VUmc voor U

Page 1

is voor VUmc het speerpunt voor 2014. Voor het komende jaar staan medicatieveiligheid, infectiepreventie, het preoperatieve proces, continuïteit van zorg en informatieoverdracht centraal in VUmc. In deze krant laten we zien wat medewerkers van VUmc zoal doen om de kwaliteit van zorg continu te verbeteren, wat u daar als patiënt aan kunt bijdragen en bieden we u een kijkje achter de schermen.

Tip 1 Cardiologie

Patiëntenparticipatieraad

Vertel alles

Lees onze tips

Dr. Koen Marques, interventiecardioloog

Goede informatie voor patiënten is heel belangrijk, vindt Pieter ten Brink, voorzitter van de Patiëntenparticipatieraad (PPR). Deze raad bestaat uit patiënten en expatiënten van VUmc en werd drie jaar geleden opgericht om de belangen te behartigen van alle patiënten en bezoekers van het ziekenhuis. Zelf is Ten Brink al zeventien jaar patiënt bij VUmc. “De PPR is er niet voor individuele klachten”, benadrukt hij. “We geven gevraagd en ongevraagd advies over ontwikkelingen in de organisatie vanuit het perspectief van de patiënt en de bezoeker.” Eén van zaken die de leden van de PPR opviel, is dat VUmc uitgebreid informatie geeft. “Maar patiënten die een afspraak hebben met een arts zijn 99% van wat er in een folder staat al weer vergeten”, is de ervaring van Ten Brink. De PPR heeft daarom 10 tips voor patiënten opgesteld die er voor zorgen dat patiënten goed beslagen ten ijs komen. “Mijn advies: lees die tips goed door voor je naar het ziekenhuis gaat.”

“Patiënten met een hartaandoening krijgen vaak veel medicijnen voorgeschreven, waarvan de bedoeling is dat ze die levenslang gebruiken. Voor sommigen is dat moeilijk vol te houden, zeker als ze niet meteen merken wat de gevolgen van stoppen zijn. Ik hoop altijd dat mijn patiënten dat open en eerlijk vertellen, dan kunnen we tenminste naar een oplossing zoeken. Verder kan de bijsluiter verwarring opleveren. Een arts kan een bepaald middel voorschrijven voor een reden die niet vermeld staat op de bijsluiter. De patiënt kan dan denken dat hij het medicijn niet nodig heeft en ten onrechte stoppen met innemen. Een ander probleem in het juiste gebruik van medicijnen, is de soms ongenuanceerde berichtgeving in de media. In kranten of op televisie wordt soms heel negatieve aandacht gegeven aan mogelijke bijwerkingen. Ze vergeten daarbij te vermelden dat dit niet voor alle patiënten geldt en dat voor de gezondheid van sommigen het medicijn van vitaal belang is. Vertel het daarom altijd als je twijfelt over een medicijn, dan kunnen we het nog eens goed uitleggen of indien mogelijk naar een alternatief zoeken!”

1 Bereid u voor; weet wat u wilt vragen en wat u van de afspraak verwacht. 2 Schrijf van te voren op wat uw vragen zijn en wat u wilt bespreken. 3 Wees open en eerlijk: als u medicijnen niet gebruikt leg dan uit waarom; maak uw klacht niet kleiner dan dat hij is. 4 Vraag schriftelijke informatie en vraag uitleg over termen die u niet begrijpt; ga uit van de volgende regel: ‘De arts schiet tekort als ik de uitleg niet snap, maar ik ben zelf verantwoordelijk om te zeggen dat ik het niet kan volgen’. 5 Weet welke medicijnen u gebruikt, voor wat voor ziekten u bent behandeld en voor welke stoffen u allergisch bent. 6 Meld bijzonderheden zoals bijvoorbeeld een kinderwens, of als u in de tropen bent geweest; bedenk bij de voorbereiding welke informatie handig is voor uw arts. 7 Spaar geen vragen op; als u veel vragen heeft, overleg dan met de assistente of een dubbel consult nodig is. 8 Probeer u in te leven in de arts; dit verwacht u ook andersom. 9 Neem iemand mee; twee horen er meer dan een en de ander kan aantekeningen maken terwijl u zich op het gesprek concentreert. 10 Vraag bedenktijd bij belangrijke beslissingen.

VUmc Voor U Tip 2 Klinische genetica

Tip 3 Radiotherapie

Tip 4 Medisch oncologie

Durf te vragen

Noteer een aanspreekpunt

Blijf kritisch

Prof. dr. Hanne Meijers, hoofd afdeling klinische genetica.

