België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw
www.doorbraak.org
Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
102009
Zal CD&V het dan nooit begrijpen?
Leidt Di Rupo nu ook al de CD&V? Minister-president Kris Peeters werkt met De Wever en Gennez, federaal premier Herman Van Rompuy met de restanten van Open VLD en Franstalige partijen. Peeters wil meer Vlaanderen, Van Rompuy meer België. Peeters is tot 2014 op pad, Van Rompuy nog hooguit tot 2011. Peeters heeft centen, Van Rompuy moet bedelen. De Vlaamse christen-democraten zweven tussen twee werelden. Peeters inspireert zich op de Maddens-doctrine (wachten op een initiatief van de Franstaligen, uitpakken met goed bestuur en assertief reageren op mogelijks onheuse Brusselse of federale maatregelen). Zijn regeerakkoord blijft inzake communautaire verzuchtingen erg ambitieus. Van Rompuy geniet ervan dat hij weer prominent onder de grote mensen is, beschermt zijn territorium tegen de Vlaamse druk. Met een absolute Vlaamse minderheid achter zich een risicovolle onderneming. ‘Een wolk splijtstof’, vindt politoloog Carl Devos. ‘Deze spreidstand gaat ontploffen in ons gezicht’, zeggen prominente CD&V’ers. In Vlaams-Brabant is CD&V in juni al afgestraft voor zijn lauw BHV-profiel. De schrik neemt toe dat dit scenario zich in 2011 herhaalt. En kort daarna moeten de burgemeesters er weer op stemmenjacht. Partijvoorzitter Marianne Thyssen liet er onlangs geen twijfel over bestaan dat er voor BHV ‘een onderhandelde oplossing’, een ‘compromis’ moet komen, en geen stemming over de splitsing in het parlement. Dat laatste zou volgens haar resulteren in het einde van de federale regering en onwettige verkiezingen. Zo’n uitspraak laat vermoeden dat de Vlaamse vleugel in de partij voorlopig wordt overtroefd. Maar dan wel met een benepen argument... Thyssen heeft immers een wel merkwaardige politieke reflex. Als de PS dreigt met een regeringscrisis, meent ze te moeten zwichten voor chantage. Het was Di Rupo (DS, 14
sept.) die het felst dreigde dat België ‘in groot gevaar’ komt als de Vlamingen ooit tegen de Franstaligen in de splitsing van BHV zouden goedkeuren. ‘Dan zijn de gevolgen niet te overzien’, aldus de PS’er. Di Rupo mag dreigen. Maar moét CD&V dan plooien? Dat is wel een heel merkwaardige interpretatie van democratie. Is het in een parlementaire democratie niet een meerderheid die beslist? Na het voluntaristische scenario ‘vijf minuten politieke moed’ (2006-2007), volgde het theater van de opeenvolgende en uitgelokte ‘belangenconfl icten’ (2008-2009). Wordt uitstel nu afstel en kruipt CD&V helemaal in de hoek? (2010)? Thyssens argument is niet indrukwekkend: de Vlamingen zouden met een politieke crisis na een BHV-stemming ‘een ongeloofl ijk modderfiguur’ slaan in Europa. Wacht eens even... de Vlaamse meerderheid? Of de francofone minderheid? De Vlamingen zouden ook investeringen verliezen... Nog zo’n fabel van de belgicisten. Alsof buitenlandse bedrijven zich daarover opwinden. Om de begrotingsproblemen op te lossen, moeten volgens Thyssen taboes sneuvelen. ‘Alles moet op tafel komen’, maar we moeten beginnen ‘aan de kant van de uitgaven’. En de werkzaamheidsgraad moet natuurlijk verhoogd worden. Dat is essentieel’, luidt het. (Belga, 12 sept.) Kunnen de Vlamingen er van uitgaan dat CD&V voortaan ‘zonder taboes of veto’s’ de transfers op de politieke agenda plaatst? Dat de Vlaamse Resoluties (weg met de taboes toch?) nu snel op tafel komen? Dat de Copernicanen van CD&V nu volop hun confederalistische troeven mogen uitspelen? Of blijft de PS beslissen wat bespreekbaar is en wat niet? Thyssen moet toch uitkijken dat ze haar partij niet terugstuurt naar 1999. ■ JAN VAN DE CASTEELE
oktober 2009 nr. 10
Doorbraak
1
PERSWIJS Guy Tegenbos in De Standaard, 18 augustus: ‘In 1980, toen beslist werd wel autonomie inzake arbeidsbemiddeling te geven aan de drie gewesten, maar tegelijk “nationale” werkloosheidsuitkeringen te behouden, hadden Vlaanderen, Wallonië en Brussel ongeveer evenveel werklozen. Dertig beleidsjaren later liggen, ook met de crisis van nu, de Waalse en Brusselse werklozencijfers twee- tot driemaal hoger dan het Vlaamse.’ Geert Buelens in De Standaard, 5 september: ‘Wie een toekomst wil voor
het land zal met betere argumenten moeten afkomen dan dat een splitsing in het buitenland niet uit te leggen valt en dat Vlamingen en Walen dezelfde droom en passie delen.’ Jan Denys (arbeidsmarktdeskundige bij Randstad) in De Morgen, 4 augustus 2009: ‘Wie beweert dat met de nieuwe regularisatie een aanzuigeffect
is voorkomen, is of heel naïef of liegt de publieke opinie voor.’ Bart Sturtewagen in De Standaard, 3 september: ‘Het uitbouwen van
Vlaamse antennes in het buitenland behoort tot de Vlaamse bevoegdheden. Dat regio’s zich cultureel en economisch positioneren op het wereldtoneel, is in geen enkel federaal land een twistpunt.’ Tony Mary (B-Plus, ex-VRT) in De Standaard, 6 september: ‘In
ben nu vijftien maanden voorzitter van B-Plus en kan alleen maar vaststellen dat de media onze boodschap doodzwijgen. Zelfs op de VRT komt er maar één idee aan bod: “Vlaanderen boven”.’ Guy Janssens (VRT) in De Morgen, 4 september: ‘Buitenlandse Zaken
beschouwt het buitenlandse beleid nog altijd als chasse gardée van het federale België.’ Guy Vanhengel (minister van Begroting, Open Vld) in De Standaard, 5 september: ‘België is virtueel failliet’.
Ontslag VVB-voorzitter Defoort Op 26 augustus nam Eric Defoort ontslag als voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging. Hij blijft lid en medewerker van de VVB. De Algemene Vergadering van de VVB verkoos in 2007 (Asse) Defoort nagenoeg eenparig als nieuwe voorzitter. De nieuwe koers waar hij toen al voor pleitte, werd samengevat onder de kop “Beweging voor Onafhankelijkheid en Samenwerking”. Er kwam vrij snel kritiek van een minderheidsfractie binnen de VVB, zeker na een paar fel omstreden uitspraken in interviews in De Morgen en in Knack. Op ruimere VVB-bijeenkomsten (kaderdagen, nieuwjaarsreceptie, meetings, Conventie) bleek evenwel dat een meerderheid wél volgde. In De Standaard (27 aug., de krant noemt Defoort een ‘Vlaamsnationalist, intellectueel en rebel’) zei de ontslagnemende voorzitter dat hij binnen de VVB ‘geen overtuigde meerderheid vond voor zijn keuzen en strategische opties’. Defoort slaagde erin samen met politiek secretaris Peter De Roover de VVB duidelijker aan bod te laten komen in de media. Tot de volgende VVB-verkiezingen (juni 2010) nemen de twee ondervoorzitters Pieter Vandermoere en Huguette De Bleecker de functies van Defoort over. De teksten (interviews en toespraken) van Defoort in het kader van zijn voorzitterschap van de VVB vindt de lezer op www.vvb.org/ actueel van 27 augustus.
Charles Picqué, Brussels minister-president in La Libre Belgique, 10 september: ‘Refuser le refinancement de Bruxelles serait l’échec de la Bel-
gique... Si la Flandre refuse de nous aider cela mettra en danger tout le pays’. Marc Reynebeau in De Standaard, 25 augustus: ‘De morfologie van de
Brusselse agglomeratie bestrijkt niet 19, maar 62 overwegend Vlaamse gemeenten.’
Emiel De Bolle
Regeringen... Leuke quizvraag, zelden prijs: Hoeveel regeringen telt België? Negen. De Vlamingen zijn in de meerderheid in hun eigen Vlaamse regering en in het nogal potsierlijke Brusselse dingetje dat men de Vlaamse Gemeenschapsregering noemt. Met enkel CD&V en Open Vld aan boord vormen ze een minderheid in de federale regering van Herman Van Rompuy (12 F, 9 N). De Franstaligen hebben het alleen voor het zeggen in de Franstalige Gemeenschapsregering (Wallonië + Brussel), de Waalse regering en de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel. Ze zijn in de meerderheid in de federale regering, en absoluut de baas in de Brusselse hoofdstedelijke raad en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Daarnaast hebben de Duitstaligen nog hun regering van Duitstalige Gemeenschap.
