Uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/279
Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2022/279
DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6. Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Voorafgaande procedure Op 19 september 2022 diende xxx(hierna vermeld als verzoeker) een verzoek in bij het departement Landbouw & Visserij met de vraag of xxx nog actief is als landbouwer. Op 22 september 2022 weigerde het departement Landbouw & Visserij de openbaarmaking van de gevraagde informatie over de registratie van xxx als landbouwer op grond van artikel II.34, 2° van het Bestuursdecreet. Op 22 september 2022 diende verzoeker beroep in tegen voormelde weigeringsbeslissing. Dit beroep werd geregistreerd op 27 september 2022. Ontvankelijkheid van het beroep Het oorspronkelijk verzoekschrift dateert van 19 september 2022. De weigeringsbeslissing van het departement Landbouw & Visserij dateert van 22 september 2022. Deze beslissing maakt melding van de beroepsmogelijkheden en -modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel II.43, §1, derde lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (verder ‘Bestuursdecreet’).
www.vlaanderen.be
Bijgevolg is het op 22 september 2022 ingediende beroep tegen de voormelde weigeringsbeslissing tijdig en ontvankelijk. Gegrondheid van het beroep Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet.
1.
Bestreden beslissing
Met de bestreden beslissing van 22 september 2022 weigerde het departement Landbouw & Visserij, omwille van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de vraag naar de registratie van xxx te beantwoorden. De omstandigheid dat iemand een verzamelaanvraag heeft ingediend, behoort op zich ook al tot de persoonlijke levenssfeer aangezien dit informatie vrijgeeft over het professioneel leven van een natuurlijk persoon.
2. Inhoud van het beroepschrift Verzoeker dient om volgende reden beroep in tegen de bovenvermelde beslissing: “Mijn cliënt betwist de stedenbouwkundige vergunning van 18/11/2021 van xxx voor een bergruimte bij een
wijngaard in xxx. Nu blijkt dat xxx op 31/12/2021 – anderhalve maand na datum van de vergunning – alle landbouwactiviteiten is gestopt. Het afdelingshoofd van Departement Landbouw & Visserij heeft me telefonisch dd. 19 september jl. medegedeeld dat de overheid ambtshalve xxx heeft geschrapt als landbouwer, maar nu blijkt dat men dit niet schriftelijk wil bevestigen. Een ambtshalve schrapping is een bestuursdocument. Met persoonlijke levenssfeer is hier niets mee gemoeid. Men ontzegt mijn cliënt de onmogelijkheid om naleving van de voorwaarden van de omgevingsvergunning te bewerkstelligen.” 3. Toelichting door het departement Landbouw & Visserij De beroepsinstantie heeft, om met kennis van zaken over het ingestelde beroep te kunnen oordelen, het departement Landbouw & Visserij om nadere toelichting verzocht betreffende dit beroep. Per mailbericht van 14 oktober 2022 verstrekte het departement de nodige informatie en liet weten haar standpunt zoals uiteengezet in haar beslissing van 22 september 2022 te handhaven. Het departement meldt bovendien dat het al dan niet hebben van een landbouwnummer niets zegt over de economische activiteiten van een persoon. Uit een extra telefonische toelichting op 18 oktober 2022 blijkt trouwens dat
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/279
pagina 2 van 5
het departement Landbouw & Visserij haar databank heeft opgekuist op basis van de huidige regelgeving inzake het al dan niet verplicht nodig hebben van een landbouwnummer, maar dat deze uitzuiveringsactie totaal los staat van de activiteit die de landbouwer in kwestie nog steeds uitoefent. De productie en verkoop kan met andere woorden dus nog steeds dezelfde zijn, aangezien dat geheel los staat van de voorwaarden om geregistreerd te zijn als landbouwer. Intussen heeft het departement Landbouw & Visserij wel de toestemming van xxx gevraagd om de informatie te mogen vrijgeven doch tot op heden zonder resultaat.
