om rekening te houden met die Maddens-strategie. Lees over dit onderwerp in dit nummer van Doorbraak ook Megafoon, blz 15.
VVB-connection In Het Nieuwsblad (10 juni) probeerde de redactie de omgeving van Bart De Wever in kaart te brengen. Men kwam zo ook uit bij een VVB-connection, met name bij voorzitter Eric Defoort (‘zijn linkse geweten’) en politiek secretaris Peter De Roover (‘zijn rechtse geweten’). De Wever erkent de verdiensten van beide VVB-toppers, maar ze zijn daarom geenszins ‘zijn geweten’. De Wever waardeert het ‘puntige denken’ van Peter De
2
Doorbraak
nr. 7-8 juli 2009
Roover (‘een vat vol spitsvondigheden’ en ‘een grootmeester in oneliners’) en noemt Defoort ‘een vriend voor het leven’ (‘heeft een culturele bagage van hier tot in Tokio’). Vooraleer ‘splitsers’ zich misschien van doel vergissen ... de VVB is er voor links én rechts, met de Vlaamse staatsvorming als hoofddoelstelling en strevend naar samenwerking. Ook na 7 juni zal meer dan een partij nodig zijn om stappen vooruit te zetten.
Voka: wakker blijven De Vlaamse werkgeversorganisatie Voka heeft een nieuwe voorzitter: de ongetwijfeld schitterende ondernemer Luc De Bruyckere (Ter Beke e.a.). Volgens De Bruyckere is dit land ‘institutioneel verlamd’. Dat hebben wel meer Voka-voorzitters vastgesteld. Opmerkelijk is de wolligheid waarin de ‘realist’ De Bruyckere de Voka-boodschap nu verpakt. Geen staatshervorming meer, maar ‘de reengineering van de staatsstructuur (staatshervorming is volgens De Bruyckere een té beladen woord - red.) moet er zo snel mogelijk komen’. (Belga, 26 mei). Volgens een enquête van De Standaard (TNS, 7 juni 2004) was 35 % van de Vlaamse werkgevers voor Vlaamse onafhankelijkheid. De Tijd (16 sept. 2006) spreekt van ‘vier op de tien’.
Financieringswet De Bruyckere ‘matigt de communautaire toon’, meldde De Tijd (27 mei), noemt zichzelf ‘civil servant’. Dat hij in april 2007 in het gezelschap van Luc Tuymans en Michel Verschueren ‘Commandeur in de Leopoldsorde’ werd, is wellicht niet geheel zonder betekenis. Als de Voka-trein maar niet stilvalt, of achteruit rijdt. Het wordt uitkijken naar het Voka-standpunt over de mogelijke herziening van de financieringswet. Het federale niveau zit in geldnood en het is de vraag of (weer alleen) Vlaanderen dat gat moet dichtrijden. In juni 2008 lekte een CD&V-nota uit over een compromis met zowat alle Franstalige partijen over de centen. De “afkoopsom” kwam volgens berekeningen van Voka neer op zo’n 2,2 miljard euro, ‘ten nadele van Vlaanderen’. Wakker blijven.
Federale kieskring en het lichtend pad van Verhofstadt Verhofstadt blijft maar zeuren over ‘versterking van de federale staat’. Rik Van Cauwelaert (Knack, 17 juni) lacht hem vierkant uit. ‘Hoe dan wel? Op wat flauwiteiten als een
Commentaar Troostend of trooststunt Pinksteren - je mag ook Sinksen zeggen, daar zit die stam cinquante (vijftig dagen na Pasen) nog in - is een mooi feest, onmisbaar zelfs. Dank in elk geval aan de kerk voor al die feesten - vooral dan voor tweede Sinkensdag - die niemand nog begrijpt, maar die iedereen viert. Vrije dagen zijn a joy for ever. De kerk als moeder van de onthaasting, zelfs de infarct-autowegen op zo’n feestdagen versnellen de vertraging. Laat ons echter niet achteloos aan Sinksen voorbijgaan. Er doet zich die dag iets wonderlijks voor. Er wonen daar in Jeruzalem mensen van allerlei nationaliteiten, multiculturaliteit avant la lettre. De apostelen en de leerlingen die samen zijn, worden plots hevig beroerd en bezield. Aan die nieuwe vervulling wordt luidruchtig lucht gegeven, evident in de taal van de streek, Galilea. En toch, o wonder, verstaan al diegenen die geen Galileïsch kennen, die boodschap. Wonderlijk, iedereen maakt er, blijkbaar in zijn eigen taal, iets opbeurends van. Wat daar gebeurt, is de tegenvoeter van Babylon: doordat ze ginds mekaar niet verstaan, loopt de bouw van die fameuze toren op niets uit. Gebeurt vaak en allerwegen in dit dal van tranen. Het gebeuren van Sinksen voltrekt zich ook in de politiek. Vooral rond de verkiezingen. En vooral als die, zoals pas is gebeurd, bijna met Pinksteren samenvallen. Met zo’n verkiezing daalt er ook een boodschap neer. Of beter: welt die op uit de stembus in een strakke, dwingende, soms onvatbare taal van cijfers, percenten en percentielen, curven en grafieken. Die boodschap is meestal vreemd, onbegrijpelijk, tot het onthutsende toe. Maar - en dat is het Pinksterlijke wonder - iedere partij ‘verstaat’ ze. Elke partij zet ze, begrijpend, om tot eigen substantie. Iets platter: meteen verteert men de boodschap tot eigen nut, in het slechtste geval, tot eigen troost. Of zoals Johan Cruijff het op zijn manier zei: ‘elk nadeel heb sijn voordeel’. Je kan van die partijen zeggen wat je wil: ze zijn machiavellistisch, onbetrouwbaar, gaan over lijken, vooral binnen het eigen gelid. Maar troosten doen ze ook: de getallen die incontournable zijn, worden omgesmeed tot nieuw uitzicht en heil. Op het aambeeld van partijzucht en partijtucht wordt neergang verbogen (dit is de syntaxis van politieke verbuigingen) tot opgang die er nog niet is, maar wel te verwachten. Men heeft wel verloren, maar minder dan de peilingen voorspelden. Bij anderen - winnaar weliswaar, maar achteruitgegaan tegen vroeger - verdampen de cijfers van de teruggang op de hete plaat van de zegeroes. De wellust nu de grootste te zijn, verdringt zelfs de extase van eerdere triomf. Voor nog anderen (men is vindingrijk in het dieptepunt waarop men beland is - belanden is eigenlijk een trieste vorm van landen) is er grond voor hoop. Wie op een redelijk peil hangt, kan zakken. Wie echter op de bodem of in de put zit, kan alleen maar stijgen. Die leert opkijken, dat is iets anders dan neerkijken. Het doet bijna denken aan de meetkunde van Euclides. Van partijen kan je denken wat je wil, vooral dan van de machtsmachines die zich democratisch noemen. Maar één ding moet je ze nageven: ze weten hoe het leven en dus ook de politiek in elkaar steken. Bijwijlen moet er getroost worden. Tweeduizend driehonderd jaar geleden zei Aristoteles dat de mens een ‘politiek wezen’ is. Met zijn verstand had hij misschien beter gezegd: een te troosten wezen. ■ JACQUES CLAES
vervolg p. 11
juli 2009 nr. 7-8
Doorbraak
3
VERK I E ZI N G EN
Vlaamse en Waalse kiezers vergroten de kloof Oppositie of coalitie: winnaar N-VA stond voor vier opties
O
ngetwijfeld zal men het zich bij volgende federale verkiezingen wel herinneren: op 7 juni 2009 stemde de Belg gesplitst en gespleten. En de Vlaming Vlaams(er). Of die trend zich dan ook op het federale niveau nog fors doorzet, en wanneer, zal vooral afhangen van de biotoop waarin de N-VA zich wil gaan bewegen. Coalitie of oppositie? Loopt De Wever een blauwtje op of niet? De waarschuwing van Rik Van Cauwelaert in Knack geldt ook voor hem: Een staatshervorming op de wijze van Verhofstadt en de Wijzen ‘komt alleen maar neer op wat geschuifel of het dek van de Titanic’. Daar was de kans op overleven eerder klein.
