7 minute read
Geweld tegen hulpverleners en politie
from Argument maart 2020
by vsoa_slfp
Realiteit en tegelijk ontoelaatbaar! Geweld tegen hulpverleners en politie
Om de haverklap lezen we over de toename van geweld tegen hulpverleners en politieambtenaren. De dienstverlening
aan de burgers komt hierdoor in het gedrang én brengt de veiligheid en de gezondheid van dit overheidspersoneel in
gevaar. Het is een drieste realiteit, maar vooral onaanvaardbaar en ontoelaatbaar.
Geweld in cijfers Feiten die voortvloeien uit de taken van de gerechtelijke en bestuurlijke politie, opge nomen in processen-verbaal, worden geregistreerd in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG), een politiedatabank zeg maar. Geweld tegen beroepen van algemeen belang, zoals slagen en verwondingen tegen politieagenten, personeel openbaar vervoer, postbodes, dokters, leerkrachten, enz. tijdens de uitoefening van hun functie, worden hierin bijgehouden. De cijfers die CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri opvroeg bij minister van Bin nenlandse Zaken Pieter De Crem, bevestigen
dat de voorbije jaren telkens meer dan twee duizend geweldplegingen geregistreerd werden tegen. In 2018 ging het om 2.364 gevallen. Dat zijn er ongeveer zes per dag.
Het gaat hier over geregistreerde feiten. Dit is dus maar het topje van de ijsberg. Wat met de slachtoffers die geen aangifte doen?
Wat moet de werkgever ondernemen? De welzijnswet verplicht iedere werkgever de risico’s waaraan de werknemers zijn blootge steld te analyseren en de nodige maatregelen te treffen.
Geweld op het werk valt te omschrijven als elke feitelijke situatie waarin je als werkne mer fysiek of psychisch bedreigd of aangevallen wordt bij het uitvoeren van je werk. Dat geweld komt vooral tot uiting in handelingen die op een bepaald ogenblik gesteld worden, zoals bedreigingen en fysieke (iemand du wen, iets gooien, slaan) of verbale agressie (beledigingen, kritiek, kwaadsprekerij, plage rijen, ...). De dader kan een collega, een meerdere of een ondergeschikte zijn, maar ook een derde. Bijvoorbeeld een klant aan het loket of een leverancier. Agressie door derden tegen overheidspersoneel komt almaar meer voor.
Elke week staat er wel een geval van agressie in de krant. Bij de politie, brandweer, onderwijzend personeel, de NMBS, de Lijn…. is agressie tegen hun personeel dagelijkse kost.
Als je te maken hebt met geweld op het werk en je wil dit melden of je hebt hulp nodig, dan kan je je natuurlijk wenden tot je leidingge vende of je collega’s. Je kan ook terecht bij de vertrouwenspersoon of preventieadvi seur psychosociale aspecten. Er bestaan ook specifieke procedures om klacht in te dienen tegen de dader: een informele en een for mele procedure en een procedure voor de bevoegde rechtbank. In Vlaanderen is voor zien dat de interne vertrouwenspersoon van de entiteit het register van feiten van derden bijhoudt. We pleiten voor een centrale databank om alle gevallen van agressie tegen overheids personeel te registreren.
Geen straffeloosheid, wel zerotolerance Al ruim 10 jaar lezen we krantenkoppen over de stijging van geweld en agressie tegen vei
ligheidsdiensten zoals politie en tegen leden van hulpverleningsdiensten. Sommigen plei ten voor strengere straffen. We moeten een sterk signaal gegeven aan daders en poten tiële daders. Hulpverleners, politiemensen in het bijzonder en overheidspersoneel in het algemeen, verdienen meer respect.
VSOA pleit dan ook voor een ‘zero toleran ce’-beleid op het vlak van agressie. Dat brandweermensen en ambulanciers zich soms moeten laten bijstaan door de politie wanneer ze een oproep krijgen, is de wereld op zijn kop. Hulpverleners zijn er om levens te redden, slachtoffers te helpen zonder zelf slachtoffer te worden. Zij moeten hun job on gehinderd kunnen uitvoeren. Alles wat een uniform draagt en afkomt met een blauw zwaailicht, riskeert geweld uit te lokken. Dat is ontoelaatbaar.
De wetgever onderneemt intussen stappen. De Kamer bespreekt momenteel een voorstel om de straffen voor deze vormen van agressie strenger te maken. Het nieuwe Strafwetboek zou zwaardere straffen opleggen voor ge weldplegingen op personen die een openbare functie uitoefenen.
Bewustwording Strenger straffen is een noodzaak. Beter nog is geweld trachten te vermijden door pre ventie, campagnes tegen geweld opzetten en ervoor zorgen dat er een bewustwording ontstaat binnen onze maatschappij. Ook daar moeten onze beleidmakers oog voor hebben en de nodige middelen tegenoverzetten. Want elk incident is er één teveel.
