Uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/217
Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2022/217
DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur
Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6. Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Voorafgaande procedure Op 16 juni 2022 diende xxx (hierna: verzoeker) een verzoek in bij de stad Gent om een afschrift te bekomen van: 1. samenwerkingsovereenkomst met het Wit-Gele kruis waarvan sprake in de inspectieverslagen van het agentschap Zorg en Gezondheid, zorginspectie van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, inzake de zorg, overbruggingszorg, de originele overeenkomst, die inging vanaf de bewoning in oktober 2017 en de aangepaste, die inging op 1 februari 2020; 2. samenwerkingsovereenkomst met Z Plus vanaf de datum, dat deze instaat voor het personenalarmsysteem; 3. erkenningsbesluit door het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, als assistentiewoning voor de periode van 1 september 2017 tot oktober 2018; 4. de aanvraag tot erkenning als assistentiewoning. Op 8 juli 2022 ontving verzoeker een gedeeltelijke weigeringsbeslissing van de stad Gent. Op 12 juli 2022 stelde verzoeker beroep in bij de beroepsinstantie openbaarheid van bestuur dat op 13 juli 2022 werd geregistreerd door de beroepsinstantie. Ontvankelijkheid van het beroep Het oorspronkelijke verzoek dateert van 16 juni 2022.
www.vlaanderen.be
De gedeeltelijke weigeringsbeslissing van de stad Gent dateert van 8 juli 2022. Deze beslissing maakt melding van de beroepsmogelijkheden en -modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel II.43, §1, derde lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (verder ‘Bestuursdecreet’). Op 12 juli 2022 diende xxx beroep in tegen voormelde weigeringsbeslissing. Het ingediende beroep is bijgevolg tijdig ingediend en is ontvankelijk. Gegrondheid van het beroep Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet.
1.
De bestreden beslissing
De stad Gent heeft met haar beslissing d.d. 8 juli 2022 het openbaarheidsverzoek gedeeltelijk geweigerd, in die zin dat ze de eenheidsprijzen niet heeft vrijgegeven die voorkomen in: - de samenwerkingsovereenkomst met het Wit-Gele kruis, zowel de originele overeenkomst, die inging vanaf de bewoning in oktober 2017, als de aangepaste overeenkomst, die inging op 1 februari 2020; - de samenwerkingsovereenkomst met Z Plus, vanaf de datum dat deze instaat voor het personenalarmsysteem. De Stad Gent baseert zich hiervoor op artikel II.35, 3° van het Bestuursdecreet, gezien de eenheidsprijzen, vermeld in de samenwerkingsovereenkomsten vertrouwelijke commerciële informatie uitmaken.
2. Inhoud van het beroepschrift De verzoeker vraagt alsnog naar afschrift of inzage van de integrale samenwerkingsovereenkomsten, inclusief de eenheidsprijzen, omdat dit net het aspect is dat de gebruikers interesseert.
3. Standpunt van de beroepsinstantie Om met kennis van zaken over het beroep te kunnen oordelen, heeft de beroepsinstantie contact opgenomen met de stad Gent, om de gevraagde documenten volledig te krijgen en de stad Gent in de gelegenheid te stellen om wat meer duiding te verstrekken betreffende dit dossier. Op 13 juli 2022 stuurde de stad Gent de volledige documenten door en herhaalde ze dat de uitzonderingsgrond van artikel II.35, 3° haar inziens van toepassing is: het vrijgeven van de eenheidsprijzen kan immers een invloed hebben op de toekomstige onderhandelingspositie van de dienstenleveranciers bij besprekingen van contracten met andere organisaties of woonzorgcentra.
