dossier 2022-203.pdf

Page 1

Uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/203

Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2022/203

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6. Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Voorafgaande procedure Op 29 april 2022 diende xxx een verzoek in bij de Vlaamse Landmaatschappij (hierna VLM) om een afschrift te bezorgen van de lijst met bedrijven die als rood (=piekbelaster) of (donker)oranje beschouwd moeten worden in het kader van het stikstofakkoord en met de vraag of het bedrijf xxx vermeld wordt op de lijst van “rode” bedrijven. Op 31 mei 2022 weigerde de VLM om het openbaarheidsverzoek in te willigen. Op 23 juni 2022 diende xxx beroep in bij de beroepsinstantie tegen deze weigeringsbeslissing d.d. 31 mei. Dit beroep werd geregistreerd op 27 juni 2022. Ontvankelijkheid van het beroep Het oorspronkelijke verzoek dateert van 29 april 2022. De in beroep aangevochten beslissing van de VLM van 31 mei 2022 maakt melding van de beroepsmogelijkheden en -modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel II.43, §1, derde lid van het Bestuursdecreet.

www.vlaanderen.be


Het ingediende beroep van verzoeker d.d. 23 juni 2022 is ingesteld binnen de decretaal voorgeschreven termijn, conform artikel II.48, §1, derde lid van het Bestuursdecreet. Het beroep wordt bijgevolg als ontvankelijk beschouwd. Gegrondheid van het beroep Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet.

1.

Bestreden beslissing

De VLM antwoordde op 31 mei 2022 de verzoeker als volgt: “(…) Uit uw vraagstelling blijkt dat u wil weten wat de kwalificatie van het naastgelegen bedrijf (door u aangegeven als het bedrijf xxx) is. U vraagt in essentie om mee te delen welke effecten het stikstofakkoord (Vlaamse regering …) op het naastgelegen landbouwbedrijf zal hebben. Met name of het betreffende bedrijf als rood (=piekbelaster) of (donker)oranje beschouwd moet worden in het kader van het stikstofakkoord. Na onderzoek van uw vraag moeten we u meedelen dat wij de gevraagde informatie niet kunnen geven, aangezien uw vraag betrekking heeft op een bestuursdocument dat niet bestaat. Het is immers niet zo dat voor alle landbouwbedrijven of veeteeltbedrijven een kleurcode bepaald is in het kader van het stikstofakkoord. Voor zover uw vraag kan begrepen worden als een vraag of het betreffende bedrijf vermeld is op de lijst van de “rode” bedrijven, kunnen wij de gevraagde informatie niet meedelen omwille van de volgende redenen: 1° het feit dat een landbouwer een code rood gekregen heeft, dient beschouwd te worden als informatie van persoonlijke aard. Het betreft hier immers een beoordeling van de impact van het bedrijf van de betrokken landbouwer. Overeenkomstig artikel II.40, §3, van het Bestuursdecreet, kan informatie van persoonlijke aard niet openbaar gemaakt worden, tenzij de aanvrager kan aantonen dat hij door deze informatie rechtstreeks en persoonlijk in zijn rechtssituatie kan worden geraakt. Uit de gegevens vermeld in uw vraag om informatie blijkt dat dit in casu niet het geval is. 2° bij de opmaak van de lijst van landbouwers die een code rood heeft gekregen is gebruik gemaakt van gegevens en inlichtingen die verzameld zijn in uitvoering van het Mestdecreet. Voor die gegevens geldt, overeenkomstig artikel 23, §6, van het Mestdecreet, een geheimhoudingsverplichting. Als gevolg daarvan moeten we dan ook de aanvraag tot openbaarmaking afwijzen (art. II.34, 1°, Bestuursdecreet). 3° de openbaarmaking of een bedrijf al of niet kleurcode “rood” zou hebben, zou ook afbreuk doen aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betrokken landbouwers. De aanduiding van een bedrijf als rood bedrijf, heeft nl. een impact op de bedrijfsvoering die de betrokkenen op de betreffende exploitatie nog kunnen uitbouwen en de toekomstmogelijkheden op die locatie. Die impact heeft daarenboven ook rechtstreekse financiële repercussies voor de betrokkenen, zowel voor wat betreft de mogelijke toekomstige

