Synaps 78

Page 1

Synaps is het wetenschapsmagazine van VU medisch centrum

78

juli 2011

Geneesmiddelenonderzoek bij neurologiepatiĂŤnten Afbouwen antidepressiva Zwangerschapsdiabetes: tijdelijk, maar niet zonder gevolgen

Nieuwe richtlijn osteoporose

Fracturen voorkomen


02

03

Colofon

‘Fractuurpreventie, daar draait het om in de nieuwe CBO-richtlijn osteoporose’. Aldus prof.dr. Willem Lems, reumatoloog en voorzitter van de commissie.

Synaps is het medischwetenschappelijke tijdschrift van VU medisch centrum. Het verschijnt vijf keer per jaar in een oplage van 10.000 exemplaren.

08 Geneesmiddelenonderzoek bij neurologiepatiënten Sinds kort is het in VUmc mogelijk om in een vroeg stadium onderzoek te doen naar nieuwe medicatie, bijvoorbeeld tegen symptomen van Alzheimer.

04

10 Portret

Hoogleraar Anton Vonk Noordegraaf gaat de boer op om bekendheid met pulmonale arteriële hypertensie te vergroten onder artsen.

13 Dragerschapstests

Zege of vloek voor aanstaande ouders? Drie reacties in Uitgelicht.

14 VUmc-team voor hele jonge patiënten

10

Al pratend en spelend probeert het team de stress bij ouders te verminderen en de behoeften van de baby of peuter te achterhalen.

18 Zwangerschapsdiabetes Europees project onderzoekt de meest effectieve preventie van zwangerschapsdiabetes.

20 Nieuw wooncomplex GGZ inGeest Steeds minder ‘ziekenhuis’, steeds meer een buurtje.

23 Begeleid afbouwen antidepressiva

Psychotherapeut Willemijn Scholten: ‘Er is nog weinig bekend over de afbouw van angstmedicatie.’

03 Eureka!

18

Jochim Terhaar sive Droste over darmkankerscreening

07 Kort en column 16 Kort en agenda 19 Samenwerking

Online overzees opleiden

22 Kort GGZ inGeest 24 Toen & Nu

Supergeleiding

Opmerkelijk Op 29 juni startte de bouw van een radiotherapeutische satellietlocatie van VUmc in Hoorn. Groot voordeel is de korte reis-

20

Synaps

Nummer 78

Tekst Hidde Boersma, Rob Buiter, Jeroen Geurts, Liesbeth Kuipers, Barbara van Male, Marianne Meijerink Beeld Artbox/Rhonald Blommestijn, Thijs Balder/ Parool, Mark van den Brink, DigiDaan, Aad Goudappel, Harry Meijer, Museum Boerhaave, Shutterstock, VUmc. Coverfoto: Harry Meijer

wikten en wogen, onderzocht Jochim Terhaar sive Droste de kansen en valkuilen van bevolkingsonderzoek naar darmkanker.

‘Extra MDL-artsen nodig’

H

Gezondheidsraad over darmkankerscreening

bevolkingsonderzoek darmkanker!

uit 2009 vijf hoofdstukken uit je eigen proef-

‘Ja, vanaf 2013 wil minister Schippers begin-

schrift als referentie tegenkomt dan geeft

nen om iedereen tussen 55 en 75 de moge-

dat zacht gezegd wel voldoening. Mijn dis-

lijkheid van onderzoek van de ontlasting aan

sertatie geeft een mooi wetenschappelijk

te bieden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik blij

overzicht van de eerste concrete gedachten

verrast was toen zij dit besluit bekendmaakte.

over screening in 2005 tot het uiteindelijke

De winst van dit onderzoek ligt immers voor-

besluit tot invoering in 2013.’

bij deze kabinetsperiode.’

Vormgeving Studio Corina van Riel, Amsterdam Druk Roto Smeets GrafiServices, Utrecht Redactieadres dienst communicatie VU medisch centrum Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam Tel: (020) 444 3444 E-mail: synaps@VUmc.nl

Een selectie van de artikelen uit Synaps staat ook op: www.VUmc.nl/synaps

Maar uit jouw onderzoek blijkt ook dat Om op de titel van je proefschrift aan te

de Amsterdamse huisartsen niet staan

haken: wat zijn de kansen van dit onder-

te springen…

zoek?

‘Dat klopt, maar let wel, dat was in

‘Door vroege opsporing van darmkanker of de

2005. Ik zou graag willen onderzoe-

voorstadia kun je de prognose van duizenden

ken of huisartsen dankzij de voor-

mensen verbeteren. Jaarlijks zullen hierdoor

lichting inmiddels positiever

ruim 2.000 mensen minder overlijden aan

staan tegenover dit bevolkings-

darmkanker.’

onderzoek. Want als de huisarts het niet positief voorlegt

En de valkuilen?

aan zijn patiënten wordt het

‘De ontlasting van de doelgroep zal met een

inderdaad niks. En als je het

immunologische test worden bekeken op

mij vraagt is dit potentieel

sporen van bloed. Mensen die meer dan 75

een effectiever bevolkings­

ng rode bloedcellen per ml bufferoplossing

onderzoek dan dat voor baar-

hebben zal een coloscopie worden aangebo-

moederhalskanker of borst-

den. Uit mijn onderzoek blijkt duidelijk dat er,

kanker.’

zeker de eerste jaren, MDL-artsen bij zullen moeten komen en mogelijk ook gespeciali-

VU medisch centrum en GGZ inGeest zijn partners. VU medisch centrum maakt deel uit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU): www.nfu.nl

seerde nurse practitioners om al die extra

© VU medisch centrum. issn: 1381-0812. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

hele darm goed kan worden bekeken. Het

coloscopiën uit te voeren. Er zullen ook mensen worden onderzocht die geen darmkanker blijken te hebben en er zullen ook kankers worden gemist, bijvoorbeeld omdat niet de beste is dan ook om de test elke twee jaar te herhalen.’

tijd voor patiënten in de regio. De vermoeiende reis naar

Ben je in je onderzoek nog tot briljante

Amsterdam blijft hen in een belastende bestralingsperiode

‘Eureka!-inzichten’ gekomen?

bespaard.

‘Niet in de zin dat ik compleet nieuwe dingen

Lees meer op pagina

16

<tekst Rob Buiter foto Mark van den Brink>

Het gaat er nu toch echt van komen, dat

Verder werkten mee Martina Cornel, Jacqueline Noordhoek, Jasper Sluimer en Martijntje Smits.

Adreswijzigingen communicatie@VUmc.nl

EN VERDER:

Redactie Caroline Arps (eindredacteur), Mariet Bolluijt, Edith Krab, Marcel Licher, Jan Spee

sen en wat hebben ze onderzocht? Terwijl Gezondheidsraad en overheid

EUREKA!

04 Nieuwe CBO-richtlijn osteoporose

Jaarlijks promoveren ruim honderd wetenschappers bij VUmc. Wie zijn deze men-

‘ Jaarlijks zullen

Paspoort

inhoud

Synaps 78, juli 2011, zeventiende jaargang

hierdoor ruim 2.000 mensen minder overlijden aan darmkanker’

heb ontdekt. Maar als je in het advies van de

juli 2011

Synaps


04

05

‘We willen vooral bereiken dat minder mensen iets breken’

Osteoporose is verminderde massa van het bot, onder meer door de afbraak van kalk en andere mineralen. Het is een chronische aandoening die vooral vrouwen treft na de menopauze, maar in toenemende mate ook andere groepen. Dat is onder meer een gevolg van comorbiditeit met andere ziekten, medicijngebruik en veranderingen in leefstijl. Het aantal mensen met osteoporose bedraagt

Fractuurpreventie, dat is waar het om gaat in de nieuwe CBO-richtlijn osteoporose.

vermoedelijk enkele honderdduizenden (maar blijft in de meeste gevallen onopgemerkt). Verwacht wordt dat het

Hij kwam tot stand met veel deskundige input van VUmc. Onder voorzitterschap van

aantal gaat toenemen als gevolg van de vergrijzing. Osteoporose kan gemakkelijk worden vastgesteld aan de

reumatoloog prof. dr. Willem Lems, werd twee jaar aan de landelijke richtlijn gewerkt.

W

Wat al jaren de praktijk is binnen VUmc, wordt landelijk beleid: iedere vijftigplusser die behandeld is voor een botbreuk, ontvangt een oproep voor een botdichtheidsmeting. Verminderde botdichtheid, osteoporose, leidt vaak tot fracturen bij vrouwen

<foto Shutterstock>

Wat is osteoporose?

Osteoporose

Osteoporose

VUmc leverde expertise voor nieuwe richtlijn osteoporose

hand van röntgenonderzoek. Er wordt gekeken naar botmineraaldichtheid en eventuele wervelbreuken (‘wervelinzakkingen’). De botmineraaldichtheid wordt bepaald met een

<tekst Marianne Meijerink foto Harr y Meijer>

DXA-meting en uitgedrukt in een t-waarde. Een IVA-meting brengt wervelbreuken aan het licht. In VUmc kunnen beide metingen in één keer worden verricht. Bij een t-score lager

lijk erg veel. En bovendien weten we dat als iemand eenmaal een botbreuk heeft gehad, de kans heel groot is dat dat binnen twee jaar weer gebeurt.’ Bij een groot aantal van die mensen is osteoporose de boosdoener, met name bij postmenopauzale vrouwen. Maar ook bij mannen komt botontkalking voor. Daarnaast zijn er andere factoren die de kans op fracturen vergroten.

Lems: ‘Tot voor kort waren er afzonderlijke CBO-richtlijnen over valpreventie en osteoporose. Dat is vreemd, omdat botbreuken in negentig procent van de gevallen het gevolg zijn van een valpartij. Wij wilden dat daarom integreren. Ons uitgangspunt is de fractuur, en wij kijken naar alle factoren die daar aan hebben kunnen bijdragen. In de eerste plaats natuurlijk osteoporose. Bij een erg lage botmineraaldichtheid, met een t-score onder -2,5, volgt behandeling. 

dan -2,5 is sprake van osteoporose. Ligt de t-waarde tussen -1 en -2,5 dan spreekt men van osteopenie.