... Parlementen en raden Wallonië geeft in vergelijking met Vlaanderen per inwoner 1,55 keer meer uit aan raden
2
Doorbraak
nr. 10 oktober 2009
en parlementen. Brussel geeft in vergelijking per inwoner 2,91 keer meer uit aan raden en parlementen. Wallonië geeft in vergelijking per inwoner 14,06 keer meer uit aan kabinetten. Vlaanderen presteert goed, springt zuinig om met de centen en hield de begroting in evenwicht. Wallonië en Brussel doen dat veel minder. Het zou al een goed begin zijn als ze institutioneel orde op zaken stellen (Gewest en Gemeenschapsregering / Brusselse Gewest en de 19 gemeenten...) (Bron: Bart De Wever en Jan Jambon, de Belgische financieringswet: de mythe doorprikt, 25 januari 2008)
Brussel loslaten? Op de IJzerwake wierp Frans Crols met zijn toespraak over Brussel de knuppel in het Vlaamse hoenderhok. De Vlaamse Volksbeweging bereidt het debat rond Brussel al een tijdje voor, met onder meer de publicatie van het boek “Wat met Brussel?” en met artikels in deze Doorbraak (zie blz 9 en 10). De vereniging wil het debat de komende weken en maanden verder voeren. Dat gebeurt eerst met informatie- en gespreksavonden (nog tot 15 oktober), die meteen de aanloop zijn naar het congres ‘Brussel, een stad in Vlaanderen’, dat in 2010 plaatsvindt. Meer informatie over boek en campagne is te vinden op de webstek http://www.watmetbrussel.be
Maddens-strategie mislukt? Volgens de IJzerwake-voorzitter Wim De Wit is de Vlaamse Maddens-strategie voor de staatshervorming al ‘compleet mislukt’. Even herinneren: Prof. Bart Maddens, ook medewerker van Doorbraak, pleit voor een ‘institutionele stiptheidsactie’: assertief Vlaams besturen, waar nodig tegen beslissingen van de federale regering reageren met een belangenconflict, en geen geld meer voor het federale niveau. De N-VA vond in die strategie brandstof om toe te treden tot de nieuwe Vlaamse regering. ‘Deze tactiek kan inderdaad voor een doorbraak zorgen’, schreef de Studiedienst van Vlaams Belang (7 juni). Voorzitter Bruno Valkeniers was het ‘fundamenteel eens’ met de Maddens-strategie, maar ‘alleen gaat Maddens niet ver genoeg’ (Doorbraak, juni). Filip Dewinter is dan weer tegen.
Commentaar General Motors en de blinden Minister Milquet zegt niet alleen Non, maar ook Foert
D
e politici, de commentatoren, links en rechts, de lauwen en de vinnigen: zij moeten kiezen. Een onafhankelijke Vlaamse regering met een breed gedragen industriepolitiek had veel meer kunnen doen dan het pappen en nathouden van Kris Peeters. Het is bizar hoe iedereen zit te mekkeren van ‘wij moeten dit en wij moeten dat’ of ‘wij hadden dit of wij hadden dat’ en daarbij nooit de politieke dimensie, met of zonder België, durft aanraken.
België is ongeïnteresseerd in de autonijverheid. Ook Audi in Brussel is een half-Vlaamse fabriek door haar werknemers - meestal de fatsoenlijke, opbouwende groep, niet de oud-marxistische zeurpieten van FGTB - en de rest staat in Antwerpen, Gent en Genk. Voldoende reden voor de Wetstraat om te denken, niet te zeggen: trek uw plan. Hebt u iets gehoord van de Wetstraat over een autoplan - of druk van de Belgische regering op de EU om een Europees autoplan zoals vroeger het staalplan en het textielplan, twee nationale sectoren? De auto is geen nationale sector voor de Wetstraat, dus is het een Vlaamse sector en daarom verwaarloosbaar. Minister Milquet zegt niet alleen Non, maar ook Foert. De Vlaamse regering organiseerde ooit Ronde Tafels over de auto in Vlaanderen, ging verder met het stroomlijnen van de relaties tussen toeleveranciers en de montageketens. Maar het volle pond kon zij, noch de minister-president, geven door haar tweederangsrol in België. Positief aan het verhaal is dat General Motors-Opel hopelijk de ogen verder zal openen en er een soortement belastingrevolte kan ontstaan. Zonneklaar moet het zijn voor iedereen die de Belgische politiek volgt dat dit land ontzettend slecht bestuurd is, en wordt bestuurd. Dit rotbestuur kost handenvol geld en dat geld wordt buiten verhouding geleverd door de Vlamingen. Wat krijgen zij in ruil? Beschimpingen, verdachtmakingen, scheldpartijen van Herman Van Rompuy en zijn belgicistische CD&V’ers - gelukkig zijn er daar ook loyale mensen - en van de Franstalige kliek die genoemde Van Rompuy, zoals vroeger Guy Verhofstadt en als tussenpaus, Yves Leterme, naar haar pijpen doet dansen. Herman zal het ontkennen, boos zijn, maar hij is een marionet en een van de laatste Vlaamse politici waarvoor men respect kon opbrengen. Dat is hij ondertussen kwijt. België is een wrak, en niet enkel in het voetbal. Wij moeten de welvaart van de nieuwe rijken van Vlaanderen, dat gaat dus van Jan met de Pet tot het lid van de Rotary, redden door onafhankelijkheid. Wij moeten los van België of wij gaan kapot met België. Volg deze litanie en ween. België is het land met proportioneel de hoogste staatsschuld ter wereld. België is het land met de hoogste belastingen per inwoner in Europa. België is het land met de laagste pensioenen voor niet-ambtenaren. België is het land waar een Vlaming een derde meer belastingen betaalt dan een Franstalige. België is het enige land in Europa waar het aantal ambtenaren de jongste tien jaar aangroeide met 87 000 mensen, ofwel 12,2 procent. Revolteer tegen dat krukkenland.
Ja. Ja, maar. Neen Ook binnen de Vlaamse (Volks)beweging zijn de meningen verdeeld. Voormalig VVB-voorzitter Defoort volgde Maddens - met applaus vervolg p. 11
■ FRANS CROLS VOORZITTER
ADVIESRAAD TRENDS
oktober 2009 nr. 10
Doorbraak
3
D E CRISIS
Drie taboes om te doorbreken Herman Matthijs: ‘Het systeem davert, omwille van de centen’ De Nationale Bank en de Oeso verwachten een krimp van de economie met 3 tot 4 procent. Toch zijn er ook tekenen van hoop: de stijging van de werkloosheid is niet catastrofaal. De beurs vertoont tekenen van herstel. Er worden meer auto’s gekocht. Voor de banken lijkt het ergste leed voorbij, de kredietverlening aan bedrijven loopt vlot. Enquêtes wijzen op meer vertrouwen bij ondernemers en consumenten. De stijging van het aantal faillissementen beperkt zich vooral tot eenmansbedrijven. Maar toch is België failliet, aldus minister van Begroting Guy Vanhengel. De communautaire dimensie maakt een fundamenteel herstel in dit land erg onwaarschijnlijk. Drie taboes maken het zelfs onbespreekbaar. En daarvan wordt ook Vlaanderen het slachtoffer. Oorzaken
De belangrijkste oorzaken van de crisis zijn bekend. Voor alles, want structureel, is er de druk van de demografi e. De vergrijzing en verwitting enerzijds, de hypermigratie anderzijds doen de uitgaven op hol slaan. Twee maatschappelijke fenomenen, helaas ook twee taboes. Men morrelt aan de gevolgen, maar de oorzaken ervan zijn nauwelijks voorwerp van debat. Politieke correctheid voor alles. Beide factoren - alle overheden in dit land doen hun best om daar ten gronde niéts aan te doen - zorgen voor het op hol slaan van de overheidsfi nanciën, vooral via de uitgaven van de sociale zekerheid: meer kinderbijslagen, duurder onderwijs, meer gezondheidszorg, meer werkloosheid, meer pensioenen. Als een internationale fi nanciële en economische crisis de vlam onder die pan aanjaagt, wordt het fi nancieel tekort al snel een vieze, gemene miljardenput. De schuldenlast van het verleden, waaraan ook Guy Verhofstadt tijdens zijn passage in de Wetstraat fluitend voorbijschoof (onvoldoende schuldafbouw, opsmuk begroting met eenmalige shots als overnames van pensioenkassen, verkoop van gebouwen in het buitenland, onbezonnen groeipad gezondheidszorg 4,5 procent), doet onze portemonnee bloeden. In 2010 is de wonde een slordige 25 miljard euro diep. Beleidsruimte
Er is nog een derde factor, specifiek voor dit land, en meteen ook een derde taboe: de politieke en sociaal-economische keuzes van de francofone ‘entiteiten’ - Brussel, Wallonië en de Franse Gemeenschap, afgekort de Franstaligen - betonneren het land en beperken de beleidsruimte van de Vlamingen. Dat is al tientallen jaren zo. Dat blijft wellicht ook morgen zo. De traditionele partijen CD&V en Open Vld, in de federale regering zelfs in de minderheid, missen de moed om de belangen van de Vlamingen resoluut te verdedigen. Zelfs een meerderheid van de Vlaamse meerderheid wenst nog altijd te zwijgen over de transfers, over de ca 1,3 miljoen nieuwe Belgen en vreemdelingen die we hier de jongste twin4
Doorbraak
nr. 10 oktober 2009
tig jaar met open deuren hebben ontvangen. Je hoort ze niet zeggen dat die uit de hand gelopen ‘solidariteit’ een wel erg dure grap is, met meer kosten dan baten. Bang van de gieren van de conventionele pers. Derhalve kiest men voor de simpele oplossing: schuif de essentie van de zaak door naar volgende bestuursploegen, geniet ervan dat vooral Vlaanderen de rekening betaalt en beperk je tot wat pijnstillers (hogere accijnzen, wat kunstzinnige schuldherschikking, verkoop van wat staatseigendom, veel gepraat en ruzie over sociale en fiscale fraude, een bij voorbaat mislukte crisisbelasting op de banken en een gecamoufleerde aanslag op vooral Vlaams pensioensparen en dienstencheques). Vlaams blauw en rood zullen elkaar in dit debat de nagels afbijten en Van Rompuy zal in het midden van het bed wat toekijken. Vanhengel mag wat fantaseren over een lastenverlaging en Onkelinx mag dreigen met een ‘drastische afbouw van de notionele intresten’ en beurstaksen. Karin De Ruyter heeft natuurlijk overschot van gelijk (DS, 3 september): ‘De bankiers nemen het dreigement nauwelijks serieus... Geld is immers als water, het zoekt de weg van de minste weerstand en dus van de minste belasting. Banken die in één land een andere soort “crisisbelasting” opgelegd krijgen, verleggen hun activiteiten en winsten naar andere landen. Ondernemers die het kunnen, doen hetzelfde.’ Financieringswet
Dit economische verhaal is niet eens typisch Belgisch, maar het speelt zich hier wel af in een unieke communautaire context. Is er een oplossing mogelijk op korte termijn? Evidente medicatie tegen die federale pijn is de overheveling van bevoegdheden naar de regio’s. Maar de Franstaligen zeggen “non”, omdat de federale omweg - de 58 procent Vlamingen betalen behoorlijk mee in dat potje - een stuk goedkoper is. Meer zelfs, ze vechten krampachtig - én met succes - om nog meer bevoegdheden in handen te krijgen. Al wat België betaalt (lees: vooral de Vlamingen) hoeven hun regeringen niet meer bijeen te harken. ‘Dat de federale staat eens begint met zich te beperken tot die zaken waar hij voor bevoegd is... Dan kan de federale overheid de facto sterk besparen’, zegt professor en begrotingsspecialist Herman Matthijs (VUB) aan Doorbraak. Mooie wens, maar de ‘assertieve’ Franstalige minderheid denkt daar net iets anders over. Preventieve gezondheidszorg en kankerbestrijding, vaccinatiecampagnes, ze willen het zelf blijven regisseren via het federale niveau. ‘Of gaan ze me vragen om mijn kankerplan af te bouwen of bepaalde geneesmiddelen niet langer terug te betalen? Ik ben benieuwd wie me dat durft vragen’, aldus Laurette Onkelinx. (DM, 3 september 2009)
Niet anders is het voor de fiscale aftrek voor energiebesparingen, uitgaven voor beschuttende en sociale werkplaatsen, vaccinatiecampagnes, grootstedenbeleid, opleiding leefloners, enzomeer... Overal afblijven, want onder meer voor de PS zijn dit al eens uitstekende instrumenten om aan tewerkstellingspolitiek te doen. Zo gaat het wel meer. Is buitenlandse handel een ‘exclusief Vlaamse bevoegdheid’, zoals Fientje Moerman zich herinnert (DS, 1 september)? Daar laten ze prins Filip dan wel een stokje voor steken. Zijn er afspraken over de splitsing van ontwikkelingssamenwerking of wensen over de regionalisering van het werkgelegenheidsbeleid? Haal er eens ngo of vakbond bij. Volgens Jan Jambon (N-VA) kleurt de federale regering op die manier 1,1 miljard euro buiten de lijntjes.