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/203

pagina 2 van 8


inkomsten van het bedrijf van de betrokkenen als voor wat betreft de actuele waarde van het bedrijf. (art. II.34, 2° en II.36, 1° van het Bestuursdecreet). 4° de Vlaamse Landmaatschappij speelt ook een belangrijke rol in het kader van het flankerend beleid in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof. In het kader van dat flankerend beleid, is het van belang om in vertrouwen en discreet met de betrokken landbouwers overleg te kunnen hebben. Om de handelingen van de VLM in dat kader niet te bemoeilijken, is het aangewezen de gegevens uit de lijst van rode bedrijven niet openbaar te maken. De openbaarmaking van deze gegevens dient aldus afgewezen te worden ter bescherming van de economische, financiële en commerciële belangen van de VLM (art. II.35, 1° van het Bestuursdecreet). 5° voor de betrokken bedrijven is de kwalificatie als rood bedrijf een zeer belangrijk element, met vergaande gevolgen voor de bedrijfsvoering, de toekomstmogelijkheden, de vergunningstoestand en toekomstige vergunningsmogelijkheden, … De aanduiding als rood bedrijf moet voor de betrokken bedrijven dan ook beschouwd worden als commerciële en industriële informatie met een vertrouwelijk karakter. Het openbaar maken van die informatie kan voor de betrokken bedrijven zeer negatieve gevolgen hebben. De aanduiding als rood bedrijf kan bijvoorbeeld twijfels doen ontstaan bij leveranciers over de toekomstmogelijkheden van het bedrijf, kan bij onderhandelingen die het betrokken bedrijf voert, voor vb. langlopende leveringen of voor leningen, het bedrijf negatief beïnvloeden, kan negatieve impact hebben op de onderhandelingspositie van het bedrijf bij de zoektocht naar nieuwe, alternatieve, exploitaties of naar alternatieve manieren om hun uitbating verder te zetten, … Voor de betrokken bedrijven is het dan ook essentieel dat de kwalificatie als rood bedrijf niet openbaar gemaakt wordt. De openbaarmaking van deze gegevens dient aldus afgewezen te worden ter bescherming van het vertrouwelijke karakter van commerciële en industriële informatie van de betrokken bedrijven (art. II.35, 3° en II.36, 7°, van het Bestuursdecreet). 6° het is ook zo dat de stikstofproblematiek vandaag een gevoelig dossier is in de politieke besluitvorming. Het publiek maken van gegevens uit de lijst van de rode bedrijven, kan de politieke besluitvorming hieromtrent bemoeilijken. Ook gelet op het belang van de politieke besluitvorming ter zake, is het noodzakelijk de openbaarmaking van de lijst van rode bedrijven af te wijzen. (art. II.35, 5° en art. II.36,9° van het Bestuursdecreet). 7° de gevoeligheid van de stikstofproblematiek beperkt zich echter niet alleen tot de politieke besluitvorming, doch strekt zich uit over de hele maatschappij. Het risico bestaat dat de gemoederen oververhit geraken en er acties komen die uitmonden in agressie of die gericht worden tegen de nabijgelegen natuur waarvoor men in het kader van het stikstofakkoord net de stikstofdepositie wil verminderen. Vandaag de dag hebben zowel de administratie en de kabinetten als de politieke verantwoordelijken al dreigementen ontvangen. Zowel voor de openbare orde en de veiligheid als voor de bescherming van het milieu is het dan ook aangewezen dat de uitrol van het stikstofakkoord zo sereen mogelijk kan gebeuren. Het openbaar maken van gegevens uit de lijst van de rode bedrijven dient dan ook afgewezen te worden in het licht van de openbare orde en de veiligheid en ter bescherming van het milieu waarop de informatie betrekking heeft. (art. II.35, 6° en art. II.36,10° en 11° van het Bestuursdecreet). Volledigheidshalve willen we er u ook op wijzen dat het feit dat een bedrijf al of niet rood is, gebaseerd is op de vraag wat de impactscore is van het betrokken bedrijf, op nabijgelegen natuur. Met name voor welk aandeel van de stikstofdepositie voor de nabijgelegen natuur, het betrokken bedrijf volgens de rekenmodellen verantwoordelijk was. Verschillende elementen spelen daarbij dus een rol, zoals bijvoorbeeld de ligging ten opzichte van de nabijgelegen natuur en de stikstofgevoeligheid van de nabijgelegen natuur. Het is dus niet per definitie zo dat de “rode” bedrijven, de bedrijven zijn met de grootste stikstofemissie (…)”

