2010.05 - Doorbraak

Page 1

DOORBRAAK v r i j m o e d i g

mei 2010 - 5

m a a n d b l a d

[buitenland]

Turkse premier Erdogan voor Turkse apartheid in Duitsland

[politiek]

Wonen in eigen streek? Weg ermee!

[interview]

Carl Devos: ‘geen tegenspraak tussen nationalisme en sociaaldemocratie’

De koffer van toegevingen Afgiftekantoor 8000 Brugge • V.U. Pieter Bauwens M. De Smetstraat 12 9308 Hofstade • Redactieadres: Passendalestraat 1A 2600 Berchem • www.doorbraak.org


Indoor Karting Antwerpen Noorderlaan 95a 2030 Antwerpen tel 03 541 43 43 fax 03 541 05 25

piet.ronsijn@indoorkartingantwerpen.be www.indoorkartingantwerpen.be


De Belgische kramp

[Editoriaal]

JAN VAN DE CASTEELE

hoofdredacteur Is de regering gevallen? Kan best zijn. Gaan we naar verkiezingen of vertoeven we nog altijd in het doodlopend straatje van Yves Leterme? Kan ook. Op het moment dat dit stukje wordt geschreven, zijn zowat alle Vlaamse partijen nog even een ‘klapke’ komen doen in De Zevende Dag (25 april). Wat er rond de zoveelste deadlines ondertussen ook mag zijn gebeurd, wat de Vlaamse democratie wil (Resoluties Vlaams Parlement 1999 en Vlaams regeerakkoord 2009) is nog veraf. Door het onzindelijke gedrag van Leterme en zijn Vlaamse minderheid werd een staatshervorming (zijn wipplank in 2004 en 2007) zelfs bemoeilijkt. Stijn Streuvels en Herman Teirlinck deden al in 1959 een oproep om het verfransende kiesarrondissement BHV te splitsen. Zonder succes. De Vlamingen in de drie toen nog grote traditionele partijen misten begin de jaren 1960 de kans om duidelijkheid te creëren. De helft van Vlaams-Brabant bleef aan Brussel vastgekleefd. Toen dit blad in 1999 grondig werd vernieuwd, was Guy Verhofstadt in de oppositie op jacht naar Vlaamsgezinde stemmen voor zijn VLD. Zijn partij kwam, zag en overwon, maar kreeg de Belgische kramp, terwijl de politieke en economische kloof tussen Vlamingen en Franstaligen almaar groeide. Guy Verhofstadt, vervreemd van die realiteit, werd een ‘flamingante Belg’ en Open Vld verloor een derde van haar kiezers. Exit Guy. CD&V had dat wel gesnapt, dachten velen. De partij trok in Kortrijk de confederale kaart, lijmde een – toen nog kleine – bondgenoot, kwam, zag en overwon, eerst Vlaams (2004), dan federaal (2007). Yves Leterme, vervreemd van de realiteit, kreeg de Belgische kramp. Als ‘samenwerkingsfederalist’ doofde hij in zijn partij het Vlaamse vuur. Bedwelmd door zijn ambt cirkelt hij rond vorst en vaderland,verliesthijhetinzichtdatditdehumus was onder deVlaamsgezinde V-partijen, die hun gestage klim voortzetten. Exit Yves? Niet onwaarschijnlijk. Verbazend toch hoe CD&V blijkbaar op zoek is naar een patat zoals Verhofstadt er een kreeg. Anciens met een B-Plus-truitje (Eyskens, Martens) voeren er het hoge woord. Marianne Thyssen, ooit zo fel-Vlaams in Plopsaland, vermagert nog van miserie. De ringbaarden van de partij, Luc Cortebeeck (ACV) en Jan Renders (ACW), mentaal versteend in hogere kringen, zetten de lijnen uit. Ook de baronnen en VBO-knarren stromen weer uit hun salons met een aandoenlijk schietgebed: laat Yves en Herman nog wat Europese glorie. Vanop die trampoline van publiciteit hopen ze in het oog van de kiezer te mogen springen. Dimarso Helaas zijn de liberalen nu ook weer niet zo naïef. De jonge en beslist charmante Alexander kent de cijfers van het jongste TNS/Dimarso-onderzoek:

mei 2010

mooie score voor Open Vld. Lang liet zijn eerste BHV-waarschuwing niet op zich wachten (1 april). Tijd dus om aan de kassa van de kiezer te trekken ... Hij weet dat N-VA met veel blauw gaat lopen. Dedecker – wiens deur voor De Croo nog altijd open staat – idem. Hij weet dat een Vlaamser profiel echt wel nodig is, al was het maar omdat er in een bad waar ook de PS-haai zwemt, geen vissen te vangen zijn. De Croo nam CD&V in snelheid. Die laatste partij had na de Europese kermis ongetwijfeld liever zelf de boeken dichtgegooid. Maar helaas. Euforisch hoeven we niet te worden. Het establishment gooit nog eens alle troepen in de strijd. En gewillig volgen de grote Vlaamse kranten. Commentaarschrijvers strijken hun stukjes in de siroop van behoudsgezinde gedachten. Druk van de échte bazen, jongens? Zelden of nooit hoor je ze wijzen op de argumenten voor een splitsing, los van toegevingen, op de noodzaak van een verregaande staatshervorming, de Vlaamse minderheid van Leterme, het feit dat in een democratie een meerderheid moet kunnen beslissen en niet omgekeerd, de vaststelling dat in de koffer van Dehaene de facto niets anders zat dan Vlaamse toegevingen. ‘Geen uitbreiding van Brussel’ bijvoorbeeld verkopen ze mee als ‘Vlaamse overwinning’, maar het is een status-quo. De uitvoering van een arrest van een Grondwettelijk Hof wordt verkocht als een francofone toegeving, maar is niet meer dan juridische logica. Gek. Bovendien mogen we vernemen dat de gruwelijke crisis neerdaalt over het vlakke Vlaanderen als we over verkiezingen durven spreken. Neen toch! Dan zijn ze wég, die bedrijven die ons willen overspoelen, en alleman hier werkloos. Beef! Onderhandelen moeten we doen! Solidair moeten we zijn! Tjonge, Buyse, Leysen, Eyskens, de exorcisten zijn onder ons, met hun spel op de grens van de politieke clownerie. Die stembusgang, die komt er hoe dan ook. Veel grotere problemen dan verkiezingen teisteren al jaren dit land. Maar we verkletsen onze tijd. De werkloosheidskloof (en dus de transfers) is in jaren niet kleiner geworden. Snappen ze daar na zoveel verkiezingen nu echt niet dat de Vlaming wel weet dat het verhaal van communautaire pais tot in de eeuwigheid niet meer klopt? Dit land werkt gewoon niet meer. BHV is niet dé crisis. De kloof is de crisis. De kloof tussen twee verschillende culturele, politieke en economische realiteiten. De redactie van dit blad zal nu ook op een hoger trapje haar best doen om de lezer hierover te informeren.

Doorbraak

3


[Perswijs]

[Kortjes]

Wim Van de Velden in De Tijd, 23 april: ‘Gelukkig valt een economie niet als een regering valt’.

Jan Renders (ACW-voorzitter) in De Standaard, 29 maart: ‘Het zou geen goed teken zijn mochten we verplicht zijn meer in de openbaarheid te treden. Behalve die ene keer, toen ik kritiek gaf op N-VA dat net Jean-Marie Dedecker had aangetrokken. Daar heb ik een duidelijke stempel op gedrukt. ... Dat het cordon sanitaire rond het Vlaams Belang al die jaren heeft standgehouden, daar hebben wij ook mee voor gezorgd.’

Bart De Wever in Trouw, 14 april: ‘De Franstaligen willen open grenzen, de Vlamingen kiezen voor een strikt migratiebeleid. Economisch zijn de Franstaligen ’ouderwets links’, de Vlamingen denken rechtser. Die verschillen leiden tot een blokkade. Een permanente politieke crisis is de normale toestand geworden in België.’

Bart Sturtewagen in De Standaard, 20 maart: ‘Het is een beetje grappig dat professoren wel uitgebreid nadenken over de verdiensten van een federale kieskring, waardoor toppolitici zich in het hele land verkiesbaar zouden stellen, maar nooit op het idee komen om een nationale president op die manier te laten verkiezen’.

Johan Vande Lanotte in De Standaard, 24 april: ‘CD&V en N-VA haalden meer dan 30 procent bij de verkiezingen. Het kartel stond sterker dan ooit. Zij hadden moeten zeggen: we willen eerst een communautair akkoord. Zonder dat had CD&V nooit aan tafel mogen gaan zitten.’

Eric Donckier in Belang van Limburg, 23 april: ‘De koning wil géén nieuwe verkiezingen. En

4

Yves Leterme ook niet, maar dat hadden we al gedacht. Of de koning als hulpje van eerste minister Yves Leterme.’

Louis Tobback in Het Laatste Nieuws, 24 april: ‘Wat te denken over de kopman van een staatsdragende partij als de CD&V die zich eerst, in 2007, even radicaal opstelt als De Wever, en nu, in 2010, is verveld tot grote Belg? Ik zal het blijven herhalen: Leterme is een politieke charlatan. Ofwel is hij uiterst dom, ofwel is hij al jaren bezig de kluit te belazeren.’

Vic Anciaux in De Morgen, 30 maart: ‘Minister van Begroting Guy Vanhengel verklaarde dat de BHV-kwestie absoluut van de baan moet. Hij heeft gelijk, maar ik heb de onaangename indruk dat de waarschuwende vinger hoofdzakelijk naar de Vlamingen gericht was. En dit is angstaanjagend.’

Thomas Mels in De Morgen, 19 maart: ‘De Congopolitiek die ons land voert, lijkt op die manier steeds vaker communautair getint. Zegt het merendeel van de Franstalige partijen ‘A’, dan protesteert men aan Vlaamse kant met ‘B’.

De

Werklozencontrole Onder invloed van de economische crisis en onder druk van de Waalse vakbond FGTB wil minister van Werk Joëlle Milquet de controles van allerlei (sub)groepen nu ‘bijsturen’ (onder meer minder strenge opvolging en evaluatie). Als bewijs van sollicitatie volstaat een ‘verklaring op eer’. Vlaamse partijen zijn onder meer tegen het

vrijstellen van zoeken naar een voltijdse baan voor deeltijds werklozen. Haar ‘intentie’ om de controle te verleggen van het federale (RVA) naar het gewestelijke niveau (VDAB e.a.), maar de financiering niet, lijkt dan ook een schijntoegeving. CD&V spreekt van een mooie vorm van ‘samenwerkingsfederalisme’. (DM en DS, 10, 17 maart). Beslissing te nemen in de kamercommissie Sociale Zaken.

De

minderheid

van

Leterme

Hoe dan ook, volgens de peiling van DS/VRT zijn CD&V en Open Vld, de twee Vlaamse partijen die Leterme steunen, nog amper goed voor 40 % van de Vlaamse stemmen. Volgens La Libre/TVI (peiling van IPSOS) zelfs maar voor 33,8 %. Peilingen zijn wat ze zijn, maar ze versterken nog het beeld dat Leterme met een Vlaamse minderheid moet kampen tegen een veel sterkere meerderheid aan de kant van de Franstaligen. In het BHVoverleg met Dehaene zelfs tegen een front van alle Franstaligen (- 1 zetel FN).

350

de theorie en er zijn de grondwettelijke gewoontes. Je moet niet de hele grondwet letterlijk nemen.’

steeds weer te moeten horen dat het territorialiteitsbeginsel een verzinsel is van de ‘Vlaamse kamer’ van de Raad van State.Dat is bovendien onjuist, want dit beginsel werd evenzeer aanvaard door de tweetalige kamer en ook het taalkundig paritair samengestelde Grondwettelijk Hof.’

wegenvignet

Vlamingen moeten nog geen wegenvignet kopen als ze door Wallonië rijden. Maar de Waalse minister van Financiën sluit niet uit dat het er snel komt. Eenzijdig indien nodig. Vlaanderen koos in 2007 (bezoek Leterme aan Balkenende) voor een ‘slimme kilometerheffing’. Hilde Crevits (Vlaamse minister van Mobiliteit, CD&V) blijft bij die keuze. Federaal staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe (CD&V) wil dat de gewesten dezelfde keuze maken. Maar tussen wil en daad gaapt ook in deze een communautaire kloof. (DS, 2 maart)

Marianne Thyssen in De Standaard, 20 maart: ‘Er is

Hendrik Vuye, hoogleraar Namen, in De Morgen, 14 april: ‘Het is onaanvaardbaar

kloof:

of kilometerheffing

Driehonderdvijftig miljoen euro. Dat is volgens Bob Pleysier (ex-directeur Fedasil) het jaarbudget voor asielopvang. Pleysier ziet de opvangcrisis uit de hand lopen wegens flagrant machtsmisbruik van Marie Arena (PS) en haar opvolgers, minister Dupont en staatssecretaris Philippe Courard, die door bestuurlijke laksheid het aantal nieuwe asielaanvragen onrustwekkend lieten stijgen. Het asielbeleid, ontsporend in dwangsommen aan asielzoekers en hotelrekeningen, is volgens hem ‘ingekleurd als privéterrein voor PS en cdH’. (DM, 3 april)

Doorbraak

mei 2010


[Kortjes] De

kloof:

peilingen

vertrouwen in politiek

Volgens onderzoeksbureau GfK (1000 deelnemers) heeft nog amper 17,2 % van de Belgen vertrouwen in de politiek. Ook hier een duidelijke kloof: in Vlaanderen is dat nog 19,5 %, in Wallonië nog amper 9,9 %.