V-partijen
‘Alle partijen met een Vlaamse reflex hebben deze verkiezingen gewonnen, met uitzondering van het Vlaams Belang dan’, weet politoloog Jo Buelens (DM, 9 juni). De gezamenlijke score van de V-partijen - de partijen die kiezen voor een onafhankelijk Vlaanderen of iets in die buurt - steeg inderdaad van 28,3 % in 2004 over 31,1 % in 2007 naar 36 % bij de verkiezingen van 2009. Er zijn ongetwijfeld opvallende interne verschuivingen, met het VB als verliezer, maar even duidelijk is de gezamenlijke bonus. Al zullen ook nu weer sommige gefrustreerden het tegendeel beweren. De stemmen van CD&V daarbij optellen is helaas een nogal kromme oefening, want de sterkte van de autonomisten binnen die partij is niet meetbaar. Er past hier maar één besluit: trekt CD&V ooit de Vlaamse kaart, dan wordt het het V-totaal incontournable. Het potentieel steeg immers van 50,3 % in 2004 naar 58,9 % in 2009. CD&V’ers die liever blijven spelen op het politieke speelveld van de traditionele partijen, zullen ook wel vaststellen dat de klassieke tripartite, die in 2004 nog goed was voor 61,5 % (met een CD&V geraamd op 22 %), op 7 juni 2009 terugzakte naar nog amper 53,2 %. De kloof
Of we nu de voorkeur op de links/rechts-as vergelijken, of het “gewicht” van liberalen of socialisten vergelijken, of we nu de cijfers van de Vlaamse en de Waalse groenen bekijken, of die van voorstander van confederalisme/separatisme in Vlaanderen en Wallonië, telkens is de conclusie dat dit land niet meer bestaat. De kloof tussen noord en zuid is er op álle fronten. - Links (PS en Ecolo) wordt in Wallonië gesteund door meer dan de helft van de kiezers. In Vlaanderen halen sp.a en Groen! samen met moeite een vijfde van de stemmen. -Radicaal-rechtse partijen scoren alleen in Vlaanderen (LDD en Vlaams Belang). - De traditionele partijen landen in het zevenpartijenlandschap in Vlaanderen net boven de 50 % (zie grafiek), in het vierpartijenlandschap van Wallonië scoren ze 73 %. - Ecolo werd in Wallonië de derde partij met 18,3 % van de 4
Doorbraak
nr. 7-8 juli 2009
stemmen, Groen! bengelt in Vlaanderen - even boven de kiesdrempel - helemaal achteraan. - In Vlaanderen scoren de V-partijen (zie hoger) nu al 36 procent, in Wallonië is een relevante regionalistische strekking onbestaande. Quid N-VA? In een bondig historisch overzicht overschouwt Bart Maddens in De Standaard (10 juni) de politieke betekenis van het Vlaams-nationalisme. Hij ziet een bijzonder grillig parcours, maar de Vlaams-nationale stroming wordt steeds sterker. Van de Frontpartij (progressief programma) over het VNV (rechts en antidemocratisch), de rebelse Volksunie (contestatiebeweging jaren 1960) en het Vlaams Blok (nieuw-rechts met migrantenthema) zijn we beland bij de N-VA. Die partij moet blijkbaar nog op zoek naar duidelijkheid over haar maatschappelijk verhaal. Iets waar iemand als Carl Devos (‘Is het conservatieve verhaal van Bart De Wever ook het verhaal van zijn partij?) ook al naar verwees. Dat kan nog boeiend worden. Voor Maddens is N-VA niet de ideologische krabbenmand die de VU in haar laatste periode was, maar duidelijk is het maatschappelijke profiel van de partij voorlopig niet. Dat kan bepalend worden voor een volgende stembusgang. Speculeren over wat er in de coalitievorming kan gebeuren is in een maandblad gekkenwerk. Voor actuele beschouwingen weet de Doorbraak-lezer dat hij terecht kan op de tussentijdse e-zine Tussendoor (via www.doorbraak.org). Vier opties
Inzake coalitievorming bleken er halfweg juni vier opties over: de voortzetting van een verzwakte klassieke tripartite, diezelfde tripartite uitgebreid met N-VA (2), en de combinaties CD&V-sp.a met N-VA of CD&V-Open Vld met N-VA. Werd/wordt het een klassieke tripartite (1), dan kan de kiesstrijd voor de V-partijen na de zomer best beginnen. De volgende, nu federale, verkiezingen komen er aan. De klassieke tripartite aangevuld met N-VA (2) vond Peter De Roover, politiek secretaris van de VVB, riskant. Hij waarschuwde De Wever voor dit Schiltz-scenario met te snelle toegevingen ‘waardoor zijn soufflé volgende keer in elkaar kan zakken’. In een Vlaamse regering met
VERK I E ZI N G EN
80 73,0 70
60 53,2
Vlaanderen
50
Wallonië 40
36,0
33,9 30 22,9 20
22,8 16,3
18,3 15,3
15,0
10
6,8 0,5
0 christendemocraten
socialisten
liberalen
traditionele partijen
vier ben je altijd makkelijk overboord te gooien (‘Als vierde partij wordt N-VA het vijfde wiel aan de wagen’). ‘Veelbelovende kasplantjes mogen niet te vroeg in het voorjaar in volle grond geplant worden’...’Ook in de oppositie kan, voor wie oog heeft voor de langere termijn, politiek bedreven worden...’. (DS, 12 juni) Oranje-blauw + N-VA (3) was/is omwille van Verhofstadt al helemaal geen prettig vooruitzicht voor wie meer Vlaanderen wil. Amper een week na de verkiezingen liet de voorzitter van de partij van de verliezers daar geen twijfel over bestaan: de Vlaamse resoluties (door VLD mee goedgekeurd) mogen in de vuilbak van de geschiedenis worden gekieperd. Het probleem BHV (mee gecreëerd door de VLD) wou hij oplossen in een ‘onderhandeld akkoord’ in plaats van via de voortzetting van de nu lopende parlementaire procedure (door VLD mee opgezet). En een ‘versterking van het federale niveau door bijvoorbeeld een federale kieskring’ (nadat VLD zelf de provinciale kieskringen lanceerde) was zijn derde B-ideetje. Met uitzondering van de schop richting Peeters, vertelde Verhofstadt niet veel nieuws. ‘Moet Kris Peeters een tweede Leterme worden’, vroeg Paul Geudens in Gazet van Antwerpen (15 juni), ‘voor de verkiezingen hebben we die partij niet gehoord over de staatshervorming’. Oranje-rood + N-VA (4) leek ons voor N-VA misschien de minst schadelijke van de drie opties. De socialisten zijn niet bereid het Belgisch kader grondig in vraag te stellen, maar anderzijds hebben voldoende sp.a’ers aangegeven dat er iets beweegt in die partij. In dit blad schreven we al eerder op dat almaar meer sp.a’ers zich laten betrappen op een Vlaamse reflex. ‘De Teletubbies waren Vlaamser dan de publieke opinie vermoedde. En de hele sp.a is dat eigenlijk’, schreef Walter Pauli in De Morgen. Bescheiden stappen naar meer Vlaanderen zijn met Vandenbroucke en co wél mogelijk.
ecologisten
V-partijen versus W-partijen
De peilingen verloren Veel meer nog in Wallonië dan in Vlaanderen hebben de opiniepeilingen de verkiezingen verloren. Zoals in 2007 de voortreffelijke score van nieuwkomer Lijst Dedecker absoluut werd gemist, zo vergiste men zich op 7 juni 2009 in het succes van N-VA (3 tot 4 % onderschat) en overschatte men de score van Dedecker (met 4 tot zelfs 7 %). N-VA “kreeg” 8,4 % van Het Laatste Nieuws, 9,2 % van La Libre Belgique, 10 % van VRT/DS en 13,1 % van de kiezer. LDD kreeg 14,7 % van HLN, 11,9 % van LLB, 11,7 % van VRT/DS en toch maar 7,6 % van de kiezer. In minder mate werd ook Open VLD overschat. Wallonië Blijkbaar zijn de peilingbureaus in Wallonië nog meer op de sukkel. De drie recentste peilingen in Wallonië gingen zo mogelijk nog meer in de fout. De PS zou ergens landen op 24,2 procent (RTBf), 26,2 procent (La Libre) of 27,2 procent (Le Soir)... maar kreeg van de kiezer op 7 juni toch 33,9 procent. Ecolo behaalde uiteindelijk 18,3 procent, een mooie winst, maar mocht volgens de peilers van LLB op 21,3 procent en volgens die van RTBf zelfs op 24,5 procent rekenen. MR was wellicht euforisch na een prognose van 25 procent bij Le Soir en La Libre en werd door RTBf met meer dan 28 procent zelfs vier procent boven de PS geschat. Helaas. De partij van Reynders en Michel kreeg maar het vertrouwen van 22,8 procent van de Walen.