Vlaanderen is op het federale niveau vandaag gewoon machteloos. Herman Van Rompuy heeft in de Kamer zelfs geen Vlaamse meerderheid achter zich. ‘De kern van de zaak is dat hij zonder staatshervorming geen kant op kan. Het zal er een moeten zijn die werkt, die met name de gewesten en gemeenschappen responsabiliseert, die doorzichtig is, die zorgt voor homogene bevoegdheidspakketten’, poneert Matthijs.
D E CRISIS
Buiten de lijntjes
De show must go on. Volgens Vlaams minister Muyters (16 sept.) betalen de Vlamingen - dankzij hun begrotingsdiscipline - in 2010 negentig procent van alle inspanningen die Europa aan België vraagt... ‘Niet waar, slechts 28 procent’, reageert dan weer federaal minister Guy Vanhengel. Gekibbel in de marge?
De problemen van Brussel en Wallonië zijn Samengevat: op korte termijn willen de er niet mee opgelost. Die van de federale Franstaligen die bevoegdheden liever niet. regering Van Rompuy evenmin. Derhalve Heel merkwaardig zijn de daarop volgenblijft ook Vlaanderen verstrikt in dat Belde denkpistes van CD&V’ers in de fedegische wespennest. Alvast zolang het zelf rale regering (vice-premier Vanackere) en Herman Matthijs van Open Vld dat Vlaanderen die beschrik heeft om de taboes overboord te voegdheden maar moet overnemen zonder overheveling gooien en zélf voor een oplossing gaat. Zelfs aan het geduld van middelen (zie kaderstukje). Alleen als de Franstaligen van de Vlaming komt een einde. dat ook doen, reageert Kris Peeters. Patstelling één dus. ■ JVDC
Proberen we dan maar op de langere termijn te scoren? Dan moet het debat gaan over de fameuze fi nancieringswet, een gedrocht dat maar weinig Vlamingen snappen, maar dat er wel voor zorgt dat de kassiers van België de kramp krijgen. Die wet zorgt ervoor dat de federale overheid (tenminste bij een groeiende economie) almaar minder krijgt, de gewesten en gemeenschappen almaar meer. Om die bijzondere wet te kunnen wijzigen zal veel ‘ja’-volk nodig zijn. ‘Mission impossible’, zegt prof. Matthijs. ‘Herman Van Rompuy heeft zelfs nu geen Vlaamse meerderheid’. ‘Interessant voor futurologen’, vindt dan weer federaal vicepremier Steven Vanackere (CD&V). Patstelling twee. Gouden kraantje
Een ander medicament dan maar? Een splitsing van (tenminste delen van) de sociale zekerheid misschien? Veel Vlamingen willen dat wel, het Vlaams Parlement ook. Maar tussen droom en daad staat weer heel francofonië in de weg. Dat Brussel kampt met een werkloosheidsgraad van 20,6 procent en Wallonië met een van 15,8 procent, dat is maar een tijdelijk probleem. Dat gaan ze met enkele tientallen Marshallplannetjes ooit wel zelf eens oplossen. Zwijg dus maar, Vlaming, wees zelf werkzaam (werkloosheidsgraad 7,9 procent) en dank voor de sponsoring van dit gouden geldkraantje. Patstelling drie. Drie pistes, alledrie geblokkeerd. En nu? ‘Het systeem davert, niet door van disputen als BHV, maar omwille van de centen’, stelt Matthijs. ‘Over de huidige transfers doen al jaren opmerkelijke cijfers de ronde. Volgens mij situeert de globale geldstroom van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië zich om en bij de zeven à acht miljard euro per jaar’.
Waalse werkloosheid stijgt met 6 procent in augustus Het Waals Gewest telde in augustus 6 procent meer werklozen dan een jaar eerder (info: arbeidsbemiddelingsdienst Forem). De toename is veel lager dan in Vlaanderen, waar de werkloosheid jaar op jaar met een vijfde steeg. De werkloosheidsgraad toont echter een ander beeld. In Vlaanderen was in augustus 7,8 procent van de actieve bevolking werkloos. In Wallonië is dat dubbel zoveel: 15,8 procent. Het Waals Gewest telde in augustus 222 600 werklozen, en nog eens 19 700 jongeren met een wachtuitkering. In absolute cijfers zijn dat meer werklozen dan in het Vlaams Gewest, dat er in augustus 226 900 telde. (De Tijd, 3 september 2009)
Wil Open Vld Vlaanderen alleen doen betalen? Open Vld wil de financiering van de bevoegdheden van regio’s en gemeenschappen die nu nog federaal worden betaald ‘doorschuiven naar de regio’s, zonder geld mee te storten’. Vlaanderen moet die financiering overnemen ook als de Franstalige regeringen (Brussel, Wallonië en Franstalige gemeenschap) dat niet wensen te doen. Moeten de Franstalige bestuursniveaus dan niet eenzelfde inspanning doen als Vlaanderen? En krijgen de Franstalige niveaus voor de financiering van dit soort bevoegdheden dan nog langer federaal (dus ook Vlaams) geld? Zo lezen we het toch in De Morgen (12 sept.). ‘Natuurlijk is dat de bedoeling’, verduidelijken Luc Van Biesen en Sven Gatz aan Doorbraak. ‘Ook de Franstaligen moeten dat zelf betalen. Geen federaal geld meer voor dit soort bevoegdheden, dat is ons voorstel. En wel voor alle niveaus.’
oktober 2009 nr. 10
Doorbraak
5
M ED I A
Over het intolerante Vlaanderen Media-taboes en valse consensus Tony Mary emigreert naar Frankrijk. In De Standaard van 5 september spuwde de ex-baas van de VRT en de nieuwe baas van het belgicistische B-Plus zijn gal uit over het intolerante, “pre-fascistische” Vlaanderen.
L
eest u even mee: ‘Ik ben nu vijftien maanden voorzitter en ik kan alleen maar vaststellen dat de media onze boodschap doodzwijgen. Zelfs op de VRT komt er maar één idee aan bod: “Vlaanderen boven”. Van topjournalisten van de VRT kreeg ik te horen: “Maar Tony, je weet toch dat je niet goed ligt in dit huis en dat je ideeëngoed maar een kleine minderheid vertegenwoordigt”. Ik heb Vlaanderen ooit prefascistisch genoemd. Wel, dat is prefascistisch, want dat is anderen doodzwijgen.’ Als ex-baas van de VRT weet Tony Mary uiteraard zeer goed wat “doodzwijgen” betekent. Zijn voorganger Bert De Graeve stelde een charter op met als titel “De VRT en de democratische samenleving”, bedoeld om het toenmalige Vlaams Blok een uitzonderingsbehandeling te geven omdat het “geen politieke partij is als de andere”. Die uitzonderingsbehandeling kwam er in de praktijk op neer dat de partij werd doodgezwegen, behalve als er negatief of stereotyperend kon over worden bericht. Dat charter werd onder Tony Mary onverminderd toegepast. Tony Mary heeft dus boter op zijn hoofd, maar hij heeft wel gelijk als hij stelt dat de openbare omroep sommige standpunten doodzwijgt omdat ze slechts een kleine minderheid zouden vertegenwoordigen. Een fenomeen dat bij uitbreiding ook voor de hele mainstream-pers geldt. Daar stuiten we weer op het probleem van de kip en het ei: als de mensen niet eens weten dat een bepaald standpunt bestaat omdat de media het doodzwijgen, dan kan dat standpunt ook weinig aanhangers achter zich krijgen, wat de media weer een excuus geeft om het dood te zwijgen. Voor onze media bestaan er inderdaad nog steeds taboeonderwerpen. De oude taboes op koning, kerk en kapitaal zijn al lang gesneuveld. Zelfs het privéleven van politici is niet meer veilig voor de infotainment-redacties, maar in sommige andere kwesties heerst een opvallend eenzijdig stilzwijgen. Enkele voorbeelden. Ons land is lid van twee belangrijke multinationale verbanden: de EU en de Navo Op de Navo wordt voortdurend en onbeperkt kritiek geuit, maar de EU blijft merkwaardig buiten schot. Euroscepticisme komt, in tegenstelling tot in onze buurlanden, in onze media niet aan bod. De uitleg dat Brussel als Europese hoofdstad een troef is die we niet mogen ondermijnen door een al te kritische houding, overtuigt steeds minder.