Prof. dr. Ben Slotman, hoofd afdeling radiotherapie

Prof. dr. Henk Verheul, hoofd afdeling medische oncologie

“Medische informatie is vaak ingewikkeld en we gebruiken gemakkelijk technische termen. Dat maakt het niet gemakkelijk om precies te begrijpen wat een arts zegt. In mijn vak speelt dat nog meer dan in andere specialismen. Je praat immers niet dagelijks over erfelijke eigenschappen, DNA, genen en chromosomen. Pas wanneer iemand te maken krijgt met bijvoorbeeld aangeboren afwijkingen of erfelijke kanker en het risico loopt op familiaire tumoren, gaan die woorden een rol spelen. Daarom raad ik patiënten altijd aan om vragen te stellen, eventueel met behulp van een door henzelf gemaakt vragenlijstje, en het eerlijk te zeggen als ze mijn uitleg niet meteen begrijpen. Het is de verantwoordelijkheid van de arts om te checken of de patiënt goed begrepen heeft wat er is uitgelegd. Maar de patiënt heeft ook een verantwoordelijkheid: die moet aangeven wanneer hij het niet kan volgen. We kunnen het altijd nog een keertje vertellen.”

“Zeker in het begin krijgt een patiënt zoveel nieuwe informatie te verwerken, dat hij dat nooit allemaal kan onthouden. Zeker als iemand op meerdere afdelingen komt, is dat een serieus probleem. Ik raad patiënten daarom aan om een aanspreekpunt te vragen, zodat iemand weet waar hij terecht kan met vragen. Ook is het goed om te weten waar de patiënt terecht kan als hem thuis nog vragen te binnen schieten. Met wie kan hij dan contact opnemen, of moet hij wachten tot de volgende afspraak? Een ander advies is zeker voor nieuwe patiënten belangrijk: vraag wat er tijdens de volgende afspraak gaat gebeuren. En als er aanvullend onderzoek plaatsvindt, is het natuurlijk belangrijk te weten hoe, van wie en wanneer je de uitslag krijgt.”

“Ik spreek wekelijks patiënten die met hun ziekte en behandeling worstelen, en wekelijks moet ik die mensen teleurstellen. Ze hebben in de krant gelezen dat behandeling X eigenlijk niet zinvol is of op internet een artikel gevonden dat een arts of onderzoeker elders een behandeling met kans op genezing biedt, terwijl dat volgens hun eigen arts niet meer mogelijk is. Onderzoekers kunnen in het laboratorium een potentiële behandeling hebben gevonden, maar die heeft zich in de klinische praktijk nog niet bewezen. Zo’n behandeling kan niet zonder meer worden toegepast bij patiënten, maar moet eerst goed worden onderzocht op z’n effectiviteit en veiligheid. Artsen van VUmc streven altijd naar een behandeling die ofwel gericht is op genezing ofwel gericht is op langer leven met de best mogelijke kwaliteit. Het is logisch dat patienten overal naar informatie zoeken en de media speelt daar op in. Omdat kanker een veel voorkomende en levensbedreigende ziekte is, wordt er veel onderzoek naar gedaan en zijn er doorlopend nieuwe ontwikkelingen, maar een nieuwe behandeling die bij één patiënt werkt, hoeft niet voor andere patiënten een goede behandeling te zijn.”

Samen kiezen voor beter

VUmc Voor U is een speciale uitgave ter gelegenheid van de Week van de Patiëntveiligheid, 25-29 november 2013. Kwaliteit van zorg


Samen kiezen voor beter

VUmc focust op kwaliteit van zorg

Fo t o D i g i D a a n

● Monique Krinkels

‘K

waliteit van zorg is voor VUmc het speerpunt voor 2014”, aldus prof. dr. Chris Polman, lid van de raad van bestuur. “Voor het komende jaar staan medicatieveiligheid, infectiepreventie, het preoperatieve proces, continuïteit van zorg en informatieoverdracht centraal in VUmc.” De raad van bestuur heeft vijf medewerkers tot ambassadeur benoemd, die hier het hele jaar aandacht aan gaan besteden: prof. dr. Mark Kramer, afdelingshoofd interne geneeskunde, prof. dr. Christina Vandenbroucke-Grauls, afdelingshoofd medische microbiologie en infectiepreventie, prof. dr. Stefan Loer, afdelingshoofd anesthesiologie, prof. dr. Jaap Bonjer, afdelingshoofd heelkunde, en KNO-arts dr. Rico Rinkel.

