akademos Verschijnt vijf maal per jaar Afgiftekantoor Brussel X P409339
www.vub.ac.be
Informatieblad van de Vrije Universiteit Brussel
VUB-onderzoek kort
2-3
Interview met rector Van Camp
4-5
De VUB start binnenkort met de opwaardering van de sportinfrastructuur op haar hoofdcampus in Etterbeek. Dit omvat de renovatie van de bestaande outdoor infrastructuur (voetbalveld en atletiekpiste) en de bouw van een gloednieuwe indoor sportinfrastructuur met fitness- en aerobicsruimte, kinépraktijk en vergaderzaal. Ook de kleedkamers, douches, vergaderzalen, e.d. krijgen een opknapbeurt. De nieuwe fitnessruimte zal uitgebaat worden door Sportopolis, de firma die ook al het sportcentrum op de medische campus in Jette uitbaat. Er is nood aan renovatie van de bestaande sportinfrastructuur. Op deze manier blijft bijvoorbeeld ook de opleiding lichamelijke opvoeding concurrentieel en kan onze universiteit zich tegelijk profileren als een universiteit die speciale aandacht heeft voor
Van De Collega’s tot Big Brother 6 VUB-expertise in Athene
7
P.B. Brussel X BC 9467
jaargang 7 - nr. 3 - juni 2004
Nieuwe sportaccommodatie op komst
De zijkant van gebouw L waar de nieuwe fitnessruimte komt
Inhoud
BELGIE-BELGIQUE
topsporters. Ook heel wat externen maken regelmatig gebruik van onze sportinfrastructuur, bijvoorbeeld in het kader van de Ambtenarensportdag of Sportprikkels, een sportdag voor leerlingen uit het laatstejaar secundair onderwijs. Ook naar hen toe wil de VUB een hoge kwaliteit blijven garanderen. Het hele project kost ruim 4 miljoen euro en wordt gefinancierd door de VUB, de Vlaamse Regering, de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de Vlaamse Rugbybond en Sportopolis als privé-partner. De werken gaan van start eind juni 2004, de opening is voorzien tegen september 2005. De verbouwingen zullen ook de toegankelijkheid en kwaliteit van de sportinfrastructuur op de VUB aanzienlijk verbeteren. En dat is belangrijk want er vinden op de VUB-campus geregeld grote sportevenementen plaats.
De toekomstige kleedkamers van de nieuwe fitnessruimte
Associatie werkt samen met scholengroepen
Personeelsbeleid aan de VUB 8-9
VUB blinkt uit in docentenevaluatie
9
VUB-nieuws kort
10
Athens here we come
11
Vijf scholengroepen van het Gemeenschapsonderwijs en de Universitaire Associatie Brussel ondertekenden op 2 juni officieel een samenwerkingsovereenkomst die moet leiden tot een multifunctioneel samenwerkingsverband tussen alle betrokken instellingen. Dit samenwerkingsverband verbindt enerzijds de VUB en de Erasmushogeschool Brussel, en anderzijds de Scholengroep 6 Rivierenland, Scholengroep 9 Ringscholen, Scholengroep 5 (Mechelen, Keerbergen, Heist o.d. Berg), Scholengroep 10 Midden-Brabant en de Scholengroep Brussel met elkaar. Deze instellingen zullen mekaar ondersteunen op het vlak van onderwijs, onderzoek, nascholing, begeleiding van leerlingen, studenten en aspirant-leerkrachten, evenals op het vlak van het gebruik van infrastructuur
en leermiddelen van de departementen lerarenopleiding en gezondheidszorg-lerarenopleiding van de associatiepartners, VUB en Erasmushogeschool Brussel. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat studenten van de lerarenopleiding van de VUB en de EhB in de instellingen van de scholengroepen terechtkunnen voor het doorlopen van hun stage en dat personeelsleden en leerlingen van de derde graad van het secundair onderwijs van deze scholengroepen gebruik zullen kunnen maken van de bibliotheek en de zelfstudiecentra van de VUB en de EhB. De Raad van Bestuur van de Universitaire Associatie Brussel keurde op 1 juni de samenwerkingsovereenkomst goed en op 2 juni volgde dan de officiële ondertekening door alle betrokken partijen.
VUB-onderzoek kort Wist u dat... ...de VUB-spin-off Ablynx bij zijn tweede kapitaalronde 25 miljoen euro ophaalde? antilichamen van kamelen
Ablynx steunt op onderzoek naar de unieke eigenschappen van kameel-antistoffen, geïdentificeerd door de professoren Raymond Hamers en Serge Muyldermans. Antilichamen van kamelen hebben een zeer stabiele en eenvoudige structuur en zijn dus uitermate geschikt voor de ontwikkeling van geneesmiddelen. Het onderzoek van Ablynx leverde ondertussen 16 zogenaamde nanobody's op voor verschillende ziektegebieden. Nanobody's zijn potentiële geneesmiddelen op basis van antilichamen van kameelachtigen. Om deze verder te kunnen ontwikkelen, organiseerde Ablynx recent een nieuwe kapitaalronde. Binnen ongeveer drie jaar zijn de eerste twee fasen van het klinische onderzoek achter de rug voor twee producten en moet men uitkijken naar een volgende kapitaalronde of een beursgang.
?
is en kan hij nagaan wanneer voor het laatst de bloeddruk of het cholesterolgehalte werden gecontroleerd. Patiënten die regelmatig van huisarts veranderen hebben dat voordeel niet.
...overtraining bij sporters wel degelijk op te sporen is?
Dat blijkt uit onderzoek van professor Romain Meeusen. Hij heeft een dubbele test ontwikkeld die overtraining opspoort, iets wat tot voor kort moeilijk te herkennen was. Overtraining kan ervoor zorgen dat een atleet een heel seizoen of jaar niet meer aan sportwedstrijden kan deelnemen. Het onderzoek van professor Meeusen toont aan dat twee kort op elkaar volgende maximale inspanningstests een zeer goed beeld geven van het recuperatievermogen van een atleet. Een gebrekkige recuperatie is het cruciale element bij overtraining. Met behulp van twee opeenvolgende tests kan men ook subtiele veranderingen opsporen in het hormonale afscheidingspatroon die op het begin van overtraining kunnen wijzen. Iets wat met één test onmogelijk is. Prof. Dr. Romain Meeusen
2
...VUB-bioloog Ludo Holsbeek in Argentinië een natuurreservaat mag helpen bouwen? Ludo Holsbeek doet al jaren onderzoek in de buurt van Península Valdés (Argentinië). Daar trekken elk jaar grote populaties walvissen naartoe om hun walviskalveren ter wereld te brengen. Holsbeeks aanwezigheid is niet onopgemerkt gebleven voor de Argentijnen. Die hebben hem nu gevraagd om mee te werken aan de uitbouw van een nieuw natuurreservaat, half zo groot als België, in het binnenland. Ludo Holsbeek zal de Argentijnen vooral helpen zoeken naar een evenwicht tussen ecologie en economie. Want zo’n natuurreservaat zal onvermijdelijk grote groepen toeristen aantrekken en dat kan fataal zijn voor de aanwezige natuur. Er zijn in Argentinië nog meer VUB-wetenschappers aan het werk. Doctoraatsstudenten Els Vermeulen en Magali Constant verbleven er onlangs om het gedrag en de leefwijze van de walvissen, zuidkapers, te bestuderen.
...TV-Brussel nog steeds symbool staat voor de Nederlandstalige minderheid in Brussel?
...cultuurorganisaties steeds moeilijker sponsorgelden binnenhalen? De bedrijfsinvesteringen in de cultuursector kennen sinds 1993 een neerwaartse trend. Dat staat te lezen in het rapport van het onderzoek 'Zaken voor de kunst’ dat professor Katia Segers en Bram Lievens in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap uitvoerden. Bedrijven sponsoren ook steeds minder in cash maar veelal via dienstverlening (catering, drukwerk, mediaruimte, enz…). Het aandeel van bedrijfssponsoring is het kleinst bij de gesubsidieerde cultuurinstellingen: gemiddeld tussen 2 en 11 procent van de totale inkomsten. Gesubsidieerde cultuurorganisaties bevinden zich bovendien in een spanningsveld omdat ze gevangen zitten tussen wat de overheid hen oplegt, met name artistiek vernieuwend werken, en wat de bedrijfswereld verlangt; publieksmaximalisatie en zo weinig mogelijk controversiële thema’s.
PhD-studenten Magali Constant en Els Vermeulen in Argentinië.