Peilingen en van België

afscheid

Vooral La Libre Belgique/TVI en De Standaard/VRT zorgen nog regelmatig voor peilingen, respectievelijk uitgevoerd door IPSOS en TNS Media/ Dimarso. In maart vielen beide ongeveer samen (zie tabel). De score van de drie V-partijen (VB, N-VA en LDD samen resp.: 40,7 % of 36,7 %) is een duidelijk politiek signaal. Deze drie partijen hebben mentaal min of meer afscheid genomen van België.

De

kloof

Even interessant in het onderzoek is het maatschappelijke profiel van de partijen. Vlaanderen stemt voor 30 % links en voor 70 % rechts tot zeer rechts. Het is meer dan ooit het spiegelbeeld van Wallonië. Vanwaar verschil? TNS/Media peilt via telefoon/gsm, IPSOS via een internetpanel. Dat laatste is goedkoper, maar wellicht minder nauwkeurig, aldus Filip Van Laenen (www.politiek. net), maar ook Dimarso ‘herweegt’ de resultaten op een niet doorzichtige manier. Een vergelijking van peilingen kort voor verkiezingen en de reële uitslag van die verkiezingen is relevant (zie tabel): IPSOS peilde in 2009 (regionale verkiezingen) N-VA op 9,2 %, de partij haalde enkele dagen later 13,1 %. Omgekeerd zou LDD dan goed geweest zijn voor 11,9 %, maar Jean-Marie Dedecker strandde op 7,6 %. Kleinere, maar toch opmerkelijke afwijkingen waren er bij de peiling van VRT/DS, waarin Dedecker ook in de buurt van de 12 % werd geplaatst, Groen! werd overschat, Vlaams Belang onderschat.

mei 2010

2009

en

en verkiezingen

2009

VRT

LLB

uitslag

LLB

VRT

verkiezingen

DS

RTL TVI

Vl. Parl.

RTL TVI

DS

peilingen

2009 mei/juni

2009 mei

2009 juni

2010 maart

2010 maart

CD&V

22,4

21,6

22,9

20

22,2

N-VA

10

9,2

13,1

17,9

14,8

Open Vld

16,7

17,2

15

13,8

17,6

Vlaams Belang 14

16,2

15,3

17,3

14

sp.a

14,3

14,3

15,3

15,5

15,9

Lijst Dedecker

11,7

11,9

7,6

5,5

7,4

Groen!

8,3

6,3

6,8

8,1

8,1

UF

1,2

SLP De

2010

1

1,3

1,1

extrapolatie

Professor Herman Matthijs (VUB) en professor en Doorbraak-medewerker Bart Maddens (KU Leuven) zetten de kiesintenties van de peiling om

in aantal zetels, met eenzelfde resultaat (e-zine Apache). Conclusie: zelfs een tripartiete regering (PSsp.a, MR-Open Vld en cdH-CD&V) zou

niet meer volstaan voor de tweederdemeerderheid die nodig is voor een staatshervorming.

>>Van Mol ZIEN JULLIE

HIJ

DAT??!!

TREKT

AAN HET

DEKEN!

Doorbraak

5


[Interview]

Carl Devos (UGent)

Tussen Vlaams-nationalisme en socialisme bestaat geen Berlijnse Muur 1 mei is de dag van de rode roos. Socialisten hebben op het eerste gezicht geen flamingantische schutkleur. Doorbraak sprak met professor Carl Devos van de Universiteit Gent. Devos is politicoloog, schrijft pittige columns en is een veelgevraagde gast op radio en televisie. Hij omschrijft zichzelf als sociaaldemocraat en haalde zich daarmee ooit de woede van zijn grootvader op de hals. Als lid van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog vond deze het immers onvoorstelbaar dat zijn bloedeigen kleinzoon een socialistische krant als De Morgen in huis haalde. Hitler was immers een socialist, zei die opa. Carl Devos vond dit zo’n bizarre opmerking dat hij politieke wetenschappen ging studeren. Wat hem meer dan aardig is gelukt. Wart Van Schel WVS - Met het boek Rood zonder Roest heeft u zowat een programma voor de sp.a gemaakt.

Was dat uw bedoeling? Carl Devos: ‘Absoluut niet. Ik heb nooit een partijboek willen maken. De verhoudingen tussen de partij en mezelf zijn trouwens niet zeer harmonisch. Ik weet wel dat het boek door heel wat mensen van de studiedienst van de sp.a en rond de partij druk is gelezen.’ De

sp.a heeft electoraal geen voor-

geglobaliseerde wereld heel veel mensen behoefte hebben. Los van de Europese context zijn er ook verklaringen die toe te schrijven zijn aan de sp.a zelf. Er zijn de ongelukkige communicatie, slechte campagnes, een gebrek aan politiek personeel en aan geschikte leiders. Er waren ook een aantal pijnlijke incidenten. Denk aan de discussie over de partijnaam na de komst van Bert Anciaux en de heisa rond Frank Vandenbroucke.’

tie en links in het algemeen zijn in het verleden bijzonder ongemakkelijk omgegaan met migratie- en multiculturele vraagstukken. Zo werd in de jaren negentig binnen de sp.a beslist om te zwijgen over die thema’s en over de islam. Men was bang om de vijand wakker te maken of te sterken. Ik denk dat zoiets een gigantische vergissing was.’ Wat met het hoofddoekendebat? ‘Toen Patrick Janssens net partijvoorzitter was geworden, zei hij me dat hij in het bedrijfsleven had geleerd dat er een aantal markten zijn waar je niet in tussen moet komen omdat het schadelijk is. Hij wilde daarom met de partij uit elke discussie blijven die met multiculturele thema’s te maken kon hebben, omdat de klanten, de leden, daarover verdeeld zijn. Alles moest worden afgeleid naar de gelijke kansen. Ook onder de voorzitters die na hem kwamen, is dat blijven voortduren. Ik denk nochtans dat de sociaaldemocratie er niet omheen kan dat het over dat belangrijke maatschappelijke punt beslissingen moet nemen. Ze zijn echter

deel kunnen halen uit de financiële en economische crisis. verklaring voor?

Heeft

u hier een

‘De sociaaldemocratie wordt voor een stuk verantwoordelijk gesteld voor de falende welvaartstaat. Mensen zijn geschrokken van het feit dat de sociale zekerheid blijkbaar eindig is en ze zich steeds vaker privé moeten bijverzekeren. In heel wat landen in Europa is de sociaaldemocratie voor wat betreft haar kernprogramma ook ver mee gegaan met de liberale en soms conservatieve partijen, waardoor ze nu vaak met een identiteitsprobleem te kampen hebben. De sociaaldemocratie in Europa heeft daarnaast een aantal debatten gewoon gemist. Hoe omgaan met sociaal-culturele en multiculturele uitdagingen? Het identiteitsdebat waaraan in deze kosmopolitische en

6

’In de jaren 1990 besliste sp.a om te zwijgen over migratie en de islam omdat dat enkel de vijand zou wakker maken en hem zou sterken. Dat is een gigantische vergissing geweest.’ Wim Van Rooy, een Vlaamse progressieve intellectueel, stelt in zijn boek Malaise van de Multiculturaliteit (Acco) dat men door de moslimmigratie zonder meer te slikken, is afgeweken van de principes

Verlichting zoals de scheiding van Staat en de gelijkheid van man en vrouw. Hoe denkt u hierover? ‘Ik vind het zeer goed tot fantastisch dat steeds meer progressieve intellectuelen dat thema naar voor brengen. De sociaaldemocravan de

Kerk

en

Doorbraak

hopeloos verdeeld en indien de sp.a zou kiezen voor een hoofddoekenverbod, dan zouden andere socialisten hen zeker verwijten rechtspopulistisch te zijn en het Vlaams Belang achterna te lopen. Ik vind dat jammer, maar het verklaart mee waarom dezelfde partij in Gent en Antwerpen telkens een ander standpunt inneemt.’ Hoe denkt u over een hoofddoekenverbod? ‘Persoonlijk ben ik er geen voorstander van.

mei 2010


Kan

een socialist volgens u nationalist

zijn en omgekeerd?

‘Bart De Wever zei me ooit dat nationalisme geen ideologie is en ik denk dat hij gelijk heeft. Het is een strijd om natie en staat te doen samenvallen, maar over de keuzes die in de samenleving worden gemaakt, zegt het niets. Ik denk dan ook dat er niets op tegen kan zijn om als socialist ook nationalist te zijn. Ik begrijp niet waarom men daar zo moeilijk over doet en ik vind het onterecht dat men aan de linkerzijde elke nationalistische partij of beweging

[Foto © Doorbraak - Wart Van Schel]

Ik heb bijvoorbeeld nog nooit een overtuigend antwoord gekregen op de vraag waarom een overheid wel hoofddoeken in zichtbare functies mag verbieden en een werkgever niet. De Antwerpenaars willen burgers niet afschrikken door een vrouw met hoofddoek achter het loket, maar een zelfstandige met een publiek gaande van Arabieren tot Joden moet die vrouw met hoofddoek wel aanwerven. Die zelfstandige heeft gelijk als hij dat niet begrijpt. De overheid moet in deze het goede voorbeeld geven en dus moet je zeggen dat er niet mag worden gediscrimineerd.’

CARL DEVOS: ‘Ik kan heel veel argumenten en wensen van het Vlaams-nationalisme goed verstaan en onderschrijven.’

Hoe schat u de Vlaamse Beweging en het Vlaams-nationalisme in? ‘Globaal genomen is het kwantitatieve aandeel Vlaams-nationalisten in de bevolking relatief beperkt. Er zijn veel kiezers die meer Vlaanderen willen, maar daarom nog geen nationalisten zijn. De groep van nationalisten is echter

‘Nationalisme is geen ideologie.’ afschildert als per definitie asociaal en niet solidair. Ik vind net als Eric Defoort, de vorige voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging, dat een oplossing voor dit perceptieprobleem nodig is en er een brug moet worden gemaakt.’ Als

het nationalisme geen ideologie is,

heeft het dan nog een toekomst in een

onafhankelijk Vlaanderen? ‘Eens de natie een staat heeft, is het voor de nationalistische bewegingen over en moet er druk worden gediscussieerd over hoe die staat eruit moet zien. Op dat ogenblik heeft het nationalisme iets anders nodig en dan wordt het interessant. Bart De Wever is wat dat betreft, denk ik heel goed bezig. Hij bewandelt twee lijnen en vult zijn nationalisme in met wat hij een soort conservatief weldenkend gezond verstand noemt. Ik heb het ooit “compassionate conservatism” genoemd. Conservatieven met een hart voor ecologie en sociale solidariteit. Niet dat koude, rechts-extremistische conservatieve.’

mei 2010

zeer actief. Ze komt veel in het publieke debat en is zeer gemotiveerd, maar er zit ook een publiek bij waar ik het soms lastig mee heb. Wat ik soms vanuit de Vlaamse Beweging over me heen krijg ...’ Wat

is de oorzaak van de klaarblijke-

lijke afkeer van links voor de

Vlaamse

Beweging? ‘Er was lang een theoretisch argument om argwanend tegenover nationalistische bewegingen te zijn. Al wat de arbeidersklasse kon verdelen, moest worden ondergronds gehouden. Enkel de spanning tussen arbeid en kapitaal, de fundamentele motor van een samenleving, deed er toe. Nationalisme kon bijgevolg niet worden getolereerd. Na de Eerste en vooral na de Tweede Wereldoorlog werd nationalisme geassocieerd met rechts en extreemrechts en bijgevolg bestond de overtuiging dat nationalisme theoretisch en ideologisch niet bij de eigen ideologie paste. De natuurlijke positieve vooringenomenheid

Doorbraak

ten aanzien van emancipatiebewegingen verviel zo. In Vlaanderen komt daar nog eens bovenop dat het nationalisme gezien wordt als een afscheidingsbeweging waarbij een rijkere regio zich wil ontdoen van een armere regio. Dat vloekt natuurlijk helemaal met de basisprincipes van het socialisme.’ ‘Omgekeerd moet ook worden gezegd dat men in Vlaams-nationalistische partijen nooit echt positief en open stond ten aanzien van linkse mensen. Het is dus van twee kanten gekomen. Intellectueel vind ik dat compleet fout. Ik zie absoluut geen tegenspraak tussen aan de ene kant een nationalistische beweging of partij en aan de andere kant een sociaaldemocratische beweging of partij.’ Ziet

u in

bondgenoot lisme?

Frank Vandenbroucke een van het Vlaams-nationa-

‘Frank Vandenbroucke heeft een aantal keer zijn ontslag aangeboden op het partijbureau en een paar keer had dat te maken met de communautaire koers van de partij. Ik denk dat Vandenbroucke op communautair vlak ver in de voorste linies staat, maar niet wordt gevolgd door het gros van zijn partij. Hij is echter zeker niet een soort paus van de Vlaams-nationale gedachte binnen de socialistische familie. Bovendien is het verkeerd te denken dat de hele sp.a weigerachtig of vijandig staat tegenover een Vlaams programma.’

7


[Interview] Het is dus niet zwart-wit? ‘Inderdaad. Ik wil afstand nemen van de idee als zouden er twee gescheiden werelden bestaan, namelijk een Vlaams-nationalistische en een socialistische. Tussen die twee brede families bestaat er geen Berlijnse muur. Er is veel meer harmonie en symbiose dan we denken op basis van de prototypes en de intellectueel oneerlijke karikaturen die ervan worden gemaakt. Wanneer men als sociaaldemocraat een Vlaams standpunt inneemt, krijgt men helaas vaak zeer snel soms infantiele commentaren over zich heen.’ Op 1

mei presenteert het

Vlaams Belang

zich sedert jaren als de partij van de arbeider.

