Synaps 82, september 2013

Page 1

Synaps is het wetenschapsmagazine van VU medisch centrum

82

september 2013

Hulp bij zelfdoding in de psychiatrie Na 40 jaar afscheid van hematoloog Peter Huijgens Leren balanceren met hersenstimulatie

Zoek de allereerste verschillen in Alzheimerhersenen


02

inhoud

Synaps 82, september 2013, achttiende jaargang 04 A llereerste veranderingen in Alzheimerhersenen Dr. Wiesje van der Flier leidt een grootschalige studie die de allervroegste veranderingen in de hersenen moet opsporen die leiden tot de ziekte van Alzheimer.

08 Prikkelende oefeningen Mensen die een beroerte hebben gehad, hebben vaak moeite hun evenwicht te bewaren. Balanstraining in combinatie met hersenstimulatie kan uitkomst bieden.

10 Portret 04

Hematoloog Peter Huijgens neemt na veertig jaar afscheid: ‘Als het een gezapige boel was geweest in VUmc, had ik hier niet meer gezeten.’

13 Communicatiecursus voor patiënten Moeten patiënten leren met hun arts te praten? Drie reacties in Uitgelicht.

14 Nederland beweegland

EMGO + -directeur Eco de Geus wil graag weten wat sportgedrag bepaalt. Wat is genetisch, wat is omgeving, wat is persoonlijkheid?

18 V iagra voor het hart 10

Bij diastolisch hartfalen ontspant de hartspier niet goed. Wellicht helpt Viagra.

20 Neuropsychiatrie Is lichttherapie een uitkomst voor Parkinsonpatiënten?

23 Psychiatrische patiënten met een doodswens Geneesheer-directeur Paulan Stärcke pleit voor steun aan patiënten én psychiaters.

EN VERDER: Meike de Wit over prognose bij dikkedarmkanker 07 Kort en Uit de praktijk 16 Kort en agenda 19 Samenwerking 22 Kort GGZ inGeest 24 Toen & Nu

Oud en scherp

Opmerkelijk Onderzoekers van de afdeling afdeling maag-, darm-, leverziekten laten een elektronische neus aan poep ‘ruiken’. En sporen daarmee darmkanker en dikkedarmpoliepen op.

16 Synaps

Nummer 82

Lees meer op pagina

Redactie Caroline Arps (eindredacteur), Annemarie Burgers, Jim Heirbaut, Jan Spee Tekst Hidde Boersma, Rob Buiter, Jim Heirbaut, Barbara van Male, Wilma Mik, Astrid Smit Beeld Rhonald Blommenstein, Mark van den Brink, DigiDaan, GGZ inGeest, Aad Goudappel, Jean Pierre Jans Dirk de Jong, Harry Meijer, Shutterstock, Universiteitsmuseum Groningen, VUmc. Coverfoto: Harry Meijer Verder werkten mee Rosaida Broeren, Michiel van Doorn, Henne Holstege, Remke van Staveren en Josée Zijlstra Vormgeving Studio Corina van Riel, Amsterdam Druk Deltahage, Den Haag Redactieadres dienst communicatie VU medisch centrum Postbus 7057, 1007 MB Amsterdam Tel: (020) 444 3444 Fax (020) 444 3450 E-mail: synaps@VUmc.nl

Een selectie van de artikelen uit Synaps staat ook op: www.VUmc.nl/synaps VU medisch centrum en GGZ inGeest zijn partners. VU medisch centrum maakt deel uit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU): www.nfu.nl

Slechthorendheid

16

Synaps is het medischwetenschappelijke tijdschrift van VU medisch centrum. Het verschijnt 4 keer per jaar in een oplage van 10.000 exemplaren.

Adreswijzigingen communicatie@VUmc.nl

03 Eureka!

14

Colofon

17

© VU medisch centrum. issn: 1381-0812. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.


03

EUREKA!

Jaarlijks promoveren ruim honderd wetenschappers aan VUmc. Wie zijn deze mensen en wat hebben ze bestudeerd? Meike de Wit zocht naar eiwitten die de diagnose, prognose en beeldvorming bij dikkedarmkanker verder kunnen helpen. <tekst Rob Buiter foto Mark van den Brink>

‘ Sommige eiwitten kunnen iets zeggen over de prognose van dikkedarmkanker’

I

In 2014 start het bevolkingsonderzoek

voor een patiënt, kunnen ze op termijn ook

naar dikkedarmkanker. Speelt jouw onder-

een rol spelen bij de beslissing om wel of

zoek daar een rol in?

geen chemokuur te geven bij een bepaalde

‘Nog niet. Het bevolkingsonderzoek kijkt

tumor.

naar de sporen van bloed in de ontlasting.

In een derde lijn van mijn onderzoek heb ik

Eén van de onderdelen van mijn promotie-

gekeken naar eiwitten die aan de buitenkant

onderzoek ging over eiwitten die een aan-

van tumorcellen zitten en die je zichtbaar

vullende rol kunnen spelen in die vroege

kunt maken met beeldvormende techniek.

diagnostiek van dikkedarmkanker. Met name

Ook daar hebben we een goede shortlist van

heb ik gezocht naar eiwitten die de aanwe-

veelbelovende eiwitten kunnen opstellen.’

zigheid van voorloper-laesies kunnen verraden. Een klein gedeelte van die voorloper-

Een ‘shortlist’, geen winnaar?

laesies zal zich tot kanker ontwikkelen en

‘Dat klopt. Voor alle drie de lijnen van mijn

specifieke markers voor dergelijke hoog-risi-

onderzoek geldt dat we verschillende kandi-

co laesies zouden een goede aanvulling kun-

daten hebben gevonden, maar nog geen

nen zijn op het huidige bevolkingsonder-

praktische test waar een arts, laat staan

zoek.’

een patiënt al concreet wat aan heeft.

En, heb je goede voorspellende eiwitten

Wel al een ‘Eurekagevoel’ gehad?

gevonden?

‘Translationeel onderzoek zoals dit is

‘We hebben zeker een aantal veelbelovende

geen werk van “Eureka” of snel suc-

kandidaat-eiwitten gevonden die blijken

ces. Het zijn vaak grote studies die

samen te hangen met riskante voorloper-

een lange adem vergen. Het dichtst

laesies. Maar het is nog te vroeg om te zeg-

bij een Eurekagevoel kwam ik toen

gen welke van die eiwitten bruikbaar zijn

bleek dat eiwitten in de ontlasting

voor een diagnostische test.’

überhaupt bruikbaar zijn in de diagscepsis over. Zou de kwaliteit van eiwitten

‘Ik heb ook gekeken naar eiwitten die iets

in de ontlasting wel goed genoeg zijn om

kunnen zeggen over de prognose van de

enige zeggingskracht te hebben? Het was

ziekte. Er blijken eiwitten te zijn die een

een enorme opsteker toen we merkten dat

indicatie zijn voor een slechte prognose als

er tumorspecifieke eiwitten zijn die

ze rond een darmtumor voorkomen. Weer

significant blijken samen te hangen met

andere eiwitten zijn juist een indicatie voor

de aanwezigheid van dikkedarmkanker.’

een relatief goede prognose. Behalve dat deze stoffen duidelijkheid kunnen geven

Meike de Wit Geldrop, 1981 Opleiding: Bsc Biologie, Universiteit Utrecht, Promotieonderzoek: Eiwitbiomarkers voor klinische toepassingen in dikkedarmkanker Datum promotie: 4 oktober 2013 Promotor: prof. dr. G.A. Meijer Copromotor: dr. R.J.A. Fijneman en dr. C.R. Jimenez Ambitie: ‘Ik hoop dat ik als postdoc de veelbelovende eiwitten uit mijn promotieonderzoek tot klinische studies kan brengen.’ Naam:

Geboren:

september 2013

Paspoort

nostiek. Vooraf was daar de nodige Je hebt ook naar andere eiwitten gezocht?

Synaps


NEUROLOGIE

04

Synaps

Nummer 82


05

neurologie

Studie naar allereerste veranderingen in hersenen bij Alzheimer

meer antwoorden dan vragen Een nieuwe grootschalige studie moet de allervroegste veranderingen in de hersenen opsporen die leiden tot de ziekte van Alzheimer. Wiesje van der Flier leidt het project: ‘We zijn in het stadium van vragen stellen.’

O

‘Op het moment dat iemand te horen krijg dat hij Alzheimer heeft, is daar al een jarenlang proces in het lichaam aan voorafgegaan. De eerste veranderingen in de hersenen zijn waarschijnlijk al 15 tot 20 jaar eerder opgetreden’, zegt Wiesje van der Flier, hoofd klinisch onderzoek bij het VUmc Alzheimercentrum. ‘Je bent op het moment van de diagnose dan ook voor van alles te laat: het is bijvoorbeeld heel moeilijk om nog te achterhalen wat precies de oorzaak is van de ziekte en wat het gevolg. Bovendien heeft er al zoveel onomkeerbare schade plaatsgevonden, dat je ook te laat bent om in te grijpen, mocht dat tot de mogelijkheden behoren.’ Het laatste decennium verschuift de focus van het Alzheimeronderzoek daarom steeds meer naar voren. Alzheimer wordt voorafgang gegaan door een periode van milde cognitieve klachten (mild cognitive impairment – MCI), waar de afgelopen jaren veel onderzoek naar gedaan is. ‘Maar eigenlijk begint de ziekte nog eerder, in een stadium dat we tegenwoordig preklinische Alzheimer noemen’, zegt Van der Flier. ‘Het is zeer aannemelijk dat in dat stadium de sleutel ligt tot het begrip van het ontstaan en het eventueel genezen van de ziekte.’

