VAIS_jaarverslag_2007.pdf

Page 1

ACTIVITEITENVERSLAG 2007

DE VLAAMSE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING


2 | Activiteitenverslag 2006


Inleiding

INHOUD

WOORD VOORAF....................................................................................................................................4 INLEIDING................................................................................................................................................5 De partnerlanden van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking..............................................................7 ZUIDWERKING.........................................................................................................................................8 Met rasse schreden verder.......................................................................................................................9 Kwazulu-Natal: de klemtoon op voedselzekerheid..................................................................................20 Vrijstaat: kmmo’s en aids........................................................................................................................24 Malawi: zorg voor een geintegreerde aanpak..........................................................................................26 Mozambique: voorrang voor gezondheidszorg en de strijd tegen HIV/Aids............................................30 Duurzaam ondernemen...........................................................................................................................37 Humanitaire bijstand................................................................................................................................41 NOORDWERKING..................................................................................................................................44 De vierde pijler.........................................................................................................................................45 Duurzaam consumeren...........................................................................................................................47 Sensibilisering via de media....................................................................................................................49 Ontwikkelingseducatie............................................................................................................................51 Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking...........................................................................................54 Middelen..................................................................................................................................................58 BIJLAGEN...............................................................................................................................................62 Zuid-Afrika................................................................................................................................................63 Mozambique............................................................................................................................................66 Malawi.....................................................................................................................................................67 Marokko...................................................................................................................................................67

Activiteitenverslag 2007 | 3


Inleiding

WOORD VOORAF

Voor u ligt het derde activiteitenverslag van de Vlaamse Ontwikkelingssamenwerking. Vorm en stijl sluiten aan bij de vorige edities. Toch is het geen traditioneel jaarverslag geworden. Het voortdurend zelf in vraag stellen van het functioneren en dus ook van tradities is een van de wezenlijke kenmerken van het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking (VAIS). Het is derhalve niet verwonderlijk dat gekozen werd voor een nieuwe aanpak om nog aanschouwelijker en concreter te rapporteren over de activiteiten. Guy Poppe, gewezen VRT journalist en verknocht aan Afrika was de geknipte figuur om dit op een creatieve wijze te realiseren. In zijn eigen vlotte stijl beschrijft hij de realisaties van de Vlaamse overheid op vlak van ontwikkelingssamenwerking in 2007 en licht een tipje van de sluier op over de toekomstplannen. En dat zijn er heel wat. De concrete resultaten in zuidelijk Afrika bewijzen dat de geografische en thematische concentratie de juiste keuze is. In Mozambique startte een tweede fase in het HIV/AIDS programma. Nieuwe accenten en een aangepast budget resulteerden uit de in 2006 doorgevoerde evaluatie. In Malawi is de voorbereidingsfase achter de rug en staan de projecten in de startblokken. Meer zelfs, terwijl u dit leest draaien ze op volle toeren. In beide landen worden nieuwe programma’s voorbereid. Het VAIS stuurde Guy Poppe ook letterlijk te velde, naar de Zuid-Afrikaanse provincie Limpopo. Hij doorploegde er het “Limpopo Agribusiness Development Academy program”, een programma dat het agribusiness project en het project agro-tourism in het Hamakuya district behelst. Getrouw aan zijn naam en faam keerde Poppe terug met een indringende en uitermate boeiende reportage. Ik wens u veel leesplezier.

Freddy Colson Administrateur-generaal Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking

4 | Activiteitenverslag 2007


Inleiding

INLEIDING

Misschien hoort het niet om het jaarverslag over de activiteiten van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking in eigen huis te laten beginnen maar toch bezondigen we ons voor één keer graag aan die vorm van navelstaarderij. 2007 is n.l. het eerste volledige werkjaar van het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking geweest en VAIS, zoals we het met een afkorting noemen, heeft niet geaarzeld om zich op de kaart te zetten. Dat willen we in de eerste bladzijden van dit activiteitenverslag graag in de verf zetten. De samenwerking met Zuid-Afrika heeft in 2007 een grote sprong voorwaarts gemaakt. Vereenvoudigde administratieve en financiële procedures hebben ertoe geleid dat VAIS tot een slagvaardige partner uitgegroeid is van de drie provinciale regeringen, waarmee het scheep gegaan is. Nieuwe commerciële boeren, milieutoeristen, kleine ondernemers, aidsslachtoffers en de door het gebrek aan voedselzekerheid in hun bestaan bedreigde lagen van de bevolking vormen in Zuid-Afrika de doelgroep. In Mozambique bouwt VAIS voort op de samenwerking in de gezondheidszorg, die de jaren daarvoor op een hoge mate van appreciatie heeft kunnen rekenen. De werking blijft toegespitst op de strijd tegen hiv/aids in de provincie Tete, maar krijgt meer allure en nieuwe klemtonen. Zo verloopt de behandeling van patiënten voortaan op een meer gedecentraliseerde manier en kunnen ze nu ook in de districten terecht. Bovendien komt door de integratie van de aidsbestrijding in het algemene beleid het hele gezondheidssysteem er sterker uit. Ook in Malawi, de derde partner in het Zuiden, waarmee de samenwerking pas sinds eind 2006 een feit is, is VAIS als een hazewind uit de startblokken geschoten. Door met de voedsel en landbouw organisatie van de Verenigde Naties (FAO) de handen in elkaar te slaan heeft het van bij de aanvang werk kunnen maken van microprojecten ten behoeve van een grotere voedselzekerheid. De tijd is rijp om nieuwe initiatieven in de landbouwsector op gang te brengen, zoals trainingen op landbouwscholen en de verhoging van de melkproductie. Dat om te illustreren dat VAIS zijn start niet gemist heeft. Het heeft het agentschap in staat gesteld om in 2007 een budget van 22.065.794,79 € te verwerken, 4,5 € meer dan in 2006. Vanzelfsprekend was de blitsstart van VAIS niet mogelijk geweest zonder de kundige medewerking van onze partners ter plaatse. Ontwikkelingssamenwerking doe je niet alleen. In Zuid-Afrika hebben de provinciale regeringen duidelijke beleidskeuzes gemaakt waar VAIS makkelijk mee de schouders onder kan zetten. Op de gezamenlijke investering in de commerciële landbouw (agro-business) en ruraal ecotoerisme (agro-tourism) in de provincie Limpopo komen we in dit jaarrapport uitvoerig terug. VAIS is zijn licht gaan opsteken bij de nieuwe boeren die zich een weg naar het commerciële circuit banen, in de landbouwcolleges waar VAIS trainingen financiert en het vakantiekamp dat speciaal voor inleefverblijven gebouwd is. Die gedetailleerde reportage, heet van de naald, maakt een flinke brok van dit verslag uit. In KwaZulu-Natal heeft de provinciale overheid VAIS gevraagd om verder te gaan op de ingeslagen paden. Het zwaartepunt blijft in die provincie m.a.w. op voedselzekerheid liggen, zij het met een bredere aanpak dan uitsluitend de verhoging van de productie. Het programma in KwaZulu-Natal is het eerste waarvoor er een meerjarenbudget goedgekeurd is. De andere provincies volgen. Vrijstaat heeft geko-

Activiteitenverslag 2007 | 5


Inleiding

zen voor steun aan kmo’s en een aidsproject. Zo is ook daar aan een mogelijke versnippering van de te besteden middelen paal en perk gesteld. In Mozambique is de overheid niet te beroerd geweest om de resultaten van haar gezondheidsbeleid aan afgesproken criteria te toetsen. Meteen was duidelijk op welke manier VAIS in het kader van een verdiepte samenwerking mee kan helpen om tot betere prestaties te komen. Ik heb tijdens mijn bezoek aan dat land vast kunnen stellen wat voor een hypotheek op ontwikkeling een ramp als de cycloon Favio kan leggen. VAIS heeft na mijn terugkeer twee hulpdossiers goedgekeurd. Daardoor is Mozambique goed voor bijna 15% van de humanitaire bijstand die VAIS in 2007 verleend heeft. Het totale budget in 2007 voor noodhulp was goed voor een kleine 2 miljoen €, zo’n 7% van het volledige budget voor ontwikkelingssamenwerking. Ongeveer de helft daarvan was voor Afrika bestemd, meestal voor de bijstand van slachtoffers van natuurrampen. Net als in Mozambique en Zuid-Afrika, werkt VAIS in Malawi nauw samen met de hoogste instanties. Het financiert er nota bene, voor de coördinatie van alle initiatieven die met voedsel te maken hebben, de aanstelling van een beleidsadviseur, die rechtstreeks samenwerkt met de president. De kwaliteit van het bestuur in de partnerlanden is en blijft inderdaad een belangrijke factor voor succes. Met relatief weinig kosten gaat een almaar groeiend percentage van de elk jaar toenemende begroting naar het Zuiden, in 2007 85%. VAIS geeft 15% van het budget hier ter plaatse voor de Noordwerking uit. We besteden dit niet alleen zorgvuldig, maar ook met een duidelijke visie. In de loop van 2008 wordt een gloednieuwe website voor de vierde pijler van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking gelanceerd. Daar kunnen de grote aantallen vrijwilligers terecht, die in hun bedrijf, jeugdvereniging, school, vakbond, ziekenfonds of vriendengroep de zaak van het Zuiden bepleiten. Het was ook verheugend om vast te stellen dat op de uitreiking van de derde Noord-Zuid persprijs een volle zaal geïnteresseerden afkwam en dat het aantal inzendingen gevoelig toegenomen is. De sensibilisering van het brede publiek door de media is een noodzaak. Het Zuiden mag niet buiten beeld vallen. Evengoed doet het deugd om te merken dat de gemeenten mee de kar van de ontwikkelingssamenwerking trekken. Er zijn in 2007 23 nieuwe aanvragen ingediend om een convenant met de overheid te sluiten. De Vlaamse overheid heeft zich stilaan een rol als voortrekker toegeëigend wat de aanschaf van producten uit de eerlijke handel betreft. Lang voorbij is de tijd dat we door Max Havelaar-koffie te schenken ervan uitgingen dat de kous af was. Het Boudewijngebouw is in oktober tijdens de Week van de Fair Trade omgetoverd tot een heuse marktplaats, waar van alles te koop was, van chocola tot juwelen. Ook ben ik blij dat voor onze inspanningen voor een ethische gedragscode de testfase voorbij is. Het 4C model, dat zowel met economische als sociale en ecologische overwegingen rekening houdt, biedt beloftevolle vooruitzichten voor een duurzamere ‘mainstream’ koffiehandel, samen met de betrokken producenten in het Zuiden. Laten we ten slotte niet vergeten dat om de Vlamingen warm te maken voor het Zuiden we in het budget middelen voor ontwikkelingseducatie uittrekken. Zo zijn er dit jaar weer zes projecten geselecteerd, die samen 640.997,67 € toegewezen kregen. 6 | Activiteitenverslag 2007


Inleiding

We rekenen erop dat we in 2008 op de ingeslagen weg verder kunnen gaan.

Geert Bourgeois Vlaams minister van Ontwikkelingssamenwerking

DE PARTNERLANDEN VAN DE VLAAMSE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING ba

l

izi ru

i

sh

A

A

K E L A

e mb

NG

IP

RO

IT

Cha

KA

N. Ruku

M

CH

Nyika Plateau

RUMPHI

uru uk

S. R

BA HA

TA

Lu we ya NK

MZIMBA

Likoma

a ngw wa

a

MOZAMBIQUE

HO T NK

Bu

sa

I A W A L

ya Lake N

D

KASUNGU

MALAWI

Chizumulu

M

L u a n gwa

Ruvuma

Y

Kasitu

ZAMBIA

UNITED REPUBLIC OF TANZANIA

NORTHERN

Lichinga

DOWA

SALIMA

we

LILONGWE

Lilongwe DEDZA

Lilon

g

Lug

MCHINJI

end

a

NTCHISI

TA AKO

CENTRAL

MANGOCHI Lake Amaramba

Lake Malombe

NT

SOUTHERN

CH

EU

Lake Chiuta

ir e

MOZAMBIQUE

Sh

Balaka

Lake Chilwa

bo

è

ZOMBA

MWANZA

zi

vú Re

MACHINGA

de

dé Con

BLANTYRE

H

K

MULANJE

I

ZIMBABWE

W

Phalombe

CHIRADZULU

THYOLO

C

Tete

i

NS

AN

JE

bez

A

re Shi

Zam

AW

0 0

25

50 25

75 50

100 km 75 mi

Activiteitenverslag 2007 | 7


ZUIDWERKING


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

MET RASSE SCHREDEN VERDER Vlaanderen kan in 2007 terugblikken op 13 jaar samenwerking met Zuid-Afrika. Een samenwerking die grondig is geëvolueerd. Sedert 2001 concentreert de Vlaamse overheid zich op 3 provincies: KwaZulu Natal, Limpopo en Vrijstaat. Vanaf 2005 financiert het in die provincies een beperkt aantal grote programma’s die geleid worden door de provinciale departementen. Het voorbij jaar heeft het VAIS met vereenvoudigde administratieve en financiële procedures de samenwerking op een nog vlotter spoor gebracht. Voor het eerst is er voor KwaZulu-Natal, een van de drie provincies waar VAIS bedrijvig is, een meerjarenbudget vastgelegd. Dat houdt in dat VAIS de resterende middelen die het tot 2009 in het programma voor voedselzekerheid van KwaZulu-Natal wil investeren, n.l. 4,5 miljoen €, definitief toegewezen heeft. Het is dus afgestapt van het systeem om jaarlijks kleinere schijven te budgetteren. Dat was nooit eerder het geval. In 2008 staat er een soortgelijke operatie op het getouw voor de provincie Limpopo, die gekozen heeft voor investeringen in de commerciële landbouw (agro-business) en ruraal toerisme (agro-tourism). In 2009 volgt de derde provincie, Vrijstaat. Daar investeert VAIS in twee programma’s, met name steun aan een aidsproject en kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (KMMO’s). Als die operatie achter de rug is, dan zijn de telkens 7,5 miljoen €, die elk van de drie provincies voor vijf jaar in het vooruitzicht gesteld waren definitief vastgelegd. Vanaf dan hoeft de aandacht niet elk jaar weer naar de voorbereiding van het volgende budget en de jaarplanning te gaan maar kan hij verschuiven naar inhoudelijke begeleiding en opvolging van de programma’s op het terrein. Er zijn nog meer vereenvoudigingen ingevoerd. Vroeger duurde het tot een maand of zes vanaf de dag dat de aanvraag voor de uitbetaling van een nieuwe schijf in Brussel binnenliep tot het ogenblik dat het geld op de rekening in ZuidAfrika gestort was. De duurtijd van die geldoverdrachten is nu ingekort tot zes à acht weken. Bovendien is er komaf gemaakt met de veelheid aan transfers van kleine bedragen. Dat

ging gepaard met de opstelling van elkaar snel opvolgende vooruitgangsrapporten en financiële planningsverslagen, die wel eens een virtueel karakter dreigden aan te nemen. Tegenwoordig slaan de overdrachten op veel hogere tranches van telkens 1,5 miljoen €. Is eenmaal drie kwart van die som opgebruikt, dan kan de aanvraag voor de volgende schijf gebeuren. “Voorbij is de tijd dat iedereen voortdurend aan een nieuwe aanvraag zat te werken of op zijn geld te wachten. ’t Was alsof de chirurgen tijdens een operatie om de haverklap de boel stillegden en naar buiten liepen omdat het geld op was”, zegt de vertegenwoordigster van VAIS in Pretoria. Naast de vastlegging binnenkort van het volledige budget voor de hele periode van vijf jaar en de soepelere en snellere transfer van middelen opent ook de oprichting van een bufferfonds Vlaanderen-Zuid-Afrika bij de National Treasury nieuwe mogelijkheden. Het geld uit het bufferfonds kan dienen om de provincies extra-assistentie te verlenen, experts ter plaatse te sturen of bijkomende activiteiten te ondersteunen. “Daardoor en natuurlijke mede door de forse verhoging van de budgetten de voorbije jaren – vóór 2005 stelden we een provincie per jaar tussen een half en maximaal een miljoen € ter beschikking, uit te betalen in 4 schijven, nu gaat het over een programma van 7,5 miljoen €, uitbetaalbaar in schijven van anderhalf miljoen – én de vereenvoudigde administratieve aanpak zijn we tot een belangrijke speler uitgegroeid”, zegt de vertegenwoordigster “We kunnen nu op een meer volwassen manier dan vroeger met de provinciale regeringen onderhandelen over de uitvoering van Activiteitenverslag 2007 | 9


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

het programma en meewerken aan de verwezenlijking ervan. Door financiële ruimte te scheppen, hebben we openheid gecreëerd. We kunnen nu als het ware als een vroedvrouw te werk gaan, die meehelpt om de budgetten en programma’s eruit te laten komen. De managers die we in de drie betrokken provincies aanstellen, gaan bv. precies onderzoeken waarom bij de voortgang van het programma een en ander moeilijk loopt. Zo verhoog je op alle vlakken de doelmatigheid bij je partner en maak je in een land als Zuid-Afrika van ontwikkelingssamenwerking een soort van laboratorium”. De vereenvoudiging en versnelling van de procedure bleek een noodzaak vanwege het behoorlijke ingewikkelde administratieve systeem in ZuidAfrika. Dat botste soms op de Vlaamse regels – Zuid-Afrika hanteert bv. andere boekjaren – en leidde tot vertragingen. Om dat te voorkomen zijn de vernieuwingen uitgedacht. Ze passen perfect binnen het wettelijke kader in Zuid-Afrika.

10 | Activiteitenverslag 2007

De nieuwe werkwijze mag niet de indruk mag wekken dat de provincies zomaar de vrije hand krijgen bij de besteding van het geld. Het VAISbureau in Pretoria oefent permanent financiële controle uit en laat elk jaar voor elk programma een externe audit uitvoeren.

LIMPOPO Heeft VAIS meer tijd kunnen nemen om op het terrein te gaan kijken of alles volgens plan verloopt, waaraan het geld besteed is en of het project zinvol is? Speciaal voor dit jaarverslag is VAIS naar Limpopo getrokken. Het kamp met inleefverblijven van HaMakuya, het sluitstuk van het toeristische project in de provincie, staat er in de startblokken. De twee trainingscentra voor newly emerging farmers, boeren die op een pas verworven stuk grond op commerciële basis aan de slag gaan, draaien op kruissnelheid.


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

R E P O R TA G E HAMAKUYA, TOWNSHIP KIDS OP ZOEK NAAR HUN ROOTS IN LIMPOPO

“You’ve got the Big Five we’re always talking about, HaMakuya adds a 6th one, the biggest baobab tree in the world”. Zo verwoordt de Minister van Landbouw van Limpopo, Dikeledi Magadzi, haar geestdrift voor het vakantiekamp. In de ogen van de MEC, zoals ze in Zuid-Afrika met een standaardafkorting de provinciale ministers betitelen, is de indrukwekkende baobab die het kamp domineert dé attractiepool van HaMakuya. Voor haar is de boom evenwaardig aan de Big Five, de buffels, leeuwen, luipaarden, neushoorns en olifanten, die de troefkaart vormen van het nabijgelegen Krugerpark, het grootste dierenreservaat van Zuid-Afrika dat jaarlijks miljoenen toeristen ontvangt.

