Tracer 05, 2014

Page 1

henk berendse, parkinsonexpert

nummer 5 – april 2014

pagina 2

Arts-microbiologen ontleden mammoet

pagina 6

pagina 4

Het dossier: Bevolkings­onderzoek darmkanker

pagina 6

Van rommelige kelder tot sfeervolle en open ruimte pagina 7

De ontmoeting: ‘De intermenselijke relatie blijft het belangrijkste’ De onthulling

Tracer op nieuwe leest geschoeid Het heeft iets meer dan een maand geduurd, maar hier is ie dan: de gloednieuwe Tracer, vol met verhalen, inkijkjes bij collega’s, opinies en achtergronden. In dit nummer bijvoorbeeld een portret van parkinsonexpert Henk Berendse. Hij durfde als eerste levensgroot op de voorpagina te staan. Wie volgt? In het hart van Tracer een dossier, deze keer over het bevolkingsonderzoek darmkanker. De afdelingen mdl, heelkunde en pathologie hebben samen een plan gemaakt hoe dit bevolkingsonderzoek binnen VUmc gestalte gaat krijgen. Het is het eerste bevolkingsonderzoek waar ook mannen voor worden uitgenodigd en het zal uiteindelijk duizenden levens redden. In De ontmoeting tekent een journalist op wat twee onbekenden tegen elkaar te zeggen hebben. Dit past binnen het thema ‘Verbinding’ waarmee Samen kiezen voor beter zich dit voorjaar profileert. Pieter ten Brink, voorzitter van de patiëntenparticipatieraad en vierdejaars student Chiel Bakker wisselen gedachten uit over onder andere de nieuwe media. Ook aanbevolen: Het spreekuur, waarin een patiënt artsen alles mag vragen wat hij of zij altijd had willen weten over een aandoening. Kortom, Tracer verschijnt minder vaak, maar is tot de rand gevuld met interessante, spannende en leuke verhalen (tenminste dat hopen we). Mocht iemand suggesties hebben voor het mei-nummer dan hoort de redactie dat natuurlijk graag. Onderwerpen zijn welkom op redactie@VUmc.nl. Monique Krinkels Eindredacteur Tracer

‘ De meeste studenten vinden het zenuwstelsel een ongelooflijk saai onderwerp’


‘ Het kwijtraken van de controle is voor ic-patiënten bijzonder frustrerend’ Hoofd ic Armand Girbes over een elektronisch apparaatje waarmee patiënten die aan de beademing liggen toch kunnen praten, Metro, 20 maart

tracer

Yessss! Vandaag de laatste #bestraling gehad @VUmcAmsterdam Bedankt voor de super behandeling! #top #feest #happy #carpediem patiënt, 18 maart om 15.50 uur volg ons ook op Twitter @VUmcAmsterdam

VUmc-ers breien mutsjes voor prematuren

pagina 2

Intensive care // Maar liefst 491 babymutsjes zijn inmiddels naar Malawi gestuurd en de mand die ic-verpleegkundige Floor Berndsen bij 7C neerzette, raakt steeds voller. Ze zijn bestemd voor een

ziekenhuis in Blantyre, de tweede stad in het zuidoost Afrikaanse land. Jaarlijks worden er in dat ziekenhuis zo’n tweeduizend premature baby’s geboren, waarvan er 180 overlijden, vooral

door onderkoeling. Baby’s verliezen met name veel warmte via het hoofdje. Berndsen riep daarom alle VUmc-collega’s op mutsen te breien.

meer informatie: f.berndsen@VUmc.nl en https://www.facebook.com/pages/Mutsjes-voor-prematuren/432685650198292?ref=hl

Zomertijd goed voor het hart

Arts-microbiologen ontleden mammoet Medische microbiologie // Beladen met opslagpotjes met dna van mammoetweefsel zijn arts-microbioloog Dries Budding (rechts) en Bas Wintermans, aios bij medische microbiologie en infectiepreventie, teruggekeerd uit Yakoetsk, Siberië. In deze koudste stad van de wereld namen zij deel aan een groot wetenschappelijk onderzoek aan een wolharige

tracer 13e jaargang nr 5, april 2014 Tracer is het medewerkersblad van VUmc eindredactie Monique Krinkels redactie Caroline Arps, Dyske Beelen, Ellen van den Boomgaard, Bernie Hermes, Edith Krab, Marcel Licher, Marre Roozen, Marieke Schutte en Jan Spee redactieadviesraad Erik van Aalst, Marcel van der Haagen, Inèz de Jonge, Willy Schuppert en Cora Visser redactiesecretariaat dienst communicatie, kamer PK4X199, tst. 43444, e-mail: redactie@VUmc.nl oplage 4.500 vormgeving De Ontwerperij, Amsterdam druk Boom+Verweij, Mijdrecht Copyright © 2014 VUmc, Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.

mammoet, die in mei vorig jaar in de regio werd gevonden. Ze willen onder anderen weten of de mammoet besmet was met tuberculosebacteriën en of het dna van deze bacteriën vergelijkbaar is met die van de menselijke ziekteverwekker. Tot voor kort werd aangenomen dat tuberculose via vee naar prehistorische boeren is overgestapt, maar uit dna-onderzoek bleek dat menselijke tuberculosebacteriën evolutionair ouder zijn dan die van koeien. In de botten van een negenduizend jaar oude bizon die in dezelfde tijd en hetzelfde gebied leefde als mammoeten, is dna van een tuberculosebacterie gevonden die veel meer lijkt op de tuberculosebacteriën die mensen ziek maakt.

De gevonden mammoet was ongeveer zestig jaar oud toen ze overleed en leefde 10.000 tot 15.000 jaar geleden. Omdat ze in een plas water viel en onmiddellijk bevroor, heeft het spierweefsel de rode kleur van vers vlees behouden. Wat extra bijzonder is, is dat het karkas vloeibaar bloed bevatte. Budding en Wintermans hebben dna geïsoleerd uit darminhoud, spier- en botweefsel en bloed voor verder onderzoek. Ze hopen hiermee meer te weten te komen over antibioticaresistentie van de bacteriën. eer weten? Lees het blog op m intranet/mammoet

