Uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/269
Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2022/269
DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6. Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Voorafgaande procedure Op 12 augustus 2022 diende xxx een verzoek in bij de Vlaamse overheid, departement Omgeving, Afdeling Handhaving – Omgevingsinspectie Antwerpen (hierna vermeld als: de afdeling Handhaving) om een afschrift te verlenen van het volledige dossier xxx vanaf 1 juli 2022. Indien het afschrift van het volledige dossier niet de volgende documenten zou bevatten vroeg men expliciet (ook) naar: - Alle inspectieverslagen, controleverslagen, werkverslagen, raadgevingen, aanmaningen en PV’s . - Alle inkomende post, uitkomende post, notulen vergaderingen. De afdeling Handhaving heeft nagelaten om binnen de decretaal voorgeschreven termijn een beslissing te treffen. Op 14 september 2022 diende xxx beroep in bij de beroepsinstantie tegen de ontstentenis van beslissing door de Afdeling Handhaving. Dit beroep werd geregistreerd op 14 september 2022. Ontvankelijkheid van het beroep Het oorspronkelijke verzoek tot openbaarmaking dateert van 12 augustus 2022. Op 14 september 2022, de datum van het beroepschrift, was de wettelijk gestelde beslissingstermijn van 20 dagen verstreken. Aangezien binnen de wettelijke termijn een beslissing van de afdeling Handhaving is
www.vlaanderen.be
uitgebleven, heeft de termijn van beroep in overeenstemming met artikel II.48 van het Bestuursdecreet daardoor geen aanvang genomen. Het beroepschrift d.d. 14 september 2022 werd dan ook tijdig ingesteld. Het beroep is bijgevolg ontvankelijk. Gegrondheid van het beroep Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet.
1.
Inhoud van het beroepschrift
xxx tekent beroep aan tegen het uitblijven van een beslissing door de afdeling Handhaving. Op 19 september 2022 deelde de beroeper echter mee aan de beroepsinstantie dat zij het gevraagde ontvangen heeft van de afdeling Handhaving. Er zou echter één stuk ontbreken. De beroeper meent dit stuk ook te moeten ontvangen. Dit stuk zou cruciaal zijn voor het beroep dat zij wil instellen bij de bevoegde minister tegen de beslissing van de afdeling Handhaving om geen bestuurlijke maatregelen te nemen tegen een onvergunde kippenstal. Op 20 september 2022 vroeg de beroepsinstantie aan de beroeper om het antwoord over te maken dat op 15 september van de afdeling Handhaving alsnog bezorgd werd en om te verduidelijken welke het nog ontbrekende stuk is. Op 22 september 2022 verduidelijkt de beroeper aan de beroepsinstantie dat het gaat om een uitdrukkelijk als vertrouwelijk bestempeld schrijven van de exploitant, in navolging van de hoorzitting m.b.t. de overwogen bestuurlijke maatregel.
2. Toelichting door de afdeling Handhaving. Na bevraging door de beroepsinstantie antwoordde de afdeling Handhaving op 26 september 2022 dat zij op 15 september 2022 de beroeper als nog geantwoord hebben. Op 28 september 2022 maakte de afdeling Handhaving aan de beroepsinstantie een afschrift van het geweigerde document over. Als reden voor de weigering wordt er verwezen naar art. II.36 §1, 5° van het Bestuursdecreet:
§ 1. Als de aanvraag tot openbaarmaking betrekking heeft op bestuursdocumenten die milieu-informatie bevatten geldt, in afwijking van artikel II.34 en II.35, de volgende regeling.
De overheidsinstanties, vermeld in artikel II.28, § 1, wijzen de aanvraag tot openbaarmaking
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/269
pagina 2 van 5
af als ze van oordeel zijn dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van een van de volgende belangen: 5° de bescherming van de informatie die een derde heeft verstrekt zonder dat hij daartoe verplicht is, en die hij uitdrukkelijk als vertrouwelijk heeft bestempeld, tenzij die persoon met de openbaarmaking instemt; Tijdens een hoorzitting in het kader van het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel werd er gesproken over de financiële impact van de mogelijke maatregel op het bedrijf. Er werd gevraagd of dit verder verduidelijkt kon worden. De exploitant en zijn raadsman gaven aan dat dit mogelijk was en stelden voor om een verduidelijkend document over te maken. Zij gaven toen reeds uitdrukkelijk aan dat dit als vertrouwelijk bestempeld zou worden. De vraag tot het overmaken van dit document werd later door de afdeling Handhaving nog eens formeel herhaald per e-mail dd. 19 juli 2022, zodat dit duidelijk opgenomen kon worden in de beslissing met betrekking tot de bestuurlijke maatregel: In reactie op deze e-mail werd het uitdrukkelijk als vertrouwelijk bestempelde document aan de afdeling Handhaving overgemaakt.