HaMakuya ligt een eind van de bewoonde wereld af, in die noordoostelijke punt van Limpopo waar Mozambique en Zimbabwe niet veraf zijn. Je hebt er bv. geen gsm-bereik en dat zegt veel in Zuid-Afrika. Onder de apartheid lag deze regio in Venda, een thuisland, een van de vier - naast Bophuthatswana, Ciskei en Transkei - waaraan Zuid-Afrika een formele onafhankelijkheid opdrong, die geen land ter wereld ooit erkend heeft. Venda was een achtergebleven stuk Zuid-Afrika, dat zijn jonge arbeidskrachten zag vertrekken naar economische groeipolen en vooral armoede cultiveerde. Nu nog leeft de ruime helft van het

Vendavolk onder de armoedegrens. Rondkomen is alleen weggelegd voor wie in de bijna uitgeputte steenkoolmijn van Tshikondeni werkt, een kind of verwante heeft die in de stad werkt en wat spaargeld opstuurt of voor wie in de boerenstiel het beste ervan maakt. De gevolgen van die verwaarlozing tijdens de apartheidsjaren laten zich nog altijd voelen. Als we bij onze terugkeer naar de hoofdstad van Limpopo, Polokwane, in een gloednieuw winkelcentrum in Elim halt houden voor een snelle hap blijkt het personeel van de Kentucky Fried Chicken technisch werkloos. De elektriciteit is uitgevallen. We zien dergelijke stroompannes niet zo gauw voorvallen in een van de luxueuze malls in het steenrijke Sandton tussen Johannesburg en Pretoria. Om in HaMakuya te geraken moet je eerst een flink eind over een gravel road rijden, een aarden weg, zij het goed onderhouden. Daarna draai je een pad op met enkele venijnige, zanderige hellingen die het de chauffeur van een gewone auto knap lastig maken. Het is er uitkijken voor de elegant wegvluchtende springbokken die net voor de wagen je pad kruisen. Het kamp - Tshatai Wilderness Camp - bestaat uit een stuk of wat grote tenten, die de bezoekers onderdak bieden en een centrale ruimte die als keuken en eetplaats fungeert. Van overal heb je een prachtig uitzicht op de rivier beneden. Daar komen in de ochtenduren de bavianen drinken en wie er een frisse duik in het water neemt, loopt

Activiteitenverslag 2007 | 11


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

kans om een krokodil op zijn weg te vinden. Dat laatste hebben we van horen zeggen. Mooi gelegen is het kamp, maar waarin verschilt het van andere soortgelijke initiatieven? Is HaMakuya de zoveelste lodge in de rij in Limpopo, met wat minder comfort dan de andere en veel minder kans op spectaculaire ontmoetingen met wilde dieren, die mikt op avontuurlijk aangelegde toeristen die best wat nieuws uit willen proberen? Neen, dat is het niet. Over HaMakuya is nagedacht. O.m. door de plaatselijke overheid. De provinciale regering van Limpopo heeft uitdrukkelijk gekozen voor investeringen in de landbouw. De MEC legt ons uit wat het economische belang is van landbouw in de provincie én hoe je initiatieven in die sector niet geïsoleerd mag nemen. Limpopo, zegt Magadzi, heeft ook een belangrijk toeristisch potentieel en die twee moet je aan elkaar koppelen: “That’s in essence the key focus we’re looking into, plus … doing things in an unusual way”. Ongebruikelijke dingen doen - daarop komen we terug - en het beleid van landbouw en toerisme in elkaar schuiven, dat zijn de uitgangspunten. HaMakuya moet zijn gasten plaatselijk geteelde groenten en fruit voorschotelen en op die manier kunnen nieuwe boeren daar hun producten afzetten. Toerisme als stimulans voor commerciële landbouw. Als dat lukt, is de cirkel bijna rond. Hoe is het idee van een kamp in HaMakuya bij VAIS binnengebracht? Enkele jaren geleden ging

De groentencoöperatieve.

12 | Activiteitenverslag 2007

VAIS rond de tafel zitten met de provinciale autoriteiten en liet het zijn voorkeur blijken voor een voorstel om het in uitzicht gestelde, verhoogde budget in een of hooguit twee grote projecten te investeren. Aan de versnippering over zowat dertig kleinere projecten wou VAIS graag een einde maken. Die houding vloeit voort uit de strategienota waarover de Vlaamse Regering en Zuid-Afrika het in 2004 eens geraakt zijn. De uitkomst van die gesprekken was dat Limpopo resoluut voor landbouw koos. Daarvoor zijn er verscheidene redenen. Feit is dat de premier van de provincie de omschakeling van overlevings- naar commerciële landbouw hoog op zijn beleidsagenda heeft staan. Voeg daaraan de bedenkingen van de MEC toe en dan spreekt het vanzelf dat de backing, die HaMakuya van haar én de premier gekregen heeft een pluspunt geweest is om het kamp op de sporen te krijgen. Allebei gaven ze present toen in augustus 2007 het startschot klonk, samen met zo’n 150 à 200 gasten, afgevaardigden van de boerenorganisaties, onderwijsinstellingen en toeleveraars. “Het bewijst welk politiek gewicht de premier en de MEC aan agro-business geven”, stelt landenverantwoordelijke Katrien de Pauw vast, die op de officiële plechtigheid voor VAIS het woord gevoerd heeft. Niet alleen krijgt het HaMakuya Agrotourism Initiative, zoals het officieel heet, politieke ruggensteun van de premier van Limpopo en het Departement Landbouw, het is ook wetenschappelijk onderbouwd. Een team van onderzoekers van de Witwatersrand Universiteit in Johannesburg heeft literatuur aan veldwerk gekoppeld om het concept vorm te geven. Etnomusicologe Lara Allen houdt een vurig pleidooi voor educational tourism. Misschien benadert de term inleefverblijf het dichtst wat ze bedoelt. HaMakuya mikt op studenten en, liever nog, oudere scholieren vanaf 15. Ze wil die stadskinderen een idee geven van hoe landgenoten in het rurale Zuid-Afrika leven, ze laten zien in wat voor een mooie, vreedzame omgeving ze dat doen en hoe dicht bij de natuur


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

en wilde dieren. De jongeren moeten beseffen dat hun ouders, grootouders of voorouders niet altijd in een township als Soweto gewoond hebben. Ideaal zou het zijn, vindt Lara, om zo’n onderdompeling in het rurale leven op te nemen in het leerplan van het middelbaar onderwijs. Die onderhandelingen moet ze nog voeren. Maar hoe dan ook, er komt alleen op universiteiten en scholen gerichte publiciteit rond het bestaan van het kamp, geen algemene. Op enkele details na staat HaMakuya klaar om zijn eerste echte gasten te ontvangen. Er zijn milieuen culturele gidsen in dienst genomen. Proefkonijnen, studenten van Wits en uit Chicago, waarmee Wits een samenwerkingsovereenkomst heeft, en de delegatie van VAIS hebben de test doorstaan. Het is de grote uitdaging voor 2008 om de specifieke niche waarop HaMakuya aast aan te boren. Het soort toerisme dat het project beoogt, is niet evident in Zuid-Afrika, zegt Katrien de Pauw: “Ik kan me voorstellen dat een gemiddelde zwarte Zuid-Afrikaan, van wie de voorouders twintig generaties lang boer geweest zijn bij het idee van ruraal toerisme zegt: my foot, ik wil in Durban een Miami-gevoel hebben als ik met vakantie ga”. Daarom wil ze het provinciale Departement Toerisme veel actiever dan nu het geval is bij het initiatief betrekken en ook de samenwerking met het Departement Onderwijs versterken. Mogelijk volgen er in een latere fase nog andere initiatieven in de toeristische sector. Zo is al het idee geopperd van een agro-toeristische route in Limpopo, een tocht van boerderij naar boerderij, analoog aan de wijnroute in de Kaap. Het is een onderzoek waard tegen half 2009, halverwege de looptijd van het programma, als het aan een tussentijdse evaluatie toe is. Voorlopig blijft het bij de inleefverblijven in HaMakuya. We hebben de proef op de som genomen met de General Manager van het Agrobusiness Department, Cuena Komapi. Ze maakte deel uit van onze delegatie, een vrouw die haar jeugd in een dorp zonder voorzieningen doorge-

bracht heeft. Ze was sceptisch tijdens de heenrit want had ze als jong meisje niet aan den lijve ondervonden wat we in HaMakuya zouden beleven en had ze zich aan die penibele situatie niet ontrukt? Maar toen we haar vlak voor haar terugkeer vroegen of alles naar wens verlopen was, was ze in de wolken: “I was taken aback, it rekindled the baby in me, I just loved it, I think people should come, relax and switch off themselves. And even if you don’t switch it off, it will switch itself off and you‘ll get time to relax, feel the grass under your feet and be a little child again”. Zo te zien werkt HaMakuya. Cuena Komapi keerde terug naar haar kantoor in Polokwane gekleed in een special voor haar gemaakte rok met Venda-motieven. Het naaiatelier, dat ook bij de inrichting van HaMakuya betrokken was, heeft kunnen laten zien hoe efficiënt de vrouwen die er aan de slag zijn te werk gaan.

Cuana Komapi krijgt een nieuwe rok aangemeten in het naaiatelier. Lara Allen brengt ons ook in contact met Odeb, een plaatselijke singer songwriter. Trots laat hij ons zijn eerste cd zien, de master tape, zijn enige exemplaar. Tijdens een ritje met de auto mogen we hem beluisteren. Moderne muziek met Venda-inslag, we lusten er wel pap van. Het is duidelijk, hier zit talent maar het moet kansen krijgen. Activiteitenverslag 2007 | 13


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

De stap zetten naar een opnamestudio, ook dat vergt externe steun. De researchers van Wits hebben niet alleen een visie ontwikkeld, ze hebben ook elementen toegevoegd aan de beleidskeuzes die het Departement van Landbouw gemaakt heeft, zoals werkverschaffing en stimulering van de plaatselijke economie. Zo is het kamp gebouwd met materialen die ter plaatse vervaardigd zijn, op de tenten en sommige houtsoorten na die in de streek niet te vinden zijn, én door plaatselijke ambachtslui. Dat was niet evident. Je vindt rond HaMakuya zomaar geen bouwvakkers of loodgieters, schrijnwerkers of metaalbewerkers. Daarom zijn er experts aangetrokken om gedurende drie maanden dat soort ambachtslui te trainen. Na die opleiding moeten ze op eigen benen staan. De Tshulu Trust Fund, die het kamp bestuurt, sluit dan een contract met ze af. Zo staat HaMakuya aan de wieg van de eerste kleine zelfstandigen in die regio. Zij kunnen nu hun nieuw verworven vaardigheden ook op andere plaatsen in hun gemeenschap te gelde maken. Het is Lara Allen ter ore gekomen dat sommige van de arbeiders tijdens de bouw van het kamp in het weekend bijgeklust hebben maar daarmee heeft ze geen problemen, integendeel zelfs. “The construction of the camp triggered economic effects, absolutely, HaMakuya is the example of a small success story”, besluit ze lachend, “I even saw $-signs in one of the worker’s eyes”. De ogen van een van de ambachtslui begonnen te glinsteren toen hij een uitgegraven aalpunt met een betonnen ring bedekte waarop dan de toiletpot moest komen. Hij dacht aan al die uitgegraven putten in de kralen waar dorpelingen hun maïs opbergen en afdekken met een houten of golfplaten deksel. Als dat verrot of stuk gaat en de regen sijpelt door, kunnen ze het graan weggooien. De betonnen ring was zijn persoonlijke Eureka. De Tshulu Trust Fund overkoepelt het geheel van de activiteiten in HaMakuya. In het bestuur zijn zowel de plaatselijke gemeenschap als de academici vertegenwoordigd. Samen maken ze uit waaraan ze het geld spenderen en de winst be14 | Activiteitenverslag 2007

steden. “Dat is allemaal nieuw”, zegt Christel Op de beeck (VAIS-vertegenwoordigster in Pretoria), “HaMakuya is een testcase voor plaatselijk bestuur, ook voor de universiteit overigens, vroeger had ze dat alleen gedaan”. Als we met de voorzitter van de Trust, Rendani Lalumbe, over de toekomstperspectieven van het kamp spreken, drijft er één gedachte bij hem boven. “Job creation is our number one priority”, bezweert hij ons, banen scheppen om de torenhoge werkloosheid in Venda te lijf te gaan. HaMakuya heeft daartoe nu al een steentje bijgedragen. De chief, die naast Lalumbe zit en aan het hoofd staat van de nabijgelegen Office of Tribal Affairs is het Engels minder machtig maar knikt instemmend. Het is uitsluitend de chief zijn bevoegdheid om gemeenschapsgrond ter beschikking te stellen en dat heeft hij in dit geval gedaan om het kamp te kunnen bouwen. Lalumbe, die uit de verkozen civics voortspruit, werkt hand in hand met hem. Dat is een belangrijke troefkaart voor HaMakuya. Het project waarvan het concept ontstaan is in het brein van enkele wetenschappers heeft de steun van zowel de allerhoogste politieke regionen in de provincie als van de verkozen en traditionele vertegenwoordigers van de plaatselijke gemeenschap. Overigens zien we later tijdens ons verblijf in Limpopo hoe op verscheidene plaatsen voormalige gemeenschapsgrond een definitieve, op commerciële exploitatie gerichte bestemming krijgt. De traditionele chefs van de Venda zijn mee met de ontwikkeling van hun volk. Niches zoeken, ongebruikelijke dingen opzetten. We hebben het herhaaldelijk te horen gekregen tijdens ons bezoek aan HaMakuya. Niet alleen het plan voor inleefverblijven voor jongeren is daaruit gegroeid. Er is naar nog meer openingen in de markt gespeurd. Met in het achterhoofd de bekommernis dat de boeren zo veel mogelijk meerwaarde op hun groente- en fruitoogst moeten opstrijken. Vruchtensap fabriceren is zo’n mogelijkheid, jam een andere. Maar dat zit voorlopig nog in het stadium van de ideeën, die in 2008 misschien uitrijpen. Vallen en opstaan wordt dat, geeft Lara


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

Allen toe, onze poging om een jam op de markt te brengen bestaande uit een mengeling van banaan en de vrucht van de baobab is vanwege oneetbaar een stille dood gestorven. Biologische teelt is een andere niche die Lara aangeboord wil zien. Wie ogen in zijn hoofd heeft, merkt dat er net als in Europa ook in Zuid-Afrikaanse steden een groep afnemers van bioproducten woont, een potentiële groeimarkt. In het dorpje Daughter is een jonge vrouw – ze legt haar eerste boreling geregeld aan de borst als we met haar praten – op het idee gekomen om met enkele andere vrouwen samen de wetlands naast de rivier vlakbij te bewerken, de vruchtbare, soms overstroomde strook grond van zo’n honderd meter breed. Er is genoeg koeienmest in de kraal om af te zien van kunstmest. De vrouwencoöperatie van Daughter kan het eerste experiment zijn om vanuit het diepe Vendaland zowel HaMakuya als, wie weet, milieubewuste Zuid-Afrikanen verder af met smaakvolle biotomaten en –uien te bevoorraden. Ook voor dat project moet 2008 de aanzet geven. Maar de natuur wil niet altijd mee. Zoals in grote delen van Zuidelijk en Oost-Afrika de laatste decennia, heeft deze regio geregeld met droogteproblemen te kampen. Ze beklagen zich in Daughter over het uitblijven van de regen. Sinds exact anderhalve maand heeft het er niet meer geregend en dat in volle regenseizoen! Als je de bergen nadert waarin HaMakuya gelegen is, oogt alles nochtans meteen flink wat groener, zeker

in vergelijking met de struiksavanne rond Polokwane, maar schijn bedriegt kennelijk. We blijven een nachtje slapen in Daughter, bij de lokale gemeenschap een eindje verder van het kamp. Een home-stay met een erf, één of enkele nachten ten huize van een Venda-familie, maakt deel uit van het inleefverblijf dat HaMakuya aanbiedt. Ze geven je een van hun culturele gidsen mee als begeleider want de taal blijft een schier onoverbrugbare handicap, ook al helpen enkele zinnetjes Afrikaans af en toe om toch een minimum aan contact te leggen. De tradities zijn nog levendig bij de Venda. De respectvolle, onderdanige begroeting van het familiehoofd en zeker de chief – verschillend voor vrouwen en mannen -, de traditionele klederdracht waarmee sommige vrouwen pronken, gewoon tijdens hun dagtaak, de manier waarop kinderen ’s avonds de mannen de soeplepels marulabier aanreiken, het stevige ontbijt met pap - te vergelijken met Italiaanse polenta, ook op basis van mielie, maïs -, en voor wie het lust kippenmagen en mopane, gekookte rupsen, het maakt in Daughter allemaal deel uit van het dagelijkse bestaan. Maar ze sluiten zich niet af van het moderne leven. De vrouw die in een aarden pot het marulabier prepareert, heeft een gsm naast zich liggen en er is, geloof het of niet, bereik ! Toen de dag voordien boer Jameson tijdens zijn uitleg midden in zijn veld vol red hot chili peppers een telefoontje kreeg, schreef hij het nummer dat hij moest bellen met een twijgje in het zand. Ze springen soepel om met moderniteit in Venda. Het hoofd van de kraal in Daughter wijst ons trots erop hoe aan elke hut een lamp brandt. Een zonnepaneel levert stroom. Hij heeft in zijn jonge jaren een jaar of tien in de bouw gewerkt in Johannesburg, hij weet wat vooruitgang is. Straks nog bioteelt op de wetlands, het leven staat niet stil in Venda.

Een zicht op de homestay hutten.

Activiteitenverslag 2007 | 15


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

HOMESTAY HaMakuya mikt op studenten en scholieren. Naast logies in het Tshatia Wilderness Camp, zijn er ook “home-stays” voorzien in het programma. Tijdens zo’n home-stay logeren de jongeren bij een lokale gemeenschap.

Homestay hut met zonnepaneel en fornuis in open lucht.

De kleurrijke klederdracht in het Vhembe district.

Een ontbijt met mopane rupsen.

Bereiden van de maispap.

De veekraal.

16 | Activiteitenverslag 2007


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

R E P O R TA G E NIEUWE BOEREN MAKEN HUN OPWACHTING OP DE MARKT

Zo’n duizend nieuwe boeren doen er per jaar het Tompi Seleka College aan. Het is aan de Arabiedam op de Olifantsrivier gelegen, in het zuiden van de provincie Limpopo. Vooral vrouwen schrijven zich voor een opleiding in want ook in deze regio geldt het adagium dat een Afrikaanse boer vaak een boerin is. Zo’n training duurt kort, telkens een week, en het zijn vooral zakelijke vaardigheden en managementtechnieken die op het lessenrooster staan. Voor die gloednieuwe opleidingen springt VAIS in de bres. Het is de opdracht van Tompi Seleka om samen met Madzivhandela, het tweede college in de provincie, in het noorden gelegen, de nieuwe boeren klaar te stomen voor het commerciële circuit. De provincie heeft resoluut ervoor gekozen om de twee vroegere landbouwinstituten om te vormen tot praktijkscholen en de opleidingen allemaal daar te organiseren i.p.v. met consultanten te werken. In de week dat we Tompi Seleka bezoeken, staat er voor het eerst een cursus financieel management op het programma. Op het bord in de klas lezen we, onderaan, onder punt 4: management accountability and reporting. Zover moet de groep van overwegend jonge vrouwen op het einde van de week staan, dat ze cijfermatig rekenschap ervan kunnen geven hoe hun bedrijf de voorbije periode geboerd heeft. Ook computerklassen geven ze op Tompi Seleka. De groepen zijn klein, een vrouw of achttien. De eerste week krijgen ze een basiscursus. Eventueel komen ze later terug voor een bijkomende opleiding in bv. Excel. De achtergrond van de trainees is erg ongelijk maar dat vangen ze op door in groepjes van twee of drie bij elkaar te gaan zitten voor het werk op het scherm. Een van de jonge vrouwen is gehoorgestoord maar de lesgever vertrouwt ons toe dat ze mee is. De solidariteit is

Studentes in de computerklas van Tompi Seleka College. groot. Eenmaal terug op hun boerderij kunnen de boerinnen ingeval van nood of bij een computerpanne een beroep doen op iemand van het College, die als een soort van helpdesk fungeert. Tompi Seleka spitst zich op drie groepen boeren toe: diegenen die op gemeenschapsgronden een bedrijf begonnen zijn, pachters die grond leasen en ten slotte boeren die zich in een commerciële farm ingekocht hebben. De overheid koopt n.l. boerderijen op en legt een inzet vast. Wie die som op kan brengen en intekent, vormt samen met de andere gegadigden een coöperatie, die de exploitatie van de farm op commerciële basis toegewezen krijgt. Die nieuwe boeren, dat is onze doelgroep bij uitstek, maakt Dinah Modiba ons duidelijk. Ze loodst ons rond op het proefstation, dat bij Tompi Seleka hoort. We lopen langs velden met zonnebloemen en sorghum, braakliggende terreinen - ze doen aan wisselteelt - en wingerd onder glas. Aan de jonge ranken hangt er geen enkele tafeldruif, ze zien er niet goed uit. Op sommige velden staan er irrigatiesystemen zoals de overheid er installeert op de commerciële farms die ze verkoopt. Daarmee om leren springen, behoort tot de technische trainingen die het College aanbiedt. Beneden in de verte ligt de Arabiedam te blinken. Dinah beklaagt zich over de grote hoeveelheid water die er nodig is om de dorre grond te bevloeien. Dat drukt ons met de neus Activiteitenverslag 2007 | 17


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

op de feiten: onder de apartheid maakte deze regio deel uit van het thuisland Lebowa en in die homelands vond je de minst vruchtbare stukken grond. De geschiedenis blijft de nieuwe boeren parten spelen. Op Tompi Seleka bestaat er ook een eenheid, die broeit op methodes om landbouwproducten industrieel te verwerken. Boeren kunnen op die manier hun waar beter te gelde maken, meerwaarde creëren zodat ze beter verdienen. Ze brengen een deel van hun oogst mee naar het College en krijgen daar training. Tshepiso laat ons zien waarmee ze bezig is: pindakaas, gedroogde tomaten en kool in plastic verpakking en rode biet in een glazen bokaal. Maar ook de aanmaak van jam of biltong (gedroogde reepjes vlees, een lekkernij die ze in Zuid-Afrika als aperitiefhapje serveren) behoort tot de mogelijkheden. Een en ander moet in de toekomst vorm krijgen. Nadat door een stroompanne een machine stuk geraakt is, krijgt de verwerkingseenheid pas in april 2008 een nieuwe doorstart. “Good luck in your further life”, zegt Tshepiso bij het afscheid. We beseffen dat wij die formule in de mond hadden moeten nemen.