6
Doorbraak
nr. 10 oktober 2009
Ontwikkelingshulp op de manier zoals 11.11.11, Broederlijk Delen of Oxfam die voeren, wordt nooit in vraag gesteld. Hoe kunnen ontwikkelingslanden zo snel mogelijk ontwikkelde landen worden? Door kapitalistische investeringen, door het oprichten van vakbonden, door meer en beter onderwijs, of door meer ngo-projecten? Die vraag lijkt nooit aan de orde te komen. De boodschap van onze media blijft: geef aan onze ngo’s, en geef zoveel mogelijk. Onze sociale zekerheid is de beste ter wereld. Ook al Draai de zaken om en hoop dat het niet opvalt... Tony Mary (B-Plus) vindt profiel brengt ze België op de rand van VRT te “Vlaams”. (Foto Mediaflandria) van het virtueel failliet en veroorzaakt ze allerlei hangmateffecten. De vraag van onze media is altijd hoe we onze huidige sociale zekerheid kunnen behouden. Discussies over hervormingen gaan altijd over een alternatieve fi nanciering, nooit over alternatieve modellen. Dat zijn enkele van de taboes die door de mainstream-media angstvallig worden gerespecteerd. Bestaat er in de samenleving een consensus over deze onderwerpen? Misschien wel een valse consensus, omdat ze nooit aan bod komen in de media. Goede journalistiek zou elk thema ter discussie moeten stellen. Pas na een kritisch onderzoek en een grondig debat kunnen we weten of de vermeende consensus verantwoord was of te wijten was aan het doodzwijgen van de kritiek. Over de klaagzang van Tony Mary ten slotte kunnen we kort zijn: het belgicisme komt op de VRT vaak aan bod, maar op een subtiele manier, via interviews met Bekende Vlamingen die geen gelegenheid onverlet laten om hun liefde voor de eenheid van het land te uiten. Die “verborgen verleiders” werken veel efficiënter dan een interview met een kopstuk van B-Plus, dat - zeker in het geval van Tony Mary - wel eens contraproductief zou kunnen werken.
■ LUC VAN BRAEKEL
Relatie tussen religie en nationalisme in moslimwereld is complex
R
eligieuze en nationale loyauteit zijn twee krachten die elkaar soms corrigeren. Volgens Turkse moslims was er geen Turks-Koerdische tegenstelling in het Ottomaanse kalifaat en is die tegenstelling typisch voor de seculiere republiek. Omgekeerd overbrugt nationaal gevoel soms de religieuze verschillen. Onder de nationalistische sjah van Iran werd het zoroastrisme (een staatsgodsdienst van het Perzische Rijk, nog steeds een religie in het huidige Iran, Pakistan, India en Azerbeidzjan) gekoesterd erfgoed met gewaarborgde rechten. Soms vallen etnische en religieuze loyauteit samen, o.m. voor moslimvolksgroepen in nietmoslimstaten, zoals de Wigoeren in de Chinese provincie Xinjiang. De relatie tussen religie en nationalisme in de moslimwereld is complex.
kracht van de islam ligt deels in religieuze voorschriften zoals het verbod op afvalligheid, deels echter in de integratie van aloude tribale reflexen. Vandaar bijvoorbeeld dat talrijke vrouwen militant de islam verdedigen. Je kan wel met de teksten in de hand aantonen dat de islam in hun eigen nadeel is en dat Arabische vrouwen uit de 7de eeuw de invoering van de islam als een tragedie beschouwden, maar het is nu eenmaal de godsdienst die ze van hun ouders hebben meegekregen. Alle bij het haar getrokken argumenten die ze daartoe verzinnen (“Mohammed was de eerste feminist”), zijn in wezen uitingen van trouw aan hun ouders en hun stam.
REL I G I E EN N AT I O N A L IS M E
Etnische versus religieuze loyauteit
Stamtrouw
Toen Mohammed als beginnend sekteleider in Mekka op tegenkanting stootte, hield zijn oom Aboe Talib hem altijd de hand boven het hoofd. Aboe Talib was en bleef een heiden die sceptisch stond tegenover Mohammeds nieuwlichterij, maar bloedbanden waren voor hem fundamenteler en duurzamer dan vluchtige religieuze voorstellingen. Breuk met de stam
Het grootste probleem voor de prille islam bij de bekering van heidenen was de vervanging van de tribale loyauteit door loyauteit aan de geloofsgemeenschap. Overgang tot de islam betekende een breuk met de stam, de belangrijkste zekerheid in hun leefwereld. Een modern voorbeeld van hoe de islam de tribale identiteit overtroeft, was de Maleise premier Mahathir Mohammed, die de moslims bevoorrechtte en de minderheden benadeelde. Hij was zelf van Indiase afkomst, maar zijn loyauteit lag bij zijn Maleise mede-moslims en niet bij zijn niet-moslimse Indiase volksgenoten. Familie
Toen de Profeet verklaarde dat zijn eigen moeder in de hel brandde aangezien zij nooit moslim was geworden, en dat bekeerlingen in de hemel hun eigen heidense familie niet zouden terugzien, was dat voor de meesten een groot bezwaar, dat hij slechts met fysieke dwang of het lokaas van roofbuit kon te boven komen. Eens die hindernis genomen, gingen de moslims zichzelf als een nieuwe natie zien, en vanaf dan speelde de oude tribale loyauteit in het voordeel van de islam. Mensen die nooit over geloofskwesties nadenken en in debat hun aangeboren “keuze” voor de islam nooit met inhoudelijke argumenten zouden kunnen staande houden, blijven rotsvast trouw aan hun godsdienst omdat het nu eenmaal die van hun familie is. Demografisch offensief
Moslimminderheden noemen zich een millat of qaum, dit wil zeggen “natie”, wat in 1947 tot de afscheiding van de islamitische “natiestaat” Pakistan uit India leidde. Typisch nationalistische attitudes werden in de islam geïntegreerd, zoals het natalisme, de wil om de eigen groep machtiger te maken door een permanent demografisch offensief. De
Op wereldschaal dient deze blijkbaar onuitroeibare tribale mentaliteit als hoofdargument tegen de these van de “botsing der beschavingen”. Moslims zouden hun instinct van stamtrouw eerst op hun volk en dan pas op hun al te ver uitgedijde godsdienst richten, zich dus eerst Pakistani of Indonesiër voelen, of Turk versus Marokkaan. Vandaar de geringe islamitische solidariteit met de Palestijnen, of de gewillige medewerking van de Arabieren met de VS-omsingeling van Iran. De Wigoeren komen in opstand tegen de Han-Chinese Unterwandering, maar krijgen alleen verbale steun van hun etnische verwanten in Turkije, niet van de Arabische oliesjeiks die zaakjes doen met China. Omgekeerd blijkt ook de reactie van vermeende anti-moslimgroepen zelden consistent anti-moslim. Sommige hindoenationalistische commentatoren op de troebelen in Xinjiang juichen de Chinese hardhandigheid toe (“hadden wij ook maar een regering die het Kasjmir-probleem zou oplossen door massaal niet-moslims in het gebied te vestigen”). Anderen steunen echter de Wigoerse moslims. Voor hen is de islam door zijn etnische verdeeldheid en gebrek aan politiek en technologisch vernuft een reus op lemen voeten. De VS en China zijn de echt gevaarlijke vijanden. Tegen hen willen zij zelfs Iran steunen, Cuba en andere luizen in de pels, respectievelijk de Dalai Lama en de moslims van Xinjiang. De Chinese overheid behandelt de Wigoerse opstand evenmin als een religieus probleem. Anders dan de Russen doen met de Tsjetsjeense strijd, spreken de Chinezen hier zelden van “moslimterrorisme”. De Chinese (niet-Wigoerse) moslims, de Hui, genieten allerlei voorrechten en blijven ongemoeid zolang ze trouw betuigen aan het ondeelbare vaderland. Daaruit moet men niet besluiten dat de islam géén autonome kracht is in de wereldpolitiek. Alleen dat het wat ingewikkelder is dan het (niet door Samuel Huntington maar door Mohammed bedachte) eenvoudige schema van de botsing tussen de islam en de rest. Soms wordt de islam tegengewerkt door tribale identiteiten, terwijl hij deze in andere gevallen juist in zijn eigen dynamiek weet te integreren. De botsing is er net zo vaak één tussen natiestaten (en staatloze naties) als tussen “beschavingen”. ■ KOENRAAD ELST
oktober 2009 nr. 10
Doorbraak
7
TA A LG RENS
Laatste palaver en dan de boeken dicht? Politici uitgepraat: laat een Harmelcentrum-bis het nog eens proberen
H
et was de toen nog piepjonge PSC’er en latere premier Pierre Harmel die na de oorlog voorstelde om een Belgisch studiecentrum op te richten. Vlamingen en Franstaligen zouden daar een overleg organiseren om het Belgisch probleem ondersteboven te keren, te noteren wat er allemaal fout liep én oplossingen voor te stellen. Het Harmelcentrum leidde na jaren palavers tot een prima opstel als eindwerk, maar de toenmalige regering had geen tijd om zich met dat Vlaams-Franstalige gehakketak bezig te houden en het huiswerk van het Harmelcentrum verhuisde naar de archieven. Arthur Gilson, nog een PSC’er, zou dat verslag van onder het stof halen als handleiding bij het opstellen van zijn beroemde taalwetten uit de eerste helft van de jaren 1960. Als we dergelijk “overleg” dan zo nodig vandaag toch nog eens willen proberen, waarom dan geen Harmelcentrum-bis?