...patiënten die geen vaste huisarts hebben, doorgaans minder aan preventie van hart- en bloedvataandoeningen doen? Daardoor worden risicofactoren, zoals cholesterol en hoge bloeddruk, vaak te weinig behandeld. Dat schrijft dokter Dirk Devroey in zijn doctoraat waarin hij onderzocht hoe observaties van huisartsen kunnen bijdragen aan het voorkomen van hart- en vaatziekten. Volgens hem kunnen de gegevens uit huisartsenpraktijken trouwens ook relevantere informatie verschaffen over de geschikte behandeling dan vele wetenschappelijke studies. Hij kwam eveneens tot de bevinding dat patiënten met een vaste huisarts een betere preventieve zorg krijgen en dus een lager risico lopen. Wanneer de huisarts zijn patiënt kent, zal hij immers sneller opmerken wanneer er iets mis
Het kijkerspubliek van TV-Brussel is erg begaan met de manier waarop deze zender zich van haar opdracht kwijt om de stad en de diverse gemeenschappen die in Brussel leven in beeld te brengen. De bezorgdheid bij de kijkers hierover is groot, maar de visies over hoe dit moet gebeuren verschillen sterk volgens de leeftijd van de kijkers. Zo valt op dat de jongere, hoog opgeleide kijkers (twintigers en dertigers) eerder kosmopoliet ingesteld zijn. Vijftigplussers hechten dan weer meer belang aan de invulling van het Vlaamse karakter van de omroep. Zij stellen de Vlaamse identiteit voorop en kennen TV-Brussel hierbij een belangrijke rol toe. Het Vlaams karakter van de omroep is in hun ogen een element dat gekoesterd en bewaakt moet worden. Voor de jongere kijkers is het 'Vlaams-zijn' eerder een taalpraktische kwestie. Daarnaast is TV-Brussel, net zoals vele andere regionale zenders in Vlaanderen, een complementaire zender waardoor de zender geen prioritaire plaats in het zenderpalet krijgt. Toch kent TV-Brussel de laatste jaren een sterke groei, want wekelijks stemmen zowat 147.000 kijkers op deze zender af. Het week-
overzicht op TV1 (zaterdag 12u30) bereikt regelmatig pieken van 130.000 kijkers, vergelijkbaar met een dekking van meer dan 30% van televisiekijkend Vlaanderen op dat moment. Dat zijn enkele bevindingen uit een kwalitatief kijkersonderzoek dat de vakgroep Communicatiewetenschappen uitvoerde naar aanleiding van het tienjarig bestaan van TV-Brussel.
losse leefstijl. Toch is het volgens Cools duidelijk dat ‘de oplossing’ voor de samenlevingsproblematiek niet bestaat. Een waaier aan maatregelen blijft noodzakelijk, naast een veelsporenbeleid, waarvan de uitvoering vele partners vereist, die liefst niet naast, maar met elkaar samenwerken.
Prof. Dr. Philippe Huybrechts
...vooral nieuwsprogramma’s op televisie het kiesgedrag van de Vlamingen beïnvloeden? Daarnaast breiden politici hun ‘distributiekanalen’ uit door hun aanwezigheid in entertainment- en infotainmentprogramma's. Optredens in entertainmentprogramma’s wekken overwegend irritatie op, vooral in de sperperiode. De communicatie- en campagnemiddelen die door de politieke partijen zelf worden gecontroleerd zoals affiches, spelen nog slechts een marginale rol. Om de kiezer te bereiken zijn partijen en politici meer dan ooit aangewezen op televisie, radio, kranten en tijdschriften. In de ogen van de kiezer komen de politieke kopstukken daarin quasi evenwaardig aan bod. Dit zijn enkele conclusies van een politiek marketingonderzoek, uitgevoerd door professor Frank Thevissen bij nagenoeg 4000 Vlamingen in de marge van de parlementsverkiezingen van 2003.
...door het afsmelten van de ijskap in Groenland wereldwijd verschillende kustgebieden dreigen te overstromen? Hoewel het volledige smeltproces zeker 1.000 jaar zal duren, zullen er tegen 2050 al voldoende broeikasgassen in de atmosfeer aanwezig zijn om het proces in gang te zetten. Dat schreven Philippe Huybrechts, glacioloog aan de VUB, en Jan De Wolde van de Universiteit Utrecht begin april in het wetenschappelijk tijdschrift Nature. In hun artikel stellen ze dat het afsmelten van de ijskap zal leiden tot een permanente stijging van het zeeniveau met zeven meter. IJskappen reageren op verschillende manieren op de opwarming van de aarde. Op Antarctica neemt in een warmer klimaat de neerslag toe, maar blijft de afsmelting klein. Maar op Groenland wordt al snel een situatie bereikt waarbij de afsmelting niet meer door voldoende ophoping
van sneeuw in evenwicht kan worden gehouden. Zelfs indien de concentratie van broeikasgassen nadien terug op het huidige niveau komt, zou de afsmelting onherroepelijk doorgaan. Het ijs dat in Groenland dreigt te smelten, is dan voor altijd verloren en zal het zeeniveau permanent doen stijgen.
...het succes van extreem-rechts samenhangt met een sterke partijorganisatie? Dat schrijft Hilde Coffé in haar doctoraat waarin ze een analyse van het electorale succes van de extreem-rechtse partijen maakt. Het Vlaams Blok is een goed werkende machine waarvan de rangen quasi volledig gesloten blijven. In Wallonië biedt het Front National een weinig aantrekkelijk alternatief voor de traditionele partijen. Het FN kan niet steunen op een bestaand netwerk, is slecht georganiseerd, kampt met interne ruzies en mist charismatische figuren. Een andere duidelijke verklaring voor de doorbraak van extreem-rechts in Vlaanderen is de snelle verandering van het maatschappelijke en politieke toneel in Vlaanderen. Vlaamse kiezers waren op het einde van de jaren ’80 minder ingebed in een zuil en bijgevolg meer beschikbaar voor nieuwe partijen op de politieke markt. Meer dan in Wallonië ging een thema zoals migratie in Vlaanderen de partijkeuze bepalen. Aan Franstalige zijde verliep de ontzuiling minder ingrijpend en hield de grootste politieke formatie, de PS, beter stand.
Meer informatie en VUB-nieuws op www.vub.ac.be/nieuws
Prof. Dr. Frank Thevissen
...Bob Cools, voormalig burgemeester van Antwerpen, op 70-jarige leeftijd zijn doctoraat behaalde? Op 23 april verdedigde Bob Cools met succes zijn doctoraat over verdraagzaam samenleven in sociale huisvesting. Hij voerde hiervoor een vergelijkende studie uit in Manchester, Rotterdam, Rijsel en Antwerpen. Om de spanningen in de sociale huisvesting te doen afnemen, moeten de huurders van de complexen een woning kunnen kiezen naargelang hun leefstijl, zo stelt Bob Cools. In complexen van sociale huisvesting komen verschillende soorten mensen onvrijwillig bijeen, elk met hun eigen gewoonten en gebruiken. En dat leidt tot spanningen. Cools suggereert alvast om de sociale huisvestingsmaatschappijen de mogelijkheid te geven om hun huurders meer te kunnen 'sturen'. Nu wijzen ze mensen een woning toe op basis van wachtlijsten en enkele zeer algemene criteria. Om zijn bewering kracht bij te zetten werkte de oudburgemeester vier woonmodellen uit, gaande van een zeer strenge sociale controle tot een vrij
Gelezen in de krant
“De VUB, de belangrijkste Vlaamse werkgever in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, ontdekte pas in 2000 ten volle het potentieel van samenwerking met de privé-sector. De VUB stak daarom een tandje bij in haar industrieel beleid en plukt daar vandaag de vruchten van.” Trends - 8 april 2004
Marcel Van Thilt, televisiepresentator, in Promenade Magazine “Het is onbetwistbaar zo dat voor mij een andere wereld is opengegaan in Brussel. Typisch en logisch misschien wel ook voor een jongen die vanuit Leopoldsburg in de grote stad toekomt. Toch is het zo dat Brussel een bewuste keuze was. Ik wilde helemaal niet naar Gent of Leuven. In mijn ogen waren dat echte studentensteden. En ik wilde absoluut niet in een getto van studenten terecht komen. Ik wilde in een stad zitten waar nog andere dingen te beleven waren, zonder dat ik echt iets specifieks voor ogen had. Op de VUB zat ik meteen goed, dat voelde ik vanaf het begin.” Promenade Magazine – april 2004
3
“De VUB als ‘gateway to Europe’. Dat willen we waarmaken” Prof. dr. Benjamin Van Camp werd op maandag 3 mei herkozen tot rector van de Vrije Universiteit Brussel. Hij was de enige kandidaat en kreeg tachtig procent van de geldig uitgebrachte stemmen achter zijn naam. Akademos maakt de balans op van vier jaar Van Camp en vroeg hem welke ambities hij heeft voor zijn volgende en laatste termijn als rector. “Met dezelfde ploeg, zijnde Jan Cornelis als vice-rector onderzoek en Rosette S’Jegers als vicerector onderwijs, op de ingeslagen weg verder werken.” Vier jaar geleden heeft u uzelf een aantal beleidsobjectieven gesteld. Tevreden na vier jaar rectorschap? Alles kan beter (lacht). Maar ik meen toch dat we tevreden mogen zijn. Op onderwijsvlak is er veel energie naar de bachelor-masteromvorming gegaan. 33 kandidatuurs- en 42 licentiaatsopleidingen werden omgevormd tot 31 bacheloren 106 masteropleidingen. Eerder voerden we ook al de semestrialisering in. De volgende uitdaging is de flexibilisering, waarbij we overstappen van een studiejaarsysteem naar een studiepuntensysteem. Nu het desbetreffende decreet is goedgekeurd, willen we met deze operatie starten in het academiejaar 2005-2006. Maar naast de hele bama-operatie denk ik ook aan de opstart van het Institute for European Studies, dat haar juridisch-wetenschappelijke expertise al bekroond zag met de titel van ‘Jean Monet-Center of Excellence’ en dat in samenwerking met de Universiteit van Wenen potentiële EU-functionarissen zal gaan opleiden. Ook het doorzetten van de onderwijsvernieuwing aan de VUB met de oprichting van het OnderwijsServiceCentrum vind ik een prestatie. Dankzij een goede begeleiding via een on line helpdesk en sensibiliseringsactiviteiten voor het docerend personeel, zoals de jaarlijkse Dag van de Onderwijsvernieuwing i.s.m. Erasmushogeschool, heeft 75% van de studenten één of meerdere cursussen die via een teleleerplatform ondersteund worden. Wat post-academische vorming
docenten en opleidingsonderdelen en de studentenparticipatiegraad lag het afgelopen semester op 83%.