■ JAN VAN DE CASTEELE
Afgesloten op 15 juni 2009.
juli 2009 nr. 7-8
Doorbraak
5
VERK I E ZI N G EN
Franstaligen in Vlaams-Brabant Geen dijkbreuk, maar het blijft druppelen Daags na de verkiezingszondag had Le Soir het zowaar over een lichte achteruitgang van de Franstaligen in de Vlaamse rand. Helaas, een spijtige kwakkel. UF, de partij van de drie beruchte burgemeesters, kreeg zondag 7 juni toch weer een extraatje. Deze keer stemden 47 319 Vlaams-Brabanders voor de Union des Francophones, tegenover 43 391 vijf jaar geleden. Geen tien procent extra dus en dat in een kiesomschrijving waar 787 777 volwassen mannen en vrouwen hun stem mochten uitbrengen. Geen dijkbreuk, maar het blijft wel druppelen. Een tweede zetel was urenlang aan het zweven richting UF. Intussen moet het UF het de volgende vijf jaar in het Vlaams Parlement weer stellen met welgeteld één Franstalige in de Vlaamse woestijn, de eenzame Christian Van Eycken (FDF). Voor een georganiseerd samengaan van alles wat politiek Frans spreekt in de Vlaamse rand is dat natuurlijk niet indrukwekkend.
ook nu de winst het grootst. Meise is het derde bedreigde kanton met bijna 11 %, twee keer zoveel als vorige keer (NVA doet het in die drie kantons opvallend goed, maar dat is ten koste van onder meer het Vlaams Belang). Op grote afstand van die drie koplopers volgen de kantons Asse en Vilvoorde met elk gemiddeld vierhonderd stemmen winst of vijf procent Franstalige stemmen. Nadien is het uit met de Franstalige pret: in Leuven, het zesde kanton waar de Franstaligen een dijkbreuk willen afdwingen, verliezen ze goed tweehonderd stemmen, 2411 in plaats van vorige keer nog 2633 of nipt twee procent. In de acht overblijvende Vlaams-Brabantse kantons blijft de Franstalige electorale presentie meestal beperkt tot niet eens een half procent en zelfs minder. Hier en daar kan men zelfs spreken van een leegloop. Nog maar 25 stemmen in Aarschot (-19), 7 stemmen in Glabbeek (-22), 123 in Tienen (-17), 11 in Zoutleeuw (-22).
Beperkt
Opvallend is dat die Franstalige “overrompeling” beperkt blijft tot vijf van de veertien Vlaams-Brabantse kantons. In Zaventem en Halle staat UF afgetekend aan de leiding van de Vlaams-Brabantse electorale prijslijst met telkens een kwart of iets minder van de beschikbare stemmen. Daar is
De volgende Vlaamse regering moet die Franstalige aanwezigheid in Vlaams-Brabant blijkbaar nog strakker binnen de Vlaamse lijntjes leren leven. ■ M ARC PLATEL
Brussel: veel geld, weinig kiezers, veel mandaten In Brussel zijn op 7 juni nog amper 51 811 stemmen op Nederlandstalige lijsten uitgebracht, dit op een totaal van 484 719 geldig uitgebrachte stemmen. Een historisch dieptepunt. Maar toch goed voor 23 Vlaams-Brusselse parlementsleden, twee ministers en een staatssecretaris. Grote verschuivingen zijn er in Brussel niet, behalve de wel heel forse daling voor Vlaams Belang (van 34 naar 17,6 %). De winst gaat naar Open Vld en Groen! Het Brussels Parlement heeft er - ongeacht het aantal stemmen - een gegarandeerde vertegenwoordiging voor Vlamingen (17 zetels op 89). De Vlamingen krijgen er twee ministers en een staatssecretaris. In hun plaats komen drie opvolgers in het Brussels parlement. Dat maakt al 20 ambten. Naast de Franstalige partijen MR (26,5 %), PS (23,3 %), Ecolo (17,9 %) en cdH (13,1 %) komen de Vlamingen er de facto in Brussel politiek nauwelijks aan te pas. Het Vlaamse electoraat stelt in de hoofdstad niet veel meer voor dan het aantal kiezers in landelijke Vlaamse kantons als Heist-op-den-Berg, Merelbeke, Menen of Genk. De Brusselse excellenties Guy Vanhengel (5179), Pascal Smet (3958), Brigitte Grouwels (2245) en Steven Vanackere (2624) halen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de score van een schepen in een ietwat uit de kluiten gewassen Vlaams dorp. Ze krijgen naast zich “parlementsleden” met amper 6
Doorbraak
nr. 7-8 juli 2009
enkele honderden stemmen. Sophie Brouhon (sp.a) zet die prestatie neer met niet minder dan 481 stemmen. Dat betekent wel iets. Didier Reynders wil minder Vlamingen in het Brussels Parlement. ‘Dan zullen we het ook eens hebben over het aantal Franstalige excellenties in de federale regering, het aantal Franstalige parlementsleden in Kamer en Senaat, het aantal Franstalige ambtenaren in federale overheidsdiensten en over de grendelgrondwet’, aldus Bart De Wever. Met iets meer dan 50 000 stemmen krijgen de Brusselse Vlamingen zes verkozenen in het Vlaams Parlement. Ter vergelijking: met 58 000 kiezers in de provincie Antwerpen krijgt LDD enkel Jurgen Verstrepen in De Schelp. De Vlaamse neergang doet vragen rijzen over het rendement van het Vlaamse beleid in Brussel, onder meer bij Steven van Garsse (Vlaams Kenniscentrum voor Publiek-Private Samenwerking): ‘Vlaanderen pompt veel geld in Brussel. De scholen barsten uit hun voegen door een instroom aan anderstaligen, de theaters staan open voor alle Brusselaars, de zorgverzekering levert tal van bejaarden een mooie bonus op, ook al zijn ze Franstalig. Maar de electorale winst blijft uit. Wie van de Vlaamse voorzieningen gebruik maakt, stemt niet noodzakelijk Vlaams. Dat was nochtans een idee dat lang populair was.’ (Brussel deze Week, 12 juni) ■ JAN VAN DE CASTEELE
B RUSSEL
De Brusselse aberratie Staat in de hoofdstad straks weer alles ter discussie?
W
at werd gevreesd, is ook gebeurd: het aantal Vlaamse stemmen in Brussel is drastisch gedaald. In 2004 waren dat er nog 62 516 (13,8%) vandaag nog slechts 51 818 (11,2%). Die daling is natuurlijk koren op de molen van de politici die het Brusselse institutionele model op de helling plaatsen. Dat de Franstaligen de gegarandeerde vertegenwoordiging van de Vlamingen ter discussie stellen, wekt weinig verbazing. Problematischer is dat ook steeds meer Vlamingen de Brusselse instellingen ondermijnen. Alleen is “Vlamingen” hier misschien wat veel gezegd, want het gaat om mensen die zich alles (Brusselaar, Belg, Europeaan, wereldburger, kosmopoliet ...) behalve Vlaming voelen: de zogenaamde nieuwe Vlaamse Brusselaars die zich in de eerste plaats identificeren met hun stad en balen van die archaïsche communautaire toestanden. De tweeledigheid van de Brusselse instellingen is in hun ogen een relict uit een ver verleden. De zwart-witopdeling tussen Franstaligen en Nederlandstaligen vinden ze bij de multiculturele Brusselse realiteit passen als een tang op een varken. Kop-van-jut is vooral het verbod op taalgemengde lijsten. Waarom zouden Brusselaars met verschillende culturele achtergronden niet samen, op één lijst, hun schouders kunnen zetten onder een multicultureel stadsproject?
‘Steeds meer nieuwe Brusselaars ervaren de institutionele tweeledigheid als een wereldvreemd keurslijf. Maar dat is de prijs die ze moeten betalen voor de buitensporige autonomie die ze hebben.’
Die sirenenzang klinkt de jongste tijd steeds luider en lijkt ook steeds meer Vlaamse politici in de ban te krijgen. Het is ook niet zo gemakkelijk om weerwerk te bieden tegen de argumentatie van de nieuwe Brusselaars. Natuurlijk beantwoordt het strakke onderscheid tussen Nederlandstaligen en Franstaligen niet aan een maatschappelijke realiteit in Brussel. Natuurlijk wringt het dat de vele allochtone inwoners worden gedwongen om zich (als kiezer of kandidaat) tot één van de twee taalgroepen te bekennen. Context
Punt is echter dat die tweedeling in Brussel er niet is gekomen om een Brusselse realiteit te weerspiegelen, maar wel omdat Brussel de hoofdstad is van een tweedelig land. Het systeem van de taalgesplitste lijsten zorgt ervoor dat de Vlaamse verkozenen in Brussel stevig verankerd zitten in de Vlaamse partijen, zodat Vlaanderen op die manier een vinger in de pap blijft hebben in Brussel. De Vlaamse verkozenen vertegenwoordigen op die manier niet enkel de Brusselse Vlamingen maar ook de bredere Vlaamse gemeenschap. Je kunt de Brusselse instellingen enkel begrijpen als je ook rekening houdt met die bredere institutionele en communautaire context.
