België-Belgique PB Antwerpen X 8/2828
Maandblad van de Vlaamse Volksbeweging vzw
www.doorbraak.org
Afgiftekantoor Antwerpen X P508831 Passendalestraat 1A 2600 Berchem redactie@doorbraak.org
122009
Vlaanderen heeft geen schild tegen het vreemde nodig. Maar assertiviteit tegen verdwazing en debat over eigen draagkracht.
Woorden in de wind Identiteit. Bart De Wever en Geert Van Istendael debatteerden erover in het radioprogramma De Ochtend. Boeiend. Vlaanderen is een lotsgemeenschap van zes miljoen spelers binnen dezelfde ploeg, binnen een welomlijnd grondgebied, met een gemeenschappelijk verleden, een herkenbaar cultureel patroon en communicatieplatform. Het identiteitsdebat is in Vlaanderen nog complexer dan in de buurlanden, omdat we nog op de transit zitten van het oude België naar het nieuwe Vlaanderen. Geert Van Istendael hekelde de slordige terminologie waarin het identiteitsdebat wordt gevoerd. De Vlaming ‘een harde werker’...met ‘een baksteen in de maag’? Dit soort clichés. Het spreken van dezelfde taal is voor een gemeenschap echter wél essentieel. Op dat vlak werd de Vlaming maar al te ‘lang in de hoek geschopt’. Maar hij heeft zich op een schitterende wijze geëmancipeerd. Natuurlijk is niet elk ‘verschil’ tussen noord en zuid een essentiële component van de identiteit. Maar Vlamingen en Walen hebben een eigen gemeenschap, waartussen de politieke, culturele en economische kloof zo groot is, dat goed nabuurschap (de toekomst) veel rationeler is dan het geforceerd samen delen van tafel en bed (het verleden). Vast zijn we ook Europeaan en wereldburger, maar dat zijn buitencirkels, politieke referentiekaders voor grensoverschrijdende problematieken. En wat dan gezegd over nieuwkomers? Kan je Vlaming ‘worden’? ‘Natuurlijk’, stelt De Wever terecht. Hij wil bouwen aan een inclusieve en warme gemeenschap (DM, 4 juni 2007). Goed zo. Zijn streven naar ‘een bepaalde mate van homogeniteit in onze publieke cultuur’ is pragmatisch, maar helaas ook problematisch. Homogeniteit moet haalbaar zijn. En betaalbaar ook. ‘Niet heel de wereld kan Vlaming worden’. Horen we De Wever dat niet net iets te weinig zeggen?
Een beetje mens zet zijn deur open voor sukkelaars op de dool. Maar niet voor jan en alleman, liefst voor échte sukkelaars en doorgaans tijdelijk. In die zin zijn open grenzen en globale regularisatie een formidabele vergissing. Op conto van zwevende Franstaligen en werfleider Herman Van Rompuy. Voor lachende asielkindjes is er in de media meer plaats dan voor verhalen over het gat in de emmer, over de onzin van asielzoekerij uit democratische (Oost-)Europese landen, over een op hol slaande gezinshereniging, of de maatschappelijke druk op de eigen samenleving (kinderbijslag, onderwijs, inburgeringsbeleid, gezondheidszorg, leefloon en werkloosheidsuitkering, pensioen en helaas ook religieus fanatisme, criminaliteit ...). Die intellectuelen zonder grenzen (annex BV’s en drukkingsgroepen) kordaat van antwoord dienen, dat is nog iets anders dan ‘een schild oprichten tegen alles wat vreemd en arm’ is. Helaas, Vlaanderen is geen hotel. Identiteit is even moeilijk te defi niëren als geluk of pijn, maar ze bestaat. Helder zijn de recente woorden van Cees Nooteboom, bij de ontvangst van de Prijs der Nederlandse Letteren. ‘We hebben er de laatste vijftig jaar allerlei werelden bij gekregen terwijl we onze eigen wereld langzaam aan het verliezen zijn’. Op zoek naar oorzaken kwam hij uit bij ‘intellectuele nieuwlichterij’, ‘commerciële vluchtigheid’ en ‘de dictatuur van het geestelijk proletariaat’. Ook in het multiculturele apparaat vegeteren postmoderne klojo’s. Ze verdienen meer repliek. Om af te ronden met Nooteboom: ‘misschien zijn dit woorden in de wind. Maar dan heb ik ze tenminste gezegd’.
■ JAN VAN DE CASTEELE
december 2009 nr. 12
Doorbraak
1
PERSWIJS De koker van Huybrechts Glenn Audenaert, directeur Brusselse gerechtelijke politie in Humo, 17 november: ‘Ik ga niet spreken voor een publiek dat de staat die ik dien in
vraag stelt. Dan had ik evengoed in de jaren 1930 voor de fascisten kunnen gaan spreken’. Pol Van Den Driessche in De Morgen, 31 oktober : ‘Als er op de Unizo-
receptie van 16 september één tv-camera aanwezig was geweest, één alerte journalist die de uitspraken van Herman Van Rompuy en Kris Peeters naast elkaar monteerde, dan lag het schisma in CD&V zo op straat...’ Kris Peeters over Vlaams buitenlandse economisch beleid in De Standaard, 2 november: ‘Met 70 mensen in het buitenland realiseren wij 80
procent van de buitenlandse handel van België... Dat overlaten aan de Belgische diplomatie is dus geen optie... Economische diplomatie is voor de deelstaten...’ Walter Pauli in De Morgen, 31 oktober: ‘In de jaren zeventig zat de CVP boven
de grens van de 40 procent. Sinds de jaren 2000: een partij van nipt 20 procent... Maar terwijl socialisten en liberalen dat beseffen, zien de meeste CD&V’ers dat niet. Vastheid in hun denken leidt snel tot vadsigheid in hun doen... Het gaat waarlijk goed met CD&V.’
Paul Huybrechts (voorzitter van de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers) stelt dat kleine naties hun beste tijd stilaan achter de rug hebben (DM, 31 okt.). Hij wijst op een schaalvergroting in politiek (G20) en economie (verlies Fortis en Dexia) en totale onafhankelijkheid is niet meer van deze geglobaliseerde wereld. Allemaal half-juist. Huybrechts kijkt door een financieel-economische telescoop. Veel (piep)kleine staten waren en zijn evenwel succesvolle welvaartstaten. Omgekeerd zijn veel grote staten niet meteen welvaartstaten. De wereld telt almaar meer staten. Subsidiariteit blijft een basiskenmerk van dat laatste. Economie of democratie? Beide graag. Ook Huybrechts’ bemerking dat Vlaanderen evenmin als Brussel en Wallonië de Lissabonnorm (tewerkstellingsgraad 70%) haalt, relativeert de waarheid weg. Vlaanderen scoort 10% hoger. Beleggers speculeren graag, maar winnen niet altijd.
Michel Verschueren (Anderlecht) over Van Rompuy en België, Humo, 16 november: ‘Ik ben een liberaal in hart en nieren - maar Van Rompuy en ik,
we waarderen elkaar. We zijn ook allebei echte Brusselaars, Pajotten en Belgen. Hij ként de problemen van dit land en is er net zoals ik van overtuigd dat een splitsing niets oplost, integendeel’. Luckas Vander Taelen over de monarchie in De Standaard, 26 oktober: ‘Het nut van de monarchie ontgaat mij enigszins; een Belgische minister-president
zou perfect aan het hoofd kunnen staan van de federale regering, een beetje zoals uw Amerikaanse collega Obama die tegelijk regeringsleider en staatshoofd is. Een serieuze besparing, geloof me vrij.’
Emiel De Bolle
Het telraam van Huyse Luc Huyse tapt uit hetzelfde vaatje. Politici wegen nauwelijks op de aanpak van drugs, migratie, maffia, nucleair transport, opwarming aarde, crisis en lokale tewerkstelling, terrorisme, genetische manipulatie, outsourcing bedrijven en crisis. Hun macht devalueert, de energie voor verkiezingen escaleert. Bovendien zijn er ook te veel verkiezingen en de politieke bemanning wisselt te vaak (DM, 9 nov.) Ook die stelling zit vol gaten. De professor moet leren tellen: er zijn niet meer verkiezingen en regeringen dan pakweg in de jaren tachtig. Schiet op de shoppende politici, desnoods op de idiote kiezer, maar niet op het politieke stelsel. En als er al één parlement overbodig is, misschien dan wel de Wetstraat 16? Tussen het supranationale Europa en Vlaanderen in overbodig geworden. Een zinvolle piste naar een verkiezing minder. Dat radox van Huyse.
De kloof: jobs op maat van Wallonië Een 50-plusser in dienst houden, wordt duurder, een jonge laaggeschoole werkloze of een 45-plusser aanwerven, goedkoper. Dat wil alvast federaal minister van Arbeid Joëlle Milquet. Kamerlid Hans Bonte (sp.a) noemt haar banenplan ‘pervers en communautair scheefgetrokken’. Van alle werkende 50-plus-
2
Doorbraak
nr. 12 december 2009
sers is 80% Vlaming, van alle werklozen (-26 jaar) is 80% Waal of Brusselaar. ‘Dit is een banenplan op maat van Wallonië en Brussel waarvoor de Vlaamse werkende 50-plussers geslacht worden’, zegt Bonte. Vlaanderen en Wallonië hebben op de arbeidsmarkt erg uiteenlopende behoeften. In Wallonië en Brussel is de jongerenwerkloosheid het grootste probleem. De Vlaamse overheid spoort bedrijven aan de 50-plussers langer in dienst te houden. Vlaams Volksvertegenwoordiger Mathias Diependaele (N-VA) noemt de zoveelste transfer ‘één medicijn voor twee verschillende ziekten’, waar Vlaanderen bovendien nog zieker van wordt.