Vastgelopen
Ooit beloofde de Belgische premier Herman Van Rompuy een staatshervorming nog voor de zomer van 2010, midden volgend jaar dus. Niet omdat hij persoonlijk die staatshervorming zo innig liefhad, wel omdat hij het Belgische EUvoorzitterschap wilde beveiligen tegen Belgische communautaire stormen. Intussen tikt de klok onomkeerbaar verder. Men weet nog niet eens of men een vierkante, rechthoekige, ronde of driehoekige tafel moet bestellen om alle onderhandelaars hun zitje te geven. En zelfs als men het daarover ooit eens wordt, moet men natuurlijk nog praten over de agenda van die eventuele gesprekken. Het is dus duidelijk: Herman Van Rompuy zal de Europese “lijding” moeten nemen zonder de minste garantie dat Vlamingen en Franstaligen zes maanden lang geen (binnenlandse) stokken in de Belgisch-Europese wielen steken. Herman Van Rompuy had nochtans kunnen weten dat het onbegonnen werk is dé Belgische staatshervorming op te starten als de anderen alweer uitkijken naar nieuwe verkiezingen. Het was toch zijn partijgenoot Yves Leterme die urbi en orbi liet horen dat het Belgische overlegmodel tegen de muur was gelopen? Deskundige journalisten schreven dikke boeken om de defi nitieve onmacht van de Belgische politiek uit de doeken te doen, maar dat zijn natuurlijk “maar” journalisten. Nu presenteren de wetenschappelijke medewerkers van het Franstalige CRISP (Centre de Recherches et d’information socio-politique, nr 2024-2025) een cahier met een samenvatting van de Vlaams-Waalse onderhandelingen onder Verhofstadt III, Leterme en Van Rompuy. Goed zestig dichtbedrukte bladzijden met tientallen voetnoten. Alleen maar feiten, geen journalistieke of andere eigenzinnige uitleg. Na lectuur - geen gemakkelijke klus - zal zelfs Koentje Wauters moeten toegeven dat zelfs alleen maar “praten” over de overlevingskansen van zijn geliefd België, niet meer kan.
8
Doorbraak
nr. 10 oktober 2009
Of toch?
Of toch? Bijvoorbeeld binnen een nieuw Harmelcentrum? We brengen zoals toen deskundigen, wetenschappers en andere geleerde mensen samen in één groot kasteel. Nederlandstaligen en Franstaligen. Zo nodig ook anderstaligen uit het buitenland. Geen poliPierre Harmel tici, zelfs geen politieke wijzen. We vragen de dames en heren een inventaris op te stellen van alles wat misloopt in het Belgische huishouden, we vragen hen ook gezamenlijke oplossingen voor te stellen. Met duidelijke uitleg over hoe een en ander aanpakken. Een goedgevuld cahier dus dat nadien door de politiek moet worden uitgevoerd. De deskundigen krijgen daarvoor tijd, bijvoorbeeld tot midden 2012 of zelfs later! In ieder geval tot na de federale verkiezingen van 2011. Tot zolang gaat het dossier “staatshervorming” politiek in de diepvriezer. Wij zwijgen al die tijd over Brussel, de netniet-burgemeesters of BHV. Worden de volgende federale verkiezingen dan ongrondwettelijk? Niet meer of minder dan in 1919. De politiek doet wel nu al de plechtige belofte dat men het Belgische huiswerk van het nieuwe Harmelcentrum niet alleen ter hand zal nemen, maar het ook zal uitvoeren. Zonder morren of nieuwe onderhandelingen. Tenminste als dat Harmelcentrum ooit tot een oplossing komt. Als dat niet kan, dan moet men alleen nog maar de begrafenisondernemer contacteren. Dan heeft dit België voor iedereen zichtbaar eens en voorgoed opgehouden te bestaan.
Pierre Harmel (°1911) werd in 1946 volksvertegenwoordiger voor de Parti Social Chrétien (PSC), vervolgens minister in verschillende kabinetten en premier van 1965 tot 1966 in een regering samengesteld uit PSC/CVP en de socialisten. Hij werd later nog senaatsvoorzitter (1973-1977). Als minister van Buitenlandse Zaken verwierf hij internationale bekendheid met wat later de Harmel-doctrine werd genoemd (sterke Navo-defensie gekoppeld aan stabiele relaties met het Oostblok). Het Harmelcentrum (opgericht mei 1948) bestudeerde o.a. de taalproblematiek. De Harmelcommissie (wetenschappers en politici) opteerde voor taalhomogene gebieden en een definitieve taalgrens. De eindbesluiten (24 april 1958) werden deels gerealiseerd (wet 8 november 1962, wijziging provincie-, arrondissements- en gemeentegrenzen, wijziging taalgebruik in bestuurszaken, wijziging taalregeling in lager en middelbaar onderwijs, definitieve taalgrens, afschaffing talentellingen, overheveling Vlaamse en Waalse taalgrensgemeenten). Ondanks de terughoudendheid van de Harmelcommissie werden er toen wel faciliteiten ingevoerd in de taalgrensgemeenten.
■ M ARC PLATEL
B RUSSEL
Groot-Brussel of klein-Vlaanderen? Toekomstplan Brusselse metropool is geen politiek statement
‘B
russelse vrienden, laten we scheiden’, besloot Frans Crols zijn oproep op de IJzerwake eind augustus. Luttele dagen nadien kopte Le Soir dat de werkgevers de weg bereiden voor de creatie van een Brussels metropool, van Vilvoorde tot Nijvel. Klein-Vlaanderen of Groot-Brussel, is dat de keuze? De keuze tussen cholera en de pest? Neen, er is wel degelijk een derde optie voor een sterk partnership Brussel-Vlaanderen waar beide beter van worden. Vooreerst even een misverstand rechtzetten over het initiatief van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka om samen met de twee andere regionale werkgeversorganisaties Beci (Brussel) en UWE (Wallonië) en met de steun van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) een economisch toekomstplan voor de Brusselse metropool te lanceren (en waar ondergetekende bij betrokken is). Het is inderdaad zo dat dit plan - Business Route 2018 for Metropolitan Brussels - de Brusselse metropool ziet als een gebied dat grote delen van de arrondissementen Halle-Vilvoorde en Nijvel omvat. Dat is echter een loutere vaststelling van een economische realiteit, namelijk. dat dit gebied economisch sterk verweven is. Het is geenszins een politiek statement voor de creatie van een Groot-Brussel, middels uitbreiding van Brussel of de creatie van een nieuwe bestuurslaag. Le Soir neemt hier zijn wensen voor werkelijkheid.
Zoals andere geografische studies aangeven: de Brusselse metropool is duidelijk verankerd met de Vlaamse Ruit, het grootstedelijk gebied tussen Brussel-Gent-Antwerpen-Leuven. Ook binnen dit ruimer verband is een samenwerking tussen Brussels en Vlaams gewest aangewezen. Overigens zit de nieuwe Vlaamse regering volledig op de golflengte van de nood aan een doorgedreven samenwerking met Brussel, ook in gewestmateries, zo blijkt uit de lectuur van het regeerakkoord. Daarin wordt het voornemen geuit om met Brussel te komen tot een meer structurele samenwerking, rond concrete projecten, “met respect voor elkaars grenzen en bevoegdheden”. Ook in het Brussels regeerakkoord wordt meer interregionale samenwerking vooropgezet, terwijl de nieuwe Waalse regering resoluut gaat voor een versterking van de as wallo-Brux, ook economisch. Klein-Vlaanderen
Daar tegenover staat het pleidooi van Frans Crols om vanuit Vlaanderen Brussel los te laten. Kan de tegenstelling met wat ondernemingsmiddens en de Vlaamse regering voorstaan groter zijn? Crols kreeg meteen zware tegenwind, ook uit Vlaams-nationale middens. Maar bij nadere lectuur van zijn boodschap lijkt de fi nale doelstelling van Crols niet zo tegendraads. In zijn visie komt er na de scheiding sowieso een samenwerkingsverband tussen Brussel en Vlaanderen, naar het model van het Europees samenwerkingsverband Rijsel-Kortrijk-Doornik, dat staatsgrenzen overschrijdt.
Vlaamse Ruit
Het initiatief van de werkgevers is een economisch project, gericht op het bevorderen van ondernemingsactiviteit en creatie van jobs. Opzet is om voor het eerst een globale ontwikkelingsstrategie voor het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en de Rand samen te ontwikkelen, vanuit de vaststelling dat Brussel en de Rand sociaaleconomisch sterk verweven zijn. De werkgevers willen zelf nieuwe projecten ontwikkelen, zoals bijvoorbeeldde creatie van een kenniscentrum voor Europese zaken en intercultureel management, of een centrum voor logistiek verbonden met de luchthaven. Het plan doet ook een appel aan de betrokken overheden, inzonderheid de drie gewesten, om hun beleid in deze zone beter op elkaar af te stemmen, in domeinen als ruimtelijke ordening, mobiliteit, vestiging van bedrijven, werkgelegenheid en opleiding. Interregionale samenwerking is wel wat anders dan de creatie van Groot-Brussel. Overigens is het geenszins de bedoeling van het project om nieuwe grenzen te gaan trekken. De Brusselse metropool is als economische zone een dynamisch geheel. Geografi sche studies geven aan dat de sociaaleconomische interactie tussen Brussel en het omliggende het sterkst is voor een 62 gemeenten, waarvan het merendeel in Halle-Vilvoorde en enkele in het arrondissement Nijvel. Daarbuiten zijn er uiteraard ook economische banden, zij het wat minder intens, waarbij we in eerste instantie denken aan de banden met Antwerpen en met Leuven.
De vraag is dan of het zinnig is om eerst de scheiding tussen Brussel en Vlaanderen door te voeren, om nadien een nieuw samenwerkingsverband te creëren. Gaan er zo niet vele jaren tijd en energie verloren? Met het grote risico dat inmiddels de Brusselse metropool verstikt in fi les, oplopende werkloosheid en ruimtelijke chaos, en verlies aan internationale aantrekkingskracht en Europese status, waar Vlaanderen mee de dupe van is. Er liggen andere steden op vinkenslag om de Europese rol van Brussel over te nemen, Bonn bijvoorbeeld. Het is ook maar de vraag of Vlaanderen na een scheiding van Brussel sterker staat in een onderhandeling over samenwerking met Brussel. De invloed van Vlaanderen binnen de Brusselse beleidsstructuren zal verdwenen zijn en Vlaanderen zal er meer dan ooit botsen op een vijandbeeld. De psychologische, culturele en politieke kloof zal dieper zijn dan ooit. Geen vruchtbare voedingsbodem voor een goed partnership, waar ook Vlaanderen alle belang bij heeft.