Fo t o A n i t a E d r i d g e

De Week van de Patiëntveilig­heid krijgt dit jaar in VUmc weer veel aandacht. Dat houdt in dat er van 25 tot en met 29 november één onderwerp centraal staat binnen VUmc: patiëntveiligheid. Doel van deze week is om kennis en ervaringen ten aanzien van veilige patiëntenzorg met elkaar te delen, en bewustwording te vergroten. Voor medewerkers is er een weekprogramma samengesteld en voor u, als patiënt, hebben we een speciale uitgave van ‘VUmc Voor U’ gemaakt.

Chris Polman is lid van de raad van bestuur. Zijn belangrijkste aandachtsgebied is patiëntenzorg

“Samen met alle medewerkers in huis proberen we de kwaliteit van zorg continu te verbeteren.” Veiligheid “Maar ook patiëntveiligheid maakt deel uit van kwaliteit van zorg. Daarom is deze week een goed moment om daar aandacht voor te vragen”, vervolgt Polman. Hij neemt samen met bestuursvoorzitter Wouter Bos hierbij het voortouw. “De kernwaarden van VUmc zijn

betrokkenheid, zorgvuldigheid en ambitie. Het zorgen voor een veilige omgeving voor medewerker en patiënt sluit daar naadloos bij aan.” “Patiënten hebben zeker ook een rol als het om het vergroten van de veiligheid gaat”, vindt Polman. “Het vergroten van veiligheid doen we samen met onze patiënten, want niet voor niets is onze slogan ‘Samen kiezen voor beter’. Zij hebben bijvoorbeeld informatie die de zorgverleners nodig hebben om hun werk goed te kunnen doen. Het is daarom belangrijk dat patiënten meer weten over wat er in een ziekenhuis gebeurt en op welke manieren er aan veiligheid wordt gewerkt. Met deze uitgave van ‘VUmc Voor U’, geven we onze patiënten een kijkje in de keuken.”

● Ben de Graaf Als een patiënt moet worden geopereerd, volgt er een heel proces. Khodeza Koppenol, stafmedewerker bij de dienst operatiekamers, legt uit. “De chirurg verwijst de patient eerst door naar het inloopspreekuur van de preoperatieve screening. Daar moet een uitgebreide vragenlijst worden ingevuld, gevolgd door een

gesprek met de anesthesioloog. Het is bijvoorbeeld belangrijk dat alle medicijnen die iemand gebruikt, worden genoemd, ook de homeopathische middelen. En als een patiënt een uitgebreide ziektegeschiedenis heeft, kan een aparte afspraak met de anesthesioloog worden ingepland, zodat die extra tijd kan nemen.” Voor de opname – Veiligheid rond een operatie speelt al een rol voordat iemand naar het ziekenhuis gaat voor de opname. Koppenol: “De voorbereiding is heel belangrijk. Zo moeten patiënten de adviezen van de anesthesioloog goed opvolgen,

Wetenswaardig

Fouten melden leidt tot verbetering Vanuit de gedachte ‘van fouten kun je leren en dit bevordert de kwaliteit en veiligheid’ zijn medewerkers van VUmc verplicht een incident te melden wat tot een fout of bijna tot een fout heeft geleid. Alle (bijna) incidenten worden geregistreerd, onderzocht en beoordeeld. Zo nodig worden er maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen.

Sinds begin 2013 vragen verpleegkundigen patiënten na een operatie standaard drie keer per dag naar hun pijnbeleving. Aan de hand van het ‘anesthesieprotocol’ kunnen verpleegkundigen zelfstandig de juiste maatregelen nemen om de pijn te bestrijden. In ernstige gevallen komt het pijnteam in actie. Deze aandacht voor pijnbestrijding werkt goed. ● Jeroen Kleijne “Pijnbestrijding is een van de thema’s die we extra aandacht geven vanuit het landelijke veiligheidsprogramma”, vertelt zorgmanager Edwin Pompe. “In ziekenhuizen liggen nog steeds patiënten die onnodig pijn lijden. Voorheen hadden we pijn veel minder duidelijk in beeld, met de pijnscores hebben we dat wel. Meten is weten. Na sommige ingrepen is pijn niet geheel te voorkomen, maar met een goede en tijdige pijnbestrijding kun je veel bereiken.” Cijfer De eerste verandering die VUmc begin 2013 heeft ingevoerd, is het navragen van de pijnbeleving bij patiënten na een operatie, wat nu goed verankerd is in het werkproces. Sinds 1 november vragen verpleegkundigen bij álle klinisch opgenomen patiënten minimaal eens per dag naar de pijnbeleving. De patiënt geeft de pijn zelf een cijfer, van nul (geen pijn) tot tien (ergst denkbare pijn). In het pijnprotocol staat aangegeven voor welke fasen van de pijn ingrijpen nodig is. “Onder de vier is normaal geen actie nodig. Tussen vier en zeven geeft het pijnprotocol aan welke actie je kunt inzetten. Het streven is om scores boven de zeven waar mogelijk te voorkomen. De verpleegkundigen kunnen aan de hand van het protocol direct met pijnbestrijding beginnen. Dit scheelt afstemtijd met de arts en geeft meer zelfstandigheid aan de verpleegkundigen. Als dit niet voldoende is, kan het pijnteam worden ingeschakeld. Dat team is 24 uur per dag aanwezig om extra pijnbehandelingen te starten.”