De kloof: de sociale partners Als Milquet met haar banenplan doorzet, zal de Vlaamse regering het Vlaams Parlement vragen opnieuw een belangenconflict in te roepen. Dat gebeurde dit voorjaar ook al bij de eerste federale poging om de 50-plussers duurder te maken. Volgens Guy Tegenbos (DS, 19/10) staan Milquet en de federale regering onder druk van de federale werkgevers en werknemers. De Vlaamse sociale partners zijn het daar niet mee eens, ‘maar willen geen open conflict met de federale collega’s’, aldus Guy Tegenbos in De Standaard. Het Belgische establishment zet blijkbaar troepen in op alle fronten. (DS, 19/10)
De kloof: Myrrha Om het Myrrhaproject inzake kerncentrales van de vierde generatie (Studie Centrum voor Kernenergie, SCK in Mol: nieuwe testreactor en onderzoek naar afvalbeheer en medische toepassingen voor de behandeling van kankers) van start te laten gaan, had de regering ten laatste in de begroting van 2010 een startbudget moeten voorzien. Paul Magnette, PS-minister van Energie, blokkeert nog altijd dit dossier. Volgens Vlaams Belang liet ook CD&V dit project vallen als een baksteen. De kans is groot dat Europa nu zal aandringen dat het project naar het buitenland verhuist, waardoor het SCK zal verschrompelen. Een ramp voor de tewerkstelling in de Kempense regio. Andermaal krijgen de Fransen vrij spel, aldus VB.
De Kloof: Europese centen Uit het meest recente jaarverslag van de Eu-
Commentaar De wereld steunt op nieuwe krachten Als je politici-die-iets-te-vertellen-hebben hun boodschap laat verpakken in soundbites van 20 seconden is er iets grondigs mis. Als journalisten met een kritische pen voor blauwe premiers of rode gouverneurs - de ene keer al vriendelijker dan de andere - de laan worden uitgestuurd evenzeer. De opinieschaarste in Vlaanderen is geen recent fenomeen. Oud-journalisten als Mark Grammens, Manu Ruys, Frans Crols of Marc Platel, leggen al langer de vinger op de wonde. Maar ook jonge communicatiespecialisten en politologen als Frank Thevissen en Carl Devos wijzen sinds kort op het steeds minder gediversifieerde nieuws- en opinieaanbod. Correcte, kwaliteitsvolle journalistiek, aandacht voor een eerlijk en objectief debat, niet-vooringenomen duiding en cordonloze berichtgeving lijken haast uit den boze in Vlaanderen. Het dictaat van de partijbureaus is vervangen door het dictaat van de marketing. De AVV-VVK-krant, waarin Manu Ruys België kapot mocht schrijven, verschijnt vandaag onder hoofdredactie van een ‘marketeer van het jaar’ - al dan niet gesierd met tricolores van Tuymans. Tijd voor een doorbraak! In 1999 gooide dit maandblad het over een andere boeg. Toen al met het besef dat er een groeiende groep mensen op zoek gaat naar correcte politieke informatie, en opinies die het verdienen om gepubliceerd en gelezen te worden. Doorbraak verscheen in een ander kleedje, de band met de Vlaamse Volksbeweging werd wat losser door ook niet-VVB-leden de kans te geven zich te abonneren, en heel wat ‘buitenstaanders’-met-een-uitgesproken-mening werden gevraagd mee te werken. Het is tijd om weer een stap verder te zetten. Vanaf mei 2010 zult u Doorbraak amper nog herkennen. We verschijnen dan maandelijks in kleur en op acht extra pagina’s. Inhoudelijk blijven we op dezelfde lijn: radicaal en rechtlijnig, concreet en coherent, zonder taboes noch cordons. Een volwassen debat verdraagt immers niets anders. Enkele jonge oud-journalisten, die onlangs een andere weg insloegen, versterken voortaan de Doorbraak-ploeg. Scherpe pennen en sterke interviews zullen de ruggengraat vormen van de ‘nieuwe’ Doorbraak, met een mooier ogend, eigentijds tijdschrift, dat geen blad voor de mond neemt en alle stemmen aan bod laat komen die het goed menen met de toekomst van Vlaanderen. Met een waaier van opinies die niet meer in de politiek correcte pers aan bod mag komen. Stijlvol, secuur en scherp. Doorbraak, dat bent u! Maar met zo’n nieuwe Doorbraak kunnen we maar de boer op, met úw steun. Zonder uw helpende hand zullen we onze nieuwe Doorbraak nooit op ruimere schaal kunnen verspreiden. Zonder uw ruggensteun kunnen we niet doorbreken naar die kringen die nog een kleine duw in de rug nodig hebben om de definitieve stap te maken richting Vlaamse onafhankelijkheid. 500 VVB-leden zoeken we, die elk 50 euro veil hebben om door te breken met Doorbraak. Om een veelkleurig magazine met scherpe analyses die je elders niet kunt lezen, te verspreiden in Vlaanderen. 500 leden die hun boodschap, de boodschap van de Vlaamse Volksbeweging, op regelmatige basis in de bus willen zien vallen van wie dat laatste duwtje nodig heeft. Duwt u mee? Op www.doorbraak.org vindt u meer informatie. Geef Doorbraak een fi naal duwtje. Het is tijd voor de durvers. Het is tijd voor een doorbraak! De Doorbraak-redactie
vervolg p. 11
december 2009 nr. 12
Doorbraak
3
G E ZO N D H EI DSZO RG - T R A NSFERS
Als de buurman uw kosten betaalt ... Nieuwe cijfers Riziv brengen maar een deel van het verhaal Jarenlang kostte de gezondheidszorg in Wallonië en Brussel veel meer geld dan die in Vlaanderen. ‘Dat was onrechtvaardig. Dat is na twintig jaar Vlaamse actie gekeerd’. Dat beweert alvast Guy Tegenbos in De Standaard. (1) Groot is de aandacht voor een recent rapport van het Riziv. De gemiddelde Waal kreeg in 2006 afgerond € 7,5 minder dan de gemiddelde Vlaming. Maar hoe zit dat aan de inkomstenzijde? Hier betalen de Vlamingen per persoon € 493 meer dan de Walen. Voor dit aspect van goed buurmanschap is er in de kranten net iets minder belangstelling. De werkelijke uitgaven voor gezondheidszorg bedroegen in 2006 per verzekerd lid 1704 euro in Vlaanderen, 1744 euro in Wallonië en 1683 euro in Brussel. De ziekteverzekering (Riziv) kreeg de opdracht die regionale verschillen ‘preciezer’ in kaart te brengen en stelde een ‘direct gestandaardiseerde index’ op, die ook rekening houdt met de relatief grote verschillen in de bevolkingssamenstelling van de arrondissementen en regio’s. Die index verrekent de leeftijdsopbouw, het aandeel zelfstandigen/werknemers en de omvang van doelgroepen als invaliden en gehandicapten. Geeft dergelijke ‘precisie’ een correcter inzicht? Of leidt dat ‘rekening houden met’ precies omgekeerd tot een ‘vermisting’ van het beeld? En dat is niet eens de essentie van het verhaal. Precisie
Volgens Tegenbos zijn enerzijds de verschillen onder Vlaamse druk ‘minimaal’ geworden en krijgt Vlaanderen nu zelfs iets meer. Anderzijds relativeert hij dat beeld. Het aantal gehandicapten en invaliden in het zuiden des lands is ‘abnormaal hoog’. Waarom? En is die meeruitgave verantwoord? Geen uitleg. Tegenbos noteert dat Vlaanderen nu 59 procent van de uitgaven krijgt, ‘een zo goed als perfecte weerspiegeling van het bevolkingspercentage’, maar ook dat Vlaanderen nog altijd voor 63 tot 65 procent van de inkomsten zorgt, via belastingen en sociale bijdragen. ‘De transfers - de geldstromen van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel - zijn dus niet verdwenen. Bovendien is de gezondheidszorg in het zuiden van het land nog altijd minder efficiënt en kostenbewust.’ De Vlaamse vraag naar een ‘splitsing’ (overheveling budgetten voor de curatieve gezondheidszorg naar de deelstaten) is volgens Tegenbos niet overbodig geworden. Neen. Maar de oude argumenten gelden niet meer of niet meer zo zwaar. Volgens Tegenbos kan het tij maar keren als de Walen hun aandeel in het gezondheidsbudget zelf kunnen inzetten, samen met hun budgetten voor gezondheidspreventie, voor welzijnsactie, voor de verbetering van de woningen in verpauperde wijken en voor de activering van die bevolkingsgroepen zodat ze uit de armoede weg raken (bevoegdheden die nog veel te weinig zijn geregionaliseerd -red.). Een mooi pleidooi voor homogene bevoegdheden en een verdere staatshervorming, al zorgt zijn overbelichting van
4
Doorbraak
nr. 12 december 2009
Gezondheidszorg: een budget heeft twee kanten.
de uitgaven en licht euforische commentaar voor enige verwarring. ‘Het tij gekeerd’?
‘We mogen ons niet blindstaren op de uitgaven, we moeten eerder kijken naar de fi nanciering’, reageerde N-VA-senator Louis Ide, die overigens ook vragen heeft bij de methodologie van de studie. (DM, 27 okt.) Ook het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid (AK-VSZ, nieuwsbrief oktober, www.akvsz.be) wijst erop dat de Vlamingen een veel groter aandeel betalen in de fi nanciering van de gezondheidszorg. Dat elk gewest andere prioriteiten legt, is geen probleem (Vlaanderen voor psychiatrie, verpleegkundigen, implantaten - Wallonië voor farmaceutische specialiteiten, medische beeldvorming, de maximumfactuur - Brussel voor specialisten, tandheelkunde, verpleegdagprijzen in de algemene ziekenhuizen). Gemeenschap, gewesten en zelfs regio’s “binnen” de deelstaten hebben hun specifieke tradities en voorkeuren. Het Riziv verstrekt hierover voor het eerst regionale cijfers. Bravo. Dat had het Riziv al lang moeten doen, zoals alle grote federale uitkeringsinstellingen (RVA, RKW, e.a.). In het verlengde van de voorgaande jaren liggen de werkelijke Riziv-uitgaven per verzekerde in de drie gewesten dicht bij elkaar. ‘Weinig schokkend nieuws’, aldus Herman Deweerdt van AK-VSZ. Via ‘standaardisering en neutralisering’ ontstaan varianten die het nadeel van Vlaanderen omzetten in een heel licht (uitgaven)voordeel (7,51 euro of 0,43%). Ietwat kunstmatig, maar het weze zo. Factuur
Maar de nieuwe Riziv-studie is maar wat ze is: één kant van het verhaal. Of het nu gaat om individuen, instellingen, gewesten of gemeenschappen, het maakt niet uit: een budget heeft twee kanten: uitgaven, maar ook inkomsten. Door de veel hogere tewerkstellingsgraad betaalt Vlaande-
eigen kosten (€ 1415 per persoon) en laten de rest van hun factuur door de Vlamingen betalen (€ 328 ). 3. De Brusselaars betalen via de mutualiteit een deel van hun eigen kosten (€ 1537 ) en laten de rest van hun factuur door de Vlamingen betalen (€ 146 ). Die cijfers tonen al tientallen jaren de grote geldstroom richting Wallonië. De nieuwe studie van het Riziv verandert niets aan die realiteit.