Lunchpauze in de Ikageng groentencoöperatie. 18 | Activiteitenverslag 2007

Als we iets voorbij Tswaing op de Olifantsrivier in Strydkraal bij een afdakje stoppen, zit er een vrouw of acht te lunchen. Ze hebben ‘s ochtends butternuts, langwerpige, oranje-grijze pompoenen, geoogst en verpakt en er staan ook enkele kisten met rode bieten. Een van hen is de moeder van het dove meisje uit de computerklas op Tompi Seleka. Net als de andere leden van de Ikageng groentecoöperatie is ze te weinig opgeleid en is haar Engels ontoereikend om zelf de trainingen te kunnen volgen. Maar enkele vrouwen hebben net als zij hun dochters gestuurd zodat die achteraf het bedrijf kunnen op stuwen. Een jaar of drie geleden zijn ze van start gegaan op 10 ha gemeenschapsgrond, die de chief hen afgestaan heeft. De registratie van de grond op hun naam is imminent. Naast bieten en pompoenen telen de vrouwen kool, spinazie, tomaten en ui. Onlangs hebben ze bijkomend 3 ha voor bioproductie in gebruik genomen. Ook de vrouwen van Ikageng zien de kans schoon om in die niche van de markt geld te verdienen. Verkopen doen ze aan de plaatselijke Spar, voor het vervoer hebben ze een bakkie ter beschikking, zoals een pick-up in Zuid-Afrika heet. Met die winkelketen loopt er een contract van 1 jaar. Vernieuwbaar als de coöperatie de kwaliteitsnormen van Spar haalt. Op het einde van de maand keert Ikageng elk van de vijftien leden 850 Rand salaris uit, zo’n 80 €. Voeg daarbij het inkomen dat de vrouwen verwerven met klusjes als strijken en het is duidelijk dat ze het niet zouden rooien zonder de social grants die de overheid uitkeert, sociale uitkeringen zoals kindergeld. “Die sociale bijstand i.v.v. kinderbijslag of een pensioen is in de meeste gezinnen het hoofdinkomen, de mensen overleven van dat geld”, legt landenverantwoordelijke Katrien de Pauw uit, “ze hebben zo wel genoeg geld om eten te kopen maar niet om te investeren, om bv. hun huisje op te knappen, een waterput te boren of hun kind naar een betere school te sturen of langer te laten studeren; het is gezien de hoge werkloosheid voor mij dus geen verrassing dat Rendani Lalumbe in HaMakuya aan de schepping van banen de hoogste prioriteit geeft;


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

maar dat vraagt een input van buitenaf; het Departement Landbouw moet mogelijkheden aanreiken anders blijft alles bij het oude, zaaien de mensen maïs en houden ze vee zoals ze dat altijd gedaan hebben; ze hebben een duwtje in de rug nodig om iets anders te gaan doen, te diversifiëren, andere producten te ontwikkelen”.

helemaal in de lijn van de onvoorwaardelijke keuze die de provinciale overheid van Limpopo gemaakt heeft ten voordele van landbouw. De samenwerking met VAIS heeft vorm gekregen in LADA, Limpopo Agribusiness Development Academy, dat de gezamenlijke inspanning in training en toerisme overkoepelt.

Van o.a. economen en geologen die hun grond komen onderzoeken krijgt de Ikageng groentecoöperatie bijstand. Daarvoor zet het Departement Landbouw via de gemeentes alle zeilen bij. Het doet er veel, zo niet alles aan om voor dit soort initiatieven alle kans op slagen te waarborgen. Dat ligt

Specifiek in 2007 is er op twee plaatsen een forum georganiseerd. Daarop waren de toeleveraars van de boeren uitgenodigd, die ze kunstmest leveren, water, stroom, zaden en wat al meer. Het is de bedoeling om door die bijeenkomsten hun diensten beter op de noden van de farmers af te stemmen.

HET BREDERE KADER: DE LANDHERVORMING “Voor ons is dit oorlog”, stelt MEC Magadzi, als ze met haar verhaal over de landhervorming van wal steekt. Die vormt, zeker in het agrarische Limpopo, het sluitstuk van het landbouwbeleid in Zuid-Afrika. Sinds de eerste democratische verkiezingen van 1994 is in die provincie 19% van de voor akkerbouw geschikte gronden herverdeeld, d.w.z. in handen gekomen van leden van vroeger achtergestelde bevolkingsgroepen, zoals dat in Zuid-Afrika politiek correct heet, zwarte Zuid-Afrikanen dus. Dat percentage ligt hoger dan het nationale cijfer van 14% maar moet van de MEC de komende jaren in een strak tempo naar omhoog. Over zes jaar, tegen 2014, wil ze dat in Limpopo 30% van die vruchtbare grond van eigenaar veranderd is. “We are scratching the surface, haven’t done enough”, zegt ze, er is nog veel werk aan de winkel. Dikeledi Magadzi Haar verzuchting slaat op alle vormen van herverdeling. De MEC heeft zowel gronden op het oog die via restitutiemechanismen weer in handen gekomen zijn van de vroegere eigenaren, die onder de apartheid ervan verdreven zijn, als landerijen die de overheid opgekocht en ter beschikking gesteld heeft van nieuwe boeren. Net als voor coöperaties op gemeenschapsgronden, type Ikageng, moet het Departement Landbouw klaar staan met advies en financiële hulp. Commerciële landbouw moet tot een succes uitgroeien, dat is het devies. Banen scheppen dus, voedselzekerheid garanderen en de millenniumdoelstelling halen om de armoede te halveren. Voor de MEC hangt het allemaal samen. Het beleid van broad based black economic empowerment (BBBEE), dat de Zuid-Afrikaanse regering al vanaf 1994 voert, blijkt een stevige hefboom om in alle sectoren van het economische leven en dus ook in de landbouw eigendomsverhoudingen drastisch om te gooien en de zwarte Zuid-Afrikanen economisch een grotere vinger in de pap te verzekeren. BBBEE bevat zowel sancties als stimuli om ondernemingen ertoe te brengen een partnership aan te gaan met newly emerging farmers. Belastingaftrek is een glijmiddel. Een bedrijf dat niet goed genoeg scoort op de BBBEE-checklist, loopt het risico dat het zijn contract verbroken ziet. “It makes sense for lodges to liaise with cooperatives”, werpt Lara Allen ter afsluiting in het midden, “because they can tick off politically: yes, we buy products from local farmers; if there wouldn’t be pressure from the government, it would be quite hard to convince the lodges and then our business model would have to be rethought”. Zonder de druk van de regering met haar BBBEE-aanpak, was het model dat Lara voor HaMakuya voorstaat, onhaalbaar, is haar stelling. Juist, MEC Magadzi heeft de oorlog verklaard. Activiteitenverslag 2007 | 19


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

KWAZULU-NATAL, de klemtoon op voedselzekerheid In KwaZulu-Natal, de eerste provincie in ZuidAfrika waar VAIS het principe van het meerjarenbudget toepast, is de keuze niet zoals in Limpopo op landbouw maar op voedselzekerheid gevallen. VAIS is er bedrijvig in vier districten, in telkens twee gemeentes, in totaal dus in acht van de 51 gemeentes in KwaZulu-Natal. Zowel de invoering van de nieuwe administratieve werkwijze als de keuze voor het investeringsdomein zijn vlot en soepel verlopen. “We konden snel van start gaan in KwaZulu-Natal omdat we in die provincie voort konden bouwen op bestaande contacten en vroegere projecten; dat is overigens een van de kenmerken van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking in Zuid-

Afrika”, legt Christel Op de beeck uit, “Zo hadden we in de Wetlands een toerismeproject lopen met een partner die opmerkelijke resultaten boekte; we hebben opnieuw met hem samen gezeten en daaruit is het idee gegroeid om zijn werkgebied als een van de vier districten in het nieuwe programma over voedselzekerheid op te nemen; je onderhandelt met dezelfde mensen, je weet hoe ze afspraken naleven, dat werkt vlot zo. Andere spelers in het voedselzekerheidsverhaal, waarvan het Departement Landbouw de leiding heeft, zijn de departementen Onderwijs, Plaatselijke en Traditionele Besturen en Huisvesting, allemaal partners waarmee we voordien samengewerkt hebben. Met hen hadden we hetzij educatieve centra opgezet en opleidingen over goed bestuur, informatietechnologie en gezondheidszorg uitgewerkt of hadden we initiatieven genomen voor een weeshuis voor hiv/aids-kinderen of hadden we huisvestingsprogramma’s lopen”. De manier waarop de provinciale overheid en VAIS te werk gaan, maakt van KwaZulu-Natal een testgeval. Na verloop van tijd moet het duidelijk zijn of het doenbaar is om de gevolgde benadering naar alle gemeentes in de provincie uit te breiden. Die mogelijkheid laat VAIS open. De aanpak is een stuk breder dan vroeger en niet meer uitsluitend op de verhoging van de voedselproductie afgestemd. Die verruiming gebeurt in overeenstemming met de beleidslijn die de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, naar voren schuift. Zo hechten ze in KwaZuluNatal nu veel aandacht aan de gezondheid van de inwoners van de betrokken gemeentes, zuiver water en basishygiëne. Een kind dat vanwege aanhoudende diarree zijn eten niet in zijn lijf kan houden, staat immers nergens. “Dan ben je de wormen aan het voeden”, werpt Katrien de Pauw

20 | Activiteitenverslag 2007


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

in het midden. Je moet dus in gezondheidscentra aanwezig zijn waar zieken en vrouwen met pasgeboren baby’s zich aanmelden. Ook de verbetering van transportmogelijkheden en opslagmethodes en de aanleg en het onderhoud van wegen komen binnen de nieuwe werkwijze in aanmerking. Wat ben je met een hogere oogst als je hem niet bij je afnemers krijgt of als hij binnen de kortste keren verrot? Zelfs de oprichting van een coöperatie en het verwerven van zakelijke vaardigheden kan een denkspoor zijn omdat dergelijke initiatieven bij kunnen dragen tot een meer gediversifieerde productie en een makkelijkere afzet op de markt. Hoe steek je nu van wal in zo’n gemeente? Er komt een comité tot stand waarin zowel de verkozen leiders zitting hebben als de traditionele chefs, de oppositie en plaatselijke ngo’s. Meestal komen de ideeën wat er in de gemeente kan gebeuren om het peil van de voedselzekerheid op te krikken als vanzelf. Je kunt na die eerste fase een staalkaart van de gemeentelijke noden opstellen en samen kiezen wat je probeert te verwezenlijken. Twee managers begeleiden dat proces, een voor het noorden en een voor het zuiden. Ze hebben elk twee districten en dus vier gemeentes onder hun hoede. Ook heeft VAIS 24 local facilitators aangesteld. Dat zijn veelal goed opgeleide jongeren, die in de gemeente woonachtig zijn. Die plaatselijke bemiddelaars moeten de contacten leggen met mensen in de gezondheidscentra, boeren e.a. omdat ze letterlijk en figuurlijk dezelfde taal spreken. Ze doen ook aan opleiding. Dat concept is overgenomen van eerdere projecten in KwaZulu-Natal en werkt beter dan het systeem van consultanten, omdat de jongeren veel meer geïntegreerd zijn in de gemeenschap en de noden beter aanvoelen. Het kan er dus op uitdraaien dat je met het oog op een betere voedselzekerheid op de ene plek met een gezondheidscentrum samenwerkt en op een andere in kleuterscholen investeert. Een van

Regenwateropvang bij een school. de eerste goedgekeurde projecten slaat op een huisvestingsprogramma voor de bouw van zo’n zeven- à achthonderd huisjes. Daar neemt de gemeente zich voor om de toekomstige bewoners meer gemeenschapsgrond dan oorspronkelijk gepland ter beschikking te stellen zodat ze op die extra lap grond hun eigen voedsel kunnen telen. “Je praat dus mee met het bestuur en dat heeft meteen effect op wel achthonderd huishoudens,” maakt Christel Op de beeck haar verhaal concreet, “De dag daarna zit je met het Departement Water Affairs aan tafel, dat ervoor moeten zorgen dat er water tot aan het geschonken land geraakt; ik herhaal het: door de grootte van je projecten word je een ernstig gesprekspartner van die instanties en zijn ze bereid om een deel van hun eigen budget eraan te koppelen”. Naast de 7,5 miljoen € die VAIS uittrekt voor het voedselzekerheidsprogramma in KwaZulu-Natal, omgerekend goed voor zo’n zestig à zeventig miljoen Rand, legt het Departement Landbouw de volgende vijf jaar zelf 33 miljoen Rand op tafel. De MEC van Landbouw heeft het in 2007 tijdens zijn begrotingstoespraak aangekondigd. In KwaZuluNatal gaan elke avond 3,5 miljoen Zuid-Afrikanen met honger slapen, was zijn uitgangspunt. “In order to achieve food security, food must be available, accessible, safe and nutritious and most importantly, it must be affordable”. Een politiek statement van belang. Activiteitenverslag 2007 | 21


Zuidwerking

zuid-afrika

Het Greater St Lucia Wetland Park. Waar staan we op het einde van 2007? In alle acht gemeentes zijn in nauwe samenwerking met het Departement Landbouw, de gemeentelijke overheid, gezondheidscentra en scholen plannen ingediend, die getoetst zijn op hun technische haalbaarheid, financieel doorgelicht en verfijnd zijn. De samenwerking met de gemeentes is dus van start gegaan en de selectie van de eerste zestig projecten ligt achter de rug. De plannen die klaargestoomd zijn, gaan van omheiningen rond velden om het vee binnen te houden over kleinschalige irrigatie tot eenvoudige systemen om regenwater via dakgoten en regenpijpen in een ton op te vangen. Laten we tot slot een interessant project toelichten dat zich in het Umhlabuyalingala district, meer bepaald het Greater St Lucia Wetland Park, situeert. Dat is een natuurpark, een uniek ecologisch gebied, door de Unesco beschermd als werelderfgoed. Elke economische activiteit is er verbo22 | Activiteitenverslag 2007

den, ook landbouw. Als bron van inkomsten blijft alleen toerisme over. Maar de grond in het park is erg vruchtbaar en die net erbuiten heel droog. Daar valt niets te verbouwen. De bewoners van die dorre landstreek trekken dus geregeld de Wetlands in en kappen er stukken vegetatie weg om moestuinen aan te leggen. Ecologie botst zo met economie en de overlevingsstrategieĂŤn van de oorspronkelijke bewoners van het park.


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

Om die handelwijze tegen te gaan is het nodig om een alternatieve inkomensgenererende activiteit op te zetten. De keuze is gevallen op mandenweverij, waarvoor ze de bladeren van de ilala gebruiken, een palmboom, die ook al uniek is voor de Wetlands. Er komen bedrijven, die op commerciële basis de ilala verbouwen en zo de mandenindustrie van heel Zuid-Afrika kunnen bevoorraden. Met de inkomsten kunnen de huishoudens in het gebied rond de Wetlands gevarieerd voedsel aankopen. Ook dat concept vindt een plaats binnen het voedselzekerheidsprogramma. Daarmee is alweer voortgebouwd op een eerder project m.b.t. toerisme en werkgelegenheid, dat in 2008 afloopt. Dat verstrekte opleidingen als gids en in de horeca, o.a. als kok. Na die training konden de mensen uit de streek in het park aan de slag in de toeristische sector. De redenering blijft geldig: inkomenszekerheid verschaffen, zodat ze uit het park wegblijven met hun landbouwactiviteiten die de natuur verwoesten. Ook dat project hoort thuis onder de noemer voedselzekerheid. Is het op het einde van 2007 wachten op de offertes van aannemers voor al die plannen, 2008 moet tot het jaar van de praktische realisaties uitgroeien. Toekomstmuziek is ook dat het Departement Landbouw de geïnvesteerde bedragen opneemt in zijn eigen budget om lokaal eigenaarschap te garanderen. Het idee is om dat contractueel vast te leggen. Dat maakt voor VAIS controle mogelijk. Vanzelfsprekend is het niet makkelijk om te meten of na verloop van tijd door alle gedane inspanningen de voedselzekerheid in KwaZulu-Natal erop vooruitgegaan is. “Bij aanvang van het programma hebben we een baseline studie uitgevoerd, m.a.w. de situatie gemeten zoals ze zich op dat ogenblik voordeed, en daarin een enquête over de productie, aankoop en inname van voedsel opgenomen. Dat kun je op het einde van het programma opnieuw doen”, legt Katrien de Pauw uit.

Er zijn nog andere, onrechtstreekse manieren om het effect van je activiteiten na te gaan. Je kunt bv. opvolgen hoe scholen het geld besteden dat ze van het Departement Onderwijs krijgen voor hun bijdrage aan de voedselzekerheid. Op de lagere school hebben kinderen n.l. recht op een maaltijd ’s middags. Anders eten ze vaak niet. Het is gebruikelijk om ze een bord rijst of maïs voor te schotelen, waarin een blik conserven verwerkt is, tonijn of zo. Maar als een school een tuin aanlegt kan ze meer variatie in die maaltijden aanbrengen en het eenzijdige voedselpatroon doorbreken. Niet alleen krijgen de scholieren dan kwalitatief beter eten maar bovendien zijn die tuinen als educatief materiaal te gebruiken om te laten zien hoe je voedsel verbouwt. De overschotten kun je kwijt in het dispensarium of op de markt verkopen. Een andere methode om in te werken op de voedselzekerheid is de gewassen die er vrij in de natuur te vinden zijn weer in de voedselketen op te nemen. De traditionele voeding was erg gevarieerd en bevatte veel bladgroentes, die tegenwoordig voor onkruid doorgaan. Geleidelijk aan is de gewoonte om die traditionele kost op tafel te zetten verloren gegaan. Vaak eten ze in een gezin nu twee keer per dag een bord maïspap. Dat heeft tot chronische ondervoeding en vitaminegebrek geleid. De mensen zijn niet broodmager maar ook niet gezond wegens een gemis aan essentiële vitamines en mineralen. Activiteitenverslag 2007 | 23


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

VRIJSTAAT, kmmo’s en aids VAIS gaat daarvoor samenwerken met SEDA, het door de Zuid-Afrikaanse overheid gesteunde Small Enterprises Development Agency. Dat ontwikkelingsagentschap doet aanbevelingen om mensen naar beroepen te leiden als kinderverzorgster, kleuterjuf, lasser of loodgieter. Het assisteert kleine bedrijven, o.m. bij de aanmaak van hun businessplannen en het neemt zich hun opleiding ter harte. In de praktijk werkt het zo dat SEDA op zoek gaat naar een dienstverlener om de training te verzorgen en het materiaal aan te leveren. Het kan zowel om een vakopleiding gaan als om een training in vaardigheden als boekhouding of microkredieten.

In de derde provincie waar VAIS bedrijvig is, Vrijstaat, staat de samenwerking nog in de kinderschoenen. VAIS ondersteunt twee programma’s, een rond aids en een tweede, speciaal ontworpen voor kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, het SMME-programma. SMME staat voor small, medium and micro enterprises. Dat SMME-programma loopt in vier uiteenlopende districten, elk met een andere economische achtergrond. Een is een township, het tweede is een strikt rurale streek, het derde, in het oude mijngebied van Welkom, is aan reconversie toe en in het laatste zwengelt een massa vervangingsinkomens de sociale economie aan. Dat krijgt extra-aandacht omdat het de eerste keer is dat ze in Zuid-Afrika met zo’n model van wal steken. 24 | Activiteitenverslag 2007

Ook in Vrijstaat is er sprake van spin off van vroegere initiatieven. Zo krijgt een project in het kleuteronderwijs via het SMME-programma een verlengstuk. Speciale aandacht is er voor vrouwen en mensen die aan de rand van de samenleving zitten. 2007 was het jaar van de voorbereiding. Er is een baseline studie gemaakt voor elk van de vier districten. Daaruit valt op te maken hoe ze er bij de start van het project voorstaan, wat hun prioriteiten zijn, voor welke kmmo’s er niches bestaan, m.a.w. waar je precies kunt gaan werken. Ook is er personeel in dienst genomen voor de bedrijvencentra in de districten. Daar komen werkgevers en werknemers met elkaar in contact. Dat vergt in 2008 de nodige opvolging. De volgende fase bestaat erin het materiaal voor de opleidingen aan te leveren en de begeleiding op de werkvloer na de trainingen uit de grond te stampen. Daarin wil VAIS een rol spelen door een systeem van mentorschappen voor die praktijktraining op touw te zetten.