Het volstaat niet om het personeel te trainen in weerbaarheid en het omgaan met agressie, gans onze maatschappij moet bewust wor den van de essentie van de taak van hulpverleners en het respect dat zij verdienen. Daar moet de overheid op inzetten via symposia, getuigenissen, bewustwordingscampagnes, voorstellingen in scholen…
reerd wordt. En daarvoor dringt zich o.a. een aanpassing van het strafwetboek op. Voor de val van de regering in december 2018 zaten wij hiervoor al eens samen op het ministerie van Justitie en er waren toen concrete voor stellen om een aantal strafbare feiten tegen hulpverleners te verzwaren. Dit ging volgens ons nog niet ver genoeg maar er was al een opening. Daders van geweld tegen hulpverle ners zouden duidelijk moeten weten dat zij er niet van af komen met een lichte werkstraf of met een voorwaardelijke straf, maar zouden effectief de gevangenis in moeten voor het gebruik van fysiek geweld. Een duidelijk en streng signaal.”
Eric Labourdette, brandweerman en verantwoordelijke voor de sector Hulpverleningszones VSOA. Patrick Roijens, hoofdinspecteur bij de lokale politie en informatiedirecteur bij VSOA-Politie.
In welke mate denkt u dat het personeel lijdt onder geweld of het risico op geweld? Eric: “Dat weegt zwaar op het personeel, en bo vendien worden ook de psychosociale risico’s op het werk steeds groter. Deze beroepsrisico’s tasten het mentaal en fysiek welzijn van de hulpverleners aan. Tegelijk oefenen ze een in vloed uit op de goede werking en de prestaties van het personeel. Dat brengt de veiligheid van de hulpverleners in het gedrang, zeker omdat zij vaak moeten werken in gevaarlijke situaties.” Patrick: “Dit hangt af van het soort geweld dat gebruikt wordt, namelijk verbaal of fysiek ge weld. De gevolgen van verbaal geweld zijn niet te onderschatten. Regelmatig vallen collega’s geruime tijd uit door een opeenstapeling van de gevolgen van verbaal geweld. Zeker ver keersagenten zijn vaak slachtoffer van verbaal geweld. Fysiek geweld heeft naast het licha melijk ook een niet te onderschatten impact op het mentale aspect. Het lichamelijk herstel is één, maar op een bepaald moment moeten de slachtoffers ook terug het werk hervatten wetende dat zij opnieuw in een dergelijke si tuatie kunnen terecht komen. Bij slachtoffers van zware gewelddaden beperkt de schade zich niet enkel tot het slachtoffer zelf, maar treft ook het gezin, familie en vrienden. Een simpele familie-uitstap bijvoorbeeld zal niet meer het zelfde zijn als voorheen… .”
plicht vervult om burgers te beschermen. Maar hoe zit het met de preventie? Welke maatregelen kan de regering nemen om dit geweld zoveel mogelijk tegen te gaan? Eric: “Om een idee te geven over hoe preven tie goed kan werken bij de hulpverleningszones, kunnen we het voorbeeld aanhalen van de huisartsen. Ook de agressie ten opzichte van huisartsen neemt alsmaar toe. In 2016 nam de Nationale Raad van de Orde der art sen immers een preventieve taak op zich. De algemene directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken richtte datzelfde jaar ook een denktank op voor de veiligheid van huisartsen, met daarin de federaties van artsenverenigingen, de Orde der artsen en “Arts in nood”. Daaruit ontsproten al heel wat initiatieven: in 2017 de publicatie van een brochure met veiligheidsvoorschriften voor dokters, eind 2018 een brief van de minister gericht aan de federaties van artsen en aan de korpschefs van de lokale politiezones om hun samenwer king te bevorderen, en nu ook een gewaagde campagne om burgers te sensibiliseren. De overheid zou hier een voorbeeld aan mogen nemen! Een dergelijke campagne gericht op agressie tegen hulpdiensten bestaat immers niet… daar horen we enkel iets over in de me dia, als het al te laat is.” Patrick: “De overheid zou regelmatig een duidelijk signaal moeten geven dat geweld tegen hupverleners in geen geval getole De Ambulanciersunie eist de oprichting van een commissie voor geweld tegen hulpdiensten en personeel van de openbare overheid. Is dat een goed idee? Eric: “Commissies komen met voorstellen om problemen op te lossen of te verbeteren wat niet goed werkt. Maar dan is er ook politieke wil nodig om die maatregelen in praktijk te brengen, anders heeft het weinig zin. Dat was immers ook het probleem bij de aanpassin gen in het strafwetboek: de overheid beschikt gewoonweg niet over de middelen om de ge nomen beslissingen uit te voeren. Het is tegenwoordig geen geheim meer dat zij die geweld plegen tegen hulpdiensten enkele uren na hun arrestatie weer op vrije voeten zijn. Dat creëert een gevoel van straf feloosheid, waardoor ze snel weer hervallen. De straffen moeten niet alleen zwaarder wor den maar ook effectief toegepast worden!” Patrick: “We kennen in dit land al commissies en onderzoekscommissies genoeg. Ook bij voorbeeld na de aanslagen van 2016 werden er aanbevelingen gedaan door een commis sie, maar helaas stellen wij steeds vast dat van alle aanbevelingen die gedaan worden er maar enkele effectief worden uitgevoerd. Of werden er 77 aanbevelingen geschreven na de zware gewelddaden tegen de politie in Meulenberg (Houthalen) in 2013. Eén van die aanbevelingen was het oprichten van een databank zodat alle feiten van geweld tegen politie geregistreerd konden worden. Helaas stellen wij vast dat deze databank nog steeds niet bestaat.”