Medicijntrouw Osteoporose is onomkeerbaar, maar de afbraak kan wel effectief worden geremd. In de meeste gevallen gebeurt dat met calcium, vitamine D en bisfosfonaten. Medicijntrouw is echter een punt van zorg. Onderzoek van prof. dr. Coen Netelenbos aan VUmc heeft aangetoond dat een half jaar na de diagnose nog maar de helft van de patiënten de noodzakelijke medicijnen slikt. ‘Bedroevend laag’, vindt Lems. De mogelijke oplossing ligt wellicht in het gebruik van denosumab, een geneesmiddel dat slechts twee maal per jaar

na de menopauze. Maar ook mannen krijgen zo’n oproep, want ook zij lopen een verhoogd risico op breuken. Je zou het een paradigm shift kunnen noemen. Ging het in de eerdere richtlijnen nog om de diagnostiek en behandeling van osteoporose bij vrouwen van 50 jaar en ouder, nu is het doel vooral om door screening onder alle groepen met een verhoogd risico op osteoporose, de kans op botbreuken te verkleinen. ‘Verminderde botmineraaldichtheid is op zichzelf natuurlijk geen probleem’, zegt Willem Lems. ‘Als patiënt heb je daar helemaal geen last van. Wat je wilt bereiken is dat minder mensen iets breken. Elk jaar komen meer dan 80.000 vijftigplussers bij de traumatoloog of orthopedisch chirurg terecht met een fractuur. Dat is natuurSynaps

Nummer 78

met een onderhuidse injectie hoeft te worden toegediend. Lems noemt het veelbelovend, maar vindt dat er nog te weinig onderzoek is gedaan naar de betrouwbaarheid en veiligheid van het middel in de dagelijkse praktijk (Fase IV onderzoek).

‘ In negentig procent van de gevallen zijn botbreuken het gevolg van een valpartij’

juli 2011

Synaps


07

verhoogd risico op botverlies, osteoporose en fracturen

Multidisciplinaire aanpak De richtlijn osteoporose en fractuurpreventie is ontwikkeld door een multidisciplinaire groep deskundigen: behalve reumatologen en internisten ook chirurgen, huisartsen, en onder meer een geriater, apotheker een radioloog. De deelname van de snijdende specialismen en huisartsgeneeskunde is nieuw. Voor deze opzet is expliciet gekozen vanwege het feit dat verschillende specialisten te maken krijgen met facturen en fractuurpreventie of met aandoeningen die voorkomen in samenhang met osteoporose. De richtlijn biedt landelijk geldende, vakinhoudelijke aanbevelingen voor optimale zorg voor de patiënt en heeft als doel artsen en andere zorgverleners te ondersteunen bij de klinische besluitvorming. De aanbevelingen in de richtlijnen zijn zoveel mogelijk wetenschappelijk onderbouwd. ZonMw subsidieerde de totstandkoming van de richtlijn.

Maar bij osteopene patiënten, mensen bij wie de botmineraaldichtheid aan de lage kant is, tussen de -1 en -2,5, is het zinvol verder te kijken. We checken dan bijvoorbeeld medicijngebruik, verminderd zicht, erfelijke factoren, aandoeningen die tot botverlies leiden en factoren die de valkans vergroten, zoals alcoholgebruik en andere aspecten die met leefstijl te maken hebben.’

Onder de veertig Als hoogleraar metabole botveranderingen bij reumatische ziektes doet Willem Lems al geruime tijd onderzoek naar de gevolgen van aandoeningen als de ziekte van Crohn, de bindweefselziekte SLE en gewrichtsreuma. Bij patiënten kan zich als gevolg van hun aandoening secundaire osteoporose ontwikkelen. Hij Synaps

Nummer 78

noemt een paar voorbeelden. ‘Bij relatief veel jonge vrouwen met SLE zien we een of meerdere wervelinzakkingen, een indicatie voor osteoporosebehandeling. Bij zeker 20 procent komt dat voor, blijkt uit onderzoek dat ik samen met mijn collega-reumatoloog dr. Irene Bultink heb gedaan. Het zijn vrouwen die vaak nog onder de veertig zijn, een categorie die in de vorige richtlijn vanwege de leeftijd niet als risicogroep werd beschouwd. Ook veel mensen met gewrichtsreuma, mannen en vrouwen, lopen een verhoogd risico. Uit ons onderzoek blijkt dat hun kans op botbreuken twee maal zo hoog is als gemiddeld en dat komt doordat ze ontstekingseiwitten in het bloed hebben die tot botverlies leiden. Maar ook het feit dat ze als gevolg van hun ziekte minder

Socrates was bang dat de komst van het boek

steeds kleinere concentratiespanne gekregen,

Spiegel

zijn geheugen zou aantasten en Nietzsche

stelt Carr, en hij raadt dan ook aan om com-

Het onderzoek voor de nieuwe richtlijn heeft volgens Lems een aantal doorbraken opgeleverd. Ten eerste het feit dat risicogroepen actief worden opgespoord. ‘Voor alle deelnemers was dat het meest urgente doel. Want die screening gebeurde tot nog toe maar in zo’n vijf procent van de gevallen. Daarnaast zijn er de onderzoeksresultaten van de door huisarts en VUmc-collega dr. Petra Elders geleide werkgroep naar secundaire osteoporose bij mannen, zodat we meer aanknopingspunten hebben voor het opsporen van risicofactoren bij deze groep. En we hebben een duidelijk beleid voor de beste dosering vitamine D, een uitkomst van de werkgroep van VUmc-collega prof.dr. Paul Lips. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen vitamine D en spierzwakte. Zelfs een licht verlaagde spiegel heeft al heel veel effect en draagt dus bij aan een grotere valkans. Onze conclusie is dat een dosering van 800 eenheden per dag, een verdubbeling van het oorspronkelijke beleid, een goede oplossing is. Het is efficiënt, onschadelijk en goedkoop. Ik verwacht daar een enorm effect van. En we kunnen ons dan concentreren op die mensen waarbij ook met die dosering de gewenste spiegel niet wordt gehaald.’

vreesde dat zijn nieuwe typemachine zijn proza

puter en smartphone regelmatig uit te zetten

zou verprutsen. Onrust over het effect van de

en een dik, moeilijk boek te lezen. Nu is er

vooruitgang op ons functioneren is op zich

natuurlijk niets mis met het afwisselen van

niets nieuws. Toch is men momenteel opnieuw

twitter en Tolstoj, maar het is zeer de vraag of

bang, ditmaal voor de invloed van het Internet

die laatste nu echt ‘beter’ is voor je brein. Bij

en de nieuwe social media op ons brein.

afwezigheid van harde onderzoeksresultaten

Jongeren surfen en chatten zich suf en hun

over effecten van social media of internetge-

ervaringen (hoe triviaal ook) worden gelijk heel

bruik op hersenfunctie kunnen we daar niet

hip via kunstig aan elkaar gelinkte app’s

zo veel over zeggen en blijft het vooralsnog

gefacelinktweetbookt zodat zoveel mogelijk

bij vermoedens. Predikende wetenschappers

‘vriendjes’ tegelijkertijd kunnen meegenieten.

zonder wetenschap: ook niets nieuws. Hoe

Bekende wetenschappers zoals Susan

dan ook, of we ‘social’ of ‘simpel’ worden van

is hersenonderzoeker aan VU medisch centrum

Greenfield en Nicholas Carr luiden via gretig

twitter en facebook blijft dus nog even de

en directeur van stichting Brein in Beeld

afgenomen boeken de alarmklok: ze vinden dat

vraag.

(breininbeeld.org). In Synaps geeft hij commentaar

de jeugd versimpelt door veelvuldig gebruik

op (hersen)onderzoek en de vragen die daaruit

van de social media en vrezen dat hun brein

voortkomen.

reeds voorgoed veranderd is. Jongeren hebben

Jeroen Geurts

door hun oppervlakkige nieuwtjeshonger een <foto Mark van den Brink>

Symposium ‘Ontspoorde cellen’

Kort

Afscheid prof. dr. Jean Savelkoul

Overgewicht

In september gaat Jean Savelkoul, vice-

overgewicht

De ziekte kanker

voorzitter raad van bestuur VU medisch cen-

beschreven vanuit

neemt, in de vorm

trum met pensioen. Prof. dr. Jean Savelkoul is

een wetenschappe-

van kwaadaardige

sinds 2000 verbonden aan VUmc. Eerder was

lijk en maatschappe-

cellen, het lichaam

hij onder andere hoogleraar medische toxico-

lijk perspectief.

over. Hiermee bezit

logie aan het UMC Utrecht en afdelingshoofd

Hoogleraar voeding

Hormoonpreparaat

het concept van

van de intensive care/klinische toxicologie.

en gezondheid Jaap

Bij een kleine groep mensen is de botafbraak dermate vergevorderd dat gangbare medicatie geen effect meer heeft. ‘Zij kunnen ernstige rugklachten krijgen als gevolg van drie of vier wervelinzakkingen met fors lengteverlies. Huisartsen zijn niet altijd alert op een dergelijke oorzaak. Maar met PTH, een hormoonprepapaat, kunnen we de botopbouw weer op gang brengen. Het is heel duur, maar het werkt. Dat hebben we met Europees onderzoek kunnen aantonen: de rugpijn neemt af en kwaliteit van leven neemt toe. Dus ik zou tegen huisartsen willen zeggen: stuur ze door, deze patiënten. Er is iets aan te doen!’ 

kanker een morele

Prof. Jean Savelkoul heeft zich met zijn schat

component die metaforisch overdraagbaar

aan klinische en academische ervaring vele

In Tegenwicht wordt

Seidell (VU en VUmc) en psycholoog en onderzoeker Jutka

is gebleken en literair interessant is. Thema

jaren succesvol inge-

Halberstadt analyseren de oorzaken en

van het symposium Literatuur en Genees­

zet voor bijvoorbeeld

gevolgen van overgewicht bij volwassenen

kunde is dit jaar ‘Ontspoorde cellen’. Tijdens

de vormgeving van

en kinderen, ontkrachten vele mythes en

de traumazorg voor

misverstanden daarover en bieden oplossin-

Noord-Holland. Ook is

gen voor de toekomst. Tegenwicht is een

hij bestuurslid en

must voor professionals – en natuurlijk voor

vice-voorzitter van de

de mensen die zelf dagelijks vechten tegen

Landelijke Vereniging

de kilo’s.

voor Traumacentra.