STA ATSVO R M I N G
ren (via werkgevers- en werknemersbijdragen) t.o.v. Wallonië en Brussel in de vorm van RSZ en belastingen een veel groter aandeel in die totale gezondheidsfactuur. Ook hierover bestaan cijfers. Per verzekerde is dit respectievelijk: 1908 euro in Vlaanderen, 1415 euro in Wallonië en 1537 euro in Brussel. ‘Als het op betalen aankomt, betalen de Vlamingen per persoon € 493 meer dan de Walen; dit is net iets minder dan 35 %’, stelt het AK-VSZ. In de praktijk komt dit dus neer op het volgende:
■ JAN VAN DE CASTEELE
1. De Vlamingen betalen via de mutualiteit hun eigen kosten (€ 1704 per persoon) plus een supplement van € 204 om de kosten van de buren te betalen.
(1) ‘Gezondheidszorg lijkt het duurst in Vlaanderen’, DS, 27 okt. - ‘Uitgaven Riziv in Vlaanderen net iets hoger dan in Wallonië’, DM, 27 okt.
2. De Walen betalen via de mutualiteit een deel van hun
De wet van Huyse Een antwoord aan een bizarre democraat
L
uc Huyse twijfelt er blijkbaar nog aan dat de verschillen tussen Vlamingen en Walen van die aard zijn
dat ze een rationele motivatie kunnen zijn voor een drastische staats(her)vorming (Knack, 21 okt.). Dat we uit elkaar zijn gegroeid, dat hoort hij al dertig jaar. ’Ik weet niet of het wel klopt. Vandaag hoor je voortdurend dat alles communautair geworden is... Ik wantrouw die beeldvorming... We mogen ons niet laten leiden door mensen die alles communautair verpakken. Aan de basis van die strategie ligt trouwens een eigenaardige opvatting van wat een democratie is.’ Een antwoord. Net niet vanuit de cel.
in Brussel rest nog wat gebeente van een vage, gemeenschappelijke Belgische kuifjescultuur. Voor de rest leven de Nederlandstalige en de Franstalige culturele wereld vooral gescheiden, niet tegen, maar naast elkaar. Hetzelfde geldt voor ons onderwijs, onze media, ons toerisme en nog veel meer. Er is geen weg terug. De taalgrens is getrokken. De interesse voor onze zuiderburen hoeft niet minder te zijn dan ze is voor die van onze andere buren. Als we ons niet vergissen zijn het vooral de Franstaligen die taal en territorium van en communicatie met de overkant niet zo prioritair vinden. Politiek
Een ‘eigenaardige’ opvatting van wat democratie is? Hiermee komt Huyse in de buurt van wat de Glenn Audenaert vertelt in Humo. De Belgische staat in vraag stellen staat volgens directeur van de Brusselse gerechtelijke politieke gelijk met het fascisme van de jaren 1930. We moeten kort zijn. De laatste belgicisten slaan werkelijk tilt. Maar dat moet kunnen in een democratie. Ter inleiding: onze politieke democratie zou al een stuk efficiënter werken als de permanente controverse tussen Vlamingen en Franstaligen van de agenda verdwijnt. De politiek agenda zou krimpen, de institutionele chaos uitklaren. We zullen de geleerde alvast een beetje helpen. Van collega’s van hem hebben we onthouden dat al wat maatschappelijk leeft en beweegt zowat te herleiden is tot drie interactieve velden: het sociaal-economische, het culturele en het politieke. Cultuur en taal
Met de culturele autonomie van de eerste grote staatshervorming (1970) is een van die velden uitgeklaard. Alleen
Op het politieke veld kreeg de ‘split’ een stevige betekenis met de komst van de regionale raden en parlementen. Dat Vlaanderen zich wat efficiënter organiseert rondom één parlement dan de francofonen met hun doolhof van regeringen en gemeenten (Brussel) is maar een detail in de geschiedenis. Belangrijker is dat Vlamingen en Walen kiezen voor compleet andere partijen, voor andere meerderheden, voor een andere politiek. Alleen retro-nostalgici als Huyse hopen nog dat een unitaire kieskring hieraan iets zou veranderen. In het artificieel overeind gehouden federale politieke werkhuis vermaken zich nog een overbodige senaat en een Kamer die kreunt onder confrontaties. Binnen de koterij van Van Rompuy tussen Waalse meerderheid en Vlaamse minderheid, tussen Vlaamse blauw en Waals rood, tussen de Vpartijen - een niet onaardig potje fascisten van LDD, VB en N-VA - en een altijd unaniem Waals front. In die Belgische reststructuren huist de woekerende worm van BHV. En de vergane glorie van een 19de-eeuws koningshuis en een daaraan vastklevend establishment.
december 2009 nr. 12
Doorbraak
5
STA AT VO R M I N G
Economie
Het belangrijkste veld van tegenstellingen is wellicht nog het sociaal-economische. Huyse moet ze kennen, de statistieken over de werkloosheids- en de werkzaamheidskloof, de ruzies over Rosetta-banenplannen, leefloners en knelpuntberoepen, de studies over de miljardentransfers naar francofonië en de disputen over buitenmaatse overheidstewerkstelling in Wallonië, de buitenlandse handel. Is het toeval dat op het kleinste Waalse kabinet nog evenveel medewerkers rondlopen als in het grootste Vlaams kabinet? Of het wel klopt dat alles communautair is geworden? Als hij erom vraagt, zullen we ze hem bezorgen: honderd voorbeelden van concrete ‘splijtende’ dossiers die bijna dagelijks zijn unitaire droom verstoren. Voor de vuist weg in geen tijd uit het klavier getikt: de ‘zuiderse’ stakingsdrift bij de post, de boeren of de métallo’s, de twisten over justitie, criminaliteit, migratie en asiel. Was het niet een zekere Herman Van Rompuy die nog niet zo lang geleden zei dat het verschil in visie over misdaad en straf, schuld en boete zeer groot is? De tegenstelling ‘veel ideologischer’ dan men denkt? ‘Allemaal domeinen waarvoor het federale parlement bevoegd is’... We gaan nog even door. Is de fiscaliteit niet lichtjes anders gekleurd onder en boven de taalgrens? Waar zitten de assertiefste deurwaarders, waar woekert de fl itspaalfobie, waar landen de verkeersboetes of de fiscale laksheid? Waarom is de orde van advocaten gesplitst? Of die van de architecten en ooit ook nog wel de orde van geneesheren? Hoe lang nog verzetten de laatste unitaristen zich tegen een rationele splitsing van de voetbalbond? Willen noord en zuid dezelfde kieswet? Allebei provinciale kieskringen? Huyse zal toch wel weten dat het bodemgebruik, het wegennet, het economische weefsel grondig verschillen? Met als afgeleide de verschillen inzake landbouw, energiepolitiek, grondbeleid, het Kyotobeleid. Is ze hem onbekend, die opvallend grote kloof tussen noord en zuid inzake vastgoedprijzen, aankoop en huur? Die inzake sociale zekerheid, arbeidsmarktbeleid, gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, percentage schoolverlaters zonder diploma, klasnormen of grootte van kabinetten? Zijn ze er dan niet, die tegenstellingen over infrastructuur, Gewestelijk expresnet, havens, spoorwegen en IJzeren Rijn? Of over wapens van FN, tabaksreclame in Francorchamps, luchthavenbeleid, kernenergie, Noordzee zelfs?... Waren en zijn Vlamingen en Walen even koningsgezindheid? Hebben ze dezelfde handelsbelangen, staan ze voor hetzelfde buitenlands beleid, belangstelling voor Congo, liefde voor Oostenrijks skigebieden, of voor de monarchie?... ‘Waarom wil de Vlaamse beweging het land splitsen tegen de wil van de meerderheid van de Vlamingen in?’, vraagt Huyse. Dergelijke redenering ligt voorbij de grens van de onzin. Hebben de milieuactivist, de socialist, de feminist, de columnist en de rare ‘politieke tist’ een meerderheid achter zich? Stopt denken, pleiten en politiek actief zijn voor een of ander heilig eeuwig status-quo?
