“Kortrijk is een zeer onverdraagzame stad” Interview met hoofdcommissaris PZ Vlas Stefaan Eeckhout n.a.v. het kopstukkendebat op maandag 17 september 2012
Op maandag 17 september (20u) verzamelen alle Kortrijkse lijsttrekkers voor de komende gemeenteraadsverkiezingen in de Concertstudio voor een politiek debat. Filip De Rynck, hoogleraar bestuurskunde aan de Hogeschool Gent, leidt het debat in goede banen. Na een evaluatie van 6 jaar stedelijk bestuur gaan de kopstukken in discussie over twee thema's: veiligheid & leefbaarheid enerzijds en huisvesting/wonen anderzijds. Het is het sluitstuk van het project Stemmingmakerij (www.stemmingmakerij.org), waarbij de Kortrijkse burger zelf prioriteiten voor de komende zes jaar kan bepalen. In aanloop naar dit debat gingen we op dinsdag 11 september bij Vormingplus MZW in gesprek met hoofdcommissaris Stefaan Eeckhout. Als korpschef van Politiezone Vlas wordt hij dagelijks geconfronteerd met kwesties rond veiligheid en maakt hij vanop de eerste rij de situatie in Kortrijk mee. Hoe is het gesteld met de veiligheid en leefbaarheid in Kortrijk? Wat kan beter en waar liggen volgens hem uitdagingen voor de toekomst? Waar moet de politiek oog voor hebben?
De nultolerantie in de Zwevegemsestraat is al enkele maanden stopgezet en positief geëvalueerd. Wat gebeurt er nu? Zijn er structurele maatregelen voor de toekomst? De volgende stap is het heropbouwen van de straat. Dat is een opdracht voor de stad en eventueel andere private investeerders, daar moet ik mij niet veel van aantrekken. Maar de bedoeling is dat die straat opnieuw een aangename straat wordt waar mensen zich opnieuw thuis voelen. Het moet opnieuw een levendige en, wat mij betreft, opnieuw een leuke, exotische straat worden. Maar dat is een opdracht waar wij alleen ondersteunend kunnen aan meewerken. Het is aan de stad en het stadsbestuur en verschillende andere actoren om daar opnieuw iets te gaan opbouwen.
Is er geen gevaar dat de problemen zullen verschuiven naar andere delen van de stad? Dat is zo. Maar als je tussen twee kwalen moet kiezen is dat de minste kwaal. Als de criminaliteit zich verplaatst, dan verwatert ze ook voor een stuk, omdat ze over een groter gebied verspreid is. Dat maakt het niet altijd gemakkelijk om het op te volgen, maar het legt minder druk op de bevolking. Het onveiligheidsgevoel vermindert omdat de spreiding over de stad groter is.
Dat is maar een eerste fase. De tweede fase moet er in bestaan dat wij de criminaliteit uit de stad krijgen. Als die in een andere zone komt is dat mijn probleem niet meer. Maar we zien nu al effect: criminele bendes die hier vanuit Antwerpen of Charleroi kwamen drugs dealen zijn weg. Ik weet niet waar ze nu zijn, maar niet meer in Kortrijk. Die zijn dus verdwenen op een bepaald ogenblik. Als je voldoende druk zet op die populatie verdwijnt ze voor een stuk wel. De problemen zijn niet helemaal opgelost en we krijgen extra problemen in de Venning of de Blauwe Hoeve of op het jaagpad langs de Leie. Er zijn een aantal kleine probleem-gebieden bij gekomen, maar door de spreiding van de criminaliteit krijg je dus een minder groot onveiligheidsgevoel.
Wil de stad vooral dat de Zwevegemsestraat aangepakt wordt omdat het een straat is die naar een van de paradepaardjes van de stad leidt, K in Kortrijk? En dat de onveiligheid in andere wijken minder prioritair is omdat ze niet zo in het oog springen? Dat is een bijna cynische redenering, maar ze klopt wel voor een stuk. Het is inderdaad de vraag geweest van het stadsbestuur om werk te maken van de Zwevegemsestraat, die toch een invalsweg is, zeker nu met 'K in Kortrijk', en waar heel veel verkeer passeert. Als je Kortrijk binnen rijdt wil je toch een goeie eerste indruk krijgen van de stad. Het is de uitdrukkelijke vraag geweest naar de politie toe: maak van die straat iets waar je als stad niet voor moet beschaamd zijn. Dat is de basis geweest om daar te gaan optreden zoals wij het gedaan hebben.