<tekst Hidde Boersma foto Harr y Meijer>

Alzheimer is gestart. De geheugenpoli van het VUmc Alzheimercentrum biedt de ideale mogelijkheid. ‘Van alle patiënten die hier binnenkomen, wordt bij ongeveer een kwart na een uitgebreid onderzoek geconcludeerd dat ze geen neurodegeneratieve ziekte hebben. Zij worden terug naar huis gestuurd’, zegt Van der Flier. Vanuit wetenschappelijk oogpunt vormen deze mensen echter de ideale groep om te volgen. ‘Uit deze groep zal, net als in de normale bevolking, ongeveer 10 procent uiteindelijk Alzheimer ontwikkelen. Op dit moment kunnen we deze mensen niets bieden

omdat daar geen klinische reden voor is, maar zij kunnen ons wel helpen de wetenschap vooruit te brengen. Omdat ze wel klachten hebben, verwacht ik dat ze daar heel welwillend tegenover staan.’ Met geld van het Gieskes-Strijbis Fonds, een groot nalatenschap van een gefortuneerd echtpaar, kan Van der Flier deze groep twee jaar lang volgen. Bij alle vrijwilligers zal bloed worden afgenomen, evenals hersenvocht. Ook wordt het DNA en het RNA opgeslagen in een biobank. Deelnemers ondergaan bovendien een speciale PET-scan, waarmee het amyloid-eiwit dat zo karakteristiek 

Drietal stromen patënten In een spiksplinternieuwe vleugel in het polikliniekgebouw van VUmc zetelt sinds 2010 het Alzheimercentrum, waar patiënten met geheugenklachten worden onderzocht die door hun huisarts zijn doorverwezen. De poli is modern: in het midden van het gebouw zit een luxueuze lounge, omgeven met deuren naar ruimtes waarin verschillende professionals huizen, onder andere een neuroloog, een verpleegkundige en een psycholoog. De patiënten worden op één dag onderzocht door al deze verschillende professionals en vervolgens komen al die artsen bij consensus tot een diagnose. ‘Er is bij neurodegeneratieve ziektes nooit één gegeven dat tot een diagnose leidt, het komt altijd voort uit een combinatie van data’, zegt Wiesje van der Flier. Uiteindelijk leiden de onderzoeken tot een drietal stromen patiënten: zij die inderdaad een vorm van dementie, zoals Alzheimer, blijken te hebben, zij met milde cognitieve klachten en een verhoogde kans op het ontwikkelen van

Twee jaar volgen

dementie en zij met subjectieve klachten waarbij er geen sprake is van een

Het is precies om die reden dat Van der Flier een nieuw onderzoek naar het allervroegste stadium van de ziekte van

neurodegeneratieve aandoening. Het is die laatste groep waar Van der Flier in haar nieuwe onderzoek in geïnteresseerd is. Zij vormen de ideale groep om onderzoek te doen naar de vroegste veranderingen die leiden tot Alzheimer.

september 2013

Synaps


06

neurologie

‘ Het is zeer aannemelijk dat in het stadium van preklinische Alzheimer de sleutel ligt tot het begrip van het ontstaan en het eventueel genezen van de ziekte’ is voor de ziekte van Alzheimer in de hersenen kan worden aangetoond. VUmc is een van twee centra in Nederland waar deze PET-scan mogelijk is.

blijkt te hebben. Toch strookt de hypothese nog steeds niet met wat we zien in patiënten. ‘Het zou zo maar eens kunnen zijn dat de volgorde verschillend is bij verschillende subgroepen van patiënten. Ook is het mogelijk dat zowel tau als amyloid niet de oorzaak, maar een vroeg gevolg van de ziekte zijn, en dat er nog iets aan vooraf gaat’, vertelt Van der Flier. ‘Als we daar de vinger op kunnen leggen, dan zou dat wel eens een mooie ingang kunnen zijn om medicijnen op te ontwikkelen.’ Ook wil Van der Flier weten wat de betekenis is van de aanwezigheid van amyloid bij mensen zonder klachten. ‘Krijgen deze mensen sowieso Alzheimer, als ze maar lang genoeg te leven hebben? Of zijn er andere triggers bij nodig? En waarom duurt het bij sommige mensen langer om de ziekte te ontwikkelen? Hebben zij

Legio vragen Als al die gegevens en materialen binnen zijn, begint het zoeken naar de antwoorden op de legio vragen die er rond Alzheimer zijn. ‘We weten nog zo weinig over de ziekte, we zijn echt nog in het stadium van vragen stellen’, zegt Van der Flier. Eén van de dingen die zij en haar team bijvoorbeeld willen weten is wat nu écht de oorzaak van de ziekte van Alzheimer is. De theorie was tot voor kort dat eerst het amyloid-eiwit plaques vormt in de hersenen en dat vervolgens het tau-eiwit neerslaat dat hersencellen afbreekt. Onlangs is deze hypothese aangepast, nu iedereen in bepaalde mate neergeslagen tau-eiwit

Patiënten die het VUmc Alzheimercentrum bezoeken, ondergaan op de zogeheten screeningsdag een alomvattend diagnostisch protocol. Het onderzoek bevat een algemeen medisch en neurologisch onderzoek, gesprek met de verpleegkundig consulent, neuropsychologisch onderzoek, electro-encephalogram, MRI, bloedafname en ruggenprik. Aan het eind van dezelfde week wordt tijdens het multidisciplinair overleg bij consensus een diagnose en beleid vastgesteld.

Neurologie anders 5%

Uitgestelde diagnose 8%

- AD (ziekte van Alzheimer) - VaD (vasculaire dementie)

AD 28%

- FTLD (frontotemporale dementie) - DLB (dementie met Lewy lichaampjes) - Dementie anders (bijvoorbeeld ziek-

Psychiatrie 10%

te van Creutzfeldt-Jakob; alcohol-dementie; ziekte van Huntington) - MCI (milde cognitieve klachten)

<taartgrafie k VUmc>

VaD 2% FTLD 3% Subjectief 24%

DLB 4% Dementie anders 3% MCI 13%

- Subjectief (mensen die wel geheugenklachten hebben, maar waarbij er geen sprake is van een neurodegeneratieve aandoening) - P sychiatrie (zoals depressie of bipolaire stoornis) - N eurologie anders (bijvoorbeeld epilepsie) - Uitgestelde diagnose (nader onderzoek is nodig)

Jaarlijks komen er circa 600 nieuwe patienten bij het VUmc Alzheimercentrum. De verschillende diagnoses in één jaar, in percentages.

Synaps

Nummer 82

eigenschappen die voor de symptomen kunnen compenseren, en zo ja, welke?’ Zo somt ze een reeks vragen op die ze hoopt te beantwoorden.

Heilige graal Daarnaast hoopt Van der Flier indicatoren in bloed of hersenvocht te vinden, zogenaamde biomarkers, die iets kunnen zeggen over de ernst of het verloop van de ziekte. Op dit moment lijkt amyloid een aan/uit biomarker. ‘Er is geen enkel verband tussen concentratie amyloid en ernst van de ziekte’, zegt Van der Flier. ‘Zijn er misschien andere stoffen die daar wel iets over zeggen, en die patiënten misschien meer zekerheid kunnen geven over hun lot?’ De heilige graal zou het vinden van markers zijn in het bloed, omdat dat nu eenmaal een stuk makkelijker af te nemen en te bewaren is dan hersenvocht. ‘Als je hele grote groepen naast elkaar legt, dan zit er wel verschil in de bloedwaarden tussen mensen met en zonder Alzheimer, maar voor de individuele patiënt is dat nog lang niet bruikbaar. Het zou mooi zijn al we ook daar een handje bij kunnen helpen.’ Om de antwoorden te vinden op al deze vragen, gaat Van der Flier de komende maanden op zoek naar mensen die mee willen doen aan de studie, 300 in totaal. Maar ze hoopt ook op gegevens uit het buitenland. ‘Er is veel internationale samenwerking gaande op het gebied van Alzheimeronderzoek. Er heerst een goede vibe omdat iedereen voelt dat het een spannende tijd is die veel kan opleveren’, zegt Van der Flier, die net terug is van een Alzheimercongres in Boston. Uiteindelijk hoopt Van der Flier dat dit tweejarig project alleen maar een begin is en dat er geld komt voor het langer volgen van alle deelnemers. Om uiteindelijk te eindigen met meer antwoorden dan vragen. 


Beginnende Alzheimer ‘Natuurlijk juichen wij huisartsen het toe dat

beginnende vergeetachtigheid. Maar in de

er onderzoek wordt gedaan naar vroegdiag-

MMSE-test, een korte test om de cognitieve

nostiek voor de ziekte van Alzheimer. Wij

functies te meten, scoren ze vervolgens al

hebben in onze praktijk dagelijks te maken

vaak niet goed. Dan is het proces in de her-

met patiënten waarbij wij een verdenking

senen dus al in volle gang.

hebben op een beginnende Alzheimer. Zoals

Kortom, het beschikbaar komen van tools

in het artikel staat, zijn de eerste zichtbare

voor vroegdiagnostiek zou een enorme

aanwijzingen vaak milde cognitieve stoornis-

vooruitgang zijn, zowel voor arts als patiënt.

sen. Neem bijvoorbeeld een patiënt die zon-

Hoe die markers dan concreet kunnen wor-

der problemen de weg van huis naar de huis-

den toegepast – ik lees in het artikel iets

arts kan vinden. Maar als deze zelfde patiënt

over Alzheimereiwitten – dat staat nog ver

onderweg zijn vrouw bij de kapper moet

van ons af, vrees ik.

afzetten, dan blijkt hij de huisartsenpraktijk

Het zou misschien interessant kunnen zijn

alleen te kunnen vinden als hij eerst terug

voor de onderzoekers van het VUmc

is ruim dertig jaar huisarts in Nieuw-Vennep

naar huis rijdt.

Alzheimercentrum om contact op te nemen

(Medisch Centrum Lucas Bols). Op verzoek van

Ik sprak net nog met onze praktijkondersteu-

met onze gespecialiseerde huisartsen in

Synaps reageert hij op het hoofdartikel over onder-

ner ouderenzorg, die ook bij mensen thuis

ouderenzorg. Deze beschikken over een

zoek naar vroegdiagnostiek voor de ziekte van

komt. Zij vertelde dat het haar vaak opvalt

bron van gegevens over de eerste zichtbare

Alzheimer (pagina 4 tot en met 6):

dat veel mensen met beginnende dementie

symptomen bij beginnende Alzheimer. Hier

hun huis opvallend netjes op orde hebben.

in onze coöperatie hebben we al acht jaar

Het lijkt een soort compensatie voor de

een actief ouderenzorgnetwerk.’