Maar wie Brusselse oogkleppen op heeft ziet dit natuurlijk niet. Toen ik in De Standaard (28 mei) het systeem van taalgesplitste lijsten verdedigde, kreeg ik meteen lik op stuk van een furieuze minister Pascal Smet: ‘Geachte Bart Maddens, Brussel is voor u geen realiteit, maar een hoofdstuk uit een geschiedenisboek. Mijn juridisch én gezond verstand zegt me dat je instellingen bedenkt in functie van een realiteit, en niet de realiteit probeert te wurmen in een keurslijf van instellingen.’ (DS, 30 mei). Smet
Smet pleit voor taalgemengde lijsten met behoud van de gegarandeerde vertegenwoordiging van de Vlamingen via een systeem van accreditering. Maar dat dreigt niet meer te zijn dan een formaliteit. Van zodra je het verbod op taalgemengde lijsten opheft, zal er een politieke dynamiek ontstaan waarbij de Vlaamse politici schatplichtig zullen worden aan de Franstaligen. Die Franstaligen zullen bepalen welke Vlamingen een verkiesbare plaats krijgen op de lijst, en wie minister of staatssecretaris mag worden. Het is begrijpelijk dat de nieuwe Brusselaars de institutionele tweeledigheid steeds meer ervaren als een wereldvreemd keurslijf. Maar dat is nu eenmaal de prijs die ze moeten betalen voor de buitensporige autonomie die ze hebben. Als er iets wereldvreemd is aan de Brusselse instellingen, dan is het precies die verregaande autonomie van Brussel op sociaaleconomisch vlak. Het feit dat een van de grootste stedelijke agglomeraties in Vlaanderen een apart gewest vormt, kan vandaag nog steeds als een aberratie worden beschouwd. Dat is des te meer het geval omdat de grenzen van Brussel wat de gewestbevoegdheden betreft (milieu, mobiliteit, ruimtelijke ordening ...) arbitrair en disfunctioneel zijn. De grens tussen het Vlaamse en het Brusselse Gewest is immers een taalgrens en geen sociaaleconomische grens. Logisch dus dat de Vlamingen zich altijd tegen dit derde gewest hebben verzet. Dat ze het in 1989 uiteindelijk toch hebben geslikt, is één van grootste toegevingen in veertig jaar staatshervorming. In ruil daarvoor hebben ze verkregen dat de Vlaamse partijen, via een waterdicht systeem van taalgesplitste lijsten, toch greep blijven hebben op het beleid in dat Brussels Gewest. Als dat systeem nu in vraag wordt gesteld, dan staat alles opnieuw ter discussie. En dan zal onvermijdelijk ook de vraag rijzen of het vanuit sociaaleconomisch perspectief niet veel logischer en efficiënter zou zijn om de gewestbevoegdheden in Brussel over te hevelen naar Vlaanderen.
■ BART M ADDENS
juli 2009 nr. 7-8
Doorbraak
7
SA M EN L E VI N G
Obama en de Vlaamse kwestie Ook de Vlaamse Beweging maakt deel uit van die grote westerse emancipatiebeweging
D
at geen enkele krant in Vlaanderen, kwaliteits- of andere, ook maar met één woord gerept heeft over de passages, waarin Barack Obama de Vlaamse problematiek behandelt, is onvergeeflijk. Uiteraard moest een journalist of politiek analist achter en tussen de regels kunnen lezen om de boodschap van het Witte Huis te begrijpen, maar dat is toch het minste dat men van deze beroepsmensen kan verwachten. Want wat had de leider van het machtigste land ter wereld ons te vertellen en hoe moeten we daar nu op reageren?
cipatiebeweging. Of we slagen erin een aantal meningsverschillen in alle openheid te bespreken en via democratische weg geweldloos op te lossen, of we verschrompelen in de kooi van het eigen gelijk uit het gedicht van Gottfried Benn.
Het zou zelfs niet moeten vermeld worden, maar houd nu eens eindelijk op met die wellesnietes-polemieken over de hoofddoekjes van de moslima’s, alsof het de rol van de overheid zou zijn, zich met dergelijke veelduidige gebaren bezig te houden.
Het tweede punt is een boodschap zonder woorden. De zoon of dochter van iemand die om goede redenen in Vlaanderen is komen wonen en werken, maakt voluit gebruik van de hier aangeboden kansen om te studeren en zich als nieuwkomer in te leven.
Wanneer de enen komen opdraven met het argument dat het een van buitenaf (door vader en broers) opgelegde dwang zou zijn en daarvoor getuigen oproepen, staan er morgen andere getuigen en specialisten klaar om het tegendeel te bewijzen. Neen, het heeft niets met externe dwang te maken, het is in feite een uiting van culturele of religieuze identiteit en een reële kans voor die meisjes, om voluit aan het publieke leven deel te kunnen nemen. En als we nu eens, met Obama, heel die heisa gewoon blauwblauw laten en alleen maar in die gevallen rechtmatig en desnoods juridisch optreden, waar van de ene of de andere kant aantoonbaar dwang wordt uitgeoefend, met name dwang om zo’n sjaal al dan niet te dragen? Serener
Het zou om te beginnen getuigen van een minimaal respect voor onze islamitische medeburgers en het zou ons bovendien een kans bieden, in een serener klimaat over die zaken te praten die wél van belang zijn en die ook terecht door de Amerikaanse president ter sprake zijn gebracht. Uiteindelijk gaat het erom de politieke en ethische verworvenheden van de Verlichting en de grote westerse revoluties (zoals die onder meer werden samengevat in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring van 1776) niet alleen te verdedigen tegen hun interne en externe vijanden (omdat die principes tot het meest rationele en redelijke behoren wat de mensheid ooit als ideaal verwoord heeft), maar ze tevens aan nietwesterlingen ter discussie aan te bieden. Winnen
Niets belet ons deze discussie in Vlaanderen op zo’n manier te voeren dat we, bevrijd van dwaze, demagogische en op termijn gevaarlijke extremen als islamofobie én islamofi lie, eindelijk leren inzien dat we allen bij zo’n confrontatie te winnen hebben, zonder de voordelen van onze emancipatie op te geven. We kunnen dan in één adem aantonen dat ook de Vlaamse Beweging onderdeel uitmaakt van die grote westerse eman-
8
Doorbraak
nr. 7-8 juli 2009
Dankzij talent en koppig doorwerken bereikt hij/zij de top van de klas, leert ook de noden van kansarmen van dichtbij kennen en zet zich ook actief voor de rechten van deze mensen in. De betere politieke leiders hebben een oog voor zulke mensen en moedigen hen aan, aan politiek te doen. Die kandidaat kan uiteraard een brug bouwen naar de eigen culturele groep, wellicht nog meer omdat hij/zij zich perfect thuis voelt in de samenleving, waarin zijn ouders zijn terechtgekomen en waarin hij/zij is opgegroeid. Op die manier ook kan hij de zogenaamde autochtonen - wat Grieks is voor inboorlingen - opnieuw aan de authentieke waarden van hun eigen democratisch maatschappijmodel herinneren (vrijheid van meningsuiting, rechtszekerheid voor alle burgers en collectieve sociale zorg als een individueel recht). Verschil = kracht
Ten slotte, lang voor men het verwacht had, is het zover. Zij/hij wordt lijsttrekker van één van de grote partijen en begint een campagne die in feite op één waarde hamert: “e pluribus unum”. Wij zijn allemaal verschillend, en dat is goed zo; maar we moeten daaruit onze kracht putten, want een huis dat in zich verdeeld is, stuikt vroeg of laat in elkaar. De boodschap wordt blijkbaar gehoord, want deze migrantenzoon of -dochter wordt de eerste niet-blanke (minister-)president van Vlaanderen. En in de geest van haar/zijn grote voorbeeld Bob de Bouwer wordt als nieuwe nationale slogan gekozen: ‘Kunnen we het maken? Nou en of!’ In het Engels vertaald als ‘Yes,we can’.
■ LUDO ABICHT
ECO N O M I E
Paniekzaaiers met een hoog B-gehalte Doemdenken in een 19de-eeuws kader ‘Het land zonk weg terwijl de politieke klasse twee jaar lang in haar communautaire navel stond te staren’, weerklinkt het nog steeds in De Morgen, waar Yves Desmet op 20 mei een alarmkreet van de Nationale Bank zonder enige regionale nuancering overneemt.
Als de crisis uiteindelijk meevalt (‘Orderboekjes Vlaamse bouw lopen weer vol’, DS 5 mei; ‘Arbeidsmarkt beleeft pril herstel’, DM 28 mei; ‘Dagelijks leven goedkoper’, DM 29 mei; ‘Tekenen van aarzelend herstel’ en ‘Einde crisis in zicht’, DS 10 juni), dan blijft nog altijd de crisis van de Belgische kloof overeind. Die is een stuk taaier.
Instellingen als de Nationale Bank, de Hoge Raad voor Financiën, het Federaal Planbureau of werkgeversorganisatie VBO breien steevast hun boodschap met federale breiwol. Internationale instellingen als Oeso en IMF nemen die over en vertellen derhalve heel vaak hetzelfde B-verhaal. De Belgische statistieken - dit 19de-eeuwse referentiekader - gaan compleet voorbij aan de onmiskenbare verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië. En — één zeldzame uitzondering buiten beschouwing gelaten — evenzeer aan de geldstromen (naar Wallonië en Brussel) die daar een gevolg van zijn.