Tegenwicht. Feiten en fabels

het symposium zal het eerste exemplaar van het boek ‘Ontspoorde cellen’ uitgereikt worden aan prof. dr. Peter Huijgens. Manon Uphoff spreekt de publiekslezing uit en het muzikale en poëtische intermezzo met poëzie van Martin Bril wordt verzorgd door Corrie van Binsbergen en Ronald Giphart.

Ter gelegenheid van zijn afscheid is er

over overgewicht. Jaap Seidell en

Voor meer informatie over

op 15 september 2011 een symposium

Jutka Halberstadt, ISBN 9789035135772,

dit gratis evenement,

‘Rampen en acute zorg’.

€ 17,95

mail naar communicatie@vumc.nl

(zie agenda op pagina 17)

of bel (020) 444 3444.

nieuws

met een recente fractuur of met ziektes/medicaties met een

Twitter of Tolstoj?

<foto Mark van den Brink>

Evaluatie en therapie bij patiënten ouder dan 50 jaar

<bron CBO -richtlijn>

Osteoporose

mobiel zijn en minder vitamine D aanmaken doordat ze minder buiten komen draagt bij aan osteoporose.’

COLUMN

06

Té kort door de bocht voor u? Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo

juli 2011

Synaps


Neurologiepatiënten testen geneesmiddelen

Alzheimerpatiënten – de schattingen lopen uiteen van 10 tot 40% – heeft baat bij die cholinesteraseremmers. Maar in de praktijk moet je iemand zes maanden behandelen voor je kunt zeggen of die persoon tot die minderheid behoort. Bij het CHDR hebben we een hele serie tests ontwikkeld, van aandachts- en geheugenopdrachten tot een hele serie bloedbepalingen. Binnen een half uur kunnen wij maar liefst 20 verschillende parameters bepalen bij een patiënt. Wij hopen en we verwachten ook dat we uit een of meer van die parameters, of uit combinaties, een vroege voorspeller kunnen destilleren voor de kans op succes voor die cholinesterase­ remmers. De link tussen zo’n ‘testbatterij’ en de succeskans van behandeling zal ook in de toekomst bij ander geneesmiddelenonderzoek heel nuttig kunnen zijn.’ Een tweede lopend onderzoek betreft een nieuw middel tegen spasticiteit voor patiënten met multiple sclerose. ‘We doen hier eerst een relatief kleine studie om de dosis-effectrelatie te bepalen voor dit middel. Pas als je die weet kun je een grootschaliger studie met meer patiënten opzetten. De praktijk leert dat we het enthousiasme van de producenten van geneesmiddelen nogal eens moeten temperen. Die willen vaak volle kracht vooruit met grote studies. Maar een bescheiden start, met meerdere ‘uitstapmomenten’ is vaak zinvoller.’

Op 17 mei werd in VU medisch centrum een nieuwe research unit geopend in samenwerking met het Leidse Center for Human Drug Research. ‘We kunnen hier vroege fase geneesmiddelenonderzoek doen op het gebied van neurologie en PET-imaging’, zegt VUmc-neuroloog en CHDR-onderzoeksleider dr. Geert Jan Groeneveld.

D

<tekst R o b B u i t e r illustratie R h o n a l d B l o m m e s t i j n /A r t b o x >

‘Dat is nou zo’n typisch Nederlandse vraag’, lacht neuroloog dr. Geert Jan Groeneveld, als hem wordt gevraagd of een universiteit zich wel moet bemoeien met het praktische onderzoek dat hoort bij de ontwikkeling van geneesmiddelen. ‘Binnen de Europese Unie is volgens mij geen land zo huiverig voor samenwerking tussen academie en industrie als Nederland. Om over de vergelijking met de Verenigde Staten nog maar te zwijgen.’ Groeneveld heeft dan net verteld dat er al langere tijd een wens bestond binnen VU medisch centrum om de klinische research en het geneesmiddelenonderzoek verder te professionaliseren. Behalve neuroloog aan VUmc is Groeneveld ook een van de researchdirecteuren van het klinisch farmacologisch onderzoeksinstituut CHDR in Leiden. Dat instituut doet met name onderzoek met nieuwe medicijnen in gezonde vrijwilligers. ‘Maar er is natuurlijk ook veel onderzoek dat je door de aard van de medicijnen helemaal niet in gezonde vrijwilligers wilt doen. Sommige potentiële middelen tegen de ziekte van Alzheimer bijvoorbeeld, grijpen zo fundamenteel in op processen in het brein, dat het misschien niet

Synaps

Nummer 78

ethisch is om die te onderzoeken in gezonde vrijwilligers.’

Effectieve dosis Groeneveld had al langer geprobeerd om, ‘VUmc-breed’, de logistiek van de grond te krijgen voor vroege fase geneesmiddelenonderzoek. ‘Dat bleek niet eenvoudig. Zoveel afdelingen, zoveel ideeën daarover. Toen er vervolgens een concrete vraag kwam van een farmaceut die klinisch onderzoek wilde doen in ons PET-centrum, maar daarvoor wel een professionele logistiek verlangde, hebben we besloten de daad bij het woord te voegen. Op de zorgeenheid neurologie hebben we nu een speciale research unit opgezet voor PET-onderzoek en genees-

‘ Binnen een half uur kunnen wij maar liefst 20 verschillende parameters bepalen bij een patiënt’

middelenonderzoek met neurologiepatiënten.’ De research unit is nadrukkelijk een gezamenlijk project van VUmc en CHDR, zegt Groeneveld. ‘Wat we hier kunnen doen is met name de vroege fase van geneesmiddelenonderzoek. Wanneer de veiligheid en dynamiek van een nieuw geneesmiddel bekend zijn, kunnen de eerste bescheiden onderzoeken met ‘echte patiënten’ worden gedaan. Het is de fase waarin je bijvoorbeeld stapje voor stapje probeert te bepalen wat een goede dosering is van een nieuw middel. Niet alleen een veilige, maar ook een effectieve dosis. Pas als die zogenoemde fase II studies zijn gedaan, kan het geneesmiddelenonderzoek op een veel grotere schaal over bijvoorbeeld verschillende ziekenhuizen worden uitgerold.’

geneesmiddelenonderzoek

09

geneesmiddelenonderzoek

08

Patiëntgebonden onderzoek

Alzheimerpatiënt geen proefkonijn Een van de concrete projecten van de nieuwe research unit van VUmc en CHDR betreft een project met Alzheimerpatiënten. Neuroloog Geert Jan Groeneveld erkent dat dit extra aandacht vergt van de Medisch Ethische Toetsingscommissie. ‘Vóór iemand aan een onderzoek mee kan doen met

Geheugenopdrachten

een experimenteel medicijn, moet hij of zij een zogenoemd Informed

Op dit moment lopen er twee concrete projecten op de nieuwe unit van VUmc en CHDR. Het eerste test een medicijn tegen symptomen van de ziekte van Alzheimer. Groeneveld: ‘Er is een aparte klasse van medicijnen die de afbraak van de neurotransmitter acetylcholine remmen. Een minderheid van de

Consent ondertekenen. We hanteren daarom een minimale score die mensen moeten halen op een schaal voor hun mentale staat, om aan te tonen dat ze wilsbekwaam zijn. Daarnaast nemen we een patiënt niet op in een onderzoek voordat ook een deskundige arts heeft erkend dat de betreffende persoon wilsbekwaam is. Pas dan zal de patiënt kunnen deelnemen aan het onderzoek. Het is dus zeker niet zo dat iedere patiënt met de ziekte van Alzheimer die in VUmc wordt opgenomen zomaar tot proefkonijn wordt

Groeneveld ziet alleen maar voordelen van de samenwerking tussen zijn beide werkgevers. ‘Het CHDR kan hier patiëntgebonden onderzoek doen in de neurologie en VUmc kan geneesmiddelenonderzoek doen volgens de standaarden die de industrie eist. Zo’n samenwerking op dit niveau zal zeker ook nieuw onderzoek aantrekken. En niet in de laatste plaats ontstaat er ook een impuls aan nieuw geneesmiddelenonderzoek. Daar heeft ook de patiënt baat bij, want ondanks de toenemende investeringen neemt het aantal registraties van nieuwe geneesmiddelen nog steeds af.’ 

gebombardeerd.’

juli 2011

Synaps


10

11

longziekten

longziekten

De kersverse hoogleraar Anton Vonk Noordegraaf reist heel Nederland door om ‘zijn’ ziekte, pulmonale arteriële hypertensie, onder de aandacht te brengen. Tegelijkertijd combineert hij genetica, fysiologie en cardiologie om de aandoening te doorgronden en de levensverwachting te verbeteren. ‘De symptomen zijn zo atypisch dat patiënten vaak te laat bij ons kenniscentrum komen.’