Michiel van Doorn

<foto Medisch Centrum Lucas Bols>

Medische ethiek

nieuws

Kort Het verwarde brein Woensdag 9 oktober organiseert VUmc voor

In Looking beneath

de elfde keer het symposium Literatuur en

the Surface wordt

Geneeskunde . Tijdens dit symposium staat

aan de hand van the-

de bijzondere relatie tussen literatuur en

ma’s als genetica, embryo's, beëindiging

geneeskunde centraal. Thema van deze bij-

van de zwangerschap, orgaandonatie, palli-

eenkomst is ‘Het verwarde brein’. De

atieve sedatie en euthanasie gekeken naar

publiekslezing wordt dit jaar uitgesproken

verschillende benaderingen vanuit islami-

door Miquel Ekkelenkamp-Bulnes. Jellie

tisch en westers perspectief. Basis van dit

Brouwer interviewt regisseur Marc Schmidt

Loop hard voor het hart!

boek is een conferentie rond medische

over zijn documentaire ‘De regels van

Zaterdag 26 oktober lopen weer ca. 1.000

ethiek in 2010 waaraan de theologische en

Matthijs’. Het muzikale intermezzo komt

hardlopers door de gebouwen van VUmc.

medische faculteiten van de Vrije

van Mark Boog en Poetry in motion.

Ze kunnen kiezen uit twee afstanden: 5 en

Universiteit en VUmc en de Islamitische

Dagvoorzitter is John

10 km. Er is ook een loop voor kinderen van

Universiteiten Liga deelnamen. Martina

Jansen van Galen.

1,2 km. De gebouwenloop staat in het teken

Cornel, hoogleraar community genetics

Hij zal ook gedichten

van het project 'Loop hard voor het hart'.

VUmc: ‘Eigenlijk zijn onze westerse denk-

voordragen.

Wetenschappers van cardiologie gaan afwij-

beelden niet zoveel anders dan die van

Meer informatie

kingen aan de kleinere kransslagaderen

onze islamitische collega’s. Vaak zijn de

op vumc.nl

opsporen en bestuderen een nieuwe, niet-

verschillen meer gebaseerd op vooroorde-

onder agenda.

belastende techniek. Drie euro van het

len en misverstanden en hebben ze geen

inschrijfgeld van de deelnemers gaat naar

wetenschappelijke basis. Dat hopen we

dit project. Inschrijving is mogelijk via

met dit boek aan de orde te stellen.’

VUmc.nl/gebouwenloop

Looking beneath the Surface – Medical

Uit de praktijk

07

Ethics from Islamic and Western

Té kort door de bocht voor u?

Perspectives. ISBN 978-90-420-3730-4

Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo

september 2013

Synaps


08

revalidatiegeneeskunde

hersenstimulatie om balanstraining na beroerte te verbeteren

Prikkelende oefeningen Mensen met een beroerte hebben vaak moeite om hun evenwicht te bewaren. Ze lopen daarom extra risico om te vallen. De afdeling revalidatiegeneeskunde van VUmc onderzoekt of balanstraining in combinatie met hersenstimulatie uitkomst biedt. De Hersenstichting honoreert de driejarige studie met 150.000 euro.

I

‘In onze balanstraining oefenen patiënten met virtual reality games’, zegt onderzoeker Erwin van Wegen als hij het apparaat voor de ‘posturale feedback training’ (PFT) de oefenruimte van VUmc inrijdt. ‘De patiënten moeten op deze blauwe krachtenplaat gaan staan. Die registreert hun evenwichtspunt en geeft dat door aan de computer. Vervolgens kunnen de patiënten met dat evenwichtspunt op het beeldscherm spelen door naar voren, achteren, links of rechts te bewegen. Ze kunnen er een bal mee door een doolhof loodsen, een roeibootje in balans houden of een auto of vliegtuigje besturen. De onderzoeker van onderzoeksinstituut MOVE demonstreert het autospel. ‘Kijk, als je naar voren beweegt, gaat de auto rijden en als je naar rechts helt, gaat de auto naar rechts. In dit spel moeten patiënten tegenliggers zien te ontwijken door met hun evenwicht te spelen.’

Elektrische stroompjes De training helpt mensen die net een beroerte hebben gehad beter in evenwicht te blijven. Maar de onderzoeksgroep van Van Wegen denkt dat dit nog Synaps

Nummer 82

<tekst A s t r i d S m i t foto D i g i D a a n >

beter lukt als hun brein tijdens de training wordt geprikkeld met kleine elektrische stroompjes, de zogenoemde transcraniële hersenstimulatie (zie kader). ‘Uit ander onderzoek blijkt dat mensen dan beter leren. Hersenstimulatie wordt al regelmatig toegepast. Maar nog niet bij patiënten die moeite hebben om hun evenwicht te bewaren.’ Om de meerwaarde van hersenstimulatie bij de training te onderzoeken, schreef Van Wegen, onder leiding van hoogleraar neurorevalidatie Gert Kwakkel, daarom een onderzoeksvoorstel. Dat honoreerde de Hersenstichting deze zomer met 150.000 euro. ‘We gaan de komende drie jaar met twee groepen patiënten aan de slag’, aldus Van Wegen. ‘De ene groep krijgt balanstraining met hersenstimulatie, de andere groep alleen balanstraining’. De patiënten krijgen allemaal dezelfde apparatuur op hun hoofd om te voorkomen dat ze weten in welke groep ze zitten. Ook voelen ze allemaal aan het begin van de trainingssessie een lichte prikkeling op hun achterhoofd. ‘Bij hersenstimulatie voel je de prikkel meestal alleen aan het begin. Dus in principe hebben de

Hoe werkt transcraniële hersenstimulatie (tDCS)? Zenuwcellen zijn kleine geleiders. Via elektrische prikkels kunnen ze heel snel boodschappen aan elkaar doorgeven. Hersenstimulatie communicatie

kan

die

bevorderen

elektrische waardoor

nieuwe informatie soms beter beklijft. Hersenstimulatie kan ín het brein - bijvoorbeeld via een chip - of óp het hoofd, de zogenoemde transcraniële hersenstimulatie (tDCS), zoals in dit experiment. Patiënten krijgen een helm op met

een

anode en een kathode die contact maken met de schedel. Door een klein stroompje te laten lopen tussen anode en kathode wordt het hersengebied tussen deze twee polen geprikkeld. Van Wegen: ‘In dit experiment zullen we vooral het cerebellum van de patiënten prikkelen, omdat

hier

het motorisch centrum zit dat betrokken is bij balans en controle.’ Foto: Onderzoeker Erwin van Wegen (rechts) verbindt het oefenapparaat voor de balanstraining met een proefpersoon.


patiënten die geen hersenstimulatie krijgen, niet door dat de prikkel bij hen daarna ophoudt’, aldus Van Wegen.

Eerste dertig dagen Hij verwacht dat de patiënten die hersenstimulatie krijgen significant tien tot vijftien procent hoger scoren op balanstesten dan de patiënten die alleen balanstraining krijgen. ‘Om dat statistisch hard te krijgen, hebben we 26 mensen nodig. Veiligheidshalve maken we daarom twee groepen van vijftien personen. Van Wegen: ‘Het is logistiek best ingewikkeld. De juiste beroertepatiënten moeten worden geselecteerd. Dat zijn patiënten die net een beroerte hebben gekregen, want de eerste dertig dagen na de beroerte zijn cruciaal voor herstel. En dat zijn beroertepatiënten die nog kunnen staan. Bovendien moeten ze in dezelfde periode beschikbaar zijn, want ze gaan in groepjes trainen. Dat werkt extra stimulerend.’ Van Wegen is benieuwd naar het resul-

‘ Ik hoop dat we ook kunnen achterhalen wat er gebeurt in de hersenen als iemand herstelt van een beroerte.’ taat. ‘Ik hoop dat we ook kunnen achterhalen wat er gebeurt in de hersenen als iemand herstelt van een beroerte.’ Eerder onderzoek suggereert dat een deel van de hersenen wordt gerepareerd, onder andere door hormonen en groeifactoren die ervoor zorgen dat beschadigde hersencellen weer uitgroeien. Maar hoe dat precies gebeurt en welke hersendelen daarbij met elkaar praten is onbekend. ‘Om meer inzicht in dit herstelproces te krijgen, maken we van elke patiënt voor- en achteraf een EEG. Die registreert de elektrische golven in de hersenen. Verder doen we een aantal motorische en cognitieve testen’, aldus de bewegingswetenschapper.

Aanmoedigen Wat ook de resultaten van het onderzoek zullen zijn, voor de patiënten is de balanstraining meestal geen straf, zegt Van Wegen als hij de demonstratiesessie beëindigt. ‘De patiënten gaan vaak zo op in het computerspel, dat ze bijna vergeten dat ze aan het trainen zijn. Vooral als andere patiënten hen aanmoedigen. Dat is echt leuk om te zien. En een groot voordeel is dat we het PFT-apparaat overal naar toe kunnen rijden. Als een patiënt niet naar ons kan komen, komen wij naar de patiënt toe.’ 

september 2013

revalidatiegeneeskunde

09

Synaps


10

Oncologie

Hematoloog Peter Huijgens neemt na veertig jaar afscheid van VUmc

Onderzoek in het bloed Eind oktober gaat hematoloog Peter Huijgens met pensioen. Na een verblijf van precies veertig jaar aan de Vrije Universiteit en VU medisch centrum neemt hij afscheid als hoofd van de afdeling hematologie en directeur van onderzoeksinstituut VUmc CCA. Maar helemáál stoppen met onderzoek en onderwijs, dat zit er nog niet in.

