DIENSTEN BEMIDDELING EN MAATREGELEN
B en M Brugge Justitiehuis B en M Brussel Parket van de procureur des Konings - Portalis B en M Dendermonde Justitiehuis B en M Gent Parket van de procureur des Konings B en M Hasselt Justitiehuis B en M Ieper Justitiehuis B en M Kortrijk Justitiehuis B en M Leuven Gerechtsgebouw B en M Mechelen Justitiehuis B en M Oudenaarde Justitiehuis B en M Tongeren Justitiehuis B en M Turnhout Justitiehuis B en M Veurne Justitiehuis
Bolivarplaats 20 bus 2 2000 Antwerpen Tel. 03 614 52 00 Predikherenrei 3 8000 Brugge Tel. 050 44 24 10 Quatre Brasstraat 4 (gelijkvloers) 1000 Brussel Tel. 02 553 17 40 Leopoldlaan 55 9200 Dendermonde Tel. 052 25 33 25 Opgeëistenlaan 401 (4de verd.) 9000 Gent Tel. 09 234 41 11 Bampslaan 40 3500 Hasselt Tel. 011 74 22 74 Ter Waarde 50 GLVA 8900 Ieper Tel. 057 22 71 70 Burgemeester Nolfstraat 51 8500 Kortrijk Tel. 056 26 06 31 Smoldersplein 5 3000 Leuven Tel. 016 66 64 02 Schoolstraat 9 2800 Mechelen Tel. 015 28 40 00 Lappersfort 1 9700 Oudenaarde Tel. 055 31 21 44 Kielenstraat 24 3700 Tongeren Tel. 012 25 09 30 Warandestraat 51 2300 Turnhout Tel. 014 47 13 40 Iepersesteenweg 87 8630 Veurne Tel. 057 33 23 50
CONTACTGEGEVENS De contactgegevens van de diensten en de uren waarop ze telefonisch bereikbaar zijn, vindt u eveneens op de website: www.justitiehuizen.be
MEER INFORMATIE www.justitiehuizen.be CONTACT Agentschap Justitie en Handhaving afdeling Justitiehuizen Koning Albert II-laan 35 bus 5 1030 Brussel Tel. 02 553 34 66
justitiehuizen@vlaanderen.be
v.u. Bob Van den Broeck, administrateur-generaal, Agentschap Justitie en Handhaving, Koning Albert II-laan 35 bus 5, 1030 Brussel | Januari 2023
B en M Antwerpen Justitiepaleis
Bemiddeling en maatregelen
WAT IS BEMIDDELING EN MAATREGELEN?
3. Vorming
3. Geslaagde procedure
De procedure ‘bemiddeling en maatregelen’ probeert geschillen die het gevolg zijn van een misdrijf te regelen zodat een rechtszaak kan vermeden worden. Meestal gaat het om geschillen tussen een verdachte en een slachtoffer. Maar ook in dossiers waar geen slachtoffer voorkomt kan de procedure, onder de vorm van maatregelen, aan een verdachte worden voorgesteld. Het is het parket (de procureur des Konings, de arbeidsauditeur of de federale procureur) die de procedure voorstelt na feiten waarbij hij oordeelt dat een eventuele gevangenisstraf niet boven de twee jaar zou uitkomen.
Het parket kan voorstellen om de verdachte een vorming van maximaal 120 uren te laten volgen binnen een termijn van maximum één jaar. Die vorming werkt rond een problematiek die verband houdt met de gepleegde feiten.
De justitieassistent gaat na of de overeenkomst(en) correct werd(en) uitgevoerd. De verdachte moet de nodige bewijsstukken kunnen voorleggen: bijvoorbeeld een bewijs dat hij het slachtoffer vergoed heeft of dat hij schriftelijke excuses aangeboden heeft, een attest waaruit blijkt dat hij de vorming gevolgd heeft, enz.