Hoogleraar pulmonale hypertensie Anton Vonk Noordegraaf over

Lastige longen

D

‘Dit zal de eerste en laatste keer zijn dat je een patiënt met deze ziekte tegenkomt’, zei de dienstdoende arts in 1995 tegen toenmalig coassistent Anton Vonk Noordegraaf, nu longarts en hoogleraar pulmonale hypertensie bij het ICar-VU onderzoekinstituut aan VUmc. Het liep anders. Vonk Noordegraaf raakte gefascineerd door pulmonale arteriële hypertensie (PAH), de ziekte in kwestie. ‘Er was destijds niks bekend over de ziekte’, zegt hij. ‘Behalve dat het erg zeldzaam was, met zo’n 10 gevallen per miljoen mensen, en dat de levensverwachting erg laag was. Het kwam voor dat levendige twintigers verteld moest worden dat ze zonder longtransplantatie nog maar 2 á 3 jaar te leven hadden, terwijl ze met betrekkelijk simpele klachten binnen waren gekomen. Bijvoorbeeld dat ze de laatste tijd moeilijk de trap op konden komen.’

Afwijkende cellen Die kennislacune moest worden gevuld, vond Vonk Noordegraaf. Samen met Anco Boonstra richtte hij daarom in 1997 het VUmc kenniscentrum pulmoSynaps

Nummer 78

<tekst Hidde Boersma foto Harr y Meijer en VUmc>

nale hypertensie op en begon met onderzoek naar de aandoening die gekenmerkt wordt door een hoge bloeddruk in de longslagader. Al snel kwamen ze erachter dat, ondanks dat de oorzaak van de ziekte in de longen lag, patiënten komen te overlijden doordat de rechthartkamer zich niet meer voldoende kan aanpassen, met hartfalen tot gevolg (zie kader op pagina 12). ‘Toch is er een groot verschil tussen mensen’, zegt Vonk Noordegraaf. ‘Bij sommige patiënten faalt het hart al bij een geringe verhoging van de bloeddruk, terwijl bij anderen het hart zich voor lange tijd blijft aanpassen. We proberen uit te vinden hoe dat kan en of we het ene profiel kunnen kopiëren naar het andere.’ Uiteraard probeert Vonk Noordegraaf ook uit te vinden wat nu exact de oorzaak is van de ziekte. ‘De hoofdoorzaak van de bloeddrukverhoging is vernauwing van de longslagader. Die is weer het gevolg van ongecontroleerde celdeling rond de longslagader’, legt Vonk Noordegraaf uit. ‘Om het mechanisme daarachter te ontrafelen proberen we de afwijkende cellen in het longvaatbed op

te kweken. In de kweek kunnen we bovendien kijken welke medicijnen de ongeremde groei kunnen tegenhouden.’ Ook probeert Vonk Noordegraaf achter de genetica van de ziekte te komen. ‘Er is in ieder geval 1 mutatie gevonden, in het bmpr2-gen, dat de kans op PAH verhoogt’, zegt Vonk Noordegraaf. ‘Maar niet iedereen met genetische variatie krijgt de ziekte. Er zijn dus bepaalde andere triggers nodig om de ziekte te laten ontstaan. Welke dat zijn en of je die kunt beïnvloeden is iets waar we veel onderzoek naar doen.’ 

‘ Er is 1 mutatie gevonden, in het bmpr2-gen, dat de kans op PAH verhoogt’ juli 2011

Synaps


12

13 Ondanks de nieuw verworven kennis blijft behandeling lastig. Helaas is het niet mogelijk om al bestaande bloeddrukverlagers voor te schrijven om de druk in de longslagaders te verlagen en daarmee het hart te verlichten. ‘Dat zou namelijk tot gevolg hebben dat de bloeddruk ook in de rest van het lichaam verlaagt, met levensgevaarlijke gevolgen’, zegt Vonk Noordegraaf. ‘De grootste vooruitgang die er op korte termijn te boeken valt bij deze ziekte is stabilisatie van de hartfunctie. Op dit moment worden nieuwe medicijnen getest bij proefdiermodellen met pulmonale hypertensie, om de effecten van therapie gericht op het hart te beoordelen.’

Sinds kort kunnen paren met een kinderwens bij wie cystic fibrosis (CF) oftewel taaislijmziekte niet

Wat is pulmonale arteriële hypertensie? Bij PAH zorgt ongebreidelde groei van cellen rond de longslag-

eerder in de familie voorkwam, een genetische screening op dragerschap aanvragen. CF is een

ader voor vernauwing van de longslagader. Initieel lukt het het hart, en dan met name de rechterkamer, vaak om zich zo aan

ernstige aangeboren aandoening waarbij de patiënt problemen heeft in meerdere organen.

te passen dat het harder kan pompen, om toch genoeg bloed de longen in te pompen. Als de vernauwing doorzet, komen

Drie reacties op de stelling:

het lichaam en het hart echter in zuurstofproblemen. Dat zorgt ervoor dat het hart stopt met zich aanpassen, waardoor de zuurstofcirculatie nog verder in de problemen komt. Uiteindelijk leidt het tot hartfalen, met vaak een snelle dood als gevolg.

Dragerschapstests: vloek of zegen voor aanstaande ouders?

uitgelicht

longziekten

Levensverwachting

PAH is voor een huisarts nauwelijks te herkennen. De symptomen zijn vergelijkbaar met bijvoorbeeld astma. Pas in het zie-

Reageren?

kenhuis geeft een echo van de borstkas een eerste indicatie in

Mail naar synaps@VUmc.nl

de vorm van een verstevigde rechterhartkamer. Door vervolgens

Martina Cornel, hoogleraar Community Genetics & Public Health Genomics VUmc

de bloeddruk in de longslagader te meten, kan de diagnose PAH

‘De diagnose cystic fibrosis (CF) bij een kind komt vaak volkomen

vastgesteld worden.

onverwacht. Hoewel het een erfelijke aandoening is, komt in 85% van de gevallen CF niet in de familie voor. Eén op de dertig Nederlanders (met West-Europese voorouders) is drager van CF. Dit zou relatief eenvoudig te testen zijn. Er komt steeds meer informatie over risico’s vóór de zwangerschap: slik foliumzuur, geen alcohol, niet roken, praat

‘ Omdat de symptomen zo atypisch zijn, gaan patiënten vaak heel laat naar de dokter’

vroege behandeling, stopt Vonk Noordegraaf naast onderzoek en klinische zorg voor deze patiënten veel tijd in pogingen om de ziekte bekender te maken. Symposia, lezingen en workshops moeten huisartsen, maar ook cardiologen en longartsen, op het bestaan van de ziekte wijzen, zodat zij mogelijke patiënten snel doorsturen. ‘Omdat de

symptomen zo atypisch zijn, gaan patiënten vaak heel laat naar de dokter. Het is belangrijk er voor te zorgen dat er dan niet ook nog eens vertraging bij de dokter optreedt’, zegt Vonk Noordegraaf. ‘Er sneller bij zijn, gecombineerd met de mogelijkheid tot stabilisatie van het hart gaat de komende jaren voor de grootste prognotische klapper zorgen.’ 

over chronische ziekten en geneesmiddelengebruik met je behandelend arts. De meeste zwangerschappen in Nederland zijn gepland, dus vrouwen en hun partners staan stil bij het moment dat ze stoppen met anticonceptie. Een gezonde baby is een zegen. Je kunt steeds meer risico’s op tijd weten. Een hele verantwoordelijkheid, om niet voor weg te lopen.’

Dr.ir. Martijntje Smits, techniekfilosoof en onderzoeker Rathenau Instituut ‘Met de nieuwe kennis kan CF voorkomen worden, en het bijbehorend leed van ouders en kinderen. Maar de nieuwe kennis geeft ook

Synaps

Nummer 78

Geactiveerd endotheel (binnenwandbekleding van de bloedvaten), waarvan de cellen onderling niet meer

een nieuw soort tragiek: de keuzevrijheid geeft een macht over het

mooi tegen elkaar aan liggen maar samengetrokken zijn. Hierdoor vormt het endotheel niet langer een

lot die we eerst niet hadden. De keuze om het zieke kind wel of niet

glad oppervlakte waar het bloed makkelijk langs stroomt. Het gevolg is dat de bloedstroom verstoord raakt.

te laten komen is ingrijpend en tragisch. We zouden meer moeten weten over wat aanstaande ouders hiervan vinden. Ik denk dat als ouders een vrije keuze krijgen om voor een test en voor een abortus te kiezen, zij daarin net zo vrij moeten zijn als bij de keuze om van allebei af te zien. Als ouders de keuze maken hun erfelijk belaste kind <beeld VUmc, Geer ten van Nieuw Amerongen, afdeling f ysiologie ICaR-VU>

Meer experimentele behandelingen pakken echt de oorzaak, het longvaatbed, aan. ‘Omdat de ongecontroleerde celdeling rond de longslagader lijkt op het proces dat ten grondslag ligt aan kanker, proberen we nu ook kankermedicijnen uit om de vaatvernauwing tegen te gaan’, zegt Vonk Noordegraaf. ‘De medicijnen moeten echter heel specifiek aangrijpen: waar je in de longen celdeling wilt remmen, wil je dat in het hart juist stimuleren. Daar moet immers versteviging plaatsvinden. Dat maakt de behandeling erg moeilijk.’ Met de ontwikkelde behandelingen is de levensverwachting verdubbeld sinds de tijd dat Vonk Noordegraaf voor het eerst met PAH in aanraking kwam. Toch is 6 jaar nog steeds weinig als je als twintiger het ziekenhuis binnenkomt. Omdat de grootste winst te behalen valt bij een

geboren te laten worden, moeten we ervoor waken dat er geen situatie ontstaat, waarbij de verantwoordelijkheid van de gevolgen van die keuze naar de ouders worden toegeschoven. Zo van: je wilde het toch zelf? Zieke kinderen blijven de zorg van de hele gemeenschap.’