N

Net buiten het kantoor van prof.dr. Peter Huijgens hangt een vogelhuisje. Het is een stille verwijzing naar zijn passie, vogels kijken in de vrije natuur, waaraan hij vanaf oktober wellicht meer tijd kan besteden. Hij blijft nog wat onderwijs geven en binnen de afdeling hematologie zal hij – op een iets lager pitje – actief blijven als onderzoeker. Ook blijft Huijgens nog voorzitter van de Stichting Hemato-Oncologie voor Volwassenen Nederland (HOVON). Deze stichting wil ervoor zorgen dat de resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden omgezet in een nieuwe behandeling voor patiënten met een bloedziekte.

Dorpse sfeer Huijgens heeft de ontwikkeling van VU medisch centrum praktisch van begin tot einde meegemaakt. Het academische ziekenhuis begon in 1966 als kleine Synaps

Nummer 82

< t e k s t J i m H e i r b a u t f o t o's H a r r y M e i j e r >

instelling aan de zuidkant van Amsterdam. Eén jaar later begon Huijgens met zijn studie geneeskunde. ‘Er hing een heel dorpse sfeer.’ Van de christelijke grondslagen van de Vrije Universiteit heeft hij nooit veel gemerkt. ‘Ik ben een volstrekte atheïst. Volgens mij voel ik me hier zo goed thuis mede omdat VUmc altijd voorop heeft gelopen in gevoelige, progressieve thema’s als euthanasie en geslachtsverandering.’ Huijgens ging nooit meer weg bij VUmc. Voor iemand die zichtbaar zoveel ambitie uitstraalt, lijkt dat een verrassend carrièrepad, want de meeste wetenschappers kijken wel eens een paar jaar over de grens. Huijgens: ‘Dat komt echt door de enorme ontwikkelingen in mijn vakgebied, de hematologie. Dat gaat maar door en door! Als het een gezapige boel was geweest, dan had ik hier niet meer gezeten.’ 


Oncologie

11

‘ Met name voor onderzoek naar bijzondere vormen van kanker is het van belang om voldoende kritische massa te hebben’

september 2013

Synaps


Oncologie

12 kanker is het van belang om voldoende kritische massa te hebben.’

Monoklonaliteit

Loopbaan Peter Huijgens 1949 Geboren in Amsterdam 1967– 1973 studie geneeskunde Vrije Universiteit 1976 Start op afdeling hematologie VUmc 1978 Begint als internist 1986 Promotie VUmc 1997 H oogleraar, hoofd hematologie VUmc

Hoe kwam Huijgens bij hematologie terecht? ‘Wat me zo boeit aan leukemie en andere kankers van de bloedbaan, is dat die zich goed lenen voor onderzoek’, legt hij uit. ‘Tumoren elders in het lichaam zijn een grote klomp cellen, waar je niet gemakkelijk iets mee kunt doen. Maar bij leukemie drijven de kankercellen levend door het bloed. Je kan ze eruit vissen en heel goed bekijken hoe zo’n cel werkt, wat hij precies doet. Veel begrip binnen de oncologie komt daarom oorspronkelijk uit de hematologie.’

2004 Directeur VUmc CCA

Hij zal het zelf nooit zeggen, maar Huijgens is zelf één van de drijvende krachten geweest bij het uitbouwen van ‘zijn’ vakgebied, de hematologie, aan VUmc en in Nederland. Samen met collega’s in Rotterdam loopt VUmc voorop in dit veld. Daar komt nog bij dat rasAmsterdammer Huijgens zich niet kon voorstellen dat hij zou verkassen: ‘Ik ben erg gehecht aan Amsterdam, de enige stad van ons land.’ Ook bij de toenadering van VUmc en AMC speelt Huijgens een rol. ‘Ik ben hoofdonderhandelaar op het gebied van kankeronderzoek, dus het zal duidelijk zijn dat ik voorstander ben van de samenwerking. ‘Met name voor onderzoek naar heel bijzondere vormen van

Huijgens is vooral geïnteresseerd in leukemie: ‘We begrijpen steeds beter wat een leukemiecel is. Zo was lange tijd het beeld in ons onderzoeksveld dat bij leukemie sprake is van monoklonaliteit – dat wil zeggen dat de kanker vanuit één lichaamscel ontstaat. Alle kankercellen zouden dan identiek zijn. Dat beeld moeten we echter bijstellen. Vanaf het begin van de ziekte lijkt leukemie te bestaan uit meerdere klonen: er zijn verschillende groepen leukemiecellen in de patiënt aanwezig, met één dominante kloon. Door die dominantie lijkt het bij diagnose alsof er maar één type leukemiecel in de patiënt zit. Wanneer je dan bij diagnose de therapie richt op de dominante kloon zal, wanneer die verdwijnt, één van de andere klonen de kop op kunnen steken. Dat nieuwe inzicht kan consequenties hebben voor het concept van targeted

therapy. Immers, te smal, te gericht werken zal de patiënt dan niet genezen.’ Ook de diagnose en vooral het volgen van leukemie tijdens de behandeling, wordt alsmaar beter. ‘We kunnen leukemiecellen met steeds gevoeligere technieken detecteren.’ Hetzelfde geldt voor lymfklierkanker, dat dankzij steeds gevoeligere imaging-technologie beter en eerder in beeld komt. Het doel is natuurlijk om de ziekte eerder op het spoor te komen, maar ook om tijdens behandeling te zien of de therapie goed aanslaat.

‘ Veel begrip binnen de oncologie komt oorspronkelijk uit de hematologie’

Verwacht Huijgens dat kanker ooit helemaal uitgebannen zal zijn? ‘Nee, is mijn stellige overtuiging. Helaas niet.’ En dan, filosoferend: ‘Om kanker echt te verslaan, moeten we alles weten van de cel. En dat kan helemaal niet! Want in de cel vinden zoveel ingewikkelde biochemische processen plaats, die allemaal op een of andere manier op elkaar inwerken. Het is een soort chaotisch systeem; vergelijk het maar met het weer, dat is een paar dagen vooruit ook niet exact te voorspellen.’ 

Leukemie in beeld VUmc is één van de grootste behandelcentra voor leukemie in Nederland. Binnen grote Europese studies brengen VUmc-onderzoekers subtypes van acute myeloïde leukemie in kaart, om de juiste behandelwijze daarvan vast te stellen. VUmc loopt voorop in het vaststellen of de leukemie echt verdwijnt tijdens therapie en dat kan gemakkelijker als bij iedere patiënt zijn of haar subtype nauwkeurig is vastgelegd. Links: Schematische weergave van de DNA-afwijking bij één van de vele soorten acute leukemie: het midden van chromosoom 16 keert zich als het ware om. Op de breek-/laspunten ontstaan twee nieuwe genen, waardoor deze specifieke acute myeloïde leukemie ontstaat.

Synaps

Nummer 82

<beeld VUmc>


Het NIVEL onderzoekt samen met VUmc en UMC St Radboud of patiënten met lymfklierkanker (Hodgkin en non-Hodgkin lymfoom) gebaat zijn bij een communicatiecursus op internet, zodat zij zich beter leren voorbereiden op gesprekken met hun arts. Drie reacties op de stelling:

‘Ook patiënten moeten leren communiceren’ Reageren? Mail naar synaps@VUmc.nl

uitgelicht

13

Josée M. Zijlstra, internist-hematoloog VUmc en medeonderzoeker patiëntcommunicatiecursus ‘Móeten is in deze stelling niet het goede woord. Communicatie is de basis van elke arts-patiëntrelatie. De afgelopen jaren is er (terecht) veel aandacht besteed aan het belang van goede communicatie in de geneeskunde opleiding. Dokters móeten leren op een heldere manier met hun patiënten te communiceren. Maar communicatie komt als het goed is van twee kanten. Zeker als het gaat om patiënten met een levensbedreigende ziekte is van belang dat de voor hem of haar essentiële vragen in het gesprek aan de orde komen. Uit recent onderzoek blijkt dat veel patiënten wel een steun in de rug kunnen gebruiken om voldoende weerbaar te zijn in soms lastige gesprekssituaties. Een patiënt kan zich van tevoren voorbereiden op het gesprek met de dokter. Eén van de mogelijkheden hiervoor is een communicatiecursus via internet.’

Remke van Staveren, psychiater en auteur van leerboeken patiëntgericht communiceren ‘Nee, patiënten moeten niet leren communiceren. Dat doe je toch ook niet voor een afspraak bij de kapper? Dat zou de omgekeerde wereld zijn! Niet de patiënt, maar de arts is verantwoordelijk voor het consult en dus voor de communicatie. Natuurlijk heeft ook de patiënt een verantwoordelijkheid. De patiënt is verplicht zijn arts eerlijke en duidelijke informatie te geven over zijn gezondheidstoestand. Maar het is aan de arts om contact met de patiënt te maken, een vertrouwensrelatie op te bouwen en de juiste vragen te stellen. Bij allerlei verschillende patiënten, onder allerlei verschillende situaties. Zoals een goede kapper precies weet te achterhalen hoe zijn klant geknipt wil worden. Dat is ons werk.’

Rosaida Broeren, beleidsmedewerker Nederlandse Patienten Consumenten Federatie ‘We communiceren elke dag, maar in de spreekkamer kan dit voor zowel de patiënt als zorgverlener vaak nog lastig zijn. De verantwoordelijkheid voor goede communicatie ligt bij de zorgverlener. Maar de patiënt heeft hier ook een belangrijke rol. Door bijvoorbeeld vragen te stellen over de diagnose en behandeling en te vertellen of hij de behandeling ziet zitten. In sommige situaties is dit minder vanzelfsprekend, bijvoorbeeld in het geval van emoties of

<illustratie Aad Gou dapp el>

lage gezondheidsvaardigheden. Het is de taak van de zorgverlener om deze patiënten te ondersteunen, zoals de communicatie beter op hen af te stemmen en visueel voorlichtingsmateriaal gebruiken. Zowel de zorgverlener als ‡ de patiënt kunnen nog wel wat hulp gebruiken. Een goed voorbeeld waarbij het mes aan twee kanten snijdt zijn de communicatiekaarten van de NPCF. Deze kaarten met tips helpen zowel de zorgverlener als de patiënt in hun communicatie om zo het gesprek in de spreekkamer goed te laten verlopen.’

september 2013

Synaps


14

Preventie en gezondheid

‘ O ne size fits all bestaat niet’ EMGO + -directeur Eco de Geus over erfelijkheid en samenleving <tekst Barbara van Male f o t o's J e a n P i e r r e J a n s e n M a r k v a n d e n B r i n k >

‘Voor preventie en interventie moet je aanvaarden dat mensen individueel enorm verschillen. Genetisch, biologisch, psychologisch.’ Eco de Geus, directeur van het EMGO+-instituut en wetenschappelijk onderzoeker bij het Nederlands Tweelingen Register, is duidelijk over de maatschappelijke betekenis van academisch onderzoek. ‘Zo’n inzicht is van belang voor onderzoekers én voor huisartsen en andere zorgverleners.’