Zuidwerking

ZUID-AFRIKA

Dat SMME-programma moet in 2008 op kruissnelheid komen. Het tweede programma in Vrijstaat past in de strijd tegen hiv/aids. Aids is in Zuid-Afrika doodsoorzaak nr. 1, zeker bij jonge volwassenen, ook al heeft UNAIDS in haar laatste jaarrapport de cijfers van het aantal Zuid-Afrikanen dat het hiv-virus opgelopen heeft of bij wie de ziekte vastgesteld is naar beneden herzien. UNAIDS schat het aantal aidsdoden in Zuid-Afrika in 2005 op 320.000. Een Zuid-Afrikaanse studie becijfert dat aantal in 2006 zelfs nog een stukje hoger. Haar berekening komt uit op 345.460. Ze schat dat in de leeftijdscategorie tussen 15 en 49 aids de oorzaak is van 71% van de sterfgevallen! Het Ministerie van Volksgezondheid schat dat in datzelfde jaar 2006 in totaal meer dan 5,4 miljoen Zuid-Afrikanen met het hiv-virus besmet waren, dat is bijna elf procent van de bevolking. Vrijstaat scoort met 12,6 % op twee na het hoogst van alle negen provincies. In sommige bevolkingsgroepen zijn de cijfers nog alarmerender. Zo leeft landelijk 29,1 % van de zwangere vrouwen met hiv onder de leden. Met 31,1 % scoort Vrijstaat alweer op twee na het hoogst van alle negen provincies. Geen wonder dat de provinciale regering van Vrijstaat ervoor gekozen heeft om te investeren in aidsbestrijding. Ze is geconcentreerd in Xhariep, een arm district in het zuiden van de provincie. Daar heerst een torenhoge werkloosheid, vaak hebben jongeren niets om handen. VAIS gaat er het Youth Community Welfare Programme ondersteunen. Dat wil jongeren een sterkere uitgangspositie in het leven geven. Nu zitten ze er dikwijls gelaten bij, zien ze niet in hoe ze hun lot kunnen verbeteren. Door ze vaardigheden bij te brengen en aan werk te helpen krik je hun zelfrespect op en prikkel je hen tot meer initiatief. Het aidsprogramma neemt zich voor om evengoed leraren als leden van hun gemeenschap in te schakelen. Bijzondere aandacht gaat naar

voorlichting om sommige legendes over aids de wereld uit te helpen. 2007 was het jaar van de start. Pas in december is de overeenkomst ondertekend. Toch is met de indienstneming van de staf al een eerste stap gezet. De echte uitwerking staat in 2008 te gebeuren. In 2009 komt dan volgens de planning de provincie Vrijstaat aan de beurt voor de vastlegging van een meerjarenbudget, zowel voor de strijd tegen aids in Xhariep als het SMME-programma.

Oudere projecten als goede praktijkvoorbeelden Naast de vier grote programma’s van de strategienota Vlaanderen-Zuid-Afrika 2005-2009, liepen in 2007 ook nog ruim 25 kleinere projecten door, die eerder opgestart werden. Deze projecten situeren zich in diverse sectoren zoals landbouw, huisvesting, HIV/AIDS-preventie, drinkwatervoorziening, welzijn en jeugdcriminaliteit. In deze projecten, waar de opstartfase reeds geruime tijd achter de rug is, concentreert VAIS zich vooral, naast de reguliere opvolging, op het verduurzamen van de resultaten. In de dialoog met de partnerorganisaties, diverse provinciale departementen, wordt er continu gezocht naar strategieën om bereikte resultaten en ervaringen een vervolg te geven en te verankeren in het provinciaal beleid. Ook probeert VAIS als doorgeefluik te werken voor “good practices”. De nieuwe programma’s kunnen immers van oudere projecten leren, succesvolle pilootprojecten uit KwaZulu Natal kunnen navolging krijgen in Limpopo of Vrijstaat, en ook andere Vlaamse actoren die in Zuid-Afrika werken, kunnen leren van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking. De bijlage achteraan dit activiteitenverslag geeft een overzicht van alle projecten en programma’s van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking.

Activiteitenverslag 2007 | 25


Zuidwerking

MALAWI

ZORG VOOR EEN GEINTEGREERDE AANPAK Een mijlpaal in de prille samenwerking tussen Vlaanderen en Malawi was het bezoek dat Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Geert Bourgeois, samen met Minister-President Leterme, in maart 2007 aan Malawi gebracht heeft. Eind november 2006 hadden Minister Bourgeois en zijn college Joyce Banda het partnership tussen Malawi en Vlaanderen bezegeld door de ondertekening van een Memorandum of Understanding. Het terreinbezoek was dus als het ware het definitieve startschot. De keuze voor voedselzekerheid Van bij het begin heeft VAIS zich ingeschreven in het programma van de FAO, de Wereldvoedselorganisatie van de VN. Dat is gebeurd in overeenstemming met de regering van Malawi, die aan landbouw en voedselzekerheid de hoogste prioriteit geeft. In augustus 2006 heeft het Ministerie van Landbouw de richtlijnen van haar beleid gepubliceerd. Dat past binnen het streven naar duurzame economische groei dat Malawi tot een van de vijf pijlers van haar strategie voor groei en ontwikkeling uitgeroepen heeft. Daarmee wil het de armoede bestrijden en tegen 2015 de millenniumdoelstellingen verwezenlijken. Hoe bevordert Vlaanderen samen met de Malawische overheid en de FAO die voedselzekerheid? Met een programma, waarvoor het 4,1 miljoen € uittrekt, gespreid over drie jaar. Gezien het geïntegreerde karakter daarvan is VAIS op verscheidene vlakken bedrijvig. Het ondersteunt de overheid om ze in staat te stellen een sterk beleid van voedselzekerheid te ontwikkelen én is actief op het terrein.Voor VAIS staat de betrokkenheid van de kleine boeren n.l. centraal. Hun noden en behoeften vormen de kern van het programma. De doelstellingen m.b.t. de plaatselijke gemeenschappen zijn: opvoering en diversificatie van de voedselproductie o.m. door kleinschalige irrigatie, aanmoediging van initiatieven die voor de huishoudens een extra inkomen betekenen en versterking van de boerenorganisaties. De bekommernis om voedselzekerheid is ingegeven door de recente voedselcrisissen die Ma26 | Activiteitenverslag 2007

lawi doorgemaakt heeft. In 2005 kende het een van de ergste uit zijn geschiedenis, als gevolg van de droogte waarmee het land toen kampte. Veel mensen vielen terug op één maaltijd of zelfs minder per dag. Vijf miljoen, veertig procent van de bevolking, had voedselhulp nodig hadden om te kunnen overleven. Die crisis kwam er nauwelijks drie jaar na de vorige droogteperiode in 2002 en op een moment dat Malawi zich langzaam begon te herstellen. De droogte leidde, in combinatie met slecht beheer van de graanreserves, tot de ergste hongersnood in vijftig jaar. Maar zelfs in een normaal jaar, heeft onderzoek uitgewezen, lukt het de meeste plattelandshuishoudens niet om genoeg basisvoedsel te produceren. Je zou als regering voor minder van voedselzekerheid je topprioriteit maken! Hoewel in 2006 de oogst groter was en Malawi al jaren samen met de donoren beleidsdocumenten en -plannen opstelt, is de voedingssituatie in Malawi er niet beter op geworden. Het mangelt aan een goede coördinatie van de initiatieven. Op verzoek van de overheid financiert Vlaanderen daarom gedurende drie jaar een beleidsadviseur op het hoogste niveau. De expert werkt op het departement voor voeding en hiv/aids rechtstreeks voor President Bingu en zijn kabinet. Die vorm van beleidsondersteuning gaat in april 2008 van start. De deskundige moet overleg plegen met de donoren, ze in contact brengen met de regering en de maatschappelijke organisaties, zorg dragen


Zuidwerking

MALAWI

voor de stroomlijning van alle initiatieven en waarborgen dat in alle landbouwprogramma’s voedselzekerheid en voeding op het voorplan staan. Zijn inspanningen moeten m.a.w. ertoe leiden dat er een plan komt om de voedselproblematiek in Malawi op een allesomvattende manier aan te pakken. Zijn expertise is niet alleen op nationaal beleidsmatig vlak van belang. Ook op de concrete situatie van de gezinnen is ze onrechtstreeks van invloed dankzij efficiëntere en beter gerichte acties. Capaciteitsopbouw keert als een rode draad terug in dit verhaal. Ook in de districten neemt VAIS zich dat ter harte. Dat is logisch want enkele jaren geleden heeft Malawi een decentralisatieproces ingezet en de plaatselijke overheden meer verantwoordelijkheid gegeven. Ten slotte kijkt VAIS er ook op toe dat de boeren hun lot in eigen handen kunnen nemen.

Microprojecten in Kasungu en Mzimba. Het gros van de middelen van het programma investeert Vlaanderen op het terrein in twee districten, Kasungu en Mzimba. Opnieuw is de verbetering van de voedselzekerheid het hoofddoel. In 2006 lagen de cijfers van ondervoeding en voedselonzekerheid er bijzonder hoog. In eerste instantie werkt Vlaanderen in Kasungu en Mzimba via technische assistentie in op het personeel. De capaciteitsopbouw vertaalt zich verder in concrete acties voor de belangrijkste doelgroep, de kleine boeren. Daarom levert het project ook diensten aan zo’n 29.000 huishoudens in Kasungu en Mzimba. Een uitgebreide analyse moet hun noden en behoeften in kaart brengen. De boeren krijgen dan op maat gemaakte oplossingen aangeboden via microprojecten. Minstens zestig procent van het budget gaat daar naartoe. Ze houden volgende aspecten voor ogen:

Activiteitenverslag 2007 | 27


Zuidwerking

MALAWI

1. Versterking van kleine organisaties die in de plaatselijke gemeenschap acties ondernemen. 2. Opname van thema’s als gender en hiv/aids met bijzondere aandacht voor de zwaksten, weeskinderen, vrouwen en met hiv geïnfecteerde boeren. 3. Uitwerking van kleinschalige irrigatieschema’s om de onregelmatige en onvoldoende regenval op te vangen. 4. Bescherming van natuurlijke bronnen om het landbouwpotentieel te verhogen. 5. Verbetering van de inkomsten van de boeren door ze commerciële perspectieven te bieden. 6. Verbetering van de voedingsopname door gezondheids- en voedingseducatie. 7. Constructie van waterputten en sanitaire installaties. In de eerste plaats zijn die microprojecten gericht op een betere voedselzekerheid. Centraal daarbij staat de diversificatie van de teelten. Dat is hard nodig. Er is in Malawi immers sprake van een monocultuur van maïs. De meeste mensen zijn van de opbrengst van dat gewas afhankelijk want als basisvoedsel eten ze nsima, maïspap, die weinig voedingswaarde heeft. Dat verklaart de hoge graad van ondervoeding, zeker bij kinderen. Bovendien ontstaan er grote crisissen in tijden van droogte of overstromingen. Niet ieder jaar is de maïsoogst even goed als in 2007. Door het gebruik van meststoffen te subsidiëren slaagde de overheid er zelfs in om een overschot tot stand te brengen. Malawi dat in 2005 nog op voedselhulp teerde, heeft twee jaar later maïs naar Zimbabwe uitgevoerd en mee ingestaan voor voedselhulp aan Lesotho en Swaziland. Dat beleid zet het in 2008 voort, maar de vraag is of de boeren op termijn, als de subsidies wegvallen, daarmee gebaat zijn. Het oogmerk van de microprojecten is om de kleine boer minder afhankelijk te maken van de 28 | Activiteitenverslag 2007

overlevingslandbouw door diversificatie en door hem in de commerciële sector in te schakelen. Daarom geven ze niet alleen aan de productie aandacht maar vormen ook de bewerking, bewaring en vermarkting van de oogst een onderdeel ervan. Ook hier dus weer een geïntegreerde aanpak. Daarvoor is bewust gekozen omdat de problemen van de boeren, hoe individueel ze ook zijn, vaak aan elkaar gekoppeld zijn. Een voorbeeld van een microproject is de teelt van champignons. De boeren krijgen begeleiding op hun zoektocht naar de beste vestigingsplaats, werkwijze en afzetmarkt. Dat project beantwoordt aan de behoefte tot diversificatie en bezorgt de boeren een andere bron van inkomsten. Twee vliegen in een klap !

De fabricatie van een nieuw soort oventjes is een ander voorbeeld van een activiteit die inkomsten genereert. Vrouwen leren ze maken met het materiaal dat ter plaatse aanwezig is en kunnen ze verkopen. Ze kunnen ze ook houden voor eigen gebruik want ze zijn milieuvriendelijker dan de traditionele versie. Ze verbruiken minder hout en dus is er minder kap. Op die manier komen de nieuwe oventjes ook tegemoet aan de noodzaak om de natuurlijke hulpbronnen te beschermen. Ook componenten, die op het eerste gezicht niet rechtstreeks met landbouw te maken hebben maar de algemene voedselsituatie kunnen verbeteren komen in de microprojecten aan bod: de toegang tot drinkbaar water, de aanleg van sanitair, voedingslessen en sociale verzorging.


Zuidwerking

MALAWI

2008, landbouw blijft de hoofdmoot

Als aanzet op het tweede programma voor 2008 zijn eind 2007 twee testprojecten gefinancierd ten belope van 180.300 €. VAIS blijft actief in de landbouw en mikt deze keer op onderwijs en training. Het beoogt steun aan twee landbouwscholen om het schrijnende tekort aan veeartsen e.a. specialisten op te vangen. Het aantal dierenartsen op het departement is op één hand te tellen – vier, voor heel Malawi! – en het aantal voorlichters is op een kwart eeuw tijd met de helft teruggevallen. In een van de colleges wil VAIS ook de laboratoria opknappen evenals de post-mortem kamers, de slachtruimtes en de dierenkliniek. Het ontbreekt er aan materiaal, zodat er nauwelijks praktische trainingen of experimenten mogelijk zijn. De strijd tegen aids, een blijvend aandachtspunt In het kader van de overeenkomst ten bedrage van drie miljoen €, die VAIS in 2006 met UNAIDS gesloten heeft, is er één miljoen specifiek voor Malawi gereserveerd. Er is wel degelijk een

verband tussen HIV/aids en de landbouwproblematiek. De HIV/aids pandemie heeft immers een rechtstreekse impact op de landbouwproductie. Het besmettingscijfer in Malawi is met veertien procent aanzienlijk. Door het hoge sterftecijfer is de gemiddelde levensduur naar 40 jaar gezakt en valt een flink deel van de beroepsbevolking tussen 20 en 40 vroegtijdig uit. Gezien 90% in de landbouw werkt, heeft hiv/aids dus vooral in die sector een erg negatieve uitwerking. Ook de zorg voor de zieken beperkt de productiviteit, net zoals binnen het Ministerie van Landbouw hiv/aids zijn tol eist omdat deskundigen wegvallen. Bovendien maken van een stijgend aantal huishoudens alleen nog vrouwen, bejaarden en kinderen deel uit. De armoede in die door een vrouw geleide gezinnen is over het algemeen groter. Het strategische plan van Malawi voor de periode 2007-2012 heeft hiv/aids als resultaatsgebied opgenomen in de veeteeltsector. Het streeft via de opleiding van ambtenaren en medisch personeel na dat de infectiegraad bij veeboeren afneemt en de negatieve effecten van hiv/aids bij hen verminderen. Ook de bijkomende voedingswaarde door de hogere consumptie van melk draagt bij tot een betere gezondheidstoestand van mensen, die met hiv/aids geïnfecteerd zijn. Er zijn speciale zuivelprogramma’s voor dat doel ontwikkeld. Conclusie De stukjes van de puzzel schuiven mooi in elkaar. Beleidssteun en microprojecten met het oog op een hogere voedselzekerheid, trainingen op landbouwcolleges en strijd tegen aids. Wat VAIS in Malawi vanaf 2006 begonnen is, hangt goed aan elkaar. De zorg voor een geïntegreerde aanpak werpt vruchten af. Eind 2008 moet de voorbereiding van het tweede landbouwprogramma af zijn. In de loop van 2008 opent VAIS een kantoor in Lilongwe waar een VAIS-vertegenwoordiger aan de slag gaat. De samenwerking met Malawi heeft haar start niet gemist. Activiteitenverslag 2007 | 29


Zuidwerking

MOZAMBIQUE

VOORRANG VOOR DE GEZONDHEIDSZORG EN DE STRIJD TEGEN HIV/AIDS In 2007 kenmerkt zowel een evenement als een ingrijpende inhoudelijke beslissing de samenwerking tussen Mozambique en Vlaanderen. Het evenement is het bezoek dat Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Geert Bourgeois, in maart aan Mozambique gebracht heeft. De beslissing slaat op de verlengde en verdiepte samenwerking met de provinciale gezondheidsdiensten van de provincie Tete, in het centrum van het land. Bovendien is de grondslag gelegd voor forse investeringen in infrastructuur op de verschillende niveaus van de gezondheidszorg in Mozambique. Hoog bezoek Voor Minister Bourgeois, tijdens zijn bezoek vergezeld van Minister-President Leterme, was het de tweede keer dat hij naar Mozambique reisde. Naast politieke contacten in de hoofdstad Maputo heeft Minister Bourgeois een aidsproject bezocht in Tete en met een helikopter de door overstromingen geteisterde gebieden in de provincie overvlogen. Hij is ook over de centraal gelegen provincie Inhambane gevlogen, die door de orkaan Favio getroffen was.

aantrekt. Maar door hun lage scholingsgraad zien de Mozambikanen belangrijke banen naar ZuidAfrikanen gaan en nemen ze geen deel aan de economische ontwikkeling van hun streek.

Favio had zware schade aangebracht aan een opleidingscentrum in aanbouw in Vilanculos, waarvoor Vlaanderen enkele jaren geleden financiële steun uitgetrokken had. In dat centrum willen ze de plaatselijke bevolking de nodige vaardigheden bijbrengen om in de toeristische sector aan de bak te kunnen komen. Vilanculos is een toeristische plek, die voornamelijk bezoekers uit Zuid-Afrika 30 | Activiteitenverslag 2007

De afwerking van het opleidingscentrum was gepland voor maart 2007, maar in februari is Favio gepasseerd zodat de vooropgestelde datum niet meer haalbaar was. Daarom heeft VAIS voor de herstelling van de schade de Fundaçaõ do Desenvolvimento da Comunidade, de plaatselijke ontwikkelingsstichting, een subsidie van € 219.471 toegekend. De opening van het centrum in Vilanculos is gepland in het voorjaar van 2008, met een jaar vertraging. Kort na het bezoek van Minister Bourgeois heeft VAIS twee noodhulpdossiers goedgekeurd. 150.000 € is naar de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, gegaan. Dat geld


Zuidwerking

MOZAMBIQUE

dient om kleine voedselproducenten in de rampgebieden weer op dreef te krijgen. Het Rode Kruis Vlaanderen heeft 150.000 € voor hulp aan de slachtoffers van de cycloon gekregen.

De gezondheidszorg doorgelicht

In 2005, tijdens zijn eerste bezoek, had Minister Bourgeois van de gelegenheid gebruik gemaakt om een document te ondertekenen, een gedragscode, waarmee Vlaanderen zich ertoe verbindt om de SWAp in de gezondheidszorg te ondersteunen. De SWAp, afkorting voor Sector Wide Approach, houdt een brede aanpak van de gezondheidssector in. Met die gedragscode legt de Mozambikaanse overheid zichzelf de volgende principes op: • Alle financiering van de publieke gezondheidssector moet terug te vinden zijn in het jaarlijkse operationele plan en het budget. • Alle aanbestedingen moeten volgens internationaal aanvaarde normen en praktijken gebeuren. • De capaciteit van de Mozambikaanse instellingen, die bij het gezondheidssysteem betrokken zijn, moet versterkt worden.

In het voorjaar van 2007 zijn de prestaties van de gezondheidssector in 2006 geëvalueerd. Er is m.a.w. nagegaan wat de SWAp in de gezondheidssector voor effect gehad heeft. Alles bij elkaar genomen is het ziektebeeld dat jaar gelijk aan dat van 2005, met twee uitzonderingen. Het aantal gevallen van mazelen is gedaald en het aantal malariagevallen en -doden toegenomen. Voeding vormt nog altijd een probleem voor de volksgezondheid, vooral wanneer dat gekoppeld is aan de impact van hiv/aids. Het evaluatierapport geeft een beeld van de indicatoren van het Performance Assessment Framework 2006.