Jacquelien Noordhoek MA MSc, Directeur Nederlandse CF Stichting ‘De dragerschaptest is een goede zaak voor de mensen die weten waar het bij cystic fibrosis (CF) om gaat en die de test weten te vinden. Zij kunnen zekerheid krijgen over hun dragerschap en daarop hun besluiten baseren. De groep die de test weet te vinden en weet waar het bij CF om gaat, is echter zeer klein. En als je weet dat je‡ drager bent, is de realiteit er niet eenvoudiger door geworden. De praktijk laat zien dat het antwoord op iemands vraag op dragerschap meer vragen oproept, dan er aanvankelijk waren. De techniek is heel mooi, maar het leven wordt er niet overzichtelijker door.’

juli 2011

Synaps


15

‘ We helpen ouders de signalen van hun kind beter te lezen’

heel actief in deze afstemming. Hij communiceert naar de ouders met onder meer gezichtsuitdrukkingen en zijn motoriek. Hij kan zich terugtrekken en het contact zoeken. Hij kan aangeven wanneer hij getroost of met rust gelaten wil worden. En de ouders pikken al deze signalen op en reageren daarop.’ Deze wederzijdse afstemming vormt de basis voor de emotionele ontwikkeling van de baby en de hechting met zijn ouders. Maar bij een ziekenhuisopname kan deze afstemming onder druk komen te staan, vervolgt Molderink. ‘De baby ervaart veel stress door allerlei onvoorspelbare gebeurtenissen. Daardoor kan hij zich anders gaan uiten en moeilijker te ‘lezen’ zijn voor ouders. Aan de andere kant maken de ouders zich grote zorgen om hun baby en voelen zij zich vaak uitgeput door de vele eisen die aan hen worden gesteld. Ook deze situatie bemoeilijkt het voor ouders om nog goed op hun baby te reageren.’ Uit recent neurobiologisch onderzoek blijkt dat de emotionele ontwikkeling nauw verbonden is met de hersenontwikkeling en daarmee de basis vormt voor het hechtingsproces. Volgens Molderink een belangrijk onderzoeksresultaat, dat het wezenlijke van de ouderbabyrelatie aantoont. ‘Een baby vormt, op basis van de afstemming en de kwaliteit van de hechting met zijn ouders, een blauwdruk voor toekomstige hechtings-

‘ Al pratend en spelend proberen we de stress

medische psychologie

medische psychologie

14

bij de ouder te verminderen en de specifieke behoeften van het kind te achterhalen’

relaties. Is de hechting verstoord, dan maakt het de baby kwetsbaarder in toekomstige relaties.’

Speelkleed De neurobiologische inzichten staan, samen met de hechtingstheorie en vroegkinderlijke theorieën, aan de basis van de IMH-visie. De behandelingen van het baby-peuterteam zijn gebaseerd op deze visie. In de afgelopen jaren heeft het baby-peuterteam al zo’n vijftig verwijzingen gekregen. De behandeling bestaat vaak uit tenminste vijf keer praten met de baby of peuter en de ouders. Molderink: ‘We nemen gezamenlijk plaats op het speelkleed op de grond, en praten niet óver maar mét de baby. Al pratend en spelend proberen we aan de ene kant de stress en de moeilijkheden bij de ouder te verminderen en aan de andere kant de specifieke behoeften van het kind te achterhalen. Daarbij werken we nauw samen met andere zorgverleners, zoals

de logopedist, diëtist of maatschappelijk werker.’ Belangrijk is hoe de ouder reageert op de baby, vervolgt Molderink. ‘Dat nemen we vaak op met de video en kijken we terug. Daarbij stellen we vragen, zoals: ‘Wat de baby nu doet, roept veel emotie op. Hoe komt dat?’ Door de ouder en het kind te observeren probeert het team het patroon en de specifieke behoefte van de baby in de relatie naar boven te krijgen. Molderink: ‘Vaak zien we een weergave van de relatie in onze kamer. Dat de baby toenadering zoekt tot de ouder of juist niet. Of dat zij weinig spelen of heel overprikkelend spelen, waarbij de ouder het kind veel aanbiedt. Als we hun ‘patroon’ doorhebben en hun zorgen kennen, kunnen wij dat ondersteunen en verbeteren. Zo kunnen we ouders helpen om de signalen van het kind beter te ‘lezen’. Dat is het specialistische van ons werk.’

< tekst Liesbeth Kuipers foto Mark van den Brink>

helpt ouders de relatie te verbeteren met hun zieke kind. Dat is van belang, want door langdurige of herhaalde opnames kan deze onder druk komen te staan. Met risico op verstoring van de emotionele ontwikkeling van het kind. Synaps

Nummer 78

A

Alice Molderink en Alice van Dijk, klinisch psycholoog/psychotherapeut bij de afdeling medische psychologie, zijn al jaren nauw betrokken bij de (poli)klinische zorg aan kinderen in VUmc. ‘Wij weten wat jonge kinderen en hun ouders ervaren bij een langdurige of herhaalde opname. Dat heeft ons altijd al geraakt en een aantal jaar geleden besloten we ons daar verder in te ontwikkelen.’ Met hulp van het Infant Mental Healthcentrum (IMH-centrum) in Amsterdam zetten zij begin 2009 het baby-peuterteam op. Een team voor nul- tot driejarigen en hun ouders, vertelt Molderink. ‘Het gaat om kwetsbare kinderen die in behandeling zijn in VUmc voor diverse ernstige aandoeningen. Het kind en de

ouders maken tijdens zo’n periode van alles mee, wat een grote weerslag kan hebben op hun relatie. Zeker als het kind veel lichamelijke ingrepen ondergaat. Vaak heeft dit tot gevolg dat het kind veel huilt, slecht slaapt of onrustig gedrag vertoont. Verder zie je kinderen die niet willen eten of onvoldoende groeien.’

De kinderarts en medisch maatschappelijk werk melden Thomas (1) en zijn moeder Ineke (34) aan bij het baby-peuterteam. Het tweelingbroertje van Thomas is net voor de bevalling overleden. Ook Thomas heeft een slechte start gehad en is een aantal weken opgenomen

<beeld Shutterstock: het meisje is een model, geen patiënt>

Het baby-peuterteam in VUmc

Casus: Thomas en Ineke

geweest. Na nieuwe onderzoeksuitslagen over Thomas komen alle traumatische gebeurtenissen bij Ineke terug. Zij raakt in paniek en raakt het vertrouwen in de gezondheid van Thomas kwijt. Bovendien is zij oververmoeid door slaapproblemen en de aandacht die Thomas van haar vraagt. Ineke is toegeeflijk tegenover Thomas omdat hij al zoveel heeft moeten meemaken. Ook heeft Ineke het idee dat ze er

Afstemming

niet genoeg voor hem heeft kunnen zijn.

Het baby-peuterteam helpt ouder en kind samen om hun relatie waar nodig te verbeteren. Het richt zich vooral op het zogenoemde regulatieproces. ‘Normaliter vindt er een continue afstemming plaats tussen ouder en kind,’ legt Molderink uit. ‘Een baby is

Het baby-peuterteam werkt aan het tot rust komen van Ineke en aan haar beleving van Thomas. Naarmate de behandeling vordert, gaat Thomas zich steeds beter ontwikkelen en krijgt Ineke weer vertrouwen in hem. Langzamerhand krijgen Thomas en Ineke meer plezier met elkaar en wordt hun relatie minder gekleurd en beïnvloed door het traumatische begin.

juli 2011

Synaps


Kort

agenda

Diagnose MS makkelijker te stellen Een internationaal team onder voorzitterschap van neuroloog Chris Polman van het VUmc MS Centrum Amsterdam heeft nieuwe richtlijnen opgesteld voor het vaststellen van multiple

Té kort door de bocht voor u?

Een selectie uit opvallend nieuws op medischwetenschappelijk gebied

Een selectie uit cursussen, symposia, congressen, promoties en oraties.

sclerose (MS). Met deze richtlijnen kunnen neurologen gemakkelijker en betrouwbaarder

Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo

vaststellen of iemand MS heeft. De oude crite-

17

nieuws

nieuws

16

ria waren ingewikkeld en werden daardoor niet structureel toegepast. In Nederland heb-

Symposia/congressen

Cursussen

de TRF-portal is het mogelijk te zoeken op

is een ernstige ziekte die het zenuwstelsel

12 t/m 16 september 2011

trefwoord, op UMC, op specialisme en ook op

aantast. Het is niet bekend hoe de ziekte ont-

28 augustus t/m 2 september 2011

Nieuwe technieken voor de behandeling van

aandoening. Per aandoening wordt globaal

staat. Meestal openbaart MS zich tussen het

Symposium: 19th International Symposium

en interpretatie (V01)

brandwonden leveren goede resultaten.

uitgelegd wat deze inhoudt, welke zorg er

twintigste en veertigste levensjaar.

on Radiopharmaceutical Sciences

Locatie: Kerkrade

Plastisch chirurg in opleiding Pauline

mogelijk is, wat voor wetenschappelijk onder-

Locatie: Vrije Universiteit

Informatie: www.epidm.nl

Verhaegen onderzocht reconstructieve tech-

zoek er wordt gedaan om de zorg te verbete-

Info: www.paog.nl en www.isrs2011.org

nieken bij brandwonden waarbij vooral

ren en waar de patiënten terecht kunnen.

<beeld Dig iDaan>

ben ongeveer zestienduizend mensen MS. Het

Betere behandeling brandwonden

5, 6, 7, 12, 13 en 14 oktober 2011 15 september 2011

Cursus: Principes van epidemiologische

voor patiënten met zeldzame aandoeningen,

Symposium 'Rampen en acute zorg’ t.g.v.

data-analyse (V02)

moeilijk vast te stellen aandoeningen of

afscheid van prof. dr. Jean Savelkoul als

Locatie: Amsterdam

moeilijk te behandelen aandoeningen. De

lid van de raad van bestuur VUmc. Met

Informatie: www.epidm.nl

UMC's kunnen topreferente zorg leveren

bijdragen van luchtvaartdeskundige Benno

Informatie over zeer specialistische zorg online

omdat zij het verrichten van wetenschappe-

Baksteen en cultuurhistoricus Herman

De website van de NFU, de Nederlandse

patiëntenzorg. Met wetenschappelijk onder-

Federatie van UMC’s, bevat een overzicht van

zoek testen de UMC's of een nieuwe behan-

alle topreferente zorg die de 8 UMC’s in

deling werkt en veilig is voor patiënten.