E

Enthousiast vertelt De Geus over de brug die EMGO + slaat tussen wetenschappelijk onderzoek en de samenleving. En wat zijn werk bij het Tweelingen Register daaraan bijdraagt. ‘Wat is erfelijk bepaald en wat is de invloed van omgeving? Neem obesitas. Genetisch gezien weten we dat obesitas sterker verbonden is met genen in de hersenen dan met genen in het vetweefsel. Maar of en hoe die genen tot expressie komen, verschilt

Synaps

Nummer 82

enorm per persoon. Dat roept weer de vraag op wat omgeving – gezin, stad, platteland, stress, enzovoorts – doet. En daar komt het tweelingenonderzoek om de hoek. Eeneiige tweelingen zijn genetisch identiek, maar kunnen in één eigenschap erg verschillen: de een rookt en de ander niet, de een loopt fanatiek hard en de ander zit liever op de bank, …kortom, waar ben je mee geboren en wat komt eruit?’

Niet sexy In 2012 trad De Geus aan als directeur van het EMGO + -instituut. ‘We zijn het grootste en meest geciteerde onderzoeksinstituut van VUmc, met een enorme wetenschappelijke output van hoge kwaliteit. Hier zie je dat wetenschap sociaal en maatschappelijk relevant is – en geldgevers zien dat terug. Als huisartsen de richtlijn voor cardiovasculaire risico’s gebruiken, dan werken ze met een instrument dat onder meer uit EMGO + -onderzoeken is voortgekomen. We zoeken uit hoe je mensen kunt laten doen wat goed voor ze is. Hoe krijg je bijvoorbeeld bouwvakkers zover dat ze goed tillen? Gaat dat via peers, belonen, verplichten, verbieden? Maar ook nietsexy zaken als statistiek is deel van ons werk, omdat dat nu eenmaal de basis is voor een gedegen analyse.’ Voor financiering zoekt De Geus ook naar externe partijen als zorgverzekeraars en gemeenten. ‘Juist nu de


15

Preventie en gezondheid

gemeenten jeugdzorg en ouderenzorg moeten uitvoeren, zie ik een rol voor ons. Omdat hier alles in huis is om te onderzoeken wat effectief is aan interventies, behandelingen, maatregelen.’

IJskastmoeders Door zijn andere baan bij het Tweelingen Register combineert De Geus het beste van twee werelden: toegepast en fundamenteel onderzoek. ‘Wetenschap moet toepasbaar zijn. Maar de twijfel van de fundamentele wetenschapper blijft nodig. Kijk naar autisme en depressie. Daarvan werd lang aangenomen dat de oorzaak alleen in de omgeving lag – bij autisme bijvoorbeeld door zogeheten ijskastmoeders, emotioneel kille vrouwen. Door genetisch onderzoek weten we nu dat die aandoeningen een biologische basis hebben, net als diabetes en harten vaatziekten.’ Toegepast wetenschappelijk onderzoek brengt ook zo z’n eyeopeners voort, vooral bij ‘zijn’ thema, beweging. ‘Mensen die geregeld sporten worden minder depressief, voelen zich beter. Alleen: oorzaak en gevolg zijn niet goed aan te tonen. Het lijkt alsof sportende mensen zich in de grond al beter voelen – er zit iets in je waardoor je je goed voelt en je gaat sporten. Dus “ga maar sporten als je depressief bent” past niet bij iedereen. De vraag is: welke interventie of therapie helpt bij wie? One size fits all bestaat niet. Natuurlijk voorkom je door beweging heel veel ziektes en help je het genezingsproces. Maar voor preventie en interventie moet je echt aanvaarden dat mensen individueel enorm verschillen. Genetisch, biologisch, psychologisch.’

Ambities Als bestuurder maakt De Geus geen geheim van zijn ambities, hij heeft een Amsterdam School of Public Health voor ogen. ‘Al het topacademisch onderzoek onder één dak, en dat hoeft zeker niet in één gebouw. De public health-onderzoekers in beide Amsterdamse umc’s blijven doen waar ze goed in zijn, maar verenigd kunnen we een nog sterkere club zijn.’ En als onderzoeker blijft sport en beweging zijn aandacht trekken. ‘Ik zou heel graag willen weten wat sportgedrag bepaalt. Waarom gaat iemand wel of niet sporten? Wat is genetisch, wat is omgeving, wat is persoonlijkheid? En hoe kunnen we dat beïnvloeden? Want stiekem wil ik Nederland beweegland maken.’ 

Tweelingen Het Nederlands Tweelingen Register (NTR) is in 1987 opgericht door onderzoekers van de VU. Het doel van het NTR is te onderzoeken hoe erfelijke aanleg bijdraagt aan persoonlijkheid, ontwikkeling, ziekte en risicofactoren voor bepaalde ziektes. Onderzoek onder eeneiige én twee-eiige tweelingen kan laten zien in welke mate verschillen tussen personen het gevolg zijn van erfelijke aanleg en van omgevingsfactoren.

Maatschappelijk relevant Het EMGO + -instituut is een transdisciplinair onderzoeksinstituut van VUmc en de Vrije Universiteit. De focus ligt op publieke gezondheidszorg en eerstelijnszorg – het doel is excellent onderzoek te doen op hoogwaardig internationaal niveau en met maatschappelijke relevantie. Het instituut kent vier onderzoeksprogramma’s: Lifestyle, Overgewicht en Diabetes, Geestelijke Gezondheid, Kwaliteit van Zorg, en Spier-Skelet Gezondheid. Zo’n 600 onderzoekers van VUmc, en van de VU-faculteiten Psychologie en Pedagogiek, en Aard- en Levenswetenschappen zijn aan het EMGO + verbonden. www.emgo.nl

september 2013

Synaps


nieuws

16

Kort

Té kort door de bocht voor u?

Een selectie uit opvallend nieuws op medischwetenschappelijk gebied

Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo

Leuk leren gezond te leven Onderzoekers van VUmc hebben het DOiT<beeld Shutte rStock >

lespakket over gezonde voeding en bewegen voor VMBO-scholen ontwikkeld. Doordat leer<fot o V Um c>

lingen actief aan de slag gaan met hun eeten beweeggedrag gaan ze zich steeds gezonder en fitter voelen. Dat is niet alleen winst voor nu, maar ook voor de toekomst!

Behandeling voor chronische open wonden beschikbaar

Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat

Hartziekte door DNA-fout

DOiT ook echt werkt. Deelnemende jongeren

Een paar keer per jaar staat het in de krant:

De afdeling dermatologie van VUmc heeft

worden minder dik en besteden minder tijd

topsporter krijgt op het veld een hartstilstand.

nieuwe huidvervangende therapie ontwikkeld

aan tv kijken en computeren. Het lespakket is

Veel van deze jonge topsporters die plotseling

voor de behandeling van open wonden. De

uitgegeven bij Arko Sports Media. VUmc blijft

overlijden aan een hartstilstand blijken een

therapie is weinig belastend voor de patiën-

betrokken door een jaarlijkse evaluatie van

foutje te hebben in het DNA. Zo’n fout in het

ten. Eerst worden onder lokale verdoving

de effectiviteit van het lespakket.

erfelijk materiaal van het hart leidt bij 1 op de

enkele kleine stukjes huid (biopten) afgeno-

Meer info: www.doitproject.com

500 personen in Nederland tot een hartziekte op jonge leeftijd. Jolanda van der Velden van

in drie weken tot huid gekweekt. Vervolgens

de afdeling fysiologie van VUmc onderzoekt

worden de wonden met deze nieuwe huid als

samen met de afdeling cardiologie hoe deze

een soort levende pleisters bedekt. Daarna

DNA-fouten kunnen leiden tot acute hartdood

groeien de lapjes vast door ingroei van bloed-

en hartziekte, zodat op termijn hopelijk een

vaten vanuit het wondoppervlak, ook wel

medicijn te maken is om dit te voorkomen.

wondbed genoemd. Nieuw is ook dat de

In haar oratie 'Of mice and women' besteedt <beel d ShutterStock>

men. De daaruit verkregen huidcellen worden

gekweekte huid uit zowel lederhuid als opperhuid bestaat, wat niet eerder lukte. Voor mensen die soms al jarenlang kampen met een of meer open wonden lijkt nu genezing naderbij te komen. www.A-skin.nl

van muismodellen en studies in de mens en de positie van de vrouw binnen de academische onderzoekswereld.

Financiële injectie voor onderzoek naar kankervaccin

van suikerchemie en immunologie. Van een immuunrespons tegen melanoom en

Paren en artsen kiezen soms te snel voor vruchtbaarheidsbehandelingen

Yvette van Kooyk, hoogleraar moleculaire cel-

Humaan Papilloma Virus. Hierbij worden

Uit promotieonderzoek van gynaecoloog in

biologie en immunologie, heeft een Advanced

suikers gebruikt om het vaccin naar de

opleiding Noortje van den Boogaard blijkt dat

Grant gekregen van 2,5 miljoen euro voor

juiste cellen te brengen die de

bijna de helft van de paren met een onver-

haar onderzoek naar de ontwikkeling van een

immuunreactie kunnen

klaarde onvervulde kinderwens een even grote

vaccin tegen kanker. ‘We willen binnen vijf

initiëren.’

kans hebben op natuurlijke wijze zwanger te

Kooyk:’Wij houden ons allereerst bezig met

worden als met een vruchtbaarheidsbehande-

gebruikt kan worden om de immuunreactie

ling. Voor deze paren is een afwachtend beleid

van kankerpatiënten te versterken. Dat vaccin

van zes tot twaalf maanden (richtlijn NVOG)

is in te zetten als therapie, maar mogelijk ook

dan ook de gewenste behandelstrategie.

re ziekten die gebaat zijn bij een sterke afweer zoals infectieziekten.’ Het onderzoek is uniek vanwege de combinatie van kennis

Nummer 82

<bee ld S hu tterSt ock>

jaar een vaccin hebben dat in de kliniek

preventief. En op termijn wellicht tegen ande-

Synaps

zij aandacht aan erfelijke hartziekten, het nut

Artsen vinden het echter lastig patiënten te overtuigen van het gebrek aan meerwaarde van vroege behandeling. Hun kennis is vaak niet up-to-date en niet alle artsen zijn het eens met de richtlijn. Fertiliteitartsen leven


Een selectie uit cursussen, symposia, congressen, promoties en oraties.