• Er moet een klimaat van openheid, transparantie, verantwoordelijkheid en eerlijkheid tot stand komen. • De strijd tegen corruptie moet aangegaan worden. In ruil voor die toezegging gaan de donoren ermee akkoord om geleidelijk de overstap te maken naar budgetsteun. Sinds 2006 geeft VAIS elk jaar twee miljoen € aan Prosaude, het gemeenschappelijke fonds voor de gezondheidssector. In de loop van 2008 ondertekenen Vlaanderen en Mozambique een nieuw Memorandum of Understanding. Dat moet de budgetsteun kanaliseren in de geest van de Verklaring van Parijs over de doeltreffendheid van hulp. Activiteitenverslag 2007 | 31


Zuidwerking

MOZAMBIQUE

Indicator Dekkingspercentage DPT/HB vaccin 3e dosis

Doel 2006

2006

Commentaar

95%

100%

Doel bereikt en overtroffen

Bedden/1000 inwoners

0,89

Blijft onder de aanbevolen norm

3,3

3,6

Doel niet bereikt

Dekkingspercentage institutionele bevallingen

52%

48,4%

Doel niet bereikt

Postnatale consultaties

62%

63,8%

Doel bereikt en overtroffen

-

190

Vooruitgang maar nog ver van het doel

Geïntegreerde aandacht voor kinderziektes

80%

90%

Doel bereikt en overtroffen

Opleiding inzake zorgen voor pasgeborenen

80%

40%

Doel niet bereikt

Consultaties per inwoner

0,94

1

Doel bereikt en overtroffen

50

46

Doel niet bereikt

-

35.632

110 sanitaire eenheden

222 sanitaire eenheden

Zieken op antiretrovirale therapie

40.000

44.100

Doel bereikt

Seropositieve zwangere vrouwen die profyxalis krijgen

16.000

12.150

Doel niet bereikt

Graad van ongelijke toegang

Moedersterfte

Inplanting van jeugdvriendelijke (aids)diensten Detectie van gevallen van tuberculose

Uitbreiding van de preventie van verticale transmissie van hiv/aids

Beneden wat aanbevolen is door de Wereldgezondheidsorganisatie Doel bereikt en overtroffen

De beste prestaties zijn in 2006 op de volgende gebieden gerealiseerd: • Uitbreiding van het gezondheidsnetwerk • Verhoogde toegang tot antiretrovirale therapie • Implementatie van de strategie van geïntegreerde aandacht voor kinderziektes • Integratie van de component “pasgeborene” in de bestaande cursussen • Vaccinatie van baby’s tijdens hun eerste levensjaar • Verwerving en distributie van referentie-uitrusting • Financieel, vooral de begrotingsuitvoering • Een register in het domein van het veilige moederschap en een plan voor de strijd tegen malaria. De zwakste scores in 2006 zijn op de volgende vlakken genoteerd: • Educatie en mobilisatie van de gemeenschappen • Integratie van de gendercomponent in de programma’s • Indicatoren inzake voedselmonitoring blijven dalen • Plan voor de strijd tegen tuberculose, lage opsporingsindex • Zwakke harmonisatie van de plannen tussen het centrale en provinciale niveau • Implementatie van het systeem voor financieel management op provinciaal niveau • Human resources, veel personeelsverloop. De gezondheidssector in Mozambique blijft sterk afhankelijk van externe financiering. Hij blijft ondergefinancierd, ook al zijn in 2007 de beschikbare middelen gestegen tegenover 2006.

32 | Activiteitenverslag 2007


Zuidwerking

MOZAMBIQUE

DE STRIJD TEGEN AIDS In juli 2007 heeft de Vlaamse regering het licht op groen gezet voor de tweede fase van het geïntegreerde netwerk voor de strijd tegen hiv/aids en seksueel overdraagbare aandoeningen (soa) in de provincie Tete. Dat is het logische gevolg van de gunstige evaluatie, die het project in 2006 te beurt gevallen is. Die tweede fase loopt over drie jaar, tot juni 2010. Net als in de eerste periode van drie jaar, is opnieuw 4,5 miljoen € uitgetrokken. Het algemene doel blijft om de provinciale gezondheidsdiensten van Tete in staat te stellen een beter zorgaanbod en een kwaliteitsvolle behandeling van hiv/aids en soa’s aan te bieden. Maar de klemtonen zijn veranderd. Sleutelwoorden in de tweede fase zijn integratie en decentralisatie. Integratie houdt de opname van hiv/aidsverzorging in de normale werking van de algemene gezondheidsdiensten in, d.w.z. de versterking van het systeem van gezondheidszorg als zodanig. Het programma specifiek toespitsen op hiv/aids had op termijn ontwrichtend kunnen werken en dat willen de betrokken partners te allen prijze voorkomen. Met de decentralisatie is in de provincie Tete al begonnen in december 2006. Voortaan is de behandeling met antiretrovirale therapie in het zorgpakket van alle districten opgenomen. Voordien was ze geconcentreerd in de stad Tete en het aangrenzende district Moatize, waar samen een kwart miljoen mensen wonen. Net zoals in de eerste fase van het project zijn bij de tweede fase vier partners betrokken: de provinciale gezondheidsdiensten van de provincie Tete en drie agentschappen, te weten het International Center for Reproductive Health van de Universiteit Gent (ICRH/UG), Artsen zonder Grenzen-België (AZG) en het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG). De Mozambikaanse partner leidt het geïntegreerde netwerk. ICRH/UG trekt zich de soa’s aan. AZG, dat een lange staat van dienst heeft in de provincie, werkt op de gezondheidscentra en de bevolking. ITG neemt het ma-

nagement van het provinciale ziekenhuis onder handen en werkt daar en in de districten aan de opleiding van de gezondheidswerkers. Voor die opleiding, ruimer het personeelsbeleid, zijn er bouwstenen gelegd, die waarschijnlijk in 2008 de fundamenten kunnen vormen van een aantrekkelijk gebouw. ITG werkt op twee vlakken: in de hoofdstad Maputo en in de provincie Tete. In Maputo zet ITG samen met het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Volksgezondheid en de Eduardo Mondlane Universiteit wetenschappelijk onderzoek op touw. De bio-ethische commissie van Mozambique heeft een voorstel, dat in oktober ingediend is, goedgekeurd. Het uitvoerende onderzoek kan nu van start gaan. Op het terrein in Tete probeert ITG om medisch personeel aan te sporen naar het binnenland te komen én ze er te houden. Concrete stimuli zijn bv. het aanbieden van een woning en de oprichting van een vrouwenvoetbalploeg. Sommige activiteiten binnen het gezondheidsproject in Tete zijn specifiek gericht op vrouwen: een betere geboorteplanning voor seropositieve vrouwen, preventie van de transmissie van moeder op kind en een betere verzorging van risicogroepen als prostituees. AIDS IN MOZAMBIQUE, DE CIJFERS Het is niet zo makkelijk om een juist beeld te schetsen van de impact van de aidsepidemie in Mozambique. In zijn laatste jaarrapport heeft UNAids haar cijfers over het aantal hiv-besmettingen en aidspatiënten naar beneden bijgesteld. De waarneming die Mozambique in 2007 op 36 punten uitgevoerd heeft, houdt dan weer het risico van overschatting in. In 2008 houden ze een nationale representatieve steekproef bij de hele bevolking, nemen ze alle volwassen mannen en vrouwen onder de loep, i.p.v. alleen na te gaan hoe het met zwangere vrouwen gesteld is. Voor een preciezere schatting is het m.a.w. wachten op de resultaten van dat onderzoek.

Activiteitenverslag 2007 | 33


Zuidwerking

MOZAMBIQUE

Met de nodige omzichtigheid te interpreteren zijn de cijfers die in vier districten in de provincie Tete opgetekend zijn. De stad Tete zit met een prevalentiegraad van 19% boven het nationale gemiddelde van 16%, op de andere drie plaatsen zitten ze daar ruim onder. Het is aannemelijk om te concluderen dat in de provincie Tete de aidsepidemie gestabiliseerd is, maar dat het percentage er onaanvaardbaar hoog ligt en aanleunend bij de grens van een hyper-epidemisch stadium. Vast staat dat er een specifieke aanpak vereist is om de groeiende vervrouwelijking van de aidsepidemie tegen te gaan. Er zijn alvast enkele rapporten gemaakt, o.a. een over gender, seksualiteit en vaginale praktijken in de provincie Tete en een tweede studie over genderaspecten en de impact van hiv/aids op het recht van vrouwen op toegang tot land en natuurlijke rijkdommen. Er zijn ook opleidingen en workshops georganiseerd voor jeugdactivisten en vertegenwoordigers van ngo’s. Dat zijn tussenstappen met het oog op de opstelling van een nationaal actieplan. Dat moet vrouwen minder kwetsbaar maken voor de aidsepidemie. Mozambique maakt ook werk van een nationale sensibiliseringscampagne over gender, geweld en hiv/aids en ontwikkelt indicatoren om die problematiek op te volgen. INVESTEREN IN GEZONDHEIDSINFRASTRUCTUUR VAIS werkt fors mee aan de uitbreiding van het gezondheidsnetwerk op verscheidene niveaus. Dat gebeurt door de financiering van de bouw van rurale gezondheidscentra, een nieuw ruraal ziekenhuis en een nieuwe kinderafdeling in het centrale ziekenhuis van de havenstad Beira. Voor de werkzaamheden in Beira is mei 2008 vooropgesteld als begindatum. Eind 2007 was het lastenboek zo goed als klaar. De kinderafdeling telt drie verdiepingen met samen 225 bedden. Het rurale ziekenhuis komt er in Fingoé, in de provincie Tete. De keuze is op Fingoé gevallen na onderzoek wat het meest geschikte district zou zijn. Uiteindelijk hebben de verantwoordelijken van de hele provincie samen de beslissing ge34 | Activiteitenverslag 2007

nomen. VAIS heeft een subsidie van € 3.403.898 toegezegd, die ook dient voor de financiering van de watervoorziening in zes bestaande gezondheidscentra in hetzelfde district. Op 5 maart 2007, tijdens zijn bezoek aan Mozambique, hebben Minister Bourgeois en de Mozambikaanse Minister van Volksgezondheid de overeenkomst ondertekend. Eind 2007 was het lastenboek voor het rurale ziekenhuis van Fingoé nog niet klaar maar de regering heeft de bouw ervan alvast in haar sociaal-economische plan van 2008 ingeschreven, samen met nog zes andere. In dat van Manjacaze, in de provincie Gaza, bouwen ze een nieuw operatiekwartier. Dat moet eind februari 2008 af zijn. Op twee plaatsen in het rurale deel van de provincie Inhambane, in Mahangue en Nhapandine, komen er nieuwe gezondheidscentra. Ook die moeten tegen eind februari 2008 klaar zijn. Ze bevatten twee consultatiekamers, een gewone en een veelzijdige waar ook vaccinaties plaats kunnen vinden, een algemene behandelingsruimte, een verloskamer, een kraamkliniek met drie bedden en toiletten. JAARLIJKSE CONSULTATIE Op 6 september 2007 heeft de tweede jaarlijkse vergadering met de Mozambikaanse overheid plaatsgevonden. Daar is de stand van zaken opgemaakt van de uitvoering van de strategienota 2006-2010. In 2007 is aan 10 projecten uitvoering gegeven. De strategienota 2006-2010 is een vijfjarenprogramma dat de krachtlijnen van de samenwerking vastlegt: • De samenwerking moet passen in het tweede armoedebestrijdingsplan van de Mozambikaanse overheid, Plano de acção para a Redução da Pobreza Absoluta, 2006-2009. Dat plan is gekoppeld aan de millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties, • De samenwerking is toegespitst op twee sectoren: gezondheid en technisch onderwijs,


Zuidwerking

MOZAMBIQUE

• De samenwerking in de gezondheidssector omvat steun aan de expansie van de basisgezondheidsdiensten en de strijd tegen hiv/aids en soa’s in de provincie Tete, naast algemene steun aan de ontwikkeling van human resources in de gezondheidssector, • De samenwerking in de onderwijssector past in het PIREP, een geïntegreerd programma van de Mozambikaanse overheid voor de hervorming DE PROVINCIE TETE De provincie Tete ligt centraal in Mozambique. Ze heeft een oppervlakte van meer dan 100.000 km2 en telt 1,5 miljoen inwoners (14 inwoners/km2). Vanwege het klimaat wonen de meeste mensen in het noorden of noordoosten. Economie Tete is opgedeeld in drie landbouwzones: het noorden, het centrum en het zuiden. Het noorden is tamelijk productief en vruchtbaar, het centrum en het zuiden zijn dat minder en hebben te lijden onder de droogte. De landbouw is vooral op overleving afgestemd. De provincie heeft een sterke veeteelttraditie en teert op de uitvoer van de enorme voorraad steenkool, die ze er recent zijn beginnen te ontginnen. In Tete ligt de Cahora Bassadam, die jaarlijks 2500 megawatt produceert en ook Malawi, Zimbabwe en Zuid-Afrika energie levert. Dat komt dat laatste land goed uit. De VAIS-afvaardiging, die er met het oog op dit activiteitenrapport rondreisde, heeft de stroomtekorten en pannes aan den lijve ondervonden. De Mozambikaanse Minister van Energie heeft onlangs verklaard dat zijn land zonder nieuwe onderhandelingen bereid is om Zuid-Afrika meer elektriciteit aan te leveren dan het nu afneemt. Mozambique verbruikt zelf maar een achtste van wat de Cahora Bassadam voortbrengt. Er zijn plannen om wat verder op de Zambezirivier tegen 2013 een tweede stuwdam te bouwen, die 1500 megawatt kan produceren. Zuid-Afrika wil ook tegen eind 2009 zijn invoer van Mozambikaans aardgas, die het gezamenlijk exploiteert, met een vijfde opvoeren. In december 2007 is ten slotte in de provincie Gaza gestart met de bouw van een biobrandstoffenfabriek op basis van suikerriet, een van Mozambiques

van het technisch en beroepsonderwijs en van de beroepsopleiding, • De transversale thema’s van de samenwerking zijn hiv/aids en gender. Vlaanderen steunt geen specifieke genderprojecten, maar integreert de problematiek in de gezondheids- en hiv/ aids-projecten die het ondersteunt, zoals in dat hoofdstuk aangegeven staat.

belangrijkste exportteelten. Het land heeft dus een groot potentieel aan biodiesel. Momenteel importeert het nog bijna al zijn brandstof maar op termijn kan het zelfs olie uitvoeren. Tegen eind 2008 moet het beleidsplan klaar zijn. Wel heeft President Guebuza ervoor gewaarschuwd dat de biobrandstoffenindustrie geen negatieve impact mag hebben op de voedselproductie en dat de boeren hun gronden niet kwijt mogen spelen. Op die manier stimuleert de energiecrisis in Zuidelijk Afrika investeringen in de Mozambikaanse energiesector. Armoede en menselijke ontwikkeling UNDP (United Nations Development Programme), het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties, berekent jaarlijks een armoede-index (HPI of human poverty index). Die voor de Minst Ontwikkelde Landen, de HPI-1, berekenen ze aan de hand van volgende indicatoren: • waarschijnlijkheid dat de levensverwachting lager dan 40 jaar ligt, • ongeletterdheid bij volwassenen, • percentage van de bevolking zonder duurzame toegang tot een goede waterbron, • ondergewicht bij kinderen. De cijfers voor heel Mozambique en specifiek de provincie Tete zijn als volgt geëvolueerd:

Mozambique Tete

1997 55,9 61,0

2000 50,9 51,3

2003 48,9 50,2

De armoede in Mozambique daalt dus geleidelijk aan maar blijft groot. In Tete is die tendens nog duidelijker maar de armoede blijft er boven het landelijke gemiddelde liggen. Activiteitenverslag 2007 | 35


Zuidwerking

MAROKKO De activiteiten in Marokko, dat van 1999 tot 2004 een partnerland was van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking, zijn in 2007 helemaal afgerond. VAIS wil eind 2008 een afsluitend seminarie houden, tegelijk als slotevenement en evaluatiemoment. Het wil graag lering trekken uit de projecten die het in Marokko op touw gezet heeft, terugblikken met de betrokkenen, te weten komen wat ze zelf ervan vinden en of hun situatie verbeterd is. De projecten hadden vooral aandacht voor vrouwen- en kinderrechten. Ze moesten de samenleving in Marokko gevoeliger maken voor de rechten van ongehuwde moeders en wees- en straatkinderen, ze toegang verzekeren tot sociale voorzieningen als gezondheidszorg en alfabetisering en hun rechtspositie verbeteren.

36 | Activiteitenverslag 2007


Zuidwerking

DUURZAAM ONDERNEMEN

DUURZAAM ONDERNEMEN

In de hoofdstukken over de partnerlanden van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking is ruimschoots aandacht besteed aan de programma’s die in die landen, zeker in Malawi en Zuid-Afrika, het ondernemingsinitiatief ondersteunen. In Zuid-Afrika schakelt VAIS zich in Limpopo in de keuze van de provinciale regering voor agrobusiness en agro-tourism in. Daar investeert VAIS in opleidingen voor nieuwe boeren die hun weg in de commerciële landbouw nog moeten vinden en ruraal ecotoerisme. In de provincie Vrijstaat ondersteunt VAIS het SMME-programma voor kleine, middelgrote én micro-ondernemingen. Ook in KwaZulu-Natal, waar de samenwerking zich op voedselzekerheid toespitst, is ruimte voor steun aan initiatieven van boeren e.a. economische actoren, die de voedselproductie en –distributie op een hoger peil brengen.

In Malawi idem dito: microprojecten in de districten Kasungu en Mzimba om ook daar op de voedselzekerheid in te werken. Dat gebeurt door de kleine boeren in de commerciële sector in te schakelen. Maar ook in andere landen en specifieke sectoren is duurzaam ondernemen een leidmotief voor de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking. Enkele voorbeelden. 4C – naar een structurele oplossing voor de volledige koffiesector Wat op het einde van 2006 opgericht is, de 4C, is in 2007 aan zijn doorbraak toe. 4C staat voor Common Code for the Coffee Community. Het is in essentie een gedragscode met economische, sociale en milieunormen voor de koffieproductie en -handel. Activiteitenverslag 2007 | 37


Zuidwerking

DUURZAAM ONDERNEMEN

Nooit meer koffiecrisis 4C kan beschouwd worden als het antwoord van de volledige commerciële koffiesector op de koffiecrisis een aantal jaar geleden, met als doel de oorzaken ervan structureel aan te pakken. Met de steun van de Duitse minister van Ontwikkelingssamenwerking werd in 2001 de 4C dialoog opgestart. Het oorspronkelijke doel, namelijk het uitwerken van een breed gedragen certificering, met minimumnormen op sociaal, economisch en ecologisch vlak, die de volledige koffiesector op een duurzamer niveau moet tillen, werd ondertussen gerealiseerd. Het VAIS is stichtend lid van de in 2006 opgerichte 4C Association.

Pilootprojecten in Colombia Dit resultaat werd mee behaald dankzij de positieve ervaringen die opgedaan werden en worden in twee 4C pilootprojecten in Colombia. De boeren van tien dorpen in de provincie Santander, alles samen 360 gezinnen, waren de proefkonijnen. Het project eerste zoomde in op het volledige proces en heel hun leefsituatie, dus niet alleen op de manier waarop ze koffie verbouwen. De boeren konden zowel opleidingen volgen om hun teeltwijze milieuvriendelijker te maken als om te werken met pc’s. Er ging ook aandacht naar de uitrusting van de kantoren waar die computers opgesteld staan en de verbetering van hun huisvesting en sanitaire voorzieningen. De boeren kregen daarnaast trainingsmogelijkheden 38 | Activiteitenverslag 2007

aangeboden in technieken als voorraadbeheer, marketing en verkoopkunde. Zo succesvol was die test dat VAIS en de Federación Nacional de Cafeteros de Colombia, een van de grootste federaties van koffieboeren ter wereld, eind 2007 samen hun schouders onder een tweede project gezet hebben. Daarvoor hebben ze de provincie Antiochia uitgekozen. Uit de ervaringen in Santander zijn lessen getrokken. Zo is gebleken dat de behoefte aan opleiding een stuk groter is dan verwacht en dat de situatie van streek tot streek verschilt. Het is m.a.w. een basisvereiste dat de betrokken boeren en hun federatie een dergelijk initiatief mee dragen. Als ook de samenwerking in Antiochia vruchten draagt, is het denkbaar dat over afzienbare tijd de volledige Columbiaanse koffieproductie aan de 4C-gedragscode beantwoordt. En wat in Colombia mogelijk is, moet op termijn ook gerealiseerd worden in moeilijkere omstandigheden, met name in de Afrikaanse koffieproducerende landen. Basisfilosofie werpt vruchten af De 4C afspraken leiden tot een duurzamere productie en hebben op die manier ook positieve gevolgen voor de kwaliteit van de koffie en dringen de overproductie aan dumpingprijzen terug. Dankzij de vorming en begeleiding die hoort bij de 4C certificering, produceert de individuele boer betere koffie waar hij ook een betere prijs voor krijgt. Terwijl de premies en vaste prijsafspraken van de duurzaamheidslabels zoals Fair Trade, Utz Certified en Rainforest Alliance inspelen op de vraag van nichemarkten, moet 4C een hoger inkomen opleveren voor de talloze producenten van mainstream koffie.Het is nooit de bedoeling geweest om 4C als label zichtbaar te maken in de winkelrekken. Het gaat immers enkel om een “business to business” initiatief, dat in tegenstelling tot de bestaande bovengenoemde nichelabels zoals, niet als marketinginstrument gebruikt zou worden. In mei 2008 organiseert VAIS in Antwerpen een conferentie over de 4C Association en haar ge-


Zuidwerking

DUURZAAM ONDERNEMEN

dragscode. Daarop is iedereen die geïnteresseerd is in duurzame en eerlijke handel welkom. Tegen die tijd moet het duidelijk zijn hoe de markt op de aanvoer van 4C koffie gereageerd heeft. Een van de doelstellingen van het congres is om de complementariteit van 4C en nichelabels zoals Fair Trade, Utz Certified en Rainforest Alliance, te onderzoeken. Microkredieten Begin 2006 heeft VAIS het Waarborgfonds Microfinanciering boven de doopvont gehouden. De gespecialiseerde Vlaamse ontwikkelingsfondsen bezorgen de microfinancieringsinstellingen in het Zuiden geld om aan kleine ondernemers uit te lenen. Zonder buitenlandse ontwikkelingsfondsen kunnen ze niet functioneren omdat ze in eigen land niet genoeg geld kunnen mobiliseren tegen normale tarieven. De Vlaamse fondsen vroegen al enige tijd ondersteuning bij het risicobeheer van die transacties. Met dat doel is het Waarborgfonds opgericht, ondertussen goed voor bijna een half miljoen euro. Twee Vlaamse microfinancieringsinstellingen, Alterfin en Incofin, hebben hun erkenning gekregen, waardoor ze bij VAIS voorstellen in kunnen dienen. De eerste aanvraag van Alterfin voor de oprichting van de microfinancieringsinstelling Timpac in Togo is goedgekeurd. Ex-Change Ondernemers moeten van heel wat op de hoogte zijn als hun bedrijf doorgroeit. Ze hebben bijkomende kennis nodig over productiemethodes, vermarkting, de regelgeving rond import en export, subsidies enz. Vlaamse experts hebben de nodige bagage om ze daarbij te helpen omdat ze bv. ooit zelf een kmo geleid hebben en hun ervaring willen delen met hun collega’s in het Zuiden. Ze hebben zich verenigd in de vzw Ex-Change, een uitzendplatform voor bedrijfsleiders e.a. deskundigen die zich vrijwillig en tijdelijk uit laten sturen. VAIS heeft met Ex-Change een resultaatsgerichte bestuursovereenkomst gesloten.