Interventiecardiologie // Toen in de nacht van zaterdag op zondag 30 maart de klok ’s nachts van twee naar drie uur werd gezet, kreeg de biologische klok van de mens een forse tik. We moeten wakker worden vóór onze hersenen er klaar voor zijn, eten verwerken terwijl het maag-darmkanaal nog rust en bewegen vóór ons lichaam daar aan toe is. “Maar voor ons hart is het goed dat de zomer er weer aankomt”, legt Alexander Nap, fellow interventiecardioloog, uit. “In de maanden december en januari blijkt de cardiovasculaire (cv) sterfte op z’n hoogst, met zo’n 10% van het totaal. Dit neemt in de lente af en bereikt een minimum in de maanden juli, augustus en september, elk met zo’n 7,5% aan cv-sterfte.” Oorzaak voor seizoensgebonden sterfte is de temperatuur: naarmate het kouder wordt, vindt er meer sterfte plaats. Verlies van lichaamswarmte, versneld metabolisme en vernauwde bloedvaten leiden tot onvoldoende doorbloeding. “Ook de absolute 24-uursverschillen blijken van invloed. Hoe groter de temperatuurdaling, hoe meer sterfte. Het gaat daarbij vooral om het acute myocard infarct en het herseninfarct.” Bovendien blijken sommige dagen van de week risicovoller dan andere. Mannen en vrouwen onder de 65 jaar overlijden met name op maandag, de zogenaamde monday blues. Voor mannen zijn daarnaast zaterdagen gevaarlijk. “Deze weekgebonden sterfte wordt toegeschreven aan werk-gerelateerde stress op maandag en fysieke inspanning/sport op zaterdag.”

Poëzieprijs uitgeloofd Metamedica // VUmc start met een jaarlijkse poëzieprijs rond het thema ziekte en gezondheid: de VUmc-poëzieprijs. Een deskundige jury onder leiding van de Vlaamse schrijfster Kristien Hemmerechts zal de inzendingen beoordelen en de beste bijdragen belonen met geldprijzen en met opname in het boek ‘Reis door het lichaam’. De VUmc-poëzieprijs maakt deel uit van de traditie om aandacht te besteden aan de relatie tussen literatuur en geneeskunde. Reflectie op het handelen van artsen en verpleegkundigen is hierbij het achterliggende doel.

Effectiviteit Mamakits onderzocht Verloskunde // VUmc en Prezens starten een onderzoek naar de effectiviteit van de internet zelfhulpcursus ‘Mamakits online’. Dit is een innovatieve zelfhulpbehandeling voor zwangere vrouwen met depressieve en angstklachten. Gebruikers van de cursus leren in een vijftal lessen zorgen en problemen op een rijtje te zetten en te overwinnen. Depressieve en angstklachten komen tijdens de zwangerschap regelmatig voor. Maar liefst 17 % van de vrouwen heeft klachten en 12% voldoet daarbij aan de criteria voor een depressieve of angststoornis. meer informatie: www.literatuurengeneeskunde.nl.


In cijfers

Geweigerde opnames

tracer



In de Nederlandse ziekenhuizen is het sterftecijfer voor mensen die overlijden aan urineweginfecties gemiddeld 100, in VUmc slechts een derde.

Naast de kerncijfers zijn er meer en intrigerender gegevens over wat er binnen de organisatie gebeurt.

 

eer weten over de sterftecijfers? m Kijk op www.vumc.nl/sterftecijfers

  

gezocht

Foto Shutterstock

business manager

De vacaturebank

P&O // Divisiebureau II/III heeft een uitgelezen baan voor iemand met humor, die ondernemend is, goed kan samenwerken, kritisch is, lef heeft en over uitstekende communicatievaardigheden beschikt. De nieuwe collega wordt projectleider voor het alliantiethema vrouw-kindcentrum, maar zal

ook aan andere bedrijfsmatige projecten werken. “Een interessante functie en de nieuwe collega wordt lid van een gezellig team”, vertelt business manager Jan Peter Dijkstra. “We werken hier in het divisiebureau II/III met twintig mensen. We zijn hecht met elkaar, maar we staan open voor nieuwe col-

lega’s. Elke maand organiseren we een vrijdagmiddagborrel en natuurlijk vieren we verjaardagen. Binnenkort hebben we een teambuildingdag. Waar de nieuwe college komt te zitten? Tegenover mij, op kamer 5Z 192 in de polikliniek. Tenminste, tot komende herfst, want dan gaan wij ook over op het zogenaam-

de Topwerk, waarbij iedereen een flexplek krijgt en dus telkens met andere collega’s op een kamer zit. En de koffie? Op dit moment hebben we de standaard automaat, maar ik hoop dat we na de verbouwing net zo’n mooie koffiemachine krijgen als p&o op de vierde verdieping.”

pagina 3 





Acute opname afdeling is een blijvertje Ben de Graaf // In maart werden na één jaar acute opname afdeling (aoa) de evaluatiecijfers bekend. Sinds de start van de aoa hoefden veel minder acuut opgenomen patiënten wegens plaatsgebrek overgeplaatst te worden naar andere ziekenhuizen. Dit aantal daalde maar liefst met 68 procent. “De ingebruikname van de aoa is binnen VUmc de grootste verandering rond de klinische patiëntenlogistiek van de laatste tien jaar”, stelt Edwin Pompe, zorgmanager van divisie 4 en projectleider aoa. “Door concentratie van acute bedden op de aoa is er veel beter overzicht op de beschikbare capaciteit. Hierdoor hebben we het afgelopen jaar 500 patiënten op kunnen nemen die anders uitgeplaatst waren. De aoa heeft 24 bedden en werkt multidisciplinair aan een snelle diagnostiek, kwalitatief hoogwaardige zorg en doorplaatsing. Mede hierdoor daalde de gemiddelde ligduur voor deze patiëntencategorie van 7,2 naar 6,1 dagen.” Op de aoa liggen patiënten die normaliter naar een gewone verpleegafdeling waren gegaan. Ze verblijven hier twee tot maximaal drie dagen. De helft kan na de aoa naar huis, de andere helft wordt overgeplaatst binnen VUmc. Bijna driekwart van de opgenomen patiënten ligt niet langer dan twee dagen op de aoa. “Steekproefsgewijze metingen laten zien dat onze patiënten tevreden zijn over de geleverde kwaliteit van zorg.”

ook toe aan een nieuwe uitdaging? Klik op interne vacatures op intranet en wie weet vind je de baan van je leven. Foto Peter Gerritsen

Wouter Bos

Van kaasschaaf naar scalpel

H

et afgelopen jaar hebben we in

ruilen de kaasschaaf in voor de chirurgische

ontschotten in plaats van het zetten van

VUmc met het oog op de begroting

precisie van een scalpel en gaan afdelings-

nieuwe schotten – ook niet makkelijk.