Cursussen/symposia 8 oktober 2013

9 oktober 2013

Nascholing: Samenwerking medisch

Promotie: B. Stringer

Elektronische neus ‘ruikt’ darmkanker in menselijke ontlasting

specialist en huisarts voor patiënten met

Titel: Collaborative Care for patients with

cardiovasculaire aandoeningen

severe personality disorders. Challenges

Locatie: Zaal de IJssel VUmc

for the nursing profession

Door te ‘ruiken’ met een elektronische neus,

Meer info: www.vumc.nl (agenda)

Aanvang: 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit

en voorstadia daarvan (dikkedarmpoliepen)

9 oktober 2013

17 oktober 2013

worden opgespoord. Geurprofielen afkomstig

Symposium Literatuur en Geneeskunde:

Promotie: M. Scherpenisse

van de ontlasting van patiënten met dik-

'Hersenziekten'

Titel: The humoral immune responses after

kedarmkanker verschilden van die van gezon-

Locatie: Amstelzaal VUmc

HPV infection and prophylactic vaccination:

de personen. Onderzoekers vonden ook een

Meer info: www.vumc.nl (agenda)

Importance of serology

Coassistente demonstreert eNose

nieuws

<f ot o M ark van de n Brink >

agenda

17

een zogenaamde eNose, kunnen darmkanker

Aanvang: 11.45 uur, Aula Vrije Universiteit

verschil in geurprofielen van ontlasting van patiënten met dikkedarmpoliepen en die van

10 en 11 oktober 2013

patiënten met dikkedarmkanker.

Conferentie: Translational Neuroscience

22 oktober 2013

Onderzoekers, MDL-artsen Nanne de Boer en

Network (TN2): Alzheimer's Disease

Afscheidcollege: prof.dr. Th.P.G.M. de Vries

Tim de Meij, maakten gebruik van de eNose,

and Related Disorders

Titel: Farmacotherapeutisch redeneren.

een apparaat dat moleculen kan onderschei-

Locatie: Hoofdgebouw VU

Verschillen tussen studenten en hun

den in lucht. Zij verwarmden daarvoor 157

Meer info: www.tn2.eu/conference-

opleiders

monsters ontlasting en leidden de vrijgeko-

2013

Aanvang: 15.45 uur, Aula Vrije Universiteit

ontlasting van gezonde personen, patiënten

11 oktober 2013

25 oktober 2013

met dikkedarmkanker en patiënten met dik-

Symposium: Als elke minuut telt - acute

Promotie: M. Pronk

kedarmpoliepen te kunnen onderscheiden.

topzorg in Amsterdam. Ter gelegenheid

Titel: When your hearing fails you.

Lees meer en bekijk het filmpje op www.

van de nieuwe spoed-eisende hulp

Hearing loss determinants, psychosocial

VUmc.nl bij onderzoeksnieuws.

van VUmc

consequences, and possible interventions

Locatie: Amstelzaal VUmc

following screening in older adults

Meer info: www.vumc.nl (agenda)

Aanvang: 11.45 uur, Aula Vrije Universiteit

18 oktober 2013

31 oktober 2013

Symposium: 'Beter door Peter'

Promotie: E.C.P.M. Tak

en afscheidsrede van prof. dr. Peter

Titel: Reducing the impact of geriatric

Huijgens

conditions by physical activity

Locatie: Aula, Hoofdgebouw van de

Aanvang: 13.45 uur, Aula Vrije Universiteit

<be eld Sh utt erS to ck>

men damp langs de eNose. Deze bleek de

Vrije Universiteit Meer info: www.vumc.nl (agenda)

het ‘afwachtend beleid’ beter na dan gynae-

31 oktober 2013

cologen. Van den Boogaard: ‘Het gaat hier om

Congres: Disability Studies International

belastende en dure vruchtbaarheidsbehande-

The art of belonging

lingen die soms leiden tot gecompliceerde

Locatie: Hotel Casa400, Amsterdam

zwangerschappen zonder dat ze meerwaarde

Meer info: www.vumc.nl (agenda)

hebben in vergelijking met natuurlijke conceptie. Mijn onderzoek laat zien dat een gebrek aan goede communicatie en informatie leidt tot deze overbehandeling.’

Voor meer inschrijvingen, nascholingscursussen, congressen en symposia, kijk op: www.VUmc.nl/paog Voor actuele informatie over promoties en oraties kijk op: www.VUmc.nl/onderzoek september 2013

Synaps


Diastolisch hartfalen

18

Het geneesmiddel dat ooit werd ontworpen

Viagra weer terug naar het hart? <tekst R o b B u i t e r b e e l d M a r k v a n d e n B r i n k >

voor de behandeling van angina pectoris, maar dat uiteindelijk faam maakte als eerste hulp bij erectieproblemen, keert mogelijk weer terug naar hartpatiënten. Dat verwacht dr. Nazha Hamdani, onderzoeker bij ICaR-VU en de Ruhr University in Bochum, Duitsland.

‘ Concluderen dat alle patiënten met diastolisch hartfalen dus maar aan de Viagra moeten, gaat te ver’

N

Nazha Hamdani doet onderzoek naar de oorzaken van diastolisch hartfalen. Dat is de vorm die ongeveer de helft van alle patiënten met hartfalen treft, maar waar tot nu toe nog geen fundamentele oplossing voor is gevonden. Bij diastolisch hartfalen knijpt de hartspier wel goed samen, maar ontspant hij niet goed, waardoor de pompfunctie tekortschiet.

‘Bindweefselvorming lijkt eerder een gevolg dan een oorzaak van dit probleem’, zegt Hamdani. ‘Wij hebben ontdekt dat mensen met diastolisch hartfalen onder andere een tekort hebben aan een specifiek enzym dat de ontspanning van de spiervezels reguleert. In diermodellen zagen wij vervolgens dat het geneesmiddel sildenafil, dat bekend is geworden onder de merknaam Viagra, dat enzym kan activeren.’ Om daarmee te concluderen dat alle patiënten met diastolisch hartfalen dus maar aan de Viagra moeten gaat te ver, waarschuwt Hamdani. ‘Collega’s van de

Mayo Clinic in de VS vonden in een klinische studie geen effect van Viagra op deze patiënten. Ik denk dat dat komt omdat zij alleen naar mensen met een vergevorderd stadium van hartfalen – en daarmee relatief veel bindweefselproblemen – hebben gekeken. Dit najaar hopen wij samen met cardiologen van het OLVG een klinische studie te starten met een kleine groep patiënten. Naast sildenafil dat de ontspanning van de spiervezels stimuleert willen wij dan ook middelen testen die tegelijk de chemische omzetting van het eiwit titine reguleren.’ 

Sleutelrol voor reuzeneiwit De sleutel in het onderzoek van Hamdani is het eiwit titine, het grootste eiwit in het

Synaps

Ontspanning van de spiervezels

menselijk lichaam. Hamdani: ‘Van titine bestaan veel verschillende vormen, waaronder

In het verleden heeft het meeste onderzoek naar diastolisch hartfalen zich gericht op de overmatige bindweefselvorming in de hartspier. De groep van Hamdani vond evenwel dat de ware oorzaak waarschijnlijk ligt bij een slechter functioneren van het eiwit titine in de hartspiercellen (zie kader).

een lange en soepele versie en ook een korter en stijver molecuul. De verhouding tus-

Nummer 82

sen die twee is cruciaal voor het goed functioneren van de hartspier. Patiënten met diastolisch hartfalen hebben relatief teveel van de korte, stijve versie.’ Dat titine zo lekker groot is, maakt het onderzoek er niet per se eenvoudiger op, zegt Hamdani. ‘Er is maar een beperkt aantal groepen op de wereld met dit eiwit bezig. Mijn werk is uiteindelijk mogelijk gemaakt door de samenwerking met professor Wolfgang Linke in Bochum. Die werkt al twintig jaar aan dit lastige eiwit en heeft voor onze groep binnen onderzoeksinstituut ICaR-VU deze innovatieve lijn van onderzoek geopend.’


VUmc streeft naar samenwerking tussen disciplines en onderzoekers, tussen wetenschappers en andere partijen. In de Nationale Longitudinale Studie naar Horen werkt KNO/Audiologie van VUmc samen met Phonak, een Zwitserse ontwikkelaar van hoortoestellen. Een samenwerking die beide partijen verrijkt.

Slechthorendheid: een stille ziekte

samenwerking

19

<tekst Barbara van Male beeld S h u t t e r S t o c k >

Sophia Kramer,

Ulrike Lemke,

Associate Professor KNO/Audiologie

psycholoog, Ph.D., onderzoeksleider

en neuropsycholoog VUmc

bij Phonak

'Bij heel veel gehooronderzoek ligt de nadruk

‘Ook al is dit een hoortoestellenbedrijf, ons

op de techniek – heeft iemand een hoortoe-

werk gaat over mensen. Want het is een mens

stel nodig, en welk? In de Nationale

die een toestel gebruikt, bedient. En als ik

Longitudinale Studie naar Horen kijken we

weer met Sophia Kramer gesproken heb, laat

juist naar leefstijl, gezondheid, persoonlijk-

ik haar visie duidelijk horen op onze technolo-

heid, werk, omgeving. Dat geeft inzicht in de

gieafdeling: het gaat over de manier waarop je

psychosociale gevolgen van slechthorend-

slechthorendheid benaderd.

heid, en in wat slechthorenden nodig hebben.