Nederland bieden. Op de speciaal ontwikkel-

Zie www.nfu.nl/trf

gezonde huid. Deze huid met unieke functionele en cosmetische kwaliteiten verbetert op lange termijn het resultaat van ingrepen bij brandwonden.

<beeld VUmc>

Topreferente zorg is zeer specialistische zorg

gebruik wordt gemaakt van de omliggende

lijk onderzoek kunnen combineren met

Pleij.

27, 28 oktober, 3 en 4 november 2011

Locatie: VU medisch centrum

Cursus: Statistics for genomic

Informatie: communicatie@vumc.nl

data-analysis (K77)

t.a.v. Mariet Bolluijt

Locatie: Amsterdam Informatie: www.epidm.nl

Traumaheli ook ‘s nachts van dienst

21 september 2011 Symposium: Literatuur en Geneeskunde.

Promoties/redes vumc

Sinds staatssecretaris Joop Atsma van infra-

Thema: Ontspoorde cellen (kanker). Met

8 juli 2011

structuur en milieu in februari eindelijk toe-

bijdragen van Manon Uphoff, Ronald

Promotie: P.D.H.M. Verhaegen

stemming gaf aan traumahelikopters om ook

Giphart en John Jansen van Galen.

Titel: On burn scar reconstruction.

‘s nachts uit te vliegen, heeft de heli vanaf

Zie pagina 7 voor meer informatie

Clinimetric, experimental and clinical studies Aanvang: 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit

het dak van VU medisch centrum regelmatig nachtvluchten gemaakt. Eerder mocht dat

7 oktober 2011

niet. Uit onderzoek van een onafhankelijke

Symposium: Met ONS Alles Goed, over

8 juli 2011

Op 29 juni is de bouw gestart van de radio-

commissie bleek echter dat stationering,

zelfbeschadiging

Promotie: T.J. Cramer

therapeutische satellietlocatie van VUmc in

opstijgen en landen van een traumahelikopter

Locatie: VU medisch centrum, Amstelzaal

Titel: Inactivation of coagulation factors Va

Hoorn, een samenwerking met Esperanz en

op de huidige daklokaties absoluut veilig is,

Informatie: www.paog.nl

Vumc. Esperanz is een samenwerkingsver-

zowel bij daglicht als in het donker. Herman

band op oncologisch gebied van de zieken-

Christiaans, medisch coördinator van de

19 oktober t/m 22 oktober 2011

huizen Zaans Medisch Centrum, Waterland

Lifeliner 1 (VUmc-ANWB), is tevreden over de

Congres: ECTRIMS & ACTRIMS 2011, over

15 september 2011

Patiënten hebben veel baat bij het gebruik

en Westfriesgasthuis. Eind 2012 moet dit

nachtvluchten. ‘Voordeel is niet alleen dat we

de laatste wetenschappelijke inzichten

Afscheidsrede: prof. dr. Jean Savelkoul

van eigen huid waarbij de bloedtoevoer niet

geavanceerde centrum klaar zijn. In Hoorn

sneller bij de patiënt zijn, maar ook daarna

inzake multiple sclerose (MS).

Titel: Academische patiëntenzorg essentieel

is afgesneden. Hiermee kan de bewegingsbe-

zullen drie bestralingstoestellen aanwezig

weer meteen op onze uitvalsbasis terug zijn

Locatie: RAI, Amsterdam

in het zorgcontinuüm

perking door samentrekkende brandwonden-

zijn, daarmee komt radiotherapeutische zorg

en dus heel snel opnieuw kunnen uitrukken.’

Informatie: www.paog.nl en

Aanvang: 15.45 uur, Amstelzaal VU medisch

littekens worden opgeheven. Ook de toepas-

voor de regio Hoorn binnen handbereik. In

www.ectrims.eu/2011

centrum

sing van een ‘huidoprekapparaat’ levert

het nieuwe centrum komt ook een uitgebrei-

goede resultaten. Door de gezonde omliggen-

de oncologiepolikliniek. Patiënten worden in

10 november 2011

de huid op te rekken kunnen grote ontsieren-

Hoorn behandeld door specialisten van VUmc.

Valeriussymposium 2011

de littekens van brandwonden in een keer

Groot voordeel van een dergelijke satellietlo-

Thema: Prezens, innovatieve ggz in de

worden verwijderd. Pauline Verhaegen pro-

catie van VUmc is de korte reistijd voor

moveert 8 juli. Haar promotor is de onlangs

patiënten. De vermoeiende reis naar

bij VUmc aangestelde hoogleraar brandwon­

Amsterdam blijft hen in een belastende

dengeneeskunde Paul van Zuijlen.

bestralingsperiode bespaard.

Nummer 78

and VIIIa by activated protein C Aanvang: 11.45 uur, Aula Vrije Universiteit

<be eld DigiDaan>

<be eld DigiDaan>

Radiotherapeutisch centrum in Hoorn

<be e ld Sh utt ersto c k>

Synaps

Cursus: Epidemiologisch onderzoek: opzet

eerste lijn Locatie: VU medisch centrum Meer informatie: www.ggzingeest.nl en www.paog.nl

Voor meer inschrijvingen, nascholingscursussen, congressen en symposia, kijk op: www.VUmc.nl/paog Voor actuele informatie over promoties en oraties kijk op: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo juli 2011

Synaps


18

19

Zwangerschapsdiabetes

regionaal, nationaal en internationaal niveau. Om de zorg op Bonaire, St. Eustatius

‘Zwangerschapsdiabetes brengt een cyclus teweeg. Want kinderen van vrouwen met die vorm van

radiologisch laboranten. Op afstand.

diabetes zijn vaker obees of krijgen vaker type 2-diabetes. En die kringloop willen we doorbreken.’ Universitair hoofddocent Mireille van Poppel coördineert de onderzoekslijn sport, leefstijl en gezondheid bij onderzoekinstituut EMGO+. En ze is een van de onderzoekers in het DALI-project, een Europees onderzoek naar preventie van zwangerschapsdiabetes.

en Saba te verbeteren, werkt VUmc samen met Fundashon Mariadal, de overkoepelende zorgorganisatie op Bonaire. Te beginnen met scholing aan

Online overzees opleiden

<tekst B a r b a r a v a n M a l e f o t o H a r r y M e i j e r >

Z

Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke vorm van diabetes die vooral bij vrouwen met overgewicht voorkomt. Aangejaagd door hormonen die de werking van insuline remmen stijgt de bloedsuikerspiegel – het kind wordt te zwaar wat complicaties tijdens de bevalling kan opleveren. Ook hebben moeder en kind meer kans om type 2-diabetes te krijgen. Plus: de eerste keer zwangerschapsdiabetes effent de weg voor een mogelijke tweede keer. ‘Alle reden om aan preventie te werken’, benadrukt Van Poppel.

Hemd van het lijf ‘Vermoedelijk komt het bij 5 tot 10 procent van de zwangeren voor, maar precieze cijfers zijn er niet. Nederland was ook wat laconiek in de screening ervan, want “het verdwijnt toch weer”. We weten wél dat het aantal stijgt, omdat het aantal mensen met overgewicht stijgt.’ De onderzoekster is enthousiast over het DALI-onderzoek waarmee verschillende interventies in tien Europese landen worden getest. De voorbereidingen zijn in volle gang, met voorstudies en interviews met dikke zwangeren. ‘Wij vroegen hen het hemd van het lijf. Hoe dachten ze over bewegen tijdens de zwangerschap? Wat voor risico’s zagen ze? Wat wisten ze van voeding? Wat hadden ze nodig om hun gedrag te verbeteren?’ Synaps

VUmc streeft naar nauwe samenwerking met andere organisaties op lokaal,

samenwerking

Gezondheid en preventie

Tijdelijk, maar niet zonder gevolgen

Nummer 78

<tekst Barbara van Male beeld S h u t t e r S t o c k >

Kracht van preventie Om de meest effectieve vorm van preventie te onderzoeken, is in DALI gekozen voor twee trials: een met vitamine D en een met leefstijlcoaches. ‘We weten al dat bewegen diabetes voorkomt. Maar zwangerschapsdiabetici hebben ook vaker een tekort aan vitamine D.’ De interventies zijn ontwikkeld in VUmc, waar ook de statistische analyse plaatsvindt. Cambridge coördineert de trials en Oostenrijk heeft de centrale projectcoördinatie onder zich. Nu de training van de coaches is afgerond volgt de pilot om materiaal en logistiek te testen – de trials lopen van begin 2012 tot 2014. Van Poppel is overtuigd van de kracht van preventie. ‘Dat blijkt ook uit de eerdere gesprekken. “Ik had willen Meedoen aan preventie van weten dat mijn zwangerschapsdiabetes? gewicht gevaarlijk is Huisartsen, verloskundigen voor mijn kind”, en gynaecologen kunnen meldden vrijwel alle contact opnemen met vrouwen. In dit dr. Mireille van Poppel: (020) onderzoek ontwikke4448289 of DALI@vumc.nl len we die instruMeer achtergronden op menten, zodat ze www.dali-project.eu echt iets kunnen doen voor de gezondheid van hun kind.’ 