Een

de sp.a?

realistisch alternatief voor

‘Met Zwarte Zondag maakten vooral SP-kiezers de overstap naar het Vlaams Blok. Het appel-

precies worden uitgeoefend, vind ik niet het belangrijkst. Wel hoe dat gebeurt, met welke beleidseffecten. Als men grote veranderingen, zoals een staatshervorming, voorstelt, moeten die een duidelijk voordeel opleveren. Veranderen om te veranderen vanuit een emotionele verontwaardiging of dogmatisch denken lijkt me niet verstandig. Maar ik vind ook dat er dringend nood is aan een grote staatshervorming én een grondige aanpassing van de financieringswet. Niet alleen omdat sommige bevoegdheden efficiënter door de regio’s kunnen worden uitgeoefend, maar ook omdat de uiteenlopende visies van Vlamingen en Franstaligen op federaal vlak daar in sommige – en helaas steeds meer – beleidsdomeinen elk doortastend beleid onmogelijk maken. De federale staat zit niet enkel in een budgettair keurslijf, ook politiek zit de federatie in een wurggreep zodat die niet fatsoenlijk kan func-

‘Linkse Vlaams-nationalistische bewegingen helpen om aan de linkerzijde de vrees voor alles wat naar nationalisme ruikt weg te werken.’

Hoe kijkt u zelf als analist en sociaaldemocraat aan tegen het Vlaams nationalisme? ‘Vroeger vond ik dat er al voldoende cynisme, antipolitiek en wantrouwen was en ik daar niet nog eens toe moest bijdragen door harde kritiek op het Belgisch model. Ik ben daar van afgestapt en hou me niet langer in. Ik heb geen model te beschermen of aan te vallen, maar ik verzet me wel tegen simplismen. Zoals dat elke regionalisering leidt tot separatisme of dat op federaal niveau nu eenmaal geen enkele bevoegdheid goed kan worden uitgeoefend of op haar plaats is. Ik ben niet emotioneel gehecht aan het federale of aan het regionale niveau. Waar de bevoegdheden

8

tioneren. Ik kan dus heel veel argumenten en wensen van het Vlaams-nationalisme goed verstaan en onderschrijven. Ik zeg wel niet dat alles simpelweg uit principe geregionaliseerd moet worden.’

de

volgens u?

Belgische

federatie

Doorbraak

nog

‘Ik maak me daar dus ook grote zorgen over en denk dat het huidige model niet meer functioneert. Er is iets mis en er moeten drastische veranderingen worden doorgevoerd. Ik vind mezelf geen nationalist, maar als men vindt dat ik het wel ben, dan is dat maar zo.’ Welke rol ziet u weggelegd voor linkse Vlaams-nationalistische bewegingen zoals de Vlaams-Socialistische Beweging, Meervoud enzovoort? ‘Ze kunnen niet wegen op het regeerakkoord en zelfs niet op het programma van een partij, maar ze kunnen wel de geesten van leden, militanten en mandatarissen kneden. Op die manier kunnen ze helpen om aan de linkerzijde de vrees voor alles wat naar nationalisme ruikt weg te werken en ze doen dat niet onaardig. Wat betreft de opmaak van hun brieven en teksten is er wel nog werk aan de winkel, maar dat is veeleer een kwestie van middelen.’ 

[] Carl Devos (red.), Rood zonder roest. Een sociaaldemocratie voor de 21ste eeuw. Van Halewyck, 2009.

CARL DEVOS: ‘Ik zie absoluut geen tegenspraak tussen aan de ene kant een nationalistische beweging of partij en aan de andere kant een sociaaldemocratische beweging of partij.’

[Foto © Doorbraak - Wart Van Schel]

leren van Vlaams Belang aan 1 mei roept voor de socialisten dus telkens pijnlijke herinneringen op. Uit kiezersonderzoek weten we echter dat niemand in het Vlaams Belang echt de partij van de arbeider ziet. Mensen die zulke problemen prioritair vinden, komen niet bij het Vlaams Belang terecht.’

Werkt

mei 2010


[Actualiteit]

Boeiend en vinnig VVB-congres in Etterbeek

Vlaamse staatsvorming prioritair, met Brussel als het kan ‘Zegt Vlaanderen Brussel adieu?’. De vraag waarmee Knack dezer dagen breed uitpakt in de bladpromotie was alvast ook de politieke vraag waarrond de Vlaamse Volksbeweging (VVB) op 24 april in Elsene een Brusselcongres organiseerde. De VVB beantwoordt ze met een voorwaardelijke boodschap: ja, liefst mét Brussel, maar we laten er ons niet door chanteren. JAN VAN DE CASTEELE De VVB vond het tijd om de standpunten en besluiten van een Brusselcongres in 1994 (http://www.vvb.org/congres/brussel.htm) te actualiseren. Dat gebeurde in Elsene met vijf resoluties, waarrond een stevig, maar hoffelijk debat werd gevoerd. Het congres was voorafgegaan door dertien vergaderingen. Peter De Roover, politiek secretaris van de VVB, zat het congres voor. Hieronder een beknopt overzicht. Ja, maar ... Voor de VVB is de Vlaamse onafhankelijkheid prioritair. Brussel blijft een deel van Vlaanderen (resolutie 1). Een amendement om Brussel los te laten, werd verworpen. De VVB zegt de Brusselse Vlamingen dus vooralsnog geen ‘adieu’. Misschien wel de belangrijkste accentverschuiving van het congres zat in de tweede resolutie: Het zogenaamde ‘probleem Brussel’ mag de Vlaamse staatsvorming niet hinderen. Sommige sprekers wezen op een mogelijke tegenstrijdigheid tussen deze en voorgaande resolutie. Vooral Brusselse VVB’ers vonden die resolutie te ver gaan. Zonder Brussel zouden we wel eens ‘een afschuwelijk gat’ in Vlaanderen kunnen snijden. ‘Brussel kan Vlaanderen niet chanteren’, is echter voortaan het uitgangspunt. De congresvoorzitter vergeleek met Ierland, dat onafhankelijk werd zonder te wachten op Ulster. ‘Als Brussel (19) aan het einde van het onafhankelijkheidsproces niet voor het Vlaamse project kiest, mag dit ons doel – dat Vlaanderen volledige zeggenschap krijgt over essentiële zaken als economie en politieke besluitvorming – niet in de weg staan.’

mei 2010

Brussel, hoofdstad De stad Brussel blijft de hoofdstad van de staat Vlaanderen (res.3.1). Opnieuw volgde een vinnig debat over het vasthouden aan Brussel. ‘Vlaanderen moet die hoofdstadkeuze later zelf kunnen bepalen’, klonk het ook. De resolutie werd toch goedgekeurd, weliswaar met een kleinere meerderheid (60 %). Voor de VVB blijven inwoners van de 19 Brusselse gemeenten, ook diegene die administratief kiezen voor de Franse taalrol, Vlaamse burgers (res. 3.2). De taal die inwoners van de Vlaamse staat in hun persoonlijke levenssfeer spreken, doet er niet toe. Vlaming en Franstalig, het een sluit het ander niet uit. Brussel (19) krijgt een gewaarborgd tweetalig statuut, dat – veel strikter dan nu het geval is – zal worden toegepast (res. 3.3). Sommige congresgangers wezen op mogelijk nefaste gevolgen (tweetalig Vlaams Parlement, verdere verfransing rond Brussel, problemen met het minderhedenverdrag, kortom: ‘brandstof’ voor de francofonen). De Roover deelde dat pessimisme niet omdat de context er helemaal anders zal uitzien binnen een

Doorbraak

Vlaamse staat. De Franstaligen krijgen in Brussel een eigen structuur met bevoegdheden inzake onderwijs, cultuur, welzijn (persoonsgebonden materies), onder gezag van de Vlaamse overheid (res.3.4). Ook hier een aantal kritische vragen (creëert dat geen ‘nieuw soort politiek college’? Moet het Vlaams Parlement in deze niet bevoegd zijn/blijven?). Repliek van de congrescommissie: het gaat om ‘resoluties die slaan op een totaal andere situatie, waar we niet meer gevangen zitten in een Belgische context’. Assertiviteit Het VVB-congres roept de Vlaamse overheid op om intussen een assertieve en aanwezigheids- en communicatiepolitiek te voeren, met een duidelijk herkenbare Vlaamse dienstverlening (res.4). Veel applaus was er voor een oproep voor een steviger repliek tegen instellingen als de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS), ‘waar met Vlaamse subsidies ronduit een anti-Vlaams beleid wordt gevoerd.’ Ten slotte wil de VVB dat Vlaanderen, ook als Brussel geen deel zou uitmaken van de Vlaamse staat, alle inwoners van Brussel het Vlaamse staatsburgerschap aanbieden. Brusselaars spraken van ‘een zoethoudertje’ voor de Brusselse Vlamingen. Uiteindelijk werd ook die resolutie aangenomen. Slotsom: de VVB heeft haar Brusseldebat (o.m. door Frans Crols en Johan Van den Driessche recent weer geactiveerd) rustig afgewerkt. Het was na 16 jaar een actualisering, vast geen eindpunt. 

[] www.vvb.org/actueel

9


[Politiek]

Marc Reynebeau en Peter De Roover in debat

Genoeg verschil, genoeg identiteit? Hoe stevig zijn de argumenten voor een Vlaamse staatsvorming? De politieke, sociaaleconomische en culturele verschillen tussen noord en zuid in dit land zijn gekend. Hierover schreef Marc Platel naar aanleiding van de publicatie van Marc Reynebeaus Geschiedenis van België: ‘Reynebeau weet dat wel, maar doet er niets mee’. Stof voor een kop-tegen-kopgesprek, einde maart in Gent. Een van de opiniemakers van De Standaard zit er tegenover Peter De Roover, politiek secretaris van de Vlaamse Volksbeweging. We peperen de vis met het potje ‘België, splitsen dat ding. Genoeg verschil, genoeg identiteit.’ Of niet, Marc? JAN VAN DE CASTEELE

[Foto © Reporters]

Reynebeau (MR): ‘Ja, er zijn verschillen, maar die bestaan ook tussen de stad en het platteland, of tussen Gent en Sint-Martens-Latem. En dan? Bepalen die het arbeidsmarktbeleid, dat zo vaak naar voor geschoven wordt als argument voor een economische opdeling? Ik zie rond grote steden een tendens naar meer samenwerking in stadsgewesten bijvoorbeeld. Nog meer splitsen, dat is de andere richting uitrijden toch?’ De Roover (PDR): ‘Dat komt erop neer dat je met je ‘stadsgewesten’ aan de besluitvorming nog maar eens een niveautje wil toevoegen, tussen gemeenten, provincies, Vlaanderen, België en Europa in? Dat lijkt me geen goed idee. Tussen steden en gemeenten en het hogere Europese niveau volstaat één niveau. Een Vlaams met zes miljoen of een Belgisch met tien miljoen. Eén van beide is overbodig. Het Belgische, dat vierkant draait. Ontmantel dat en je elimineert veel complexiteit, touwtrekkerij, negatieve concurrentie.’ MR: ‘Dat is een post factumredenering, waarin je de verschillen binnen Vlaanderen verdoezelt. Een stadsgebied als Gent en de buitengebieden hebben ook wel andere prioriteiten, noden, behoeften. Ga je die dan ook splitsen?’ PDR: ‘Natuurlijk zijn er binnen Vlaanderen verschillen, en binnen Gent ook. Maar je hebt een hoger beleidsniveau nodig, bij voorbeeld voor een efficiënte sociale zekerheid.Vlaanderen en Wallonië hebben – onder meer daar – andere prioriteiten.’ MR: ‘En wat doe je dan met Brussel? Als de Vlamingen daar niet worden ‘achtergelaten’, is dat onoplosbaar. Dan bots je op absoluut inefficiënte systemen,

PETER DE ROOVER: De Vlamingen kiezen zelf hoe ze de problemen aanpakken, vanuit het motto ‘Wat we zelf doen, doen we zelf’.

10

Doorbraak

mei 2010


[Politiek] zoals dat van de subnationaliteit’ PDR: ‘In ons Vlaams project kiezen de Vlamingen zelf hoe ze de problemen aanpakken, vanuit het motto “Wat we zelf doen, doen we zelf”.’ MR: ‘Mij gaat het niet om voor of tegen Vlaanderen of België. Dat is een kinderachtige vorm van politiek. Verschillen tussen de deelstaten zijn evident, maar de democratie en het federalisme dienen om net daarmee om te gaan. Waarom een kleine staat als België nog eens splitsen als we internationaal in een context zitten waarin samenwerking, bijvoorbeeld naar meer Europa, primeert?’ PDR: ‘Precies wegens statistisch aantoonbare verschillen. Doorbreek de wurggreep waarin Vlamingen en Walen/Franstaligen elkaar houden. Stop de obstructie.’ MR: ‘Vreemd toch, dat jullie er blijkbaar van uitgaan dat élk probleem kan worden weggewerkt door te splitsen. Van Franstalige dominantie is vandaag toch geen sprake meer? De Vlamingen zijn van hun minderwaardigheid verlost. Het gaat heel erg kort door de bocht om te doen alsof er slechts één grote breuklijn in het land bestaat, dat dit met een splitsing zal worden opgelost en dat aan beide kanten van de taalgrens homogene, onderling fundamenteel verschillende publieke opinies bestaan. Dat is niet zo, de samenleving is daar veel te complex voor. En je krijgt het zelfs om de zeer weinig heroïsche reden Brussel niet opgelost.’ PDR: ‘Er zijn in de maatschappij nu eenmaal verschillen: mannen versus vrouwen, stad versus platteland, jong versus oud, gelovig versus ongelovig, Vlaanderen versus Wallonië ... Die laatste kloof is ook fundamenteel. We kunnen, als we dat al zouden willen, geen land maken van mannen en een van

vrouwen, geen land maken van stad en een van platteland, maar wel een van Vlamingen en een van Walen. Welke zin heeft het permanente conflict tussen Vlamingen en Walen in het democratische werkhuis overeind te willen houden? Laat beiden hun eigen beleid voeren, dan is er alvast één politiek probleem van de baan. En extra tijd voor andere maatschappelijke vraagstukken.’

verdwijnen, lees ik ook in uw geschriften. Helaas voor u: die verdwijnen niet, er komen er nog bij.’