6
Doorbraak
nr. 12 december 2009
Luc Huyse, een bizarre ‘democraat’ Foto: Beeldarchief UGent, foto Nic Vermeulen
Na een recent post-electoraal onderzoek naar de verkiezingen van 7 juni 2009 communiceerden eminente collega’s van Huyse eerst andere cijfers, maar bij nader toezien bleek dat 56 procent van de Vlamingen meer Vlaanderen wou, tegenover 28 procent meer België (rest status-quo of geen mening). Er zijn dus dubbel zoveel V-Vlamingen als B-Vlamingen. En de professoren mogen het betreuren, een op vijf Vlamingen is ronduit voor onafhankelijkheid. Nog een mooie: ‘In de Vlaamse Volksbeweging leeft de stelling dat België niet langer een democratie is omdat de meerderheid niet kan regeren... Als je de meerderheidsregel gaat toepassen in een context waarin die meerderheid etnisch of demografisch verankerd is, en dus onveranderlijk, dan leidt dat - zoals al zo vaak bewezen is - tot het einde van de democratie.’ De man is echt wel aan rust toe. Alleen als de francofone minderheid door toepassing van de Wet van Huyse en die van het Belgische volk (pariteiten, grendels, dubbele meerderheden, belangenconflicten, alarmbel ...) per defi nitie altijd zelf de meerderheid wordt, is het goed. Een bizarre democraat, die professor van het verleden... ■ JAN VAN DE CASTEELE
Als het goed is, zeggen we het ook: Luc Huyse in De Morgen, juni 2008 ‘Er is één cruciaal nieuwe factor: de boedelscheiding is nu een optie... Vandaag heb je in het communautaire de echtscheiding als optie en dat verandert het scenario fataal. Het is een dynamiek waar we geen draaiboek voor hebben. Die geest is uit de fles en het is zeer de vraag of hij er nog weer in gaat’. Temeer omdat een splitsingsmodel door Europa min of meer gelegitimeerd is (van Tsjecho-Slowakije tot Kosovo). Je krijgt inderdaad precedenten die een moreel draagvlak creëren voor zo’n geopolitieke scenario’s....
Requiem voor een institutioneel gidsland In 2005 werd voormalig Agalev-voorzitter Jos Geysels door de paarse regering aangesteld tot ‘speciaal ambassadeur voor institution building’. Het was de tijd dat de Belgische elite zichzelf wijs probeerde te maken dat België een institutioneel gidsland is voor de wereld. De institutionele bricolage waarmee men het voortbestaan van België nu al veertig jaar kunstmatig rekt, werd daarbij verheven tot een hoogtechnologisch exportproduct.
waarom werd Herman Van Rompuy geschikt geacht voor deze topjob ? Omdat hij er gedurende welgeteld tien maand in geslaagd is om het uiteenvallen van België te verhinderen (gewoon door niets te doen en alle problemen voor zich uit te schuiven). Het desintegrerende België bij elkaar houden (al is het maar voor tien maand) wordt in de EU als zo een fantastische politieke prestatie beschouwd, dat wie daarin slaagt meteen Europees ‘president’ mag worden.
STA ATS ( H ER ) VO R M I N G
Ellendig status-quo: hoe lang nog?
Normen-hiërarchie
België had op een bijna miraculeuze wijze ontdekt hoe je bevolkingsgroepen met een verschillende taal en cultuur op een harmonieuze wijze kunt doen samenleven. Eender welk etnisch verdeeld en door bloedige burgeroorlogen geteisterd land hoefde maar de Belgische grondwet te kopieren om in één klap te worden omgetoverd tot een paradijselijk oord. En Jos Geysels was de man die, als een soort van institutionele missionaris, de wereld rond moest trekken om deze blijde boodschap te verkondigen. België gidsland
Wat Geysels precies heeft verricht in de hoedanigheid van ‘speciaal ambassadeur voor institution building’ is een goed bewaard staatsgeheim. Maar ik heb niet de indruk dat de Belgische heilsboodschap ooit veel indruk heeft gemaakt in het buitenland. Het is wel zo dat België in de wetenschap-
‘Flaminganten en belgicisten vinden elkaar steeds meer in hun afkeer voor het institutionele status-quo.’
pelijke literatuur een tijdlang als een na te volgen voorbeeld werd beschouwd. Onder meer de befaamde NederlandsAmerikaanse politicolooog Arend Lijphart was lange tijd vol lof voor het Belgische model. Misschien is het wel mede daarom dat hij eerder dit jaar een eredoctoraat kreeg aan de Universiteit Gent. Maar uit zijn toespraak daar bleek dat zelfs hij stilaan begint te twijfelen aan het Belgische institutionele mirakel. Als er vanuit het buitenland ooit met bewondering naar de Belgische instellingen werd gekeken, dan is daar toch wel defi nitief een einde aan gekomen tijdens de politieke crisis van 2007. Want het Belgisch institutionele vernuft heeft kennelijk niet kunnen verhinderen dat het land angstwekkend lang op de rand van de afgrond balanceerde. Sterker nog, de indruk bestond dat het precies de institutionele leerling-toveraars waren die het land naar de bliksem hebben geholpen. In de Spaanse conservatieve pers bijvoorbeeld werd België geregeld opgevoerd als een afschrikwekkend voorbeeld van wat er met een land kan gebeuren als er te veel aan de instellingen wordt geprutst. Niets toont mooier aan hoe erg het is gesteld met het imago van België in het buitenland dan de (bijna-)aanstelling van Herman Van Rompuy tot eerste Europese ‘president’. Want
Maar ook in België zelf blijft er van het geloof in de Belgische instellingen nog maar bitter weinig over. Tegenwoordig sturen zelfs de belgicisten aan op een zeer grondige institutionele hervorming. Er zijn de bekende pleidooien voor een nationale kieskring en voor samenvallende verkiezingen. Maar de jongste tijd is er nog een ander radicaal belgicistisch idee dat opgeld begint te maken: het invoeren van een zogenaamde normen-hiërarchie. Hyper-Belgen als Tony Mary, André Oosterlinck en Mark Eyskens hebben er al verschillende keren voor gepleit om de decreten van de gemeenschappen en gewesten ondergeschikt te maken aan de federale wetten. Ze laten het uitschijnen alsof dit maar een kleine technische ingreep is. In werkelijkheid zou dit een overstap zijn naar een totaal nieuw institutioneel model, waarbij de federale overheid altijd het laatste woord heeft en de deelstaten zich fi naal moeten schikken naar de Belgische wetten. Zo een hervorming zou veel ingrijpender zijn dan de keuze voor een doorgedreven confederalisme. Want dat confederalisme is uiteindelijk niets meer dan het aanpassen van de instellingen aan de huidige politieke realiteit. Hoe dan ook zijn we vandaag terecht gekomen in een situatie waarbij het Belgische institutionele model zowat iedereen met walg vervult. Flaminganten en belgicisten vinden elkaar steeds meer in hun afkeer voor het institutionele status-quo. De belgicisten streven naar méér België, de flaminganten naar méér Vlaanderen. Zolang die krachten elkaar min of meer in evenwicht houden, dreigt elke poging tot hervorming uiteindelijk toch te landen in de buurt van dat ellendige status-quo. Herman Van Rompuy moet zowat de enige zijn in Vlaanderen die enthousiast is over dat deprimerende scenario. Nochtans riskeert het wel degelijk daarop uit te draaien. Of het zou moeten zijn dat de kiezer in 2011 (of vroeger) de balans defi nitief doet doorslaan naar de Vlaamsgezinde krachten. In het andere geval kunnen we nog altijd het voorbeeld van Tony Mary volgen en in vrijwillige ballingschap gaan naar zuiderse oorden.
■ BART M ADDENS
december 2009 nr. 12
Doorbraak
7
B RUSSEL
Brussel is geen logische keuze meer Mafeking aan de Zenne
D
e laatste keer dat ik op de openbare omroep verslag mocht uitbrengen over de gemeenteraadsverkiezingen kreeg ik een boze telefoon van een luisteraar die mij verweet dat ik in mijn overzicht van de Vlaamse steden voorbij was gegaan aan Brussel. In theorie had mijn gesprekspartner een punt, Brussel was en is immers de hoofdstad van het Vlaamse gewest. Niemand zal overigens betwisten dat Brussel in oorsprong een door en door Vlaamse stad is. Het is maar sinds de Belgische onafhankelijkheid dat de stad en haar voorsteden langzaam maar zeker grondig verfranst zijn. Het Brussel dat ik in het begin van de jaren zeventig heb leren kennen toen ik er ging werken, kon je nog bezwaarlijk een Vlaamse stad noemen. Het was de tijd van de opkomst van het Front Démocratique des Francophones. Tekenend voor de sfeer die er heerste, was een incident dat ik meemaakte op de bus. Een collega die in het gewoel op de voet trapte van een Brusselse dame en zich vriendelijk in het Nederlands verontschuldigde kreeg meteen de volle laag : Monsieur, marchez sur le pays, mais pas sur mes pieds.
Het kiezen van een hoofdstad voor een land is een heel bewuste en vaak ook delicate keuze, waarbij politieke motieven een belangrijke rol spelen. Zo werd in 1948 Jeruzalem hoofdstad van Israël, hoewel het oude deel van de stad door Jordanië werd bestuurd, en de Verenigde Naties van de heilige stad een gebied onder internationaal toezicht hadden willen maken. Zo ook werd in 1990 Berlijn opnieuw de hoofdstad van het herenigde Duitsland. En Florence moest de eer om hoofdstad te zijn van een verenigd Italië overlaten aan Rome vanaf het ogenblik dat die stad geen deel meer uitmaakte van de pauselijke staten. Wellicht hebben de Vlaamse politici dergelijke voorbeelden voor ogen gehad, toen ze de beslissing hebben genomen om van Brussel de hoofdstad van hun gewest te maken. Ze moeten toen ook hebben beseft dat Berlijn en Rome steden waren waar alleen maar (of toch bijna) Duitsers of Italianen woonden. Brussel was een logische keuze als hoofdstad in de Bourgondische tijd. De stad lag centraal in een territorium dat eerder toevallig tot een eenheid was gekomen door dynastieke perikelen. Die keuze bleef logisch in de tijd van het unitaire België en misschien nog in de tijd dat de Vlamingen er op stonden dat Brussel nooit een région à part entière mocht worden.