2014 al de nodige bezuinigingen op

overstijgend kijken naar de beste plekken

We hebben vier grote thema’s geselecteerd

moeten hoesten. Het was een noodzakelijk

om te bezuinigen.

waar we denken dat we ons op moeten

proces, maar niet altijd leuk. Het slechte

Dat kinkt mooi, maar makkelijk is het

concentreren; bijvoorbeeld omdat daar in

nieuws is dat we ook nog niet klaar zijn. Ons

niet. Het betekent bijvoorbeeld dat er op

andere umc’s goede ervaring mee is opge-

de ene plek wel bezuinigd gaat worden en

daan. Het gaat dan om inkoopvoordelen

de andere niet – een resultaat dat dan niet

(minder inkopen, later inkopen, goedkoper

bereikt en we hebben nu pas het

meteen met scheve ogen bekeken moet

inkopen), overheadreductie (centraal en

eerste jaar achter de rug.

gaan worden. Het kan ook betekenen dat

decentraal), kwaliteit van het medisch pro-

Het goede nieuws is, dat we het

we geen koninkrijkjes meer beschermen,

ces (bijvoorbeeld vermijden van onnodige

maar van iedereen vragen in termen van

diagnostiek) en operationele excellentie

voorlopige doel van 40 miljoen moet uitgespreid over vier jaar worden

de komende jaren wel op

het grotere gemeenschappelijke belang

(bijvoorbeeld bij het plannen van capaci-

gaan proberen te

met ons mee te denken – iets wat vast en

teitsbenutting op allerlei plekken).

doen. Niet meer

zeker weer nieuwe eisen zal stellen aan

Maar het mag en moet ook gaan over de

met de kaasschaaf

bijvoorbeeld de relatie tussen afdelings-

kleine goudmijntjes. Waarom Bar-Le-Duc

bij iedereen langs

hoofden en divisievoorzitters. En waar

schenken als er niets mis is met het kraan-

om ongeveer het

we om medisch inhoudelijke redenen

water? Waarom luxe broodjes als je ook een

een andere manier

zelfde percentage

het liefst nog verder doorspecialiseren in

goed versierde boterham kunt voorzetten?

aan kostenreductie

allerhande kennis- en vaardigheidsgebie-

Ik hou me aanbevolen voor al jullie sug-

op te halen. Nee, we

den, vraagt deze benadering nu juist om te

gesties.

Energiecentrum krijgt nieuwe gasturbines Energiecentrum // Er wordt hard gewerkt aan de uitbreiding en modernisering van de energiecentrale voor de opwekking van noodstroom, elektriciteit, warmte en kou. De nieuwe gasturbines wekt met minder aardgas meer energie op, met een hoger rendement, tegen lagere kosten en met een lagere milieubelasting. Het belangrijkste verschil met conventionele opwekking is dat de nieuwe installatie warmte aan de uitlaatgassen onttrekt, die vervolgens elders wordt gebruikt. Hierdoor kunnen VUmc en VU 70 procent van de opgewekte energie daadwerkelijk gebruiken. Het vervoer en de plaatsing van de veertig ton wegende turbines was een waar huzarenstukje, dat heel vroeg in de morgen plaatsvond.


Dossier bevolkings­ onderzoek darmkanker

tracer

‘ Als iedereen elke twee jaar meedoet aan de screening, vinden we 80 tot 90% van de kankers’

pagina 4

Monique Krinkels // Jaarlijks krijgen meer dan 13.000 Nederlanders te horen dat zij darm­

kanker hebben en overlijden er 5.000 mannen en vrouwen aan deze ziekte. Vroege opsporing vergroot de kans op genezing aanzienlijk, van 94% in stadium I tot 8% in stadium IV. Ook is behandelen in een beginstadium veel goedkoper dan in een latere fase. Redenen te over om dit jaar met een bevolkingsonderzoek darmkanker te starten. In VUmc werken de afdelingen maag-, darm- en leverziekten, heelkunde en pathologie hierbij nauw samen.

Top   huidkanker

.  borstkanker

.  darmkanker

.  longkanker

.  prostaatkanker

.

Ingreep VUmc is een van de vier ziekenhuizen in de Amsterdamse regio waar patiënten terecht kunnen als ze een tumor in hun dikke darm of endeldarm hebben. “We werken samen met het Amstelveense ziekenhuis Amstelland. Volgens Britse cijfers zal zes tot zeven procent van de mensen die een coloscopie hebben ondergaan, naar mij verwezen worden voor verdere behandeling”, aldus colorectaal chirurg, Jurriaan Tuynman.

linkerkant zit. Zit de tumor rechts dan is de ontlasting donkerder, omdat het bloed inmiddels gestold is en dat valt nauwelijks op. Het gevolg is dat de tumor tegen de tijd dat een patiënt bij mij komt al behoorlijk fors is. Ze krijgen last van buikpijn en verstopping. Ik verwacht dat we dankzij het bevolkingsonderzoek een verschuiving gaan zien naar patiënten met een vroegcarcinoom. We krijgen waarschijnlijk meer patiënten, maar die zijn hopelijk beter te behandelen.”

“Darmkanker is de op twee na vaakst gestelde diagnose van kanker. Alleen huidkanker en borstkanker komen vaker voor”, aldus Jurriaan Tuynman. “En alleen longkanker is dodelijker. Dat komt omdat de symptomen nauwelijks opvallen. Soms wat helder gekleurd bloed bij de ontlasting als de tumor aan de

Sneldiagnostiek Tuynman is enthousiast over het nieuwe zorgpad colorectaal carcinoom. “Dankzij sneldiagnostiek krijgen patiënten binnen een week te horen of ze een tumor hebben of niet. En als dat nodig is, wordt er meteen een afspraak gemaakt voor de ingreep. De wachttijd is zo kort mogelijk, om de periode van onzekerheid en angst te beperken.” Voor het weghalen van de tumoren in een vroeg stadium heeft Tuynman nieuwe technieken tot zijn beschikking. “We starten een studie naar behandelmogelijkheden waarbij we de schade zoveel mogelijk willen beperken. Een tumor in de endeldarm willen we via de anus verwijderen. Daarmee kun je de tumor beter weghalen, voorkom je zenuwschade en bovendien herstelt de patiënt sneller.” Voor patiënten met een tumor in de dikke darm is ‘single port’ laporoscopie mogelijk. “Omdat hierbij maar één klein gaatje in de buik nodig is, is de herstelperiode nog steeds tamelijk kort. Bij moeilijk te verijderen tumoren laag in de endeldarm gebruiken we de Da Vinci robot.” Zijn fascinatie voor darmkanker stamt al van voor zijn keuze voor chirurgie. “Ik wilde mensen met darmkanker genezen en om dat te kunnen doen ben je als chirurg op de juiste plek”, is zijn overtuiging. Hij hoopt dat hij door het bevolkingsonderzoek er steeds meer patienten in het eerste stadium van kanker zal gaan zien, en minder in het stadium dat de kanker al is uitgezaaid naar de lymfeklieren of nog verder. De chirurgie is nog volop in ontwikkeling. Nu geneest 60% van onze patienten en we verwachten dat dat 70 tot 80% wordt. Dat zou een mooi resultaat van het bevolkingsonderzoek zijn.”

