Tracer nr 8, 15 juli 2014

Page 1

pagina 6: Het portret

Laween Uthman, student master cardio­ vascular research

nummer 8 – juli/augustus 2014

pagina 2

Mailbox: Rokers blokkeren doorgang tuin Pagina 4 Dossier infectiepreventie

‘ Je wilt dat die bloedcellen tegen elkaar zeggen: hé, daar moeten we heen!’

Clean hands save lives

Pagina 6

Wouter Bos beantwoordt prangende vragen over alliantie Pagina 7: De ontmoeting

‘ Verbeteringen in de zorg moeten niet achter een bureau worden bedacht’

Bezuinigingen ook in 2015 hoog op de agenda Monique Krinkels // Met het verschijnen van de Kaderbrief, waarin de

financiële kaders voor 2015 zijn beschreven, wordt duidelijk dat er ook in 2015 fors bezuinigd moet worden: in totaal 20 miljoen euro. Daarvan komt 8,7 miljoen uit projecten. De overige 11,3 miljoen moeten divisies en stafdiensten realiseren door een algemene korting van 2,3% op hun budget. In 2014 moesten divisies al 2,7% van hun budget inleveren en diensten 4%. uitgewerkt en in kaart gebracht.” Naast overheadreductie zal er in 2015 ook worden bezuinigd op inkoop en worden maatregelen voorbereid die erop gericht zijn om de kosten structureel lager te maken in combinatie met doelmatiger werken. Dan gaat het om betere beddenplanning in het ziekenhuis, verstandige bedrijfsvoering in de polikliniek, geen onnodige diagnostiek en benchmark productiviteit medisch specialisten. Al deze onderdelen worden nu uitgewerkt. meer weten over de bezuinigingen? Op intranet/ interview-bos-rakers staat een uitgebreid vraaggesprek met Wouter Bos en Fokke Rakers over dit onderwerp

Foto digidaan

Eén van de projecten waarmee deze bezuiniging gerealiseerd moet worden is overheadreductie. Hiermee worden de functies bedoeld die niet direct met het primaire proces - patiëntenzorg, onderwijs & opleiden en onderzoek - te maken hebben. Uit berekeningen blijkt dat VUmc hierop 5,1 miljoen euro kan bezuinigen. Dat wordt nu verder uitgewerkt en eind september voorgelegd aan de raad van bestuur. Fokke Rakers, directeur projectbureau huisvesting en verantwoordelijk voor overheadreductie, verwacht dat er personele consequenties zullen zijn. “Maar welke dat zijn, per wanneer dat precies gaat gebeuren en in hoeverre één en ander door middel van natuurlijk verloop kan worden vormgegeven, is nu nog niet te zeggen. Dit alles wordt op dit moment in werkgroepen


‘ Artsen en verpleegkundigen weten uit ervaring dat veel darmziekten gepaard gaan met een andere geur van de poep. Maar hoe kun je dat meten?’

Vanmiddag met @SportHelpt en topturnster @Chantysha in @VUmcAmsterdam geweest voor droomontmoeting ernstig ziek meisje, heel bijzonder! begeleider, 27 juni om 15.17 uur volg ons ook op Twitter @VUmcAmsterdam

Onderzoeker Tim de Meij in De Limburger van woensdag 2 juli

tracer

pagina 2

Heelkunde // De afdeling heelkunde is ruimschoots vertegenwoordigd in het cca-team dat de tcs Amsterdam Marathon op 19 oktober gaat lopen. Met maar liefst 18 collega’s zullen zij straks aan de start verschijnen. Initiatiefnemer Jaap Bonjer

Uitdagend Workshops

Carrière

Nieuwe start

COACH ruesivdA

Begeleiding

kilometer zal rennen, vertelt: “Veel van de onderzoekers van heelkunde hebben hun onderwerp in de oncologische chirurgie. Zelf doe ik onderzoek naar rectumcarcinomen. Vandaar dat we het belangrijk vinden voor het cca te lopen. Omdat topzorg