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/217
pagina 2 van 4
De beroepsinstantie stelt vast dat op grond van artikel II.35, 3° van het Bestuursdecreet een bestuursinstantie een verzoek om openbaarheid dient af te wijzen als ze van oordeel is dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van het vertrouwelijk karakter van commerciële en industriële informatie, wanneer deze informatie beschermd wordt om een gelegitimeerd economisch belang te vrijwaren, tenzij degene van wie de informatie afkomstig is met de openbaarheid instemt. Het bestaan van een beschermd vertrouwelijk karakter van commerciële en industriële informatie op zich volstaat niet om de openbaarheid af te wijzen maar er dient een afweging te gebeuren om uit te maken of dit belang groter is dan het fundamenteel belang van de openbaarheid van bestuur. De beroepsinstantie meent dat met de bescherming van het vertrouwelijke karakter van deze commerciële gegevens in casu (de eenheidsprijzen in de beide samenwerkingsovereenkomsten) duidelijk een gelegitimeerd economisch belang wordt gevrijwaard, namelijk voorkomen dat er significante schade zou toegebracht worden aan de betrokken dienstenleveranciers door het openbaar maken van deze gegevens en daardoor de mogelijkheid creëren dat de concurrenten een competitief voordeel zou worden gegeven voor mogelijke toekomstige af te sluiten contracten met andere organisaties of woonzorgcentra, waardoor de eerlijke mededinging zou kunnen geschaad worden en dit een impact zou hebben op de toekomstige onderhandelingspositie van de betrokken dienstverleners. De beroepsinstantie is van oordeel dat door de openbaarmaking van de eenheidsprijzen inbreuk gepleegd wordt op het vertrouwelijk karakter van deze commerciële gegevens, de eenheidsprijzen van de beide dienstverleners. Bijgevolg werd de openbaarmaking van de eenheidsprijzen volgens de beroepsinstantie op grond van het Bestuursdecreet terecht geweigerd. De beroepsinstantie is van mening dat er in casu geen openbaar belang, zoals geduid in de parlementaire voorbereiding, gemoeid is met de openbaarmaking van de betrokken documenten. De memorie van toelichting stelt immers m.b.t. de belangenafweging het volgende: “De uitzonderingen worden alleen ingeroepen als het belang van de openbaarheid niet primeert. Daarmee wordt bedoeld: een met de openbaarmaking gediend openbaar belang. Deze bepaling betekent dus niet dat de private belangen van de aanvrager moeten afgewogen worden tegenover de belangen die met de uitzonderingen beschermd worden. Het gaat om het belang van de gemeenschap: de openbare orde, de veiligheid van de bevolking, grote maatschappelijke issues, globale bescherming van het leefmilieu enzovoort..” (Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, 1656/1, 56). In voorliggend geval primeert dan ook de bescherming van het vertrouwelijk karakter van de commerciële informatie van de beide dienstverleners, met name hun voorgestelde eenheidsprijzen in de beide samenwerkingsovereenkomsten. De afweging van de beroepsinstantie leidt dan ook tot de conclusie dat het belang dat beschermd wordt door de uitzonderingsgrond van artikel II.35, 3° van het Bestuursdecreet primeert op het belang van de openbaarheid. Artikel II.50, §1, derde lid van het Bestuursdecreet laat toe aan de beroepsinstantie om aan de betrokkenen om toestemming te vragen voor het openbaar maken van hun commerciële gegevens. In casu heeft de beroepsinstantie de betreffende dienstverleners gecontacteerd met de vraag of zij konden instemmen met de openbaarmaking van hun eenheidsprijzen. De beroepsinstantie ontving tot op heden geen enkele reactie hierop. De beroepsinstantie stelt vast dat het ingestelde beroep om voormelde reden dan ook als ongegrond moet worden verklaard. Na beraadslaging,
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/217
pagina 3 van 4
BESLUIT: Het beroepschrift van xxx d.d. 12 juli 2022 tegen de gedeeltelijke weigeringsbeslissing van de stad Gent d.d. 8 juli 2022 is ontvankelijk doch ongegrond. Brussel, 11 augustus 2022 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/217
pagina 4 van 4