Hoe verliep het contact met de Franse politie? De samenwerking is ondertussen, met het stopzetten van de nultolerantie, weer afgebouwd “zonder het te laten doodbloeden”, aldus burgemeester Stefaan De Clerck. De aanwezigheid van de Franse politie was eigenlijk meer symbolisch dan dat het praktische resultaten opleverde. De Franse politie heeft uiteraard geen bevoegdheid in België, dat spreekt vanzelf. Maar door het feit dat zij radiofonisch contact hadden met hun basis konden wij heel snel Franse mensen identificeren. Een aantal Fransen met minder goeie bedoelingen zijn toch wel behoorlijk geschrokken als ze plotseling Franse gendarmes zagen. Het heeft psychologische impact gehad. Die uitwisseling van informatie blijft wel bestaan? Niet meer op het zelfde niveau uiteraard. Wij kunnen wel via het gemengde commissariaat in Doornik informatie opvragen, maar dat is niet hetzelfde als iemand die een radio in zijn handen heeft en onmiddellijk rechtstreeks kan oproepen. Als wij in Doornik informatie opvragen moet je daar toch een aantal uren op wachten. Die rechtstreekse contacten zijn uiteraard beter, maar goed. Die Franse politiemensen kunnen niet blijven naar hier komen, die worden ook elders gevraagd. Ze zijn ook opgetreden op de Kluisberg, waar problemen waren met jongeren die er de boel op stelten zetten.
Dus ze worden veel gevraagd, en wij bouwen het eventjes af. Maar als de situatie opnieuw acuut zou worden gaan we ze uiteraard nog eens vragen tot hier te komen.
U bent voorstander van de GAS-boetes, die nogal gecontesteerd worden omdat er volgens tegenstanders willekeurig boetes worden uitgeschreven. Wat is uw argument voor het gebruik ervan? Toen het ingevoerd werd, een jaar of 10 geleden, was ik principieel tegen. Als jurist stoort het mij dat dat je eigenlijk de rechterlijke en de uitvoerende macht in één hand verzamelt. Het is de uitvoerende macht (het stadsbestuur) die boetes oplegt voor zaken die als misdrijf omschreven worden.. Theoretisch is dat tegen de grondwet. Maar aan de andere kant ben ik wel bijgedraaid omdat ik zie dat die boetes een enorm effect hebben. Waarom? Omdat vroeger de kleinere overtredingen (wildplassen, graffiti,..) nooit vervolgd werden door het parket, dat niet de mogelijkheid en de capaciteit heeft om dit soort misdrijven te vervolgen. Er heerste dus een gevoel van straffeloosheid dat niet bevorderlijk is voor de samenleving. De GAS-boetes zijn serieus juridisch betwistbaar, dat is effectief zo, maar ze zijn tactisch zeer goed en zeer nuttig omdat je nu echt een lik-op-stuk-beleid kunt voeren. Iemand die staat te wildplassen tegen een gevel , die krijgt quasi onmiddellijk een boete van € 250 tot € 500 euro. Die gaat de tweede keer toch wel iets beter nadenken. Het heeft dus wel een zeer gunstig effect op de overlastproblematiek. Maar dan stel je inderdaad de cruciale vraag: wat is overlast? Daar zijn ze in Brussel al enkele jaren over aan het discussiëren en dat is geen evidente vraag. Overlast is voor mij een verzameling van alle mogelijke kleinere feiten die niet altijd als misdrijf omschreven worden, maar die er toch voor zorgen dat het veiligheidsgevoel bij de modale burger afneemt, zaken die je niet kunt tolereren als samenleving,.