Dit hooronderzoek onderstreept dat juist. We

Inzichten die aan de aanpak voorafgaan: moet

kunnen zien welke ontwikkeling slechthorend-

er een hoortoestel ontwikkeld worden, of is

heid én slechthorenden door de jaren heen

er een andere interventie of andere diagnos-

maken. En, belangrijker nog, erachter komen

tiek nodig?

wat de invloed van slechthorendheid is op

De industrie is een belangrijke speler in ons

iemands welzijn, op kwaliteit van leven, op

werkveld. En als wetenschapper vind ik het

communicatie en dagelijkse sociale omgang.

heel verrijkend om samen te werken met

Want het is immers een stille ziekte, letterlijk,

Phonak. Niet alleen om de financiering, maar

je ziet ’t niet aan iemand.

ook omdat het Phonaks onderzoeksteam veel

De samenwerking tussen Phonak en VUmc

expertise heeft, die de lijn tussen wetenschap

bestaat sinds 2010, toen onze vice-president

en toepassing korter maakt. Ons cohort is

op een congres Sophia Kramer hoorde vertel-

geen eenmalige meting, we volgen het al

len over dit langlopende onderzoek. En wij

sinds 2006, met inmiddels bijna 2.500 deelne-

grepen de kans om dit onderzoek te steunen

mers tussen de 18 tot 70 jaar. Voor ons én

– dit soort longitudinale onderzoeken zijn

voor hen een belangrijke bron voor ideeën die

namelijk erg schaars. In Europa is dit de enige

verder gaan dan hoortoestellen, die juist over

waarin slechthorendheid niet als onderdeel

kwaliteit van leven gaan. En dat verheugt me:

van ouderdom wordt onderzocht, maar juist

dat de industrie niet alleen maar geïnteres-

het centrale thema is. Een unieke bron die niet

seerd is in commercie.'

verloren mocht gaan.’

Resultaten bekijken? Meedoen? Ga naar www.hooronderzoek.nl

september 2013

Synaps


20

neuropsychiatrie

Lichttherapie voor Parkinsonpatiënten met depressie

Meer licht op de biologische klok Parkinsonpatiënten hebben naast hun bewegingsklachten ook vaak last van een depressie. De progressieve hersenaandoening veroorzaakt zo'n neurobiologische verstoring in het brein dat patiënten kwetsbaar voor somberheid worden. Hoe komt dit en wat valt er aan te doen? Onderzoekers van VUmc en GGZ inGeest proberen het mechanisme te ontrafelen door toepassing van een eenvoudig middel: lichttherapie.

D

< tekst Wilma Mik Illustratie Rhonald Blommenstein>

De gebruikelijke behandelmethoden bij een depressie – medicatie en psychotherapie – blijken ontoereikend voor patiënten met de ziekte van Parkinson. Sonja Rutten, psychiater in opleiding bij GGZ inGeest en één van de onderzoekers: ‘Parkinsonpatiënten moeten al veel medicatie slikken. Antidepressiva met kans op bijwerkingen en interacties met de andere medicatie zijn niet ideaal voor deze patiëntengroep. Psychotherapie is ook niet altijd een optie, zeker niet in een later stadium van de ziekte als er cognitieve problemen ontstaan. Op de poli tref ik veel patiënten met vaak ernstige klachten, die we dus geen optimale behandeling kunnen bieden. We staan geregeld met lege handen.’

Mensen worden om vier of vijf uur 's nachts wakker en kunnen niet meer inslapen. Slaapstoornissen en depressie zorgen voor een grotere lijdensdruk dan de bewegingsstoornissen. En dat geldt ook voor de mensen om hen heen. We zien dit ten onrechte nogal eens over het hoofd. Want wie aan Parkinson denkt, denkt vooral aan het trillen.’

Zetje Zou het kunnen dat een biologische klok die van slag is niet alleen een slechte invloed heeft op de slaap, maar ook op de stemming? En is lichttherapie dan een behandeloptie? Dit eenvoudige mid-

del werkt niet alleen bij winterdepressies, waar het oorspronkelijk voor is uitgevonden, maar ook bij gewone depressies. En in het bijzonder bij ouderen, bleek uit een groot onderzoek van GGZ inGeest. En zo zette het onderzoeksteam neuropsychiatrie, waartoe ook promovendus Chris Vriend behoort, een dubbelblind onderzoek op. Gedurende drie maanden zitten de deelnemers 's ochtends en 's avonds voor een speciale lamp, gewoon bij hen thuis. De sessies markeren het begin en het einde van de dag. Daarmee krijgt de biologische klok weer een zetje in een gezonde richting – met mogelijk een Het onderzoeksteam van GGZ inGeest en VUmc:

Synaps

Lijdensdruk

promovendus Chris Vriend,

Neurowetenschapper en slaaponderzoeker Ysbrand van der Werf en psychiater Odile van den Heuvel bogen zich over dit probleem. Het lijkt erop dat ook de biologische klok wordt beïnvloed door de ziekte van Parkinson. Van der Werf: ‘Die raakt echt verstoord door alles wat er gebeurt in het brein van een patiënt.

neurowetenschapper en

Nummer 82

slaaponderzoeker Ysbrand van der Werf, psychiater Odile van den Heuvel en Sonja Rutten, psychiater in opleiding bij GGZ inGeest. Foto Dirk W de Jong


Deelnemers gezocht Patiënten met de ziekte van Parkinson die somber zijn, komen mogelijk in aanmerking om mee te doen aan het lopende onderzoek van VUmc en GGZinGeest. Parkinsonpatiënten zonder somberheidsklachten kunnen

neuropsychiatrie

21

zich aanmelden als geïnteresseerde voor een internationaal onderzoek. Aanmelden bij Sonja Rutten: s.rutten@vumc.nl of (020) 444 9683. Meer informatie: www.vumc.nl/cnp

positieve invloed op de slaap, de stemming en de bewegingsklachten. De onderzoekers blijven de deelnemers zes maanden daarna volgen om te zien of de effecten van zo'n eenmalige 'lichtkuur' aanhouden.

Prettiger Het onderzoeksteam is inmiddels een jaar bezig en de reacties zijn enthousiast. Rutten: ‘De deelnemers zijn er erg over te spreken. Het is makkelijk toe te passen en je krijgt er geen bijwerkingen van. Baat het niet, het schaadt ook niet. Na de onderzoeksperiode kopen deelnemers vaak zelf zo'n lamp om ermee door te gaan. Patiënten herkennen het werkingsmechanisme van lichttherapie ook. Vrijwel iedereen voelt zich prettiger in de zomer als de dagen langer zijn. Dan gaan de dingen makkelijker, is de stemming beter, ben je minder snel vermoeid.’ Van der Werf: ‘Na een goede nachtrust zijn patiënten motorisch ook beter. Dat noemen we sleep benefit. Maar we gaan hiermee de ziekte zelf niet verhelpen. We behandelen mensen binnen de grenzen van hun ziekte en optimali-

‘ Na een goede nachtrust zijn patiënten motorisch ook beter. Dat noemen we sleep benefit’ seren ze binnen hun mogelijkheden. Daar valt nog veel te winnen.’ Huisartsen en psychiaters volgen het onderzoek met belangstelling. Want stel dat de uitkomsten positief zijn, dan is er eindelijk een goed, relatief goedkoop en eenvoudig toe te passen behandelalternatief. Overigens wordt ook voor andere aandoeningen de gunstige werking van lichttherapie onderzocht. Zo zijn collega’s van GGZ inGeest en VUmc bezig met de toepassing van lichttherapie voor diabetespatiënten.

Eervolle uitnodiging Het onderzoek gebeurt in nauwe samenwerking tussen VUmc en GGZ inGeest.

Rutten: ‘We kijken met een multidisciplinair team naar psychiatrische afwijkingen in een neurologische populatie. Iedereen brengt zijn specialiteit in en we leren heel veel van elkaar. Ik wist bijvoorbeeld niet dat het biologisch ritme zo belangrijk is, daar wordt amper aandacht aan besteed in de opleiding tot psychiater.’ Onlangs ontvingen de onderzoekers een eervolle uitnodiging om deel te nemen aan een groot internationaal onderzoek, met partners in de VS en Australië. Dit grootschalige onderzoek richt zich op het effect van lichttherapie op de motorische klachten bij de ziekte van Parkinson. Rutten: ‘Dat is natuurlijk geweldig, voor ons, maar met name voor de patiënten. Want in ons onderzoek kunnen alleen mensen meedoen met de klinische diagnose depressie en daardoor moeten we veel patiënten afwijzen. Nu kunnen we ook de andere Parkinsonpatiënten, met bijvoorbeeld slaapproblemen, mildere somberheidsklachten, of een beperkt effect van de lopende behandeling op de motorische klachten iets bieden!’  september 2013

Synaps


nieuws

22

Kort

Een selectie uit opvallend nieuws vanuit GGZ inGeest

Té kort door de bocht voor u? Meer informatie over deze onderwerpen: www.VUmc.nl/synaps/meerinfo

Zuid, al ruim honderd jaar een begrip in de Nederlandse psychiatrie. De Nieuwe Valerius biedt onderdak aan poliklinische en klinische zorg voor volwassenen <beeld Shutte rStock >

en ouderen en opvang voor mensen met acute psychische problemen. Ook het wetenschappelijk onderzoek naar psychische problemen en de behandeling daarvan krijgt hier een nieuwe plek. Gebouw en omgeving zijn zo ontworpen dat ze bijdragen aan het spoedige genezing.

