4 minute read

Complexe logistiek Wat is

Next Article
Duurzaam

Duurzaam

Meike Reusken

Pieter Nijman

Logistiek onder de l ep

Wekelijks kunnen zo’n 150.000 mensen terecht bij een van de Nederlandse voedselbanken. Hoe is al het eten dat daar wordt uitgedeeld op een zo efficiënt mogelijke manier op de plek van bestemming te krijgen?

Tekst: Laura Bergshoef Foto’s: Bram Belloni

Met zijn telefoon in zijn hand en mappen onder zijn arm komt Pieter Nijman vlug de kantine van de voedselbank en het distributiecentrum in Tilburg binnengelopen. ‘Sorry dat ik te laat ben’, zegt hij. ‘Ik moest net een zeecontainer vol makrelen redden. Ze stonden op het punt vernietigd te worden, vanwege regelgeving, maar de vissen zelf zijn in prima staat. Dat is toch bizar? Ik belde er net snel achteraan. Als het gelukt is, heeft iedere klant van de voedselbank straks een vis.’

Voedselverspilling en voedseltekort zijn belangrijke thema’s voor Nijman. Al zo’n twee en een half jaar is hij bestuurslid van de logistieke afdeling van de Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. In Nederland leven meer dan een miljoen mensen onder de armoedegrens. Mensen die de boodschappen niet kunnen betalen, krijgen tijdelijk een keer per week een aanvullend voedselpakket. Hoe gaat dat in zijn werk? En wat kan er beter?

Knelpunten

‘De logistiek achter de voedselbanken is heel complex’, zegt Nijman. De voedselbanken krijgen het eten van bijvoorbeeld bedrijven, supermarkten en inzamelingsacties. Dat eten wordt eerst verdeeld over tien distributiecentra. Van daaruit gaat het naar 171 voedselbanken en de meeste voedselbanken hebben weer meerdere uitgiftepunten. Daar halen zo’n 150.000 klanten eens per week een voedselpakket op. ‘Al het voedsel, dat vaak vers is, willen we zo eerlijk mogelijk over verschillende klanten door heel Nederland verdelen met zo min moge-

lijk verspilling én zo weinig mogelijk af te leggen kilometers’, vertelt Nijman. ‘En dat terwijl we nooit precies weten hoeveel voedsel we krijgen en het aantal klanten per voedselbank varieert met de tijd.’

Om de logistiek inzichtelijker te maken en te optimaliseren, ontwikkelde Meike Reusken van het Zero Hunger Lab afgelopen zomer samen met masterstudenten twee wiskundige modellen. ‘Grote bedrijven als Albert Heijn hebben heel veel data beschikbaar. Daar kunnen wiskundige modellen voorspellingen mee doen’, zegt Reusken. ‘Albert Heijn weet bijvoorbeeld van tevoren elke dag hoeveel mensen op elke locatie komen winkelen en welk voedsel ze daarvoor in de schappen moeten klaarleggen. Ik wil de voedselbank helpen met soortgelijke modellen.’

Het eerste model van Reusken kan het aantal klanten in de toekomst voorspellen, net als het model van Albert Heijn. ‘Begin 2020 waren de voedselbanken bang dat het aantal klanten enorm ging stijgen door de coronapandemie, maar ze hadden geen idee hoe groot die toename zou zijn’, zegt Reusken. ‘Die onzekerheid maakte een goede voorbereiding op die stijging onmogelijk.’

Het tweede model berekent waar de knelpunten zitten in de logistiek, bijvoorbeeld waar te weinig transportmiddelen zijn en waar vervoersmiddelen efficiëntere routes kunnen rijden. ‘Wat opviel, was bijvoorbeeld dat voedsel, landelijk gezien,

Het Tilburgse Regionaal Distributiecentrum van Voedselbanken Nederland is pas vernieuwd.

‘Het aantal kilometers kan naar beneden als de verschillende voedselbanken vervoermiddelen delen’

efficiënter kan worden verdeeld als de Voedselbank opslagloodsen van bepaalde distributiecentra vergroot.’

Twaalfhonderd broden

In Tilburg loopt Nijman een steile trap af, de gigantische loods van het distributiecentrum in. Torenhoge metalen stellagekasten zijn gevuld met kartonnen dozen in allerlei maten. Vrijwilligers in oranje-zwarte voedselbankfleecevesten roepen dingen naar elkaar, andere rijden rond in heftrucks. ‘Dit is echt een juweeltje’, zegt Nijman trots. ‘De loods is pas vernieuwd. We kwamen ruimte te kort.’ Een ander bestuurslid, Will de Laat, knikt bevestigend. ‘En de ruimte is nu ook efficiënter ingericht.’ Hij wijst naar een van de voorste gigantische kasten. ‘Hier ligt al het voedsel dat binnen een week weer weg moet, want dit is allemaal vers.’

In een hoek van de loods snijdt een jonge man geconcentreerd verse broden met een glinsterende snijmachine. ‘Twaalfhonderd per dag’, zegt De Laat. Even verderop staan grote deuren open. ‘Daar laden de vrachtwagens in en uit; soms zijn ze wel 18 meter lang. Hier in Brabant zijn er 29 voedselbanken die met eigen vervoersmiddelen eten op komen halen.’ Maar dat worden er minder. Het model berekende dat het aantal kilometers naar beneden kan als de verschillende voedselbanken vervoermiddelen delen. Dan worden er in plaats van 29 losse ritten 5 ritten gemaakt met verschillende voedselbanken als tussenstop.

‘Dat vind ik misschien wel het mooiste aan het model’, zegt Nijman. ‘Het laat de 171 individuele voedselbanken beter samenwerken. In plaats van ons af te vragen wat voor iedere individuele voedselbank het handigst is, kijkt het model naar wat het beste werkt voor heel Nederland.’ Reusken: ‘Met 171 individuele voedselbanken is het lastig overleggen. Het model zoekt van bovenaf naar mogelijke regionale samenwerkingsverbanden.’

Wiskundige trucjes

Voor Reusken überhaupt met wiskunde en computers aan de slag ging, verzamelde ze eerst gegevens over de voedselbank. ‘Dat was een gigantische klus. De voedselbank heeft niet zo veel data als bijvoorbeeld Albert Heijn. We stelden eerst een enquête op met honderd vragen over de logistiek. Vervolgens gebruikte ik die gegevens voor de bouw van het logistieke model. Dat komt erop neer dat we de gegevens vertalen naar wiskundige formules. Vervolgens berekenen de modellen hoe je de logistiek kunt optimaliseren, zoals het maken van zo min mogelijk kilometers. Voor het andere model, dat voorspelt hoeveel klanten de voedselbank in de toekomst krijgt, zoekt het model met wiskundige trucjes patronen in oude data. Mocht er ooit nog een pandemie komen, dan heeft het model nu data van de huidige pandemie, zodat we ons op die volgende kunnen voorbereiden.’

In de loods in Tilburg lopen Nijman en De Laat door de deur van de vrieskast. Een krakend koude wind waait ze tegemoet. De Laat controleert de ruimte en pakt een stapel lege kartonnen dozen. ‘Ik moet er weer snel vandoor’, roept hij ons na terwijl hij snel wegloopt. ‘Ik ga eten ophalen bij een school.’

This article is from: