Tracer 07, juni 2014

Page 1

froukje weidema

nummer 7 – juni 2014

‘ Moreel beraad moet een beetje schuren’ pagina 6

pagina 3:

Telefoon genderpoli roodgloeiend

Geen brug te ver Pagina 6: Het is onzichtbaar en het sms’t Pagina 7: De ontmoeting

‘ Ik zou meer contact willen met de collega’s in het amc’ Een nieuwe start

VUmc sluit 2013 af met een positief saldo Edith Krab // Het jaarverslag over 2013 is uit en kreeg als titel ‘Een nieuwe start’. Bestuursvoorzitter Wouter Bos: “In 2013 heeft VUmc een nieuwe start gemaakt. De komst van nieuwe bestuurders en toezichthouders is daarbij in mijn ogen een detail. Wat belangrijker is, is dat is uitgesproken wat in het verleden mis is gegaan. We hebben er een klap op gegeven en de focus verlegd naar de toekomst. VUmc wil topzorg, toponderzoek en topopleidingen bieden. Mensen zijn met nieuwe verantwoordelijkheden bezig en hebben nieuwe uitdagingen opgepakt. Dat is een stevig fundament om met positieve energie verder te kunnen groeien.” De financiële exploitatie van VUmc staat in de jaren 2014 en 2015 onder druk, zo blijkt uit het jaarverslag. Bos licht toe: “We zijn financieel gezond. We hadden op een verlies gerekend maar hebben uiteindelijk een positief resultaat gehaald van 2,3 miljoen euro. Overigens een bescheiden

positief resultaat vergeleken met een aantal andere umc’s. Door onze gezonde uitgangssituatie kunnen we blijven investeren en kunnen we financiering aan blijven trekken bij banken. We moeten wel doorgaan met bezuinigen om gezond te blijven. Het baart me wel grote zorgen hoe weinig basisinformatie die je daarvoor nodig hebt, we vaak tot onze beschikking hebben. Wat kost iets, wat levert het op, te vaak ontbreekt het antwoord op die vraag. Daar moeten we de komende twaalf maanden echt een doorbraak in maken met onze programma’s Interne Prestatie Bekostiging en Kostprijzen.” Geen kaasschaaf De komende vier jaar moet er 40 miljoen worden bezuinigd. Bos hierover: “We proberen de kaasschaaf zo veel mogelijk te vermijden. Dus moet je gericht bezuinigen. Minder overhead, beter inkopen, verstandige bedrijfsvoering in de polikliniek, geen onnodige diagnostiek, betere beddenplanning in het ziekenhuis, dat zijn nu de ingrepen waar we het van zullen moeten hebben.”

F o t o m a r k va n d e n b r i n k

Foto digidaan

Pagina 4: dossier psycho/soma


‘ hpv-keeltumoren komen steeds vaker voor, maar reageren veel beter op bestraling en chemotherapie dan andere keeltumoren.’

Dagelijkse woon-werkfietsers onder de loep. Héél goed @VUmcAmsterdam. En nu graag meer (droge) fiets-parkeerplekken. pic.twitter.com/bohatluhgl collega, 18 mei om 20.35 uur

Promovendus Michelle Rietbergen in RTL Late Night op donderdag 8 mei.

tracer

volg ons ook op Twitter @VUmcAmsterdam

pagina 2

Oncoloog Bob Pinedo ontvangt award voor baanbrekend werk

Ruimte voor verschil

f o t o M a r k va n d e n B r i n k

Pastoraat en geestelijke verzorging // Geestelijk verzorger Marjan Nieuwenhuijze gaat na 16 jaar VUmc met pensioen. Ter ere van haar afscheid (en dat van haar collega Reina Steenwijk) is het symposium ’Ruimte voor verschil’ georganiseerd. Tijdens dit symposium wordt ingegaan op vragen als: Hoe ga je in de zorg om met verschillen in levensbeschouwing en cultuur? Wat betekent ruimte voor verschil, zowel in teamverband als in de omgang met de patiënt? Nieuwenhuijze deed onderzoek naar de rol van levensbeschouwing van artsen bij het doorverwijzen naar geestelijk verzorging. Zij was tevens supervisor en begeleidde geestelijk verzorgers van diverse culturele achtergronden. Het symposium Ruimte voor verschil is op 18 juni in De Amstelzaal.

Edith Krab // Op zaterdag 31 mei nam emeritus hoogleraar Bob Pinedo in Chicago de David A. Karnofsky Memorial Award 2014 in ontvangst. Hiermee eert de American Society of Clinical Oncology (asco) Pinedo voor zijn grensverleggende onderzoekswerk naar kanker. Premier Mark Rutte, die Pinedo kent vanuit hun samenwerking bij de vorming van het Center for Translational Molecular Medicine, prijst Pinedo in een persoonlijke brief: ‘Als arts en onderzoeker behoort u sinds jaar en dag tot de wereldtop. Uw hele professionele leven lang hebt u zich met passie en toewijding ingezet voor de strijd tegen kanker, zowel in ons land als over de grens. Daarmee is deze prijs een even prachtige als verdiende kroon op uw werk.’ De asco prijst Pinedo – pas de derde niet-Amerikaan die de award krijgt in veertig jaar – voor belangrijke ontdekkingen binnen de biologie van kanker en de werking van geneesmiddelen in de patiënt. “Dit is de belangrijkste prijs die ik ooit heb gekregen”, zegt Pinedo in een reactie. “Het is een erkenning van mijn

creativiteit en het succes van ons translationele onderzoek.” Pinedo heeft altijd geprobeerd om de brug te slaan tussen fundamenteel onderzoek en de klinische oncologie, onderzoek aan de patiënt. “Die twee moeten altijd hand in hand gaan. Dat is dé manier om van vastgeroeste ideeën – bestaande richtlijnen die, helaas, soms tekortschieten – naar werkelijke nieuwe therapieën te gaan.” Bob Pinedo is de grondlegger van het VUmc Cancer Center Amsterdam, waar alle onderzoekers op het gebied van kanker bij elkaar zitten. Hoewel hij formeel met pensioen is, rust Pinedo allerminst op zijn lauweren. Op Curaçao, zijn geboortegrond, heeft hij een centrum opgezet voor de vroege detectie van borst- en baarmoederhalskanker. Aan de Universiteit Twente werkt hij aan de zogeheten nanopil, een elektronisch apparaatje dat in het spijsverteringskanaal op zoek gaat naar stoffen die darmkanker in een vroeg stadium aankondigen.

Carla Noom in Brugklas

gezocht

Secretaresse kindergeneeskunde

P&O // Carla Noom, p&o adviseur, speelt de rol van conrector in de Zapp televisieserie ‘Brugklas’. Brugklas is de eerste scripted-reality jeugdserie in Nederland. Scripted-reality betekent dat er situaties die in het echte leven hebben plaatsgevonden, worden nagespeeld. De gebeurtenissen zijn dus echt, maar worden nagespeeld door acteurs. Brugklas wordt op schooldagen uitgezonden om 18.55 uur bij Zapp. De eerste uitzending was op 26 mei.