Taal
Onze hoofdstad Brussel heeft volgens de laatste tellingen iets minder dan 150 000 inwoners en daarvan is een derde niet-Belg. Hoeveel echte Vlamingen er nog wonen is, moeilijk te ramen. Afgaand op de gemeenteraadsverkiezingen zijn het er hooguit tien- of vijftienduizend. Het wordt dan ook met de dag moeilijker om aan buitenstaanders uit te leggen dat een stad, waar maar een kleine minderheid Nederlands spreekt, de hoofdstad is van Vlaanderen. Nog moeilijker wordt het als je er moet aan toevoegen dat Brussel eigenlijk geen deel uitmaakt van het Vlaamse gewest, maar van een Brussels hoofdstedelijk gewest, dat als een enclave binnen Vlaanderen ligt. Wat dat betreft, kunnen we Brussel enkel maar vergelijken met Mafeking. Dat stadje was van oktober 1899 tot mei 1900 wereldnieuws, toen het tijdens de Boerenoorlog werd belegerd. Het aparte aan Mafeking was dat het zeventig jaar lang de hoofdstad was van het Britse protectoraat Bechuanaland, hoewel het buiten de grenzen van dat gebied lag. Het was maar na de onafhankelijkheid in 1965 dat het inmiddels tot Botswana herdoopte Bechuanaland een eigen hoofdstad kreeg, die wel binnen zijn grenzen lag. De keuze was op Mafeking gevallen omdat er in Bechuanaland geen steden te vinden waren die als hoofdstad in aanmerking kwamen. Bij de Vlamingen is de keuze ingegeven door andere redenen, onze regeerders hebben de geografische anomalie voor lief genomen, wegens de manifeste historische banden tussen Brussel en Vlaanderen. De Walen hebben geen rekening gehouden met de historische banden. Zij hebben de voorkeur gegeven aan Namen als hoofdstad van hun gewest.
8
Doorbraak
nr. 12 december 2009
Zin?
Het Brusselse hoofdstedelijke gewest is inmiddels een feit, maar toch hebben de Vlaamse politici vastgehouden aan Brussel als hoofdstad van het Vlaamse gewest. Aan de simpele vraag of Brussel dan nog wel kan worden beschouwd als een Vlaamse stad is gemakkelijkheidhalve voorbij gegaan. Heeft het echt nog zin een stad als hoofdstad van Vlaanderen te behouden waar overdag wel veel Nederlands wordt gesproken in de talloze kantoren, maar waar je voor acht uur ‘s morgens en na vijf uur ‘s avonds nog nauwelijks in het Nederlands terecht kunt. Een stad als hoofdstad nemen waar je in de eigen taal moeilijk terecht kunt, heeft op zichzelf een vervreemdingseffect (lees verfransingseffect). En is er geen anomalie tussen het Vlaamse streven om het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen en het vasthouden aan Brussel als hoofdstad. Zouden we er niet beter aan doen aan Brussel de ambitie te laten om hoofdstad van België en Europa te zijn? Er zijn genoeg steden in Vlaanderen die een veel betere keuze zouden zijn als hoofdstad van het eigen gewest.
■ M ARC GEVAERT
Vlaamse verankering was ooit het paradepaardje van Luc Van den Brande De Vlaamse verankering van Luc Van den Brande was geen onverdeeld succes, maar een nieuw debat is zeker zinvol. De dreigende sluiting van Opel-Antwerpen, de overname van Fortis door BNP-Paribas, de dominante positie van Franse bedrijven op onze energiemarkt ... Opnieuw blijkt hoe afhankelijk de Vlaamse economie is van buitenlandse groepen. En van de weeromstuit klinkt opnieuw de roep naar Vlaamse verankering van (strategische) bedrijven. Is verankering relevant in een globale economie? Jazeker. Maar een strategie ontwikkelen is een ander paar mouwen. Vlaamse verankering was ooit één van de paradepaardjes waarmee Luc Van den Brande als Vlaams minister-president furore maakte, pakweg vijftien jaar geleden. Ook toen ging het er in belangrijke mate om de toenemende invloed van Franse nutsbedrijven op de Vlaamse economie te counteren. Maar tegelijk ging het er ook toen om ook meer ondernemingen met beslissingscentrum in Vlaanderen te hebben. Deze bekommernis werd overigens in belangrijke mate gedeeld door het Belgische economische establishment. Dat was bezorgd om een Belgische verankering, na de overname van de machtige Generale Maatschappij van België door de Franse groep Suez. Omstreden strategie
Het verankeringspleidooi van weleer was omstreden, onder meer omdat het zou botsen met de economische logica van de globalisering. Verankering werd gezien als een verkrampt achterhoedegevecht, nutteloos en zelfs contraproductief, wegens gericht op bescherming van gevestigde belangen tegen de concurrentie en vernieuwing van nieuwkomers. De verankeringsstrategie was zeker geen onverdeeld succes. De buitenlandse invloed werd weliswaar gecounterd in de watersector. In de telecommunicatiesector werd op initiatief van de Vlaamse overheid Telenet opgericht, verankerd via publieke kabelmaatschappijen, dat een nieuwe dynamiek bracht in de telecommunicatiemarkt. Nieuwe Vlaamse investeringsgroepen zagen het licht. Maar inmiddels nam de Franse invloed op de energiemarkt verder toe. In de fi nanciële sector werd Royale Belge jaren overgenomen door het Franse Axa, BBL door het Nederlandse ING, terwijl het Gemeentekrediet opging in een alliantie met de Fransen via Dexia en recent Fortis in handen viel van het Franse BNP-Paribas. In de distributiesector werd GB overgenomen door het Franse Carrefour. Ook de strategische Vlaamse transportinfrastructuur ging deels in buitenlandse handen over: de luchthaven van Zaventem ging naar een Australische groep, het belangrijkste Antwerpse containerbedrijf naar een Signaporees staatsbedrijf. En tegelijk werden talrijke Vlaamse familiale kmo’s overgenomen door buitenlandse groepen. In omgekeerde richting gebeurt er ook wel wat, maar veel minder.
ECO N O M I E
Vlaamse wereldspelers gezocht
Belang van nabijheid
Buitenlandse investeerders brengen zuurstof, groei en innovatie in ons bedrijfsleven. Laat daar geen twijfel over bestaan. Maar onze economie heeft ook behoefte aan wereldspelers die hier hun beslissingscentrum hebben. Deze nabijheid van beslissingcentra zijn cruciaal in de ontwikkeling van nieuwe activiteiten en behoud van bestaande activiteiten, zoals professor Filip Abraham (KU Leuven) overtuigend argumenteert op basis van recent onderzoek. Daar is een aantal redenen voor. Een bedrijfsvestiging die dichter bij de moederonderneming ligt, houdt zich vaker bezig met de kernactiviteiten. Ten tweede, managers die dichter bij de hoofdzetel werken, hebben doorgaans veel directer contact met het hoofdkwartier en kunnen aldus beter anticiperen op hun beslissingen. Ten derde zijn topmanagers deel van de samenleving, en zullen ze dus meer rekening houden met de verwachtingen van hun lokale gemeenschap en aldus ontslagen eerder elders dan op het thuisfront doorvoeren. Inzet
Voor een evenwichtige economie is van belang dat de internationalisering een tweerichtingsverkeer is. Met andere woorden de Vlaamse economie heeft ook nood aan internationale doorgroei van bedrijven met lokaal beslissingscentrum. Dat is de inzet van het nieuwe verankeringsdebat. Hoe kunnen we er toe bijdragen meer Vlaamse wereldspelers met beslissingscentrum in Vlaanderen te houden of te krijgen? Dat begint bij het een bedrijfsvriendelijk klimaat dat investeringen bevordert. Voorts dienen we onze bedrijven externe fondsen te kunnen bieden om hun groei te financieren, bijvoorbeeld via het XL-fonds van de GIMV, via pensioenfondsen of door de reserves van het Vlaamse zorgfonds om een stukje te beleggen in Vlaamse groeibedrijven. Onze ondernemingen kunnen ook sterker staan op de internationale markten door partnerships aan te gaan, in onderzoek & ontwikkeling, distributie, toelevering, verkoop ... Ook participatie van werknemers kan bijdragen tot behoud van lokale beslissingscentra. Maar vooreerst hebben we nood aan een breed gedragen visie omtrent de nood aan een verankeringsstrategie die niet defensief is maar assertief en toekomstgericht.