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/203

pagina 3 van 8


2. Inhoud van het beroepschrift De beroeper gaat niet akkoord met de weigering van de openbaarmaking van de situatie van een aan zijn woonhuis aanpalend bedrijf van xxx. De hoge stikstofuitstoot van dit bedrijf is volgens de beroeper schadelijk voor het klimaat, het leefmilieu en de gezondheid. Het zou hier immers gaan om een megabedrijf met een enorm aantal dieren, veel meer dan het geviseerde bedrijf van xxx. Maatregelen zijn – na vele jaren van tolerantie – noodzakelijk, aldus de beroeper.

3. Toelichting door de VLM De beroepsinstantie contacteerde op 28 juni 2022 de VLM voor toelichting bij de bestreden beslissing. Op 5 juli 2022 deelde de VLM mee dat de vraagstelling van xxx zo werd begrepen als dat hij wou weten wat de kwalificatie was van het naastgelegen bedrijf. Voor wat betreft de redenen voor de weigering, wordt in de eerste plaats verwezen naar de motivering in de beslissing van de VLM d.d. 31 mei 2022. In het algemeen voor wat betreft het al of niet verkrijgen van een afschrift van de lijst met bedrijven die als rood (=piekbelaster) of (donker)oranje beschouwd moeten worden in het kader van het stikstofakkoord, is het volgens de VLM daarenboven zo dat deze vraag identiek is aan de vraag van xxx (beroepsdossier OVB/2022/154). Voor de motivatie en toelichting van de weigering verwijst de VLM daarom naar de motivatie en toelichting die in het kader van dat eerdere dossier aan de beroepsinstantie reeds werd verschaft (zowel in de beslissing d.d. 9 mei 2022 gericht aan xxx als in de mail van 19 mei 2022 gericht aan de beroepsinstantie). Een motivering en toelichting die hier, gelet op de identieke vraag, volgens de VLM evenzeer van toepassing is. Specifiek voor wat betreft het voorliggende dossier wenst de beroeper ook te weten te komen of een nabijgelegen landbouwbedrijf voorkomt op de lijst van rode of oranje bedrijven. Aangezien de lijst van de oranje bedrijven, (cfr. de uiteenzettingen waarnaar hoger verwezen wordt), onaf of onvolledig is, overeenkomstig artikel II.33 van het Bestuursdecreet, kan de vraagstelling ter zake enkel betrekking hebben op de vraag of het betreffende bedrijf op de lijst van de rode bedrijven vermeld is, aldus de VLM. Ook hiervoor verwijst de VLM in de eerste plaats naar haar beslissing d.d. 31 mei 2022. Ter aanvulling hiervan geeft zij ook nog mee dat in casu de belangrijkste weigeringsgronden de persoonlijke levenssfeer van de betrokken landbouwers (art. II. 36, 1°, van het Bestuursdecreet) en het vertrouwelijke karakter van commerciële en industriële informatie van het betrokken bedrijf zijn (art. II.36, 7° Bestuursdecreet). Beroeper verwijst naar het bedrijf, met vermelding van de familienamen van de personen die het betrokken bedrijf uitbaten. De beroeper is dan ook duidelijk op de hoogte van de identiteit van de personen die het bedrijf uitbaten. De gegevens die meegedeeld worden over het betrokken bedrijf, kunnen door de betrokken vraagsteller dan ook direct gelinkt worden aan de betrokken personen. Het meedelen of een bedrijf al of niet als rood (=piekbelaster) wordt aangemerkt, heeft belangrijke gevolgen, bijvoorbeeld op het financiële gebied, op de toekomstmogelijkheden van het bedrijf, de potentiële activiteiten die men op de site kan ontplooien, … Dergelijke info meedelen heeft daarenboven ook rechtstreekse financiële repercussies voor de betrokkenen, zowel voor wat betreft de mogelijke toekomstige inkomsten van het bedrijf van de betrokkenen als voor wat betreft de actuele waarde van het bedrijf, zo oordeelt de VLM. Omwille van de privacy van de betrokkenen en de vertrouwelijkheid van de bedrijfsinformatie wordt de openbaarmaking afgewezen.