Patiënten dragen zelf bij aan een veilige operatie VUmc doet er alles aan om een operatie goed en veilig te laten verlopen. Wat gebeurt er en wat kan een patiënt zelf doen?

Aandacht voor pijnbestrijding werkt goed

bijvoorbeeld voor de operatie niet eten en drinken. Het operatiegebied mag niet worden geschoren, want dit kan huidwondjes veroorzaken. Vooraf thuis douchen en schone, kortgeknipte nagels helpen mee om infecties te voorkomen. En natuurlijk mogen er geen sieraden of piercings mee naar de operatiekamer.” Tijdens de opname – Op de opnamedag krijgt de patiënt een polsbandje. “Medewerkers vragen herhaaldelijk naar iemands naam, geboortedatum en ingreep. Dit is onderdeel van de veiligheidsprocedure. Voor de operatie komen de zaalarts, chirurg en anesthesioloog bij de patiënt langs voor een laatste controle.” Op de operatiekamer – Op de operatiekamer krijgt de patiënt in aanwezigheid van het hele OK-team nog een allerlaatste controle. Op de uitslaapkamer – Na de operatie wordt de patiënt wakker op

de uitslaapkamer. De verpleegkundige vraagt of iemand pijn heeft of misselijk is. “Ik raadt patiënten altijd aan zich niet groter voor te doen dan ze zijn. Bij pijn krijgt de patiënt pijnstilling, waardoor hij bijvoorbeeld beter slijm op kan hoesten. Hierdoor herstelt iemand beter.” De anesthesioloog bepaalt wanneer de patiënt weer naar de afdeling mag. Op de afdeling – Na de laatste instructies van de verpleegkundige en een afsluitend gesprek met de chirurg mag de patiënt naar huis. “Na een dagchirurgische ingreep is een begeleider nodig. Reis met auto of taxi en zorg dat iemand de eerste 24 uur niet alleen thuis is”, adviseert Koppenol. Weer thuis – Als een patiënt meteen na een ingreep klachten heeft, moet hij contact opnemen met de spoedeisende hulp van VUmc, tel. 020-4443636. “Maar voor klachten die na 24 uur optreden, kan de patiënt weer terecht bij de huisarts.”

Belangrijk De patiënten reageren tot nu toe positief op de pijncontroles. Edwin Pompe: “Omdat we constant meten, krijgen mensen al vrij snel door dat pijnbestrijding in ons ziekenhuis belangrijk is. Ze voelen zich serieus genomen in hun pijnbeleving. De verwachting is, dat we met het inzetten van een adequaat pijnbeleid een vermindering van de pijn bij onze patiënten zien. We hopen dat te kunnen vaststellen door het bijhouden van de meetgegevens over een langere termijn.” Wetenswaardig

Patiënten denken mee in participatie­raad VUmc heeft een patiënten­partici­ patie­raad. Deze raad bestaat uit patiënten en vertegenwoordigt het belang van VUmc-patiënten bij onderwerpen die voor patiënten belangrijk zijn. Zo adviseert de PPR bijvoorbeeld over de beweg­ wijzering binnen en buiten VUmc.


Patiënten houden medicijngebruik in eigen beheer De afdeling Kort Verblijf heeft een checklist ontwikkeld voor het gebruik van thuismedicatie in het ziekenhuis. Sinds vier maanden gebruikt de afdeling de checklist om de patiëntveiligheid te verbeteren en de autonomie van patiënten te vergroten. “We krijgen alleen maar positieve reacties”, vertelt teamleider Ann van Putten.

Extra aandacht voor de veiligheid van ouderen

● Jeroen Kleijne

Een opname is een mooi moment om te zorgen dat een patiënt ook thuis minder risico’s loopt

kundige, afhankelijk van de oorzaak, of enkele adviezen voldoende zijn of dat bijvoorbeeld een arts-ouderengeneeskunde, fysiotherapeut of ergotherapeut in consult moet worden geroepen. “Dit is maatwerk. Het gaat erom dat de patiënt niet meer valt, zowel tijdens de ziekenhuisopname als thuis.” Belangrijk is ook de rol die patiënten zelf spelen wat betreft hun eigen veiligheid. Hop: “We proberen ze bewust te maken wat ze hiervoor zelf kunnen doen. Dat varieert van de medicijnen volgens voorschrift innemen tot het dragen van goed schoeisel om de kans op vallen te verkleinen.”

eten, thuis soms vallen, moeilijk bewegen of vergeten hun medicijnen in te nemen.