■ JAN VAN D OREN
december 2009 nr. 12
Doorbraak
9
VRIJE TRIBUNE
Brussel en Vlaams-Brabant van verdwazing redden De verklaring van Frans Crols, dat ‘Vlaanderen Brussel moet loslaten’ heeft een storm van protest uitgelokt. Ik zal me niet in het debat mengen. Maar, hoe en wanneer heeft Vlaanderen Brussel in zijn bezit gehad? De verwijzing naar de ‘oude Dietse’ stad is weinig relevant. Brussel is wel van oudsher een ‘Brabantse’ stad. Maar een ‘Vlaamse’? Omdat het gewone volk er vroeger de taal van ‘t Ketje sprak? Een heel erg zwak argument. Men kan dan eerder Rijsel een Vlaamse stad noemen. Brussel heeft nooit tot Vlaanderen behoord en is nu een apart gewest. Hoe kan men loslaten wat men nooit heeft bezeten? Maar veel Vlamingen houden van de mythe. Voor- noch tegenstanders van het ‘loslaten’ maken trouwens duidelijk wat ze met ‘Brussel’ bedoelen. Is het de leeuwenvlag op een binnenplein in de buurt van de Nieuwstraat? Zijn het de bureauwijken van de Albert II-laan? De jaarlijkse 11 juliviering op de Grote Markt? Of bedoelen ze soms de huidige Brusselse bevolking? Deze bestaat, volgens een recente demografische studie, voor meer dan 50% uit mensen van vreemde origine. De helft van de Brusselaars kent Vlaanderen bijgevolg nauwelijks of niet. En de andere helft is hoofdzakelijk Franstalig. Is dat de hoofdstad van Vlaanderen? Is er één Brusselaar die zich hoofdstedeling van Vlaanderen voelt? De Vlaamse aanwezigheid bestaat grotendeels uit de recente inwijking van pendelaars die om den brode naar Brussel zijn afgezakt. De Vlaams kolonie is slechts een van de 45 nationaliteitengroepen die de bonte Brusselse wereld vormen. Brussel een Vlaamse stad? De grenzen
Het is ook een raadsel waarom velen zich geroepen voelen om hun frustratie over de het bescheiden formaat van de‘Europese hoofdstad’ om te zetten in grootse visies. De werkgeversorganisaties - zoals het Vlaamse Voka - zien ‘Groot-Brussel’ als een metropool van 81 gemeenten, de professoren van Brusselstudies, menen dat het er maar 36 zijn, Marc Reynebau daarentegen komt in zijn ‘grondige studie’ over het Brusselse probleem uit op een geheel van 62 gemeenten en Guido Fonteyn trachtte in De Standaard iedereen ervan te overtuigen dat eenvierde van België tot de Brusselse agglomeratie behoort. Of het opbod over de grootte van Brussel wat dan ook te maken heeft met de realiteit op het terrein, laat de auteurs koud. En blijkbaar kan het hen niet schelen dat een uitbreiding van Brussel tegelijk de inkrimping van Vlaanderen betekent. De houding van vele Vlaamse politici en Vlaamse Bewegers is erg dubbelzinnig. Enerzijds eisen ze het eigendomsrecht van de hoofdstad op. Maar anderzijds heeft men geen scheldwoorden genoeg om het ‘arrogante’ Brussel te bedreigen, te kleineren en af te remmen. Het is symptomatisch voor de houding van Vlaanderen. Men gaat het Brusselse probleem met slogans te lijf, maar men doet geen inspanning om dit probleemgeval eens ernstig te bestuderen. Brussel is de voorbije vijftig jaar grondig veranderd. Het Brussel van ‘ t Ketje bestaat niet meer. Niet enkel door de aanwezigheid van een half miljoen ‘allochto-
10
Doorbraak
nr. 12 december 2009
nen’, maar vooral door de urbanistische verwoestingen. Brussel wordt dag na dag verder gesloopt en zijn bevolking wordt naar de buiten verdreven, hoofdzakelijk naar VlaamsBrabant. De lezer weze gewaarschuwd: Vlaams-Brabant is niet gered met de splitsing van BHV. Het probleem groeit dagelijks. Oorzaak
Wat is de oorzaak daarvan? De motor van de afbraak van Brussel en van het daaraan verbonden overvloei-effect is de overconcentratie van de tertiaire sector. Dat is grotendeels het werk van Vlaanderen. Alle Vlaamse instellingen, de politici in de federale en de gewestregering, de provincie Vlaams-Brabant, de vakbonden, de werkgeversorganisaties, de Gom, de Kamer van Koophandel ... stellen sinds jaren alles in het werk om werkgelegenheid in en rond Brussel te centraliseren. Dat Brussel uit de voegen barst, is aan Vlaanderen te wijten. Wat doen de Vlaamse watermaatschappij, huisvestingsmaatschappij en tientallen andere Vlaamse instellingen en ministeries in Brussel? Waarom investeren we niet in eigen regio? Het is deze cruciale vraag die ook Crols terecht stelt. Expresnet
Eén voorbeeld. Alle Vlaamse partijen hebben jaren gesmeekt om het GEN, het zogeheten Gewestelijk expresnet, zo vlug mogelijk te realiseren. Het kostte ongeveer 4,56 miljard euro. Dit nieuwe spoorwegnet heeft als enige bedoeling de Brusselse centralisatie te versterken. Vlaanderen heeft 75% van de kosten betaald. Vlaanderen en Wallonië zijn hierdoor gedoemd om de volgende decennia hun bevolking naar de Brusselse bureauwijken te blijven sturen om er jobs op te nemen die ze evengoed of beter in eigen streek kunnen vervullen. Deze centralisatiepolitiek is het cement van het unitaire België. Het land groeit dus niet uiteen, maar wordt verder aaneen gesmeed. Het is een kleine greep uit de Brusselse problematiek. Dan rijst de vraag: hoe kunnen we Brussel en tegelijk VlaamsBrabant van de verdwazing en de ondergang redden? Velen lijken als gehypnotiseerd door ‘Brussel’. Zoals Manu Ruys al vijftien jaar geleden schreef: ‘zij weigeren, zoals de hovelingen en de keizer van Andersen, de dingen te zien zoals ze zijn. Dat soort idealistische verblindheid heeft al veel onheil gesticht.’ Het pleidooi van Crols om te decentraliseren en onze werkgelegenheid over Vlaanderen te spreiden, lijkt me dan ook geen onbezonnen flater. In plaats van hem te verketteren verdient zijn verklaring een sereen en grondig debat. Kan dat in Vlaanderen?
■ WILFRIED WOUTERS M EDESTICHTER VAN HET HALLE-VILVOORDE KOMITEE (HAVIKO )
ropese Rekenkamer blijkt dat in de periode 2000-2006 vier miljard euro (11%) van het budget van Europese cohesiefondsen niet had mogen worden uitbetaald. Slechte punten zijn er o.a. voor het door de PS gedomineerde Henegouwen. Van de in België uitbetaalde cohesiefondsen gaat 72% naar Wallonië en amper 28% naar Vlaanderen... Het Vlaams Belang vraagt een volledig onderzoek van alle projecten en terugvordering van alle ten onrechte uitbetaalde subsidies.
Vrijspraak Als Doorbraak niet bestond ... De N-VA wint verkiezingen ‘waarbij haar eigen thema geen hond interesseert’, lazen we in een grondige ontleding van het N-VA-succes in juni van Walter Pauli in De Morgen. ‘Het’ grote postelectorale universitair onderzoek zou leren dat de zorg om een staatshervorming ‘helemaal achteraan op het lijstje’ kwam. Pauli haalt er de wiskunde bij. Voor slechts acht procent van de kiezers speelt de staatshervorming mee, dus halen De Wever en co ‘bijna het dubbele van het maximaal mogelijk aantal stemmen waarop men in theorie een trekkingsrecht heeft.’
De kloof: de ruimte In de jongste 25 jaar (1985-2008) nam de bebouwde oppervlakte (woongebied) in het Vlaams Gewest (13 522 km2) toe van 962 tot 1549 km2. In het Waals Gewest (16 844 km2) van 581 tot 905 km2. De oppervlakte voor nijverheidsgebouwen en terreinen steeg in Vlaanderen van 243 tot 376km2, in Wallonië van 121 tot 905 km2. De regionale regeringen staan hier voor andere uitdagingen.
De ruggengraat van Keulen Marino Keulen vindt verdere stappen in de staatshervorming, met bijkomende middelen voor de deelstaten, een manier om België te redden. Maar vóór die stappen kunnen worden gezet, moet BHV geregeld zijn. Het is mij menens. (Belga, 13 nov.). Het doet denken dat deze liberaal een Vlaamse ruggengraat heeft. Politicoloog Dave Sinardet spreekt dan weer over ‘communautaire koorts en strategietjes’ (De Standaard, 16 nov.): Gezwollen communautaire retoriek verbergt vaak van bij aanvang minder loffelijke strategietjes... Was het liberale njet van Marino Keulen tegen de Franstalige Randburgemeesters geen manier om de ‘dialoog’ van Kris Peeters te torpederen en zo te vermijden dat CD&V alsnog met een communautair palmares de verkiezingen zou ingaan?
De ruggengraat van Grouwels Iemand die zelfs vooraf al door de knieën gaat is Brigitte Grouwels (CD&V). Bart Eeckhout maakt er zich vrolijk over in De Morgen (14 nov.): La fonction fait la femme. Jarenlang was Brigitte Grouwels (CD&V) de flamingante schrik van Franstalig Brussel. Nu ze minister is mogen worden preekt ze even vlot de passie. Indien het Brussels Parlement een (5de red.) belangenconflict inroept tegen de splitsing van BHV zal dat ‘niet leiden tot een crisis’, suste Grouwels op de RTBf-radio. Uit goede bron vernomen: zelfs bij CD&V schrok met zich een aap.
Straf toch. Slechts 8% vindt de staatshervorming belangrijk. Pauli gaat er van uit dat die allemaal voor N-VA stemmen. Aangezien die partij 13,06% van de stemmen kon binnenrijven, moeten we besluiten dat vier op tien NVA-kiezers zich geen fluit van het thema ‘méér Vlaanderen’ aantrekken. Andere logische - wij bedrijven dan ook maar wat wiskunde -vaststelling: van de net geen 23% Vlamingen die voor Vlaams Belang of Lijst Dedecker kozen, vertoont niet 0,01% een Vlaamse reflex van enige betekenis. En niemand van de ook bijna 23% CD&V-kiezers laat zich ook maar iets gelegen aan het communautaire thema. Nu mogen hooggeleerde wetenschappers hooggeleerd zijn, soms lijken hun besluiten toch wel heel moeilijk te verenigen met de realiteit. Post-universitair onderzoek of niet. Niet alleen Pauli bracht het verhaal dat bij de verkiezingen ‘hét’ communautaire amper een rol speelde. Ook andere commentatoren steunden graag op de samenvatting van een studie uitgevoerd door TNS Dimarso. We slaan die er even op na en, jawel, we vinden de 8% terug. Zoveel Vlamingen noemen de staatshervorming ‘de belangrijkste reden’ om een partij te kiezen. Dat nuanceert Pauli’s wiskundeoefening meteen sterk. Misschien, wie weet, vindt 91,9% de staatshervorming de tweede belangrijkste reden om voor een partij te stemmen. Het is in elk geval Vlaanderens vijfde verkiezingsthema. Niet dé topper, maar ook niet niks en belangrijker dan pakweg milieu, belastingen of immigratie. Maar het verhaal gaat verder. Naast mijn klavier ligt een 306 bladzijden dikke bundel; de volledige neerslag van een postelectoraal onderzoek, uitgevoerd door Mail Panel/Jury TNS/Dimarso in de periode 13 tot 31 juli 2009. De volledige versie van genoemde samenvatting? Die studie komt nu toch wel tot heel andere bevindingen zeker. Hét communautaire speelde wel degelijk een heel belangrijke rol in het kiesgedrag in juni. Misschien toch nuttig om dat aan de lezers van De Morgen te laten weten, dacht uw dienaar in zijn naïviteit. Dus die studie even samengevat in een stuk voor De Morgen. Hebt u het gelezen? Neen, want het is nooit verschenen. ‘We hebben ons best gedaan, maar vonden er geen plaats voor’, klonk het. Ik geloof die brave redacteur zelfs. Er ligt ook zoveel ter publicatie en dan moet je kiezen en prioriteiten leggen. Die liggen duidelijk elders. Ook al zette het stuk een gepubliceerde onwaarheid recht, ze ‘hebben er geen plaats voor gevonden’. Best frustrerend om een voetbalwedstrijd te moeten betwisten waarbij het doel van de tegenstander wordt binnengezet en het je verboden wordt de bal te raken. Als Doorbraak niet bestond, het blad zou moeten worden uitgevonden.