‘ Verbeterde screeningstest in aantocht’ Met financiële ondersteuning van de Maag Le­ ver Darm Stichting en kwf werkt Gerrit Meijer, hoofd pathologie, aan een nieuwe screenings­ test voor darmkanker. Deze moet de huidige ifobt Gold op termijn vervangen. De nieuwe test zou veel nauwkeuriger werken, zodat het aantal patiënten met darmkanker met 35% extra afneemt. Dat komt omdat het, in plaats van bloed in de ontlasting, vaststelt of er bepaalde eiwit­ ten afkomstig van tumoren aan te tonen zijn. “Met een geavanceerde techniek hebben we meerdere eiwitten in ontlasting gevonden die darmkankerpatiënten kunnen onderscheiden van gezonde mensen”, aldus Meijer. “De eerste studies laten zien dat we daarmee ook tumoren kunnen opsporen die bij de huidig gangbare hemoglobinetest nog een negatief testresultaat opleveren. Deze resultaten willen we nu valide­ ren in een grote serie.”

Foto DigiDaan

‘ Dankzij ons nieuwe zorgpad kunnen we een patiënt snel helpen’

‘ We maken het d zo comfortabel m Coloscopie Darmkanker begint meestal als een poliep. De meeste poliepen zijn goedaardig en blijven dat ook, maar de adenomen groeien na gemiddeld tien jaar uit tot een kwaadaardige tumor, die zich uiteindelijk via de bloedbaan of lymfeklieren kan uitzaaien. Endoscopist en mdl-arts Sandjai Ramsoekh brengt deze adenomen tijdig aan het licht. Het ministerie van Volksgezondheid nodigt dit jaar 875.000 mensen tussen de 55 en 75 jaar uit om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker. Naar verwachting zal zo’n zestig procent van hen daadwerkelijk een monster van hun ontlasting insturen. Dat wordt onderzocht met de fob Gold van de Italiaanse fabrikant Sen-

Negen van de tien patiënten met darmkanker is 55 jaar of ouder

tinel. Deze test signaleert of er zich hemoglobine in het monster bevindt en wordt uitgevoerd in een van de drie regionale klinisch-chemische screeningslaboratoria. Bij een positieve testuitslag krijgen de deelnemers aan het bevolkingsonderzoek een uitnodiging voor een coloscopie in een ziekenhuis in hun omgeving. “De coloscopieën voor het bevolkingsonderzoek mogen alleen worden verricht in gecertificeerde coloscopiecentra, zoals VUmc. Ze mogen bovendien alleen worden verricht door endoscopisten die gecertificeerd zijn voor het bevolkingsonderzoek”, vertelt Sandjai Ramsoekh. “De overheid heeft kwaliteitseisen opgesteld voor zowel de coloscopiecentra als de endoscopisten. Zo moet ik minstens 300 coloscopiën per jaar uitvoeren, waarbij ik in meer dan 95% van de coloscopieen de endoscoop tot in het coecum opvoer (de overgang van dikke naar dunne darm). Bovendien moet ik meer dan 90% van de poliepen die ik ontdek


Verwachtingen

 deelnemers: .

-jaarsoverleving nu: .

tracer

uitnodigingen: .



positieve test: . coloscopie: . CRC-kanker: .

.

uitnodigingen: ..

pagina 5

-jaarsoverleving met screening: .

‘ De ene poliep is gevaarlijker dan de andere’ deelnemers: ..

Diagnose “Onze werkwijze is sinds kort helemaal afgestemd op het bevolkingsonderzoek darmkanker”, vertelt klinisch patholoog Nicole van Grieken. “We zijn samen met de afdeling maag-, darm- en leverziekten met een heel nieuw ict-systeem gekoppeld aan het landelijke ict-systeem voor screening. We hebben daarvoor een speciale accreditatie van het rivm behaald.”

-jaarsoverleving nu: . positieve test: . coloscopie: . CRC-kanker: .

.

Waar tot voor kort de potjes met poliepen samen met ingevulde formulieren bij de medische administratie van pathologie binnenkwamen, arriveren de biopten nu zonder papieren. De mma’s controleren de gegevens die op het label van het potje staan met wat er in het digitale systeem is opgeslagen. “mdl verstuurt alles digitaal”, legt Nicole van Grieken uit. Ze is gespecialiseerd in de maag-darm-lever en gastrointestinale diagnostiek. “Mijn promotieonderzoek ging over maagkanker en zo kwam ik met de pathologie in aanraking. Achteraf gezien ben ik blij dat het zo gelopen is. Het is een mooi vak.” De overstap naar digitaal werken is een project geweest dat behoorlijk wat tijd gekost heeft. “Maar dankzij de inspanning van de afdelingen mdl en pathologie samen met de afdeling ict hebben we nu voor het eerst digitaal order management voor de pathologie operationeel in VUmc. We hopen dat in de toekomst ook andere afdelingen overstappen op dit digitaal order management systeem.”

-jaarsoverleving met screening: .

de patiënt mogelijk’ succesvol verwijderen. Zowel ik als collega Hans Tuynman voeren de coloscopieën voor het bevolkingsonderzoek uit.” Ramsoekh kreeg al vroeg in zijn loopbaan belangstelling voor darmkanker. “Ik heb tijdens mijn promotietraject in het Erasmus mc de pilotstudie voor het bevolkingsonderzoek darmkanker in de regio Rotterdam opgezet en het heeft me nooit meer losgelaten. Over de oorzaken van dikke darmkanker, tasten wetenschappers nog in het duister. “Er is weinig onderzoek naar gedaan. Wel komt het in Westerse landen meer voor dan in bijvoorbeeld Azië, dus het zou met onze levensstijl te maken kunnen hebben. Het eten van rood vlees lijkt de kans op darmkanker te vergroten, maar over de invloed van bijvoorbeeld vezelrijk voedsel is nog weinig bekend. Vaak blijkt het ook erfelijk te zijn. Bij zo’n 20% van de patiënten heeft het een genetische achtergrond.” Patiënten die bij VUmc terecht