Ouderen zijn vaak extra kwetsbaar, bijvoorbeeld omdat ze fysieke beperkingen hebben, sneller vallen, plotseling verward zijn of ondervoed raken. Hoe gaan verpleegkundigen in VUmc hier mee om? ● Ben de Graaf

A

ls patiënten opgenomen worden, vraagt de verpleegkundige onder andere naar de reden van de opname en de voorgeschiedenis. In dat gesprek moet ook duidelijk worden of patiënten door hun leeftijd extra risico’s lopen. Bijvoorbeeld doordat ze te weinig

Maatwerk “Het vraaggesprek is voor een deel gebaseerd op een wetenschappelijk onderbouwde vragenlijst die veel ziekenhuizen in Nederland gebruiken”, vertelt zorgmanager Gerrie Hop. “De antwoorden geven ons een beeld van de extra risico’s die deze ouderen lopen. De ziekenhuisopname is vaak de eerste keer dat we in contact komen met de patiënt. Een mooi moment om ervoor te zorgen dat niet alleen de opname veilig verloopt, maar ook dat de patiënt daarna minder risico loopt. Als de patiënt bijvoorbeeld thuis gevallen is, beoordeelt de verpleeg-

Veiligheid op afdeling Op de zorgafdelingen binnen VUmc

Bundel van maatregelen voorkomt infecties namelijk heel kleine wondjes ontstaan, wat het risico op infecties vergroot. Is scheren onvermijdelijk, zoals bijvoorbeeld bij hersenoperaties, dan gebeurt dat in de operatiekamer en op aanwijzing van de chirurg, met een speciale tondeuse die de huid niet beschadigt.”

O m in fe

g re e p ni et

th te o n

a re

n

Niemand wil na een behandeling in het ziekenhuis een infectie oplopen. Welke maatregelen neemt VUmc om wond­infecties na een operatie te voorkomen? En wat kunt u zelf doen?

Verder verbeteren “Verpleegkundigen in VUmc zijn enthousiast bezig de veiligheid voor ouderen steeds verder te verbeteren”, zegt Hop. “Zo maken we voor mensen met een fysieke beperking een werkkaart met nuttige oefeningen en verwachten we eind dit jaar een instructievideo klaar te hebben. Deze video kunnen patiënten dan bekijken op de patiëntentelevisie.”

Wetenswaardig

Check naam en geboortedatum Eenmaal in VUmc wordt herhaal­ de­lijk naar uw naam en geboorte­ datum gevraagd, als er bloed ge­ prikt wordt of op de operatie­kamer bijvoorbeeld. Dit terwijl u een polsbandje krijgt met uw persoon­ lijke gegevens. Het op cruciale mo­ menten verifiëren van uw naam, ge­ boortedatum en zelfs uw operatie is een veiligheids­maatregel. Vergis­ singen moeten uitgesloten worden, daarom zijn de checks ingebouwd. U weet namelijk zelf het beste waar u aan geopereerd wordt.

vo o

ev

oo

ek

st

rd

c ti e

e in

Warmtemanagement Een patiënt die voor, tijdens en na een operatie goed op ● Ursula Wopereis temperatuur is, loopt minder risico op infecties. “Daarom vragen “VUmc werkt volgens strikte we patiënten om voor de operatie hygiënevoorschriften. Daarrk e om w op tijd in het ziekenhuisbed te kruipen, door is de algemene hygiëne op e en d in zodat ze warm en zo comfortabel mogelijk mo de operatiekamer en de patiëntveiic h gen p z n e t a n tië op de OK aankomen.” Tijdens de operatie wordt ligheid de laatste jaren enorm verbeterd”, de temperatuur gemeten. De patiënt mag de operatievertelt Mariska Kraan, stafmedewerker zorg en kamer pas verlaten met een lichaamstemperatuur van 36 organisatie OK. Om de risico’s op postoperatieve wondtot 38 °C. Heeft u het koud? Geef het aan bij de verpleeginfecties (POWI) tot een minimum te beperken werkt de kundige. OK ook met een bundel van vier maatregelen. Van het terugdringen van het aantal onnodige deurbewegingen Antibiotica: op tijd en alleen als het echt nodig is op de operatiekamer merken patiënten in de praktijk “Onderzoek heeft aangetoond dat antibiotica profylaxe weinig. Dat geldt wel voor de maatregelen ten aanzien optimaal werkzaam is als deze 15 tot 60 minuten voor van ontharen, warmtemanagement en antibiotica. de operatie wordt gegeven”, vervolgt Kraan. “We dienen Niet ontharen voor de operatie overigens alleen antibiotica toe als dat echt noodzakelijk is. De richtlijnen zijn vastgelegd in het Antibiotica handPatiëntveiligheid begint met een goede voorbereiding. boek VUmc. Het kan dus gebeuren dat u geen antibiotica “We vragen patiënten nadrukkelijk om zich in de week krijgt, terwijl u dat wel verwacht. Wilt u meer weten? voor de ingreep niet te ontharen in en rond het operatieVraag uw chirurg of anesthesioloog om uitleg.” gebied”, legt Kraan uit. “Door scheren of epileren kunnen