Radiotherapie // Ben Slotman, hoogleraar radiotherapie, is benoemd tot secretaris van het ‘executive committee’ van de American Radium Society. In 2017 wordt hij vervolgens president van deze oudste wetenschappelijke vereniging op het gebied van de oncologie. Daarmee wordt Slotman de eerste niet-Amerikaanse president in de dan ruim honderdjarige geschiedenis van de vereniging. De American Radium Society (www.americanradiumsociety. org) is wereldwijd de oudste vereniging die zich heeft toegelegd op het bestuderen en behandelen van kanker. Het is een multidisciplinaire vereniging met leden uiteenlopend in specialisatie van chirurgie, radiotherapie, medische oncologie en andere oncologische specialismen.

meer informatie: intranet/ afdelingen/thema/ carrierecentrum en de agenda bij p&o direct

tracer 13e jaargang nr 8, juli/augustus 2014 Tracer is het medewerkersblad van VUmc eindredactie Monique Krinkels redactie Caroline Arps, Ellen van den Boomgaard, Bernie Hermes, Edith Krab, Marcel Licher, Marre Roozen, Marieke Schutte en Jan Spee redactieadviesraad Erik van Aalst, Marcel van der Haagen, Inèz de Jonge, Willy Schuppert en Cora Visser redactiesecretariaat dienst communicatie, kamer PK4X199, tst. 43444, e-mail: redactie@VUmc.nl oplage 4.500 vormgeving De Ontwerperij, Amsterdam druk Boom+Verweij, Mijdrecht Copyright © 2014 VUmc, Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.

Foto jean-pierre jans

Carrièrecafé geeft loopbaan nieuwe impuls P&O // P&O start in augustus met een maandelijks carrièrecafé, bedoeld voor alle VUmc-ers. Of een medewerker nog prima op z’n werkplek zit, een volgende stap overweegt of actief op zoek is naar iets anders, nadenken over loopbaanmogelijkheden is altijd zinvol. Een vast onderdeel van het carrièrecafé is de workshop, waar onderwerpen aan bod komen als: ‘wat is uw talent?’, ‘do’s en don’ts van cv en brief’ en ‘de X-factor van de succesvolle vijftigplusser’. Daarnaast staan een recruiter, loopbaanadviseur en transitiecoach klaar om persoonlijke vragen te beantwoorden. Het eerste carrièrecafé vindt plaats op 28 augustus van 15.00 tot 17.00 uur in De Waver. De workshop is getiteld: ‘Hoe maakt u een goede eerste indruk’.

topsport en teamwork is, willen we rennen in één team.” Dat heelkunde een sportieve afdeling is bleek al eerder dit jaar toen een team van voetballende chirurgen en assistenten voor de vierde maal de Chirurgencup won.

VUmc-hoogleraar wordt voorzitter American Radium Society

Recruiter

Kansen

heeft de onderzoekers aangespoord mee te doen. De teamspirit is groot, heelkunde pakt de trainingen gezamenlijk op en streeft er naar een mooi bedrag voor VUmc cca bij elkaar te lopen. Promotieonderzoeker Charlotte Deijen, die zelf de 8

Co-Raad huldigt onderwijsgevenden

Ontplooiing

Zinvol

Vragen

Collegiaal X-factor

Chirurgen massaal aan het hardlopen

VUmc School of Medical Sciences // Voor de vierde keer mag internist Jos Kooter zich een jaar lang de ‘beste specialist’ noemen. Hij ontving op 25 juni de Jan Heijlmanprijs. Deze prijs, vernoemd naar de oud-onderwijscoördinator die deze prijs als eerste ontving, wordt sinds 1995 door de co-Raad uitgereikt. “Beste specialist betekent per definitie dat je ‘beste dokter’ bent en dat je beschikt over goede didactische kwaliteiten. Je bent in staat om studenten te helpen om