Onder collega’s

tracer 13e jaargang nr 7, juni 2014 Tracer is het medewerkersblad van VUmc eindredactie Monique Krinkels redactie Caroline Arps, Dyske Beelen, Ellen van den Boomgaard, Bernie Hermes, Edith Krab, Marcel Licher, Marre Roozen, Marieke Schutte en Jan Spee redactieadviesraad Erik van Aalst, Marcel van der Haagen, Inèz de Jonge, Willy Schuppert en Cora Visser redactiesecretariaat dienst communicatie, kamer PK4X199, tst. 43444, e-mail: redactie@VUmc.nl oplage 4.500 vormgeving De Ontwerperij, Amsterdam druk Boom+Verweij, Mijdrecht Copyright © 2014 VUmc, Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.

De vacaturebank

P&O // Het stafsecretariaat kindergeneeskunde bestaat uit maar liefst elf secretaresses (allen vrouwen), maar dat is ook wel nodig op een afdeling die uit 40 specialisten, 30 arts-assistenten en 40 onderzoekers bestaat, aldus Meraud Huijbers, hoofd secretariaat bij dezelfde afdeling. De secretaresses zijn verdeeld over verschillende locaties, in het ziekenhuis en in de polikliniek. “In deze functie moet je houden van afwisseling en hard werken. Naast de gebruikelijke secretariële werkzaamheden heeft deze functie veel organisatorische taken. Denk maar aan het plannen van vergaderingen, het boeken van reizen en het regelen van

bijbehorende visa of het organiseren van een symposium. We hebben ook contacten met het amc omdat afdelingshoofd Hans van Goudoever daar dezelfde functie heeft.” Een speciale taak voor de toekomstig secretaresse is het inrichten van het kwaliteitsnet voor het stafsecretariaat kindergeneeskunde. “Je moet dus wel van de computer houden en bekend zijn met het cms systeem.” Dynamiek typeert de functie. “ Geen dag is hetzelfde. We houden van een goede sfeer. We lachen veel, we helpen elkaar allemaal en vangen elkaars werkzaamheden op bij ziekte en vakanties. Als je van een goede sfeer en hard werken houdt, is dit een geweldige baan.

ook toe aan een nieuwe uitdaging? Klik op interne vacatures op intranet en wie weet vind je de baan van je leven.

Dienst communicatie // Wil je mensen uitnodigingen voor je afscheid? Heb je een probleem waar je advies bij kunt gebruiken? Heb je een mededeling over een interessante cursus? Of heb je een algemene mededeling waar iedereen wat aan heeft? Laat dan een bericht achter op het nieuwe digitale prikbord Onder collega’s op de startpagina van het Intranet van VUmc. Alles kan, als de tekst maar niet een commerciële mededeling of aanstootgevend is. Je kunt je mededeling of oproep zelf invoeren en verwijderen. De tekst mag niet te lang zijn en je kan een link naar meer informatie toevoegen. Je mededeling wordt automatisch na vier weken verwijderd. Lees eerst de spelregels voor je gebruik maakt van deze nieuwe mogelijkheid op het Intranet van VUmc.


In cijfers Per jaar gebruikt VUmc ruim 29 miljoen kilowattuur elektriciteit. Een gemiddeld huishouden in Nederland verbruikt 3.340 kilowattuur per jaar. VUmc gebruikt dus evenveel elektriciteit als 8.855 Nederlandse huishoudens.

Naast de kerncijfers zijn er meer en intrigerender gegevens over wat er binnen de organisatie gebeurt.

tracer

pagina 3

Wouter Bos

Loop mee voor VUmc cca

Kwaliteit

W

at bedoelen we eigenlijk als we het over kwaliteit hebben? Volgens jci en niaz gaat het dan vooral om

allerlei procesvoorschriften: heb je dit geregeld, heb je dat vastgelegd? Heel belangrijk maar natuurlijk eigenlijk vooral een voorwaarde voor kwaliteit. Over de vraag of de patiënt kwalitatief goed geholpen wordt, zegt het nog niet zo veel. Om die vraag wel goed te beantwoorden, nemen we vaak onze toevlucht tot bijvoorbeeld klinische registraties. Buitengewoon belangrijk en relevant en vaak veelzeggend over de effectiviteit van de ingreep. Maar nog steeds niet altijd een antwoord op de vraag of de patiënt goed geholpen is. Het kan immers zo zijn dat de klinische registraties bij een knieoperatie deugen – geen infecties, geen onnodige terugkomdag etc. – maar dat de patiënt nog steeds pijn heeft bij het traplopen of nog steeds

Cancer Center Amsterdam // Ook dit jaar is VUmc-cca weer het goede doel van de tcs Amsterdam Marathon. Vorig jaar liepen de lopers meer dan 250.000 euro bij elkaar voor nog meer onderzoek naar kanker. Daar wil de organisatie dit jaar natuurlijk overheen. Dus ben je op zoek naar de ultieme runnershigh: hardlopen en bijdragen aan een goed doel, schrijf je dan in via cca@vumc.nl of 020-4441058. Je kunt 8, 21 of 42 kilometer lopen. Meer info: vumc.nl/afdelingen/cca/acties

niet die sport kan doen die hij zo graag wil doen – en waar hij die rotoperatie uiteindelijk voor over had. Of, om het nog moeilijker te maken, misschien is de patiënt wel pijnvrij en kan hij wel die sport doen maar voelt hij zich onheus bejegend en zal hij nooit meer een stap in ons

Telefoon genderpoli roodgloeiend Edith Krab // De patiëntenstop voor nieuwe genderpatiënten is opgeheven en daar is Annelou de Vries, bestuurslid kenniscentrum genderdysforie heel blij mee. “We zijn ontzettend opgelucht. We hebben afspraken met zorgverzekeraars kunnen maken over de bekostiging van deze zorg. We monitoren elk kwartaal de patiënten aantallen in

elke fase van de behandeling, hierdoor kunnen we tijdig bijsturen. Voor 2014 hebben we voldoende budget, vanaf 2015 wordt het budget vastgesteld op de patiënten aantallen. We ontkwamen niet aan een tijdelijke patiëntenstop per 18 december 2013. We hadden te maken met een sterk toenemend aantal aanmeldingen en een onzekere financiering van de behandeling. Die patiëntenstop was een vergaand middel, maar daarbij hebben we altijd het belang van de patiënt

voor ogen gehad. Dat is ook wat ons team, in deze bijzondere periode, nog verder versterkt heeft: we willen de beste zorg voor deze groep patiënten. En het is uniek dat we alle betrokkenen in VUmc daarbij op een lijn hebben kunnen houden en dat er op zo’n goede manier is samengewerkt, van de raad van bestuur tot de divisie en de dienst communicatie.” Na het afkondigen van de patiëntenstop hebben we zo’n 250 volwassenen en 75 kinderen en adolescenten

ziekenhuis willen zetten; hebben we dan wel of geen kwaliteit geleverd? moeten teleurstellen. “Deze patiënten hebben we toen niet kunnen inschrijven. Nu geven we patiënten tot 1 juli de tijd om dit wel te doen en dan gaan we ze inplannen. Op de eerste dag na het bericht over de heropening meldden zich al meer dan 60 patiënten. De telefoon staat roodgloeiend, dat zegt genoeg over hoe blij ook patiënten zijn.”