Ingena Visser,

Giselle Quiros Blanco,

opleider radiodiagnostisch laboranten

hoofd opleiding radiodiagnostisch laboranten

VUmc-Amstel Academie

bij Fundashon Mariadal

‘Nu de laboranten op Bonaire en de andere twee

‘Een van de grootste voordelen van afstandsle-

eilanden met nieuwe digitale apparatuur gaan

ren, of e-learning, is dat cursisten niet fysiek bij

werken, vraagt dat ook een nieuwe werkwijze. En

elkaar hoeven te komen, het is plaatsonafhanke-

dat vraagt om opleiding. Elke donderdagmiddag

lijk. De zorginstellingen op Bonaire, St. Eustatius

geven we vanuit Amsterdam vier uur les aan de

en Saba zijn klein, vooral op de specialistische

cursisten op Bonaire. Via internet, een elektroni-

afdelingen werken weinig mensen, dus als zij

sche leeromgeving en social media. Van tevoren

wekelijks naar een cursus moeten reizen, zou

heb ik de onderwijsfuncties, die op afstand ver-

hun afdeling leeg staan.

vuld moeten worden, goed doordacht. Om kennis

In zo’n volledig elektronische leeromgeving moet

en begrip aan te leren is deze vorm een heel

je drie praktische zaken goed geregeld hebben.

sterk instrument – om vaardigheden aan te leren

Uiteraard moet de techniek het doen – dat is hier

moet je nog altijd naar de eilanden toe. De onder-

soms spannend omdat we in afwachting van

wijskaders en -doelen moeten helder zijn: we

onze nieuwbouw nog met gehuurde computers

bieden steeds afgeronde stukken onderwijs aan.

werken. De werkwijze vereist digitale vaardig-

In eerste instantie vergt dit meer voorbereidingen

heden waar niet alle cursisten over beschikten

van de docent, maar zo’n scherp begrensd pakket

voordat ze begonnen – ook ik heb me daar meer

kan later weer in andere ‘lessen op afstand’

in moeten verdiepen. En een strakke organisatie

worden gebruikt.

is noodzakelijk, omdat alle cursisten wel tegelijk

Verrassend is hoe snel cursisten zich in deze

online moeten zijn. Zeker gezien het tijdverschil

leeromgeving thuisvoelen, en de blogs en het dis-

kun je niet uitlopen, later beginnen of halverwege

cussieforum gebruiken om ervaringen en reflec-

‘binnenlopen’.

ties uit te wisselen. Ook zelf ontdek ik steeds

Ondertussen zie ik het enthousiasme en de toe-

meer mogelijkheden van dit nieuwe ‘doceren’ –

komstplannen groeien, bij ons, bij de zorginstel-

zoals podcasts en social bookmarking – die ik in

lingen, bij artsen, paramedici en verpleegkundi-

dit uitdagende project graag wil proberen.’

gen hier op de eilanden. Want op een goedkope en effectieve manier kan de scholing en de kennis omhoog.’

juli 2011

Synaps


20

21

Complexe psychiatrie

Complexe psychiatrie

Nieuw wooncomplex psychiatrische patiënten doorbreekt hospitalisatie

Balanceren tussen bescherming en zelfredzaamheid < teks t Marianne Meijerink foto DigiDaan>

In Bennebroek, een van de locaties van GGZ inGeest, wonen een kleine honderd mensen met complexe psychiatrische problemen. Velen hebben ernstige gedragsproblemen, persoonlijkheidsstoornissen of psychosen, vaak in combinatie met verslaving.

De nieuwe behuizing

Een groot deel van de patiënten heeft geen ziektebesef. Zij zijn afhankelijk van medicij-

heeft al direct het karakter

nen maar vaak niet bereid ze te slikken. Behandelaars zoeken voor elke individuele

van een ‘buurtje’ gekregen

patiënt naar de balans tussen bescherming en zelfredzaamheid. De nieuwe huisves-

E

ting op het terrein heeft voor een stroomversnelling gezorgd.

‘Er gebeuren grappige, onverwachte dingen’, vertelt directeur algemene zaken Anne-Marie Visser, enkele weken na de verhuizing naar de nieuwbouw. ‘Zit een patiënt opeens een potje te koken op het plein. Iemand anders ontdekt dat hij heerlijk kan schreeuwen tussen de openslaande deuren van zijn Franse balkon. Andere patiënten zeggen daar wat van.’

Gebeurden dat soort dingen vroeger niet? Annemieke van der Steenhoven, directeur behandelzaken: ‘Nu zie je het meer. De units staan in een cirkel rond een plein. Wij spreken mensen natuurlijk aan op hun gedrag, want anderen hebben er last van. Maar dat patiënten elkaar corrigeren is nieuw. Er is meer sociale controle. Ook voor ons trouwens. “Heeft u nu alweer overgewerkt?”, zei een patiënt laatst tegen me. En onlangs toen ik wat rommel liep op te ruimen op

het plein kreeg ik spontaan hulp. Dan heb je opeens een heel ander contact met elkaar.’ Visser en Van der Steenhoven zijn blij dat de patiënten nieuwe kanten van zichzelf laten zien. En ze zijn verrast dat die verandering zo snel gaat. De nieuwe behuizing heeft al direct het karakter van een ‘buurtje’ gekregen, met de sociale dynamiek die daarbij hoort. Daar is nooit expliciet naar gestreefd, maar het is helemaal in lijn met het doel de zelfredzaamheid van patiënten zo veel mogelijk te stimuleren.

woordelijk is voor alle patiënten. Een paar keer per week sluiten ook de huisarts en fysiotherapeut aan.’ Deze benadering heet Klinisch FACT, een intramurale variant van een methodiek waar al heel lang en succesvol mee wordt gewerkt in de ambulante psychiatrische zorg. De essentie is dat zo exact mogelijk wordt bepaald welke somatische en psychische ondersteuning een patiënt nodig heeft om zelfstandig te kunnen functioneren. GGZ inGeest is een van de eerste instellingen in Nederland die hier mee werkt.

Gebeurt dat niet al?

Betekent het dat mensen geen vaste behandelaar meer hebben?

Van der Steenhoven: ‘Ja, maar wij gaan nu veel verder. We werken niet meer met afdelingen waarin patiënten gekoppeld zijn aan een vaste groep behandelaars en verplegenden. De behandelaars vormen één team dat samen met verpleegkundigen en maatschappelijk werk verant-

Van der Steenhoven: ‘Iedereen heeft een eigen casemanager, die de patiënt door en door kent. Hij of zij is de link tussen het team en de patiënt. Waar het ons om gaat is dat we met dit brede team de hospitalisatie doorbreken. Bedenk dat

sommige mensen hier al tientallen jaren verblijven. Uit onderzoek blijkt dat patiënten zichzelf hervinden en veel meer kunnen en willen dan ze dachten, minder symptomen hebben, als niet alles steeds uit handen wordt genomen. We willen minder ‘ziekenhuis’ zijn, minder linnenkarren en etenskarren.’

Stoppen met roken Een groep patiënten en medewerkers van de locatie Bennebroek volgde in het voorjaar een cursus stoppen met roken. Een groot aantal deelnemers heeft het roken inmiddels gestaakt of aanzienlijk verminderd. Een uniek experiment in de psychiatrie, waar het tabaksgebruik buitensporig hoog is. Initiatiefnemer is verpleegkundig specialist Ronald van Gool. ‘De levensverwachting van mensen met schizofrenie is ruim twintig jaar lager dan die van andere men-

Hoe bereid je patiënten hierop voor?

sen’, zegt Van Gool. ‘Dat komt onder meer door leefstijl, comorbi-

Visser: ‘We geven cursussen: schoonmaken, stoppen met roken, want het nieuwe complex is nu al grotendeels rookvrij en binnen een jaar mag nergens meer worden gerookt. We leren patiënten pinnen. Er komt een geldautomaat zodat ze niet meer naar het secretariaat hoeven voor hun zakgeld. We leren ze koffie te zetten. Het komt niet meer vanzelf uit een apparaat. Sommige dingen lukken niet meteen, zoals open toegang tot de koelkast. Daar wachten we nog even mee. Maar je moet ook risico’s durven nemen.’ 

diteit met somatische aandoeningen en neveneffecten van bijvoorbeeld antipsychotica. Vaak versterken die factoren elkaar.’ Van Gool is voorstander van een jaarlijkse lichamelijke screening en een daarop afgestemd behandelplan in samenwerking met de huisarts. ‘Dat gebeurt nog niet. Terwijl bijvoorbeeld hart- en vaatproblemen goed zijn te behandelen met medicijnen. Leefstijlinterventies zijn moeilijker, maar ook daar moeten we een aanpak voor bedenken.’ Het thema stond op 16 juni centraal tijdens een landelijk congres, Mind the body. Onder de titel ‘Moet je ze dat nu ook nog afpakken…?’ hield Van Gool daar een workshop over de cursus stoppen met roken. Inmiddels is bekend dat eenderde van de deelnemers aan de cursus succesvol is gestopt met roken. Zie ook www.ggzingeest.nl.

juli 2011

Synaps


Kort

Een selectie uit opvallend nieuws vanuit GGZ inGeest

Nieuwe website eetstoornissen

Angst en depressie door omgevingsfactoren

Rond eetstoornissen leven veel vragen:

Dat zowel erfelijke als omgevingsfactoren een

hoe ontstaan ze, wat kunnen de gevolgen

rol spelen bij angst en depressie is al langer

zijn, welke behandelingen zijn er, heeft

bekend. Voor het eerst zijn nu echter de ver-

mijn zusje het? Op de nieuwe website

schillende effecten in het brein aangetoond.

www.ggzingeest.nl/eetstoornissen kunt u al

Onderzoek van Saskia Wolfensberger levert

deze informatie vinden. Ook kunt u hier een

onmisbare kennis om genetische en omge-

nieuwe brochure downloaden of opvragen.

vingsfactoren te ontwarren en behandeling

Op eigen kracht genezen van een eetstoornis

hierop aan te passen.