‘Onveiligheidsgevoel’ is een vaag, subjectief begrip. Volgens burgemeester De Clerck wordt het onveiligheidsgevoel in Kortrijk vergroot door "drie met elkaar verweven problemen: drugsdelicten, diefstal met geweld en illegaliteit”. Hangt het (on)veiligheidsgevoel volgens u alleen of in grote mate af van dergelijke problemen? Het is wel de basis. Er bestaan veel zwaardere misdrijven dan drugsdelicten en diefstal, maar die creëren geen onveiligheidsgevoel. Als ik morgen een BTW-carrousel opzet gaat dat het onveiligheidsgevoel van de mensen niet beïnvloeden. Dus het gaat om misdrijven die zeer publiek gebeuren, in veel gevallen op de openbare weg en die ingrijpen op de psychologische ervaring van mensen. Dus op dat vlak heeft de burgemeester wel gelijk. Het drugsgebruik op zich is geen probleem, het zijn de druggerelateerde delicten die een groot probleem vormen. Mensen die geld moeten hebben om de drugs te kopen plegen diefstallen, inbraken en overvallen, en daar ligt het probleem. Drugs zijn op zich niet zo’n probleem maar ze zijn de basis van andere delicten die wel een serieuze impact hebben op het veiligheidsgevoel.
Kan het (letterlijk) opfleuren van een buurt/straat zoals de Pluimstraat (Bouwblokrenovatie, de aanwezigheid van de Unie der Zorgelozen en Bolwerk vzw, deelname aan Energiejacht,...) enigszins tegengewicht bieden voor een dergelijk onveiligheidsgevoel? Ik geloof heel sterk in dit soort initiatieven. Het is langere termijnwerk, uiteraard, maar het is zeer efficiënt. In de criminologie spreekt men van de ‘broken windows’-theorie. Als er ergens een ruit ingegooid wordt, en die wordt niet hersteld, dan zijn er de volgende morgen vier ruiten ingegooid. Hoe meer een buurt verloederd geraakt, hoe meer ze verder verloedert en hoe groter het onveiligheidsgevoel. Het renoveren van buurten is een zeer krachtig middel op lange termijn om het onveiligheidsgevoel in een buurt te verminderen. Dat is niet mijn job, ik kan geen buurten renoveren, maar ik kan wel het signaal geven aan de politiek dat het een zeer efficiënt middel is. De buurt aangenamer maken is de buurt veiliger maken.
De eerste zin in uw voorwoord bij het jaarverslag van politiezone Vlas klonk niet zeer optimistisch: "2011 zal niet in de annalen vermeld worden als het meest rooskleurige jaar in de geschiedenis van de PZ Vlas." Ziet u beterschap in 2012? 2012 is slecht begonnen. Er is in 2011 een opstoot geweest van een aantal fenomenen. Het aantal inbraken is bvb. gestegen met 40 %, wat natuurlijk enorm is op jaarbasis. Die tendens heeft zich voort gezet tot ongeveer maart van dit jaar. Sindsdien zien we een trendbreuk en gaat het weer naar beneden. Niet spectaculair, maar duidelijk en structureel. Dat heeft waarschijnlijk met veel factoren te maken. Als het zo voortgaat zal2012 niet echt een rampjaar zijn, maar ook geen schitterend jaar uiteraard.
Veel politiezones in het land hebben een tekort aan middelen waardoor alleen de kerntaken overblijven. Welke zijn deze 'niet-essentiële taken'? Hier raken we aan het fameuze kerntakendebat, dat ook al jaren woedt zonder dat men daar echt uit komt. De grote lijnen ken je wel: criminaliteit, verkeer, recherche en patrouilles en slachtofferhulp. Maar wat dat in concreto inhoudt, dat is niet zo evident. Wij hebben daar een idee over, maar dat is niet noodzakelijk het idee dat ook politici hebben of dat de bevolking heeft. Het is een debat dat eigenlijk eens goed moet gefinaliseerd worden. Maar wat ik belangrijk vind, vind jij misschien niet belangrijk. Het kerntakendebat blijft maar aanslepen. Bij gebrek aan politieke bindende richtlijnen, vullen wij dat dan zelf voor een stuk in.
De oppositie verwijt te veel 'one shots' en te weinig structuur om de veiligheid in Kortrijk aan te pakken. "Het lokale veiligheidsbeleid in Kortrijk is verworden tot angstmanagement en werkt niet langer aan oplossingen." (Groen) Heeft dit te maken met dit tekort aan middelen? Voor een stuk misschien wel, maar niet volledig. Er is we degelijk een beleid op lange termijn: we hebben ons zonaal veiligheidsplan dat over 4 jaar loopt, wij hebben jaarlijks actieplannen die dat
concretiseren. Er zit wel degelijk een structuur achter. Maar het gebrek aan middelen maakt het inderdaad niet altijd mogelijk om dat beleid volledig uit de bouwen en uit te werken zoals we dat zouden willen.