■ JAN VAN D OREN
oktober 2009 nr. 10
Doorbraak
9
VRIJE TRIBUNE
Halle-Vilvoorde is geen metropool
O
p 31 augustus pakte de militant-francofone krant Le Soir op haar voorpagina uit met de grote kop ‘Les patrons se mobilisent pour le Grand-Bruxelles’. De krant doelde op het project ‘Brussels Metropolitan Region’ of BMR, waarmee aan Brussel het statuut van Europese metropool wordt gegeven ‘qui corresponde à la realité de sa puissance économique et démografique.’ Het gaat om een gigantische ruimte, die alle 81 gemeenten van Brussel, Waals-Brabant en Halle-Vilvoorde beslaat. De Franstalige media hadden hierover lange tijd in bedekte termen geschreven, maar toen eind augustus, na de Waalse, Brusselse en Belgische werkgevers, ook de Vlaamse patroonsorganisatie Voka, de platformtekst van het BMR had onderschreven, kon de euforie niet op. De basis voor dit BMR werd al in november 2008 vastgelegd en ook toen al hebben we zeer kritisch gereageerd. Na een grote voorstellingsavond waaraan nogal wat Franstalige politici, maar ook Vlaams minister-president Kris Peeters deelnamen, was voor ons meteen duidelijk dat achter dit samenwerkingsplatform politieke ambities verscholen zaten. Voor de Franstalige politici is dit project de bevestiging van hun grote gelijk: ‘Brussel is te klein en moet uitbreken uit zijn carcan.’ Zo pleitte Brussels minister-president Picqué er openlijk voor om aan dit BMR concrete beleidsbevoegdheden te geven zoals werkgelegenheid, ruimtelijke ordening en mobiliteit. Kiemen
De werkgevers zelf ontkennen dat met dit BMR een nieuw beleidsniveau wordt gecreëerd en stellen met klem dat er aan de administratieve grenzen van Brussel niet wordt geraakt. Toch worden de kiemen gelegd van een nieuwe administratieve entiteit. Zo verklapte Le Soir dat de afbakening van de BMR-contouren door een Zwitsers studiebureau niet willekeurig gebeurde: ‘Het tracé heeft het voordeel une zone administrative homogène af te bakenen’. Heel toevallig gaat het dus om precies diezelfde zone waar de Franstaligen hun ongrondwettelijke kiesprivileges willen handhaven. Landbouwgemeenten als Galmaarden en Gooik, die ver van Brussel liggen, worden dus een onderdeel van de metropool, terwijl het aan Brussel grenzende Tervuren buiten schot blijft. En bijzonder logisch is uiteraard ook dat de katholieke universiteit van Louvain-La-Neuve wel deel uitmaakt van de metropool, terwijl de universiteit van Leuven er volledig buiten valt. Kan men zo’n afbakening ernstig noemen? Natuurlijk zullen de voorstanders van dit megalomane project blijven beweren dat dit niets met politiek, maar alles met economie te maken heeft en in hoofde van de Vokamensen zal dit ongetwijfeld ook zo bedoeld zijn. Maar wanneer men heel dit gebied zowel nationaal als internationaal gaat promoten als één grote metropool, dan zullen steeds meer inwoners zich met Brussel gaan identificeren en niet langer met Vlaams-Brabant of met Vlaanderen. Na verloop
10
Doorbraak
nr. 10 oktober 2009
van tijd en na een reeks nieuwe immigratiegolven zullen steeds grotere delen van dit gebied automatisch rijp worden voor de inlijving bij Brussel. In ieder geval is het onaanvaardbaar dat het grotendeels landelijke Halle-Vilvoorde het etiket zou krijgen van “metropool”, die bovendien ‘tegen 2018 moet uitgroeien tot het kloppende hart van Europa zowel cultureel als economisch. De Europese dimensie van BMR moet duidelijk zichtbaar worden in het straatbeeld en onlosmakelijk verbonden zijn met het imago dat we wereldwijd uitdragen.’ Men kan dit zinnetje uit de ‘Business Route 2018 for metropolitan Brussels’ onmogelijk verkeerd verstaan: volgens de ondernemers moet Vlaanderen de bescheiden inspanningen om het Vlaams karakter van de Rand te beschermen voorgoed laten varen. Verfransing
Economische samenwerking en beleidsafstemming over de gewestgrenzen heen, kan geen probleem zijn. Wanneer de werkgevers de overheid daartoe willen aanzetten, dan kan niemand hen dat verwijten. Maar Halle-Vilvoorde bewust gaan voorstellen als een soort verlengstuk en wingewest van Brussel, staat haaks op het beleid dat Vlaanderen al jaren probeert te voeren. Een overconcentratie van bedrijven in de onmiddellijke Rand rond Brussel is trouwens nefast. Niet alleen omwille van verkeerstechnische redenen (we staan er vandaag al vele uren per dag stil), maar ook omwille van demografische redenen. Wanneer we het economische weefsel van Brussel blijven verplaatsen naar de Rand, zal ook de uitstroom van de actieve Brusselse bevolking verder worden aangewakkerd, uitgerekend naar die gemeenten die vandaag al het meest onder verfransingsdruk staan. Vlaanderen promoten
Bedrijven en investeerders die worden aangetrokken door de internationale uitstraling van Brussel moeten zoveel mogelijk worden aangezet om zich in Brussel zelf te vestigen. Daar waar de nood aan extra werkgelegenheid het grootst is. En binnen Vlaanderen moet werk worden gemaakt van een doordacht economisch spreidingsbeleid, binnen de ruimte van de zogeheten “Vlaamse ruit”. Het is in de eerste plaats Vlaanderen zelf dat we internationaal moeten promoten. De werkgevers moeten hun huiswerk hermaken.
■ BART L AEREMANS VOLKSVERTEGENWOORDIGER VOOR HET VLAAMS BELANG EN VOORZITTER VAN DE COMMISSIE BEDRIJFSLEVEN IN DE K AMER
op de VVB-conventie van 17 mei - maar wist dat de houding van Kris Peeters en zijn Vlaamse ploeg allesbepalend was. Politiek secretaris Peter De Roover onderstreepte het risico van de strategie (‘Wat als het weer mislukt’, DS, 14 juli). Wim De Wit verklaarde de Maddens-strategie meteen dood. Dat is vroeg, want de nieuwe Vlaamse regering moet nog goed en wel aan haar rit beginnen. Maar dit najaar wordt het wel menens. Maddens reageerde in De Standaard (28 aug.): als de Vlaamse regering doet wat ze zegt, wordt het belangenconflict tegen de federale begroting een middel om een staatshervorming in de feiten te realiseren. Meer info over dit debat: http://www.vvb.org/kort/218/30723.
IJzerbedevaart: krimpen en klauwen Op de 82ste IJzerbedevaart (30 augustus) pleitte Walter Baeten van het IJzerbedevaartcomité voor de Vlaamse regering als ‘enige, legitieme regering’. Een verrassende boodschap, signaleerden ook de kranten. Baeten noemde de deelstaatparlementen ‘de enige rechtstreeks verkozen parlementen’. Zij moeten in gezamenlijk overleg zorgen voor een confederaal beleid. ‘Een volk met zelfrespect kan om democratische redenen onmogelijk de federale regering van Herman Van Rompuy aanvaarden. Schaf de federale verkiezingen af’. Een boodschap met een flinke leeuwenklauw, maar gebracht voor een krimpend publiek. Al is het misschien hoopgevend dat Wake en Bedevaart het tenminste over die hoofdstelling van Baeten al eens zijn.
Nieuwe BHV-campagne Om de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde onder de aandacht te houden, startten de Vlaamse Volksbeweging (VVB), het Taal Aktie Komitee (TAK) en het Halle-Vilvoorde Komitee (HaViKo) een nieuwe campagne. ‘Met deze campagne willen we aantonen dat BHV voor de mensen in Vlaams-Brabant veel meer is dan een louter communautair symbooldossier’, aldus Guido Moons. De campagne bouwt verder op de campagne “Burgerzin” waarbij werd opgeroepen om op de verkiezingsdag niet te gaan zetelen of tellen zolang BHV niet gesplitst is. Volgens de werkgroep kan Vlaanderen heel wat meer maatregelen treffen om het Nederlandstalige karakter van Vlaams-Brabant te vrijwaren. De splitsing van BHV, zowel de kieskring als het gerechtelijk arrondissement, is absoluut noodzakelijk, maar op zich niet zaligmakend. (Belga, 2 september)
Vrijspraak Waar mee beginnen?
D
oorbraak is een maandblad. Kranten verschijnen dagelijks. Elke dag weer verschijnen er pleidooien pro-Belgica, opgebouwd met argumenten die of van geen kanten deugen, of een beetje deugen en daarom zo misleidend zijn, of heel erg deugen maar niet terzake doen. Daar kan je dan één keer per maand op reageren. Hopeloos, maar we houden vol.
Een voorbeeldje van zo’n niet deugend argument, lachwekkend zelfs. Clouseau vindt België een fantastisch land. ‘Het zou toch triest zijn als we niet meer konden meegenieten van het Olympisch goud van Justine Henin.’ Oké, daar mogen ze de kranten mee vullen, want hieraan laat wellicht niemand zich vangen. Hoewel... bij BV’s weegt het imago zwaarder door dan de inhoud. Dus toch maar niet uitsluiten dat talloze brave burgers het verdwijnen van België ook echt vereenzelvigen met het verlies aan een hoop sportvertier. Onderschat de kracht van de onderbuik niet bij standpuntbepaling. Wat brengt de intellectuele zijde van de B-troepen in stelling? Over naar Mia Doornaert, gewezen redactrice bij De Standaard en nu ‘onafhankelijk expert op het kabinet Buitenlandse zaken’ (lees: toespraakschrijfster van Leterme). Tussendoor actief verdedigster van Vorst en Vaderland. En barones. Een belezen dame ook, van wie je dus het meer onderbouwde argument mag verwachten. De tactiek van het Vlaams-nationalisme is simpel, doceert ze in de krant: ‘Het doet alles om België af te zwakken en te kortwieken en klaagt dan dat België niet werkt.’ Klinkt goed, overtuigend zelfs. Handige meid, die Mia, die graait uit de categorie: ‘Aha, je bent verbaasd dat je nat wordt als het regent. Niet moeilijk, je hebt het dak afgebroken.’ Wie niet weet dat het vorige dak werd ontmanteld omdat het al jarenlang en steeds meer lekte, en dat de oude eigenaar zich met alle middelen verzet tegen het leggen van een nieuw dak, komt wellicht onder de indruk van het verwijt. Een andere, die ook stilaan bij de klassiekers mag worden gerekend, komt van Dave Sinardet, politicoloog en Belgicist. Beide eerbiedwaardige hoedanigheden, maar Dave weet dat de eerste overtuigender overkomt bij de handtekening en laat de tweede dus liefst achterwege. Hij analyseert de Clouseau-heisa rond het België liedje en stelt vast dat een “waanidee” door onze geesten waart, te weten ‘dat men Vlaanderen en België als tegengestelden kan of zelfs moet zien’. Het nieuwe dogma - België en Vlaanderen zijn vriendjes - klinkt ook weer prettig, want lijkt het ei van Colombus. We kunnen de kool en de geit sparen. Wil toch iedereen. Everybody happy? Yeah. En dan kunnen we eindelijk overgaan naar de dingen die de mensen echt interesseren. Schrijft di Rupo enkele dagen later in de krant: ‘Als de Vlamingen de splitsing van BHV eenzijdig goedkeuren, storten ze dit land in een avontuur.’ Enkele regels verder: ‘Als de Vlamingen dit eenzijdig splitsen, is België in groot gevaar.’ Di Rupo leest Sinardet duidelijk niet. Als het over BHV gaat, moet worden gekozen tussen Vlaanderen en België. Spijtig natuurlijk dat Sinardets sprookje niet opgaat. Maar het is een sprookje en dus geloven velen er graag in; ook al spreken de feiten andere taal.