4. Standpunt van de beroepsinstantie

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/203

pagina 4 van 8


Wat betreft de indeling van de lijsten met ‘oranje’ en ‘rode’ bedrijven kan de beroepsinstantie verwijzen naar haar beslissing in dossier 2022/154 d.d. 1 juni 2022. Voor de zogenaamde ‘oranje bedrijven’ werd er tot op heden enkel een inschatting gemaakt van de bedrijven die hiervoor in aanmerking zouden komen. Het resultaat van deze inschatting betreft echter indicatieve aantallen en overzichten die bepaald zijn op basis van generieke desktopberekeningen van exploitaties die zich ‘mogelijks’ zouden kunnen classificeren als oranje bedrijf. Er is nog geen definitieve beslissing genomen of, voor de maatregelen voor “oranje bedrijven”, zal worden gewerkt met een “open toegang” (voor bv. iedereen die kan aantonen een impactscore hoger dan 20% te hebben (op grond van veebezetting en/of op grond van vergunningsaantallen? Tijdens welke periode?)) of met een “gesloten lijst” (waarvan hoe dan ook nog geen concrete criteria vastliggen). In het kader van het ontwerp definitieve PAS is er hoe dan ook geen lijst opgemaakt van veeteeltbedrijven met een impactscore hoger dan 20%, zodat deze onbestaande lijst niet kan worden bezorgd. De beroepsinstantie kan bijgevolg enkel vaststellen dat de VLM niet beschikt over een ‘oranje lijst’ en dat daarvan dus ook geen afschrift kan worden verstrekt. Nu een openbaarheidsverzoek enkel maar betrekking kan hebben op bestaande informatie die in het bezit is van een overheidsinstantie, zoals omschreven in artikel I.4, 3° van het Bestuursdecreet, dient het beroep, voor zover de beroeper die ‘oranje lijst’ viseert, dan ook als ongegrond te worden beschouwd. Het Bestuursdecreet maakt, voor wat betreft de uitzonderingen op het recht op openbaarheid, een onderscheid naargelang het gaat om een aanvraag tot openbaarmaking die betrekking heeft op milieuinformatie dan wel op andere informatie. Artikel I.4, 11° van het Bestuursdecreet somt gedetailleerd op wat onder milieu-informatie moet verstaan worden. Gelet op de context waarin gegevens over piekbelasters bij veehouderijen in het kader van de ontwerp-PAS dient gesitueerd te worden, kan de beroepsinstantie aannemen dat daarin vervatte gegevens milieu-informatie betreffen in de zin van artikel I.4, 11° Bestuursdecreet. Bovendien dient te worden nagegaan of er in casu sprake is van informatie aangaande emissies in het milieu. Het begrip “emissie” dient te worden opgevat als gedefinieerd in artikel 1.1.2, §1, 3° van het DABM: “elke inbreng door de mens van verontreinigingsfactoren in de atmosfeer, de bodem of het water”. ‘Verontreinigingsfactoren’ wordt in artikel 1.1.2, §1, 2° van het DABM gedefinieerd als “vaste stoffen, vloeistoffen, gassen, micro-organismen, energievormen zoals warmte, stralingen, licht, geluid en andere trillingen”. De in de lijst vervatte namen en adresgegevens kunnen op zich niet als emissie-gegevens worden beschouwd aangezien er enkel een impactscore naast de namen wordt vermeld in het document. Zoals reeds eerder toegelicht leidden niet enkel emissiegegevens tot deze impactscore. Op basis van de lijst met piekbelasters valt er geen samenhang tussen emissiebronnen en het adres of de zetel van de piekbelaster af te leiden. De lijst bevat onvoldoende concrete informatie over de locatie van bepaalde activiteiten die zouden leiden tot een piekbelasting. De ‘rode lijst’ bevat een reeks persoonsgegevens (namen en adressen) van natuurlijke personen (sommige al dan niet vervat in de naam van eenmanszaken of rechtspersonen; de juiste rechtsvorm valt uit het document niet steeds te achterhalen), zodat de vraag rijst of hier al dan niet toepassing dient gemaakt te worden van artikel II.36, §1, 1° lid (bescherming van de persoonlijke levenssfeer m.b.t. milieu-informatie). Voormelde decreetbepaling bevat de verplichting om, behoudens toestemming van de betrokkene, een aanvraag (geheel of gedeeltelijk) af te wijzen als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Deze bepaling laat niet toe dat gegevens worden verstrekt die de identificatie