MR: ‘Gaat een splitsing dan om bestuurlijke efficiëntie of om specifieke ideologische doelstellingen? Separatisten doen daar zeer dubbelzinnig over, vooral door over het tweede niet te spreken. Politieke conflicten zal je altijd hebben. Je beheert de diversiteit tussen mensen niet goed als je die uit de weg gaat door altijd maar verder te splitsen, wel door te zoeken naar een redelijke consensus. Van voor 1970 zitten we in een traag evoluerende federalisering om de context voor die consensus te reorganiseren. Daarom ben ik ook voor een verdere staatshervorming. De natiestaten – en dat geldt net zo goed voor België als voor een Vlaamse staat – hebben hun tijd gehad. Wie mondiaal nog wat wil betekenen, moet zich ook op die schaal organiseren, bijvoorbeeld in de Europese context.’

Doorbraak: ‘Terug naar die verschillen: die zijn merkbaar in zowat elke maatschappelijk discussie. De ‘gesplitste’ keuze voor ‘De grootste Belg’ is symbolisch, maar relevant: Vlamingen en Walen kiezen in hun toptien maar drie ‘gemeenschappelijke’ figuren (Merckx, Damiaan, Brel). Taal, media, cultuur, politieke landschap, economische ontwikkeling, de ‘kloof’ is groot ...’

PDR: ‘Je bent er dus voorstander van dat de macht naar boven wordt weggezogen?’ MR: ‘Europeanisering sluit de lokale democratie toch niet uit? Het is net door de democratie niet grootschaliger te organiseren, dat er geen politiek tegengewicht bestaat tegen bijvoorbeeld het wilde kapitalisme dat de bankencrisis heeft veroorzaakt.’ PDR: ‘In Europa kunnen we efficiënt dingen organiseren die boven burger, stad of gemeente en gemeenschap uitgaan, maar precies het Belgische niveau daartussen is overbodig. Het gaat over de vraag: wat zijn de bouwstenen van Europa? De natiestaten

MR: ‘Maar die verliezen duidelijk aan belang.’ PDR: ‘Vlaanderen kan perfect meedraaien in Europa. Wij hinderen de Walen en de Walen hinderen ons, zo simpel is dat. Los dat probleem al op ...’

MR: ‘Als je voor die Grootste Belg rekening houdt met de zeer uiteenlopende manier waarop de Vlaamse en Franstalige lijstjes tot stand kwamen, vielen die verschillen nog erg mee. Natuurlijk bestaan er verschillen, maar alleen daar de klemtoon op leggen, is werken met grove abstracties en negeren dat er overeenkomsten zijn. En je draait jezelf een rad voor de ogen als je daarbij suggereert dat er in Vlaanderen een homogene publieke opinie zou bestaan. Het verschil in werkloosheid is er, maar is dat een ‘genetische trek’ van de Walen? Het bestaat net zo goed in Oostende.’ PDR: ‘Maar die economische kloof is wel erg meetbaar. En het verschil in politieke voorkeur ook. Uw probleem is dat ik die verschillen waar u mee wilt vergelijken niet ontken. De publieke opinie kiest voor andere partijen, andere meerderheden in Vlaanderen en in Wallonië, dat is geen ‘genetisch gegeven’ – we zijn niet gek – maar een realiteit, punt. De verschillen bewijzen manifest dat we hier leven met een gelaagde identiteit: ik ben ‘ook’ een Vlaming.

Federale kieskring Doorbraak: ‘Voorstanders van federalisme en voorstanders van staats(her)vorming zijn het al lang oneens over de aanpassing van de kieswet. Met name in federale kieskringen zou de vervreemding tussen Vlamingen en Franstaligen minder groot worden.’ MR: ‘Wellicht is dat inderdaad een goede oplossing: de federatie zo beter doen werken. Of dat een succes zal worden, weet ik niet. Grote kanonnen als Michel, Verhofstadt, Dehaene zouden wellicht goed scoren over de taalgrens. Alvast zou dat een manier zijn om de politici en partijen ertoe te verplichten om meer

mei 2010

rekening te houden met de totaliteit van de federatie.’ PDR: ‘Dat lijkt me vooral een utopie. Trouwens, de PS mag hier in Vlaanderen nu al opkomen. Ik wens ze veel succes. Bovendien: de technische voorstellen daarover rammelen aan alle kanten en de essentie is niet de twee kieskringen, maar de splitsing van de politieke partijen. De Franstaligen hebben daar overigens zelf voor gezorgd. Zij hebben de stop uit de fles getrokken, omdat ze de indruk hadden dat ze in unitaire partijen werden gedomineerd door de talrijker Vlaamse vleugel.’

Doorbraak

11


[Foto © Reporters]

ter beleid voeren, op werkelijk alle terreinen: arbeidsmarkt, justitie, veiligheid, pensioenen. Want neem die ene, overbodige tegenstelling weg, dan wordt besturen – in dit geval op Vlaams niveau – een stuk makkelijker.’ MR: ‘O ja? En hoe weet jij dat? Bestaat daarover een consensus in Vlaanderen? Ik betwijfel dat ten stelligste. Het is een illusie te denken dat elk probleem is opgelost door het communautair te splitsen.’ MARC REYNEBEAU: Het is een illusie te denken dat elk probleem is opgelost door het communautair te splitsen.

Een Waal is dat niet. En mijn doen en laten wordt mee gevormd door een Vlaamse culturele, economische en politieke context.’ MR: ‘Over welke identiteit heb je het? Over toch maar een heel beperkt deel daarvan: het linguïstischterritoriale deel daarvan. En dan nog verbindt wat jij ‘mijn groep’ noemt, daar heel diverse politieke conclusies aan. Vergeet niet dat het separatisme nog altijd,

politiek en democratisch, een minderheidsstroming is en dat de meerderheid, waartoe ik mij reken, voorstander blijft van een verfijning van het federalisme. Laten we met geduld de communautaire problemen oplossen. Hierin verschil ik van jullie. Ik wil overbodige stappen vermijden. Een Vlaamse onafhankelijkheid als tussendoortje lijkt me verspilde energie.’ PDR: ‘Een zelfstandig Vlaanderen kan een efficiën-

PDR: ‘Neen, maar we kunnen er dan wel in hogere versnelling aan werken. Niemand zegt dat een splitsing alle problemen zou oplossen. België en Vlaanderen zijn vandaag per definitie concurrenten. Schaf dus het Belgische niveau af.’ MR: ‘Waar staat gebeiteld dat bij afschaffing van een van de niveaus het Belgische en niet het Vlaamse moet afgeschaft?’ PDR: ‘Als pragmaticus weet je dat een niveau van zes miljoen inwoners niet moet onderdoen voor een van tien, elf miljoen.’ 

De V-partijen: winst of geen winst? Even liep het gesprek tussen Reynebeau en De Roover ook via concrete politieke gegevens. Tonen de recente verkiezingsuitslagen en het groeiend succes van de V-partijen (VB, N-VA en LDD) aan dat de Vlaamse kiezer meer Vlaanderen wil? PDR: ‘Ja, en ook een onderzoek van Dimarso bevestigt dat.’

MR: ‘Ik betwijfel of dat een grote rol speelde. Dat is in 2007 ook uit de campagne niet gebleken.’

MR: ‘Een van het ISPO van de KU Leuven niet.’ PDR: ‘Het is de essentie van een democratie dat de uitslag van verkiezingen niet ter discussie wordt gesteld. Ik vind het behoorlijk brutaal om de keuze van de kiezer te negeren.’ MR: ‘De kiezer duidt aan wie hem in het parlement vertegenwoordigt. Hiermee is niet gezegd om welke motieven precies hij zijn keuze maakte.’ PDR: ‘Jij beweert graag dat partijen Vlaamsgezind zijn uit populisme, maar tegelijkertijd interesseert het geen hond. Hoe vallen die twee dogma’s te rijmen?’ MR: ‘Alle partijen visten in dezelfde vijver, op zoek naar de talrijke stemmen bij de grote middenklasse en moesten dus heel gematigd en kleurloos blijven. Het communautaire thema is het enige waarvoor je nog iets radicaal kan zeggen in een campagne, om je te onderscheiden van de concurrentie. Dat was het geval met de VLD in 1999 en met CD&V in 2007 ... Veel gedoe rond de Vlaamse Resoluties, of over vijf minuten politieke moed, veel radicaal discours zonder precies te zeggen wat je gaat doen ...’ PDR: ‘Maar ze hebben ook wel gezegd: we willen meer Vlaanderen.’ MR: ‘Gezegd wel, inderdaad. Maar het enige wat hiermee duidelijk moest worden, is dat ze zich radicaal opstelden tegen Guy Verhofstadt. Maar wat ze precies wilden bereiken en vooral hoe, dat bleef allemaal erg algemeen.’

12

PDR: ‘Je vergist je. Guy Verhofstadt, die zijn Vlaamse standpunten achter zich liet en zich almaar meer en bovendien dubbelzinnig profileerde als de ‘flamingante Belg’, heeft zijn positie met dit meer Belgisch-behoudend profiel niet meteen versterkt, integendeel. Hij kon met dat profiel geen verkiezing meer winnen.’

PDR: ‘Jaja, en de sprong vooruit van N-VA had er zeker ook niets mee te maken dat die partij meer Vlaanderen wou? Jouw stelling is een geforceerde paradox, een zeer ingewikkelde redenering die een evidente conclusie moet wegmasseren ...’ MR (kwaad): ‘Je ridiculiseert nu iets wat je niet kent. En wat is dat, ‘meer Vlaanderen’? Een verdere staatshervorming die het federalisme efficiënter moet maken? Daar ben ik ook voor.’ PDR: ‘Waarom wint niemand verkiezingen met meer België? Als je de evidentie van de communautaire impact van de verkiezingen in 2007 (en 2009) wilt ontkennen, dan moet je de verkiezingen maar meteen beter afschaffen.’ MR: ‘Het gaat niet om wat dan ook te ontkennen, maar om de realiteit achter de grove cijfers. De kiezers van die zogenaamde V-partijen, dat zijn lang niet allemaal separatisten. Er zitten bijvoorbeeld veel Belgischgezinden en royalisten bij Vlaams Belang.’ PDR: ‘Nu heb je het wel over een recent onderzoek dat ik erg goed ken. Het grootste deel van de separatisten zat precies bij Vlaams Belang. En wie beweert dat kiezers van Vlaams Belang of N-VA geen weet hebben van hun Vlaamse standpunten, verslijt de kiezer toch wel voor heel dom.’

Doorbraak

mei 2010


[Politiek]

CGKR ontevreden met kritische doctoraatsverhandeling

Een wet die meningen beteugelt De Vlaamse overheid en de bedrijven, allebei zitten ze om geld verlegen. Minister-president Kris Peeters kondigde onlangs aan dat de Vlaamse regering 800 miljoen euro gaat lenren via een rondetafelconferentie. Het nieuwe Agentschap Ondernemen moet die taak verder afwerken

[Foto © Reporters]

Roger Van Houtte

Johan Leman wil niet dat het onderzoek het Vlaamse daglicht ziet.

De kans is groot dat u er niet veel over hebt vernomen, want de media bleven overwegend stom over het doctoraat van Jogchum Vrielink (KU Leuven). Het onderwerp was nochtans van maatschappelijk belang en de conclusies waren veelzeggend. Rechtsantropoloog Jogchum Vrielink maakte een uitgebreide studie over de manier waarop de Belgische antiracismewet van 1981 en de negationismewet van 1995 worden toegepast. Hij analyseerde rechtspraak en rechtsleer en ging ook spreken met aangeklaagden en klagers. Hij formuleert in zijn doctoraat aanbevelingen om de wet te hervormen en vindt dat de rol van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) moet worden geherdefinieerd. Dat laatste was er misschien te veel aan. Kritische bedenkingen over de rol van het CGKR plaatst men blijkbaar nog steeds graag in een verdachte hoek. Toch zweeg niet iedereen. John De Wit, journalist van Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg, plaatste een uitgebreide en uitstekende bespreking van het doctoraat op zijn expertenpagina op de webstek van Gazet van Antwerpen (1). Nog een uitzondering: radiomaker Jean-Pierre Rondas had met Vrielink een gesprek van een uur in zijn zondagsprogramma op de VRT-zender Klara (2). Maar voor de rest bleef het heel stil in de media. Ze gebruikten nog

mei 2010

niet eens het summiere Belga-bericht. Dat belette niet dat Johan Leman, gewezen directeur van het Centrum, meteen in de pen klom. Hij schreef op de website van de Foyer: ‘Wat de betrokkene, Jogchum Vrielink en zijn promotor, prof. M.-C. Foblets, ook mogen bedoeld hebben ... uiteraard dragen ze een flink stuk verantwoordelijkheid in de resumé die over dit onderzoek gemeengoed zal worden in Vlaanderen’ (3). Daaruit concludeerde Rondas: ‘Blijkbaar wil Johan Leman niet dat resumés van dit onderzoek het Vlaamse daglicht zien’. Hoe dan ook, gemeengoed werd het zeker niet, want er volgde een opmerkelijke mediastilte. Misschien verandert dat nog, want er is al aangekondigd dat het doctoraat Van haat gesproken? binnenkort in boekvorm verschijnt bij Maklu. Hoe schokkend? Wat was er dan zo schokkend aan de studie van Vrielink? Volgens de onderzoeker wordt de antiracismewet veel te ruim en vaak ongrondwettig toegepast. Het Hof van Cassatie en het Grondwettelijk Hof interpreteren de antiracismewet van 1981 erg verschillend. Het Grondwettelijk Hof meent dat er bij misdrijven zoals het ‘aanzetten tot haat’ een aantoonbaar opzet moet zijn. Het Hof van Cassatie en de meeste correctionele rechters houden daar geen rekening mee. Zij vermoeden de kwaadwilligheid, maar tonen ze niet aan. Vrielink verkiest duidelijk de visie van het Grondwettelijk Hof. Ook in het beruchte Vlaams Blok-arrest van het Gentse Hof van Beroep werd een massa aan citaten opgesomd en alle citaten werden strafbaar geacht. Zo werd het voor de veroordeelden wel heel gemakkelijk om te verklaren dat ze veroordeeld zijn voor futiliteiten. In het grootste deel van de straffen (80 %) gaat het om de beteugeling van uitspraken en slechts in be-