Binnenshuis is er dus volop onderwijsdynamiek geweest. Hoe staat het met onze externe onderwijsrelaties? Onze associatiepartner is de Erasmushogeschool Brussel, die zelf een zestal jaar geleden een fusie van diverse hogescholen achter de rug heeft. De vroegere hogescholen vormen nu tien departementen, waaronder de filmschool het RITS en het Koninklijk Conservatorium. Onder de noemer Universitaire Associatie Brussel bieden we een zeer gevarieerd Nederlandstalig opleidingsaanbod in Brussel aan. In de voorbije periode werden ook de Hogeschool Limburg en de Provinciale Hogeschool Limburg aan het lijstje onderwijspartners toegevoegd. Met de Universiteit van Antwerpen hebben we een voor Vlaanderen unieke samenwerkingsovereenkomst gesloten om vanaf oktober gezamenlijk enkele opleidingen te verzorgen in de Toegepaste Biologische Wetenschappen en ook met de Universiteit Gent bouwen we een master uit. Met de ULB richten we gezamenlijk de masteropleiding
“Het is de bedoeling de komende vier jaar de institutionele samenwerking met andere hogeronderwijsinstellingen uit te breiden en te verankeren.” betreft, werden de laatste jaren belangrijke vernieuwingen doorgevoerd. Zo zorgde het Instituut voor Postacademische vorming (iPAVUB) voor een heroriëntatie door themawerking, hetgeen het aantal deelnemende professionals alsook het bijscholingsaanbod verdubbelde. Een ander belangrijk punt is de Onderwijs-e-valuatie (zie verderop in deze Akademos, red.). VUBstudenten beoordelen nu na elk semester hun
4
Handelsingenieur (Solvay) en de Master in Business Administration (MBA) in. Naast Franstalige en Nederlandstalige opleidingen werken we ook, tesamen met Vesalius College, drietalige combinaties uit. Als middelgrote universiteit in de meertalige hoofdstad van Europa vormen wij een goed platform voor samenwerking met andere
Prof. Dr. Benjamin Van Camp
universiteiten in België en de wereld. De VUB als ‘gateway to Europe’ willen we waarmaken. Daarin past ook de uitbouw van het Engelstalige Vesalius College. Hun diploma’s zijn internationaal geaccrediteerd, hetgeen de weg opent voor volledig Engelstalig onderwijs. De VUB maakt ook al langer actief deel uit van UNICA, een netwerk van 35 hoofdstedelijke universiteiten: de secretary general is een personeelslid van de VUB en in december vorig jaar vond bijvoorbeeld het UNICA-seminar on Equal Opportunities op de VUB-campus plaats. Het is de bedoeling de komende vier jaar de institutionele samenwerking met andere hogeronderwijsinstellingen uit te breiden en te verankeren. Met onze Engelse partner, University of Kent, wordt er gewerkt aan een gezamenlijke Master in Globalisation. En vier European Joint Masters kregen van de VUB zaaigeld om op te starten en verdere contacten te leggen met hun Europese partnerinstellingen. Samenwerken, op nationaal en internationaal vlak, wordt belangrijker.
Het driekoppige leiderschap, rector en vicerectoren onderwijs en onderzoek, wordt uitgebreid met een vice-rector studentenbeleid. Aan de VUB spreek je beter van een begeleiderschap (lacht). Maar een vice-rector studentenbeleid wordt er inderdaad aan toegevoegd. Het is de bedoeling dat recrutering, studieopvolging en nazorg, ofwel het oudstudentenbeleid, één geïntegreerd geheel gaan vormen onder de eindverantwoordelijkheid van een academicus op niveau van het vicerectorschap.
met kwantitatieve indicatoren de omvang en impact van het gepresteerde onderzoekswerk kunnen aantonen. Kwantitatieve indicatoren zijn immers ‘eenvoudig’ vergelijkbaar. Vandaar dat de VUB nu ook, voor het eerst, zo’n grote bibliometrische studie voor zoveel mogelijk onderzoeksdisciplines heeft laten uitvoeren. Nu, deze onafhankelijke studie bevestigt wat we al wisten uit de peer reviews: de kwaliteit van ons onderzoek is naar behoren. Zowel op Vlaams als op internationaal niveau. Er zijn natuurlijk altijd uitschieters en minder uitzonderlijk scorende onderzoeksgroepen. Maar dergelijke analyses kijken naar gemiddelden. En gemiddeld verwijzen
“Stimuleren van de ondernemerschapsgeest is essentieel voor de valorisatie van ons wetenschappelijk onderzoek.” Een ander stokpaardje van u is het onderzoek. Wat betreft de band met de privé-sector had de VUB een inhaalbeweging te maken ten aanzien van de ons omringende universiteiten. Het stimuleren van de ondernemerschapsgeest was en is één van mijn prioriteiten. Dit is essentieel voor de valorisatie van ons wetenschappelijk onderzoek. Hier hebben we mijns inziens de afgelopen vier jaar een serieuze stap voorwaarts gezet. Zo werd het risicokapitaalfonds BI3 FUND met een startkapitaal van 6 miljoen euro opgericht, startten we samen met onze zusteruniversiteit ULB en het Brussels Gewest het Brussels expertisecentrum DISC op en sloten we een princiepsakkoord voor de oprichting van het incubatiecentrum Arsenaal waar jonge technologiebedrijven vanaf 2007 onderdak zullen vinden. Dat de privé-sector dit nieuwe elan heeft opgemerkt, blijkt uit het feit dat sindsdien de onderzoeksmiddelen komende uit die sector met 40% zijn gestegen. Er werden 37 nieuwe octrooien aangevraagd op vernieuwend VUBonderzoek en vijf nieuwe spin-offs zagen het levenslicht. De vlotheid waarmee we deze valorisatiebeweging maken, verbaast mij niet. Inzake de kwaliteit van ons onderzoek zaten we altijd al goed, het was gewoon een kwestie van het onontgonnen potentieel aan privé-kapitaal aan te boren. Of zoals Trends het onlangs in een titel verwoordde: “VUB ontdekt inkomsten uit privé-sector”.
De eerste bibliometrische studie, waarover we in de vorige Akademos berichtten, bevestigt de kwaliteit van ons onderzoek. Wat vindt u eigenlijk van dergelijke kwantitatieve onderzoeksindicatoren? Kijk, de VUB evalueert haar onderzoek al jaren via internationale peer reviews. Echter, meer en meer wordt van universiteiten verwacht dat ze
collega-experts van over de hele wereld 9,7 keer naar VUB-publicaties. In dezelfde periode (19922001) haalden de KULeuven, Ugent en Universiteit Antwerpen volgens officiële BOF-cijfers van 2003 van de Vlaamse overheid gemiddeld respectievelijk 9,4; 7,6 en 9,2 citaties. De BOFcijfers van 2004 laten eenzelfde rangschikking zien. Qua impact – synoniem voor kwaliteit in dergelijke bibliometrische studies – doen we niet onder voor andere universiteiten. Integendeel. Ikzelf heb mijn bedenkingen omtrent de louter kwantitatieve meting van kwaliteit als basis voor accreditering van opleidingen of van het uitgevoerde onderzoek. Meer nog dan een kwantitatieve beoordeling is de aanwezigheid van een kwaliteitscultuur achter opleidingen en onderzoeksprogramma’s noodzakelijk. Deze cultuur moet uitgaan van het motto: “Zeg wat je doet. Doe wat je zegt. En bewijs dat je het doet“. Kwaliteitszorg zal nog meer dan vroeger een adequate organisatie, invulling en opvolging van al onze activiteiten vergen.