Het negenpuntenprogramma tegen stadscriminaliteit (gelanceerd in februari dit jaar) staat voor een geïntegreerde aanpak, een "multidisciplinaire strategie". Dat klinkt zeer ambitieus. Hoe realiseer je dit met gebrekkige middelen? ik kan het niet onder stoelen of banken steken: het gebrek aan middelen is een probleem. We proberen het te realiseren met veel creativiteit. Wij bouwen een aantal dingen af die minder essentieel zijn, verschuiven, zoeken hoe we die besparingen zodanig kunnen realiseren zodat wij onze kerntaken, welke dat ook mogen zijn, kunnen volbrengen. Maar dat blijft moeilijk. Het is elke dag opnieuw kijken waar we nog kunnen besparen, hoe gaan we rond komen en waar we budget voor hebben. Het is een andere manier van werken.
Mag ik creativiteit interpreteren als improvisatie? We kunnen geen structuur op lange termijn opzetten omdat we ook nooit weten wat de financiën met zich zullen meebrengen. Wij moeten besparen omdat wij minder inkomsten hebben maar ook omdat we extra uitgaven hebben die niet voorzien waren. Om een voorbeeld te geven: de extra pensioenbijdragen die honderdduizenden euro’s extra per jaar vragen. We zijn ook moeten verhuizen, dat is een uitgave van meer dan € 100 000 per jaar. Er zijn minder inkomsten en meer uitgaven en op een bepaald ogenblik is er een breekpunt.
De Stadsmonitor toont ons dat Kortrijk slechte punten scoort op het vlak van verkeersveiligheid. Veel auto's, weinig gebruik van openbaar vervoer en veel ongevallen met fietsers. Uit de resultaten van onze website Stemmingmakerij.org - en de VRT-peiling 'De Vragende Partij' bevestigt dit -, blijkt dat verkeersveiligheid voor de (Kortrijkse) burger een prioritair thema is. Toch vindt Peter D'Hondt, politierechter in Dendermonde, dat het thema onderbelicht blijft bij politici. Vindt u dat ook? Er is inderdaad een grote nood aan meer aandacht voor verkeersveiligheid, maar ik verzet me tegen het idee dat het per se en pers definitie uitsluitend een politiebevoegdheid is. Wij zijn eigenlijk maar de laatste schakel in heel het proces van verkeersveiligheid. Alles begint bij de infrastructuur: de wegenbouw moet veiliger, de automobilist moet misschien nog meer gesensibiliseerd worden. En dan, als laatste instantie heb je dan de repressie, dat is dan mijn job. Maar dat is pas de laatste fase. Onlangs is er weer een debat gevoerd over de zone 30. Geen enkele chauffeur respecteert die. Sorry, maar ik ga mij dan niet belachelijk maken en verbaliseren in een zone 30 waar niemand zich aan houdt. Als niemand zich aan de wet houdt, is het een slechte wet, die maatschappelijk niet gedragen wordt. ik ben niet tegen de zone 30, maar dan moet je het ook inrichten als een zone 30 waardoor je niet rapper kunt rijden dan 30 km per uur. Een wet die door niemand gedragen wordt, daar schort
iets aan. Het moet worden afgedwongen op een andere manier, maar niet puur door repressie. Ik ben daar tegen. We zijn nog altijd geen politiestaat.