Doorbraak

perkte mate om discriminerend gedrag. Terwijl de wet vooral was bedoeld om de daden te beteugelen, niet de meningen. Vrielink vindt ook dat het CGKR duidelijk moet maken waarom het zich in een zaak burgerlijke partij stelt en in een andere zaak niet. De onderzoeker zou het zelfs beter vinden dat het CGKR die bevoegdheid niet meer opneemt en zich concentreert op de andere belangrijke taken die het heeft. Vrielink is zeker niet de vijand van het Centrum. Niemand tevreden Uit gesprekken met klagers en aangeklaagden blijkt ook dat vrijwel niemand tevreden is. De klagers zijn teleurgesteld over wat met hun klacht is gebeurd. Vele klagers, ook zij die zelf slachtoffer waren, hadden liever een of andere vorm van bemiddeling gewild. Maar dat wordt in racismezaken nauwelijks toegepast . Vrielink deelt de aangeklaagden in in drie groepen: ‘overtuigingsdaders’, die vaak nazistisch of religieus geïnspireerd zijn; de ‘instrumentalisten’ die de grens van de wet aftasten, en de ‘incidentalisten’, mensen die slechts eenmalig betrokken zijn bij racistische uitlatingen. Voor de eerste groep haalt de antiracismewet niets uit. Een veroordeling werkt zelfs versterkend. Ook de tweede groep verandert niet van mentaliteit. Voor de derde groep is de ervaring traumatiserend. De gevolgen voor deze mensen staan vaak buiten proportie. Sommige veroordeelden werden ontslagen of gingen failliet of zagen hun relatie gebroken. Hun ervaringen met het CGKR, dat hen ook niet hoorde, zijn zeer negatief. Het effect is dus ontgoochelend. 

[] www.gva.be/dekrant/experts/johndewit http://radio.klara.be/radio/10_herbeluisteren. php?code=RON (3) www.foyer.be/spip.php?page=article&id_article= 7862&recherche=Vrielink&lang=nl&id_rubrique=6 (1) (2)

13


[Vrijspraak] Peter De Roover

Blauwhelmen, nu! Nog recent getuige geweest van een frisse caféruzie? Nog viswijven elkaar horen uitschelden de laatste tijd? Ik niet, maar aan mijn behoefte aan primair gekrijs werd meer dan voldaan op wat als een hoger echelon mag worden beschouwd. We hebben het over kamerleden, een functie in Nederland graag met de aanspreking ‘geacht’ voorafgegaan. Over de heer Maingain bijvoorbeeld die de niet-benoeming van weerbarstige kandidaat-burgemeesters in drie faciliteitengemeenten fijnzinnig vergeleek met de Duitse bezetting. Variatie op het Brüssel Jamais-thema. We hebben het over journalisten bij Franstalige kwaliteitskranten. Over Christian Laporte bijvoorbeeld, pennenvoerder voor het gerespecteerde La Libre Belgique, die de houding van de Vlaams-Brabantse burgemeesters vergeleek met het optreden van Israël tegen de Palestijnen. We hebben het over Franstalige kwaliteitskranten als zodanig. Zoals Le Soir dat een prent van een Nigeriaans massagraf een passende illustratie vond bij een commentaar over het Vlaamse woonbeleid, van de hand van een mensenrechtenspecialist nota bene. Deze voorbeelden mogen volstaan om vast te stellen dat de waarden van de Verlichting bij onze francofone land(sic)genoten(resic) ook vandaag nog hoogtij vieren. Wie mocht menen dat de beschaving helemaal aan het Vlaamse boerenland voorbij is gegaan, vergist zich. Douglas De Coninck, journalist bij De Morgen, bracht een door nuance en inlevingsvermogen gekenmerkt stuk onder de titel De correcte term is broodroof. Daarin

noemt hij Vlaams-Brabantse burgemeesters die het Vlaamse karakter van hun gemeente willen bewaren ‘maffiabazen’. Wat weerhoudt de Académie Française ervan De Coninck van De Morgen op te nemen in haar rangen? Waaraan maken de onverlaten die genoemde negorijen leiden zich schuldig? Ze vragen dat nieuwe inwoners de bereidheid te kennen geven Nederlands te leren. Die wordt weliswaar nooit getoetst, het engagement volstaat. Pure maffiapraktijken. Men herbekijke de The Godfather-films, waar Marlon Brando gestalte geeft aan zo’n Michel Doomst-type. Of Hoffa, met Jack Nicholson in de rol van Dirk Brankaer. Hoelang nog voor kalasjnikovs van Kuregem naar Vilvoorde worden versast door gemeentearbeiders tijdens een operatie bij regen en ontij? Tegen die verfijnde benadering staan de brutaliteiten waaraan de Vlaamse Beweging zich schuldig maakt in haar aangeboren zucht tot extremisme. We kunnen verwijzen naar persmededelingen, pamfletten en zowaar nu en dan een spandoek. Er lopen in dat onfrisse biotoop zelfs ongure figuren rond die erop aandringen dat een parlementaire meerderheid een wet goedkeurt over de splitsing van BHV! Hoe geloofwaardig is een internationale gemeenschap die troepen stuurt naar Afghanistan, maar weigert blauwhelmen te zenden naar de vergaderingen van het Halle-Vilvoorde Komitee? Wat een aanfluiting dat Obama, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, geen resolutie indient tegen de Vlaamse regering in de VN-Veiligheidsraad. La lutte continue. 

[Mediawatcher] Frank Thevissen

BHV: Beroepsjournalisten, Hermans & Verstrepen ‘Moesten jullie nu een keer als journalist jullie werk doen (...) en zelf onderzoeken dan moet ik mijn werk niet doen’, snauwde Jean-Marie Dedecker vorig jaar in april naar Marc Vandelooverbosch in De Zevende Dag toen die laatste de LDD-voorzitter in volle uitzending koud pakte in het privédetectivedossier. En kijk, nog geen jaar later krijgt Vandelooverbosch lik op stuk van LDDparlementslid Jurgen Verstrepen en ex-Open Vld-parlementslid Margriet

14

Hermans in de vorm van het gloednieuwe televisieprogramma Verstrepen & Hermans. Je zal het toch maar meemaken: terwijl Indra Dewitte zich in De Zevende Dag bezig houdt met het kaasgehalte van de kaaskroketten en promotie van de nieuwe cd’s van het Vlaamse artiestendom en Alain Coninx de macrobiotische keuken uittest, kapen twee politici De Zevende Dag met de duidelijke ambitie om de strijd aan te binden met het kwakkelende programma

Doorbraak

mei 2010


[Sprekershoek] Jacques claes

Over muren gesproken In muren zijn er soorten. Sommige kunnen nog net, de allermeeste zijn niet te pruimen. Je hebt natuurlijk de Chinese Muur: een enorm litteken van verweer, over en weer, toen, op de gave oostelijke kaak van de wereld. Zelfs astronauten kunnen er niet meer naast kijken. Maar goed, die muur is geen muur meer, maar een monument. De muur in Berlijn is een ander paar mouwen. Men heeft hem gesloopt. Wie had daar niet bij willen zijn, die negende november 1989 (precies tweehonderd jaar na het openbreken van de Bastille in Parijs)? Maar in onze verbeelding blijft hij overeind als wurgend symbool voor stervende vrijheid. En wat te zeggen over de onbeschaamde muur die wordt neergekwakt, loodzware betonsegmenten van acht meter hoog, tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever? Zelfs wie in dezen zwijgt, ontkomt niet aan huivering over deze wurggreep. Om kort te zijn: de moderne en postmoderne, om vrijheid zuchtende geëmancipeerde mens houdt niet van muren. Muren beklemmen, verminken, houden weg van het ruime sop. Je raakt het zeegat niet uit. En dan de paukenslag: in dat ongelooflijke, zeg maar buiten-gewone Vlaanderen van ons huldigen, koesteren wij muren. Of tenminste één muur: die van Geraardsbergen. Wij moeten de Pyreneeën niet meer over naar Compostela. Wij hebben de net genoemde muur op weg naar Meerbeke. Het gaat daar niet meer te voet, maar op pedalen: liggen overigens op dezelfde hoogte. Strenge muren hebben altijd torens voor bewakers. De muur van Geraarsbergen kan toch niet achterblijven, heeft ook een torentje, dat van

het kapelletje van O.-L.-Vrouw van Zeven Weeën. Een muur beklimmen is geen sinecure. Men kan hier nauwelijks nog spreken van een uitje of een rit. Dit is een kreunende bedevaart geworden: met zijn negentienduizend waren we daar. Een tsunami van muur-huldigers. ‘By the way’, is dit nog normaal? Ik weet het: zich identificeren met iemand of iets is een niet te stelpen drang in de mens. Maar zich vereenzelvigen met iemand – een held? – die de muur aankan, is vreemd. Voor hier of daar een zonderling, oké. Maar met zijn negentienduizend, kom nou. Individueel kan men hysterisch worden, daar heeft Freud het uitvoerig over. Maar met zijn allen samen ook? Nee, voor Vlaanderen geldt een speciale uitleg. Andere volkeren slopen muren of laten ze staan als overbodig monument. Wij huldigen muren omdat muren symbool zijn voor weerstand die moet worden overwonnen. Gedroomd decor voor het fenomeen dat flandrien heet. Er worden daar nu weer documentaires over gemaakt: wanneer ze hun mond open doen, versta je ze niet altijd, maar van hun gezichten – of zijn het van stof en strijd gemerkte tronies? – worden we trots en sterk. Die gezichten – je gaat bijna denken aan het zweetdoek van Veronica – zijn even doorgroefd als de kouters waarop hun vaders zwoegden. Hebben wij nog echte flandriens? Zwitsers weten jammer genoeg ook wat muren van bergen zijn. Heer, gun ons, geef ons tenminste nog politieke flandriens, die onverzettelijk zijn in het overwinnen van politieke en constitutionele bergen: veto’s, alarmbellen (een hele beiaard) en alles overstemmende non-aria’s. 

dat ooit als gedegen actualiteitsprogramma in de steigers werd gezet. Het is zowel opmerkelijk, cynisch als veelbetekenend dat een actief parlementslid, met een uitgesproken partijpolitiek etiket – zonder noemenswaardig geloofwaardigheidsprobleem – zich nadrukkelijk op het journalistieke terrein begeeft. Zo tracht hij een buffer op te werpen tegen de tanende geloofwaardigheid van de politieke journalistiek, waar een ongezonde netwerkcultuur, verkrampte politieke correctheid, groezelige afspraken, verborgen agenda’s en voorgekauwde items de dienst uitmaken, samen met een slepende stoet van uitgemolken opiniemakers en sufgecommuniceerde politici. ‘Het is belangrijk dat iedereen bij zijn leest blijft’, reageerde Pol Deltour van de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) prompt. Hij noemde het initiatief zelfs ‘gevaarlijk’ en riep meteen op tot reglementering om journalistiek en politiek duidelijk te splitsen. Dat geeft meteen aan hoezeer het initiatief vanuit journalistieke hoek wel degelijk als bedreigend werd ervaren. Deltour zou een punt hebben, had hij zijn uitspraak bijvoorbeeld gedaan naar

aanleiding van de uitzending van Mezzo, waarbij mediaminister Ingrid Lieten begin maart bij wijze van gimmick de presentatie van het Radio 1-programma overnam en op schabouwelijke wijze het hoofdredacteurstrio Thomas Siffer (Story), Peter Vandermeersch (Corelio) en Kris Hoflack (VRT) interviewde – al was het woord ‘tutoyeren’ hier beter op z’n plaats. In ruil mocht Mezzo-presentatrice Ruth Joos voor één dag de job van minister Lieten overnemen. Het werd een jobruil in mineur: ‘Het Vlaams Parlement is geen poppentheater’, wees parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) de radio-omroepster kordaat de deur. Dat de openbare omroep daarentegen zich de misplaatste journalistieke frivoliteit van Ingrid Lieten liet welgevallen, is symbolisch eveneens veelbetekend. Net zozeer als de VVJ geen krimp gaf toen eind 2008 Gazet van Antwerpen-journalist Roger Van Houtte door Concentra zonder aanleiding of motivatie aan de deur werd gezet. 

mei 2010

[] V&H, discussieprogramma is elke zondagochtend tussen 11 en 12 uur live te bekijken op GUNKtv via Telenet Digitaal.

Doorbraak

15


tember 2009 tot maart 2010, de behandeling van 169 dossiers voor een woning of perceel in woonuitbreidingsgebied in 69 gemeenten. Dat worden er nog veel minder als het decreet wordt ‘gerepareerd’, en het daar nog alleen om nieuwe bouwgronden gaat. (Alweer slordig decretaal werk. Bedoeld was blijkbaar alleen ‘nieuw ontsloten gronden’, maar de decreet-

[Foto © Reporters]

Een recente uitzending van Panorama (VRT) leidde tot heel wat verbijstering in Franstalige kringen. Vlaamse burgemeesters uit Vilvoorde, Gooik en Overijse maken afspraken met bouwpromotoren opdat zij hun nieuwe huizen vooral aan Nederlandskundigen zouden verkopen.