■ PETER D E ROOVER
oktober 2009 nr. 10
Doorbraak
11
B U I T EN L A N D
Lëtzebuerger wel, Vlamingen niet Hoe groot moet je zijn om je te kunnen “verkopen”?
De achteloze nieuwsconsument krijgt elke dag voorgeschoteld wat manipulatoren hem willen opsolferen. Het verhaal van de “nazi-onthaalmoeder”, die peuters met gestrekte arm in ganzenpas deed rondhuppelen, moest hem de kommer en kwel doen vergeten van opdringerige hoofddoekfanaten en steeds maar ontsnappende allochtone gangsters. Meteen kon het Vlaams Belang, al twintig jaar klokkenluider over de multiculturele illusie, een hak worden gezet. De herrie rond de nieuwste smartlap van Clouseau werd aangegrepen om de lullige lofzang op België te versterken en iedereen te verguizen die de failed state geen lofzang waardig acht. De rel over de leiding van het Vlaams huis werd buiten proportie opgeklopt om de Vlaamse vertegenwoordiging in het buitenland een slag toe te brengen. En daar was het in feite om te doen. Klein, kleiner, kleinst
Tot aan het Congres van Wenen van 1815 maakten onze gewesten, die eerst tot de Spaanse en vervolgens tot de Oostenrijkse Nederlanden hadden behoord, deel uit van het Franse keizerrijk. Toen zagen de Grote Mogendheden de plannen van Willem van Oranje wel zitten om de Verenigde Provinciën, die door de vrede van Munster in 1648 waren uiteengetrokken, opnieuw tot leven te brengen. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd een middelgrote mogendheid die in Europa algemeen respect afdwong. Vijftien jaar later konden de Fransen met steun van de katholieke kerk hun slag thuishalen door de “Belgen” tot afscheiding van het Verenigd Koninkrijk van Willem I te bewegen. Toen Willem in 1831 met zijn Tiendaagse Veldtocht terugsloeg en de Belgische opstandelingen op een hoopje veegde, werden het afgescheurde België en zijn koning Leopold I de risee van Europa. ‘De Belgen zijn geen volk, ze spelen maar voor volk’, schamperde de Franse staatsman Guizot. Zijn landgenoot Talleyrand noemde België ‘niet onze bondgenoot, maar onze satelliet’. Hun landgenoten spreken al van in den beginne denigrerend van ‘les petits belges’. Toch wist België zich stilaan te
12
Doorbraak
nr. 10 oktober 2009
herpakken en het respect van de buitenwereld te verdienen, vooral toen Leopold II het een zekere grandeur bezorgde. Nieuwe secessie
Inmiddels was het tot een nieuwe secessie gekomen: Oost-Luxemburg werd (zoals Oost-Limburg) in 1839 uit België weggeknipt, toen Willem I zich neerlegde bij het Verdrag der XXIV artikelen waarmee de Mogendheden hem hadden beloond voor de Tiendaagse Veldtocht. Als Groothertogdom veroverde Luxemburg in 1890 zijn volledige onafhankelijkheid toen Willem III zonder mannelijke erfgenamen stierf. In minder dan een kwarteeuw waren dus drie steeds kleinere politieke entiteiten ontstaan. En niemand die daar ooit aanstoot aan nam (of neemt). Mir wëlle bleiwe wat mir sin
Niemand heeft Nederland na deze twee amputaties ooit het recht om staat te zijn ontzegd. België, dat ten tijde van de kortstondige hereniging met het Noorden met een veel grotere bevolking toch vrede moest nemen met pariteit in de Tweede Kamer, heeft vandaag 40 procent minder inwoners dan Nederland. En al heeft België dan Oost-Limburg en Oost-Luxemburg in 1839 moeten afstaan, niemand heeft het er ooit op aangekeken. En Luxemburg dan... Men kan zich moeilijker een zelfzekerder volkje voorstellen dan de Lëtzebuerger. De Vlamingen kunnen er een lesje aan nemen. Ze zijn noch Duits, noch Frans. Ze hebben hun Moselfränkische dialect als aparte taal ontwikkeld, zonder welke een vreemdeling niet ver komt. Het Groothertogdom telt vandaag amper
280 000 autochtonen op een totale bevolking van 494 000. Over enkele decennia zijn de “louter Lëtzebuerger” in de minderheid. De 80 000 Portugese Luxemburgers hebben al lang de Italiaanse, Franse, Belgische en Duitse Luxemburgers overvleugeld. Het aandeel van de burgers van buiten de EU blijft tot minder dan 6 % beperkt. De verklaring is allicht dat geen van allen een poot aan de grond krijgt zonder volledige integratie in de Luxemburgse maatschappij, meestal met inbegrip van beheersing van het Lëtzebuergesch. Ze willen inderdaad blijven wat ze zijn, zoals de nationale leuze luidt die ook op het balkon van een huis in de Rue de Lode staat. En niemand die Luxemburgers er op aankijkt dat ze niet willen worden overrompeld door een tsunami van migranten. Een Luxemburger zou niet op het idee komen iets op te richten als het Belgisch Centrum tegen racismebestrijding, maar hij ziet er geen graten in dat zijn land overal ter wereld diplomatieke vertegenwoordigingen heeft. Zo zal ook een Beier het niet erg vinden dat de Freistaat Bayern zich bij de Europese instellingen in Brussel profileert via het meest prestigieuze gebouw in het Europees kwartier, de honderd jaar oude villa van het Pasteur Instituut. Het Groothertogdom Luxemburg is op Malta na de kleinste EU-staat. Het heeft al twee keer een EU-Commissievoorzitter geleverd (Gaston Thorn en Jacques Santer). Het is één van de drie vestigingsplaatsen van de Europese instellingen. Het heeft zes zetels in het Europees Parlement en vier stemmen in de Raad. Raar dat sommigen Vlaanderen, qua bevolking al twaalfmaal groter dan Luxemburg, zijn rechten op staat-zijn en op internationale vertegenwoordiging willen ontzeggen
■ GUIDO NAETS
Hugo Schiltz, een moeilijk iemand! “Jouw persoonlijkheid is tegelijk te veeleisend en te gesluierd ...Je brengt overal waar je komt een sfeer van strengheid, de mensen maken een idool rond jou. Jij mag niet doen wat een gewone mens doet, dat zou in hun ogen een verlaging zijn. Dat alles heeft het hen zeer moeilijk gemaakt. Jij hebt hen totaal verkeerd begrepen.” (blz. 307) Dit is één passage die het boek van meer dan vijfhonderd bladzijden goed samenvat. Het boek, “Hugo’s Heilig vuur - De intieme biografie van de jonge Hugo Schiltz”, is inderdaad geen gemakkelijke lectuur over iemand die zeer bewust geen gemakkelijk iemand wilde zijn. De auteur van dit mooi uitgegeven boek, Paul Huybrechts - een journalist en geen historicus - laat weinig van “de jonge Hugo Schiltz” helemaal onbedekt. Er werd uitgekeken naar “de” memoires van Hugo Schiltz. De ongeduldige belangstellenden voor de politicus Schiltz zullen evenwel nog geduld moeten hebben: zij kregen nu wel de eerste kwarteeuw
Schiltz maar zijn politiek leven moet nog beginnen. Aan dit tempo moeten daarover nog hopeloos veel bladzijden worden geschreven als men tenminste een min of meer correcte verhouding met dit wel erg omvangrijke eerste deel wil behouden. Voor dit eerste deel had de auteur twee bronnen die maar weinig biografen zo ongebreideld kunnen aanspreken: dagboeken, een schrijfoefening waaraan Schiltz veel tijd en zorg besteedde, en zijn gedichten waarvan intussen een selectie werd uitgegeven. Dagboeken en gedichten waaruit de auteur te overdadig citeert. Tot op het randje van het indiscrete zelfs, wat het lezen van het boek soms gênant maakt maar die boeien om die moeilijke mens Hugo Schiltz beter te leren begrijpen. Het oorlogsgebeuren dat hem persoonlijk niet onbeschadigd liet, de jezuïeten die hem van een roeping weghielden en naar de politiek dirigeerden, de “anderen” waarmee hij opgroeide en niet of onvoldoende aan zijn offervaardige normen wilden beantwoorden, de vrouwen... Het is maar
een kleine waaier van uitdagingen waarmee de jonge Schiltz zich geconfronteerd voelde en die in dit boek bijna chirurgisch worden ontleed. “Vanmorgen heb ik mij weer gegeseld, dat mijn rug reeds striemen vertoonde. Het studeren gaat iets beter, de storm bedaart stilletjes.” (blz. 355)
BO EK EN
BOEK E N
Het vraagt een flinke dosis zelfopoffering om het tot bladzijde 506 vol te houden. Het gaat wel niet om de eerste de beste Vlaamse politicus. Schiltz was nu eenmaal een menselijke en maatschappelijke uitzondering. Marc Platel Paul Huybrechts, Hugo’s heilige vuur, De intieme biografie van de jonge Hugo Schiltz, 1927 - 1954, 506 blz., 2009, e 39,95 Meulenhoff/Manteau. ISBN 97 90 8542 141 2
Drama van Abbeville Dat de VRT-journalist Tim Trachet samen met onder anderen prof. Etienne Vermeersch en Jean Paul Van Bendegem in 1990 mede-oprichter was (en nu nog ere-voorzitter is) van Skepp, wekt vertrouwen bij het lezen van Het drama van Abbeville. Skepp is de Studiekring voor de Kritische Evaluatie van Pseudowetenschap en het Paranormale, ofte de vereniging die ufo-waarnemers en andere fantasten probeert te ontmaskeren. Trachet notuleert als een klerk. Zijn boekje Het drama van Abbeville, overigens ook verfilmd als tv-documentaire (10 dec 2007), brengt een zeer feitelijk relaas van de gebeurtenissen die zich in die Noord-Franse stad afspeelden in mei 1940. Wie waren de 78 mensen die in België werden opgepakt om vervolgens elkaar te ontmoeten op een angstaanjagend transport per autobus naar Frankrijk. Het gaat om Belgen, joden, Italianen, Duitsers, Nederlanders... Om landverraders, spion-
nen en parachutisten, toevallig gearresteerden, Vlaamsgezinden, anti-royalisten, anti-fascistische Italianen, communisten, Duitse spionnen... Soms ook hun familieleden. De meesten waren opgepakt door de staatsveiligheid. Slachtoffers van een bizarre selectie. Niet meteen een vleiende getuigenis over de “werking” van dit Belgisch instituut. De vlucht voor de oprukkende Duitsers eindigt in Abbeville, waar de 78 uiteindelijk worden bijeengegooid in de vieze kelder van de kiosk. Als ratten in de val. Na zware Duitse beschietingen, waarbij duizenden doden vielen, vluchtten de meeste bewakers van de kiosk. In de chaos die daarop volgde, volgde ook de vergelding. Een Franse officier liet de gevangenen een na een doodschieten. Een van de 21 doden was Joris Van Severen (18941940). Na zijn executie werd hij een mythische figuur voor zijn aanhangers. Trachet schetst op een sobere, afstandelijke manier wat in Abbeville is gebeurd. Een vreemde opeen-
volging van toevalligheden De auteur kruipt als het ware in de huid van een stille tijdgenoot-waarnemer (gebruik tegenwoordige tijd), waardoor zijn verhaal vaart krijgt. De belangrijkste bron van zijn verhaal, zo zegt hij zelf, was Dossier Abbeville, het boek van de Bruggeling Carlos H. Vlaemynck (Davidsfonds, 1977). Het drama van Abbeville bevat voetnoten, een lijst van de gevangenen, een beknopte bibliografie en enkele illustraties.