Mortaliteit Aantal darmkankergevallen per jaar ruim 13.000 en dit zal groeien naar geschat 14.000 in 2015. Mortaliteit ligt rond de 5.000 per jaar 30 dagen mortaliteit na resectie 4,8% voor colon carcinoom en 2,6% voor rectumcarcinoom

komen voor een coloscopie worden goed begeleid. “We hebben speciaal hiervoor een nieuw zorgpad ontwikkeld. Twee verpleegkundigen, Marianne Kooiman en Gaby Weijers, doen de intakegesprekken en vertellen de patiënt wat er precies gaat gebeuren. Er is net een nieuw protocol opgesteld voor de sedatie, zodat het voor de patiënt zo comfortabel mogelijk verloopt.” Natuurlijk is ook een coloscopie niet geheel zonder risico’s. Bij het weghalen van een poliep kan een bloeding ontstaan en zelfs, in het ergste geval, de darmwand worden geperforeerd. “Deze complicaties doen zich bij twee op de duizend patiënten voor. Meestal is dat tijdens de coloscopie te herstellen, maar soms volgt een ingreep door een colorectaal chirurg, collega Jurriaan Tuynman.”

Overleving  jaars-overleving: %  jaars-overleving: %  jaars-overleving: %,  jaars overleving: %

Bevolkingsonderzoeken

start

uitnodigingen

deelnemers

Bloedonderzoek zwangeren

1969

187.000

99%

Downscreening

2007

187.000

25%

Echoscopisch onderzoek

2007

187.000

75-90%

Hielprikscreening

1974

185.000

99,8%

Gehoorscreening

2007

185.000

99,5%

Baarmoederhalskanker

1976

750.000

65%

Borstkanker

1988

1.200.000

80%

Darmkanker

2014

875.000

60% (?)

Zwangerschap

Pasgeborenen

Kanker

Veel soorten Samen met vier collega’s controleert Van Grieken de poliepen die mdl-artsen Sandjai Ramsoekh en Hans Tuynman insturen. “Onder de microscoop stellen we vast of het om een adenoom gaat of dat het een van de tientallen andere soorten poliepen is. Ook tussen de adenomen zelf zijn verschillende typen te onderscheiden, waarvan sommige een groter risico op darmkanker vormen dan anderen. En natuurlijk krijgen we de tumoren van gastrointestinaal chirurg Jurriaan Tuynman toegestuurd ter beoordeling.” De pathologieverslagen worden in het pathologie it systeem gestructureerd opgeslagen en automatisch doorgegeven aan het centrale Colonis systeem van de screeningsorganisatie. Kwaliteitsborging is een belangrijk aspect van het bevolkingsonderzoek. Voor de pathologie speelt Anne Uyterlinde, regionaal coördinerend patholoog, daar een belangrijke rol in voor de hele regio.


Artsen laveren tussen wensen gebruikers en eva tracer

meer informatie over de eigenaren en de validatie­sessies is te vinden op intranet/eva. Ook is het via deze site mogelijk zich te registreren voor de eva-nieuwsbrief.

Marcia Sanderse // Honderden medewerkers van VUmc en amc beslissen samen over de algemene procesinrichting van het epd, mét beeld. Tien ‘eigenaren’ houden de grote lijn in de gaten. Op 25 maart begonnen de zogenaamde validatiesessies. “Ik zie mezelf vooral als vertegenwoordiger van de gebruikers”, zegt amc-internist Peter Bisschop, die samen met zijn VUmc-collega Erik Serné de inhoud van het

pagina 6 dossier onder zijn hoede heeft. “Feitelijk ben ik een belangenbehartiger, van de doelen van het programma eva, maar ook van de gebruiker. En die zijn niet altijd dezelfde.” De balans vinden tussen een goede werkzaamheid en wat nodig is om bepaalde doelen te kunnen bereiken, ziet Serné als taak van zijn collega Bisschop en hijzelf. Bisschop: “We moeten bijvoorbeeld beslissen wat we wel en niet opschrijven. Het moet geen tekstbrij worden, zoals

de huidige epd’s soms zijn.” Er zijn nog acht andere eigenaren aangesteld, steeds setjes van een VUmc-er een amc-er die verantwoordelijk zijn voor een bepaald domein. Zo zijn er naast het dossier van Serné en Bisschop de domeinen ordenen, plannen, medicatie en zorgadministratie. Alle afdelingsoverstijgende keuzes die te maken hebben met de inrichting van het epd zijn een

F o t o M a r k va n d e n B r i n k

H

‘ Ze waren verbaasd over mijn enthousiasme’

taak van de eigenaren. De tien zullen dan ook veel aanwezig zijn bij de validatiesessies. Longarts Annemarie Becker is samen met amc-vaatchirurg Ron Balm eigenaar van ‘planning’. “Epic biedt ons de mogelijkheid voor een efficiëntere planning. Maar hoe ver van tevoren mag een afspraak van een patiënt worden ingeboekt? Nu is dat op veel poliklinieken nog tot langer dan

et had niet veel gescheeld of Parkinsonexpert Henk Berendse (1962) was ‘gewoon’ dokter geworden. Noem het bureaucratie, noem het toeval, maar hij kwam terecht in het fundamentele onderzoek. We schrijven midden jaren ’80. Geneeskundestudent Henk Berendse meldt zich in de Valeriuskliniek omdat hij in afwachting van een plek als coassistent alvast doctoraalexamen neurologie wil doen. Maar bij het secretariaat neurologie willen ze daar niks van weten. Hij moet eerst maar eens een schriftelijk verzoek in drievoud indienen. Gefrustreerd fietst Berendse naar de afdeling anatomie van de medische faculteit. Want neuroanatomie, de bouw van het zenuwstelsel, lijkt hem een goed onderwerp voor een doctoraalscriptie. Met open armen wordt hij ontvangen. “Ze waren verbaasd over mijn enthousiasme. De meeste studenten vonden het een ongelooflijk saai onderwerp.” Hij mag direct doorlopen naar de kamer van afdelingshoofd professor Loman, die hem een opdracht geeft voor een literatuurreview. Nog geen jaar later – Berendse moet zijn doctoraalbul nog in ontvangst nemen – begint hij aan promotieonderzoek. “Dat was wel grappig. Mijn kersverse collegaanatomen zaten in de zaal toen ik mijn bul kreeg.” Die bul kreeg hij cum laude. Net als achtereenvolgens zijn artsenbul en doctorstitel.

een jaar.” Volgens Becker is het een uitdaging “om niet vanuit het bekende en emoties te beslissen, maar om objectief tegen keuzes aan te kijken.” Het is de longarts duidelijk geworden dat het programma eva veel meer is dan alleen een digitaal dossier ontwerpen en inrichten. “Het is ook een reorganisatie van de logistiek in beide umc’s. Spannend is en wordt het wel, maar naast alle andere voordelen brengt het epd VUmc en amc zeker dichter bij elkaar.”

Nog even stond Berendse in dubio of hij het aanbod om te promoveren wel moest accepteren. “Beste Henk”, zei Loman, “je kunt nog zoveel andere leuke dingen doen voor je dertigste dan linea recta dokter worden.” Dat trok hem over de streep. Spijt heeft hij nooit gehad. Zijn promotieonderzoek zette hem op het spoor van de aandoening die hem voorgoed zou gaan fascineren. Nu coördineert Berendse als hoogleraar neurologische bewegingsstoornissen al het onderzoek en de patiëntenzorg rond Parkinson aan VUmc en is hij opleider van medisch specialisten. Enkele dagdelen per week houdt hij een poli bewegingsstoornissen en is hij dus toch ook ‘gewoon’ dokter. Zijn droom? Inzicht krijgen in de oorzaken van individuele verschillen in het ziektebeloop van Parkinson, want “als je dat weet kun je elke patiënt tijdig en effectiever behandelen.” Zijn droom kost veel tijd. Maar af en toe trekt hij – vader van twee opgroeiende kinderen – een grens. Dan roeit hij of speelt hij piano. En in de trein leest hij een boek uit de grote stapel die hij kreeg bij zijn oratie. Hij is net begonnen in Exit Ghost van Philip Roth, over een dolende schrijver op leeftijd. Wat bezielt de hoofdpersoon? Dat durft neuroloog Berendse nog niet te zeggen. Het boek komt pas aan de beurt na de wetenschappelijke artikelen en de mail. En de treinreis naar zijn woonplaats Bussum is kort.

Het apparaat Er staan ongeveer 19.000 geregistreerde medische apparaten verspreid door VUmc, van piepklein tot kamergroot en van muisstil tot echte lawaaimonsters. Wat doen deze hulpmiddelen precies en waar worden ze voor gebruikt? Tracer gaat op onderzoek uit.

Monique Krinkels // Wie bij een pipet aan een glazen buisje met een rode ballonnetje denkt, is niet erg bij de tijd. Tegenwoordig is een pipet een tamelijk groot, grijs apparaat, dat met één druk op de knop precies de ingestelde hoeveelheid vocht opzuigt uit één of meerdere buisjes. “In VUmc zijn heel veel pipetten in gebruik, maar hoeveel precies is niet in te schatten”, weet Peter Groepenhoff, technicus support bij de laboratoriumgroep van fysica en medische technologie. “Een deel ervan, zo’n 800 pipetten per jaar, komt bij mij voor kalibratie of reparatie. Onze taak is vooral de logistiek. Bijna elke week gaat er een zending naar vwr in Boxmeer en komen er gekalibreerde exemplaren, met

F o t o M a r k va n d e n B r i n k

Het is grijs en het klikt

certificaat, weer terug.” De werking is simpel: de gewenste hoeveelheid vloeistof wordt via een draaiknop ingesteld en wanneer de knop bovenop de pipet wordt ingedrukt en langzaam weer wordt los gelaten, creëert het apparaat een vacuüm zodat de vloeistof wordt

opgezogen. Het ‘uitblazen’ gaat in omgekeerde volgorde. “Het schoonmaken van de pipetten gebeurt door de afdeling zelf. Logisch, want voor bloed heb je een ander schoonmaakmiddel nodig dan voor radioactief materiaal.” Kleine reparaties voert Groepenhoff zelf

uit, maar als dat niet mogelijk is, gaat de pipet naar vwr.“En ik houd alles precies bij in het logboek van de pipetten.” “Nee, glazen buisjes met ballonnen gebruiken we al een jaar of dertig niet meer”, vertelt Paul Eijk, onderzoeker bij pathologie. “We werken tegenwoordig met zulke kleine volumes dat handmatig opzuigen niet mogelijk is. De huidige pipetten zijn nauwkeuriger en door gebruik te maken van speciale pipettips, zijn ze beschermd tegen kruiscontaminaties. Ik gebruik meestal een mono-channelpipet voor ons genetisch onderzoek. Hierbij analyseren we met behulp van de Next-GenerationSequencing techniek, de genetische eigenschappen van een tumor.”


De ontmoeting

tracer

Samen kiezen voor beter presenteert dit voorjaar het thema 'Verbinding'. In dat kader tekende Edith Krab op wat twee collega's elkaar te vragen hebben.

pagina 7

Chiel Bakkum (Amsterdam, 1992) is vierdejaars student geneeskunde. Werkt naast zijn studie mee aan het project ­Mobile Learning Initiative (www.mlivumc.com) Pieter ten Brink ­(Amsterdam, 1933) is sinds 2011 voorzitter van de patiënten­ participatieraad. Hij werkte als docent biologie aan een pedagogische academie en daarna als directeur van een apothekers­ assistentenopleiding.

F o t o M a r k va n d e n B r i n k

studeerde biologie,

‘ De intermenselijke relatie blijft het belangrijkste’ Pieter ten Brink: Het is de eerste keer dat we elkaar zien, maar bij de eerste handdruk en oogcontact klikt het meteen. Ik weet dat het, ondanks ons bijna zestigjarig leeftijdsverschil, een interessant gesprek gaat worden.

meer weten: intranet/samenkiezen-voor-beter

Je bent vierdejaars student genees­ kunde, waar ben je daarnaast mee bezig, Chiel? “We maken al het materiaal dat nu nog in cursusklappers staat geschikt voor de iPad. Op die manier heb je als student altijd je studiemateriaal bij je, kun je overal studeren; in de trein, in de sportschool. En, heel belangrijk: het is interactief waardoor je als student uitgedaagd wordt om vragen te beantwoorden. We hebben bijvoorbeeld