zijn ook voorzieningen getroffen om de veiligheid van oudere patiënten te vergroten. Zo knipt het licht op het toilet en in de badkamer automatisch aan en hebben de looprekjes een houder voor een infuus, zodat patiënten niet tegelijkertijd met looprekje en infuusstandaard hoeven te manoeuvreren.

Wetenswaardig

Deurbewegingen op de operatiekamer minimaliseren Op de operatiekamers moet de omgeving zo schoon mogelijk zijn om infecties te voorkomen. De mens is de belangrijkste bron van micro-organismen op de OK. Als het aantal personen en bewegingen toeneemt, stijgt het aantal microorganismen in de lucht. Met het openen van de deuren valt de beschermende overdruk op de OK weg. Daarom beperken we het open en dicht gaan van de deuren van de OK tijdens een operatie tot een noodzakelijk minimum.

“Als VUmc willen we de patiënt centraal stellen en op een veilige manier inspraak geven”, legt Ann van Putten uit. “Veel patiënten gebruiken thuismedicatie, maar hoe werkt dat als ze dan in het ziekenhuis belanden? We vinden het belangrijk dat ze waar mogelijk hun medicijngebruik in eigen beheer houden, maar wel met een veilige controle. Naast de checklist wordt de thuismedicatie geregistreerd in Medicator, het computersysteem dat we daarvoor gebruiken. Het systeem geeft automatisch een signaal als twee medicijnen niet samengaan.” Willen Tijdens het intakegesprek stelt een verpleegkundige aan de hand van de checklist een aantal vragen over de thuismedicatie. “Zijn de medicijnen identificeerbaar? Weet de patiënt waarvoor hij de verschillende medicijnen gebruikt? Is hij fysiek in staat en voldoende helder om het medicijngebruik zelf te regelen? En wil hij dat ook? Sommigen geven het beheer over hun medicijngebruik in het ziekenhuis juist liever uit handen aan een verpleegkundige, omdat ze ineens een hele andere routine hebben dan thuis. Uiteindelijk tekent de patiënt ook voor het wel of niet zelf willen beheren van zijn thuismedicatie.” Kort Verblijf gebruikt de checklist nu vier maanden en de reacties van patiënten zijn positief. De teamleider: “Mensen stellen het op prijs dat ze serieus worden genomen en waar mogelijk hun autonomie kunnen behouden. Uiteraard controleren wij in alle gevallen of de patiënt thuismedicatie op tijd heeft ingenomen. In deze nieuwe situatie is de patiëntveiligheid beter gewaarborgd.” Apothekers-assistenten Het is de bedoeling dat apothekers-assistenten vanaf 2014 het medicijngebruik van alle patiënten controleren bij opname en ontslag. De pilotfase loopt al. Ann van Putten: “Apothekers-assistenten zijn natuurlijk nog beter op de hoogte van alle ins en outs op het gebied van medicijngebruik. Het voordeel voor de patiënt is dat zijn gebruik goed gecheckt wordt voorafgaande aan een ziekenhuisopname en nog een keer bij zijn ontslag. De patiënt krijgt straks ook een actueel overzicht mee van zijn medicijngebruik, eventueel aangevuld met nieuwe medicijnen. Niet alleen van belang voor de patiënt, maar ook voor zijn thuisapotheek en de huisarts. Het is de bedoeling dat deze controle uiteindelijk VUmcbreed wordt ingevoerd.”


Samen kiezen voor beter

Luisteren naar de patiënt

Voor iedere patiënt de juiste nazorg Tien tot vijftien procent van de patiënten heeft na een ziekenhuis­­ opname nazorg nodig. Het merendeel redt zich prima met thuis- en mantelzorg, een minder­ heid gaat tijdelijk naar een verpleegof verzorgingshuis, krijgt palliatieve thuiszorg of gaat naar een hospice. Het Transferbureau zorgt ervoor dat iedereen de juiste zorg krijgt.