Als de paniekzaaiers consequent zijn, moeten ze ook alle aspecten van het verhaal op tafel gooien. Toen er een paar jaar geleden krapte was op de arbeidsmarkt was er de roep om “open grenzen”. Maar als de werkloosheid toeneemt, wordt zelden belicht dat het verlies aan jobs gepaard gaat met een grotere instroom van migranten. Consequentie is soms ver zoek.
Als de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie haar zogenaamde Kerncijfers publiceert, dan illustreren die ten dele de kloof in dit land (iedereen kan zich wel de andere kleurtjes voorstellen in de regionale kaartjes inzake oppervlakte en bodemgebruik, landbouw, immobiliën en andere onschuldige gegevens ...). Maar zoek die cijfers en kleurtjes in die publicatie niét als het gaat over hard materiaal, zoals de werkloosheid. Alarm, de “Belgische” werkloosheid klimt weer boven de tien procent! Dat klopt, maar is het niet relevanter te mogen vernemen dat de werkloosheid in Vlaanderen 3,9 procent bedraagt, tegenover 10,1 procent in Wallonië en 16 procent in Brussel? Wallonië telt 192 108 vergoede werklozen (RVA, april), Vlaanderen 151 128. De Vlaamse “werkloosheidscrisis” wordt in Vlaanderen even dramatisch als die in de andere gewesten als er 400 000 Vlaamse werklozen zijn. In België zijn veel te weinig 15-65-jarigen (62,4%) aan het werk. Juist, maar niet zonder relevantie is het dat Vlaanderen (66,5%) hier beduidend beter scoort dan Wallonië (57,2%) en Brussel (55,6%). Hetzelfde geldt voor zowat alle economische indicatoren. Federale cijfers trekken de rolluiken dicht en belemmeren een correctere analyse en derhalve een verstandige remediëring. Ere-gouverneur Verstraete van de Nationale Bank (DM en Knack, 20 mei) weet dat België in tegenstelling tot ‘kleine exportgerichte economieën’, niet goed scoort in de stresstest van de Zwitserse Zakenschool IMD. Hij kan er maar niet bij dat de Vlaamse economie dit wél doet. Dat de fi nancieel-economische crisis gevolgen heeft voor alle deelstaten, is evident. Welk land ontsnapt eraan? Is België er wegens “communautaire navelstaarderij” dan slechter aan toe dan andere Europese landen? Toon dat maar eens aan. Er zijn argumenten zat om te stellen dat precies het federale slot op een regionale aanpak, en dus een tekort aan staatshervorming, zorgt voor een gebrek aan oplossing.
Subsidiariteit
Filip Rogiers (DM, 16 mei) heeft het — verwijzend naar de analyses van Geert Noels — over een gebrek aan subsidiariteit. We moeten de zaken aanpakken ‘van het lokale over het regionale niveau tot de Europese samenwerking.’ Helaas voegt hij er nog aan toe ‘met een nieuw te vormen federale draaischijf daartussen’. Helaas, die federale draaischijf draait niet meer. Ze werd een zagende slijpschijf. Waarom dat onwerkzame tussenniveau mordicus behouden? Wat is daar “links” of “rechts” aan? Wat zouden een Vlaamse en Waalse democratie in Europa niét aankunnen, omdat alleen een sacrosanct België er een oplossing zou voor vinden? Het schouwspel in de economische vitrines van de Wetstraat is niet bepaald indrukwekkend. Succesje?
Is er “iets veranderd” aan de Franstalige kant van de Wetstraat, zoals Filip Rogiers gelooft? Het klinkt als een echo van de utopische correspondentie over de verrijzenis van Wallonië die Guido Fonteyn in zijn opiniestukken repetitief uitstrooit. Een pril “succesje” - een paar maanden een kleinere toename van de werkloosheid dan in Vlaanderen - is echter nauwelijks gebouwd op een economische “change”, maar op de sokkels van een overmatige overheidstewerkstelling. Trouwens, de jongste regionale werkloosheidscijfers (RVA april, Vlaanderen min 7,1%, Wallonië min 4,3%) relativeren Fonteyns hoerakreten. En hierover ten gronde: een kwart van de Vlamingen (24,2%) werkt in de publieke sector (basis tewerkstelling), in Wallonië nog 36,8%. Becijfert men de publieke tewerkstelling op basis van woonplaats dan zijn de cijfers niet veel milder: Vlaanderen 28,1%, Wallonië 34% (bron: RSZ en EAK). ‘Ook in deze kwestie bestaat België uit twee landen... Het zuiden ziet de overheid nog als tewerkstellingsmiddel’, aldus Guy Tegenbos (DS, 9 april). Twee landen, twee crises? Twee remedies.
■ JVDC
juli 2009 nr. 7-8
Doorbraak
9
G ESCH I ED EN IS
Het Onvoltooide land is een eenzijdig verhaal Het project van Huyse en Bouveroux miste geloofwaardigheid ‘Zowel Vlamingen als Walen laten zich in hun kiesgedrag niet of nauwelijks beïnvloeden door het debat over de hervorming van de staat’, stelde Luc Huyse in Knack (22 april). Benieuwd of hij anderhalve maand later in zijn geloof bevestigd is. Met Het Onvoltooide Land (boek en documentaire) hebben Huyse en Jos Bouveroux, toevallig net voor de verkiezingen, hun rol willen spelen. Voor de bevestiging van hun opinie gingen ze exclusief te rade bij Belgische excellenties en gooiden die op de markt net voor de verkiezingen. Blijkbaar hadden ze daar wel iets van verwacht. Echt euforisch zullen ze na 7 juni niet zijn. De Vlaams-Waalse geschiedenis van dit “onvoltooide land” laten beginnen in het kielzog van de collaboratie en de repressie, precies alsof er voordien geen Vlaams-Waals vuiltje aan de Belgische lucht was, dat vraagt natuurlijk om verbijsterd wenkbrauwgefrons. Datzelfde verhaal willen samendrukken in een viermaal 30 minuten durende tsunami van beeldjes, tientallen namen en vaak vergeten feiten waarbij zelfs iets meer dan een “zomaar-kijker” meer dan eens de draad kwijt speelde, veronderstelt van de zondagavondkijker wel erg veel zelfopoffering. Dat Vlaams-Belgische gekrakeel laten duiden door alleen maar Belgische excellenties van staat, netjes evenveel F als N-heren, zonder ook maar één keer een niet-Belgisch vriendelijke Vlaamse stem te laten horen, maakt duidelijk dat de makers van het programma een bewuste politieke keuze maakten en dat brengt de geloofwaardigheid van het project natuurlijk in het gedrang. Zeker als men een en ander door het Vlaamse keelgat wil drukken nog net voor de vijfjaarlijkse Vlaamse “zondagochtend van de democratie”. (Achtereenvolgens kwamen aan bod: de gewezen eerste ministers Guy Verhofstadt, Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene, de Vlaamse socioloog Luc Huyse en zijn Franstalige collega Vincent de Coorebyter en de Franstalige politici Philippe Moureaux en Gérard Deprez.) Wie het vier televisiezondagavonden overleefde en een en ander misschien toch iets beter wil begrijpen, kan terecht in het boekje Het Onvoltooide Land. Programmamaker Jos Bouveroux en de Leuvense socioloog Luc Huyse die samen het programma invulden, vatten daarin hun verhaal nog eens samen. Vreemd genoeg in telkens twee hoofdstukken over dezelfde periode: eerst brengt Bouveroux de feiten in herinnering, in een tweede hoofdstuk herkauwt de Leuvense deskundige diezelfde feiten, maar dan tegen een “wetenschappelijke” achtergrond. Zelfs voor een meer dan welwillend aandachtige lezer, ook niet de simpelste uitdaging om te blijven volgen. Over de correctheid van dat feitenrelaas kan de lezer niet echt klagen. Ook al kan men zich afvragen waarom bijvoorbeeld de inbeslagname van het blad Le Gaulois ergens in de naoorlogse jaren (blz. 97) een kaderstuk noodzaakte, terwijl het Warandemanifest oorverdovend wordt verzwegen.