‘sleepvragen’ gemaakt waarmee je botten op de juiste plek in het lichaam moet plaatsen. Bijna een spelletje, waardoor studenten makkelijker leren.” Wij moesten bij biologie alle botten zelf tekenen. Ik wilde arts worden, maar had geen geld voor die studie, want mijn vader overleed toen ik twaalf was. Toen ben ik gymnastiek­ leraar geworden en met het geld wat ik daarmee verdiende kon ik mijn biologiestudie betalen. Hoe bewijs je of deze nieuwe manier van leren werkt? “De belangrijkste toets zullen de cijfers zijn, gaan die omhoog? We hebben een enquête gehouden hoe studenten willen studeren, maar die is summier

ingevuld. Heeft u iets met de nieuwe technieken, heeft u een iPad?” Nee geen iPad. Twitteren en facebook doe ik ook niet, maar ik mail wel. Trouwens waar blijft bij deze studie­ methode de menselijke maat? Jullie zien toch nog wel patiënten? Kan een iPad mondelinge colleges overnemen? “Al in het eerste jaar zien we tijdens colleges patiënten. Ik ben het met u eens, een goede docent met didactische kwaliteiten en enthousiasme voor het onderwerp is onvervangbaar.” Hoe eerder jullie met patiënten in aanraking komen hoe beter. “Daarom heb ik ook zo’n zin in mijn coschappen. Ik begin met interne genees-

kunde. Precies mijn interessegebied. Hoe kijkt u aan tegen technologische mogelijkheden van de toekomst, zoals het implanteren van chips bijvoorbeeld om uw gezondheid te kunnen volgen?” Ik leef zelf dankzij de techniek, ik heb een icd (inwendige defibrillator, red). Maar voor mij blijft de intermenselijke relatie altijd het belangrijkste. “Helemaal mee eens, daar wil ik nog wel eens met u over doorpraten.” Leuk, ik geef je mijn kaartje. “Hoeft niet hoor, ik zet uw gegevens in mijn telefoon.” Natuurlijk, zo doen jullie dat!

De metamorfose

Dankzij rustige kleuren en materialen én een uitgekiend lichtplan is de afdeling radiotherapie het afgelopen jaar omgetoverd tot een sfeervolle ruimte. Patiënten én medewerkers voelen

Van rommelige kelder tot sfeervolle en open ruimte

zich prettig op de geheel gerenoveerde afdeling. Op 26 maart werd de afdeling officieel geopend door Wouter Bos.

Jeroen Kleijne // “De oude afdeling was onsamenhangend en rommelig, met een allegaartje aan meubels en kleuren en een onhandige indeling”, legt projectleider Jan Wiefferink van projectbureau huisvesting uit. “Voorheen hadden we bijvoorbeeld drie losse wachtkamers”, vult Marilisa Antonisse, stafadviseur kwaliteit en zorg radiotherapie, aan. “Nu is het meer één afdeling geworden, met de balie als centraal punt. De bedden met zeer zieke patiënten staan niet meer

achteraf, maar vlakbij de balie. Om de bedden staan glazen wanden, die toch genoeg privacy bieden.” Omgetoverd De enigszins sombere kelderruimte is omgetoverd tot een sfeervolle en open afdeling, met comfortabele banken en aantrekkelijke zitjes. “Een sprookje waarvoor de architecten van Ddock de basis hebben gelegd”, zo omschrijft Wiefferink de nieuwe afdeling radiotherapie. “Als je op -2 de lift uitstapt,

zie je zwevende blaadjes, takken, vilt, zachte rustige kleuren... De donkere en lichte kanten van het leven heb ik vertaald in het lichtplan met duidelijke contrasten: lichtvlekken op muren, contrastrijke warme wachtkamerverlichting en dag- en kunstlicht over de lijnen van geluiddempende panelen.” Antonisse: “Het concept ‘bright site’ is hier zeker van toepassing.” Op 26 maart opende Wouter Bos de gerenoveerde afdeling officieel, maar de renovatie was rond de jaarwisseling

al voltooid. Medewerkers en patiënten zijn positief. Antonisse: “Patiënten herkennen de afdeling bij een controleafspraak niet meer terug; ze vinden dat het er haast uitziet als een privékliniek. De patiënten die wij behandelen zijn erg ziek. Ondanks het feit dat ze hier komen voor een zware behandeling, ervaren ze deze ruimte als aangenaam en rustgevend. Medewerkers hadden vroeger wel eens het idee dat ze in een bunker werkten, maar dat gevoel is helemaal verdwenen.”


Het spreekuur

De achterkant

‘ Nederland laat besneden vrouwen in de steek’ Monique Krinkels // Ze kan zich er behoorlijk over opwinden. Het steekt gynaecologe Judith Dekker enorm dat Nederland zo’n tweeslachtige houding aanneemt tegenover vrouwenbesnijdenis. In De achterkant legt ze uit waarom.

Foto’s Jean-Pierre Jans

I

Ursula Wopereis // In de rubriek Het spreekuur wisselen specialist en patiënt van rol. Welke vragen heeft Ilona Thomassen, voorzitter van de Patiëntenvereniging crps (Complex Regionaal Pijn Syndroom), voor Wouter Zuurmond (rechts), anesthesioloog en hoogleraar pijnbestrijding, en Roberto Perez, uhd onderzoek pijn en palliatieve zorg?

‘ De pijn is zo erg als de patiënt aangeeft’

Tips van Ilona Thomassen

 Met een online vragenlijst kunnen patiënten het eerste consult

thuis voorbereiden. Dat komt de volledigheid ten goede.  Vraag patiënten waar onderzoek naar gedaan moet worden.  Deel veelbelovende onderzoeksresultaten met het publiek en

patiëntenverenigingen. Wouter, we zijn 25 jaar verbonden in het crps-veld. Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen geweest? “crps wordt tegenwoordig erkend, sneller herkend en de diagnose is eenduidiger. De patiëntenvereniging heeft een belangrijke rol gespeeld in het bij elkaar brengen van alle betrokken specialismen en het standaardiseren van de richtlijnen voor de diagnose. In het hele land zijn spreekuren specifiek voor crps-patiënten.” Hoe stel je de diagnose en welke behandeling kun je bieden? “Veel patiënten hebben al een behandeling gehad en gebruiken opiaten. Als niets werkt komen ze bij ons terecht. De patiënt ziet twee artsen en een onderzoeker die, onafhankelijk van elkaar, alle prognostische factoren in kaart brengen. In onderlinge overeenstemming bespreek ik vervolgens met de patiënt de behandelingsmogelijkheden en verwijs ik eventueel naar mijn online boekje Chronische pijn. We bespreken het medicijngebruik en bekijken stap voor stap welk middel wél effect heeft. Vordert de behandeling niet, dan onderzoeken we in overleg met de chirurg of neuroloog wat we in het hele traject mogelijk over het hoofd hebben gezien.” Wat vinden patiënten volgens jou het belangrijkst? “Herkenbaarheid van de dokter, vertrouwen en eerlijkheid. Daarnaast moet de arts de tijd nemen en op voet van gelijkheid met de patiënt communiceren.” Wat is de beste zorg voor crps? “Een eerste vereiste is effectieve interdisciplinaire samenwerking, met oog voor alle facetten en korte lijnen tussen de behandelaars. Met één hoofdbehandelaar, die als

spin in het web het overzicht houdt, alle informatie krijgt en goed bereikbaar is. Goede communicatie is essentieel.” Wat ik in jou waardeer is dat je altijd zegt: de pijn is zo erg als de patiënt aangeeft. Hoe ga je ermee om als je niets meer voor een patiënt kunt doen?