Kan u mij oor de komende 6 jaar drie prioriteiten inzake veiligheid voor Kortrijk geven? Wat betreft criminaliteit: de feiten die het meest op het onveiligheidsgevoel werken van de mensen zijn zaken waar ze fysiek mee geconfronteerd worden. Dat zijn bvb. inbraken. Ik denk dat we daar alles op alles moeten zetten om dat terug te dringen. En dat begint bij preventie; we moeten mensen misschien nog meer inlichten Ten tweede moeten wij ook zeer sterk inzetten op recherche. Als er dan toch misdrijven gebeuren, moeten we heel snel proberen resultaten te boeken en de zaken op te lossen. In het Engels zeggen ze: ‘be good and tell it’, en daar schieten wij altijd te kort in. Wij komen niet naar buiten met onze successen. Dat zouden we veel meer moeten doen, mensen moeten weten wat wij doen als politie, welke dingen we wél oplossen, wat de gevolgen zijn als wij iemand in de kraag vatten. Maar je leest verhalen van straffeloosheid en dat maakt het er niet gemakkelijker op. Dat is de verantwoordelijkheid van justitie, daar hebben wij niets mee te maken, maar we worden er toch meestal op afgerekend. Ten tweede: de verkeersveiligheid moet ook aangepakt worden, want dat is een probleem. Niet alleen in Kortrijk trouwens. De cijfers zijn nog niet gepubliceerd, maar elke twee jaar wordt bij Binnenlandse Zaken wat men vroeger de Veiligheidsmonitor noemde, gepubliceerd. Daarin vraagt men aan een aantal mensen wat ze het grootste probleem in hun buurt vinden. Twee zaken komen hier naar voor: de verloedering van de buurt en onaangepaste snelheid. En daar moeten we , denk ik echt in optreden. Nogmaals, dit is niet puur repressief, we moeten beginnen met de infrastructuur. En ik weet: een weg aanleggen kost veel geld, maar dat is toch een boodschap voor de politici. Alsjeblieft, als je wil investeren in je gemeente, kijk naar de wegeninfrastructuur en maak die veiliger, aantrekkelijker, aangenamer, en misschien krijg je dan wel een iets trager verkeer door de inrichting zelf. Maar dat is niet erg, mensen passen zich daar wel aan. Je moet de infrastructuur zodanig maken dat de veiligheid op zich bijna afgedwongen wordt. Ten derde: alle vormen van overlast moeten worden aangepakt. Niet de zware criminaliteit (diefstallen en overvallen), maar kleine, irritante dingen waar mensen zich echt aan ergeren en die zorgen voor verzuring bij heel wat mensen. Dat kan gaan van hangjongeren t.e.m. zwaardere vormen van overlast die zichtbaar zijn op de openbare weg en die het onveiligheidsgevoel kunnen gaan beïnvloeden. Moet er in die context ook niet wat meer gewerkt worden aan wat meer verdraagzaamheid? Kortrijk is een zeer onverdraagzame stad. Het probleem is dat onverdraagzamen het recht aan hun kant hebben. Het politiereglement in Kortrijk bevat honderden artikels. Er is ongeveer niets dat hier niet verboden is. Er is altijd wel ergens een artikel dat je kan gebruiken om een bepaald gedrag, storend of niet storend, te gaan sanctioneren. We leven blijkbaar in een maatschappij waar mensen nog zeer moeilijk dingen kunnen verdragen van elkaar. Dat is een serieus probleem, maar ik ga het niet oplossen.
Er bestaan heel wat indicatoren om een stad als (on)veilig te bestempelen. Als je Kortrijk positioneert tegenover andere steden in België, is Kortrijk dan een veilige stad? Kortrijk is niet per se onveilig. Als je de cijfers bekijkt, dan scoren wij, in vergelijking met andere centrumsteden, gemiddeld. Je moet uiteraard niet vergelijken met Antwerpen of Charleroi, maar Kortrijk is niet direct een onveilige stad, de criminaliteitscijfers zijn hier gemiddeld. Maar we hebben één probleem dat de meeste andere centrumsteden niet hebben, en dat is de grensligging. Dat schept extra problemen. Het is een moeilijke schatting, maar ik vermoed dat ongeveer 20 % van de criminaliteit in de regio te maken heeft met grenscriminaliteit. Als dat zou wegvallen scoren wij heel goed. Het probleem is ook dat die grensoverschrijdende criminaliteit zeer spectaculair is. De ramkraken, de garagediefstallen, de homejackings die we de laatste tijd kennen, die zijn in aantallen niet zo vreselijk, maar de modus operandi is zeer spectaculair. En die feiten halen uiteraard de pers en zo wordt nog eens het onveiligheidsgevoel opgekrikt, vrees ik.
Maarten Vanhee stafmedewerker Vormingplus MZW