4. Beoordeling door de beroepsinstantie Een landbouwnummer is het unieke nummer dat bij het departement Landbouw & Visserij wordt gebruikt ter identificatie van een landbouwer en zijn bedrijf. Landbouwers kunnen of moeten zich in bepaalde gevallen (o.a. het gebruiken van meer dan 2 ha grond) namelijk registreren bij het Departement Landbouw & Visserij en dat gebeurt aan de hand van het bij het departement aan te vragen landbouwnummer. Deze gegevens worden dan bezorgd aan de Vlaamse Landmaatschappij voor het controleren van de gegevens in functie van het Mestdecreet. Particulieren die in het kader van het Mestdecreet alleen mest ontvangen op hun gronden moeten zich namelijk ook identificeren als landbouwer. De beroepsinstantie is van oordeel dat het gegeven of een natuurlijk persoon is geregistreerd als landbouwer weldegelijk behoort tot de persoonlijke levenssfeer. Wat een persoon in zijn vrije tijd of in functie van zijn (semi)professionele activiteit doet, raakt duidelijk de persoonlijke levenssfeer. Immers ook een particulier kan een landbouwnummer aanvragen alsook een vrijstelling van de registratie aanvragen. De beroepsinstantie is van oordeel dat het registratienummer als landbouwer van natuurlijke personen niet openbaar kan gemaakt worden in toepassing van artikel II.34, 2° van het Bestuursdecreet. Voormelde decreetbepaling bevat de verplichting om, behoudens toestemming van de betrokkene, een aanvraag af te wijzen als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze bepaling laat niet toe dat gegevens worden verstrekt die de identificatie van derden mogelijk maken, in de mate dat daarmee afbreuk zou worden gedaan aan de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Hoewel het hier om een absolute uitzonderingsgrond gaat waardoor er geen belangenafweging moet plaatsvinden tussen het door de uitzonderingsgrond beschermde belang met het belang van de openbaarheid, vertoont de in artikel II.34, 2° van het Bestuursdecreet voorziene uitzonderingsgrond niettemin een relatief aspect. De decreetgever was weliswaar van oordeel dat er geen afweging vereist is met het openbaar belang dat met de openbaarheid is gediend, maar wijst er desondanks op dat telkens en in concreto geoordeeld moet worden of er al dan niet een inbreuk is gepleegd op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (Vlaams Parlement, Parl. St. 2017-2018, nr. 1656/1, blz. 58). Artikel 22 van de Grondwet waarborgt uitdrukkelijk het recht op eerbiediging van het privéleven, net zoals artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens dit doet. De bedoeling en het fundamentele uitgangspunt van de in artikel II.34, 2° van het Bestuursdecreet bedoelde uitzonderingsgrond bestaat er precies in om het aan iedereen toegekende grondwettelijke recht op de eerbiediging van zijn privéleven te beschermen. De beroepsinstantie merkt op dat bij het onderzoek naar de uitzonderingsgrond met betrekking tot de persoonlijke levenssfeer moet worden nagegaan of er al dan niet sprake is van informatie in een bestuursdocument die op de persoonlijke levenssfeer betrekking heeft. In casu stelt de beroepsinstantie vast dat het landbouwnummer de identificatie is van een persoon en zijn bedrijf als landbouwer. Dergelijke
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/279
pagina 3 van 5
identificatie behoort ontegensprekelijk tot de persoonlijke levenssfeer en het privéleven van de betrokkenen. Het vrijgeven van dit gegeven zou wel degelijk een inbreuk uitmaken op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van die personen. Het privéleven vormt de kern van de persoonlijke levenssfeer (F. SCHRAM, Het decreet openbaarheid van bestuur. Een juridische analyse in historisch perspectief, Brugge, Vanden Broele, 247; Concl. Adv.Gen. bij HvJ 8 april 2014, nr. C-293/12, Digital Rights Ireland Ltd, nr. 61). Het openbaar maken van de registratie als landbouwer heeft aldus betrekking op de kern van een belang – het door artikel 22 van de Grondwet en het door artikel 8 EVRM aan eenieder toegekende recht op eerbiediging van zijn privéleven – dat de uitzonderingsgrond uit artikel II.34, 2° van het Bestuursdecreet wenst te beschermen tegen de openbaarheid van bestuur (RvS, nr. 234.609 dd. 2 mei 2016). De beroepsinstantie is, na kennisname van de door het departement Landbouw & Visserij verstrekte informatie, van oordeel dat de openbaarmaking van de al dan niet ambtshalve schrapping van de bevraagde persoon als landbouwer afbreuk doet aan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene en dat dit gegeven dan ook moet worden afgeschermd in toepassing van artikel II.34, 2° van het Bestuursdecreet. Er zijn geen redenen voorhanden die toelaten om te stellen dat de vrijgave van de registratie als landbouwer, die per slot van rekening toch tot de kern van de persoonlijke levenssfeer behoort, géén afbreuk zou doen aan de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. Te meer, daar in casu uit de toelichting van het departement Landbouw & Visserij blijkt dat de opgevraagde informatie over de al dan niet registratie van xxx als landbouwer niets zegt over het feit of de persoon in kwestie nog steeds zijn semiprofessionele landbouwactiviteit uitoefent. Uit de telefonische toelichting van het departement Landbouw & Visserij blijkt dat -in tegenstelling tot vroeger- de huidige regelgeving voor de verplichte registratie van een landbouwer nu gelinkt is aan de oppervlakte grond die wordt bewerkt/gebruikt. Dus is het perfect mogelijk dat een landbouwer nog evenveel produceert en/of verkoopt als vroeger maar niet langer als landbouwer moet geregistreerd zijn omwille van de gewijzigde regelgeving ter zake. De opgevraagde informatie bij het departement Landbouw & Visserij over de al die niet registratie van de bevraagde landbouwer zegt dus niets over de huidige uitoefening van zijn landbouwactiviteit, wat juist het cruciale gegeven is dat beroeper nodig heeft om de stedenbouwkundige vergunning van xxx te kunnen aanvechten. In de vergunning is immers bepaald dat de bergruimte moet verwijderd worden zodra de semiprofessionele landbouwactiviteit stopt. Artikel II.34, 2° van het Bestuursdecreet laat echter wel de mogelijkheid dat dergelijke gegevens toch openbaar worden gemaakt, mits toestemming van de betrokken persoon. In casu heeft het departement Landbouw & Visserij de nodige toestemming aan xxx gevraagd doch tot op heden zonder resultaat. Rekening houdende met het voorgaande dient het beroep tegen de weigeringsbeslissing van departement Landbouw & Visserij bijgevolg als ongegrond te worden beschouwd. Na beraadslaging,
BESLUIT: Het beroepschrift van xxx van 22 september 2022 tegen de weigeringsbeslissing van 22 september 2022 van het departement Landbouw & Visserij wordt als ontvankelijk doch ongegrond beschouwd.
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/279
pagina 4 van 5
Brussel, 18 oktober 2022 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/279
pagina 5 van 5