‘ Kan ik via de webcam overleggen met mijn behandelaar?’

“Dat is de beperking van de Pijnpoli. Het merendeel van de patiënten geneest, maar het percentage patiënten waarvoor geen genezing is groeit. Als umc zou je deze mensen eigenlijk moeten ontslaan of terugverwijzen naar de huisarts. Maar wat dan? Het is een dilemma waar ik veel over nadenk.” Roberto, je coördineert het trend onderzoek naar crps in VUmc. Hoe

bepaal je wat je onderzoekt? “Vanuit maatschappelijk perspectief willen we de patiëntenzorg verbeteren. Juist omdat het om pijn gaat kan dat alleen met het fiat en de medewerking van de patiënt. Daarom betrekken we de patiëntenvereniging ook expliciet bij ons onderzoek. Naast basaal- en literatuuronderzoek doen we voornamelijk patiëntgericht klinisch onderzoek, met name naar de diagnostiek en prognostiek en de effectiviteit van behandelingen.” Sommige patiënten houden een pijndagboek en hun pijnscore bij op een app. Kunnen die gegevens worden toegevoegd aan het epd? En kan ik via de webcam overleggen met mijn behandelaar? “Zodra VUmc overgaat op eva wordt het mogelijk om alle relevante patiëntgegevens in het epd te integreren. Dat is de toekomst, maar het proces is nog in ontwikkeling. Omdat crps een breed spectrum aan verschijnselen heeft willen we mensen overigens altijd persoonlijk zien. Webcamoverleg kan daar een aanvulling op zijn.”

n Nederland wonen naar schatting bijna 30 duizend vrouwen die besneden zijn en er zijn jaarlijks zo’n 40 tot 50 kinderen die risico lopen. Een verschrikking, vinden wij en Nederland doet er alles aan om kinderen uit risicogezinnen te beschermen. Maar als een eenmaal besneden vrouw voor hulp aanklopt, krijgt ze nul op het rekest. Een hersteloperatie valt niet onder de zorgverzekering. Vandaar dat Judith Dekker samen met plastisch chirurg Refaat Karim van Kliniek Amstelveen en de gynaecologen Marieke Paarlberg van Gelre Apeldoorn, Caroline Vos van het St. Elisabeth Ziekenhuis en Marga IJland van de Gelderse Vallei een expertgroep heeft opgericht. Halverwege dit jaar hoopt het vijftal het protocol ‘Reconstructieve chirurgie na vrouwelijke genitale verminking’ te presenteren.

Vanwaar die belangstelling voor dit onderwerp? “Bij VUmc zien we weinig besneden vrouwen, die vind je eerder in een perifeer ziekenhuis. Het is een cultuur­ Maar ik heb belangstelling voor culturen en Marieke schok wanneer ze andere Paarlberg is een goede kennis. In ontdekken dat wij Nederland denken we vaak dat ze als slachtoffer alleen vrouwen uit het Nijldal besneden worden, maar er zijn heel beschouwen wat landen waar het voorkomt, ook buiten Afrika. In India en Indonesië bijvoorbeeld en in Peru en Colombia. Het heeft ook niets met godsdienst te maken. Er zijn in Egypte mummies gevonden die ruim drieduizend jaar voor de geboorte van Mohammed besneden waren.” Het moet voor besneden vrouwen een cultuurschok zijn als ze ontdekken hoe er in Nederland naar ze gekeken wordt. “Zeker, dat is een van de problemen waarmee ze kampen. In hun moederland is iedere vrouw besneden. Ze delen de afschuwelijke herinnering aan de ingreep, maar zijn er ook trots op, voelen zich rein en een goede toekomstige echtgenote. Dat plassen, menstruatie en seks pijn doen is ‘normaal’. In Nederland heten ze opeens slachtoffer van vrouwelijke genitale verminking. Ze kunnen er niet openlijk over praten en het komt zelfs voor dat ze door artsen en verpleegkundigen als rariteit worden gezien. Daar valt voor studenten nog heel wat te leren.” In Nederland is vrouwenbesnijdenis sinds 2000 een misdrijf, maar de hulp aan deze groep is pas laat op gang gekomen. “Er is door Pharos in samenwerking met andere beroepsverenigingen in 2010 een medisch protocol opgesteld, waarin Verzekeraars beschreven staat hoe we medische, ­vergoeden alleen psychosociale en seksuologische een ‘ernstige mis­ zorg kunnen verlenen. Ze komen vorming die direct hier meestal alleen en vinden het in het oog springt’ moeilijk om er over te praten. Wat vooral van belang is, is duidelijk te krijgen wat deze vrouwen precies nodig hebben. Hebben ze pijnklachten? Hebben ze een kinderwens? Of willen ze een reconstructie van hun geslachtsorgaan?” Is dat mogelijk dan? “Ja, Kliniek Amstelveen houdt zich daarmee bezig. De clitoris is een groot orgaan, dat voor het grootste deel inwendig zit. Dat kun je deels weer naar buiten halen. En ook de schaamlippen kunnen worden hersteld. Refaat Karim is in Frankrijk geweest bij de Franse arts Pierre Foldes die de reconstructie bedacht heeft. Er zijn inmiddels dertien vrouwen geopereerd. We zijn bezig met een protocol om goede zorg te bieden. We willen dat de procedure goed onderbouwd en geëvalueerd kan worden uitgevoerd.” Nog maar dertien hersteloperaties? “De hersteloperatie wordt in Frankrijk gewoon vergoed, maar Nederlandse verzekeraars doen dat nog niet. Het College voor Zorgverzekeringen (cvz) heeft herstel van verminkingen weliswaar in het basispakket opgenomen, maar definieert verminking als een ‘ernstige misvorming die direct in het oog springt’. En dat is bij genitale verminking natuurlijk niet het geval. Dat is zo onrechtvaardig. Alleen al het herstel van de clitoris kost zo’n 3.500 euro, maar als ook de schaamlippen moeten worden gereconstrueerd, kan dat oplopen tot 5.000 euro. En deze vrouwen zijn vaak financieel minder draagkrachtig. Daarom willen we deze zomer extra aandacht vragen voor genitale reconstructie. Als je vrouwenbesnijdenis als een misdaad beschouwt, hebben de slachtoffers recht op hulp.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.