10
Doorbraak
nr. 7-8 juli 2009
Onhistorisch
Ook in hun boek proberen de twee auteurs inderdaad te doen geloven dat de naoorlogse wanhopige zoektocht naar een andere Belgisch samenlevingsmodel nauwelijks meer is dan het spijtige resultaat van min of meer toevallige feitelijkheden, waarvoor het aloude Belgische systeem elke keer wel “een oplossing” uitdokterde, een zoveelste compromis à la Belge. Dit is en blijft een foute onhistorische manier om een en ander aan te pakken. De Schoolstrijd van 1954-’58 kwam niet uit de naoorlogse lucht vallen, hij was integendeel het verre eindpunt van een Belgische breuklijn, die men al in de Belgische grondwet van 1830 kon lezen, de grondwettelijke vrijheid van onderwijs. De taalgrens kwam er niet omdat Vlaamse burgemeesters plots vonden dat dit niet meer mocht, ook die taalgrens is het resultaat van wat in 1830 al werd beslist; de grondwettelijke vrijheid van taalgebruik in de overtuiging dat op die manier het “Vlaams” vanzelf een zachte dood zou sterven. De revolutionaire staking tegen de Eenheidswet was de eerste brutale confrontatie rond wat ooit het rijke Wallonië en het arme Vlaanderen was, een feitelijkheid die men al in de 19de eeuw kende. Bouveroux en Huyse willen dus niet dat hun lezers dat weten. Of is er een andere uitleg? Het is ronduit onthutsend te lezen hoe beiden dat naoorlogse geruzie willen minimaliseren. ‘De mensen’ liggen niet wakker van dat communautaire gedoe, van separatisme willen ze helemaal niet weten. Het komt er alleen op aan nieuwe technieken uit te dokteren, zodat men beter kan onderhandelen, om gemakkelijker tot een compromis à la Belge te komen. Blijkbaar hebben de geestelijke vaders van dit “onvoltooide land” nooit gehoord wat een ervaringsdeskundige zoals Leterme terzake vaststelde: dat men de limieten van het Belgische federale samenlevingsmodel had bereikt. Jos Bouveroux en Luc Huyse, Het Onvoltooide Land, 214 blz., € 17,50, Vanhalewyck, isbn 978 90 5617 917 5 Meer info: lees ook op www.vvb.org/actueel: België of democratie? Luc Huyse (B) versus Peter De Roover (Vl) (Actueel 04-02-2009)
■ M ARC PLATEL
federale kieskring na - zeggen ze er dat bij Open VLD niet bij’. Professor Wilfried Dewachter is nog scherper. Waarom stelde Verhofstadt zich - grensoverschrijdend - voor Europa niet eens kandidaat voor de MR-lijst? En indien dat niet mocht van Reynders of Michel, ‘waarom dat dan niet met een VLD-lijst in Wallonië even uitgestest?’ Omdat dit tot een frontale botsing met de MR-top zou hebben geleid. Zo helder is het lichtend pad van Verhofstadt (toespraak Daensdag, 14 juni)
Vlaanderen Feest! editie 2009 Vlaanderen Feest! is de 11-daagse activiteitencampagne ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag. In bijna alle Vlaamse gemeenten zijn er buurtfeesten, in drie op vier gemeenten ook gemeentelijke festiviteiten. Blikvangers zijn de “Zo is er maar één-concerten” met op de affiche o.a. Roel Vanderstukken, Dana Winner, Isabelle A, Jackobond, Fosco, TatYana Storm. Programmatie in Vilvoorde (27 juni), Geel (3 juli), Genk (5 juli), Sint-Niklaas (10 juli) en Kortrijk (11 juli, Grote Markt, met live uitzending op VRT).
Gulden Sporen In samenwerking met de Beweging Vlaanderen-Europa vzw, die zich onder meer inzet voor een open Vlaamse identiteitsbeleving, wordt op vrijdag 26 juni in Antwerpen de Orde van de Vlaamse Leeuw uitgereikt aan prof. em. Eric Ponette, voormalig voorzitter van het Overlegcentrum van Vlaamse Verenigingen (OVV) en nog altijd actief in het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid. Een aantal verdienstelijke Vlamingen krijgt in de loop van de Vlaamse feestdagen een Gulden Spoor: Gabriël Fehervari (Alfacam, Gulden spoor voor economische uitstraling, 26 juni Antwerpen), de Limburgse gouverneurs Steve Stevaert en Leon Frisen (Gulden Spoor voor Maatschappelijke Uitstraling, 4 juli Hasselt), Louis Verbeeck (Gulden Spoor voor Culturele Uitstraling, 5 juli Heusden-Zolder), Gwij Mandelinck (Gulden Spoor voor Culturele Uitstraling, Brugge) en Peter Vyncke, CEO Vyncke Energietechniek (Gulden spoor voor economische uitstraling, 11 juli Kortrijk)
Vrijspraak Kloof tussen burgers en opinievormers Daags voor de verkiezingen vroegen De Standaard en De Morgen aan een reeks favoriete BV’s naar hun stemgedrag. Tja, het gezag van de paus mag dan niet meer bij iedereen zijn wat het geweest is, blijkbaar hebben ook lezers van kwaliteitskranten nood aan geestelijke leidsmannen en dito vrouwen. Bij De Standaard vinden ze de eigen hoofdredacteur zo’n wegwijzer. Leren we uit de wetenschap dat Peter Vandermeersch voor het Vlaams Parlement de sp.a verkiest iets over de sp.a of over Peter Vandermeersch? En welk nut heeft het voor een kiezer om te weten dat voetbalverslaggever Filip Joos twijfelt tussen Groen! en sp.a? Wie krijgt het in z’n hoofd Open Vld te gaan stemmen omdat Pieter Aspe zegt dat ook te doen? Andrea Croonenberghs riep enkele weken eerder op voor PVDA+ te stemmen, maar laat nu optekenen dat ze nog niet zeker weet haar eigen oproep te zullen volgen. Of hoe (politiek) voyeurisme ook zijn weg vindt in zogenaamde serieuze gazetten. En toch was die dubbele oefening best leerrijk. Degenen die door beide kranten beschouwd worden als maatschappelijk relevant, tekenen samen voor volgende verkiezingsuitslag: sp.a wint met 38 %, gevolgd door Groen! met 21 %. CD&V moet het stellen met 12 %, Open Vld en PVDA+ halen elk 11 %, onbepaald links boekt 6 %. De N-VA haalt een score van 1,5 % en Vlaams Belang en Lijst Dedecker krijgen niet één stem. Vergelijk met de echte uitslag van de verkiezingen. Zet een spiegel op de voorkeuren van opiniemakend Vlaanderen en je komt bij de echte kiezers terecht. Pijnlijk toch wel, die oceaanbrede kloof tussen het publiek en het kringetje betweters dat het grootste deel van de kranten vult. Maar overtuigd van het eigen gelijk zijn ze wel, die opgeheven vingertjes van Vlaanderen, want ze laten niet na in hun analyses na de verkiezingen (want daar werd natuurlijk ook naar gepeild) op te merken dat het de kiezer is die zich - weer eens - heeft vergist. De opgetekende bedenking van rockmuzikant Tim Vanhamel is zeker het vermelden waard. ‘Als de verrechtsing zich in Vlaanderen verder blijft doorzetten, denk ik er ernstig aan om naar Wallonië te verhuizen.’ We moeten Tim teleurstellen, want zolang België bestaat, wordt de politiek in het zuidelijke deel van het land mee bepaald door die rechtse Vlamingen. Hij zal Vlaanderen pas echt kunnen ontvluchten als het land gesplitst zal zijn. Pas dan zal Wallonië immuun blijven voor het stemgedrag in Vlaanderen. We roepen Vanhamel dan ook op zich aan onze zijde te scharen in de strijd voor de ontmanteling van het Belgenland. Als hij vandaag het democratische stemgedrag van de Vlamingen wil ontvluchten moet hij een stuk verder politiek asiel zoeken. In Noord-Korea bijvoorbeeld.
Meer info: www.11daagsevlaanderen.net of 03 238 20 02 of vlaanderen.europa@skynet.be of www.vlaandereneuropa.net ■ PETER D E ROOVER
juli 2009 nr. 7-8
Doorbraak
11
BU ITEN L A N D
Rood versus zwart Stevent Duitsland af op links-rechtse polarisatie?