Het patiënteninformatiecentrum verwerkt alle opmerkingen en suggesties die in de ideeënbussen belanden

N

elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie

mag worden ver veelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij

De Ontwerperij, Amsterdam Druk: DeltaHage, Den Haag Copyright © 2013 VUmc, Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

dienst communicatie VUmc, k amer PK4 X199, Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam, tel. 020-4443444, e -mail communicatie@VUmc.nl Vormgeving:

verantwoordelijk heid van de dienst communicatie Eindredactie Monique Krinkels Redactie: Yvette Bomer t en Marieke Schutte Redactiesecretariaat:

iet alleen de zorgverleners, maar ook de organisatie als geheel luistert goed naar wat patiënten willen. Vooral suggesties over hoe VUmc verbeteringen kan aanbrengen zijn zeer welkom. Dat kon al langer via de website van VUmc, maar de raad van bestuur wilde daarnaast ook een fysieke mogelijkheid bieden om opmerkingen en suggesties kenbaar te maken. Inmiddels staan er al weer ruim een jaar ideeënbussen, één in de hoofdhal van het ziekenhuis en één in de

VUmc Voor U is een uitgave ter gelegenheid van de Week van de Patiëntveiligheid, 25-29 november 2013 Oplage: 10.000 VUmc Voor U is gemaakt onder

Fo t o J e a n - P i e r r e J a n s

● Ursula Wopereis

hoofdhal van de polikliniek. Het patiënteninformatiecentrum beheert de ideeënbussen en verwerkt de suggesties, opmerkingen en meldingen. “We hebben inmiddels al meer dan 140 inzendingen verwerkt”, vertelt Naziha Abachri van het patiënteninformatiecentrum. De medewerkers daar registreren de opmerkingen, sturen een bevestigingsmail naar de melder en laten ook weten wat er met de melding gedaan wordt. “Er zitten heel praktische adviezen bij, waar we direct

iets mee kunnen. Zo is inmiddels het invalidentoilet opgeknapt en hebben we het rookbeleid opnieuw aangescherpt. Roken op het bordes is mogelijk op de aangegeven plaatsen, maar het mag geen overlast veroorzaken. Patiënten en bezoekers moeten het ziekenhuis en de poli zonder rookgordijn in kunnen komen. Een ander goed idee is om een deurbel bij de schuifpui aan te brengen. Die schuifpui gaat namelijk niet automatisch open, omdat dat teveel tocht. Dus voor patiënten voor wie

Tolkenpool biedt iedereen persoonlijke vertaalservice Vanachter een computer plotseling weggeroepen worden om te vertalen bij een reanimatie. Dat overkomt ruim zestig medewerkers van VUmc wel eens. Ze zijn tweetalig en hebben zich aangemeld voor de tolkenpool, die in spoedeisende gevallen patiënten en hun naasten vrijwillig terzijde staat. Amsterdam telt ruim 170 nationaliteiten en is daarmee de stad met de meeste nationaliteiten ter wereld. Logisch dat lang niet iedereen die bij VUmc komt, vloeiend Nederlands spreekt. En in de zorg is het juist zo belangrijk dat hulpverlener en patiënt elkaar perfect begrijpen. Professionele tolken “Een aantal van onze patiënten heeft moeite met de Nederlandse taal of zijn de Nederlandse taal helemaal niet machtig”, vertelt Geraldine van der Waal, die de tolkenpool samen met Emilie Holthuizen coördineert. “Voor geplande afspraken maken we gebruik van professionele tolken en vertalers die zijn aangesloten bij de landelijke tolkentelefoon. Dat heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg voorgeschreven

de draaideur een barrière vormt, is een deurbel een uitkomst.” Andere suggesties zijn bestemd voor een specifieke afdeling. “Die spelen we door naar het betreffende team, die daar op snel op reageren. Ook daar zitten hele goede opmerkingen tussen. Zo kwam iemand met het advies om jongvolwassenen in een aparte zorgeenheid op te nemen. Ze voelen zich niet thuis bij de kinderen, maar ook niet bij de volwassenen. We zijn aan het kijken of we daar een oplossing voor kunnen vinden.”