Bemiddeling en maatregelen is een vrijwillige procedure. De verdachte moet wel zijn burgerlijke aansprakelijkheid voor de feiten erkennen en de eventuele gerechtskosten betalen. De partij(en) moet(en) actief meewerken. Zowel de bemiddeling als de maatregelen of een combinatie van beiden resulteren in een overeenkomst.
DE VERSCHILLENDE MODALITEITEN 1. Bemiddeling Het doel van de bemiddeling is te komen tot een overeenkomst tussen de betrokken partijen. Dit kan op allerlei manieren gebeuren. Het kan gaan om een schadevergoeding, herstel van materiële of morele schade, wederzijdse uitleg, excuses, enz. De inhoud en termijn van deze modaliteit worden onderling besproken met de justitieassistent en in een overeenkomst gegoten. Achteraf moet deze overeenkomst bevestigd worden door het parket.
2. Geneeskundige behandeling/therapie Wanneer een ziekte of een verslaving aan de basis ligt van de gepleegde feiten, kan het parket de verdachte voorstellen om gedurende een termijn van maximum één jaar een behandeling of therapie te volgen. Samen met de justitieassistent wordt nagegaan welke de meest geschikte behandeling of therapie is.
4. Dienstverlening Het parket kan voorstellen om de verdachte een dienstverlening te laten uitvoeren. Dit houdt in dat de verdachte binnen een termijn van één jaar en in zijn vrije tijd een maximum van 120 uren onbezoldigde prestaties (arbeid) moet verrichten ten dienste van de maatschappij.
HOE VERLOOPT DE PROCEDURE? 1. Opstart procedure Op vraag van het parket start de justitieassistent het bemiddelingsproces tussen beide partijen op. Hij/ zij heeft een gesprek met de verdachte en met het slachtoffer. Daarna tracht hij/zij beide partijen samen te brengen, voor zover dit mogelijk is. De justitieassistent onderzoekt de redenen en de gevolgen van de feiten, maar ook de verwachtingen van de partijen om een overeenkomst te bereiken.
Indien er (enkel) een maatregel voor de verdachte wordt voorgesteld door het parket, zal de justitieassistent de haalbaarheid en geschiktheid hiervan nagaan samen met de verdachte. 2. Ondertekening overeenkomst Indien er een akkoord komt tussen verdachte en slachtoffer, dan wordt dit officieel bevestigd in een bemiddelingsovereenkomst. Deze moet door beide partijen en het parket worden ondertekend. Is er (ook) sprake van één of meerdere maatregelen, dan worden die opgenomen in de ‘overeenkomst maatregelen’. Deze overeenkomst moet enkel door de verdachte en het parket worden ondertekend.
De procedure wordt als afgerond beschouwd wanneer de bemiddeling en/of maatregel(en) uitgevoerd werd(en) en het parket tot het verval van strafvordering overgaat. De verdachte wordt niet veroordeeld en het gepleegde misdrijf wordt niet vermeld op het strafregister.
4. Stopgezette of mislukte procedure Als een overeenkomst tussen verdachte en slachtoffer daarentegen onmogelijk blijkt en/of de verdachte de (bijkomende) maatregel(en) niet aanvaardt, dan wordt de procedure stopgezet. De procedure ‘bemiddeling en maatregelen’ is ook mislukt als de overeenkomst of de maatregel niet tot een goed einde wordt gebracht. In beide gevallen beslist het parket over het verdere verloop van het dossier.
DE VERRUIMDE PROCEDURE De procedure ‘bemiddeling en maatregelen’ kan eveneens worden opgestart tijdens een gerechtelijk onderzoek (dus wanneer een onderzoeksrechter met het onderzoek is belast) en zelfs wanneer de zaak reeds bij de rechtbank of het hof aanhangig is. Het voorstel tot ‘bemiddeling en maatregelen’ blijft echter bij het parket (de procureur des Konings, de arbeidsauditeur of de federale procureur) en de uitvoering ervan gebeurt ook hier door de justitieassistent. De hierboven omschreven procedure blijft dezelfde.