Waar wil u de komende jaren extra aandacht aan besteden? Ik wil de VUB meer slagkracht geven door de middelen optimaal te gebruiken. Centraal hierbij staat de kwaliteit van het onderwijs dat gestoeld moet blijven op hoogstaand wetenschappelijk onderzoek. Een succesvolle invoering van de bachelor-masterstructuur maakt een optimaal gebruik van middelen meer dan noodzakelijk. De financiering van de universiteiten en hogescholen ligt vast tot 2006. De overheid heeft de intentie om daarna een nieuw financieringssysteem op te zetten, maar tot vandaag zijn de parameters hiervan nog niet gekend. Die onzekerheid maakt het uittekenen van een intern beleid ter zake erg
moeilijk. De afgelopen jaren zijn we erin geslaagd een begroting in evenwicht voor te leggen. Dat vergde heel wat inspanningen waardoor er sommige faculteiten en administratieve diensten in moeilijkheden kwamen. Daar moeten we nu een oplossing voor zoeken. Een herverdeling van de middelen is hiervoor noodzakelijk. Ik wil dan ook een nieuw model introduceren om het geld binnen de universiteit te verdelen. Een model waarbij de opleidingen, en dus het onderwijs en onderzoek, centraal staan en niet de faculteiten. Deze manier van denken sluit ook nauwer aan bij de hele bachelor-masteromvorming. We krijgen immers meer en meer opleidingen die opleidingsonderdelen uit verschillende faculteiten aanbieden.
Tot slot, wat met studieduurverlenging? Ik denk hierbij onder meer aan de faculteit wetenschappen waar al lang gepleit wordt voor een tweejarige masteropleiding. Ik zou ook het liefst zien dat we alle vierjarige opleidingen mogen omvormen tot vijfjarige opleidingen. Geheel in de geest van de Bolognaverklaring kiest de VUB voor brede bachelors van drie jaar. Het is volgens mij dan ook haast onmogelijk om in een éénjarige master voldoende specialisatie aan te bieden. Een verlenging van de studieduur van de opleidingen werd door de Minister van Onderwijs niet toegestaan. Maar ik blijf er voor pleiten.
“Kwaliteitszorg zal nog meer dan vroeger een adequate organisatie, invulling en opvolging van al onze activiteiten vergen.” 5
Van De Collega’s tot Big Brother VUB-vakgroep Communicatiewetenschappen bestaat 30 jaar In 1972 nam de VUB het besluit om een volwaardige, vierjarige studierichting Communicatiewetenschappen uit te bouwen. De student kon aan de VUB, in tegenstelling tot aan andere universiteiten, al vanaf de eerste kandidatuur kiezen voor deze opleiding. Er werd een nieuw, vrij modern programma uitgebouwd, waarmee aan de student de mogelijkheid werd geboden om het communicatiegebeuren vanuit een politiek-sociale of culturele hoek te benaderen. De studierichting werd de snelst groeiende opleiding, niet alleen binnen de VUB, maar ook in Vlaanderen. In de loop van de jaren '80 verdubbelde het studentenaantal ruim: van 233 regelmatig ingeschreven studenten in 1980-1981 tot 524 regelmatig ingeschreven studenten in 1992-1993. Het was duidelijk dat de opleiding tegemoet kwam aan een stijgende vraag naar universitair opgeleide communicatiespecialisten. Over de jaren heen vonden dan ook veel oudstudenten Communicatiewetenschappen hun weg in de media, de politiek en andere maatschappelijke sectoren: van VRT-ere-Directeur-Generaal Jan Ceuleers, De Morgen-hoofdredacteur Yves Desmet, Deng-oprichter Dany Ilegems en Humo-journalist Serge Simonart over tv-gezichten Caroline Van den Berghe, Robin Janssen, Bart Raes en Johan Opdebeeck, radiomakers Stefaan Ackermans en Wim Weetjens tot politica Annemie Neyts en zelfs Frank Vander linden, zanger van De Mens. De vakgroep kan fier terugblikken op een uitgebreide lijst alumni die zich destijds zeker aangesproken voelden door het vernieuwende en interessante onderwijsprogramma. De invulling van de opleidng kende de laatste dertig jaar een hele evolutie. Een logisch gevolg van de snelheid waarmee het vakgebied zich de laatste kwarteeuw heeft ontwikkeld. De razendsnelle ontwikkelingen op vlak van media, telecommunicatie en informatie- en communicatietechnologie eisten een grote flexibiliteit van de drijvende krachten achter de opleiding. Het onderwijsprogramma werd (en wordt) regelmatig inhoudelijk geactualiseerd en er kwam meer aandacht voor nieuwe media, informatietechnologie, persuasieve communicatie en het praktijkgerichte deel van de opleiding. Met succes, want het aantal studenten bleef stijgen. Ook het onderzoek volgde dezelfde opgang: het
6
aantal vorsers nam behoorlijk toe, de onderzoekers publiceerden in zowat alle binnenlandse en buitenlandse vaktijdschriften, de vakgroep participeerde in verschillende Europese netwerken en er werd een eigen publicatiereeks ‘Media en Maatschappij’ in het leven geroepen. De vakgroep onder leiding van Prof. Dr. Caroline Pauwels is ondertussen toe aan zijn tweede generatie docenten, assistenten en vorsers, die opteerde voor een samenwerking met de Erasmushogeschool Brussel en met de Katholieke Universiteit Brussel. Het zijn ook zij die de bachelor- en masteropleidingen in goede banen zullen leiden.
Het on(be)grijpbare publiek De vakgroep viert haar dertigjarig bestaan met de publicatie van een nieuw nummer van Media en Maatschappij. Verscheidene docenten, assistenten en vorsers werkten mee aan de studie van ‘het publieksonderzoek’, waarin getracht wordt in te gaan tegen de al te eenvoudige manier van denken over het publiek. De vraag of het publiek bestaat –hoe en waar- vormt dan ook het uitgangspunt. ‘Het on(be)grijpbare publiek/The ungraspable audience. Een communicatiewetenschappelijke verkenning van het publiek’. Nico Carpentier, Caroline Pauwels en Olga Van Oost (red.), 2004, VUBPress, 495 p., 29 euro.
VUB-onderzoeksgroep SMIT participeert in virtueel onderzoekscentrum De Vlaamse regering richtte onlangs een nieuw interdisciplinair en interuniversitair ‘virtueel’ onderzoekscentrum voor breedbandtechnologie op, het IBBT. Dit onderzoekscentrum kwam tot stand op initiatief van Prof. Paul Lagasse (UG), in nauw overleg met het IWT-Vlaanderen en door een intensieve interactie met de betrokken onderzoekswereld, waaronder de VUBonderzoeksgroep ‘Studies on Media, Information and Telecommunication’ (SMIT), o.l.v. Prof. Caroline Pauwels, en de VUB vakgroep ‘Elektronica en Informatieverwerking’ (ETRO) o.l.v. Prof. Jan Cornelis. De operationele leiding van het VUB-luik is in handen van Prof. Caroline Pauwels (SMIT) en Dr. Peter Schelkens (ETRO). Dit onderzoekscentrum richt zich op het geheel van aspecten die de ontwikkeling, de implementatie en de exploitatie van breedbanddiensten mogelijk moet maken. Dit omvat zowel het technologisch onderzoek (systemen, beheers- en architecturale aspecten, ontwerpmethodologieën voor netwerken…) als het onderzoek naar maatschappelijke, regelgevende en juridische aspecten van, in het bijzonder, breedbandtechnologieën. Het onderzoekscentrum zal in eerste instantie volgens een eigen onderzoeksprogramma generische (middellange termijn) onderzoeksresultaten en kennis ontwikkelen, die een strategische ondersteuning en voedingsbodem vormen voor de verdere ontwikkeling van bestaande bedrijven en voor vernieuwende initiatieven in de industrie en de dienstensector. Het onderzoeksinstituut ontvangt een jaarlijkse dotatie van 15 miljoen euro. De onderzoeksgroepen ontvangen een jaarlijkse dotatie van 2,3 miljoen euro, hetgeen onder meer de financiering omvat van 26 onderzoekers.