Om ons begrip van kwaliteit ook over dit soort aspecten te laten gaan, is de verleiding groot een bombardement van vragen op patiënten af te vuren. Soms kan dat niet anders. Zo wordt nu gekeken of er proms ingevoerd kunnen worden, gevalideerde sets vragen waarmee de mening van de patiënt over de behandeling gemeten en vastgelegd kan worden. Nuttige informatie om zelf van te leren, nuttig om afdelingen op te kunnen vergelijken, nuttig om op tafel te hebben bij onderhandelingen met zorgverzekeraars. Maar laten we vooral niet vergeten de allersimpelste vraag ook te stellen: “zou u dit ziekenhuis aanbevelen bij uw vrienden en familie?”. Het is de allersimpelste vraag die je een patiënt kunt stellen en het is een vraag die ‘werkt’: geen betere manier om met één vraag uiteindelijk al die aspecten van patiënttevredenheid te dekken dan met deze.

Levens­reddende donaties

Omdat het je uiteindelijk vertelt of je zo veel vertrouwen gewonnen hebt dat patiënten ook hun liefsten aan je zorg zouden toevertrouwen. We noemen dit de Net Promotor Score: het verschil

Bloedtransfusiedienst // In 2013 kregen patiënten in VUmc zo’n 18.000 bloedproducten toegediend (eenheden erytrocyten, trombocyten, vers bevroren plasma), vertelt Nel Som, senior hoofdanaliste van de bloedtransfusiedienst van VUmc. Een groot deel van die producten wordt aangevraagd voor hematologie patiënten en ook door de ok en traumatologie.

Wel iets om bij stil te staan als op 14 juni de Wereld Bloeddonordag wordt gevierd. Op deze dag, de geboortedag van Karl Landsteiner, uitvinder van het AB0 bloedgroepsysteem, vraagt de Wereldgezondheidsraad aandacht voor het belang van vrijwillig en onbetaald bloeddonorschap. “De bloedtransfusiedienst zorgt er voor dat er binnen VUmc altijd voldoende

bloedproducten in voorraad zijn om de routine en acute situaties op te kunnen vangen. Verder doen wij de nodige testen om voor elke patiënt het juiste product te selecteren. We bestellen bij Sanquin , die zorgt voor de afname en bewerking van de bloedproducten, en vult meerdere malen per dag de voorraad aan.”

mocht je donor willen worden, kijk dan op www.sanquin.nl.

tussen het aantal mensen dat je zou aanbevelen en het aantal mensen dat dit absoluut niet zou doen. In het visiedocument over de Alliantie hebben we ons ten doel gesteld dat deze score positief moet zijn en elk jaar moet stijgen. Gaan we doen. Toch?


Dossier soma/psyche ,% stemmingsstoornissen

Jeroen Kleijne // In 2013 is letterlijk een brug geslagen tussen VUmc en ggz inGeest. Die brug

Prevalentie van psychische stoornissen

die loopt van de 4e etage in het D gebouw tot in De Westflank wordt dagelijks betreden door medewerkers en patienten. Wie dan ook denkt dat de samenwerking tussen beide organisaties na het niet doorgaan van de fusie verwatert heeft het mis. Vele onderzoeks- en zorgprojecten zijn in gang gezet en werpen hun vruchten af. Hoe staat de samenwerking er op dit moment voor?

tracer

, % angststoornissen

, % stoornissen m.b.t. het gebruik van middele inclusief alcohol ,% aandachtstekort- en gedragsstoornissen ,% schizofrenie

pagina 4

Programma soma-psyche begint vruchten af te werpen

M

et het programma soma-psyche willen VUmc en ggz inGeest sinds 2011 een brug slaan tussen de lichamelijke en de geestelijke gezondheidszorg. Ondanks het afketsen van de fusie werken beide instellingen nog steeds samen aan het stimuleren van geïntegreerde zorg. Ook de opening van de Nieuwe Valerius draagt bij aan de samenwerking. “Vanwege het afketsen van de fusie heeft het programma soma-psyche wel even stil gestaan’, vertelt programmaondersteuner Fieke Struijk. ‘De prioriteiten lagen even ergens anders en de toekomst was ineens wat onzekerder. Het belang van het programma wordt door beide partijen echter nog steeds onderschreven. Op dit gebied

zullen we intensief blijven samenwerken. Begin 2013 hebben beide raden van bestuur de opdracht echter aangepast, zodat het programma beter is afgebakend.”

‘ De fysieke nabijheid maakt dat mensen elkaar makkelijker opzoeken en meer gaan samenwerken’ Het programma soma-psyche heeft drie hoofddoelen. Het eerste doel is het stimuleren en faciliteren van innovatieve soma-psycheprojecten. “Beide partijen hebben hiervoor een ton beschikbaar gesteld en inmiddels hebben vijf projecten een subsidie toegekend gekre-

gen. Een tweede doel is het vergroten van de zichtbaarheid. Er gebeurt al veel, maar dat brengen we nog onvoldoende voor het voetlicht. Dat is belangrijk, omdat we leidend willen zijn op het gebied van somapsyche. Een derde punt is dat we richting zorgverzekeraar gezamenlijk willen optrekken met de zorgverkoop.” De opening van De Nieuwe Valerius in De Westflank aan de Amstelveenseweg draagt zeker bij aan het intensiveren van de samenwerking. Struijk: “Zo zijn er steeds meer professionals die concrete zorg leveren aan patiënten van De Nieuwe Valerius, zoals het reanimatieteam en het interne consulententeam.” Stuurgroepvoorzitter Annette Boenink: ‘Je ziet ook dat mensen elkaar over en weer uitnodigen voor referaten. De fysieke

nabijheid maakt dat mensen elkaar makkelijker opzoeken en meer gaan samenwerken.” Beide vrouwen constateren dat in de twee instellingen de afgelopen jaren meer wordt nagedacht over het slaan van een brug tussen soma en psyche. Struijk: “ggz inGeest werkt met meer ziekenhuizen samen aan het bieden van integrale zorg. Dat is mede ingegeven door het feit dat patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen gemiddeld 15 tot 25 jaar korter leven dan andere Nederlanders.” Boenink: “Bij een belangrijk deel van de medewerkers van VUmc staat zeker op het netvlies dat het psychische en psychosociale aspect belangrijk is bij het bieden van goede zorg. Gelukkig wordt ook in opleiding en onderwijs steeds meer aandacht besteed aan somapsyche.”

Levensverwachting van mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen mannen gemiddeld , jaar

bij ernstige psychiatrische aandoening

-/- - jaar

vrouwen gemiddeld , jaar

bij ernstige psychiatrische aandoening

-/- - jaar

‘Wat doe je als de dementerende partner agressief wordt?’

N

euroloog Yolande Pijnenburg (VUmc Alzheimercentrum) onderzoekt sinds 2013 samen met ouderenpsychiater Annemiek Dols gedragsveranderingen bij patiënten met het hersenletsel ‘frontaal syndroom’. Ze willen daarmee beter kunnen voorspellen wanneer iemand dementie ontwikkelt. In het najaar beginnen ze een aanvullend onderzoek naar geschikte ondersteuning voor mantelzorgers van deze patiënten.

De mantelzorgers lopen bij hun partner tegen drie gedragssymptomen aan, vertelt Yolande Pijnenburg. “Die symptomen zijn apathie, ontremming en dwangmatigheid. Soms krijgen ze te maken met ingewikkelde gedragsproblemen. Wat doe je als je partner niet meer wil douchen en agressief wordt als je hem benadert? De ervaring met deze problematiek is onder reguliere hulpverleners beperkt. Daarom willen wij voor deze doel-

volwassenen Nederland

somatische aandoening %

Geen

‘Diabetes legt grote me

Aantal volwassenen met somatische en/of psychiatrische aandoeningen

zowel psychiatrische als somatische aandoening %

met stelen of veel ruzie maken. groep een psycho-educatief aanbod Bij dat soort gedragsproblemen is ontwikkelen.” het lastig om de juiste diagnose Uit het fonds voor innovatieve te stellen. Binnen dit project soma-psycheprojecten hebben de is de patiënt ondergebracht onderzoekers geld gekregen om kobij de twee meest betrokken mend jaar een onderzoek uit te voespecialisten, die worden getraind ren onder dertig mantelzorgers. De om samen met goede argumenten helft van hen krijgt de gebruikelijke de juiste diagnose te stellen. zorg, de andere helft een psychoHet is de bedoeling dat we in de educatieve interventie bestaande toekomst ook in bredere zin gaan uit vijf sessies. “De sessies worden samenwerken, juist bij deze geleid door een specialist, een specifieke doelgroep." psycholoog en een sociaal-psychiatrisch verpleegkundige. De modules zijn gebaseerd op een toolkit uit Australië, die we laten vertalen. Ik hoop dat we aan kunnen tonen dat mantelzorgers minder last krijgen van stress en depressie als ze beter met de situatie om kunnen gaan. Minder stress en overbelasting betekent minder ziekteverzuim, daar et het soma-psycheproject Dialigt dus ook een maatschappelijk betes Mentaal is VUmc er sinds belang. Als een mantelzorger beter 2011 in geslaagd om de psychologische is toegerust voor zijn taak komt dat zorg voor diabetespatiënten verder te ook ten goede aan de patiënt.” verbeteren. Deelnemende patiënten [TWEE OVERLAPPENDE CIRKELS. SOMATISCH IS Het onderzoek mantelzorgers hebben minder last van depressieve GROTEonder CIRKEL, PSYCHIATRISCH KLEINER, DE is een aanvulling onderzoek en angstklachten. Inmiddels is DiabeOVERLAPop IS het SOMA-PSYCHE EN PYCHE-SOMA] dat Pijnenburg en Dols doen tes Mentaal een structureel onderdeel naar het frontaal bij met somatische geworden van het zorgaanbod. Aantalsyndroom volwassenen volwassenen enpsychiatrische ouderen. Daarmee en/of aandoeningen hopen ze uiteindelijk beter te “Veel diabetespatiënten hebben last kunnen voorspellen iemand van psychische problemen, variërend Volwassenenofmet een psychiatrische aandoening % dementie ontwikkelt. Neurologie van lichte aanpassingsproblemen tot Volwassenen naast een somatische ookernstige een en psychiatrie werkendie hierbij depressies”, zegt hoogleraar psychiatrische aandoening hebben % nadrukkelijk samen. Pijnenburg: medische psychologie Frank Snoek. die naast een psychiatrische ook “SommigeVolwassenen patiënten beginnen “Het is typisch soma-psyche. Een deel een somatische aandoening hebben % niet met vergeetachtigheid, maar van de verklaring ligt waarschijnlijk

M

psychiatrische aandoening %

in de ziektelast: diabetes grijpt beh lijk in op je levenspatroon. De beha deling is zeker beter geworden, m patiënten houden last van wissele glucoseniveaus, met alle gevolgen voor gedrag en functioneren. Diab tes kan in de loop der jaren gepaar gaan met ernstige complicaties. O dat legt een grote mentale druk op patiënt. In de diabetesbehandeling terecht bijzondere aandacht voor vaak complexe wisselwerking tus diabetes gerelateerde en psychos ale factoren. Vandaar dat we in 20 begonnen zijn met Diabetes Menta Diabetes Mentaal is een versterkin van het bestaande psychologische


Polikliniek hiv en psychische klachten

 nieuwe patiënten in 

en

n

tracer

% angststoornissen

% alcohol/drugs afhankelijkheid

pagina 5

% depressie of dysthymie

% persoonlijkheidsstoornissen

Innovatieve soma-psyche projecten dragen bij aan betere zorg D

Risico op cardiovasculaire aandoeningen (in %)

obesitas -

algemene bevolking

-

bipolaire stoornis

-

schizofrenie

-

algemene bevolking

roken -

bipolaire stoornis

-

schizofrenie

diabetes mellitus  -

algemene bevolking bipolaire stoornis

-

schizofrenie

-

algemene bevolking

hypertensie -

bipolaire stoornis

-

schizofrenie

dislipidemia -

algemene bevolking

-

bipolaire stoornis

-

schizofrenie

-

algemene bevolking

-

bipolaire stoornis

-

schizofrenie

metaboolsyndroom

n brug te ver

e raden van bestuur van VUmc en ggz inGeest hebben samen twee ton beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van innovatieve soma-psycheprojecten. De stuurgroep van het programma soma-psyche heeft inmiddels vijf projecten geselecteerd die een bijdrage leveren aan het verbeteren van de patiëntenzorg. “We hebben deze ‘call’ gedaan in opdracht van de raden van bestuur”, legt stuurgroepvoorzitter Annette Boenink uit. “Medewerkers konden onderzoeksvoorstellen indienen. Het doel is het verbeteren van de patiëntenzorg en het doen van wetenschappelijk onderzoek – beide op het gebied van soma-psyche. Gelijktijdig willen we de samenwerking tussen VUmc en ggz inGeest verbeteren. In totaal zijn er elf projecten ingediend, daar zijn we natuurlijk heel blij mee. Sommige waren nog niet voldoende uitgewerkt of voldeden niet aan alle voorwaarden, maar we hebben een goede selectie gemaakt van vijf projecten.” Psychosociale stress Twee projecten zijn gericht op het verbeteren van de zorg waarbij de belasting voor de partënt zo laag mogelijk wordt gehouden, vertelt Boenink. ‘sign is bedoeld om psychosociale stress in de oncologie te signaleren en patiënten te ondersteunen. Ze maken daarbij gebruik van reeds bekende gegevens over kwetsbare patiënten. Een tweede project, Mamakits online, richt zich op zwangere vrouwen met psychische klachten. Die helpen we

nu ook al, maar er komt ook een online interventie, zodat de hulp voor een grotere groep toegankelijk wordt.” Vraaggericht De andere drie projecten richten zich op hele andere doelgroepen. “Met betrokkenheid van de patiëntenvereniging gaan we op zoek naar de juiste psychische ondersteuning voor patiënten met de longziekte pulmonale hypertensie. Dit project is duidelijk vraaggericht: we vragen de patiënten eerst naar hun ondersteuningsbehoefte. Een vierde project richt zich op de ondersteuning van mantelzorgers van ouderen met gedragsveranderingen. En het laatste project is een samenwerking tussen de psychiater, de anesthesist, de neuroloog en de apotheek. Samen gaan zij onderzoeken of met een bepaald medicijn iets te doen is aan de vervelende bijwerkingen van de ect, zoals verward zijn of geheugenproblemen.” Boenink is ervan overtuigd dat de stuurgroep een goede selectie heeft gemaakt. “Het zijn hele uiteenlopende projecten, die zich richten op verschillende categorieën patiënten. Ze kenmerken zich door de hoge mate van uitgewerktheid, wetenschappelijke kwaliteit en haalbaarheid van de aanvraag. Ik verwacht dat ze zeker geïmplementeerd kunnen worden in de reguliere patiëntenzorg. Alles bij elkaar zijn het vijf projecten die kunnen bijdragen aan een betere zorg bij VUmc en versterking van de samenwerking met ggz inGeest.”

foto DigiDaan

entale druk op de patiënt’

hooranmaar ende n berd Ook p de g is de ssen soci011 aal.” ng e

Psychiatrisch Consultatieve Dienst Jaarlijks ongeveer  klinische consulten

hulpaanbod vanuit het Diabetescentrum. Diabetes Mentaal biedt advies, individuele psychologische behandeling, medicamenteuze behandeling, relatie/systeembehandeling, groepsbehandeling en internettherapie. “We hebben ons team uitgebreid met een collega-psychiater en ambities geformuleerd om ons wetenschappelijk onderzoek uit te breiden. Hierbij gaat de aandacht uit naar innovatie in de zorg, bijvoorbeeld lichttherapie voor mensen met de combinatie van diabetes, depressie en slaapproblemen. De kern van Diabetes Mentaal is het verbeteren van het psychisch én medisch functioneren.”

Snoek is tevreden over de resultaten die VUmc tot nu toe geboekt heeft met Diabetes Mentaal. “Inmiddels hebben zich zo’n 270 patiënten bij onze poli aangemeld, van wie een kwart extern. Onze aanpak heeft een gunstige effect op de ziektelast, mensen hebben duidelijk minder last van depressieve klachten. Diabetes Mentaal is inmiddels een structureel onderdeel geworden van het zorgaanbod. Je ziet dat als je creatief genoeg bent dat je dan verschillende financieringsstromen kunt bundelen om iets heel nieuws tot stand te brengen. De sleutel is dat toegewijde collega’s elkaar vinden op inhoud.”

waarvan ongeveer  –  op de SEH

 op de verschillende IC afdelingen

- op neurologie

Polikliniek psychiatrie

Medisch-Psychiatrische Unit

 nieuwe patienten in 

 opnames in 

waarvan ongeveer % somatisch onverklaarde lichamelijke klachten

en  % patienten met somatisch-psychiatrische comorbiditeit, waaronder Diabetes Mellitus en M. Parkinson

waarvan  uitslapers na een suicidepoging


‘ Verpleegkundig leiderschap geeft extra schwung aan afdeling’

Ben de Graaf // VUmc heeft een nieuwe visie op leiderschap ontwikkeld, niet alleen voor leidinggevenden maar ook voor verpleegkundigen. Het aanbod voor leiderschapsontwikkeling is uitgebreid en aangevuld met laagdrempelige themabijeenkomsten. Bovendien lanceert p&o Direct op de website een speciaal tabblad over leiderschap. Hoe werkt dit in de verpleegkundige praktijk?

tracer

m eer weten? http://intranet/direct/leiderschap/

Hilda Ket, hoofd van de zorgeenheid cardiologie en cardiothoracale chirurgie, volgde in 2009 de leergang Innerlijke Krijger. “Dat ging over dienend leiderschap en persoonlijke ontwikkeling. Weet ik wat ik doe en waarom ik het doe? Wat voegt mijn persoon, Hilda Ket, toe aan deze organisatie. Ik heb veel aan deze leergang gehad. Zo ben ik bijvoorbeeld beter gaan zien waar mijn kracht ligt.” De volgende stap was om ook

als professional te geven en daar ook voor te staan? Spreek ik mijn collega aan als ik zie dat iets niet goed gaat? En belangrijk ook: heb ik de flexibiliteit en het zelfvertrouwen om soms buiten de gebaande paden te treden. Om van een standaard manier van werken af te wijken, omdat de situatie van de

verpleegkundigen deze leergang in verkorte vorm aan te bieden. Ket: “Dan gaat het om verpleegkundig leiderschap. Dus niet hoe je een team aanstuurt, maar hoe je leiderschap toont rond de zorg van een patiënt. Bijvoorbeeld: hoe stel ik me op naar medici en durf ik mijn mening

F o t o M a r k va n d e n B r i n k

Froukje Weidema

‘ Tijdens het moreel beraad bleek dat ze zich schaamden’

pagina 6

patiënt daarom vraagt? Daarvoor moet je sterk in je schoenen staan. “In VUmc hebben nu per verpleegafdeling gemiddeld drie verpleegkundigen deze verkorte cursus gevolgd. Heel zinvol. Op mijn eigen afdeling merk ik dat juist deze medewerkers problemen anders aanpakken. Ze laten zaken minder op hun beloop, maar roepen bijvoorbeeld betrokkenen bij elkaar om knelpunten op te lossen. Deze verpleegkundigen zorgen voor

Marianne Meijerink // Praten met collega’s over tere punten in je werk. Over dilemma’s, zorgen en twijfels rond de zorg voor patiënten. Doen we het wel goed? Waarom ging het toen mis…? ‘Moreel beraad’ heet het officieel, en het is nodig en belangrijk, zegt Froukje Weidema (40), die op 4 juli op dit onderwerp promoveert. Ze is de laatste van het academisch jaar 2013-14. Beraad klinkt misschien gewichtig, vindt Weidema, maar het is dan ook geen vrijblijvend overleg. “Je moet het zien als een goed, maar niet per se een prettig gesprek. Het moet een beetje schuren. Mensen zitten heel snel op het puntje van hun stoel als ze merken dat het gaat over dat wat hen drijft in hun werk. Dat ze vrijuit kunnen spreken zonder dat er geoordeeld wordt. Dat er een dialoog is op basis van gelijkwaardigheid, ongeacht functies of posities.” Het overleg is breed. Liefst zijn leidinggevenden erbij en soms ook een patiënt of diens familie. Weidema vertelt: een casus in haar proefschrift gaat over een psychiatrisch patiënt die tegen zijn wil regelmatig gewassen moet worden vanwege een huidprobleem. Verpleegkundigen hebben het daar moeilijk mee. Tijdens het moreel beraad worden ze zich bewust van hun gevoelens van schaamte over deze praktijk. Voor de verantwoordelijk psychiater is dat een eyeopener. Hij heeft zich nooit

een extra schwung op mijn afdeling. Het is belangrijk dat we dit vasthouden, bijvoorbeeld door een herhaalcursus.” Ket is blij dat ze op de website van p&o Direct op een speciaal tabblad informatie kan vinden over de nieuwe visie op leiderschap, het cursusaanbod en themabijeenkomsten. “Handig om de informatie overzichtelijk bij elkaar te hebben, voor mezelf maar ook voor mijn medewerkers.”

gerealiseerd wat de impact is van de behandelafspraak. Samen met de familie, het team en de psychiater, worden vervolgens afspraken gemaakt voor een andere aanpak. Tweederde van de ggz-instellingen werkt al met enigerlei vorm van moreel beraad. Ook in de somatische zorg groeit de belangstelling. Maar instellingen doen het allemaal op hun eigen manier. In haar proefschrift beantwoordt Weidema de vraag hoe je moreel goed van de grond krijgt. Om daar achter te komen werkte ze gelijktijdig als onderzoeker, programmaleider en gespreksleider moreel beraad in een psychiatrische instelling. Het antwoord: net als het beraad zelf draait het om dialoog. “Je moet moreel beraad niet van bovenaf opleggen, maar in overleg met alle betrokkenen de betekenis ervan vinden. Alleen dan wordt het een gezamenlijke verantwoordelijkheid.” Sinds 1 mei is Froukje Weidema projectleider van een netwerk van mensen die zich in de zorg bezig houden met ethiek en morele oordeelsvorming. Zij doet dat vanuit de afdeling metamedica van VUmc. ‘Samen gaan we op zoek naar best practices en kwaliteitscriteria. Mijn doel? Ik hecht sterk aan de kwaliteit van gespreksleiders. Want die zijn van doorslaggevend belang voor moreel beraad. Maar het is niet aan mij om doelen of criteria te bepalen. Ook dit doen we in dialoog!”

Het apparaat

Het is onzichtbaar en het sms’t min-max thermometer die regelmatig door de gebruikers werd afgelezen. Hiermee maken we echt een kwaliteitsslag. Alles wordt 24/7 vastgelegd en geborgd.” fmt is op dit moment nog volop bezig met het tunen van het systeem om de inrichting te optimaliseren. Door de grote vraag naar meer aansluitingen is uitbreiding al in de planning. Er zijn inmiddels 288 sensoren geplaatst. Vanachter zijn bureau ziet Polman precies wat er gebeurt. “Kijk, bij mmi doet iemand de koelkast open”, wijst hij op zijn scherm. Vrijwel onmiddellijk gaat het knopje weer

F o t o M a r k va n d e n B r i n k

Monique Krinkels // Apparaten kun je ze nauwelijks noemen: het zijn piepkleine sensoren die binnen in een koelkast, koelcel, broedstoof of cleanroom zijn bevestigd. Ze zijn via een server verbonden met een softwarepakket dat als een waakhond de temperatuur, deuren, CO2-niveau en/of luchtdruk in de gaten houdt. “We zijn in januari gestart met het implementeren van Xiltrix, zoals dit systeem heet”, vertelt Bert Polman, senior technicus support. “Alleen ivf heeft al sinds 2008 ervaring met dit systeem, andere afdelingen werkten nog met een

Er staan ongeveer 19.000 geregistreerde medische apparaten verspreid door VUmc, van piepklein tot kamergroot en van muisstil tot echte lawaaimonsters. Wat doen deze hulpmiddelen precies en waar worden ze voor gebruikt?

op ‘dicht’. De temperatuur blijft ongewijzigd op 4,2 °C staan. “De grenzen zijn in dit geval vastgesteld op 2-8 °C en als het langer dan 15 minuten warmer of kouder

is gaat er een alarm.” De alarmlimieten en de manier van alarmering bepalen de afdelingen zelf. “Dat kan een sms-bericht zijn of een e-mail,

maar ook een flitslamp of een sirene, afhankelijk van de ernst van de zaak.” Wanneer er een temperatuuralarm wordt gegeven als een koelkast te warm wordt, onderneemt de afdeling actie. “Bij mmi krijgt bijvoorbeeld kwaliteitsfunctionaris Marcel Woning alle gegevens op zijn scherm van de status van zijn apparatuur.” De sms-functie is vooral voor buiten kantooruren. “Maar om het alarmzendsysteem te controleren sms’t Xiltrix elke dag op een vast tijdstip de boodschap ‘ik doe het nog’ naar fmt.”


De ontmoeting

tracer

Samen kiezen voor beter presenteert dit voorjaar het thema 'Verbinding'. In dat kader tekent Edith Krab op wat twee collega's elkaar te vragen hebben.

pagina 7

Jolanda Mel (Amsterdam, 1958) werkt sinds 10 jaar als doktersassistente op de polikliniek inwendige geneeskunde, sinds 6 jaar op de hiv poli. Was instructrice bij een sportvereniging, maakte de overstap naar sportmasseur en pedicure. Werkte ook als assistent drogist in een homeopathie- en reformhuis. (Harderwijk, 1978) voorheen laborant radiologie en radiotherapie, ondernemer & strategieadviseur Ernst & Young. Nu: senior adviseur strategie voor alliantie en raad van bestuur VUmc.

Foto jean-pierre jans

Peter van Felius

Jolanda Mel: “Leuk om dit gesprek te hebben, Peter. Mag ik je en jij zeggen?” Peter van Felius: ‘Graag, mag ik met de deur in huis vallen? Leeft de alliantie met het amc op jullie afdeling, hebben jullie het erover? Heel eerlijk: niet echt. Er zijn zoveel veranderingen gaande, bijvoorbeeld het epd, daar is meer aandacht voor. Het epd heeft grote consequenties voor sommige collega’s. Hoe kijk jij aan tegen de samenwerking met het amc? In eerste instantie denk ik, he verdorie nu kan ik lekker op de fiets naar mijn werk. Straks niet meer. En verder heb ik altijd het idee gehad dat VUmc en amc concurrenten van elkaar zijn. Best gek om het dan ineens over samenwerken te hebben.

Sommigen afdelingen hebben inderdaad een gezonde vorm van concurrentie. Er zijn plekken in beide huizen waar hetzelfde gebeurt, dan lijkt het logisch om die samen te voegen, van elkaar te leren en elkaar te versterken. Stel dat je mag dromen, hoe ziet de samenwerking er dan voor jouw specialisme hiv/immunologie uit? Ik hoop dat we de kleinschaligheid die we nu hebben, kunnen bewaren. Wij kennen onze patiënten zo goed. hiv geïnfecteerden zijn een kwetsbare groep. We bespreken met hen de intiemste zaken. Ze vertellen ons alles. De hiv poli in het amc is groter, ik hoop dat we ze daar dezelfde veiligheid kunnen bieden als hier. De besturen zijn de ontwerpers van de plannen voor 2030. We werken toe

naar een eindplaatje waarbij specialismen verstandig over de beide locaties worden verdeeld. Als adviseur binnen dit project vraag ik me af hoe we nu al de praktijk bij de plannen kunnen betrekken. Wat kunnen wij doen om medewerkers enthousiast te maken voor de alliantie? Ik zou meer contact willen met de collega’s in het amc. Onbekend maakt nog onbemind? Klopt. Laten we elkaar nu al leren kennen. Hoe werken ze daar, welke mogelijkheden biedt de samenwerking. En als je nadenkt over de samenvoeging van beide hiv poli’s. Ik vergelijk het met samenwonen. Je woont allebei in een eigen huis: waar ga je samenwonen? Hoe richt je dat gezamenlijke huis in? Heb jij daar ideeën over?

Ik vind receptie W een mooi voorbeeld: patiënten treffen hier een huiselijke, rustige sfeer. Het lijkt niet op een ziekenhuis, dat wordt gewaardeerd. Over twaalf jaar ga ik met pensioen. Denk je dat we dan al samenwerken? Sommige afdelingen zeker, bijvoorbeeld bij het vrouw kind centrum. Maar die samenwerking hangt o.a. af van een goede opvang voor neonaatjes, dus er moet eerst een nieuwe ic neonatologie gebouwd worden. Jullie samenwerking is nog niet zover, maar zou je het leuk vinden om mee te denken met de werkgroep Patronen, die nadenkt over hoe je straks die kleinschaligheid en sfeer kan bewaren? Leuk, ik denk graag mee, zo blijf ik actief en overvallen de veranderingen me niet.

het plaatsen van de plafondplaten moeten we natuurlijk overal weer de exit-bordjes, brandmelders, handmelders et cetera plaatsen. We zijn daarnaast nog volop bezig met het terughangen van alle kunstwerken, die tijdens de werkzaamheden zijn opgeslagen.” Visser: “Alle elektrotechnische en werktuigbouwkundige installaties komen boven het plafond. Ze moeten dan wel servicetoegankelijk zijn. Gelukkig kun je de platen in de gangen zo nodig makkelijk verschuiven.” Het eindresultaat stemt Visser tot

tevredenheid. “Iedereen krijgt een helder wit plafond, met ledverlichting in de koof. Het nieuwe plafond past bij de uitstraling van een ziekenhuis, ook voor de patiënten is dat een grote verbetering.” Smit: “Overal waar we geweest zijn, ziet het er een stuk verzorgder uit. De reacties van medewerkers zijn positief. Om de overlast te beperken hebben we de werkzaamheden zo veel mogelijk in de avonduren uitgevoerd. Alleen het terugplaatsen van de losse componenten doen we overdag.”

Een uitgebreide versie van dit gesprek staat op intranet/samenkiezenvoorbeter

De metamorfose

Puzzelen met plafondplaten

In de polikliniek worden dit jaar alle verouderde houten plafonds vervangen Foto’s jean-pierre jans

door strakke witte plafonds. Om de overlast te beperken, voert de aannemer de werkzaamheden zo veel mogelijk in de avonduren uit.

Jeroen Kleijne // “In de polikliniek hadden we grote stukken met van die lelijke houten plafonds”, vertelt Carola Smit, projectleider organisatie en communicatie. “In het kader van het meerjarige project brand_new leggen we overal nieuwe kabels aan voor de ict-infrastructuur en de brandmeldinstallatie. In overleg met vastgoedbeheer hebben we besloten om gelijktijdig de plafonds te vervangen.” Collega-projectleider Hermen Visser (techniek): “De oude plafonds voldeden niet meer aan de

eisen van deze tijd. Bovendien boden de oude plafonds onvoldoende ruimte voor onze nieuwe kabelgoten. Er was dus ook een technische noodzaak voor deze vervanging.” In februari is de aannemer begonnen met het vervangen van de verouderde houten ‘bakken’ door strakke witte plafonds. In totaal gaat het om ruim 7.400 vierkante meter. Meer dan de helft van de polikliniek is inmiddels klaar; begin juli hebben álle afdelingen nieuwe plafonds. Op sommige plekken was het best even puzzelen. Smit: “Na


Het spreekuur

De achterkant

‘ Het levenseinde moet structureel aandacht krijgen’

‘ Ik ben enorm geholpen door de sneldiagnostiek’ Tips van Robert Tuinder  Ik ben enorm geholpen door het zorgpad sneldiagnostiek. Breid de

capaciteit uit zodat meer mensen hiervoor in aanmerking komen.  De voorlichting is prima. Voor lotgenotencontact kun je terecht bij

de patiëntenvereniging voor stembandlozen NSvG. Ik ben twee jaar schor geweest. In juni 2013 ben ik doorverwezen naar VUmc en werd strottenhoofdkanker geconstateerd. Ik ben in juli geopereerd en vervolgens bestraald. Na een half jaar was ik hersteld en kon ik weer aan het werk. Super! Wordt iedereen zo snel geholpen? “Elke donderdagochtend ziet een multidisciplinair team tijdens het spreekuur alle nieuwe patiënten die naar ons zijn doorverwezen. Omdat een kleine tumor op de stembanden in de vorm van heesheid snel klachten geeft komen de meeste mensen binnen in een vroeg stadium van strottenhoofdkanker. In het zogenaamde sneldiagnostiek-traject worden dezelfde dag de geïndiceerde aanvullende onderzoeken gedaan, zoals bijvoorbeeld een mri-scan en een longfoto. De volgende stap is een kijkoperatie, waarbij we een biopt nemen en de uitbreiding van de tumor vaststellen en beoordelen. Het streven is om binnen een week een behandelplan op te stellen.”

 In de week van 14-21 juni viert de afdeling keel-, neus- en oorheel-

kunde/hoofd-halschirurgie haar vijftigjarig bestaan met een gevarieerd activiteitenprogramma. Dinsdag 17 juni is er een informatiebijeenkomst in de Amstelzaal voor patiënten met hoofd-halskanker. Iedereen is van harte welkom. Aanmelden kan via kno@VUmc.nl.