3. Standpunt van de beroepsinstantie Voor wat betreft de stukken van het dossier xxx die alsnog door de afdeling Handhaving aan de beroeper werden bezorgd op 15 september 2022, dient vastgesteld te worden dat het beroep voor dit onderdeel als zonder voorwerp beschouwd kan worden. Voor wat het geweigerde document over de financiële impact van de beoogde maatregel betreft, kan het volgende gesteld worden: Het Bestuursdecreet maakt, voor wat betreft de uitzonderingen op het recht op openbaarheid, een onderscheid naargelang het gaat om een aanvraag tot openbaarmaking die betrekking heeft op milieuinformatie dan wel op andere informatie. Artikel I.4, 11° van het Bestuursdecreet somt gedetailleerd op wat onder milieu-informatie moet verstaan worden. De inhoud van het geweigerde document bevat volgens de beroepsinstantie deels milieu-informatie, namelijk daar waar het bijvoorbeeld gaat over de afzet van mest. Daarnaast gaat het tevens over andere dan milieu-informatie, namelijk daar waar daar de financiële impact geraamd wordt die gepaard kan gaan met de sluiting van een kippenhok. Artikel II.34, 6° van het Bestuursdecreet, bepaalt dat een vraag tot openbaarheid afgewezen wordt indien het om een bestuursdocument gaat dat informatie bevat die door een derde is verstrekt zonder dat hij daartoe verplicht is en die hij uitdrukkelijk als vertrouwelijk heeft bestempeld, tenzij die persoon met de openbaarmaking instemt. Er dient voor de toepassing van deze uitzonderingsgrond aldus aan een dubbele voorwaarde voldaan te zijn: de informatie die verstrekt werd door een derde is op vrijwillige basis verstrekt en daarbij wordt uitdrukkelijk vermeld dat de verstrekte informatie vertrouwelijk is. Artikel II.34, 6° van het Bestuursdecreet laat de mogelijkheid dat dergelijke gegevens toch openbaar worden gemaakt, mits toestemming van de betrokken persoon. De uitzonderingsgrond van artikel II.34, 6° Bestuursdecreet is een absolute uitzonderingsgrond. Zodra aan de cumulatieve voorwaarden is voldaan, dient de vraag tot openbaarheid te worden afgewezen.
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/269
pagina 3 van 5
Voor wat betreft de inhoud van de raming die betrekking heeft op milieu-informatie dient volgens artikel II.36, § 1, 5° van het Bestuursdecreet een bestuursinstantie een aanvraag tot openbaarmaking af te wijzen wanneer de bescherming van de milieu-informatie die een derde heeft verstrekt zonder dat hij daartoe verplicht is, en die hij uitdrukkelijk als vertrouwelijk heeft bestempeld, tenzij die persoon met de openbaarmaking instemt. In casu zou er tijdens een hoorzitting in het kader van het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel gesproken zijn over de financiële impact van de mogelijke maatregel op het bedrijf en werd er gevraagd of dit verder verduidelijkt kon worden. De exploitant en zijn raadsman stelden zelf voor aan de afdeling Handhaving om een verduidelijkend document over te maken (ter ondersteuning van hun dossier) en gaven toen reeds uitdrukkelijk aan dat dit als vertrouwelijk bestempeld zou worden. Het document bevat een raming van het verlies bij sluiting van een kippenhok. In dergelijke context, waarbij op eigen suggestie van xxx een raming van een mogelijk bedrijfsverlies aan de afdeling Handhaving werd overgemaakt, gaat het volgens de beroepsinstantie effectief om een vrijwillig en als vertrouwelijk bestempeld overgemaakt document. Het feit dat de vraag tot het overmaken van dit document later door de afdeling Handhaving nog eens formeel herhaald per e-mail dd. 19 juli 2022 doet geen afbreuk aan het vrijwillig en uitdrukkelijk als vertrouwelijk bestempeld karakter van het document. In casu kan de raming beschouwd worden als een document waarvan gesteld kan worden dat het belang van de openbaarmaking ervan niet opweegt tegen het vertrouwelijk karakter van de raming, gelet op de context zoals die hierboven werd geschetst. Aangezien de afdeling Handhaving aan de beroepsinstantie meedeelde dat de exploitant door de gang van zaken en door eerdere openbaarheidsverzoeken van de beroeper heel argwanend is geworden om aan de afdeling Handhaving nog informatie te bezorgen, acht de beroepsinstantie het niet zinvol om aan de exploitant te vragen of de toestemming tot openbaarmaking van de raming alsnog verleend kan worden. Het ingestelde beroep wordt wat dit onderdeel betreft, deze raming van mogelijk bedrijfsverlies, om voormelde reden bijgevolg als ongegrond beschouwd. Na beraadslaging,
BESLUIT: Het beroepschrift van xxx d.d. 14 september 2022 tegen de ontstentenis van beslissing van de afdeling Handhaving om een afschrift te verlenen van het dossier xxx wordt als ontvankelijk en deels zonder voorwerp, deels ongegrond beschouwd. Brussel, 10 oktober 2022 Voor de beroepsinstantie,
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/269
pagina 4 van 5
afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/269
pagina 5 van 5