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/203

pagina 5 van 8


van derden mogelijk maken, in de mate dat daarmee afbreuk zou worden gedaan aan de bescherming van hun persoonlijke levenssfeer. Er dient een belangenafweging plaats te vinden tussen het door de uitzonderingsgrond beschermde belang met het belang van de openbaarheid. Er dient telkens en in concreto geoordeeld te worden of er al dan niet een inbreuk is gepleegd op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (Vlaams Parlement, Parl. St. 2017-2018, nr. 1656/1, blz. 58). Artikel 22 van de Grondwet waarborgt uitdrukkelijk het recht op eerbiediging van het privéleven, net zoals artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens dit doet. De bedoeling en het fundamentele uitgangspunt van de in artikel II.34, 2° van het Bestuursdecreet bedoelde uitzonderingsgrond bestaat er precies in om het aan iedereen toegekende grondwettelijke recht op de eerbiediging van zijn privéleven te beschermen. Namen en adressen van natuurlijke personen behoren ontegensprekelijk tot het privéleven van de betrokkenen en het privéleven vormt de kern van de persoonlijke levenssfeer (F. SCHRAM, Het decreet openbaarheid van bestuur. Een juridische analyse in historisch perspectief, Brugge, Vanden Broele, 247; Concl. Adv.Gen. bij HvJ 8 april 2014, nr. C-293/12, Digital Rights Ireland Ltd, nr. 61). Het openbaar maken van deze gegevens heeft aldus betrekking op de kern van een belang – het door artikel 22 van de Grondwet en het door artikel 8 EVRM aan eenieder toegekende recht op eerbiediging van zijn privéleven – dat de uitzonderingsgrond uit artikel II.34, 2° en artikel II.36, § 1, 1° lid van het Bestuursdecreet wenst te beschermen tegen de openbaarheid van bestuur (RvS, nr. 234.609 dd. 2 mei 2016). De beroepsinstantie is in casu van oordeel dat de openbaarmaking van de betrokken namen en adressen van de natuurlijke personen een onevenredige afbreuk zou doen aan het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen. Momenteel loopt er een openbare onderzoeksprocedure voor het ontwerp PAS (zie https://omgeving.vlaanderen.be/openbaar-onderzoek en https://omgeving.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/PAS-nota_volledig.pdf). Daarin zit er onder meer een aanduiding en een oplijsting van zones vervat die een herstel behoeven. De zogenaamde piekbelasters worden daarin echter niet met naam en toenaam vermeld. De tijdens het openbaar onderzoek geformuleerde bezwaren worden momenteel verzameld met het oog op de verwerking ervan. In dit ontwerp PAS waarvoor de openbare onderzoeksprocedure momenteel loopt (en waarover momenteel reeds veel ophef bestaat) zit onder meer ook een voorstel tot regeling vervat voor de begeleiding van de piekbelasters bij een sluiting van hun onderneming. De vrijgave van de zogenaamde rode lijst is momenteel voorbarig, ook al circuleren er momenteel reeds namen in de media. De getroffen bedrijven dient de mogelijkheid gelaten te worden om zelf te beslissen om momenteel al dan niet reeds naar buiten te treden als getroffen bedrijf. In het belang van de (behandeling en /of begeleiding van de) getroffen bedrijven maar ook in het belang van het verdere openbaar onderzoek en het vervolgtraject moet het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van deze ‘piekbelasters’ vooralsnog geacht worden te primeren op de openbaarheid ervan. Daarnaast bevat de lijst nog een aantal namen van ondernemingen waarbij de naam van de natuurlijke persoon niet achterhaald kan worden. Op grond van artikel II.36, § 1, 7° van het Bestuursdecreet dient gesteld te worden dat ook de namen van deze ondernemingen momenteel niet voor openbaarmaking in aanmerking komen. Deze uitzonderingsgrond beoogt de bescherming van de vertrouwelijke, aan een overheidsinstantie meegedeelde, commerciële en industriële gegevens, die in globo als ‘ondernemingsgegevens’ kunnen beschouwd worden. Het gaat in het algemeen om gegevens die voor de onderneming van belang zijn en waarvan de openbaarmaking van aard is haar nadeel te berokkenen. Deze uitzonderingsgrond wil dus verhinderen dat vertrouwelijke en bedrijfseigen informatie openbaar wordt gemaakt, om zo te vermijden dat, door inzicht te geven in de bedrijfsstrategie en de economische politiek van de onderneming, aan concurrenten een competitief voordeel wordt verschaft, onder meer met het oog