Het vervolg

Hoe kom je tot de keuze van de behandeling? “Dat gebeurt op basis van onderzoek, indicaties en richtlijnen. In overleg met de patiënt maken we een afweging van de verschillende behandelmogelijkheden. Dankzij onderzoek op moleculair niveau kunnen we steeds meer targeted therapy geven. Sleutelwoorden zijn functiebehoud en kwaliteit van leven. Kleine strottenhoofdkankers laseren of bestralen we. Bij grotere tumoren – zoals in jouw geval – biedt chirurgie, eventueel in combinatie met bestraling, de beste kans op overleving.”

liseerde hoofd-hals oncologische centra (hhoc’s). Per jaar krijgen 700 Nederlanders de diagnose larynxcarnicoom. Alleen in hhoc’s bestaat de chirurgische expertise en adequate verpleegkundige zorg die nodig is voor deze vorm van hoogcomplexe-laagvolume zorg. Na de operatie controleren we vijf jaar op nieuwe tumorvorming en het welzijn van de patiënt in brede zin. Daarvoor maken we gebruik van OncoQuest, een psychosociale vragenlijst. We zijn ook de trekker van net-qubic, een grootschalig onderzoek naar de levenskwaliteit van kankerpatiënten en hun partners en familieleden. Wat voor cijfer zou jij je leven nu geven?”

Bij mij is het strottenhoofd operatief verwijderd en een spraakprothese geplaatst. Wordt zo’n laryngectomie overal ter wereld uitgevoerd? “Ja, maar uitsluitend in gespecia-

Een 8 of 9. Voor de operatie ook, trouwens. Ik had gedacht dat het veel erger zou uitpakken en dat de beperkingen groter zouden zijn. Dat is meegevallen. Is het risico

op kanker elders in het lichaam eigenlijk groter als je al eens kanker hebt gehad? “Nee. Wat wel zo is: een larynxcarcicoom wordt veroorzaakt door roken en roken verhoogt het risico op andere tumoren in het hoofd-halsgebied. Daar controleren we ook op.” Wat zijn de overlevingskansen van strottenhoofdkanker? Zijn er nieuwe ontwikkelingen? Ik zag op internet dat in Frankrijk een kunstmatig strottenhoofd is ontwikkeld. “Klopt, maar dat is nog heel experimenteel. Een strottenhoofd transplanteren is nagenoeg onmogelijk, daarvoor is de structuur te complex. Voor de kleine strottenhoofdkankers is de statistische overlevingskans na vijf jaar 80-90%; bij grotere tumoren is dat ongeveer 60%. Een vroege diagnose vergroot de overlevingskansen aanzienlijk.”

Collega’s met een arbeidsbeperking Er zijn nog geen cijfers bekend over hoeveel mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking op dit moment bij VUmc werken. Als gevolg van de Participatiewet moet VUmc vanaf 2015 gemiddeld 22 mensen per jaar aannemen, die niet zonder hulp het minimumloon kunnen verdienen. De Tweede Kamer heeft de Participatiewet op 20 februari aangenomen; de Eerste Kamer volgt (waarschijnlijk) later dit jaar. In heel Nederland zullen hierdoor de komende jaren 125.000 banen voor mensen met een arbeidshandicap ontstaan.

WK koorts loopt op

i l l u s t r at i e R i c k D r o s

Ursula Wopereis // In de rubriek Het spreekuur wisselen specialist en patiënt van rol. In juni 2013 werd bij Robert Tuinder (47) strottenhoofd­ kanker geconstateerd. Hij onderging een laryngectomie, maar staat inmiddels weer volop in het leven. Welke vragen heeft Robert Tuinder voor Stijn van Weert, kno-arts/ hoofd-halschirurg?

“De dood blijft een moeilijk onderwerp voor de meeste mensen”, ontdekte Roeline Pasman. Ze is socioloog en verpleegkundige en voert al jaren onderzoek uit naar de zorg rond het levenseinde. “Die terughoudendheid bleek onder andere uit het lasa-onderzoek (Longitudinal Aging Study Amsterdam). We stuurden de contactpersoon van een patiënt enkele maanden na het overlijden een vragenlijst over het levenseinde. Wilde de patiënt bijvoorbeeld nog een antibioticabehandeling bij een longontsteking of zag deze daar liever van af? En als het bekend was, werd daar dan rekening mee gehouden? “Het resultaat was opvallend: bij de helft van de overleden ouderen wist de naaste niet wat hun partner, vader of moeder wilde. En als dat niet duidelijk was, kreeg de patiënt meestal antibiotica. Maar ook in ‘ Sommige patiënten het geval dat er wel over gesproken was, en de patiënt had aangegeven kiezen voor meer tijd, terwijl anderen geen behandeling meer te wensen, startte de arts nog vaak met voor kwaliteit gaan’ medicijnen. Dat kwam wel minder vaak voor dan bij patiënten bij wie geen voorkeur bekend was, dus het aangeven van voorkeuren heeft wel zin. “Ik geef onmiddellijk toe dat afzien van verdere behandeling lastig is. Dat hebben we ook gezien bij studies over oncologie. Zowel artsen als patiënten willen wat doen tegen een ziekte. Een oncologiepatiënt komt automatisch in de vechtmodus als hij hoort dat hij ziek is, ook als de arts aangeeft dat genezing niet mogelijk is. En als de behandeling eenmaal is begonnen, is het voor de behandelaar moeilijk om het onderwerp afzien van verdere behandelen ter sprake te brengen. Terwijl artsen aangeven dat zij, als zijzelf voor een dergelijke keuze zouden staan, soms zouden afzien van verdere behandeling. “In Australië hebben ze onderzocht hoe dit gestructureerd kan worden aangepakt. Ze leidden verpleegkundigen op om tijdig met de patiënt een gesprek over het levenseinde aan te gaan. ‘Advance care planning’ noemen ze dat. Omdat het geen behandelaars zijn, is het waarschijnlijk gemakkelijker voor de patiënt om aan te geven wat hij precies wil. En achteraf blijken de naasten veel tevredener te zijn. Zij wisten dat het levenseinde van de patiënt is verlopen zoals hij of zij zelf wilde. En dat biedt troost.”

Foto jean-pierre jans

F o t o ’ s m a r k va n d e n b r i n k

Monique Krinkels // Jaarlijks overlijden er 140.000 mensen in Nederland. Voor zo’n 90.000 van hen komt het einde niet onverwacht: ze zijn ernstig ziek of hoogbejaard. “Het gebeurt nog vaak dat patiënten langer behandeld worden dan zij eigenlijk hadden gewild. Een gesprek over het levenseinde en de wensen van de patiënt kan dat voorkomen”, pleit onderzoeker Roeline Pasman, van het emgo Instituut.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.