] V r i je T r i b u n e [ Vlaanderen, stop uw keizer-kosterbestuur

tatie voor het ter beschikking stellen van kavels tegen de helft van de marktprijs vroeg de gemeente een minimale kennis van de streektaal ‘om in deze sociale verkaveling de sociale cohesie en de integratie te bevorderen’. Het kan echter wettelijk alleen om een ‘inspanningsverbintenis’ gaan, zoals in de wooncode; ‘taalbereidheid’ dus, geen taalkennis. Als gemeenten grond willen verkopen tegen de helft van de marktprijs, dat ze dit dan doen uit hun budget. En als ze de stoerste Vlaming willen uithangen, kunnen ze een ‘taalbereidheidsclausule’ opnemen, ook bij verhuur door hun sociale huisvestingsmaatschappij. Maar laat keizer-koster Vlaanderen dat niet allemaal in decreten en uitvoeringsbesluiten (zonder uitwerking) bepalen. Le Soir publiceerde recent een opiniestuk waarin het Vlaamse woonbeleid in één adem wordt genoemd met etnische zuiveringen in Nigeria en met het verdrijven van priesters uit Marokko (16 maart 2010). De auteur van het stuk schreef over de wooncode, terwijl hij eigenlijk ‘wonen in eigen streek’ wilde hekelen. Hieraan is echter geen enkele taalvereiste gekoppeld. Een Franstalige inwoner uit Oostduinkerke maakt kans er een perceel te kunnen kopen in woonuitbreidingsgebied, een Nederlandstalige inwoner van Oostende niet. Franstalige heethoofden blijven beide reglementen

Waar zijn we mee bezig? De taalbereidheidsregel in de socialehuursector is een dode mus. Het arrest van het Grondwettelijk Hof (10 juli 2008): ‘.. de huurder kan geen enkele resultaatsverbintenis worden opgelegd, zodat noch de effectieve taalkennis, noch het gebruik van de taal, nadat lessen werden gevolgd of een andere leervorm werd gebruikt, door de verhuurder kunnen worden geëist of gecontroleerd.’ (Arrest, B.34.2). De huurder moet dus geen jota Nederlands kennen. Ex-minister Marino Keulen, Vlaams Parlement, 10 maart 2010, over die ‘taalbereidheid’: ‘Het moet gaan over een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis. Dat was de basis waarop wij de Raad van State én het Grondwettelijk Hof én alle juridische instanties konden trotseren.’ De instanties ‘getrotseerd’, met een symboolmaatregel, die alleen de toets van het Grondwettelijk Hof overleefde, als hij geen enkel gevolg heeft. Waar zijn we mee bezig? ‘Wonen in eigen streek’, met provinciale commissies, extra notariswerk en -kosten, lijsten van gemeenten waar de maatregel van toepassing is en die om de drie jaar kunnen wijzigen ... Voor hoop en al, van sep-

16

Philippe Van Den Abeele

uitgever Nieuw Pierke – Forum over democratie tekst spreekt van ‘gronden en daarop opgerichte constructies’. Leest daar dan niemand de teksten die ze goedkeuren?). Er zijn in dit land jaarlijks honderdduizenden immobiliëntransacties. Moet men nu ook al decreten maken die per jaar op enkele tientallen personen van toepassing zijn?

voortdurend door elkaar halen om te bewijzen hoe fascistisch Vlaanderen wel is. Bij tienduizenden vastgoedtransacties per jaar alleen al in VlaamsBrabant kan elke anderstalige er een woning of een appartement kopen of huren op de vrije markt, zonder ‘taalbereidheidsclausule’. Men zal dus de

‘Wonen in eigen streek’? Weg ermee! Centralistische overheid ‘Taalbereidheidsregel’ in de wooncode, ‘Wonen in eigen streek’: weg ermee. Voor efficiënter bestuur. Het zijn keizer-kosterregels van een centralistische overheid. Er is hier geen Vlaamse regelgeving voor nodig, evenmin als voor de sociale koopsector. Zaventem paste in 2007 een gemeentereglement toe waarbij aan kopers van sociale kavels een zogenaamde ‘taalvereiste’ werd gesteld. Als tegenpres-

Doorbraak

verfransing niet tegenhouden door ‘taalbereidheid’ te eisen voor 150 sociale kavels (Zaventem), voor een vijftigtal woningen (Gooik) of vijftien sociale woningen per jaar (Vilvoorde). Als we die rommelwetgeving afschaffen, krijgen we er als premie bovenop dat ze niet meer kan worden misbruikt om de Vlamingen voor ‘geweldloze fascisten’ uit te maken.

[] www.nieuwpierke.be/forum_voor_democratie

mei 2010


[Economie] Ook ouderenwerkloosheid groter probleem in Wallonië dan in Vlaanderen

Wallonië zit met een dubbel probleem Het is een klassieke vaststelling: Wallonië kampt vooral met een hoge jongerenwerkloosheid, Vlaanderen heeft vooral een probleem met 55-plussers die zeer moeilijk aan de slag geraken. Is hiermee de balans in evenwicht? Geenszins. Verhoudingsgewijs heeft Wallonië niet meer werkende 55-plussers die bijdragen tot de sociale zekerheid dan Vlaanderen. Wallonië zit dus met een dubbel probleem.

FAH Vandaar dat Vlaanderen pleit voor het voeren van een beleid gericht op de activering van oudere werklozen. Aan Franstalige kant ligt dan weer de nadruk op jongerenbanenplannen. Franstalige politici wekken vaak de indruk dat ouderenwerkloosheid bij hen geen probleem is. Ze gaan zelfs nog een stap verder: omdat vooral in Vlaanderen 55-plussers vervroegd uittreden, betekent dit dat Vlamingen in de toekomst steeds meer een beroep zullen doen op brugpensioen en andere vormen van vervroegde uittreding. En dat betekent dus dat Vlaanderen een groter deel van de RVA-uitgaven zal binnenrijven. ‘Een vorm van Waals-Vlaamse solidariteit’, hoort men dan aan Franstalige kant zeggen, ‘want de Walen maken veel minder gebruik van bijvoorbeeld brugpensioen.’ Vergissing Het klopt dat er in Vlaanderen 80 000 bruggepensioneerden zijn die zich niet meer moeten aanbieden op de arbeidsmarkt, tegenover 32 000 in Wallonië. En ook halftijds of viervijfde tijdskrediet is vooral in Vlaanderen een succes. 88 000 Vlamingen doen er een beroep op tegenover 30 000 Walen. Daarin zitten veel oudere werknemers die tijdskrediet beschouwen als een uitlopen naar het pensioen. Maar de situatie is in Wallonië even erg, zo niet erger dan in Vlaanderen. De werkgelegenheidsgraad voor ouderen (55-64-jarigen) steeg in België van 26 % in 2000 tot 34,4 % in 2007 en tot 34,5 % vandaag. Slechts eenderde van die leeftijdsgroep is aan het werk, of ongeveer 10 % minder dan het EU-gemiddelde van 45,6 %. De EU-doelstelling van 50 % ligt nog verder af. De situatie is relatief gunstiger in Brussel (39,7 % werkend in Werkgelegenheidsgraad 55-plussers 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0

Bron: Hoge Raad

2000 2008

voor de

Werkgelegenheid

mei 2010

2008, tegen 38,3 % het jaar voordien). In Vlaanderen en Wallonië bedraagt dat aandeel ongeveer 34 %, wat onveranderd is ten opzichte van 2007 (zie grafiek). De ouderenwerkloosheid is in Wallonië procentueel dus even groot als in Vlaanderen. Verhoudingsgewijs heeft Wallonië niet meer werkende 55plussers die bijdragen tot de sociale zekerheid dan Vlaanderen. Toch vinden de Waalse politici dat niet zo’n groot probleem. Hertewerkstellingskansen En dat is nog niet alles. De hertewerkstellingskansen van Waalse en Brusselse werknemers liggen veel lager dan de Vlaamse. Dat blijkt dan weer uit een recente studie van het Vlaamse Steunpunt Werk en Sociale Economie (WSE). In dat onderzoek wordt onder meer nagegaan wat de kansen zijn van een 50- of een 55-plusser om vanuit inactiviteit of werkloosheid opnieuw een intrede te maken op de arbeidsmarkt. Die kansen worden in internationaal perspectief geplaatst. Het steunpunt WSE vergeleek de hertewerkstellingskansen van 50-plus-

Van Waalse ‘solidariteit’ is nog niet meteen sprake sers in diverse EU-landen met die in ons land. Hoeveel 50-plussers maken hun intrede op de arbeidsmarkt? Uit die berekeningen blijkt dat de hertewerkstellingskans in de meeste landen twee keer hoger ligt dan in Vlaanderen. Enkel in Slovenië, Griekenland en Luxemburg en ... in Wallonië en Brussel is die nog kleiner dan in Vlaanderen. Vlaanderen moet dus dringend werk maken van een activering van 50plussers. Maatregelen om die leeftijdsgroep aan te slag te houden of aan te werven (zoals lagere loonkosten) mogen zeker niet worden afgebouwd. Maar dat geldt dus nog meer voor Wallonië en Brussel. Daar is de situatie echt dramatisch. Het Steunpunt WSE berekende ook wat de herintredekansen zijn van de werkloze 50-plussers, dus enkel zij die worden geacht actief op zoek te zijn naar een job (en dus niet bijvoorbeeld bruggepensioneerden). Die cijfers zijn nog dramatischer. Enkel Waalse, Brusselse en Sloveense werkloze 50-plussers hebben een lagere hertewerkstellingskans dan hun Vlaamse leeftijdsgenoten. Opnieuw het bewijs dat activering een absolute noodzaak is, niet alleen in Vlaanderen, maar nog meer in Wallonië en Brussel. 

Doorbraak

17


[Francofonië]

Voorbij de taalgrens: Waal of Belg? Waals minister-president Rudy Demotte (PS) wil het Waals gewest, dat zijn dertigste verjaardag viert, omdopen tot ‘Wallonië’ en het weer een positieve identiteit geven. Een beetje in navolging van Frankrijk wil Demotte dat er wordt gedebatteerd over de Waalse identiteit en wat dit anno 2010 kan betekenen.

PCR

[Foto © Reporters]

De Waalse minister-president deed zijn oproep begin maart en sindsdien is er eigenlijk niet veel meer van gehoord. We kunnen gerust stellen dat het hier om een non-event gaat. In de praktijk wordt ‘Waals gewest’ omgedoopt tot ‘Wallonië’. Namen wordt voor eens en altijd de officiële hoofdstad van Wallonië en de Walen krijgen een lijfspreuk ‘Wallonie, terre d’acceuil’. Op het briefpapier van de Waalse regering zal voortaan het woord ‘Wallonie’ prijken in plaats van ’Waals Gewest’, maar voor de rest verandert er weinig of niets. In de officiële akten moet trouwens nog altijd de term ‘Waals Gewest’ worden gebruikt. Daar kan Demotte weinig aan doen.

Rudy Demotte wil Wallonië profileren als een plek waar iedereen welkom 18 is.

Om twee redenen is het identiteitsdebat in Wallonië nooit echt op gang gekomen. Ten eerste was het duidelijk dat Demotte hier een poging heeft ondernomen om Wallonië tegenover Vlaanderen te plaatsen. Wallonië is een land waar iedereen welkom is (‘Wallonie, terre d’acceuil’) in tegenstelling tot ‘een op zichzelf gekeerd Vlaanderen’. Tijdens de Franstalige televisiedebatten wordt de Waalse lijfspreuk steevast vergeleken met de slogan ‘Dilbeek, waar Vlamingen thuis zijn’. Wallo-Brux De tweede reden waarom het debat niet van de grond is gekomen, heeft te maken met de Waalse identiteit zelf: die bestaat anno 2010 nog amper. Daar heeft Demotte zelf schuld aan, want zeer snel benadrukte hij dat de solidariteit met Brussel zeker niet zou worden vergeten. Waarmee we opnieuw zeer dicht bij het voor de Franstaligen o zo belangrijke Wallo-Brux zitten. Ver weg is trouwens de tijd dat de Waalse voorman Jules Destrée – weliswaar in tempore non suspecto – verklaarde dat de Brusselaars eigenlijk maar een minderwaardig mengras waren. Ver weg ook de grote discussies over Wallonië dat zich laat meedrijven in de vaart der volkeren. Het Waalse identiteitsbesef heeft zijn glorieperiode gekend in de eerste helft van de 20ste eeuw tot ergens begin jaren 1970, met een heropflakkering in de jaren 1980. De Waalse identiteit werd tegenover de Vlaamse geplaatst. Vlaanderen wist door zijn toenemend demografische en economische gewicht een steeds sterkere positie in te nemen in het toenmalige België. Wallonië vreesde voor een blijvende minorisatie. Het is dan ook in Wallonië dat de eerste pleidooien

Doorbraak

opdoken voor een verregaand federalisme. Dat federalisme zou ervoor zorgen dat Wallonië het lot in eigen handen kon nemen en niet meer hoefde afhankelijk te zijn van de goodwill van de Vlaamse meerderheid. De Koningskwestie, de stakingen rond de Eenheidswet en de vastlegging van de taalgrens versterkten dat gevoelen. Onder invloed van de charismatische vakbondsleider André Renard en de steeds invloedrijker wordende Mouvement Populaire Wallon (MPW) beleefde het Waalse identiteitsbesef zijn glorieperiode. Het debat rond de Waalse identiteit verwaterde na de staatshervormingen van 1970 en 1980. De Waalse autonomie met een eigen gewest werd een feit. Het is pas met Guy Spitaels, de zaak-Happart en de regeringscrisis van 1991 rond Waalse wapenleveringen dat het Waalse nationalisme in de jaren 1980 een opstoot kreeg. Daarna lag de nadruk meer en meer op de band tussen Wallonië en Brussel. Die band benadrukken was noodzakelijk om voor het armlastige Franstalige onderwijs geld binnen te halen (via de ‘overkoepelende’ Franse Gemeenschap). Ook volgden de Waalse liefdesverklaringen aan de federale en dus Belgische sociale zekerheid elkaar in snel tempo op. Het Waalse identiteitsgevoel verdween ten voordele van een Belgisch. In de politiek werden de overtuigde regionalisten (Jean-Claude Vancauwenberghe, Jean-Maurice Dehousse ...) een verwaarloosbare minderheid. Wallonië werd jaloers op de Vlamingen met hun sterk nationaal gevoel. Walen weten nog altijd niet of ze zich in de eerste plaats Belg of Waal moeten noemen. De oproep van Demotte tot een identiteitsdebat heeft hen ook niet veel wijzer gemaakt. 