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/203

pagina 6 van 8


op de eerlijke mededinging bij toekomstige te gunnen overheidsopdrachten (zie bv. RvS 7 december 2018, nr. 243.181). De overheid zal de openbaarmaking van deze gegevens afwijzen als ze een vertrouwelijk karakter hebben, dat wil zeggen als na afweging blijkt dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van het ondernemingsbelang. Het moet gaan om de bescherming van een legitiem economisch belang, zijnde een belang dat gelegitimeerd is omwille van economische redenen. Ook de omvang van de mogelijke schade en het competitief voordeel dat aan mogelijke concurrenten zou worden geven door de openbaarmaking, zijn elementen voor de bepaling van het legitiem economisch belang. Het spreekt voor zich dat ondernemingen in vele gevallen nadeel kunnen ondervinden wanneer openbaar wordt gemaakt dat hun naam met hun impactscore op de rode lijst circuleert of wanneer de hoogte van de impactscore openbaar wordt gemaakt (bv. een nadeel door producten niet meer verhandeld te krijgen). Ook voor hen kan gesteld worden dat de vrijgave van de zogenaamde rode lijst momenteel voorbarig is, ook al circuleren er momenteel reeds namen in de media. De getroffen bedrijven dient de mogelijkheid gelaten te worden om zelf te beslissen om momenteel al dan niet reeds naar buiten te treden als getroffen bedrijf. In het belang van de (behandeling en /of begeleiding van de) getroffen bedrijven maar ook in het belang van het vervolgtraject van het openbaar onderzoek moet het economisch belang van deze ‘piekbelasters’ geacht te worden te primeren op de openbaarheid ervan. Gelet op de huidige stand van het ontwerp PAS kan het belang van de openbaarmaking van deze namen met hun impactscore niet geacht worden te primeren op het belang dat beschermd wordt door artikel II.36, § 1, 7° van het Bestuursdecreet. De beroeper gaf aan in het bijzonder interesse te hebben voor de situatie van het bedrijf xxx, gelegen naast zijn woonplaats. In het beroepschrift wijst hij op de nefaste impact van dit bedrijf op het leefmilieu. Hij vraagt of dit bedrijf vermeld wordt op de lijst van ‘rode’ bedrijven. Om bovenvermelde redenen kon de VLM echter terecht weigeren om de beroeper hierover uitleg te verschaffen. Om deze redenen wordt het beroep als ongegrond beschouwd. Indien de beroeper zou wensen om alsnog een afschrift te ontvangen van de geanonimiseerde ‘rode’ lijst met daarop enkel de vermelding van de impactscores (zoals deze ook door de VLM aan xxx werd bezorgd in het kader van het beroepsdossier 2022/154), dan kan hij daartoe desgevallend een verzoek richten aan de VLM.

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/203

pagina 7 van 8


Na beraadslaging,

BESLUIT: Het beroepschrift van xxx gericht tegen de beslissing van de VLM d.d. 31 mei 2022 wordt als ontvankelijk en ongegrond beschouwd. Brussel, 18 juli 2022 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Voor de voorzitter, afwezig An Van Acker, lid van de beroepsinstantie

https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur

uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/203

pagina 8 van 8


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.