VUB-expertise in Athene
Prof. dr. Paul Wylleman, coördinator van de dienst Topsport en Studie
Verschillende atleten van het VUBprogramma Topsport en Studie gaven het uiterste van zichzelf, maar strandden jammer genoeg net boven de olympische limiet. De jarenlange VUB-expertise inzake topsport vindt echter wel zijn weg naar de Olympische Spelen in Athene. Ondanks het feit dat de VUB geen topsportstudenten zal kunnen afvaardigen voor de Olympische Spelen in Athene, wordt onze universiteit toch vertegenwoordigd door haar oudtopsportstudenten (lees ook p.11) Kathleen Smet (triatlon), Sebbe Godefroid en Min Dizillie (zeilen). Voorts speelt de VUB ook een belangrijke rol in de voorbereiding van kandidaat-Olympiërs. Prof. dr. Paul Wylleman, coördinator van de dienst Topsport en Studie, legt uit hoe dat komt. “Dankzij een jarenlang opgebouwde expertise in de begeleiding van topsporters wordt er onder andere door het Bloso en het BOIC (Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité) beroep gedaan op de kennis en ervaring van de VUB. Deze input varieert van de beleids- en managementaspecten van topsport tot de individuele fysieke en mentale begeleiding van topsporters.” Als sportpsycholoog richt Paul Wylleman zich dan ook op de mentale voorbereiding en begeleiding van topsporters en hun begeleidingsteam (coach, arts,…). Tevens voert hij onderzoek naar de carrièremogelijkheden van huidige en voormalig topatleten en spelers. Het fysieke werk (krachttraining, lichaamshouding,…) neemt sportkinesitherapeut Frank Dewitte voor zijn rekening. Hij maakte al meermaals deel uit van het Belgisch Olympisch team en werkte samen met onder meer spurter Patrick Stevens, zeiler Sebastien Godefroid en judoka’s Heidi Rakels en Ann Simons. De VUB-dienst Topsport en Studie wordt geleid door Prof. Dr. Paul De Knop, eveneens voorzitter van Bloso en van de stuurgroep Topsport
Vlaanderen. In deze laatste functie hield hij zich nog zeer recent bezig met de voorbereiding van een topsportactieplan met het oog op het behalen van meer medailles vanaf de Olympische Spelen van 2008. Vooral op de Spelen van 2016 zou dit plan haar vruchten moeten afwerpen. Sinds kort komt ook vanuit Europa de vraag om de VUB-expertise ter beschikking te stellen. Zo begeleidt Paul Wylleman onder meer een Noorse Olympisch steepleloper. Op uitnodiging van het Grieks Olympisch Comité zal hij begin juni in Athene trouwens het “Forum for Applied Sport psychologists in Topsport” (FAST) leiden. Op dit forum wisselen sportpsychologen uit 13 verschillende Europese landen hun professionele ervaringen met het begeleiden van Olympische atleten en spelers uit. Hieruit blijkt nogmaals dat de VUB-topsportstudenten kunnen genieten van een optimale begeleiding. Ook op termijn ziet het er volgens Wylleman goed uit voor studerende topsporters. Bloso laat duidelijk merken dat het de combinatie topsport en studie actief wil steunen. Ook het BOIC erkent de meerwaarde van een studerende topatleet. Vanaf september zullen jonge universitaire studenten met sporttalent dan ook op hun steun kunnen rekenen. “Dat zijn goeie signalen die we als topsport-universiteit zeker toejuichen”, besluit Paul Wylleman. De VUB hoopt alvast dat de hoogtepunten voor onze universiteit op de Olympische Spelen van Atlanta (1996) en Sydney (2000) gauw geëvenaard of zelfs verbeterd worden. In Atlanta behaalde toenmalig VUB-student Sebastien Godefroid namelijk een zilveren medaille in het zeilen. In Sydney pakte toenmalig TEW-studente Ann Simons een bronzen medaille in het judo. Deelnemen aan de Olympische Spelen en tevens je kansen op een universitair diploma gaaf houden. Het lijkt niet evident, maar het is zeker mogelijk!
Schermer Frederik Van Dormael is 23 en schrijft naast het vele trainen zijn licentiaatsverhandeling Lichamelijke Opvoeding. Frederik is de eerste topsportstudent met een Bloso-contract waarin staat dat hij zowel op sportief als op studievlak goed moet presteren. De Blosoevaluatie kijkt daarbij op sportief vlak niet enkel naar het eindresultaat maar ook naar de progressie. Dankzij dit contract krijgen topsportstudenten voortaan ook 70% van een professioneel loon uitbetaald. In het schermen werd Frederik al meer dan tien keer Belgisch kampioen, zowel individueel als per ploeg. Als mooiste moment uit zijn carrière noemt hij de zevende plaats op zijn eerste Wereldkampioenschap bij de kadetten in 1997. Het jaar nadien behaalde hij op drie internationale tornooien telkens een top-drie-plaats met 2 zilveren en 1 bronzen medaille. Het BOIC bepaalde ook dat Frederik in aanmerking kwam voor de Olympische Spelen in Athene. Hij maakt deel uit van de nationale floretploeg die 6de staat op de wereldranglijst. Vermits enkel de eerste vier op de wereldranglijst rechtstreeks geplaatst zijn voor Athene, moest het team zich op het tornooi van Caïro eind maart kwalificeren. De strijd werd helaas beslecht in het voordeel van Rusland. Frederik is er vast van overtuigd dat hij ook op individueel vlak snel een positieve evolutie zal maken. Op studievlak loopt alles zoals gepland. De thesis waarbij hij onderzoek voerde naar de ontwikkeling van een instrument om de motivatie van een atleet te observeren, zal tijdig worden ingediend. Naast Frederik Van Dormael telde de VUB nog vier andere Olympische kandidaten: Leen Dom (1ste lic LO) in het judo, Tom Vangeneugden (2de kan kunstwetenschappen en archeologie) in het zwemmen en Quentin (1ste kan TEW) en Lionel (1ste kan Politieke en Sociale Wetenschappen) Blondiau in het zeilen.
7
Personeelsbeleid aan de VUB De verloning van administratief en technisch personeel aan Vlaamse universiteiten wordt niet meer gedicteerd door de Vlaamse overheid. Elke universiteit kan nu zelf loopbaanplannen en een personeelsbeleid uittekenen. Tijd voor een gesprek met Jan Veny, personeelsdirecteur van de VUB. U kan zich nu helemaal laten gaan op het vlak van personeelsbeleid? (lacht) Er is inderdaad geen strakke, centralistische regelgeving vanuit het Ministerie van Onderwijs meer. Maar er zijn nog wel beperkingen: het uittekenen van het personeelsbeleid dient te gebeuren binnen een door de overheid vastgelegd kader en de financiële middelen zijn verre van overvloedig.
Welke invulling heeft de VUB, rekening houdend met deze beperkingen, aan haar personeelsbeleid gegeven? Eén van onze basisprincipes is een zo groot mogelijke gelijkberechtiging te bewerkstellingen voor administatieve en technische personeelsleden, het zogenaamde ATP. Want sommigen onder hen worden betaald met overheidsmiddelen (werking), anderen met bijvoorbeeld project- of onderzoeksgelden of inkomsten vanuit ons patrimonium. Dit leidt tot verschillen. Niet zozeer qua verloning, maar wel qua sociale voordelen en loopbaanmogelijkheden. Zo hebben we bijvoorbeeld een grote groep personeelsleden ingevoegd in de ‘vaste formatie’ en hebben we voor alle personeelsleden – ongeacht de omvang van hun opdracht – een hospitalisatieverzekering afgesloten. Een ander voorbeeld is de invaliditeitsrente. In het verleden genoot slechts een kleine groep ATP-ers van een invaliditeitsrente die hun loon in geval van ziekte compenseerde (hoewel slechts geldig voor een beperkt aantal ziektedagen). Nu genieten 50% méér personeelsleden van deze invaliditeitsrente en dit ongeacht het aantal dagen dat men ziek is.
Eén van de basisprincipes is meer gelijkberechtiging, zegt u. Welke principes zijn er nog? Meer transparantie. Alle functies kregen een duidelijke omschrijving en ook de doorgroeimogelijkheden werden per functie vastgelegd. Daarnaast wenst de VUB een plattere organisatiestructuur. Het aantal hiërarchische niveaus werd drastisch ingeperkt. Tegelijkertijd werd de responsabilisering in elke functie vergroot. Want een platte structuur met korte beslissings- en communicatielijnen betekent dat
8
elk personeelslid bepaalde beslissingen zelf moet kunnen nemen en daar ook de verantwoordelijkheid voor draagt. Om tot die plattere structuur te komen wordt elke functie niet langer aan één, maar aan twee of drie graden, de zogenaamde gradengroep, gekoppeld. In elke functie heb je immers niveauverschillen: zo vervullen sommige secretariaatsmedewerkers enkel basistaken, terwijl anderen al naar managementassistentie geëvolueerd zijn. Ook bij het technisch personeel zien we dat ervaring en competentie kunnen leiden tot extra verantwoordelijkheden. Bijvoorbeeld wanneer het aankomt op preventief optreden naar gevaren toe. De mate van verantwoordelijkheden die een personeelslid draagt, bepaalt welke plaats hij/zij inneemt in de gradengroep verbonden aan een bepaalde functie.