mei 2010


[Buitenland]

Erdogan: culturele apartheid voor Duitse Turken

De geuren van Klein-Azië Wie is er bang van de islam? Joachim Hermann, de minister van Binnenlandse Zaken van Beieren misschien? Hij verweet de Turkse premier Erdogan in Duitsland ‘een nieuw Turks imperialisme aan de dag te leggen’. Dirk Rochtus

Misdaad en gettovorming In zijn toespraak in Keulen in 2008 had Erdogan assimilatie (van Duitse Turken) als ‘misdaad tegen de menselijkheid’ bestempeld. Ook toen al kreeg hij bakken kritiek over zich heen van het Duitse establishment. Met zijn uitspraken zou hij de integratie van hier geboren Turken in de Duitse maatschappij

mei 2010

juist dwarsbomen. Maar aan kritiek laat Erdogan zich niet veel gelegen liggen. Integendeel, hij hamerde opnieuw op de nagel van een apart Turks onderwijsnet en pleitte zelfs voor afschaffing van de visumplicht voor Turkse staatsburgers. Samen met de voorstelling dat de Duitse Turken de voorpost van de Turkse natie zijn, zou dit de angstdroom van genoemde Joachim Hermann kunnen verklaren. De verontwaardiging over Erdogan betrof zijn ideeën over taal en integratie. Aparte Turkse scholen zouden een ‘Parallelgesellschaft’ in het leven roepen en de integratie van in Duitsland geboren en opgroeiende Turkse jongeren fnuiken.

Erdogan hamerde op de nagel van een apart Turks onderwijsnet in Duitsland.

[Foto © Reporters]

Erdogan had in een interview met Die Zeit in maart 2010 een lans gebroken voor de oprichting van Turkse middelbare scholen in Duitsland. Ziet Hermann daarin misschien de voorhoede van een islamitische golf? Van een Beierse christendemocraat verrast het ons niet dat hij de verdediging van het christelijke Avondland op zich neemt. Maar met zijn kritiek op Erdogan stond hij niet alleen, verre van. Duitse politici van rechts en van links, onder hen verschillende van Turkse komaf, namen de Turkse premier op de korrel. Groot was hun verbazing dat Erdogan ideeën opwarmde die hij twee jaar geleden al in de sportarena van Keulen voor een massa Duitse Turken had verkondigd. Namelijk dat Turkse kinderen in Duitsland onderwijs zouden moeten krijgen in het Turks, in eigen Turkse scholen welteverstaan. ‘Ik kan de geuren van Klein-Azië tot in Centraal-Europa ruiken’, verwoordde de charismatische ‘lider’ het bloemrijk. Vreemd aan zijn demarche was zeker niet het bezoek dat bondskanselier Merkel eind maart zou brengen aan Ankara. In het Turkse denken over volwaardig EU-lidmaatschap spelen de miljoenen Turken in Duitsland een grote rol als ‘nationale reserve’. Daarin past ook de vraag van Erdogan aan de Duitse regering om het dubbele staatsburgerschap in te voeren. Zelfs wanneer een Duitse Turk als meerderjarige koos voor het staatsburgerschap van de Bondsrepubliek, zou dat niets veranderen aan zijn etnische afkomst.

Vergelijking De vergelijking van Erdogan met Duitse scholen in Turkije snijdt geen hout, want daar gaat het om dure elitescholen voor kinderen van diplomaten en welgestelde Turken. Jongeren dus die maar tijdelijk in Turkije verblijven of aan carrièreplanning doen. In Duitsland gaat het om allochtone jongeren van wie de toekomst ligt in een land dat al lang niet meer gastland kan worden genoemd. Ook Turkse ouders beseffen dat hun kinderen de Duitse taal moeten beheersen om op de maatschappelijke ladder te kunnen klimmen. Maria Böhmer, als federaal staatssecretaris verantwoordelijk voor het integratiebeleid, vatte de problematiek kernachtig samen: ‘Geen toekomst zonder een gemeenschappelijke taal!’ De Duitsers staan al veel verder dan heel wat van onze politici: als een bepaalde groep van mensen de taal niet wil leren van de regio, slaagt ze er nooit

Doorbraak

in zich te integreren of een gevoel van samenhorigheid met de buren op te bouwen. Erdogan beseft niet hoe inconsequent en contraproductief zijn voorstellen zijn. De Gesellschaft für bedrohte Völker (Vereniging voor Bedreigde Volken) herinnerde aan de miljoenen Koerdische kinderen in Turkije die van jongs af aan op de schoolbank in het Turks – een vreemde taal – worden onderwezen. Het Turkse streven naar lidmaatschap van de EU zelf is ook niet gediend met de culturele apartheid waarvan Erdogan voor de Duitse Turken droomt. Hoe minder goed deze mensen geïntegreerd zijn in de Bondsrepubliek, des te meer weerstand groeit er in deze EU-lidstaat tegen toetreding van Turkije als ‘stamland’ van de eigen allochtone bevolkingsgroep. 

19


[Cultuur]

Beter eerst Nederlands, dan beter Engels

Over irritaal en leedvermaak ‘Nederlands is geen taal, dat is een verkoudheid.’ Deze woorden zouden uit de mond van Jacques Brel zijn opgetekend. Je zou ze bijna geloven als je vandaag de (tussen)taal van veel BV’s en politici observeert. Of ziet hoe snel onze maatschappij en vooral het hoger onderwijs aan het verengelsen zijn. Gelukkig is er vandaag heel wat aandacht van allerlei actoren voor allerlei vormen van ‘talige’ bedreigingen van het Nederlands.

Professor Jozef Devreese benadrukte ook: ‘Het invoeren van nog “meer Engels” om buitenlandse studenten aan te trekken, is de verkeerde medicatie op basis van een foute diagnose. Het juiste medicijn is het opdrijven van de wetenschappelijke excellentie’. De slotsom was duidelijk: wanneer we het Nederlands loslaten als taal van de wetenschap en onderwijs, dan betekent dit een verlies van status en van functie. Engels zal op de duur associaties oproepen met echte wetenschap en toponderzoek. Nederlands zal staan voor populair, journalistiek, tweede AN DE MOOR keuze. Dit moeten we absoluut vermijden. Bovendien moeten we eerst zorgen voor beter Nederlands, dan pas beter Engels. ‘Nederlands is geen taal, dat is een verkoudheid.’ Deze woorden zouden uit Wie meer over dit thema wil lezen, moet zeker uitkijken naar het Manifest de mond van Jacques Brel zijn opgetekend. Je zou ze bijna geloven als je dat de organisatoren hierover begin mei lanceren. Er is bovendien het vlot vandaag de (tussen)taal van veel BV’s en politici observeert. Of ziet hoe snel geschreven en recentelijk verschenen boek Nederlands in hoger onderwijs onze maatschappij en vooral het hoger onderwijs aan het verengelsen zijn. en wetenschap naar aanleiding van een congres dat in 2008 in het Vlaams Gelukkig is er vandaag heel wat aandacht van allerlei actoren voor allerlei Parlement plaatsvond. vormen van ‘talige’ bedreigingen van het Nederlands. Eind april verscheen een ander lezenswaardig boek Ik zeg: doen! Pak je irOnlangs hoorde ik in een vergadering met een internationaal gezelschap ritaalmomentje van Ben Van Balen. Daarin verzamelde hij taalergernissen de voorzitter uitroepen: ‘Now I am completely in the war. What is the die de lezer tot nadenken stemmen. constatation?’(1) Alleen de VlaDit laatste geldt zeker ook voor de We moeten absoluut vermijden mingen begrepen de man. Er mededeling van EU-parlementsheerste een complete verwarlid Marianne Thyssen dat Europa dat Nederlands staat voor tweede keuze ring. Ik maakte dankbaar van dit het wil mogelijk maken dat in Belvoorbeeld gebruik bij de inleiding van het symposium Beter Engels of be- gië producten op de markt kunnen worden gebracht met de consumententer Nederlands? dat de Beweging Vlaanderen-Europa, Marnixring, Stichting informatie alleen in het Engels. Nederlands, Verbond der Vlaamse Academici en Vormingsinstituut Wiens We hebben al te lang onze mond vol gehad over vierhonderd jaar verdrukMoens op 13 maart jl. organiseerden. Aanleiding was het recente voorstel king en taalstrijd. We werden onder de voet gelopen door zenuwzieke Spanvan de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) om het decreet op de taalre- jaarden en megalomane franskiljons. Maar op het moment suprême dat de geling in het hoger onderwijs(2) te versoepelen, wat op 5 mei voor het eerst zelfverzekerde Vlaming de wereld de baas kan, doet hij dat in een irritante op de agenda van het Vlaams Parlement komt. taal – zij het Globish of Verkavelingsvlaams – waarbij je nekharen overeind Op het symposium illustreerde prof. Frank Fleerackers (HUB) in zijn gebrui- gaan staan. Daarom bij wijze van slot een warme oproep voor meer taalliefkelijke welsprekendheid dat je het wezen van een taal het duidelijkst kunt de, meer taalfierheid, meer taalzorg en meer taalwaakzaamheid.  zien in onvertaalbare uitdrukkingen. Een mooi voorbeeld daarvan is ‘leedvermaak’. Dit woord bestaat wel in het Duits (‘Schadenfreude’), maar niet in het Engels, dat moet grijpen naar een omschrijving als vertaling: ‘the plea- (1) Gelijkaardige voorbeelden zijn te vinden in het hilarische boekje I always get my sin van Maarten H.Rijkens, BZZTôH, 2006. sure of seeing other people in pain’. Decreet van 3 maart 2004 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, art. 90 en 91. (2)

Enennesengels Het is pijnlijk om vast te stellen dat het Engels van sommige docenten op niets lijkt. Het kent intussen heel wat omschrijvingen zoals Steenkolenengels, ‘broken English’, ‘enennesengels’ (ananas – pineapple). Een elementaire kwaliteitscontrole op de kennis van vreemde talen is hoogdringend. Daarom moet er, in navolging van het Nederlandse systeem, een verplichte TOEFL-proef (Test of English as a Foreign Language) komen voor alle docenten die in het Engels willen doceren, was een van de besluiten op deze discussienamiddag in de Antwerpse Universiteit.

20

[] http://vva.vvb.org www.vlaandereneuropa.net

[] Maarten H. Rijkens, I always get my sin, BZZTôH, 2006.

Doorbraak

A. Oosterhof, W. Martin e.a., Nederlands in hoger onderwijs en wetenschap. Academia Press, 2010. Ben van Balen, Ik zeg: doen! Pak je irritaalmomentje. Sirene, 2010.

mei 2010


[Boeken] Denkend aan Maurits Coppieters

Op naar ander België

Angst voor vernieuwing

Een eerste steen van wat ooit een wetenschappelijk kritische biografie moet worden van Maurits Coppieters. Zo kan men Het laatste jaar van de klaproos – Denkend aan Maurits Coppieters het best omschrijven. Een indrukwekkende eerste steen, maar toch nog maar het begin van het werk. Het is historicus Frans Jos Verdoodt die het gelukkig initiatief nam om anderhalf dozijn vrienden van Maurits Coppieters, stuk voor stuk mensen die van zeer dichtbij Coppieters bij leven hebben gekend, te vragen om hun persoonlijke herinneringen aan de man neer te pennen. Een traditioneel liber amicorum werd het gelukkig niet, ook geen hagiografie, hier en daar staan er zelfs opvallend kritische zinnen over het doen en laten van Coppieters. Afgezien daarvan werd het een boeiende eerste schets van een Vlaams leven dat bruiste van intellectuele vitaliteit, maatschappelijke belangstelling die in veel gevallen ver vooruit was op de samenleving van zijn tijd, een leven vol telkens nieuwe uitdagingen dat in die eerste naoorlogse decennia van de tweede helft van de vorige eeuw een sterk spoor trok doorheen de ontwikkeling van de Vlaamse Beweging. In het levensverhaal van Coppieters zoals nu samengevat in dit boek, liggen inderdaad niet alleen de kiemen voor een sterk gewenste Coppieters-biografie maar voor nog een tweede goed boek over de Vlaamse maatschappelijke ontwikkeling in de tweede helft van de vorige eeuw. (MP)

Hun boekje verscheen toen wij nog konden vrezen dat meester-loodgieter Dehaene deze keer een Belgische mouw zou kunnen passen aan BHV. Dat moet ons niet beletten het boekje Oui, Une autre Belgique est possible toch nog met een positieve ingesteldheid te willen lezen. B Plus heeft inderdaad zijn Belgische waarheden samengevat in een minuscuul pocketje van amper 140 kleine bladzijden. Een wat slordig geschreven samenvatting van alle mogelijke en andere ideetjes die men zou kunnen invoeren om toch maar dat ‘andere Belgique’ op gang te brengen. We schrijven met opzet ‘Belgique’ omdat het B Plus-verhaal alleen in het Frans beschikbaar is. B Plus wil uiteraard niet weten van scheiding tussen Noord en Zuid, zelfs niet van confederalisme. Een verder uitbouwen van het unionistisch federalisme, dat misschien wel. De wetten van de deelstaten moeten dan wel worden ondergeschikt aan de federale wetgeving. Een federale kieskring, een Belgische sociale zekerheid, een senaat van de gemeenschappen maar ook de splitsing van BHV. In ruil stellen de Franstaligen geen nieuwe gebiedseisen meer. Brussel moet een volwaardig derde gewest worden, ingekapseld binnen een Brussels Metropolitan Region. Weg met de omzendbrieven, leve de niet benoemde burgemeesters. Een verhaal dat zeker niet druipt van FDFagressiviteit. Het leest soms zelfs welwillend tegenover Vlaanderen. Alleen is het zo hopeloos ver weg van de Belgische realiteit dat men zich bij het lezen van het boekje niet eens meer ergert. (MP)