■ PETER D E ROOVER
december 2009 nr. 12
Doorbraak
11
BU ITEN L A N D
Buitenlandse handel terug Belgisch? De missies van Prins Filip. Over het nut van zijn buitenlandse missies bestaan ernstige twijfels.
Federaal België wil al geruime tijd sommige Vlaamse bevoegdheden en met name buitenlandse handel, opnieuw inpikken. Vlaanderen is goed voor bijna 80 % van de Belgische buitenlandse handel en houdt dus best zijn bevoegdheid op dat vlak volledig in eigen handen. Het samenwerkingsakkoord van 24 mei 2002 onder de drie gewesten richtte echter, met instemming van de toenmalige Vlaamse regering, het Agentschap voor de Buitenlandse Handel (ABH) op met prins Filip als erevoorzitter en Annemie Neyts (Open Vld) als voorzitter van de raad van bestuur. Het akkoord bestempelt het ABH als ‘dienstenverlenend centrum van de drie gewestelijke organisaties voor exportbevordering’. De grootste fi nanciele bijdrage komt uit Vlaanderen. Overlapping
Naar eigen zeggen is het Agentschap geen federale instelling en het acht zich derhalve niet gebonden door de voor die instellingen geldende taalregelingen. De fi nanciering en de taalkaders van het ABH hebben al herhaaldelijk stof doen opwaaien. De informatie en documentatietaak van het Agentschap overlapt in hoge mate met die van de regionale diensten voor export- en investeringspromotie en is dus grotendeels overbodig. Anomalie
De activiteit van het ABH bestaat er vrijwel uitsluitend in handelsmissies te organiseren voorgezeten door Prins Flip en geleid door de ‘voor buitenlandse handel bevoegde federale minister’ die er echter niet meer is ... vermits buitenlandse handel een loutere gewestmaterie is. Die missies zijn dus, zoals het ABH zelf, een anomalie in het huidige Belgische staatsbestel. Over het nut van beide bestaan overigens ernstige twijfels die ook al herhaaldelijk in zakenkringen en in de pers tot uiting kwamen. Niettemin wil men kennelijk op de ingeslagen weg voortgaan. De missie naar Saoedi-Arabië van oktober is nog maar pas achter de rug. Dit najaar vertrekt er een naar Marokko. In 2010
12
Doorbraak
nr. 12 december 2009
Een Vlaamse publieksdiplomatie ? Publieksdiplomatie is een netwerking in binnen- en buitenland waardoor een land of regio poogt het eigen imago zo positief mogelijk over te brengen. Meestal liggen het initiatief en de coördinatie ervan bij de overheid. Voor de uitvoering schakelt zij alle actieve krachten in de maatschappij in gaande van cultuurdragers, media en allerlei groepen en verenigingen tot iedere burger toe.
zijn missies gepland naar India (maart), Kazachstan (oktober) en Oekraïne (november). In 2011 staan de Russische Federatie, de VS, China en Peru/ Chili op het programma en in 2012 Vietnam/Thailand, Jordanië/Libanon/Koeweit/Syrië en Japan of Libië. Voorts zijn er nog, naar verluidt op eigen initiatief van prins Filip, kleinschaliger missies gepland. Een eerste heeft trouwens begin september al plaatsgevonden. Begeleid door de federale minister van Buitenlandse Zaken, Yves Leterme (CD&V), bezocht de kroonprins het hoofdkwartier van BASF in het Duitse Ludwigshafen. BASF is een van de grootste spelers in de Antwerpse haven en is dus, in een Belgische context, de zaak van de Vlaamse overheid. Het ABH is een schoolvoorbeeld van een wazige en overbodige Belgische constructie waardoor de federale overheid andermaal de kans krijgt op te treden op een terrein waarvoor slechts de Gewesten bevoegd zijn. In de huidige Vlaamse regering beheert minister-president Kris Peeters (eveneens CD&V) de portefeuille buitenlandse handel. Het verbaast dan ook dat deze regering die zich qua respect voor de Vlaamse bevoegdheden assertiever dan haar voorgangsters noemt, op dit gebied nog geen orde op zaken heeft gesteld, met name omdat die geenszins strookt met de in het regeerakkoord opgenomen publieksdiplomatie zoals Vlaanderen die thans terecht in de wereld voorstaat.
Op initiatief van de Beweging Vlaanderen-Europa en in samenwerking met de Marnixring Internationale Serviceclub, de Vereniging van Vlaamse Academici en Vlamingen in de Wereld, vond op 5 mei 2009 in Antwerpen een symposium plaats onder het motto ‘Iedere Vlaming Ambassadeur’ en met als doel de uitbouw van een Vlaamse publieksdiplomatie waarnaar het Vlaamse regeerakkoord van juli 2009 al herhaaldelijk verwijst. In zijn recente vraaggesprek met Guy Tegenbos (DS, 2 nov.) bestempelt minister-president Kris Peeters ze als dé diplomatie van de 21ste eeuw en bevestigt hij de efficiëntie ervan om Vlaanderen op de wereldkaart te zetten. De vraag is evenwel of in België een regionale publieksdiplomatie kan werken zonder een echte buitenlandse dienst waarover Vlaanderen als regio volkenrechtelijk dan weer niét kan beschikken. Het regeerakkoord bepaalt ook dat samenwerkingsakkoorden tussen de federale staat en de gemeenschappen en gewesten zo nodig aan de institutionele veranderingen in de EU en in België moeten worden aangepast. Het ABH-akkoord is daar beslist een van. TL
■ THEO L ANSLOOT
Hoe een meerderheid een minderheid wordt: de mechanismen
D
e Belgische staat heeft ervoor gezorgd dat de Vlaamse meerderheid altijd moet buigen voor de Franstalige minderheid. En dus zelf een minderheid wordt. Professor Hendrik Vuye heeft dat mechanisme ooit netjes samengevat en uitgelegd in Knack (mei 2008). Actueler dan ooit...
Hoe het begon?
Over het unitaire België waarin de francofonie heer en meester was, zullen we het hier niet hebben. De verfransing van politiek, gerecht, onderwijs, leger, administratie, en de eerste moeizame fase van de taalstrijd, er zijn bibliotheken vol over geschreven. Nog moeizamer verliep de strijd om de politieke macht. Tot op vandaag moet de Vlaamse meerderheid in essentiële dossiers plooien voor de wil van een francofone minderheid. Bij de eerste staatshervorming (1970), zorgden de Franstaligen ervoor dat hun numerieke minderheid altijd werd beschermd. Meer zelfs, van hun minderheid maken ze met gemak een meerderheid (en de Vlamingen ondergingen en ondergaan het omgekeerde). Dat systeem werd de Vlamingen opgelegd, in verschillende vormen en gedaanten. Het werkt nog altijd perfect. Een overzicht van de mechanismen van die machinerie... Mechanisme 1: de bijzondere wetten Wat? Dat zijn wetten die een tweederdemeerderheid in het algemeen én één meerderheid in beide taalgroepen vereisen. Is bvb. nodig om taalgrens te wijzigen. Mechanisme 2: pariteit in regering Wat? Ministerraad moet zeven Franstalige en Nederlandstalige leden tellen. Een opgelegde pariteit. Maar naast de ministers staan de staatssecretarissen, en daar geldt de pariteit niét. In de regering Van Rompuy zijn er twee Nederlandstalige en liefst vijf Franstalige staatssecretarissen.
Mechanisme 3: pariteit in het Grondwettelijk Hof (1970, 1988) Wat? Bij sommige betwistingen tussen Vlamingen en Walen of Franstaligen kunnen de malcontenten naar het Grondwettelijk Hof (vroegere Arbitragehof), dat als een soort scheidsrechter toeziet op de naleving van de grondwettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten. Recent voorbeeld: het Vlaams decreet over onderwijs in de faciliteitengemeenten. Sinds 1988 controleert het Hof ook of de wetgever de Grondwet respecteert. Zo velde het in 2003 een arrest dat de huidige indeling van België in provinciale kieskringen onhoudbaar is. Daar waar elders in België de kieskringen overeenkomen met de provincies, is dat in VlaamsBrabant en Brussel niet het geval. Dit vormt een onaanvaardbare ongelijkheid. In het Grondwettelijk Hof zitten evenveel (6) Franstalige als Nederlandstalige rechtsheren, voor het leven benoemd. De zes Nederlandstaligen zijn gelieerd aan de drie traditionele families en twee van de zes zijn bovendien als baron ingekapseld in het systeem. De V-partijen (VB, N-VA en LDD), goed voor een stevige 36 procent van de stemmen zijn, niet vertegenwoordigd. Mechanisme 4: De alarmbelprocedure (1970) Wat? Drievierde van een taalgroep kan met een motie een wetsvoorstel of ontwerp opschorten en zo versluizen naar de (paritaire) ministerraad. Kan tweemaal: in Kamer en in Senaat. Mechanisme 5: Een belangenconfl ict (1980) Wat? De regionale parlementen (Vlaanderen heeft er één, de Franstaligen spelen prinselijk heerser in vier andere parlementen...) kunnen zo’n confl ict inleiden als ze zich benadeeld voelen. Een rem die ze viermaal kunnen hanteren en die goed is voor telkens 120 dagen “retard” (in de praktijk dubbel zo lang). Is nu het speeltje van de Franstaligen in BHV. Die joker
werd al ingezet door het parlement van de Franse Gemeenschap (nov. 2007), door de Franse Gemeenschapscommissie in Brussel (mei 2008) en door het Waals Parlement (januari 2009). Het parlement van de Duitstalige Gemeenschap liet zich gewillig aan dat rijtje toevoegen (26 okt. 2009). En toen waren ze met vijf (leuk als je zoveel speeltjes hebt), want kan in 2010 nog volgen: de regering van het Brussels Gewest. Vuye sprak in Knack over ‘een wonderbaarlijke veelvuldigheid van regeringen en parlementen’. Vrij vertaald: een institutionele rotzooi.