23 ‘Bijna elke patiënt die bij een angststoornis voor pillen kiest, zegt “geef ze me maar, desnoods slik ik ze mijn leven lang.” Later willen ze er vrijwel allemaal toch vanaf.’ Willemijn Scholten, psychotherapeut bij GGZ inGeest, onderzoekt de afbouw van angstmedicatie en terugvalpreventie. ‘Nieuw onderzoek, want

Té kort door de bocht voor u?

er is nog weinig bekend over speciale interventies bij angstigen die hun antidepressiva afbouwen.’

Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo

De angst voorbij

psychiatrie

nieuws

22

Begeleid afbouwen van antidepressiva

is moeilijk. Daarom is het belangrijk om tijdig afbeeldingen van hersenactiviteit bij eeneiïge

nen tot 65 jaar. Het team dat eetstoornissen

tweelingen. Ze vergeleek het brein van de

behandelt, bestaat uit hoogopgeleide mensen

tweelinghelft met een hoog risico op angst en

uit verschillende disciplines. Ze werken nauw

depressie met het brein van zijn of haar

samen met Jeugdriagg Noord-Holland-Zuid en

tweelingbroer of -zus met een lage kans op

huis- en schoolartsen in de regio.

deze stoornissen. In de hersenactiviteit ble-

identiek zijn, moeten de gevonden verschillen

ken opvallende verschillen te zitten.

verklaard worden door omgevingsfactoren',

'Aangezien eeneiïge tweelingen genetisch

aldus Wolfensberger.

<beeld DigiDaan>

Met behulp van MRI maakte Wolfensberger

breid aanbod voor adolescenten en volwasse-

<be eld DigiDaa n>

hulp te zoeken. GGZ inGeest heeft een uitge-

Valeriussymposium 2011

Op het Valeriussymposium - op 10 november

De eerste lijn wordt steeds belangrijker bin-

2011 in VU medisch centrum - staat het inno-

nen de geestelijke gezondheidszorg.

vatieve programma van Prezens centraal. Met

Laagdrempeligheid en efficiëntie zijn hierbij

interessante lezingen (o.a. over stepped care,

belangrijke sleutelbegrippen. Tijdig signaleren

collaborative care, e-mental health en consul-

voorkomt het ontstaan of verergeren van psy-

tatiemodellen) en workshops (o.m. over pre-

chische problemen en verbetert de efficiën-

ventie en e-mental health). Het Valerius­

tie. Maar welke preventieve programma's zijn

symposium wordt afgesloten met een debat

er en hoe effectief zijn die? Hoe cruciaal is de

over het nut of de noodzaak van preventie.

samenwerking tussen huisarts en geestelijke

Meer informatie: www.ggzingeest.nl

gezondheidszorg? En speelt e-mental health

P

Piekeren, pleinvrees, treinangst, smetvrees, sociale fobieën: angststoornissen die met praten en pillen goed te behandelen zijn. Behandelaars zijn zorgvuldig in de opbouw van antidepressiva, maar afbouw én voorkomen dat patiënten terugvallen staan nog in de kinderschoenen. Willemijn Scholten: ‘Bij depressie is het al bekend: een cursus na het herstel helpt terugval voorkomen. En in ons onderzoek zien we dat deelnemers erg gemotiveerd zijn, hun huiswerk doen. Want ze willen echt van die stoornis en de pillen af.’

een centrale rol?

Eigenaardigheden

Aantal uren separatie met driekwart gedaald In het eerste kwartaal van 2011 is het aantal separaties bij GGZ inGeest met 29% en de lengte ervan met 72% gedaald ten opzichte van het eerste kwartaal van 2010. Naast het sluiten van acht van de 24 separeerruimten, bouwkundige aanpassingen en de-escalatietrainingen is met medewerking van alle betrokkenen, van

Synaps

Nummer 78

-29% -72%

personeel tot cliënten en hun familie, een instellingsbrede cultuuromslag gemaakt. Alle protocollen en procedures rondom dwangtoepassingen zijn geëvalueerd en aangescherpt. Met steun van GGZ Nederland en het ministerie van VWS wordt het project voortgezet. Komend jaar richt het zich met name op terugdringen van separaties bij die relatief kleine groep complexe cliënten die vaak gesepareerd worden.

In acht bijeenkomsten met maximaal acht deelnemers bespreken deelnemers en begeleiders vier zaken. Allereerst de onttrekkingsverschijnselen. ‘Die zijn vergelijkbaar met als je begint te slikken. Je bent gejaagd, je slaapt slecht of ziet gekke flitsjes. Wij kunnen dan geruststellen dat dat binnen een week verdwijnt.’ Tweede onderdeel is de ‘restvermijding’. ‘Gedrag waar een terugvalrisico in zit. Deze mensen zijn

<tekst B a r b a r a v a n M a l e beeld T h i j s B a l d e r/ P a r o o l >

Deelnemers zijn erg gemotiveerd en doen hun huiswerk hersteld en gaan in de bioscoop toch aan de zijkant zitten, of vermijden de bus het liefst. Ieder mens heeft z’n eigenaardigheden, maar bij hen is het een overblijfsel van hun angst. Het doel is dat ze ook dat laatste beetje overwinnen.’ Uiteraard is er ook een uitgebreid terugvalpreventieplan. ‘In een handzaam document: bij welke signalen moet ik opletten en wat kan ik er aan doen?’ Tenslotte komen gedachten en gevaarsopvattingen ter sprake. ‘Vaak denken ze nog: ‘ik kan mezelf niet redden’, of ‘ik moet perfect zijn’…’

onderzoeken naar afbouw bij andere stoornissen en wordt vergeleken met de gebruikelijke aanpak bij een behandelaar. Willemijn Scholten kijkt uit naar de onderzoeksresultaten. ‘Opvallend is dat mensen die prima hersteld zijn, medicijnen afbouwen en goed functioneren, hun gedachten over hun angst vaak nog niet helemaal kwijt zijn. ‘Zie je wel, ik val flauw, of ik krijg een hartaanval’ is al snel de gedachte bij een paniekaanval. Dat zijn indicatoren voor een mogelijke terugval. Bespreken en beseffen dat het gedachten zijn die je kunt veranderen, is grote winst voor hen.’ 

Meedoen aan het onderzoek naar afbouw van antidepressiva en terugvalpreventie? Huisartsen, psychiaters of patiënten kunnen contact opnemen met Willemijn Scholten, psychotherapeut/onderzoeker bij GGZ inGeest, (020) 7885680,

Zie je wel …

of w.scholten@ggzingeest.nl

Inmiddels doen 55 ‘afbouwers’ mee, het interventiepakket is samengesteld uit

Eerst meer weten? Kijk op http://master.amstad.nl

juli 2011

Synaps


Superspoel Honderd jaar geleden ontdekte Heike Kamerlingh Onnes ‘supergeleiding’, het verschijnsel dat bij extreem lage temperatuur de elektrische weerstand in bepaalde materialen opeens wegvalt. Die materialen, zoals kwik en lood, kunnen daardoor een sterke elektrische stroom geleiden zonder energieverlies en zonder warmteontwikkeling. De huidige toepassing ervan in MRIscanners zou de Nobelprijswinnaar niet meer meemaken, maar dat het een bijzondere ontdekking was, realiseerde hij zich wel. Kamerlingh Onnes (1853 – 1926) deed zijn waarneming in zijn Leidse ‘koudelab’, een rommelig ogende fabriek waar wetenschappers, technici, studenten en instrumentmakerleerlingen te midden van dreunende pompen nauw samenwerkten bij experimenten, die meestal mislukten. Op 8 april 1911 lukte de proef wél. Toen Kamerlingh Onnes in een stroomdraad van bevroren kwik de weerstand in één klap naar nul zag dalen, noteerde hij in zijn aantekenboekje ‘kwik nagenoeg nul’.

<f ot o M a r k v a n d e n B r i n k >

Toen & Nu

24

Dr. Jasper Sluimer, radioloog in opleiding ‘De meest gebruikte praktische toepassing van de supergeleiding is de MRI (Magnetic Resonance Imaging). Dankzij supergeleiding

<tekst Caroline Arps e n Jasper Sluimer foto Museum Boerhaave>

kan een sterk magneetveld tot stand gebracht worden. Met behulp van dit magneetveld en met radiogolven wordt waterstof, het meest voorkomende element in de mens, gedetecteerd. In 1982 kregen we de eerste MRI-

In museum Boerhaave in Leiden is tot en met

scanner in Nederland, tegenwoor-

8 januari 2012 de tentoonstelling ‘Kwik nage-

dig is deze niet meer weg te denken

noeg nul’ over de ontdekking van de supergeleiding te zien. Een van de topstukken is de

uit de klinische praktijk. Met behulp van MRI kan de mens zeer gedetailleerd afge-

eerste supergeleidende spoel, van looddraad,

beeld worden. Met name de weke delen zijn

uit 1912. Zie ook www.museumboerhaave.nl

in groot detail te zien, veel beter dan dat met röntgenstraling mogelijk is. Vele weefseltypen en verschillende pathologische veranderingen zijn met MRI te onderscheiden. Technieken om bijvoorbeeld de hersenfunctie, moleculaire samenstelling en doorbloeding vast te leggen lijken klinisch relevant en zijn volop in ontwikkeling. In mijn promotieonderzoek naar de ziekte van Alzheimer hebben we longitudinale MRI gebruikt om het patroon van hersenweefselverlies gedurende het verloop van de ziekte vast te leggen, en bewezen dat dit goed te gebruiken is bij de vroegdiagnose en prognose. In de toekomst zullen technische verbeteringen tot nog meer detail en toepassingen leiden. Hopelijk zal ook bij relatief hogere temperaturen supergeleiding verkregen kunnen worden, want dat maakt MRI een stuk goedkoper.’

Synaps

Nummer 78


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.