Afgesproken is dat dertig procent van wat ExChange onderneemt in een van de drie doellanden van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking moet gebeuren, in Malawi, Mozambique of ZuidAfrika. Ex-Change ondersteunt er initiatieven, die rechtstreeks of onrechtstreeks met de programma’s van VAIS te maken hebben. Dat lukt aardig in Zuid-Afrika. De samenwerking met SEDA (Small Enterprise Development Agency) ten behoeve van plaatselijke kmo’s sluit perfect aan bij wat VAIS in de provincie Vrijstaat opzet. Ook zijn er raakpunten met de werking in Limpopo rond landbouw en KwaZulu-Natal rond voedselzekerheid, waarin voor beginnend ondernemerschap een belangrijke plaats ingeruimd is.

Vlaanderen draagt op die manier met directe kennisoverdracht bij tot de ontwikkeling van ondernemerschap en de werkgelegenheid in het Zuiden. Helpdesk Import Vlaanderen Met de helpdesk Import Vlaanderen wil de Vlaamse overheid bedrijven uit Zuidelijk Afrika en meer bepaald uit de partnerlanden Malawi, Mozambique en Zuid-Afrika helpen bij hun uitvoer naar de Europese Unie en specifiek Vlaanderen. Vooral kmo’s zijn het doelwit. De uitwerking van de helpdesk is aan Unizo toevertrouwd en kreeg de naam “Go North”. Unizo wil in die drie landen een netwerk van contactpunten oprichten waar kleine ondernemers met hun vragen terechtkunnen. In elk land en in Zuid-Afrika zelfs per provincie komt er een team van specialisten. Ze moeten de kmo’s begeleiden bij de export naar Europa.

Activiteitenverslag 2007 | 39


Zuidwerking

DUURZAAM ONDERNEMEN

bepalen. Zoals voor 2007 wordt ook voor 2008 een subsidie van 300.000 euro uitgetrokken.

In 2007 is in Vlaanderen de nationale coördinator aangesteld. Ook in de drie partnerlanden is dat gebeurd. Daar is bovendien een netwerk van samen dertien facilitators opgezet, van wie het de opdracht is om de uitvoer naar de EU te vergemakkelijken. De drie nationale coördinatoren hebben een opleiding in Vlaanderen gekregen en samen met de dertien bemiddelaars een bijkomende training in Pretoria. Er zijn een handboek en documenten over invoer in de EU en deelneming aan handelsbeurzen opgesteld en vertaald. Tot slot is gewerkt aan een website in het Engels en het Portugees ten behoeve van de kmo’s uit Malawi, Mozambique en Zuid-Afrika: www.helpdeskgonorth.eu De Vlaamse regering heeft beslist het project voor een jaar (2008) te verlengen. Tijdens de duurtijd van deze opdracht zal de lange termijnvisie verder uitgewerkt worden. Na afloop van het tweede werkingsjaar zal een externe evaluatie van het project Go North uitgevoerd worden, die in een belangrijke mate de verderzetting ervan mee zal

40 | Activiteitenverslag 2007


Zuidwerking

HUMANITAIRE BIJSTAND

HUMANITAIRE BIJSTAND In 2007 heeft VAIS voor 1.859.000 € humanitaire bijstand verstrekt, waarvan het leeuwendeel, iets meer dan de helft, naar Afrika gegaan is. Zo goed als alle noodhulp op dat continent heeft gediend om de gevolgen van natuurrampen op te vangen. afrika Humanitaire bijstand was nodig in Mozambique waar zoals eerder is aangegeven, de cycloon Favio lekijk heeft huisgehouden. De FAO (Food and Agriculture Organisation), heeft een subsidie gekregen om kleine voedselproducenten in de rampgebieden weer op dreef te krijgen en het Rode Kruis Vlaanderen heeft evenveel gekregen voor hulp aan de slachtoffers van Favio. Madagaskar kreeg te maken met een andere verwoestende cycloon, Indlala. Daar is voedsel en zaaigoed uitgedeeld. In Burundi en Togo is voedselhulp verstrekt nadat overstromingen er de oogst vernield hebben. In al die gevallen van watersnood zijn in samenwerking met de overheid zo zorgvuldig mogelijk de bevolkingsgroepen geselecteerd voor wie de hulp bestemd is. Families hebben voorrang gekregen, die geen of weinig eten ter beschikking

hebben voor zichzelf of voor de markt, geen vee bezitten of een handeltje drijven, geen of nauwelijks inkomsten hebben en niet kunnen rekenen op familieleden in het buitenland. De distributie van voedsel overbrugt de periode tot de volgende oogst en voorkomt dat speculatie de prijzen laat stijgen. Die werkwijze behoedt ook andere bevolkingsgroepen voor een situatie waarin ze niet meer aan genoeg betaalbaar voedsel raken. De aankopen gebeuren zoveel mogelijk in de regio zodat de productie daar stimuli krijgt en de deviezen ter plaatse blijven. Humanitaire hulp is er ook naar Tsjaad vertrokken en dat heeft alles met Darfur te maken. De oorlog in die provincie van het buurland Soedan heeft een grote stroom vluchtelingen op gang gebracht. Die zijn o.a. in het kamp Ouré Cassoni terechtgekomen. De hulp pakt én de voedsel- én de veiligheidssituatie aan. Zo heeft ze oog voor het conflict dat tussen de vluchtelingen en de in aantal drie maal kleinere plaatselijke, semi-nomadische bevolking over brandhout uitgebroken is. Om het verbruik ervan te verminderen zijn er fornuizen uitgedeeld die op paraffineolie werken en is er een herbebossingproject en een boomkwekerij opgestart. De bijdrage van VAIS dient voor de aankoop van paraffineolie, fruitbomen, zaaigoed en materiaal voor de uitrusting van de kwekerij en de aanleg van boomgaarden. De verbetering van de voedselsituatie gaat dus hand in hand met maatregelen om de spanningen tussen de bevolking en de vluchtelingen te verkleinen. latijns-amerika Watersnood dan weer in Mexico waar de storm Noël en de overstromingen, die het gevolg ervan waren, een spoor van vernieling in de zuidoostelijke staat Tabasco getrokken hebben. Daar zijn via het Rode Kruis hulppakketten verdeeld aan wie er uit zijn huis weg is moeten trekken.

Activiteitenverslag 2007 | 41


Zuidwerking

HUMANITAIRE BIJSTAND

midden-oosten en azië In tegenstelling tot Afrika hebben in het MiddenOosten en Azië voornamelijk aanslepende conflicten aanleiding gegeven tot interventies. Zo is er een subsidie uitgekeerd aan UNWRA (UN Relief and Works Agency for Palestine refugees), het Agentschap voor de Palestijnse vluchtelingen van de VN. Daarmee is een psychosociaal programma ten behoeve van jongeren ondersteund. Ze groeien in zodanig extreme omstandigheden van geweld en stress op dat de effecten zich ook in hun latere leven laten gevoelen. Via UNHCR (UN High Commissariat for Refugees), het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de VN, is hulp verleend in Jordanië, waar vluchtelingen uit Irak een onderkomen gezocht hebben. De Vlaamse bijdrage heeft voor schoolgeld, -boeken en -benodigdheden gediend. Jordanië wil zorg dragen voor de scholing van de Iraakse kinderen, die dreigen op te groeien met nauwelijks enige vorm van onderricht. In Myanmar heeft het WFP (World Food Programme), het Wereldvoedselprogramma van de VN, financiële ondersteuning gekregen. Daarmee heeft het voedselhulp aangevoerd om te verhinderen dat de zwakste bevolkingsgroepen het eerste slachtoffer zijn van het regeringsoptreden tegen het democratische verzet. Voor de bouw van sanitaire voorzieningen in het zuidwesten van Bangladesh is Unicef een subsidie verleend. In november 2007 heeft de cycloon Sidr daar een spoor van vernieling gezaaid. music for life Ten slotte heeft VAIS de slachtoffers van anti-persoonsmijnen humanitaire bijstand gegeven. Zo heeft het een bijdrage van 100.000 € gestort aan de eerste Music for Life actie van Studio Brussel, die in het teken van de hulp aan die slachtoffers stond. het Rode Kruis–Vlaanderen, dat mee aan de wieg van de actie stond, heeft zich ingeschakeld in de rehabilitatieprogramma’s, die het Inter-

42 | Activiteitenverslag 2007

nationale Rode Kruis (ICRC) voor slachtoffers van conflictsituaties en geweld opgezet heeft. overzicht Een derde van het budget voor humanitaire bijstand is aan interventies in Zuidelijk Afrika uitgegeven, in Lesotho, Madagaskar, Mozambique en Swaziland. Er zijn in 2007 veertien initiatieven gefinancierd, uitgaande van zes organisaties van de VN en drie ngo’s. 63 % van de noodhulp is via instellingen van de Verenigde Naties ingezet, een verdubbeling tegenover 2006. Met hen werken biedt een voordeel. Soms zijn ze al lang in het getroffen gebied actief en heeft de nationale overheid ze met de coördinatie van de internationale noodhulp belast. Gemiddeld bedraagt in 2007 een interventie 133.000 €, in 2006 was dat nog 115.000 €.


Zuidwerking

HUMANITAIRE BIJSTAND

Organisatie

Land

Doelstelling

Subsidie

ICRC

verscheidene

Hulp voor slachtoffers van antipersoonsmijnen

100.000,00

WFP

Burundi

Verbetering van moeilijke voedselsituatie, veroorzaakt door noodweer, overstromingen en terugkeer van vluchtelingen uit Tanzania

100.000,00

FAO

Mozambique

Verbetering van precaire voedselsituatie, veroorzaakt door overstromingen

150.000,00

Rode Kruis Vlaanderen

Mozambique

Verbetering van sanitaire en woonsituatie van de getroffenen van de cycloon Favio

149.968,00

UNRWA

Palestijnse gebieden

Tegemoetkoming in psychosociaal programma ter ondersteuning van de Palestijnse vluchtelingen

250.000,00

Caritas International vzw

Madagaskar

Distributie van voedsel en zaaigoed n.a.v. de schaarste veroorzaakt door de cycloon Indlala

50.000,00

UNHCR

Tsjaad

Verbetering van voedselsituatie van vluchtelingen en voorkoming van conflicten met de plaatselijke bevolking

100.000,00

Caritas International vzw

Lesotho

Opvang van acute voedseltekorten n.a.v. grote droogte

100.000,00

Caritas International vzw

Swaziland

Uitdeling van voedselpakketten vanwege voedselschaarste door grote droogte

150.000,00

UNHCR

Jordanië

Bijstand in onderwijs voor kinderen van Iraakse vluchtelingen

150.000,00

WFP

Myanmar

Verdeling van rijst onder de economisch meest kwetsbare groepen

150.000,00

WFP

Togo

Distributie van voedsel genoodzaakt door overstromingen

150.000,00

UNICEF

Bangladesh

Ondersteuning bij sanitaire voorzieningen en distributie van hygiënische pakketten na de cycloon Sidr

125.224,00

Rode Kruis Vlaanderen

Mexico

Verdeling van hulppakketten aan ontheemden ten gevolge van de tropische storm Noël

133.711,20

Activiteitenverslag 2007 | 43


Noordwerking

NOORDWERKING

44 | Activiteitenverslag 2007


Noordwerking

DE VIERDE PIJLER

DE VIERDE PIJLER

De helpdesk Vierde Pijler staat in de steigers. Het idee voor een helpdesk is gegroeid uit de studiedag Vierde Pijler, die VAIS in mei 2007 gehouden heeft op basis van een onderzoek van het Hoger Instituut voor de Arbeid. De voorbije jaren is er in Vlaanderen bijna een wildgroei tot stand gekomen van initiatieven van jeugdverenigingen, ondernemingen, scholen, stichtingen, vakbonden, vriendengroepen en ziekenfondsen, stuk voor stuk organisaties, voor wie ontwikkelingssamenwerking niet de kernopdracht is, maar die toch een partnerschap met het Zuiden aangaan. Naast de bilaterale en de multilaterale samenwerking, die als respectievelijk de eerste en de tweede pijler bekend staan, en de ngo’s als derde, worden die initiatieven van maatschappelijke organisaties bestempeld als vierde pijler.

In totaal zijn zo’n elfhonderd verenigingen onder die noemer te klasseren. Tussen 25.000 en 60.000 vrijwilligers zijn daarin bedrijvig. Van de meer dan 350 instellingen die fiscaal aftrekbare giften voor het Zuiden inzamelen, hoort minstens de helft thuis bij de vierde pijler. Jaarlijks zamelen ze tussen 47 en 68 miljoen € euro in, voor concrete projecten als een waterpomp of acties gebonden aan de inzet van iemand uit hun netwerk. Op de studiedag hebben ze zich gebogen over thema’s als fondsenwerving, interculturele samenwerking, inbreng van Vlaamse expertise, werken in probleemgebieden met moeilijke doelgroepen en partnerkeuze. Tot een groot succes is die ontmoeting uitgegroeid, met workshops en een toonmoment, waarop zo’n tweehonderd deelnemers afgekomen zijn. Wat waren de conclusies? De eerste Activiteitenverslag 2007 | 45


Noordwerking

DE VIERDE PIJLER

zorg van de verenigingen, die de vierde pijler vormen, is knowhow, niet de financiering van hun ontwikkelingsactiviteiten. Fondsen verzamelen ze dus wel, is het niet met giften dan met mosselavonden e.a. creatieve inkomstenbronnen, maar qua informatie, vooral van de overheid, stuiten ze op lacunes. Op vragen als: hoe richten we een vzw op, hoe organiseren we transport per container, hoe verbeteren we onze eigen efficiëntie en de werking van de projecten ter plaatse, vinden ze niet gauw een afdoend antwoord. Ze zijn m.a.w. op zoek naar juridische en logistieke bijstand. De vraag naar opleiding is een van de meest gestelde. In hoge mate hebben ze geapprecieerd dat de studiedag als een ontmoetingsplaats, of noem het markt, gefungeerd heeft, waar al die organisaties, die al jaren bezig zijn maar het van elkaar niet weten, elkaar hebben kunnen treffen.

een helpdesk vierde pijler Op basis van bovenstaande vaststellingen – gebrek aan informatie, nood aan opleiding en behoefte aan onderling contact - heeft Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Bourgeois, het idee gelanceerd een helpdesk in het leven te roepen om de vierde pijler inhoudelijk te ondersteunen. De eerste stap in de uitbouw ervan is een digitaal initiatief geworden: een website, gerund vanuit VAIS. Eind 2007 heeft VAIS een overeenkomst gesloten met een firma om de website te bouwen. Volgens plan is www.4depijler.be in de loop van 2008 online.

46 | Activiteitenverslag 2007

Op die manier sla je als overheid verscheidene vliegen in een klap. Ten eerste breng je door de informatie over de vierde pijler en hun activiteiten voor het brede publiek beschikbaar te stellen waardering op voor de tienduizenden mensen die zich concreet engageren maar niet de platgetreden paden willen bewandelen. Via de website kan de overheid haar regiefunctie waarmaken en vragenstellers antwoorden bezorgen of ze naar de juiste instelling verwijzen. Je verhoogt zo hun professionalisme. Bovendien kan zo’n stek de functie van discussieforum of chat room vervullen waar wie er actief is in de vierde pijler ideeën en ervaringen uit kan wisselen. Een werkgroep, samengesteld uit medewerkers van de vierde pijler, levert suggesties, tips en concrete informatie om de site gestalte te geven. Kortom, www.4depijler.be komt er voor en door de vierde pijler van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking. VAIS is niet van plan om de hoge nood aan scholing zelf te lenigen. Wel wil het nagaan wat de noden zijn en welke bestaande cursussen ze kunnen dekken. Opnieuw wil het dus als bemiddelaar in de bres springen. VAIS wil door het brede publiek over de vierde pijler te informeren het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking verruimen. Dat past in zijn opdracht. Het blijft niet bij de website. Zo heeft het de gemeentes gestimuleerd om in hun voorstellen voor nieuwe convenanten of de verlenging ervan bijzondere aandacht uit te laten gaan naar initiatieven van de vierde pijler. Die klemtoon is in 2007 ook gelegd in de oproep voor projecten die werk maken van ontwikkelingseducatie.


Noordwerking

DUURZAAM CONSUMEREN

DUURZAAM CONSUMEREN WEEK VAN DE FAIR TRADE Het is stilaan een traditie dat de Vlaamse overheid zich inschrijft in de Week van de Fair Trade. In 2007 heeft ze plaats gevonden van de 3de tot de 13de oktober. In die tiendaagse periode heeft de Vlaamse overheid de gelegenheid te baat genomen om op meer plekken dan vroeger gebruikelijk was de ambtenaren fair trade-maaltijden aan te bieden en ze uitvoeriger over het beschikbare aanbod van fair trade-waren te informeren. In alle restaurants in Antwerpen en Brussel waar de Vlaamse overheid de catering verzorgt, hebben de bijna 36.000 ambtenaren die 9de oktober een menu bestaande uit duurzame producten uit de eerlijke handel voorgeschoteld gekregen. Ze smulden van pompoen met quinoa, specerijen en krokant spek, colombo van kip uit de Caraï-

ben, kokoscrème en paarse rijst. Voor die fair trade-maaltijden zijn er voor ongeveer 1500 € producten aangeschaft. VDAB en Kind en Gezin hebben in 2007 voor het eerst meegedaan. Het is niet bij één middagmaal gebleven. In de belangrijkste gebouwen stond er een informatieen degustatiestand met fair trade-producten opgesteld. Je kon er niet alleen proeven maar ook te weten komen waar ze te koop zijn. De mythe dat je daarvoor naar een gespecialiseerde zaak als een wereldwinkel moet, wou VAIS doorprikken. Ook in de plaatselijke supermarkt en de winkel om de hoek vind je ze tegenwoordig en die boodschap moet beklijven. Voor het eerst heeft VAIS ook de deuren van haar thuisbasis, het Boudewijngebouw in Brussel,

Activiteitenverslag 2007 | 47


Noordwerking

DUURZAAM CONSUMEREN

het fair trade-circuit. Om na Max Havelaar-koffie, vanaf 2001, ook andere producten uit het fair trade-aanbod te schenken is een bewuste keuze geweest van de Vlaamse overheid. Ze wil de bewustwording voor die vorm van ontwikkelingssamenwerking aanwakkeren en consequent een voorbeeld stellen.

opengezet voor een heuse fair trade-markt, onder het motto “Fair trade past in ons kraam”. Een succesvol initiatief, dat naar herhaling snakt want er is behoorlijk wat volk op afgekomen. De markt heeft ongeveer zeshonderd bezoekers over de vloer gekregen, vooral ambtenaren, die allemaal aangeschreven waren. Maar ook mensen uit de buurt en toevallige voorbijgangers zijn binnengesprongen om eerlijke producten te proeven, ruiken, voelen én kopen. Koffiehandelaren hadden er een stand, er was een wijnaanbod en er waren naast juweeltjes, textiel en gebruiksvoorwerpen etenswaren te koop als chocola, vruchtensap, ijsjes, koekjes en wafeltjes, onbekende merken soms. Dat gamma aan duurzame producten is bij een volgende gelegenheid voor uitbreiding vatbaar. Alle zestien deelnemers zijn verdelers van de producten met het keurmerk Max Havelaar of zijn erkend door het federale Fair Trade Center. Ook de ambassade van Zuid-Afrika en Mozambique waren present om hun land in de kijker te zetten. Het succes was van die aard dat het vast en zeker niet bij die ene keer blijft. Een volgende keer is het aangewezen om het grote publiek warm te maken, dat de weg naar de markt nog niet gevonden heeft. Sensibilisering is het ordewoord! FAIR TRADE-AANKOPEN TIJDENS HET JAAR Het Vlaamse ambtenarenkorps en hun bezoekers staan al jaren bekend als dorstige zielen, die hun dorst lessen met fruitsap, koffie en wijn uit

48 | Activiteitenverslag 2007

In 2007 hebben de ambtenaren en hun gasten samen 35 ton koffie, 19.830 literflessen fruitsap en 16.824 flesjes fruitsap van twintig cl naar binnen geslurpt. Ze hebben ook 2866 flessen wijn soldaat gemaakt. In vergelijking met 2006 is het verbruik van koffie met een kwart gestegen, dat van grote flessen fruitsap met vijftien en dat van kleine flesjes met zestig procent.