Wetenswaardig

Voor vragen en klachten naar het patiënt­informatie­ centrum

en we maken graag gebruik van deze voorziening.” Vrijwilligers In spoedeisende situaties is er niet direct een professionele tolk beschikbaar. “Om de patient dan toch van dienst te kunnen zijn, heeft VUmc een tolkenpool. De pool bestaat uit medewerkers van VUmc die naast het Nederlands ook een andere taal goed beheersen en die in noodgevallen bereid zijn op vrijwillige basis te tolken voor patiënten die hun taal spreken”, aldus Van der Waal. Ze zijn afkomstig uit alle geledingen van de organisatie. Het kan dus een verpleegkundige zijn, maar ook een onderzoeker of iemand met een administratieve baan. De tolkende medewerkers zijn dus geen professionele tolken. “Samen spreken zij 28 verschillende gesproken talen én gebarentaal. De tolkenpool zorgt voor een beter begrip tussen arts en patiënt.” Het project oogst veel waardering, zowel bij de aanvragers als bij de aanbieders. “De tolken zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid en vanuit hun achtergrond vaak erg betrokken bij een patiënt. Ze ervaren deze dienstverlening als een positieve bijdrage voor patiënt en veiligheid.”

Bij het patiëntinformatie­ centrum van VUmc kunt u terecht met vragen over uw ziektebeeld of voorzieningen binnen VUmc. Maar u kunt er ook uw (on) tevredenheid uitspreken of een klacht indienen. Het patiëntinformatiecentrum is iedere werkdag open en vindt u op de begane grond in de polikliniek van VUmc.

Wetenswaardig

VUmc in cijfers O Er komen dagelijks 2.000 gesprekken binnen op het algemene telefoonnummer 020-444 4444 O Het ontbijt en de lunch krijgen onze patiënten met de broodserveerwagen. Daarnaast maken de koks 450 warme maaltijden voor hen O Medewerkers vervoerden vorig jaar 31.295 patiënten naar hun bestemming binnen VUmc. Ze liepen daarbij 15 kilometer per dag O Er worden in VUmc jaarlijks ruim 13.500 operaties uitgevoerd in zestien operatiekamers O Via de koffieautomaten verstrekt VUmc 1,8 miljoen consumpties. Daarnaast gaat er 114.000 liter zuivel naar de zorgeenheden

Als academisch centrum behandelt VUmc patiënten uit heel Nederland. “Of een patiënt nu uit Amsterdam, de Kop van Noord-Holland of Groningen komt, wij regelen dat iemand na een ziekenhuisopname de juiste zorg krijgt”, vertelt Suzanne Leijnse, coördinator van het Transferbureau van VUmc. Het Transferbureau is binnen VUmc dé expert op het gebied van wet- en regelgeving nazorg. De negen medewerkers zijn samen goed voor ruim 3.000 aanvragen per jaar en informeren patiënten en zorgafdelingen over de mogelijkheden op het gebied van nazorg. Omdat de regelgeving complex is, per gemeente verschilt en vaak verandert, is dat geen overbodige luxe. Totaalplaatje Hoe gaat dat in zijn werk? Een verpleegkundige van de zorgafdeling of de polikliniek schakelt het Transferbureau in, soms al voor de geplande opname. “We maken een afspraak met de patiënt en bespreken vaak in overleg met de partner, kinderen of mantelzorgers wat er geregeld moet worden” legt Leijnse uit. “Tijdens zo’n gesprek krijgen we een breder beeld van de situatie voor de opname en de zorgbehoefte van de patiënt. Samen kijken we wat mensen zelf kunnen doen en wat wij kunnen betekenen.” Mensen realiseren zich soms onvoldoende dat aanvullende zorg tegenwoordig niet meer vanzelfsprekend wordt geregeld en vergoed, merkt Leijnse. “Anderen vinden het moeilijk een beroep op hun omgeving te doen. Toch kun je daar niet omheen. Mantelzorgers worden steeds belangrijker.” Veiligheid voorop Vóór de zorg wordt overgedragen, moet helder zijn voor welke zorgindicaties de patiënt in aanmerking komt en hoe de financiering geregeld is. Een deel van de zorg wordt vergoed door de zorgverzekeraar of via de AWBZ, ook kan de financiering via de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) lopen. Het Transferbureau heeft korte lijnen met thuiszorgorganisaties en zorginstellingen door het hele land en maakt per patiënt heldere afspraken over de inhoud van de nazorg. Pas als de kwaliteit en veiligheid van nazorg gegarandeerd zijn, kan ontslag uit het ziekenhuis plaatsvinden. Leijnse benadrukt dat alleen die zorg geregeld wordt, die noodzakelijk is voor ontslag, zoals persoonlijke verzorging, verpleging, maaltijden of alarmering. “Voorzieningen als huishoudelijke hulp, scootmobiels of trapliften moeten mensen zelf aanvragen via het WMO zorgloket in hun gemeente. We helpen ze daarbij natuurlijk wel op weg. Veiligheid gaat tenslotte voor alles.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.