Dus de verantwoordelijkheden van alle personeelsleden werden herbekeken? Inderdaad. De eerste opdracht van ons nieuwe loopbaanplan bestond er in om de functie van elk personeelslid klaar en duidelijk vast te stellen. Deze operatie liep van februari tot juni 2002. Een zestigtal personeelsleden tekende beroep aan tegen hun functievaststelling. Na een grondig onderzoek werd er op de vraag van vier van hen ingegaan. Ik wil hierbij ook onderstrepen dat de functie van nog eens een zestigtal personeelsleden hoger werd ingeschat dan het niveau waarin ze tot dan toe werden bezoldigd. Er werd afgesproken prioritaire aandacht te schenken aan de regularisatie van deze groep personeelsleden en die afspraak zijn we nagekomen. Driekwart van deze vooropgestelde herwaarderingen zijn reeds gebeurd.
Was daar dan geld voor? In 2001 werd het nieuwe loopbaanplan door de Raad van Bestuur goedgekeurd. De daaropvolgende periode is er veel tijd gekropen in het implementeren van dit plan. Pas nadat de operatie ‘functievaststellingen’ was afgerond, kon een aanvang worden genomen met het vernieuwde promotiebeleid. In 2002 hadden we dus een dubbele financiële enveloppe ter beschikking, die van 2001 en van 2002. Daarvan is een groot deel naar die regularisaties gegaan.
Een magische enveloppe vol promotiegeld, wat moeten we ons daarbij voorstellen? In ieder geval niet dat die vol zit (lacht). Kijk, gewoonlijk geschiedt een aanwerving in het junior-niveau van een functie. Op termijn en mits voldaan wordt aan bijkomende voorwaarden zoals ervaring en verworven competenties, kan men doorgroeien naar het senior-niveau. Zowel in het junior als in het senior niveau zijn tussentijdse verhogingen in salarisschaal mogelijk. Aangezien er doorgaans meer gegadigden zijn dan de promotie-enveloppe toelaat, moeten we selecteren wie aan bod komt. Dit gebeurt door een promotiecommissie onder leiding van het hoofd van de hoofdeenheid. Elke promotiecommissie beschikt over een financiële enveloppe die in verhouding staat tot de loonmassa van het ATP van die hoofdeenheid. Op die wijze is de gelijkberechtiging van alle hoofdeenheden alsmede de gelijke kans op promotie voor alle personeelsleden verzekerd.
Jan Veny, personeelsdirecteur van de VUB
Een platte structuur en minder hiërarchische niveaus. Gedaan dus met het Mexicaans leger en de vele generaals? Och, het is hier eigenlijk nooit echt een Mexicaans leger geweest hoor. Dat is perceptie (lacht). Ongeveer twintig procent van de ATP-ers is aangesteld op universitair niveau, graad 7 of hoger, en werkt dus als stafmedewerker, diensthoofd of directeur. Tachtig procent is aangesteld als administratief, technisch of logistiek medewerker, graad 1 t/m 6. Dus zo topzwaar is onze instelling niet. Pas op, idealiseer die nieuwe platte structuur maar niet teveel. Het vereist immers een grotere inzetbaarheid en flexibiliteit van alle medewerkers.
Over een grotere inzetbaarheid gesproken. De uitstap van de 52-plussers laat zich voelen in sommige diensten. Ik ben me daar van bewust. Maar men moet beseffen dat dit vanuit besparingsoverwegingen echt noodzakelijk was. Om de begroting in evenwicht te houden, dient de VUB tussen 2003 en 2006 ongeveer vier miljoen euro te besparen. Op 18 maart 2003 keurde de Raad van Bestuur een nieuwe uitstapregeling – op vrijwillige basis voor oudere werknemers goed om de loonlast van de VUB te verlagen. Een zestigtal personeelsleden ouder dan 52 jaar ging op dit aanbod in. Hierdoor zal de loonlast in de eerstvolgende jaren met 2,5 miljoen euro dalen. Daarnaast hebben we nog tien betrekkingen in het professorenkorps geschrapt. De toegenomen werkdruk in sommige diensten proberen we op te vangen door middel van interne verschuivingen van personeel en takenpakketten, administratieve pools en/of uitbesteding.
Stel, ik ben een nieuwe werknemer aan de VUB. Hoe ziet mijn loopbaan er uit? Voor VUB-personeelsleden liggen twee loopbaanmogelijkheden open: een radiale en een verticale. Radiaal betekent dat een traject doorlopen wordt in één en dezelfde functie. Men gaat van junior over professional naar senior niveau. Zoals gezegd spelen de ervaring en verworven competenties hierbij een rol. Verticaal betekent een doorstroming naar een functie van een hoger hiërarchisch niveau. Dit kan alleen wanneer een dergelijke functie vrij komt. Naast ervaring en competenties speelt hier ook potentialiteitsinschatting een rol.
Je kunt dus alleen echt meer gaan verdienen als je verandert van functie? In het verleden werd teveel uitgegaan van de verwachting dat een meer dan gangbare financiële verloning kon bekomen worden zonder verandering van functie. Na zoveel jaren dienst werd een graadsverhoging bijna verondersteld. Nu hangt een graadsverhoging nauw samen met extra verantwoordelijkheden. Dit verticale doorgroeitraject moet ook een flinke duw geven aan de interne mobiliteit van het personeel. Het
vasthaken aan één functie gedurende een loopbaan van verschillende tientallen jaren, getuigt van een weinig dynamisch personeelsbeleid. Bovendien gingen de loopbaanverwachtingen op de ‘eigen stoel’ niet altijd in vervulling, met frustratie en demotivering tot gevolg. In het nieuwe loopbaanplan weet iedereen vooraf wat de limieten zijn van de functie die hij bekleedt. Wie ambities en potentialiteit heeft, weet ook wat hem te doen staat: levenslang leren, bijkomende competenties opbouwen en deelnemen aan selectieproeven voor vrijgekomen functies op een hoger niveau.
En als die niet vrijkomen? De werknemers zijn veelal vastbenoemd, dus zoveel beweging is er toch niet? Eén derde van de administratieve en technische personeelsleden is ouder dan 50 jaar. Dit biedt in het komende decennium voldoende verticale doorgroeimogelijkheden. Bovendien is er binnen de radiale loopbaan ook het één en ander aan stimuli te sprokkelen. Er werden al 134 bevorderingen naar senior-niveau en 266 verhogingen in salarisschaal volgens het nieuwe loopbaanplan toegekend.
VUB blinkt uit in docentenevaluatie Onlangs meldde de studentenpublicatie De Krant dat de Onderwijs-e-valuatie op de VUB niet anoniem zou zijn. Frank Gladines, hoofd van de Cel Interne en Externe Kwaliteitszorg van het vice-Rectoraat onderwijs, spreekt dit echter formeel tegen en geeft een gedetailleerd inzicht in de materie. “De VUB was pionier in Vlaanderen wat betreft docentenevaluatie”, steekt Frank Gladines van wal. “We zijn er nu reeds 15 jaar mee bezig en sinds 1998 gebeurt de evaluatie via intranet. Om de participatie te verhogen, hebben we de evaluatie verplicht gemaakt, met die nuance dat er dus een opkomstplicht is, maar tevens ook een onthoudingsmogelijkheid. We zien dat de studentendeelname sinds 1998 gestegen is van circa 20% naar een zeer bevredigende 80%. De verkregen resultaten zijn dus representatief en bruikbaar om verder opgevolgd te worden. Op die manier hebben onze studenten een rechtstreekse input in de kwaliteit van hun opleiding. Ze kunnen namelijk hun mening geven over de hoorcolleges en de docent, de beschikbare syllabi en het elektronisch studiemateriaal, de wijze van examineren, enz.”. Frank Gladines betreurt dat het goede werk van de afgelopen jaren onterecht wordt aangevallen. “De evaluatie is wel degelijk anoniem. Ik leg even uit hoe het werkt”, vervolgt hij zijn verhaal. “De individuele en geheime e-mailcode waarmee studenten moeten inloggen, is noodzakelijk om hen over het juiste jaarprogramma te kunnen bevragen. De elektronische verwerking van de resultaten achteraf gebeurt echter volstrekt en gegarandeerd anoniem: alle bekomen data worden losgekoppeld van degenen die ze verstrekten. De studenten hebben daarenboven de mogelijkheid om bijkomende commentaren te geven. Deze commentaren worden gebundeld en samen met het individueel resultaat aan de betrokken docent doorgegeven. In principe is het onmogelijk om af te leiden wie wat geschreven heeft. In al die jaren hebben we ook nog nooit
Frank Gladines een probleem gehad rond anonimiteit. Nu zou blijkbaar een docent een student herkend hebben als auteur van een bepaalde commentaar. Wij vermoeden dat de student onvoorzichtig is geweest en zich in zijn commentaar teveel zou hebben vrijgegeven. Subjectieve commentaren over zeer specifieke voorvallen in een hoorcollege kunnen misschien wel eens doen vermoeden wie de auteur is. De houding van de docent (die tijdens een practicum alludeerde op de ‘herkenbare stijl’ van een student, red.) vinden wij niet correct, maar dit voorval kan en mag geen reden zijn om de anonimiteit van de evaluatie in vraag te stellen. De resultaten van de 2 semesters van het academiejaar 2002-2003 toonden alvast aan dat 94,6% van de 2554 geldig geëvalueerde opleidingsonderdelen de beoordeling goed tot zeer goed kregen. Er heerst dus blijkbaar een grote tevredenheid bij de studenten over de kwaliteit van hun opleiding. De methode van evaluatie op de VUB wordt trouwens meer en meer geprezen door externe onderwijsexperten. Onze expertise inzake onderwijsevaluatie delen we reeds met onze associatiepartner Erasmushogeschool Brussel en binnenkort wellicht ook met andere vragende partijen zoals de Koninklijke Militaire School.”