Tim Trachet, Het Drama van Abbeville, Houtekiet, 176 blz, € 18,50 isbn 978 90 89 24 025 5
oktober 2009 nr. 10
Doorbraak
13
KAMIKAZE
De laatste rechte lijn
ook maar een moer zal veranderen aan de precaire Inderdaad en ik weet het zelf ook. Tweemaal op rij situatie van zijn toekomstig koninkrijk. Ik vrees van een bijdrage over onze toekomstige vorst Filip de niet. Er zijn trouwens nog andere indicaties beschikTaaie, is misschien een beetje van het goede te veel. baar. Denk maar aan de recente aankoop van een Maar ik heb daar zo mijn redenen voor. Primo. Aannieuwe en veel grotere boot door sire Albert hemgenomen dat hij ooit nog koning wordt, dan is Filip zelve. En aan diens bescheiden villa-patrimonium in zo goed als zeker ook onze laatste vorst. Want de het zonnige zuiden. Zou dat kunnen betekenen dat nv België is failliet. Dat is althans de blauwe mening de Coburgs zich in alle stilte op het ergste aan het van staats-tollenaar van dienst Guy Vanhengel (u voorbereiden zijn? In elk geval niet slecht bekeken. weet wel, de vader van het ex-lief van de goddelijke Wedden dat vrome Fabiola hem het bijbels verhaal zoon van...). En hij kan het weten, want hij was een bevoorrechte getuige toen zijn blauwe graaibroeders van de ark van Noë, maar dan wel in het Frans, heeft Filip de Taaie de federale kas hebben leeggeplunderd. Geen twijingefluisterd. Voorwaar een mooi beeld en een al fel mogelijk dus. Vandaar dat ik Filip, bij wijze van even mooi vooruit-zicht. Stel u voor, alle Coburgs in spreken, nog even wil koesteren. Gewoon omdat elke dag dat hetzelfde schuitje, als ordinaire bootvluchtelingen rond-dobberend België overleeft, ook de laatste kan zijn. En dan wil uw dienaar tussen Italië en Spanje. Kwestie van de indertijd geïmporteerde zeker op de eerste rij zitten. Secundo. Voor wie ogen in zijn kop koninginnen tevreden te houden. Gelukkig voor hen zijn wij niet heeft, zijn er vandaag indicaties te over om aan te nemen dat de zo slecht van inborst als die van Le Soir en zouden we er nog niet nu toch al redelijk lang verwachte troonsbestijging nakende is. durven aan denken om deze boot tot zinken te brengen. Zeker Zelfs de Knack-redactie is er heilig van overtuigd dat de plotse niet zolang ook de Clouseau-broertjes in hun tricolore matrozenterugkeer van de bejubelde (door wie eigenlijk?) ex-babysit van pakjes aan boord zijn... Filip, de nederige nobiljon John Cornet d’Elzius, alleen maar kan betekenen dat Filip nu in de laatste rechte lijn voor het koning■ K AMIKAZE schap is gekomen. Zou kunnen. Blijft natuurlijk de vraag of dat
KORT Vooral Vlaamse vzw’s gecontroleerd Zowat 10 procent van de vzw’s blijken fictief te zijn. Het gaat vaak om bedrijven die onder het statuut van een vzw werken om belastingen te ontduiken (als sportclub, opleidingscentrum, vakantiecentrum, of in de sector muziek en kunst). Een strenge controle zorgt voor meer inkomstenbelastingen en btw-inkomsten voor de staat. In 2007 werden 136 vzw’s onderzocht in Vlaanderen, 24 in Brussel en 4 in het Waalse Gewest. Cijfers die weinig commentaar vragen. Dertien Vlaamse vzw’s bleken fictief, één Waalse en niet een Brusselse. Idem. (Bron: Vlaams Studie- en Documentatiecentrum voor vzw’s, nr 136)
De recuperatie van Onkelinx Laurette Onkelinx speelt het slim. Ze ontmoette Lance Armstrong op de kankertop in Ierland. The Boss liet de wereld weten dat hij ‘niet kan wachten’ om haar te ont-
14
Doorbraak
nr. 10 oktober 2009
moeten in Brussel. Onkelinx vroeg Armstrong om in de tweede helft van 2010 naar Brussel te komen, in het kader van het Europese voorzitterschap en de exTourwinnaar heeft onmiddellijk toegezegd. ‘Armstrong is zeer geboeid door ons nationale kankerplan’, aldus nog Laurette Onkelinx.
De kloof: flitspalen Eind augustus raakte bekend dat één van de vele Vlaams-Waalse scheeftrekkingen binnenkort nog groter wordt, meerbepaald het aantal flitspalen. In Vlaanderen staan er reeds meer dan 1500, tegenover enkele tientallen in Wallonië. De komende jaren komen er in Vlaanderen nog 40 bij, en in Wallonië slechts 20. (HLN 19 aug., GVA 20 aug.) Sinds de oprichting van het Verkeersveiligheidsfonds int Vlaanderen echter 83% van alle verkeersboetes in dit land, maar krijgt het jaarlijks amper 56% van het geld dat verdeeld wordt via het Verkeersveiligheidsfonds.
De kloof: de kabinetten De negen Vlaamse ministers werken met 288 medewerkers (-40 procent). De Franstalige excellenties mogen 711,5 kabinetsleden in dienst nemen. Ter vergelijking: de Franse regering werkt voor vijftienmaal meer inwoners dan Wallonië met 450 kabinetsraadgevers Moet er nog geld zijn? Vlaams minister-president Kris Peeters krijgt 41 medewerkers, zijn Waalse collega Rudy Demotte, tevens kopman van de Franse Gemeenschap, 127,5. De Vlaamse viceministers-presidenten Geert Bourgeois (N-VA) en Ingrid Lieten (sp.a) krijgen elk 41 personeelsleden, hun Franstalige collega’s Jean-Claude Marcourt (PS) en André Antoine (CdH) elk 101 (want beiden ook in twee regeringen). De zes “gewone” Vlaamse ministers werken elk met 26 medewerkers, hun zes Waalse en Franstalige collega’s met elk maximaal 41. Het kleinste Waals kabinet is dus even groot als het grootste Vlaamse kabinet. (De Standaard, 8 aug.)
De redactie van Doorbraak volgt voor u de communautaire actualiteit. Kort op de bal. Informatie en duiding.
T
LEES ONS E-ZINE TUSSENDOOR ACTUEEL - KORT CITAATJES www.vvb.org/tussendoor Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. Verschijnt maandelijks (niet in augustus). Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Peter De Roover M EDE WERKERS : Ludo Abicht, Jacques Claes, Frans Crols, Koenraad Elst, Marc Gevaert, Iko, KMP, Bart Maddens, Theo Lansloot, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Johan Sanctorum, Matthias E. Storme, Frank Thevissen, Luc Van Braekel, Katleen Van den Heuvel R E D A C T I E - A D R E S : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 redactie@doorbraak.org www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org A BONNE MEN T : € 18 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 30) STUDENTENABONNEMENT: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internet-abonnement. Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB VERANT WOORDELIJKE UITGEVER: Pieter Bauwens, M. De Smetstraat 12, 9308 Hofstade ISSN 00125474
oktober 2009 nr. 10
Doorbraak
15
16
Doorbraak
nr. 10 oktober 2009