In Berlijn keken de partijvoorzitters met bijzondere aandacht uit naar de resultaten van de Europese verkiezingen. Ze gelden immers als een test voor de Bondsdagverkiezingen die op 27 september plaatsvinden. De twee boegbeelden van de Grote Coalitie die bestaat uit christendemocraten (CDU/ CSU) en sociaaldemocraten (SPD) kruisen dan met elkaar de degens: kanselier Angela Merkel (CDU) en Frank-Walter Steinmeier (SPD), haar minister van Buitenlandse Zaken. Spanningen van ideologische aard waren er altijd al tussen die twee, de laatste tijd kwam de persoonlijke concurrentie daar nog bovenop. Een “Grote Coalitie” is in de Bondsrepubliek Duitsland niet zo graag gezien. Ze vloekt met de stelregel dat de twee grote volkspartijen - waarvoor de christendemocraten en sociaaldemocraten zich ondanks afkalvende cijfers graag houden - best tegenover elkaar staan, de ene in de regering, de andere in de oppositie. Wanneer ze met elkaar in zee gaan, zoals ze dat voor de eerste keer deden in de periode 1966-’69, krijg je een zwakke oppositie (toen één tiende van de zetels!) en een toeloop van misnoegde kiezers naar de extremisten. In 1969 haalde de extreemrechtse NPD net niet de kiesdrempel van vijf procent. Van twee naar vijf
Het oude driepartijensysteem waarbij de liberale FDP als “het puntje op de i” telkens een van de twee grote volkspartijen aan de meerderheid hielp, moest de Bondsrepubliek stabiliteit garanderen - een tegenreactie op de chaotische Republiek van Weimar met haar politieke versnippering die uitgemond was in het Derde Rijk. Maar in 1983 sprongen de Groenen als vierde partij over de nationale kiesdrempel. In 1990, bij de eerste Bondsdagverkiezingen van het verenigde Duitsland, deed de Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS), de opvolgster van de Oost-Duitse com-
12
Doorbraak
nr. 7-8 juli 2009
munisten, het hen na. Het succes van de PDS bleef tot 2002 vooral beperkt tot de Oost-Duitse deelstaten. De toenmalige sociaaldemocratische kanselier Gerhard Schröder voerde echter een als weinig sociaal gebrandmerkte bezuinigingspolitiek (Hartz IV). Bij de Bondsdagverkiezingen van 2005 gingen de “democratische socialisten” van de PDS (sommige noemen hen neocommunisten) eerst een alliantie aan met een protestbeweging van afvallige sociaaldemocraten in West-Duitsland, om dan in 2007 met haar te fusioneren tot Die Linke. Met een resultaat van 8,7 % verankerde de PDS zich als constituerend deel van een geheelduitse socialistische partij in de Bondsdag. Voor de sociaaldemocraten van de SPD is dat heel vervelend. Sinds 2005 vormen ze samen met de christendemocraten een Grote Coalitie, maar ze voelen de hete adem van Die Linke in hun nek. Als regeringspartij moet de SPD vaak onpopulaire maatregelen nemen, wat haar het verwijt oplevert “verraad” te plegen tegenover de linkse zaak en de belangen van de arbeidersklasse. En dat verwijt vertaalt zich ook in stemmenwinst voor Die Linke, die vanuit de oppositie met scherp kan schieten. De SPD zwalpt tussen regeringsverantwoordelijkheid en de drang om zich een linkser profiel aan te meten, bijvoorbeeld toen ze het reddingspakket voor Opel verdedigde (tegenover de christendemocratische minister van Economie Karl-Theodor von Guttenberg die kritiek op de staatssteun had). Nu komen nieuwe verkiezingen voor de Bondsdag dichterbij. Maakt Steinmeier (SPD) kans kanselier te worden? Bij de Europese verkiezingen van 7 juni kreeg zijn SPD zware klappen. Met 20,8 % van de stemmen haalde ze nog minder dan bij die van 2004 (21,5%). De twee christendemocratische partijen - de CDU en haar Beierse zusterpartij CSU, die samen de “Union” vormen - halen respectievelijk 30,7 en 7,2 % (in
stamland Beieren streek de CSU 48 % op, een winst van 5 % ten opzichte van de voor haar smadelijk verlopen deelstaatverkiezingen van 2008). De SPD hinkt dus met een goede 17 % achter op de “Union”. Zwart-geel?
Sommige christendemocraten beginnen nu al te dromen van een “zwartgele” coalitie met de liberalen (11 %) (naar de respectievelijke kleuren van beide politieke stromingen). De liberale FDP is echter zinnens haar vel duur te verkopen: ze willen, om het met de woorden van voorzitter Guido Westerwelle te zeggen, ‘de sociaaldemocratisering van de christendemocraten’ een halt toeroepen. Als de trend van de Europese verkiezingen zich doorzet, zouden de christendemocraten na het ommetje van de Grote Coalitie weer een “burgerlijke” coalitie kunnen vormen met de liberalen. Met SPD, Linke en Grüne op de oppositiebanken zou je weer een duidelijke links-rechtse tegenstelling krijgen in Duitsland. Maar er scheiden ons nog drie maanden van de Bondsdagverkiezingen. De SPD hoopt nu op mobilisering van de kiezer. Bij de Europese verkiezingen lag de opkomst op een historisch dieptepunt van 43 %. Mochten er meer burgers in september naar de stembus gaan, zou de SPD beter scoren. Maar echt profiteren doet de partij niet van de fi nanciële en economische crisis. In zulke barre tijden zijn vele mensen geneigd hun stem te geven aan partijen die ze meer competentie op dat vlak toeschrijven, met andere woorden aan rechtse partijen. Toch is de slag nog niet gestreden. Merkel (CDU) herinnert zich nog met schrik in het hart de zomer van 2005 toen de sociaaldemocraten hun achterstand van 17 % (in de peilingen) tot minder dan één procent wisten te doen verschrompelen.
■ DIRK ROCHTUS DOCENT
INTERNATIONALE POLI TIEK EN D UITSE GESCHIEDENIS AAN DE LESSIUS HOGESCHOOL
Blauw vertier Als penningmeester organiseerde hij op regelmatige basis - zoals dat toen in alle partijen de gewoonte was - diners voor ondernemers die bepaalde opportuniteiten zagen en andere sympathiserende gefortuneerden. De stelregel was 80/20: 80% van de op zo’n avond opgehaalde sommen voor de partij, 20% voor de politicus die die avond in het centrum van de belangstelling stond. Toen Verhofstadt terug voorzitter was nadat hij Annemie Neyts op haar plaats (en dat was duidelijk niét de voorzitterstoel) had gezet veranderde die regeling in 20/80 (p. 104). Deze anekdote typeert niet alleen de allesbehalve “transparante” financieringsmechanismen uit nog niet zo lang vervlogen tijden, die politieke partijen hanteerden. Het typeert ook en vooral Verhofstadt, die telkens weer een “raid” uitvoerde op de al geteisterde partijkas van de liberale partij. ‘Soms verbaasde ik me erover hoe weinig besef hij had van financiën, of van de waarde van geld. Voor zichzelf en voor de partij. Het mag dan ook geen wonder heten dat we op de partij in een collectieve lachbui waren geschoten, toen we in de jaren
tachtig vernamen dat Verhofstadt minister van Budget zou worden. Zo goed hadden we zelden gelachen.’ Penningmeester Leo Goovaerts, gedurende korte tijd ook VLD-senator omdat hij Verhofstadt financieel meer dan een duwtje in de rug had gegeven, zette de puntjes op de blauwe i en maakte de liberale kiesvereniging - ‘Liberalen zorgden vooral voor zichzelf. De partij was eerder een aanhangsel’ (p. 98) - weer gezond. Althans toch financieel. Goovaerts’ blauwe boekje verscheen net voor de jongste verkiezingen, duidelijk met de bedoeling enkele blauwe schenen te stampen. Heel wat blauwe kopstukken krijgen een ruw geborstelde karakterschets: ‘onverbeterlijke ruziemaker’ Karel De Gucht (‘als er iemand af te maken is, is de Karel altijd bij de pinken’ , p. 40), Patrick Dewael (‘hij sprak altijd op gezag van iemand anders’, p. 138), Herman Decroo (‘hij was wel geestig, maar kreeg zelden de kans om iets ten gronde toe te voegen’, p. 156), Bart Somers (‘Bart mag even keffen, maar moet vooral luisteren en gehoorzamen’, p.
129). Als hij over blauwe korte rokjes schrijft, vermeldt hij echter géén namen ...