GGZ inGeest opent locatie De Nieuwe Valerius

Het komt in de beste families voor

De Amsterdamse Valeriuskliniek stond in

Op 10 oktober besteedt GGZ inGeest samen

1950 aan de wieg van de medische faculteit

met andere GGZ-instellingen, familie- en

De Nieuwe Valerius, academisch psychia-

van de VU en VUmc. Nog steeds is de samen-

patiëntenverenigingen tijdens de Landelijke

trisch centrum VUmc-GGZ inGeest, op de

werking tussen GGZ inGeest, VU en VUmc

Dag Psychische Gezondheid uitgebreid aan-

hoek De Boelelaan – Amstelveenseweg is een

op het gebied van zorg, onderwijs en

dacht aan naasten van mensen met psychi-

feit. Op 10 september opende GGZ inGeest de

onderzoek, groot.

sche problemen. Het belang om goed op de

deuren van de nieuwe locatie. De naam ver-

Kijk voor meer informatie op:

hoogte te zijn van wat een psychiatrische

wijst naar de Valeriuskliniek in Amsterdam-

www.ggzingeest.nl/denieuwevalerius

ziekte voor familie en naasten kan betekenen

welbevinden van de patiënt en een voor-

en welke ondersteuning er is, is groeiende. De laatste jaren wordt steeds meer een

Kinderpsychiatrie en volwassenenpsychiatrie

wat er toen is gezien

beroep gedaan op familie en naasten van

en gedaan? In ons

psychiatrische patiënten en steeds vaker

Op donderdag 14 november staat het negen-

land zijn de kinder-

kloppen familieleden met een hulpvraag bij

de Valeriussymposium van GGZ inGeest in het

en volwassenenpsy-

hun huisarts aan.

teken van de transgenerationele psychiatrie.

chiatrie nog steeds

GGZ inGeest heeft een proactief familiebeleid

Het accent ligt aan de ene kant op het ver-

twee gescheiden

geformuleerd met familievertrouwensper-

hoogde risico op een psychiatrische stoornis

vakgebieden. Het

sonen, familieklachtrecht en een familieraad.

bij kinderen van psychiatrische patiënten.

Valerius-symposium

Hiervoor won de organisatie in 2012 een

Veel volwassen patiënten hebben kinderen.

probeert deze kloof

Familiester van het Landelijk Platform GGZ.

Als daar geen aandacht voor is, kunnen deze

te overbruggen. De

Prezens - onderdeel van GGZ inGeest –

kinderen de patiënten van de toekomst zijn.

ontwikkeling en con-

verzorgt uitgebreide informatie, voorlichting

tinuïteit van psychiatrische symptomen van

en cursussen voor familieleden, familie-

ooit kind geweest. Wanneer zijn hun psychia-

de kindertijd tot in de volwassenheid staan

spreekuren en familiebijeenkomsten.

trische klachten begonnen, en is dat toen

daarbij centraal.

Meer informatie: www.ggzingeest.nl

tijdig herkend? Weet de behandelaar van nu

Lees meer op www.ggzingeest.nl

en www.prezens.nl

Subsidies voor onderzoek naar blended care zorg

Psychologie van de VU gaan de komende

Ruim 1 miljoen euro aan bijdragen van ZonMw

len, evalueren en implementeren van blended

en het Innovatiefonds en Europese subsidies

care zorgprogramma’s voor mensen met psy-

euro maken onderzoek mogelijk naar blended

chische klachten. Het gaat om klachten in de

care zorgprogramma’s voor mensen met psy-

tweede en derdelijn waaronder unipolaire en

chische klachten. GGZ inGeest, de afdeling

bipolaire aandoeningen en angststoornissen.

psychiatrie van VUmc en de afdeling Klinische

Lees meer op www.ggzingeest.nl

<b ee ld Sh utt er Sto ck>

Aan de andere kant zijn volwassen patiënten

Synaps

Nummer 82

jaren gezamenlijk optrekken in het ontwikke-


Hulp bij zelfdoding in de psychiatrie

Durf en dilemma’s

psychiatrie

23

‘Een chronische depressie, een persoonlijkheidsstoornis, dwanggedachten, alle behandelingen gehad en een aanhoudende doodswens. Wat doe je dan als psychiater?’ Paulan Stärcke, een van de geneesheren-directeur bij GGZ InGeest, ontwikkelde het euthanasieprotocol voor de instelling. ‘Het vraagt durf van een psychiater om een euthanasieverzoek diepgaand te onderzoeken.’

D

De wet staat euthanasie alleen toe als iemand uitzichtloos en ondraaglijk lijdt, als een behandelperspectief ontbreekt, en als het verzoek vrijwillig en weloverwogen is. ‘Daar heb je meteen de dilemma’s te pakken van euthanasie in de psychiatrie’, aldus Paulan Stärcke. ‘Ondraaglijk en uitzichtloos lijden kun je niet langs de meetlat leggen. Daarnaast gaan, anders dan bij terminale somatische ziekten, psychiatrische patiënten niet dood aan hun ziekte. En of het euthanasieverzoek weloverwogen is, roept vaak vraagtekens op, bij psychiaters zelf en bij de buitenwereld.’

IJsberg Het moment dat een psychiatrische patiënt daadwerkelijk over euthanasie durft te praten, is als het topje van een ijsberg, weet Stärcke. ‘Daaraan gaat meestal een langdurig innerlijk proces vooraf. Die wens moet dan ook grondig worden verkend. ‘Ik wil dood, want ik ben niets waard’ is een gedachte die onderdeel is van de ziekte en geen grond

<tekst B a r b a r a v a n M a l e foto M a r k v a n d e n B r i n k >

voor euthanasie. Maar wil iemand dood omdat hij zijn leven ondraaglijk vindt met zijn chronische depressie, psychoses en waandenkbeelden, dan moet je het gesprek erover voeren. Psychiaters kunnen onderscheiden of de boodschap reëel en weloverwogen is, ook al verwoordt iemand dat ongelukkig, theatraal, boos.’ Onderkennen dat er geen of nauwelijks behandelopties meer zijn die succes bieden, is een precair en zwaarwegend vraagstuk, benadrukt Stärcke. ‘Dat is een gewetensvraag, geen kwestie van een lijstje afvinken.’

Steungroep psychiaters Steungroep Psychiaters geeft steun en consultatie aan collega’s die een verzoek krijgen om hulp bij zelfdoding. Alle werkdagen is een dienstdoende psychiater beschikbaar voor het beantwoorden van vragen en het bieden van daadwerkelijke steun.

Fantasie De euthanasiewet is van meet af aan ook bedoeld voor psychiatrische patiënten. De beroepsgroep van psychiaters spreekt er, na jaren huiverig te zijn geweest, langzaamaan vrijmoediger over, ziet Stärcke. ‘Ik heb wel eens de fantasie dat er in onze wachtkamer een folder over euthanasie ligt.’ Bij GGZ InGeest neemt ze euthanasieverzoeken over als psychiaters het niet aandurven. ‘Maar als ik denk dat er niet aan de wettelijke criteria is voldaan, doe ik niet mee. Uitgangspunt is: een verzoek om hulp bij zelfdoding nemen we in principe serieus. Soms werkt het ook de andere kant op. Een man met een euthanasieverzoek is juist intensieve psychotherapie gaan volgen. Want die laatste uitweg biedt hem ruimte. Door te bespreken hoe je naar je dood gaat, wat je nog moet regelen, wie je wilt spreken … dan blijkt soms dat euthanasie niet de weg is.’ 

Kijk op www.steungroeppsychiaters.nl of bel (020) 5304970.

september 2013

Synaps


Oud en scherp <tekst Henne Holstege en U n i v e r s i t e i t s m u s e u m G r o n i n g e n >

Deze afbeelding uit de jaren ’30 en ’40 uit de vorige eeuw werd gebruikt in het onderwijs om de principes van erfelijkheid weer te geven. Oude onderwijsplaten geven de huidige wetenschappers en medici een indicatie van de toenmalige stand van zaken in vakgebieden die ook nu nog volop in ontwikkeling zijn. Zo was veel van wat wij nu weten over de genetica nog verborgen voor de samenstellers van de afgebeelde plaat.

<f ot o M ark van de n Brink >

Toen & Nu

24

Dr. Henne Holstege, klinisch moleculair geneticus VUmc:

De afgelopen paar jaar zijn er geweldige stappen gemaakt in het analyseren van erfelijk materiaal. In plaats van naar hele chromosomen te kijken onder de microscoop kunnen we nu DNA ‘aflezen’, molecuul voor molecuul, als de letters van een boek. Dat wil nog niet zeggen dat we de betekenis van al die letters begrijpen en in dat opzicht staan we met deze nieuwe techniek, het DNA sequencen, voor een nieuw tijdperk binnen de erfelijkheidsleer.

‘Voor ons onderzoek naar de betrokkenheid van erfelijkheid binnen de ziekte van Alzheimer maken we graag gebruik van het DNA sequencen. We proberen te begrijpen wat er mis gaat in de hersenen, en daarom is het heel belangrijk te weten hoe het goed gaat. Een voorbeeld van iemand bij wie het heel goed ging is Hendrikje van Andel-Schipper: zij werd de oudste vrouw van de wereld, 115 jaar oud, zonder ook maar een enkel teken van dementie te vertonen. Haar moeder werd ook 100 jaar oud en ook zij vertoonde geen verschijnselen van dementie. We zien het vaker dat mensen uit één familie allemaal oud worden zonder last te hebben van dementie. Hieruit kunnen we afleiden dat erfelijke factoren een belangrijke rol kunnen spelen bij het beschermen tegen dementie. Om erachter te komen welke erfelijke factoren beschermend werken tegen dementie willen wij het erfelijk materiaal van Hendrikje van Andel-

Foto Universiteitsmuseum Groningen

Schipper vergelijken met dat van andere mensen die ouder zijn dan 100 en ook helemaal scherp van geest

Voor het

100-plus onderzoek zijn we momenteel op zoek naar mensen die ouder zijn dan 100 en niet dement: voor meer informatie kunt u mailen met 100plus@vumc.nl

Synaps

Nummer 82

zijn. Erfelijke factoren die overeenkomen bij deze 100-plussers kunnen belangrijke aanwijzingen bevatten over hoe dementie voorkomen zou kunnen worden. Uiteindelijk hopen we dat deze nieuwe inzichten leiden tot de ontwikkeling van een medicijn dat dementie tegengaat. ‘


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.