Leuvens historicus Henk De Smaele beweert dat de Vlaming niet houdt van nieuwlichterij, en trouw vasthangt aan vaste, traditionele waarden ... en partijen. Ook in een studie over de sp.a-leden vorige maand, kwam nog eens naar boven dat Vlaanderen au fond centrumrechts is. De Smaele doctoreerde op deze stelling en legde de link tussen godsdienstbeleving, verstedelijking en stemgedrag. Om tot de vaststelling te komen dat de synergie Vlaams-katholiek-rechts haast van alle tijden is. Vlaanderen heeft veeleer uit onwetendheid, traditie, gewoonte het bolletje rood gekleurd achter de ‘zwarte’ partij, dan wel uit bewuste overtuiging. De katholieke partij, dat was de partij van het platteland, van de kerk. Onbewust, irrationeel en in feite onmeetbaar. Zeker in de 19de eeuw haalde de Vlaming zijn neus op voor vernieuwing – de nalatenschap van Pius IX was nochtans weinig bekend. Maar de verzuiling werkte. Op het Vlaamse, katholieke platteland, klonk er maar één klok – die van de kerk. De atheïstische, geïndustrialiseerde stem-uit-de-stad was erg marginaal in een nog relatief arm en vooral ruraal Vlaanderen (tegenover een meer geïndustrialiseerd Wallonië). Met heel wat bronnenonderzoek achter de rug en talrijke kaarten en diagrammen in de hand, toont De Smaele aan hoe de nogal populaire veronderstelling dat Vlaanderen tot honderd jaar terug katholiek en rechts was helemaal geen vooroordeel is. Wie trouwens bekend is met het verdere verloop van de geschiedenis – het interbellum, de Koningskwestie – weet dat de veronderstelling duidt op stevige grondvesten. Zelfs op een politiek-geografische schets vandaag zie je duidelijk hoe ‘oranje’ plattelandsgemeenten zich aftekenen naast rode/bruine steden. (KDr)

• F.J. Verdoodt, Het laatste jaar van de klaproos, Van Halewyck, Leuven, 243 blz., € 25,00, isbn 978 90 5617 944 1

• Gilles Vanden Burre, Oui, Une autre Belgique est possible, Ed. Pire, Brussel, 141 blz., €12,00, isbn 978 2 507 22485 9

• Henk De Smaele, Rechts Vlaanderen. Religie en stemgedrag in negentiende-eeuws België. Universitaire Pers Leuven, 480 blz., €39,50, isbn 978 90 5867 767 9







mei 2010

Doorbraak

21


[Portret]

Erik Buyst met jonge denktank Barry Maertens

Erik Buyst is hoogleraar aan de faculteitEconomieenBedrijfswetenschappen van de KU Leuven en directeur van VIVES, het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving. VIVES is een nieuwe naam in de kleine wereld van de Vlaamse denktanks. Een eerste serie van interessante studies is geschreven, onder meer een boeiende tekst over de verankering van ondernemingen in Vlaanderen. Buyst: ‘Doordat ik economische geschiedenis studeerde, ben ik mij er goed van bewust dat het bekende Centrum voor Economische Studiën (CES) van de KU Leuven een grote regionale bekommernis had. In de jaren 1950, bij de geboorte van het Centrum, was Vlaanderen nog het armere gewest. Er heerste grote werkloosheid en veel Vlamingen pendelden dagelijks naar Wallonië. Leuvens hoogleraar Gaston Eyskens, later eerste minister en vader van Mark, en enkele van zijn oud-studenten zagen in de regionale economie een hefboom voor Vlaanderen. Enige tijd later, in de jaren 1970, verschenen CES-studies over de omvang en de al of niet rechtvaardiging van de massale transferten vanuit Vlaan-

22

deren naar Brussel en Wallonië. Dat onderzoek kende een bloei, maar heeft dan, zoals de aandacht voor de regionale economie, aan belang verloren door het relatieve succes van Vlaanderen. Er kwam bovendien een generatiewissel en mensen met meer belgicistische of unitaire opvattingen verschenen op het academische toneel. Zo ontstond er in de jaren 1990 aan de universiteit van Namen een zeer verdienstelijke denktank onder leiding van econoom Robert Deschamps, terwijl er in Vlaanderen een vinnig initiatief ontbrak.’ Er loopt momenteel een Europees onderzoekprogramma over historische regionale rekeningen, dat Buyst op de voet volgt: ‘Regionale rekeningen zijn nationale rekeningen op regionaal vlak. Voor België beschikken wij officieel over die rekeningen sinds 1955. Op vraag van het Europees onderzoeksprogramma koppelen wij daar een historisch perspectief aan. We kunnen teruggaan tot in de 19de eeuw en brengen zo het inhaalmanoeuvre van Vlaanderen in kaart: dus de evolutie van een arm naar rijk gewest. We meten dan waar het goed of fout is gelopen. In de jaren 1950 is er in Vlaanderen goed werk geleverd door het lokken van buitenlandse investeringen. Vandaag kennen die toenmalige nieuwelingen problemen. Kijk naar Opel in Antwerpen.’ Levenscyclus Buyst ziet dat als een soort levenscyclus: ‘Industrietakken bloeien naar een hoogtepunt toe en takelen vervolgens af. Wallonië kende de val van de ijzer- en staalindustrie, wij worstelen met de vernieuwing van de metaalverwerkende industrie, de chemische industrie en de duurzame consumptiegoederen. In de transformatie naar

biotechnologie, micro-elektronica en informatica heeft Vlaanderen succesvolle jonge bedrijven. Maar men weet dat zulke sectoren starten met veel kleine ondernemingen en dat er na een bloeitijd slechts enkele grote namen overblijven. Denk aan de autonijverheid die interessante starters kende in België maar nadien werd opgevolgd door de internationale assemblagebedrijven in Antwerpen, Limburg en Brussel.’ Kortom, Erik Buyst brengt met VIVES een academische reflectiegroep die de ombouw van België evalueert en tracht die in goede banen te leiden. 

[] www.econ.kuleuven.be/vives

VIVES Het Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving (VIVES) heeft als missie een onafhankelijke denktank te zijn die via fundamenteel en toegepast onderzoek wil bijdragen tot het maatschappelijk debat inzake de economische en maatschappelijke ontwikkeling van regio’s, in het bijzonder van Vlaanderen. VIVES is ontstaan in 2008 als interfacultair onderzoekscentrum wetenschappelijk en juridisch geïntegreerd binnen de KU Leuven. De onderzoeksactiviteiten hebben betrekking op een brede waaier aan beleidstopics, zoals onder meer fiscaal federalisme, regionaal arbeidsmarktbeleid, ondernemerschap, regionale transfers en financiën en de optimale omvang van naties en regionale ontwikkeling in het algemeen.

Doorbraak

[C OL O FO N] Doorbraak is een uitgave van de Vlaamse Uitgeversgroep (VLUG). Doorbraak is lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers. Redactie Passendalestraat 1A, 2600 Berchem redactie@doorbraak.org www.doorbraak.org T 03 320 06 30 - F 03 366 60 45 ISSN 0012-5474 Abonnementen Jaarabonnement 11 nummers (verschijnt niet in juli) Abonnement € 21 Internetabonnement € 10 Studentenabonnement € 10 www.doorbraak.org/abonneren IBAN BE 91 736001271976 BIC KREDBEBB Tussendoor Gratis tweewekelijkse e-zine met actualiteit en commentaar www.doorbraak.org/tussendoor Hoofdredacteur: Jan Van De Casteele Eindredactie: Karl Drabbe, Marc Van de Woestyne Kernredactie: Pieter Bauwens, Frans Crols, Peter De Roover, Karl Drabbe, Dirk Rochtus, Jan Van de Casteele, Marc Van de Woestyne, Roger Van Houtte Voorzitter Redactie-adviesraad: Frans Crols Vormgeving: Lut Lambert Medewerkers: Ludo Abicht, Jacques Claes, An De Moor, Vincent De Roeck, Herman Deweerdt, Koenraad Elst, Marc Gevaert, KMP, Bart Maddens, Theo Lansloot, Barry Maertens, Guido Naets, Marc Platel, PCR, Eric Ponette, Jean-Pierre Rondas, Matthias E. Storme, Frank Thevissen, Luc Van Braekel, Katleen Van den Heuvel, Jan Van Doren, Wart Van Schel, Pieter-Jan Verstraete, Jef Vuchelen Cartoons: Erwin Van Mol Foto’s: Doorbraak, Reporters Verantwoordelijk uitgever: Pieter Bauwens Maurits De Smetstraat 12 9308 Hofstade

mei 2010


Heeft u geld teveel? Euphony helpt u besparen op diensten die u iedere dag gebruikt. Wenst u meer informatie ? U kan ons per e-mail contacteren via vlaamsgezind@yahoo.com

Mobiele telefonie

Internet

Vaste telefonie

Zelfstandige Consultant Tom Haemels

Energie


1

2

4

8

5

10

9

11

7 12

13

14

16

15

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - info@vnz.be - 015-28 90 90

Veranderen van ziekenfonds is heel eenvoudig. Bel gratis 0800-179 75 of surf naar www.vnz.be en wij doen de rest!

19

25

21

20

56

37

24

40 42

26

44

22

23

41

33

57 58

35 36

38

39

27

28

46

45

43

29

47

50

31

53

52

51

30

32

55

34

www.vnz.be mĂŠt online kantoor

t t Hasselt t #VSH #PMMFOTUSBBU

t t Zandhoven t 0VEF #BBO B t t Lier t "OUXFSQTFTUSBBU t t Nijlen t 8PFSJOHFOTUSBBU C t t Berlaar t %PSQTTUSBBU t t Heist-op-den-Berg t ,BUUFTUSBBU t t Heist (Wiekevorst) t %PSQ t t Herenthout t #PVXFMTFTUFFOXFH t t Herentals t .PMFOWFTU t t Olen t %PSQ t t Westerlo t #PFSFOLSJKHMBBO B t t Herselt (Ramsel) t ( 7BOEFOIFVWFMTUSBBU t t Turnhout t ,BTUFFMQMFJO t t Mol t 4JOU 1BVMVTTUSBBU t t Willebroek t 0WFSXJOOJOHTTUSBBU t t Mechelen t )PPHTUSBUFOQMFJO t t Mechelen t 7BO #FOFEFOMBBO

t t Leuven* t 7BBSUTUSBBU t t Tienen t 8PMNBSLU t t Aarschot t 4DIBMVJO t t Diest (Molenstede) t %PSQTTUSBBU h)FU .PMFOIVJTh t t Kraainem t %F[BOHSĂ?MBBO

48

49

54

t t Antwerpen t 5SPPOQMBBUT t t Deurne t 5VSOIPVUTFCBBO t t Hoboken t 4UFZOTUSBBU t t Merksem t 1JOHVJOTUSBBU t t Kapellen t "OUXFSQTFTUFFOXFH t t Wommelgem t ,FSLQMBBUT t t Boechout t + ' 8JMMFNTTUSBBU t t Ranst (Broechem) t "OUXFSQTFTUFFOXFH B C

t t Gooik t (SPFOJOHFOWFME t t Asse t (FNFFOUFQMFJO t t Brussel t %SVLQFSTTUSBBU t t Sint-Genesius-Rode t ,FSLTUSBBU B t t Overijse t %VJTCVSHTFTUFFOXFH t t Tervuren t %PSQTTUSBBU B t t Vilvoorde t 4DIBBSCFFLMFJ t t Kapelle-op-den-Bos t .FDIFMTFXFH t t Kortenberg t -FVWFOTFTUFFOXFH t t Herent* t 4DIPPMTUSBBU t t Haacht t 8FTQFMBBSTFTUFFOXFH C

18

17

t t Aalter t #SVHTUSBBU t t Gent t *K[FSMBBO t t Merelbeke t 1PFMTUSBBU t t Brakel t .FFSCFFLTUSBBU t t Sint-Niklaas t ) )FZNBOQMFJO JO (BVEJ $FOUFS

Vlaanderen is groot genoeg voor een eigen sociale zekerheid. Het tegenovergestelde beweren is larie en apekool. Solidariteit is belangrijk maar kent zijn grenzen ... die van Vlaanderen. Door lid te worden van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds geeft u dat signaal en geniet u van al onze voordelen en diensten.

6

3

t t Poperinge (Watou) t 0VEF 1SPWFOTUSBBU t t Ieper t + $BQSPOTUSBBU t t Brugge t (JTUFMTFTUFFOXFH B t t Torhout t &MJTBCFUIMBBO t t Roeselare t -FFOTUSBBU t t Izegem t ,FSLQMFJO t t Ingelmunster t 8FTUTUSBBU t t Menen t #SVHHFTUSBBU t t Kortrijk t (SBBG (XJKEF WBO /BNFOTUSBBU t t Heule t 4JOU +PCMBBO t t Kuurne t #FVLFOMBBO t t Waregem t 4UPSNFTUSBBU

geel: kantoren grijs: brievenbussen * : kantoor van een ander Vlaams Neutraal Ziekenfonds

Zet Vlaanderen op de kaart ... word lid van het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds !


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.