BO EK EN
BOEK E N
Goovaerts schrijft verder ook nog over zijn strijd met huidig minister Guy Vanhengel om het liberale leiderschap in Brussel, en is sceptisch over de toekomst van het Belgische samenlevingsmodel. Wie wat liberale roddels wil lezen, kan niet aan dit boekje voorbij. Wie nog gelooft in het nobele en edele in de Belgische politiek, gelieve zich te onthouden. Hoe leuk ook, het blijft een afrekening. Maar het heeft ook iets van een Shakespeariaans drama. KDr. Leo Goovaerts, Wat ik zag was ontnuchterend. Passage van een penningmeester bij de VLD. Van Halewyck, 208 pp., € 17,50, isbn 978 90 5617 929 8
Regeringen die niet regeren Tussen 1977 en einde 1981 kwamen er in de Brusselse Wetstraat meer dan een half dozijn regeringen voorbij, ze kregen gemiddeld iets meer dan zeven maanden om te laten zien dat ze misschien wel wilden regeren, maar dat ze dat om uiteenlopende redenen niet mochten of konden doen. Het “malgoverno” van de Belgische politiek, zo etiketteerde Herman Van Rompuy deze weinig glorierijke periode in de naoorlogse Belgische politieke geschiedenis. We waren er zelf de dagelijkse journalistieke getuige van. Regeringen die niet regeren, zo presenteren twee Leuvense wetenschappers, historicus Wim Heylen en politoloog Steven Van Hecke deze beschamende bladzijden in de politieke geschiedenis van dit land. Het gedrukte resultaat van een scriptie, een gelukkig resultaat omdat op die manier dit weinig hartverwarmende verhaal aan de vergetelheid van de wetenschappelijke archieven werd ontrokken. Dat de twee auteurs te jong zijn om zelfs maar een vage herinnering te hebben aan deze woelige tijden speelt geen rol. Het komt hun grotendeels
volgehouden onafhankelijkheid alleen maar ten goede. Hun verhaal begint bij het Egmontpact en eindigt op die 21ste september 1981 als de toenmalige premier Mark Eyskens vaststelt dat met het begin van de herfst niet alleen de bladeren vallen, maar dat ook zijn regering was gevallen. Een periode van enerzijds een zoveelste vergeefse zoektocht naar een nieuw Belgisch samenlevingsmodel en anderzijds de politieke onmacht om een serieus sociaaleconomisch herstelbeleid op gang te brengen. Vier jaar Belgische politieke geschiedenis rond die twee rode draden, vier jaar verloren tijd. Vier jaar geschiedenis waarvan men de feitelijkheid kent, maar waarbij de auteurs vele onderliggende accenten aan de oppervlakte brengen. Zoals de onwillige onmacht van de toenmalige CVP om zonder meer voor Vlaanderen te kiezen, de zware politieke invloed van de vakbonden, de wel erg invloedrijke rol “achter de schermen” van iemand als PW Segers, de Franstalige liberaal Jean Gol als “monsieur non”, koning Boudewijn als een opvallend “onaf-
hankelijk” staatshoofd, de invloed van de eerste Leuvense Economische Studies over de transfers. En nog veel anderen boeiende gegevens. Minder positief zijn enkele storende taalfouten en het onvoldoende situeren van namen waarvan maar weinigen vandaag nog zullen kunnen zeggen over wie of wat het toen ging. Opvallend is ook de bijna afwezigheid van Franstalige literatuur in de bibliografie. Toch aanbevolen. Marc Platel. Wim Heylen, Steven Van Hecke, Regeringen die niet regeren, Het malgoverno van de Belgische politiek, 271 blz., € 24,95, LannooCampus, isbn 978 90 209 7949 7
juli 2009 nr. 7-8
Doorbraak
13
KAMIKAZE
B r a c k e e n To r f s
Vreemd toch dat er tot vandaag (althans bij mijn weten) allemaal behandelen. Maar ik ben wel graag begeen enkele politoloog is opgestaan om de invloed, die reid om hier een paar interessante voorzetten te ons aller VRT mogelijks op de uitslag van de verkiezingeven. Bij wijze van opwarming. Om uw wetengen zou kunnen hebben gehad, eens grondig onder schappelijke honger te prikkelen. de loep te nemen. Er zijn anders analyses genoeg geNeem nu het feit dat Dedecker aanvankelijk de maakt. Dat wel, maar de VRT zelf blijft daarin altijd buiten lucht werd ingeprezen, maar dat hij, naarmate de beeld. Bracke en Torfs bijgevolg ook. Het is trouwens verkiezingen naderden, gaandeweg werd doodvreemd dat de VRT dat niet zelf doet. Ook van een geknuffeld. Of vergis ik mij? Wie was hier verantopenbare omroep mag men toch verwachten dat hij woordelijk voor? Wie bepaalde trouwens de saSiegfried Bracke nagaat of de ingezette middelen wel in verhouding menstelling van de politieke koppels voor De Keien stonden tot het beoogde en/of bereikte resultaat. Wat van de Wetstraat? Dedecker versus De Gucht. Morel versus Vogels ... Wat was hierbij het oogmerk? Kijkcijfers was de insteek trouwens? Puur zakelijk informeren, of lag de lat iets hoger? Vandaar dat ik hoop dat de heren Devos en Deschoumisschien? En wat te denken van Cobra Cools en Ivan de Adder, wer zich bij deze aangesproken voelen en er eens werk van die het in de ultieme confrontatie tussen Peeters en De Wever, maken. Uiteraard zonder enige vorm van vergoeding. Wij zijn meer dan overduidelijk voor laatstgenoemde opnamen en hem de VRT niet. Nee, gewoon voor van de wetenschappelijke eer. ongestoord lieten scoren? Zo ziet ge maar, heren, allemaal vragen die om een antwoord schreeuwen. Waarop wacht ge nog? Vooral omdat ik er durf van uitgaan dat ze beiden (weze het dan Verlos mij uit mijn lijden, of mag ik meteen concluderen dat ge stiekem) tot onze trouwe lezersgroep behoren. Niettemin, toch beiden “vooraf” een vinger in deze onsmakelijk VRT-pap hebt benieuwd, heren! Wie durft het aan? Want, als ik terugdenk aan gehad? de voorbije tsunami van verkiezingsprogramma’s, zijn er toch een aantal dingen die zelfs mij als politieke leek zijn opgevallen en ■ K AMIKAZE dus vragen doen rijzen. Ik kan ze natuurlijk in dit kort bestek niet
MEGAFOON De Maddens-strategie
N
og nooit van de ‘Maddens-strategie’ gehoord? Dat is nochtans hét modewoord in politieke kringen. Politicoloog Bart Maddens zette zijn uitdagende stellingen nog eens uiteen in De Tijd: de Vlamingen hoeven niet langer aan te sturen op een snelle staatshervorming. Een Megafoon waard. Maddens: ‘De belangrijkste conclusie van de verkiezingen? De monsterscore van de Vlaams-nationalistische partijen. VB en N-VA halen samen 28,4 procent. Als we de stemmen voor SLP en LDD meetellen, komen we aan een nooit geziene score van 37,1 procent voor uitgesproken flamingante partijen.’ ‘Een coalitie met vier partijen (klassieke tripartite plus N-VA) heeft het nadeel dat niemand onmisbaar is, behalve CD&V dan.’ ‘Bart De Wever is als de dood dat hij met zijn partij in hetzelfde straatje terechtkomt als het Vlaams Belang: overwinning na overwinning zonder enig resultaat te boeken.’
14
Doorbraak
nr. 7-8 juli 2009
‘Zou ik de dialoog weigeren als ik De Wever was? Ik zou het been stijf houden, omdat ik ervan overtuigd ben dat Vlamingen in een zwakke onderhandelingspositie zitten, nog zwakker dan na de verkiezingen van 2007... ‘Het moment voor een grote staatshervorming is nog niet aangebroken, dat kan alleen als de Franstaligen ook vragende partij zijn.’
ik voor pleit is dat Vlaanderen zijn eigen bevoegdheden assertief gebruikt en die bevoegdheden tot op de lijntjes inkleurt. Maar we gaan niet over de schreef. We houden een institutionele stiptheidsactie. Vlaanderen doet niets, ook niet als de federale regering om geld komt bedelen. We houden ons aan de letter van de financieringswet.’
‘BHV oplossen? Onderhandelingen daarover kunnen alleen leiden tot Vlaamse toegevingen, waardoor het positieve effect van die splitsing meteen ongedaan wordt gemaakt. Staak de strijd en laat het dossier rustig zijn weg banen doorheen het parlement. Uiteindelijk zullen de Vlamingen eenzijdig de splitsing goedkeuren, daar is een meerderheid voor.’
‘De Franstalige Gemeenschapsregering heeft binnenkort geld nodig voor onderwijs. Het geld van het Lambermont-akkoord is naar verluidt bijna opgesoupeerd.’
‘Ik zie niet in waarom het een verrottingsstrategie zou zijn als we beslissen ons vanaf nu strikt te houden aan de institutionele regels... Het is onjuist dat ik de revolutie predik. De pensioenen zullen uitbetaald worden, de sociale zekerheid blijft gewaarborgd. Ik wil de federale overheid geen eurocent afpakken. Waar
‘De Vlaamse overheid heeft behalve de financieringswet nog een machtig wapen om de Franstaligen op andere gedachten te brengen: het belangenconflict. De Vlaamse overheid moet systematisch alle federale beslissingen die ingaan tegen de Vlaamse belangen blokkeren, zoals de Franstaligen hebben gedaan in het dossier BHV... In de praktijk betekent dat het einde van de federale staat en het begin van de confederale. Hiervoor is geen nieuwe grote of kleine staatshervorming nodig.’
De redactie van Doorbraak volgt voor u de communautaire actualiteit. Kort op de bal. Informatie en duiding.
T
LEES ONS E-ZINE TUSSENDOOR ACTUEEL - KORT CITAATJES www.vvb.org/tussendoor Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. Verschijnt maandelijks (niet in augustus). Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Peter De Roover M EDE WERKERS : Ludo Abicht, Jacques Claes, Frans Crols, Koenraad Elst, Marc Gevaert, Iko, KMP, Bart Maddens, Theo Lansloot, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Johan Sanctorum, Matthias E. Storme, Frank Thevissen, Luc Van Braekel, Katleen Van den Heuvel R E D A C T I E - A D R E S : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 redactie@doorbraak.org www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org A BONNE MEN T : € 18 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 30) STUDENTENABONNEMENT: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internet-abonnement. Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB VERANT WOORDELIJKE UITGEVER: Pieter Bauwens, M. De Smetstraat 12, 9308 Hofstade ISSN 00125474
juli 2009 nr. 7-8
Doorbraak
15
16
Doorbraak
nr. 7-8 juli 2009