9
VUB-nieuws kort Nieuw teleleerplatform PointCarré De VUB en de Erasmushogeschool Brussel (EhB) organiseerden op donderdag 27 mei een gezamenlijke ‘Dag van de Onderwijsvernieuwing’. Op deze bijeenkomst werd het nieuwe teleleerplatform van de VUB voorgesteld. Vanaf het academiejaar 2004-2005 zal aan de VUB het teleleerplatform Blackboard namelijk vervangen worden door het open source-systeem Dokeos. De keuze voor dit open source-systeem is gebaseerd op de uitkomsten van een grondig evaluatieproject dat is uitgevoerd door het OnderwijsServiceCentrum van de VUB. Het Dokeos systeem vormt de basis voor een uitgebreidere e-leeromgeving op maat van de VUB. Daarom werd van meet af aan een bij de VUB passende naam gekozen: PointCarré. Uit deze derde ‘Dag van de Onderwijsvernieuwing’ bleek opnieuw de goed lopende samenwerking tussen de VUB en de EhB, associatiepartners in de Universitaire Associatie Brussel.
Nieuwe studentenvereniging MIX aan de VUB Aan de VUB werd onlangs een nieuwe studentenvereniging opgericht door allochotone studenten. Onder de naam MIX richt deze jonge organisatie zich vooral naar studenten van Marokkaanse en Turkse oorsprong. Bedoeling is nieuwe studenten zo goed mogelijk te informeren en hen bij te staan in hun studies. Op deze manier willen de studenten bijdragen aan de succesvolle doorstroom van allochtonen naar het hoger onderwijs. Iets wat totnogtoe te weinig gebeurt. In het kader hiervan organiseerde de VUB reeds infodagen voor allochtone jongeren en hun ouders waarop zij in hun eigen taal terecht konden met vragen over verderstuderen.
VUB-Virtueel Museum opent derde verdieping De opening van de derde verdieping van het Virtueel Museum begin mei was een succes. Het Virtueel Museum is een project van de cel Wetenschapscommunicatie van het VUBdepartement Research & Development en heeft als doel jongeren te sensibiliseren voor wetenschappen en vertrouwd te maken met informatie- en communicatietechnologie.
Het Virtueel Museum
10
meer het werk van de studenten, het onderzoek van de vakgroep en de gewonnen prijzen, dat tijdens de expositie voorgesteld wordt, is ter plaatse verkrijgbaar (8 ¤).
Ondertussen kreeg het Museum via het internet al meer dan 17000 bezoekers! Bij elke editie van het Museumproject wordt door de VUB een verdieping gebouwd waarin de nieuwe collectie staat te pronken. De derde uitgave van het project was tweetalig en werd mee gefinancierd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van hun Operatie Ishango, een sensibiliseringscampagne voor wetenschappen en wetenschappelijke loopbanen. De jongeren werkten dit keer rond mobiliteit in Brussel, het geluid van vliegtuigen, de Brusselse ondergrond en kunst in de metro. De gloednieuwe verdieping is een Brussel-verdieping waarbij de bezoeker de nieuwe projecten in de (virtuele) bollen van het Atomium kan bekijken. Het volledige 3D gebouw is zeven dagen op zeven vrij toegankelijk via het internet en bevat momenteel 18 multimediale projecten rond wetenschap uitgewerkt door jongeren tussen 16 en 18 jaar. De cel Wetenschapscommunicatie hoopt het Museum de komende jaren verder uit te breiden en te vernieuwen om op die manier op een originele en vernieuwende manier, jongeren en hun leerkrachten te blijven prikkelen voor de uitdagingen van wetenschap en technologie. http://virtueelmuseum.vub.ac.be. Meer info via Stefanie.Goovaerts@vub.ac.be.
Erasmushogeschool Brussel kent sterkste stijging studentenaantal in 7 jaar De Erasmushogeschool Brussel (EhB), associatiepartner van de VUB, telt dit academiejaar zowat 137 studenten meer dan vorig jaar. Deze forse stijging dankt de hogeschool vooral aan de opleiding tot leraar in het secundair onderwijs. Dit academiejaar is het tweede jaar op rij dat de EhB meer studenten mag inschrijven: van 3.958 naar 4.094 studenten of een stijging van 3,45%. Deze stijging van 136,5 (financierbare) studenten merken we vooral bij de opleiding Lichamelijke Opvoeding en de opleidingsonderdelen Geschiedenis en Islamitische Godsdienst. Opmerkelijk is ook dat de opleiding SociaalAgogisch Werk een stijging kent van 32 studenten in het eerste jaar. De driejarige opleidingen Communicatiebeheer en Beeld-Geluid-Montage (RITS) blijven traditioneel veel studenten trekken.
Prof. Dr. Willem Elias (VUB) en directeur Roland de Graef (HIRL)
Agogen van het HIRL en de VUB werken samen
Atelier 1015
Architectuurstudenten stellen tentoon Van maandag 28 juni tot vrijdag 2 juli worden de projecten van de studenten van de VUB-vakgroep Architectuur tentoongesteld. Sinds vorig jaar gebeurt dit in Atelier 1015, de tentoonstellingsruimte boven de ijskelders van de VUB. Deze multifunctionele ruimte werd dit academiejaar voor het eerst door de studenten burgerlijk ingenieur-architect in gebruik genomen als les -en ontwerpruimte. Op maandag 28 juni kan je er terecht van 14u00 tot 17u00, op dinsdag, woensdag en donderdag telkens van 9u00 tot 17u00 en vrijdag van 9u00 tot 19u00. U vindt Atelier 1015 op de Waversesteenweg 1015 in 1160 Oudergem, vlakbij de VUB-campus. Het jaarboek van de vakgroep, met daarin onder
Op donderdag 29 april werd een raamakkoord ondertekend waarin op formele wijze een samenwerkingsovereenkomst wordt bekrachtigd tussen de VUB, specifiek de vakgroep Agogische Wetenschappen, en het Hoger Instituut voor Readaptatiewetenschappen Leuven (HIRL). De samenwerking van het HIRL met de VUB stoelt op een jarenlange traditie. Tijdens zijn toespraak bevestigde professor Willem Elias, hoofd van de Vakgroep Agogische Wetenschappen, dat het samengaan van de academische benadering van de VUB en de uitgebreide praktijk- en projectervaring van het HIRL ongetwijfeld een waardevolle verrijking zal betekenen voor beide onderwijsinstellingen. Het afgesloten raamakkoord omvat een ruime reeks samenwerkingsgebieden zoals onderwijsvernieuwing, kwaliteitsbewaking, nascholing van het onderwijzend personeel, gebruik van infrastructuur, enz…
Jonge mensen opleiden tot kritische, zelfstandige en ambitieuze individuen, die vrij denken en durven afwijken van platgereden paden. Dat is één van de objectieven die de VUB zichzelf stelt. Akademos geeft in elk nummer een oudstudent het woord die ook na zijn/haar studies blijk geeft van deze VUB-kwaliteiten. Deze keer zijn het er twee.
“Athens here we come” Oud-topsportstudenten Kathleen Smet en Sebastien Godefroid blikken terug op hun VUB-jaren en kijken uit naar de komende Olympische Spelen in Athene.