STA ATSH ERVO R M I N G
De institutionele rotzooi sleept aan
Mechanisme 6: paritaire Senaat (?) Wat? Een paritair samengestelde senaat is er nog niet, maar staat op het “te doen”-lijstje van de Franstaligen, maar nog altijd ook van Guy Verhofstadt (politiek akkoord Verhofstadt I). Als die collaboratie resulteert in een paritaire senaat als zoveelste “compensatie” voor een toegeving aan de Vlamingen kan er NIETS meer worden beslist zonder de Franstaligen. Gaston Eyskens zei destijds dat de Vlamingen ‘sullen’ genoeg zijn om zoiets te aanvaarden. We zullen zien... Besluit
De staatshervormingen hebben van een land met twee werelden (economisch, politiek en cultureel) een onbestuurbaar confl ictenland gemaakt. Bovenstaande voorbeelden - door tegenstanders van meer Vlaanderen eufemistisch ‘confl ictbeheersing’ genoemd - maken dat een meerderheid hier per defi nitie een minderheid wordt. En omgekeerd. En dat België zichzelf verliest in een perpetuum mobile van tegenstellingen. Er zijn zinniger alternatieven.
■ JVDC
december 2009 nr. 12
Doorbraak
13
KAMIKAZE
De koninklijke buikriem
Het gebeurt niet vaak dat ik mij verplicht zie om op de resterende ruimte gebruik willen maken om, als een vorige bijdrage terug te komen. Maar deze keer het ware terloops, toch even stil willen staan bij het kan het echt niet anders. Want niemand minder dan feit dat ons koningshuis (althans als ik De Standaard mag geloven) het vanaf volgend jaar met ‘iets’ minder Mark Grammens heeft er mij via zijn alom gewaardeerd Journaal attent op gemaakt, dat ik met betrekzal moeten doen. En dus de buikriem (sic) zal moeten king tot het ‘verleden’ van de vader van ons aller aanhalen. Welnu, het laatste wat u van mij in deze mag verwachten is medelijden. Ten eerste, omdat dat Paola, nogal lichtgelovig ben geweest. Ik weet niet ‘ietsje’ minder naar mijn maatstaven van gewone wat Mark Van den (bloeienden) Wijngaert er van sterveling nog altijd ‘veel’ te veel is. Ten tweede, denkt en nog minder wat hij gaat doen, maar ik wil omdat koningen en hun gevolg de buikriem niet kunin elk geval geen miserie krijgen met de Staatsveiligheid. En dus trek ik langs deze weg, de aan zijn boek nen aanhalen, want zij dragen geen vulgaire buikFilip de Taaie ‘ontleende’ verdachtmakingen aan het adres van riemen, maar eerbiedwaardige bretellen. En ten prins Fulco Ruffo di Calabria, zonder meer terug. derde en ten slotte is er nog de wijsheid van Vondel, Uiteraard vergezeld van mijn nederige excuses ten behoeve van die al in zijn tijd wist te vertellen dat wat de koning verbeurt, toch Hare Majesteit de Koningin en consoorten. altijd door de goegemeente wordt betaald. Dus hoe minder, hoe beter. Maar ik vrees dat ze ten paleize nog nooit iets van Vondel Dit alles in de stille hoop dat deze ‘scheve’ situatie hiermee defihebben gelezen. nitief is rechtgezet. En dat ik bijgevolg, te gelegener tijd als beloDus, Sire, eventjes niet Apeldoorn, maar wel collega Beatrix belning voor zoveel inschikkelijkheid, alsnog een gebeurlijke uitnolen. En wel met de groeten van ... diging ten paleize tegemoet mag zien. Wat mij dan tenminste de kans zou geven om die uitnodiging prompt af te wijzen. Een kans ■ K AMIKAZE die ik helaas tot nog toe nooit heb gekregen. En ik blijf vrezen dat zoveel eer mij niet zal worden gegund. Maar nu ik noodgedwongen toch weer bij de Coburgers ben aanbeland, zou ik van
MEGAFOON
Federale minister van Werk is overbodig
Federaal minister van Werk Joëlle Milquet (cdH) wou tijdens deze legislatuur het aantal banenplannen aanzienlijk verminderen. Maar nu maakt ze plots een bocht van 180 graden. Een column van Alain Mouton in Trends (2 november), een megafoontje waard. Mouton: ‘Ze kreeg van de regering de goedkeuring voor een nieuwe reeks banenplannen, goed voor 200 miljoen euro. Het is een ratjetoe van maatregelen geworden die elke logica mist. Zo worden 50-plussers duurder voor de werkgevers, maar worden voordelen toegekend aan bedrijven die 45-plussers aanwerven.’ Maar de grootste kritiek geldt de 1000 euro per maand die bedrijven de komende twee jaar krijgen als ze een laaggeschoolde werkloze van minder dan 26 jaar aanwerven. De Vlaamse kritiek op die maatregel, die eigenlijk in eerste instantie gericht is op de problemen op de Waalse en Brusselse arbeidsmarkt met hun hoge jongerenwerkloosheid, is terecht. Dat de Vlamingen overwegen om een belangenconflict in te roepen, is niet meer dan normaal. De kortzichtige poli-
14
Doorbraak
nr. 12 december 2009
Joelle Milquet
tiek van Joëlle Milquet bewijst dat een regionalisering van het arbeidsmarktbeleid echt wel een absolute prioriteit moet worden. De voorbije tien jaar heeft noch de federale minister van Werk, noch de administratie een beleid die naam waardig gevoerd. De laatste federale minister van Werk van een zeker kaliber was Frank Vandenbroucke (sp.a), die tussen 2003 en 2004 met visie zijn departement leidde. Hij onderhield ook goede contacten met de administratie en vooral met topfiguren als directeur-generaal Guy Cox, nochtans van CD&V-signatuur. Daarvoor was het met Laurette Onkelinx (1999-2003) huilen met de pet op. De PS-coryfee had enkel oog had voor de Waalse problemen op de arbeidsmarkt.
Ze lanceerde het Rosetta-banenplan, dat veel gelijkenissen vertoont met het jongerenbanenplan van Milquet. Na Vandenbroucke liet Freya Van den Bossche dan weer niet echt een diepe indruk na. Haar kabinetschef Luc Vanneste, een oud-ABVV’er, kon de schade beperken. En aan het hoofd van de federale overheidsdienst Werk was het al niet veel beter. Michel Jadot (PS), een fan van de rigide arbeidsmarkt, werd in 2006 als voorzitter opgevolgd door Pierre-Paul Maeter, ook al een PS’er. De Vlaming Jan Vanthuyne (sp.a), was na het vertrek van Jadot een tijdlang interim-voorzitter, maar kon toen niet aanblijven wegens een PSveto.
Te koop in VVB-boekenwinkel:
Omfloerst separatisme Bart Maddens Uitgeverij Pelckmans, 176 blz.
Wordt opgestuurd na storting van e 15,50 (+ 2,50 euro verzendkosten) op rekeningnummer 409-9563981-19 van VVB Actie, Passendalestraat 1a, 2600 Berchem. Met vermelding van naam, postadres en “BOEK MADDENS”
De redactie van Doorbraak volgt voor u de communautaire actualiteit. Kort op de bal. Informatie en duiding.
T
LEES ONS E-ZINE TUSSENDOOR ACTUEEL - KORT CITAATJES www.vvb.org/tussendoor Colofon
Energiebesparing Milieutechnologie: afvalverbranding, deNOx. Explosieve gasmengels: verwerking in overeenstemming met ATEX. Gespecialiseerd studiewerk en sleutel-op-de-deur levering Mallekotstraat 65, 2500 Lier Tel.: +(03) 491 98 78 – Fax: +(03) 491 98 77 E-mail: info@euro-pem.com
Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Volksbeweging vzw. Verschijnt maandelijks (niet in augustus). Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. H OOFDREDAC TEUR : Jan Van de Casteele K ERNREDAC TIE : Karl Drabbe, Dirk Laeremans, Peter De Roover M EDE WERKERS : Ludo Abicht, Jacques Claes, Frans Crols, Koenraad Elst, Marc Gevaert, Iko, KMP, Bart Maddens, Theo Lansloot, Guido Naets, Marc Platel, Dirk Rochtus, Johan Sanctorum, Matthias E. Storme, Frank Thevissen, Luc Van Braekel, Katleen Van den Heuvel R E D A C T I E - A D R E S : Passendalestraat 1A, 2600 Berchem. Tel 03 366 18 50 – Fax 03 366 60 45 redactie@doorbraak.org www.doorbraak.org – abonnementen: secretariaat@doorbraak.org A BONNE MEN T : € 21 voor een abonnement van 12 maanden (buitenland: € 30) STUDENTENABONNEMENT: € 10 voor een abonnement van 12 maanden, met opgave van leeftijd en onderwijsinstelling I NTERNE TABONNE MENT : € 10 voor 12 maand toezending van Doorbraak (pdf-bestanden) via internet. Het (studenten)abonnement geeft recht op een gratis internet-abonnement. Abonnering door storting op rekening 736-0012719-76 van VVB Doorbraak, Passendalestraat 1A, 2600 Berchem met vermelding van het type abonnement. Doorbraak wordt ook gratis toegestuurd – met ledenblad Binnendoor – naar de leden van de Vlaamse Volksbeweging vzw (VVB). Betaling van het abonnementsgeld vanuit het buitenland: gebruik IBAN BE91 7360 0127 1976 en BIC KREDBEBB VERANT WOORDELIJKE UITGEVER: Pieter Bauwens, M. De Smetstraat 12, 9308 Hofstade ISSN 00125474
december 2009 nr. 12
Doorbraak
15
16
Doorbraak
nr. 12 december 2009