Noordwerking

SENSIBILISERING VIA DE MEDIA

SENSIBILISERING VIA DE MEDIA DE VLAAMSE NOORD-ZUID PERSPRIJS “Vanuit de rechtervleugel komt een oude vrouw over het glas- en bloedtapijt naar het sanitair gestrompeld. Haar tenen bloeden, ze laat een rood spoor achter waarin anderen ook trappen. Ze heeft“uchungu sana” (‘verschrikkelijke pijn’). Volgens het medisch attest is het te wijten aan hersenmalaria. Ook zij heeft de putere, maar ze deelt nog liever haar bed met een niet-geteste vrouw dan met een aidspatiënte. Nursi Aichi schokschoudert: “Je moet fatalist zijn om het hier vol te houden. We zijn met twee zusters voor tachtig patiënten. Tien ervan hebben geen bed. We moeten ze op de grond leggen. ’s Ochtends vinden we ze aan de andere kant van de zaal. Omdat ze niet onder een dode willen blijven liggen, of omdat ze zijn natgeregend door hun bovenbuur. We missen matrassen, lakens, pijnstillers, alles. Patiëntes die niet in hun bed willen blijven liggen, binden we aan de poten van het bed vast met de broeksriemen van overledenen of met repels stof.” Een fragment uit African Euthanasia, waarvoor Anne de Graaf de Noord-Zuid persprijs 2007 gekregen heeft, een geldsom van 5000 €. Het artikel is op de 1e december 2006 in De Morgen verschenen. Voor haar reportage is Anne de Graaf tien dagen lang in een ziekenhuis in Dar es Salaam in Tanzania als verpleegster van aidspatiënten aan de slag geweest. Ze laat de lezer duidelijk aanvoelen dat aids in Afrika een groot taboe blijft. In het ziekenhuis sterft iedereen aan een longontsteking, malaria of tbc, niemand aan aids. De familie wil dat zo. De jury heeft Anne de Graaf geprezen voor wat heet “een journalistiek sterk werk dat door de participatieve journalistiek, de originele benadering van het aids- en gezondheidsthema en de

uitstekende stijl, een breed publiek aanspreekt”. Anne de Graaf volgt op de erelijst van de NoordZuid persprijs David van Reybrouck en Han Zinzen op. Er waren in 2007 23 inzendingen. Een eervolle vermelding is naar de Afrika-reeks gegaan, die Vacature van 17 tot 31 maart 2007 gepubliceerd heeft. De drie reportages kijken op een verfrissende manier naar Afrika. Je maakt als het ware een economische safari en komt o.m. in Kenia terecht, van waar jaarlijks miljoenen rozen naar Belgische supermarkten vertrekken. De Activiteitenverslag 2007 | 49


Noordwerking

SENSIBILISERING VIA DE MEDIA

wat en waarom het fout gaat als de media over dat continent berichten. Een levende illustratie van het nut van de Noord-Zuid persprijs. Met aan het slot een oproep om in landen waar Vlaanderen thuis is als Malawi en Mozambique de media extra aandacht te geven, met in het achterhoofd de positieve evolutie in andere Afrikaanse landen als bv. Burundi.

Laureaat Anne de Graaf.

jury van de prijs bestaat uit voorzitter Flip Voets, secretaris-generaal en ombudsman van de Raad voor Journalistiek, Lode Berlage, gewoon hoogleraar emeritus, Gie Goris, hoofdredacteur van MO*, Jan Ouvry, coördinator buitenland van het VRT-nieuws, en Corine van Kelecom, coördinator communicatie van 11.11.11. Met de Noord-Zuidpersprijs wil de Vlaamse regering de schrijvende pers aanmoedigen om meer aandacht te besteden aan ontwikkelingssamenwerking en de Noord-Zuidproblematiek en de belangstelling voor die thema’s bij brede lagen van de bevolking te vergroten. VAIS wil de journalisten met de prijs bewuster maken van hun rol in de internationale solidariteit. De prijsuitreiking heeft plaats gevonden op 1 oktober 2007. Landenverantwoordelijke Zohra El Aissaoui belichtte er met woord en beeld de laatste aanwinst in de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking, Malawi. Ze beklemtoonde hoe bij de opstart van gezamenlijke initiatieven Vlaanderen ernaar streeft om de beleidskeuzes van Malawi te respecteren en aansluiting te zoeken bij acties van andere donoren. Een illustratie van hoe VAIS in de praktijk de principes van de Verklaring van Parijs onderschrijft, met name ownership van het land in kwestie en donorcoördinatie en harmonisatie. In het hoofdstuk over Malawi in dit jaarverslag komt die aanpak uitgebreid aan bod. Daarna ging gewezen VRT-journalist Guy Poppe door op het thema Afrika in de media. Een analyse van hoe Afrika te vaak buiten beeld blijft en 50 | Activiteitenverslag 2007

IPS en MO* Het nieuwsagentschap IPS en het maandelijkse MO* magazine richten zich in hun berichtgeving op mondiale thema’s. De steun aan het nieuwsagentschap IPS en MO* magazine is in 2007 verhoogd tot 300.000 €. Van dit bedrag gaat 60.000 € naar de gezamenlijke website van IPS en MO*, www.MO.be, die in 2007 online is gegaan. De website brengt continu mondiaal nieuws. Ze bundelt de inspanningen van MO* en IPS om een zo ruim mogelijk publiek over de wereld en de globalisering uitgebreider en beter te informeren. IPS boort haar internationale netwerk aan. MO* selecteert de meest actuele berichten uit het magazine en brengt mondiaal nieuws uit eigen land. www.MO.be laat ook de mening van experts, binnen- en buitenlandse politici e.a. opiniemakers uit de hele wereld weerklinken en biedt grondige analyses.


Noordwerking

ONTWIKKELINGSEDUCATIE

ONTWIKKELINGSEDUCATIE Elk jaar weer verleent de Vlaamse overheid een reeks projecten overheidssteun, die werk van maken van ontwikkelingseducatie. Op die manier wil ze ertoe bijdragen om consumenten en burgers warm te maken voor mondiale solidariteit. In 2007 heeft VAIS de volgende projecten goedgekeurd:

Kwasa Kwasa vzw

Diversiteitstraining met het oog op tewerkstelling in een poly-etnische samenleving, 80.102,67 €

Mundiaal vzw

Mano Mundo festival Cultuur als motor van economische ontwikkeling, 60.000,00 €

Kinderrechtenhuis vzw

Jongeren tegen onaanvaardbare kinderarbeid, 182.495,00 €

Wegwijzer vzw

Context Zuidelijk Afrika Toerisme als hefboom voor Ontwikkeling in Zuid-Afrika en Mozambique, 122.500,00 €

Don Bosco Onderwijscentrum Zwijnaarde

Lubumbosco, 25.900,00 €

Phos vzw

Toegankelijke ontwikkelingseducatie voor personen met een sensoriële handicap, 170.000,00 €

De projecten voor ontwikkelingseducatie die in 2007 subsidies gekregen hebben, spreiden hun activiteiten meestal over drie jaar.

VOORBEELD ONTWIKKELINGSEDUCATIE PROJECT GOEDGEKEURD IN 2007.

STEUN KINDERKRACHT, STOP KINDERARBEID Het project wil duizenden Vlaamse jongeren betrekken in de strijd tegen onaanvaardbare kinderarbeid met als uitgangspunt het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind en als hoofddoel de toepassing van Conventie I82 van de Internationale Arbeidsorganisatie. Het richt zich naar jongeren tussen 15 en 25 met veel aandacht voor wie er in een risicosituatie zit. Een rondreizende tentoonstelling, een infomobiel, biedt een gevarieerd en gendergevoelig informatie- en scholingspakket. De band met het Zuiden krijgt concreet vorm door slachtoffers van kinderarbeid hier als ervaringsdeskundigen te laten getuigen. Ook schakelt het project jonge Vlamingen in, die langere tijd in het Zuiden gewerkt hebben en bereid zijn om hun ervaringen en inzichten m.b.t. kinderarbeid door te geven. Steun Kinderkracht, Stop Kinderarbeid wil het beleid beïnvloeden door in samenwerking met de vakbonden en het werkveld de slachtoffers van kinderarbeid een gezicht en een stem geven.

Activiteitenverslag 2007 | 51


Noordwerking

ONTWIKKELINGSEDUCATIE

De initiatieven, die in 2006 gesubsidieerd zijn, draaien in 2007 op volle toeren. In totaal is er voor volgende zes projecten 715.462 € uitgetrokken:

Netwerk Bewust Verbruiken vzw

Blije Bloemen, 124.960 €

de Pianofabriek

Alcantara, 115.000 €

Plan België

“Geef ons een minuut”, 128.200 €

Wereldcentrum Steunpunt Mondiale Vorming

“Achter de Spiegelbeelden”, 104.352 €

Alfa

“2015 Ik loop mee”, 182.500 €

Globelink

FAQtor4, 60.450 €

Geef ons een minuut Dat is een initiatief van Plan België. Achttien jonge mensen tussen 14 en 18 zijn uitgekozen om rond ontwikkelingssamenwerking, kinderrechten en de millenniumdoelstellingen getuigenissen in te zamelen. Ze hebben jongeren uit het Noorden en het Zuiden, politici, BV’s e.a. beroemdheden een minuut van hun tijd gevraagd om naar hun mening te vragen. De 18 vormen de Plan Youth

Board. Hun opdracht is het om leeftijdsgenoten bewust te maken, o.m. door zelf de website www.plan-belgie.org/plan_youth_board aan te vullen. Samen met Uitgeverij Averbode heeft Plan België een boek uitgebracht, “Give us a minute, Jongeren voor jongeren over Kinderrechten in het Zuiden”. Daarbij zit er ook een CD-Rom, die leerkrachten in de les kunnen gebruiken. In het tijdschrift Reflector, dat mikt op het middelbare onderwijs, hebben de scholieren van Plan Youth Board reportages geschreven over hun ervaringen in Benin en El Salvador. Achter de spiegelbeelden Onder die titel brengt het Wereldcentrum Steunpunt Mondiale Vorming een educatieve tentoonstelling met verhalen over vrouwen in het Zuiden. De tentoonstelling wil het publiek laten zien hoe ze dank zij scholing en alfabetisering, microkredieten en empowerment positief inwerken op hun samenleving. Portretten van vrouwen in Ecuador, El Salvador, de Filippijnen, India, Marokko, Rwanda, Turkije en Vietnam en wat ze creatief ondernemen in bv. hun textielatelier of als sieraadontwerpster zijn de instap voor de verhalen. Achter de spiegelbeelden is interactief opgevat en gaat vergezeld

52 | Activiteitenverslag 2007


Noordwerking

ONTWIKKELINGSEDUCATIE

van werkwinkels. Omkaderende informatie staat op de website www.achterdespiegelbeelden.be. FAQtor4 Globelink biedt met www.faqtor4.be een interactieve website aan rond solidariteit. Op de site zijn bv. vier filmpjes te zien met vier Frequently Asked Questions (FAQ) over dat thema. Vragen als: wie help je in nood, hoe ontvang je onbekenden, wat heeft de wereld aan jou en wat geef je aan wie? Jongeren uit Vlaanderen en de rest van de wereld reageren daarop. Die antwoorden lokken weer tegenreacties uit. Zo komt er een soort van virtuele estafette op gang.

campagnethema uitdiept. In 2007 was dat voedselzekerheid en eerlijke handel en in 2008 is dat menswaardige arbeid voor iedereen. 2015 Ik loop mee richt zich op leerlingen van het zesde jaar basisonderwijs. Alfa wil er vijftienduizend bereiken. De educatieve en interactieve website www. ikloopmee.be ondersteunt het initiatief. Een presentator van Ketnet treedt als meter of peter op en is ook het gezicht van twee actiemomenten, die de leerlingen zelf uitwerken. BLIJE BLOEMEN EN ALCANTARA De projecten ‘Blije bloemen’ en ‘Alcantara’ zijn in het activiteitenverslag 2006 nader belicht.

2015 Ik loop mee Met dat initiatief schrijft Alfa zich in de 11.11.11-campagne ten voordele van de millenniumdoelstellingen in. Alfa ontwikkelt twee nieuwe multimediale werkwinkels waarin het twee jaar na elkaar het

Activiteitenverslag 2007 | 53


Noordwerking

GEMEENTELIJKE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

GEMEENTELIJKE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING Gemeentelijke Convenants Convenants zijn samenwerkingsovereenkomsten waarin de gemeente van de Vlaamse overheid ondersteuning en subsidies krijgt in ruil voor het uitwerken van een strategisch driejarenplan. Het belangrijkste doel van convenant is het versterken van het lokale Noord-Zuidbeleid. Sinds begin 2005 past het convenantenbeleid in een decretaal kader. Dat moet een actief lokaal beleid rond ontwikkelingssamenwerking stimuleren. In 2007 hadden 37 lokale besturen een convenant gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking met de Vlaamse overheid. Aan de convenants met de lokale besturen zijn subsidies gekoppeld waarvoor in 2005 en 2006 telkens 2.000.000 € is begroot. In 2006 konden

Oostende: stedenband met Banjul. 54 | Activiteitenverslag 2007

geen aanvragen voor een convenant worden ingediend. Het decreet bepaalt immers dat in de periode van zes maanden voor het aantreden van een nieuwe bestuursploeg aantreedt, geen nieuwe convenants gesloten kunnen worden. Lokale besturen die een convenant met de Vlaamse overheid wensen te sluiten moeten een aanvraag indienen vóór 1 oktober. Het VAIS ontving 23 aanvraagdossiers voor een convenant 2008 - 2010, waarvan 17 vragen tot verlenging van de convenant 2005 – 2007. Voor 2008 is er een budget van 2.262.000 € voorzien voor de subsidies gekoppeld aan de convenants gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking. Eind maart 2008 beslist de minister met welke gemeenten een convenant voor de periode 2008-2010 wordt afgesloten.


Noordwerking

GEMEENTELIJKE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

OOSTENDE: STEDENBAND MET BANJUL, HOOFDSTAD VAN GAMBIA IN WEST-AFRIKA Als stadsbesturen samenwerken… De hoofdfocus van de Stedenband tussen Oostende en Banjul ligt momenteel op capaciteitsversterking van de Banjul City Council (BCC). Een stadsbestuur in het Zuiden moet eveneens uitgerust zijn om publieke diensten vlot te kunnen garanderen. De stad Oostende wil bijdragen tot deze versterking van de bestuurskracht op verschillende terreinen. De voorbije jaren werd gefocust op milieu (afval en mangroves) en op een moderne administratie binnen de BCC. Met actoren buiten het Stadsbestuur werd samengewerkt op het vlak van onderwijs en gezondheidszorg. Banjul@internet In de loop van december 2006 werkten de stadsbesturen van Oostende en Banjul aan de informatisering van de administratie van de Banjul City Council. Drie ambtenaren van de stad Oostende (IT-coördinator, elektricien en stedenbandcoördinator) gingen voor drie weken op werkbezoek naar Banjul. Samen met een team van acht Gambiaanse elektriciens werd een netwerk aangelegd van 50 computers. 38 computers werden geïntegreerd binnen de administratie van het stadsbestuur. Met de overige 12 computers werd een internet- en klasruimte met 12 computers gerealiseerd. Om het netwerk operationeel te maken was maar liefst 3.000 meter bekabeling nodig! De computers en het nodige technisch materiaal werden geschonken door het Oostendse stadsbestuur en werden in november 2006 via containertransport verscheept naar Banjul. Van februari tot eind april 2007 werden twee netwerkbeheerders opgeleid (door een Belgische IT consultant). Zij beschikken over de capaciteit om het netwerk zelf beheren. De netwerkbeheerders zijn ook verantwoordelijk

voor de IT vorming voor het stadspersoneel. Wekelijks worden in de ‘klasruimte’ lessen Word, Excel, Outlook en ‘gebruik van het internet’ gegeven aan het personeel. Sedert de installatie wordt deze ‘klasruimte’ ook gebruikt door leerlingen en leerkrachten van de scholen van Banjul. Hiervoor maakt men gebruik van een beurtrolsysteem. Een jaar na de installatie maakt de Banjul City Council een uiterst positieve balans op. Het meest in het oog springende resultaat is van financiële aard. Door een meer adequate inning van belastingen – via het computernetwerk – is het stadsbestuur erin geslaagd om hun inkomsten quasi te verdubbelen. Bovendien wordt de arbeidsattitude van de werknemers op een positieve manier geprikkeld door het gebruik van de nieuwe infrastructuur. Het stadsbestuur van Oostende engageert zich om gedurende de eerstvolgende jaren de Banjul City Council te blijven ondersteunen bij de verdere implementatie van IT binnen de administratie. Het stadsbestuur van Oostende subsidieert de loonkosten van de netwerkbeheerders voor 50%. De internetkosten en de opleiding voor de beheerders werden voor 100% gesubsidieerd. BIERBEEK: STEDENBAND MET SAN FELIPE DE OÑA IN EQUADOR De convenant subsidieert sensibilisering en capaciteitsversterking in Bierbeek en in Oña. Er worden activiteiten voorzien rond duurzame ontwikkeling, milieu, versterking van het middenveld, netwerkontwikkeling en capaciteitsopbouw. Na enkele eerdere uitwisselingen trokken in augustus 2007 zes meisjes uit Bierbeek naar het zusterdorp San Felipe de Oña in Ecuador. Het gezelschap had duidelijke doelstellingen

Activiteitenverslag 2007 | 55


Noordwerking

GEMEENTELIJKE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Hoe ze zich juist zullen organiseren en rond welke thema’s ze zullen werken zijn ze nog volop aan het uitzoeken. Culturele activiteiten (muziek, dans, ...), sociale activiteiten (b.v. met kinderen en ouderlingen), en acties rond afval en milieu behoren zeker tot de interesses.

voor ogen: leren kennen van de leefwereld van Ecuadoriaanse jongeren, samen met de jongeren in Oña zoeken naar uitdagingen voor een toekomstige samenwerking en ervaringen terugkoppelen naar een breed publiek in Bierbeek. Aan de missie ging een heuse voorbereidingscyclus vooraf. Tijdens de uitwisseling ontdekten ze dat er vooral nood is aan organisatie, ondersteuning, voorlichting en inspraak in het lokale bestuur. Op 31 oktober 2007 ondertekenden Oña en Bierbeek tijdens een officieel bezoek van Bierbeek een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Een fragment uit het verslag van de officiële missie van Bierbeek naar Oña in het najaar 2007: “Bierbeek en Oña nemen hoogte van elkaar”. Sinds enige maanden is er bij de jongeren in Oña een proces op gang gekomen van organisatie, dat begon bij het groepje dat in 2006 naar Bierbeek reisde. De groep is intussen sterk uitgebreid, en zeker na het bezoek van de zes meisjes dit jaar, zijn ze erg gemotiveerd om een echte jongerenwerking uit te bouwen, waarin alle gemeenschappen vertegenwoordigd zijn.