Sebastien Godefroid
“Wanneer ik ’s ochtends vroeg om 06u15 op weg was naar het zwembad, zag ik soms nog medestudenten het café verlaten om te gaan slapen.” Triatlete Kathleen Smet (alumnus Lichamelijk Opvoeding en Kinesitherapie) heeft haar tweede ticket voor de Olympische Spelen vast en daar is ze heel fier op. Om de limiet te halen, moest Kathleen op het EK in 2003 bij de eerste acht eindigen en internationaal tot de 50 beste atleten behoren. Met een derde plaats op het EK en een constante internationale top-tien notering was de selectie een feit. Ze behaalde op de vorige Olympische Spelen in Sydney een 16de plaats op de kwarttriatlon. Ditmaal mikt ze hoger. “Met een top 8 ranking ben ik zeker tevreden, maar als alles mee zit, is zelfs een podiumplaats mogelijk. De voorbereidingen verlopen naar wens. Uit vorige wedstrijden is gebleken dat ik mijn zwemonderdeel nog moet bijschaven en daar zijn
Kathleen Smet
we volop mee bezig”. Als ze terugdenkt aan haar studententijd aan de VUB heeft ze niets dan goeie herinneringen. “Ik leerde er mijn echtgenoot Niko kennen en kon er genieten van een goeie sport- en studiebegeleiding. De echte ‘sportcarrière’ begint pas op circa 24-jarige leeftijd, maar de trainingsbasis die nodig is om het internationaal waar te maken, wordt gelegd tussen je 18 en 22 jaar. Dankzij de VUB dienst Topsport en Studie kreeg ik de kans om verder te groeien als sporter en tevens een diploma te behalen. Dat laatste is niet onbelangrijk, want het einde van mijn sportieve carrière nadert en dankzij mijn diploma zal het toch gemakkelijker zijn om nadien werk te vinden. Dergelijke aanpak is dus zeker aan te raden voor jonge sporttalenten”. Kathleen bewees tijdens haar VUB-periode reeds over het nodige talent te beschikken door brons te halen op het WK triatlon voor studenten. “Je moet er uiteraard iets voor over hebben. Topsport is sowieso zwaar en de combinatie met studeren was voor mij bijzonder lastig. Vrije tijd had ik niet, want al mijn tijd ging naar trainen en studeren. Wanneer ik ’s ochtends vroeg om 06u15 op weg was naar het zwembad, zag ik soms nog medestudenten het café verlaten om te gaan slapen. Gelukkig was uitgaan niet aan mij besteed. Ik hou het liever rustig met een uitstapje naar de cinema bijvoorbeeld”. Enkele weken terug werd Kathleen Smet voor de 6de keer Belgisch kampioen kwarttriatlon. “En dan zeggen dat fysioloog Kenny De Meirleir het niet zag zitten om mij bij mijn komst aan de VUB te begeleiden. Ik heb mijn kunnen ondertussen wel al bewezen, denk ik”. Op 25 augustus vindt in Athene de wedstrijd kwarttriatlon plaats. We duimen alvast voor een goeie prestatie en wensen Kathleen veel succes toe.
“De beste tijd uit mijn leven was die aan de VUB” Een andere oud-student die naar Athene trekt, is zeiler Sebastien Godefroid (alumnus Lichamelijk Opvoeding en Kinesitherapie). Sebbe’s campagne “Quest For Gold” laat geen twijfel bestaan over zijn ambities. Begin mei werd Godefroid nog vijfde op het Europees Kampioenschap Finn in het Franse La Rochelle. “Finn is de klasse waarin één man alleen de grootste Olympische boot bestuurt. Op het EK had ik zelfs uitzicht op een podiumplaats, maar in de laatste reeks maakte ik teveel foutjes en werd gediskwalificeerd, waardoor ik terugviel naar de 5de plaats”. We vroegen Sebbe ook naar zijn studententijd op de VUB. “Dat was de beste tijd van mijn leven. De reden waarom ik in Brussel aan de VUB kwam studeren, was het project Topsport en Studie. Ik kon mijn studies zo plannen dat ik alle tijd kreeg die ik nodig had op de topmomenten in mijn zeilcarrière. Ook de goeie communicatie tussen professoren en studenten heb ik altijd weten te appreciëren”. In tegenstelling tot Kathleen zette Sebbe wel regelmatig de bloemetjes buiten. “Leven zonder feestjes is maar niks. Je moet ze natuurlijk wel weten te plannen en je moet ook weten wanneer er mee op te houden. Op de VUB heb ik geleerd te leven. Dat klinkt misschien overdreven, maar zo voel ik het echt aan. Ik heb het één keer meegemaakt dat mijn favoriete prof. Walter Dufour mij op het einde van zijn les kwam wakker maken met de woorden: “Sorry Sebbe, ik heb nochtans geprobeerd mijn les interessant te maken”. Toen was ik echt verlegen, want zijn lessen waren altijd zeer boeiend. Alleen was de combinatie van hard trainen, studeren en op stap gaan soms net iets te zwaar”. Op de Olympische Spelen van Atlanta in 1996 behaalde Sebastien als VUB-student reeds een zilveren medaille. In 2000 eindigde hij in Sydney zevende. Ook hem wensen we in Athene het allerbeste toe.
11
VUB-personalia Prijzen, benoemingen of uitzonderlijke prestaties van VUB-ers . Onze felicitaties! • Prof. Dr. Bart Rombaut van het departement Farmaceutische Wetenschappen, eenheid Microbiologie en Hygiëne van de Faculteit Geneeskunde en Farmacie werd verkozen tot corresponderend lid van de Real Academia Nacional de Farmacie van het Instituto de España. • Dr. Farid Dahdouh-Guebas van het Biocomplexity Research Team van de VUB is laureaat van de Prijs Ontwikkelingssamenwerking 2003 uitgereikt door het Federaal Departement van Buitenlandse Zaken. • Het VUB-team bestaande uit Virginie Verstraete, Benoît Pernet, Alexander Peeters, Valérie Simons, Birgit Dauw en Marie Maillard haalden de finale van de voorronde van de Jessup pleitwedstrijd 2003-2004. • Prof. Dr. Ir. Leo Van Biesen van de vakgroep ELEC werd tijdens het XVIIde wereldcongres in Dubrovnik verkozen tot voorzitter van IMEKO, een wereldwijd netwerk en een internationaal forum voor ontwerpers en gebruikers van meetinstrumenten, specialisten research en development en academici. • Jürgen Van Erps van de vakgroep Toegepaste Natuurkunde en Fotonica is laureaat van de KVIV Ingenieursprijzen 2004. • Kirsten Schönwetter, afgestudeerd als handelsingenieur in 2003, heeft met haar thesis “De strategsiche planning van de Haven van Brussel” de KBUSI-prijs gewonnen. • Vanessa Heyvaert, studente milieudeskundige, milieucoördinator niveau A kreeg voor haar werk “Effectiviteit van milieueffectrapportage voor monostortplaatsen voor baggerspecie” de “Studieprijs afval- en emissiepreventie”. • Prof. Dr. Ir. Charles Hirsch van het departement Fluid Mechanics van de VUB werd benoemd tot Honorary Professor van de Jia Tong Universiteit in Xi’an, China. • Joeri Van den Brande van de Dienst Studie en Handicap zal vanaf juni/juli halftijds gedetacheerd worden naar het Vlaams Expertisecentrum voor Handicap en Hoger Onderwijs om er als expert te functioneren. • Mahjouba Hamddan Lanchkar, verpleegkundige en diabetes-educator in het kinderdiabetes-team van het AZ werd uitgeroepen tot laureaat van de beurzen van de Belgische Stichting Roeping die jongeren tussen 18 en 30 jaar aanmoedigen hun roeping te vervullen. • Veerle Goossens van de faculteit Wetenschappen ontving een Solvay Award voor haar licentiaatsverhandeling “Fysicochemische karakterisatie van Aluminniumdeeltjes”. • Daniel Barenboim, die dit academiejaar ere-doctor werd aan de VUB, ontvangt de prestigieuze Israel’s Wolf Foundation Prize in the Arts, een prijs die werd toegekend aan personen die zich hebben ingezet voor de interesse in de mensheid en vriendschappelijke relaties tussen mensen.
Colofon Redactie: Sandra Van Maurik, Jeroen De Samblancx, Veerle Magits, Thomas Mels Eindredactie: Thomas Mels Grafiek en vormgeving: Livo Sales Verleenden verder hun medewerking: Carl-Filip Van der Steichel, Stefanie Goovaerts Cartoons: Norbert Van Yperzeele Foto’s: Christophe Empsen, Thomas Mels Redactiesecretariaat: Myriam De Pelseneer Dienst Interne en Externe Communicatie / Pleinlaan 2 – B –1050 Brussel Tel.: (32) (2) 629 21 34 / Fax: (32) (2) 629 12 10 E-mail: ieco@vub.ac.be / Web: http://www.vub.ac.be Wilt u Akademos thuis ontvangen? Geef ons een seintje. Verantwoordelijke Uitgever: Prof. Dr. Benjamin Van Camp, Rector VUB Pleinlaan 2 / B – 1050 Brussel
12