56 | Activiteitenverslag 2007

En daarmee komen we bij het tweede punt van de vergadering: via de verbroedering kunnen we dit organisatieproces ondersteunen en versterken. Enerzijds is er de jongerengroep in Bierbeek die zich ook aan het organiseren is en met wie ze kunnen uitwisselen, en anderzijds kunnen we ook vanuit de gemeentelijke jeugddienst ondersteuning en inspiratie bieden: hoe een degelijke jeugdwerking uitbouwen, hoe – naast de morele steun – ook logisitieke en financiële steun van de gemeente Oña verkrijgen, hoe inspraak verkrijgen als jongeren in het beleid, ... We leggen de werking van de jeugdraad in Bierbeek uit en beschrijven de taken van de jeugdconsulente. De jongeren hier hebben nog een lange weg te gaan en vanuit Bierbeek doen we het aanbod om hen daar in 2008 een stukje in te begeleiden.


Noordwerking

GEMEENTELIJKE ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

FairTradeGemeenten 43 gemeentes in Vlaanderen mogen zich fair trade-gemeente noemen en 97 zijn er op weg om over afzienbare tijd die naam te mogen dragen. Dat houdt in dat 140 Vlaamse gemeentes, dat is bijna de helft, 45% om precies te zijn, hetzij de eretitel op zak hebben of stappen gezet hebben om van het behalen ervan werk te maken. “Vlaanderen is daarmee de absolute koploper in de wereld”, was de reactie van Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Geert Bourgeois. Het streven is dat tegen november 2008 65 Vlaamse gemeentes met de titel kunnen pronken. Dat is afgesproken met de voortrekkers van de campagne, Max Havelaar, Oxfam-Wereldwinkels, Vredeseilanden en 11.11.11. De titel FairTradeGemeente geeft aan dat een gemeente en haar inwoners eerlijke handel een warm hart toedragen en effectief werk ervan maken. Daarvoor moeten ze aan verscheidene criteria voldoen. Zo keurt het gemeentebestuur een resolutie goed en koopt het Max Havelaar-koffie en minstens nog één product voor gebruik in de cafetaria en op kantoor. De plaatselijke horeca en handelszaken bieden fair trade-waren aan en ook de ondernemingen, scholen en verenigingen doen mee. Een trekkersgroep van vrijwilligers coördineert de initiatieven. Op de 25de en de 26de januari 2008 is er in Brussel een internationaal congres gehouden. FairTradeTowns uit zestien landen en deelstaten, waaronder Vlaanderen, waar een soortgelijk initiatief bestaat, kwamen toen bijeen om er praktijkervaringen uit te wisselen en toekomstplannen te smeden. Meer informatie over FairTradeGemeenten is te vinden op www.fairtradegemeenten.be.

Activiteitenverslag 2007 | 57


Noordwerking

MIDDELEN

MIDDELEN

In 2007 heeft de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking met een budget van 22.065.794,79 € gewerkt. Dat is ruim 4,5 miljoen € meer dan in 2006. De toename is hoofdzakelijk, n.l. voor 42%, Malawi, Mozambique en Zuid-Afrika, de drie partnerlanden, ten goede gekomen. Het grootste deel van het budget is in 2007 besteed in de gezondheidszorg en de landbouw en voor voedselzekerheid. Dat blijkt uit grafiek 1. Andere belangrijke sectoren zijn noodhulp, steun aan ngo’s en sensibilisatie. De Vlaamse ontwikkelingssamenwerking in lijn met de millenniumdoelstellingen Bij de start van het nieuwe millennium, in september 2000, hebben de lidstaten van de Verenigde

58 | Activiteitenverslag 2007

Naties de Millenniumverklaring goedgekeurd. Dat zijn afspraken om met alle landen samen tegen 2015 de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken. Er zijn acht concrete en meetbare doelstellingen vastgelegd, de millenniumdoelstellingen (MDG’s). Ze moeten een einde maken aan armoede, ziekte, ongelijkheid en milieuproblemen. Als we de acht MDG’s halen dan ziet de wereld er in 2015 als volgt uit: 1. Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft of honger lijdt, is met de helft gedaald ten opzichte van 1990. 2. Alle kinderen volgen basisonderwijs. 3. Meisjes krijgen dezelfde kansen als jongens, in 2005 in het basis- en middelbaar onderwijs, in 2015 op alle onderwijsniveaus.


Noordwerking

MIDDELEN

4. Het sterftecijfer van kinderen jonger dan vijf is met tweederde verminderd ten opzichte van 1990. 5. De moedersterfte is met driekwart verminderd ten opzichte van 1990. 6. De verspreiding van hiv/aids, malaria e.a. ziektes is gestopt. 7. Overal is het milieubeleid gericht op duurzame ontwikkeling en het onomkeerbare verlies van natuurlijke hulpbronnen is gestopt. Het aantal mensen zonder toegang tot veilig drinkwater is met de helft verminderd en van ten minste honderd miljoen mensen in sloppenwijken zijn de levensomstandigheden sterk verbeterd. 8. Wereldwijd werken landen en instellingen samen aan ontwikkeling. Er zijn afspraken over goed bestuur, landen voeren eerlijke handel met elkaar en er is een eerlijk financieel systeem op poten gezet. Het schuldenprobleem van de ontwikkelingslanden is opgelost en ze beschikken over nieuwe technologieën. Voor jongeren is er behoorlijk werk. Om zijn ontwikkelingsbeleid vorm te geven refereert Vlaanderen aan de millenniumdoelstellingen. In grafiek 2 trekken we de begroting uiteen en wijzen we, op een klein bedrag na, alle posten toe aan een MDG.

MDG1 komt eruit als verreweg de belangrijkste. D.w.z. dat de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking een groot deel van haar budget aanwendt om de honger in de wereld terug te dringen van en extreme armoede uit te bannen. Concreet wil MDG1 het aantal mensen dat in 2015 rond moet komen met minder dan 1$ per dag in vergelijking met 1990 halveren. Andere MDG’s, die van het beleid veel aandacht krijgen, zijn 5, 6 en 8. Dat is te verklaren door programma’s, die toegespitst zijn op respectievelijk gezondheidsinterventies die een lagere moedersterfte beogen, de strijd tegen aids en de steun aan NGO’s. De Noord- en Zuidwerking Een aanzienlijk deel van het budget van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking, n.l. 85%, komt in het Zuiden terecht.De uitgaven voor de noordwerking, in 2007 goed voor 15%, vallen relatief gezien terug. Dat is in vergelijking met andere donoren een mooie verhouding. Ze is een gevolg van de beleidskeuze om de verhoging van het budget aan te wenden voor interventies in het Zuiden. Wat die zuidwerking betreft, nemen de programma’s in Malawi, Mozambique en ZuidAfrika met 89% het leeuwendeel van het budget voor hun rekening. VAIS komt in 2007 sterk voor de dag De middelen, die op de begroting van 2007 ingeschreven waren, heeft VAIS voor 99,82% benut. Dat is een nog beter percentage dan in 2006. Bovendien is in 2007 verder gewerkt aan nieuwe beleidsthema’s als duurzame handel en de vierde pijler. VAIS beheert meer dan de helft van het totaal aan middelen, dat de Vlaamse overheid voor ontwikkelingssamenwerking ter beschikking stelt. Samen met de projecten, die andere departementen in Vlaanderen en het Zuiden steunen, vormt dat de Vlaamse ODA (Official Development Assistance).

Activiteitenverslag 2007 | 59


Noordwerking

MIDDELEN

In 2007 beschikte VAIS over een budget van 1.431.439 â‚Ź aan werkingskredieten. Dat zijn die middelen, die in de begroting ingeschreven staan om het agentschap te laten functioneren. We onderscheiden vijf grote categorieĂŤn: wedden en toelagen, werkingskosten, informaticakredieten, aankopen en investeringen en tenslotte de overige investeringsgoederen.

60 | Activiteitenverslag 2007

De werkingskredieten slorpten in 2007 6% van de middelen van VAIS op. Die overheadkosten zijn dus erg laag in vergelijking met andere donoren en actoren. Bij 11.11.11. is dat 16%, bij Vredeseilanden 12% en bij BTC liggen ze op 11,5%.


Noordwerking

MIDDELEN

Conclusies 1. In 2007 neemt de begroting van ontwikkelingssamenwerking met 4,5 miljoen toe. 2. Het budget volgt voor de keuze van de sectoren de vooropgestelde beleidslijnen. 3. De Vlaamse ontwikkelingssamenwerking is sterk geconcentreerd op vier van de acht millenniumdoelstellingen, wat ook met de beleidskeuzes overeenstemt. 4. Er is een groeiende concentratie van de middelen op het Zuiden en meer specifiek op Zuidelijk Afrika. 5. VAIS werkt met bijzonder lage administratiekosten.

Activiteitenverslag 2007 | 61


BIJLAGEN

BIJLAGEN


Inleiding

BIJLAGEN

Zuid-Afrika Titel project

Partner

Sector

Vlaams budget

Status

Soort

Naam

Empowerment for food security 2005-2009

Provinciale Overheid

Department of Agriculture and Environmental Affairs, Kwazulu Natal

Landbouw – voedselzekerheid

7.500.000,00 €

Uitvoering

Agribusiness Development Academy Programme 2005-2009

Provinciale Overheid

Department of Agriculture; Limpopo

Landbouwbedrijfsbeheer

7.500.000,00 €

Uitvoering

Sustainable Natural Resource Management.

Provinciale Overheid

Department of Agricultural and Environmental Affairs Kwazulu Natal

Landbouw – duurzaam landgebruik

924.7081 € 1

Uitvoering

Capacity building of the farmers on the Makhithini irrigation scheme

Provinciale Overheid

Department of Agriculture and Environmental Affairs, KwaZulu-Natal

Landbouw – bedrijfsbeheer

205.057 € 1

Afronding

Job creation/ Small-medium and micro enterprises in the Free State 2005-2009

Provinciale Overheid

Department of the Premier; Free State

KMO-sector – Werkgelegenheid/ bedrijvencentra

3.750.000 €

Uitvoering

The Youth and Community Wellness Programme in Xhariep in de Free State.

Provinciale Overheid

Department of the Premier, Free State

HIV/AIDS - jeugdwelzijn

3.750.000 €

Opstart

Strengthen Voluntary Confidential Counselling and Testing in the Free State Province

Provinciale Overheid

Department of Health, Free State

HIV/AIDS - preventie

609.985,00 €

Uitvoering

1 Gefinancierd door dept. Leefmilieu, Natuur en Energie.

Activiteitenverslag 2007 | 63


Inleiding

BIJLAGEN

The Voluntary Counselling and Testing Project in the Limpopo Province

Provinciale Overheid

Department of Health and Welfare of Limpopo

HIV/AIDS - preventie

837.115,39 €

Uitvoering

Home and community based care in Limpopo

Provinciale Overheid

Limpopo Department of Health and Welfare

HIV/AIDS - thuiszorg

835.041,06 €

Uitvoering

A Domestic Violence and Rape Victim Empowerment programme targeted at Children and Women in the Free State Province

Provinciale Overheid

Department of Public Safety, Security and Liason, Free State”.

Huiselijk geweld tegen vrouwen en kinderen

491.399,53 €

Uitvoering

Children at risk: breaking the cycle of violence in Free State.

Provinciale Overheid

Department of Social Development Free State

jongeren als secundaire slachtoffers van huishoudelijk geweld of hun overstap naar daders

826.383,00 €

Uitvoering

The Manyeleti Youth Academy Project

Provinciale Overheid

Department of Safety, Security Limpopo

Jeugdcriminaliteit

680.825,00 €

Uitvoering

Youth Development Centre Project”

Provinciale Overheid

Department of Public Safety, Security and Liaison; Free State

Jeugdcriminaliteit

601.102,00 €

Herformulering

Implementation of a housing component within a municipal structure and provide housing consumer education at municipalities/deel II

Provinciale Overheid

Department of Housing of KwaZulu Natal

Huisvesting

590.179,00 €

Uitvoering

Groutville Community Care Homes Project in KwaZulu Natal.

Provinciale Overheid

Department of Housing KwaZulu Natal,

Huisvesting – HIV/AIDS wezen

297.188,00 €

Uitvoering

64 | Activiteitenverslag 2007


Inleiding

BIJLAGEN

SOHCO: Delivery of Social Housing Units of Low Income Earners in the E’Thekwini Metropolitan Council

NGO

The New Housing Company

Huisvesting - Sociale woningbouw

487.400 €

Uitvoering

Water and Sanitation Programme for the deep rural areas in the Sekhukhune district

NGO via Nationale Overheid

NGO Tsogang via Department of Water and Forestry

Drinkwatervoorziening

1.475.056,80 €

Afronding

KwaZulu Natal Nature-based and Cultural Tourism Skills Development in the Greater St Lucia Wetland Park

Parastatale

Greater St Lucia Wetland Park Authority, KwaZulu-Natal

Toerisme - tewerkstelling

449.720 €

Afronding

Early Childhood Development

Provinciale Overheid

Department of Education Free State

Onderwijs - kleuteronderwijs

407.993,37 €

Uitvoering

Local Governance Unit/ Deel II

Provinciale Overheid

Department of Local Government and Housing Free State

Lokaal overheidsmanagement

341.400,00 €

Uitvoering

Training and support of the after care centres for adults with a mental retardation in the Northern Province of South-Africa

Provinciale Overheid + Vlaamse vzw

Department of Welfare Limpopo + Fenix Unite vzw

Gehandicaptensector

779.590 € + 371 840 €

Uitvoering

OSDP Awareness Raising Campaign

Nationale Overheid

Office on the Status of Disabled Persons (OSDP) in the Presidency

Gehandicaptensector

531.800 €

Uitvoering

Activiteitenverslag 2007 | 65


Inleiding

BIJLAGEN

MOZAMBIQUE Titel project

Parnter

Sector

Vlaams budget

Looptijd

Geïntegreerd netwerk voor de strijd tegen hiv/aids in Tete en Moatize

Ministerie van Gezondheid (MISAU), Provinciale Gezondheidsdiensten provincie Tete, Artsen zonder Grenzen, Instituut voor Tropische Geneeskunde, Universiteit Gent (International Center for Reproductive Health)

gezondheid

9.117.788 €

2004-2010

Bouw van een nieuwe afdeling in het centraal hospitaal van Beira

Ministerie van Gezondheid (MISAU)

gezondheid

1.043.082 €

2005-2009

Constructie van gezondheidsinfrastructuur in de provincies Inhambane en Gaza

Ministerie van Gezondheid (MISAU

gezondheid

560.000 €

2005-2008

Strategie voor de aanpak van de toenemende vervrouwelijking van de HIVepidemie in Mozambique

UNAIDS

gezondheid

815.000 €

2005-2009

Steun aan PROSAUDE (gemeenschappelijk fonds voor de gezondheidssector)

Ministerie van Gezondheid (MISAU

gezondheid

6.000.000 €

2006-2008

Human Resources for Health

Ministerie van Gezondheid (MISAU), Instituut voor Tropische Geneeskunde

gezondheid

1.063.600 €

2006-2008

Basisgezondheidszorg en capaciteitsopbouw in de provincie Tete

Rode Kruis Vlaanderen en Rode Kruis Mozambique

gezondheid

740.086 €

2006-2008

Expansie van de basisgezondheidsdiensten in het Maravia District (provincie Tete)

Ministerie van Gezondheid (MISAU

gezondheid

3.404.898 €

2007-2009

Vilanculo vormingscentrum

Fundaçao para o Desenvolvimento da Comunidade (FDC)

onderwijs en opleiding

673.471 €

2003-2008

Apopo-project

Apopo

ontmijning

1.296.162 €

2003-2007

66 | Activiteitenverslag 2007


Inleiding

BIJLAGEN

MALAWI Titel project

Sector

Vlaams budget

Status

Capaciteitsontwikkeling voor de aanpak van de kwetsbaarheid van vrouwen en meisjes t.a.v. de ziekte in Malawi

HIV-AIDS

2.000.000 €

In uitvoering

FAO: Bijdrage aan een verbeterde voedselzekerheid en voedingssituatie in Malawi

Landbouw en voedsel- 4.100.000 € zekerheid

opstart

Opknappen van de laboratoria in Natural Resources College

Landbouw/vorming

90.189 €

Opstart

90.111

opstart

HIV-preventieprogramma’s en kinderen getroffen door HIV/AIDS in SADC

Bunda College of Agriculture: Capaciteits- Landbouw/vorming opbouw van veeartsen en extensiewerkers in Malawi MAROKKO Titel project

Sector

Vlaams

Status

Het ontwikkelen van een polyvalent vormingsprogramma en de bouw van 2 klassen, een laboratorium, minicrèche, een bureau en toiletten Coopérative Ajddigue

Alfabetisering/ tewerkstelling

135.932 €

afgelopen

Organisatie van de traditionele ambachtslie- Alfabetisering/ den, opleiding en verbetering van de tewerkstelling kwaliteit VIC en Tizi-Randonnées

365.664 €

project afgelopen – financiële afhandeling

De uitbouw en het heropstarten van de kindercrèches in de hamman Association Solidarité Féminine

Alfabetisering/ tewerkstelling/ sociaal

150.000 €

afgelopen

Beurzenfonds voor straatkinderen Association Bayti

Alfabetisering/ sociaal

149.950 €

project afgelopen – financiële afhandeling

Beroepsopleiding voor vrouwelijke slachtof- Alfabetisering/ fers van geweld tewerkstelling/ Centre Annajda SOS sociaal

110.400 €

afgelopen

Activiteitenverslag 2007 | 67


Inleiding

BIJLAGEN

Alfabetisering, burgerrechten en vrouwenrechten Association Centre Assaida Al Horra

Alfabetisering/ tewerkstelling

64.800 €

afgelopen

Alfabetisering en beroepsvorming voor alleenstaande moeders Centre Al Massira pour la Protection de l’Enfance

Alfabetisering/ tewerkstelling

44.900 €

afgelopen

Centrum voor alfabetisering en beroepsopleiding van vrouwen Association Ait Kamra pour la Coopération et le Développement

Alfabetisering/ tewerkstelling

39.400 €

project afgelopen – financiële afhandeling

Begeleiding en vorming van vrouwen die de gevangenis gaan verlaten Union Féminine Marocaine

Alfabetisering/ tewerkstelling/ sociaal

52.230 €

afgelopen

Oprichten van een atelier om de productie van El Mendil beter en rendabeler te maken Union Féminine Marocaine

Alfabetisering/ tewerkstelling

90.210 €

afgelopen

Centre de Formation Féminine Association Alamal

Alfabetisering/ tewerkstelling

95.900 €

afgelopen

Ondersteuning van de vrouwenwerking Alfabetisering/ Forum Belgo-Marocain pour la Coopération, tewerkstelling le Développement et la Solidarité

103.880 €

afgelopen

Oprichting van productiecoöperatieven van Argania-amandelen op het platteland Association Ibn Al Baytar

Alfabetisering/ tewerkstelling

252.850 €

afgelopen

Volwassenen en jongereneducatie voor gelijkheid en burgerschap Ligue Démocratique pour les Droits de la Femme

Alfabetisering/ sociaal

607.267 €

project afgelopen – financiële afhandeling

Opsporing en behandeling van kinderen met een handicap Association Marocaine pour une Vie Meilleure

Sociaal/welzijn

217.600 €

afgelopen

Verbetering van de positie van de vrouw in de coöperatieve van Beni Yaala Zkara van Jerada AMAD

Alfabetisering/ tewerkstelling

9.900 €

afgelopen

68 | Activiteitenverslag 2007


Inleiding

BIJLAGEN

Ontwikkelingskansen voor de jonge vrouw – Tazolte Association Al Manar

Alfabetisering/ tewerkstelling

111.617 €

afgelopen

Fondation pour le développement local et le partenariat micro-crédit

Micro-krediet

82.798 €

afgelopen

Association de Microfinance Oued Srou

Micro-krediet

49.925 €

afgelopen

Institution Marocaine d’ Appui à la microentreprise

Micro-krediet

65.000 €

afgelopen

Centrum voor alfabetisering en beroepsopleiding van vrouwen Association Ait Kamra pour la Coopération et le Développement- herformulering

Alfabetisering/ tewerkstelling

31.872 €

project afgelopen – financiële afhandeling

Coopérative Ajddigue- verfraaiingsproject

Alfabetisering/ tewerkstelling

40.500 €

afgelopen

Ligue Démocratique pour les droits de la femme – Karavaan voor de bewustmaking en sensibilisering m.b.t. vrouwenrechten”

Alfabetisering/ tewerkstelling

80.421 €

afgelopen

Activiteitenverslag 2007 | 69


Inleiding

COLOFON Verantwoordelijke uitgever: Freddy Colson, Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel CoÜrdinatie: Gitti Van den Borre, VAIS Redactie: Guy Poppe, journalist Lay-out: Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, afdeling Communicatie, Ingrid Van Rintel Foto’s: Guy Poppe, VAIS, Stad Oostende en Gemeente Bierbeek Druk: Agentschap Facilitair management, digitale drukkerij Depotnummer: D/2008/3241/116

MEER INFORMATIE? Bezoek onze website: www.vlaanderen.be/ontwikkelingssamenwerking E-mail: ontwikkelingssamenwerking@vlaanderen.be

70 | Activiteitenverslag 2007




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.