Ingezonden brieven van medewerkers zijn welkom in Tracer. Mail uw bijdrage naar tracer.info@VUmc.nl of stuur een briefje naar: redactie Tracer, dienst Tracer mailbox communicatie, kamer PK 4X 199. @ De redactie behoudt zich het recht voor tracer.info@VUmc.nl uw bijdrage in te korten. Anonieme inzendingen worden niet geplaatst. Buitenlucht Op de kinderafdeling heb ik een meisje van elf jaar onder behandeling met een ernstige longziekte en op dit moment ook een infectie. Haar longen zijn extra gevoelig voor prikkels, maar in het kader van haar ziekte is het ook zeer belangrijk dat ze voldoende beweegt tijdens de opname. Gisteren wilde zij met haar ouders van het mooie weer genieten in de tuin, hetgeen ik uiteraard toejuichte

een goede arts te worden”, aldus Gerda Croiset, opleidingsdirecteur VUmc School of Medical Sciences, die de prijs overhandigde. Naast Jos Kooter vielen ook Menso Nubé, interne geneeskunde, Kennemer Gasthuis (beste docent junior coschappen), interne geneeskunde, Kennemer Gasthuis (beste junior coschap), Joost Willems, heelkunde, Spaarne Ziekenhuis (beste arts-assistent) en heelkunde, Spaarne Ziekenhuis (beste coschap) in de prijzen.

vanwege de extra beweging en buitenlucht die ze hiermee opdeed. Helaas, het werd geen succes: Bij de uitgang van het ziekenhuis naar de tuin staat een rookcabine (‘rookabri’), waar de rokers (en op die plek zijn het bijna altijd medewerkers) bij mooi weer géén gebruik van maken. Ze staan buiten de rookcabine, zitten op de muurtjes of staan gewoon met hun sigaret midden op het pad dat naar de tuin leidt. Gevolg is dat patiënten die naar de tuin willen zich eerst door een rookgordijn moeten worstelen. Voor mijn patiëntje betekent dat flinke hoestbuien en die zijn zo belastend, dat ze nu maar afziet van een voor haar zo belangrijk tochtje naar de tuin. Bij de hoofdingang naar het bordes gaan, is ook geen optie. Ondanks alle bordjes met uitgebreide teksten en het niet-roken pictogram wordt overal op het voorterrein gerookt, zowel door patiënten, als medewerkers

en bezoekers. De rookcabine is vaak leeg. Bij mooi weer is er geen enkel bankje waar men rookvrij kan zitten, bij slecht weer staan alle rokers onder het afdak en walmt ook daar de rook om je heen en dringt deze zelfs door tot in de hal van het ziekenhuis. Bij de benedeningang van het ziekenhuis is het niet beter, evenals bij de hoofdingang en benedeningang van de polikliniek: overal wordt gerookt onder het motto ‘iedereen doet het toch’ en ‘ik weet niet waar het wel mag’. Ik vraag u in het belang van de kwetsbare patiënten, maar ook van niet-rokende medewerkers en bezoekers om bescherming tegen de rook. Het is toch te gek dat een ziek meisje niet naar buiten kan vanwege de rokers. Veronique Schaaf, kinderfysiotherapeut, afdeling revalidatiegeneeskunde Reactie Dit verhaal is zó gênant dat je er plaatsvervangende schaamte

van krijgt. Inmiddels heeft het fb een aantal maatregelen genomen om de rookoverlast te beperken. Zo zijn er extra rookpunten besteld en worden er betere borden opgehangen die wijzen naar de plaatsen waar roken is toegestaan. r&b heeft de handhaving verscherpt en zal aan de raad van bestuur gaan rapporteren over schending van rookafspraken. Helaas kunnen het facilitair bedrijf en receptie & beveiliging dit niet alleen oplossen. Daarvoor is nodig dat alle VUmc-ers zich generen. Spreek collega’s, patiënten en bezoekers er op aan als ze buiten de rookabri’s een sigaret opsteken. Laat ze weten dat dit gedrag niet wordt getolereerd. Niet alleen omdat het niet mag van de overheid, maar vooral omdat patiënten bij VUmc veilig naar buiten moeten kunnen gaan. Dit kunnen we alleen samen oplossen. Karin Veltman, directeur facilitair bedrijf


In cijfers De restaurants van VUmc krijgen jaarlijks zo’n 717.000 eters. Bij Het Oog op -1 in de polikliniek komen dagelijks 400 medewerkers, De Brasserie bij de hoofdingang polikliniek verzorgt ook 400 gasten en Het Plein in het ziekenhuis verstrekt op werkdagen 1.800 maaltijden en in het weekend 800.

Naast de kerncijfers zijn er meer en intrigerender gegevens over wat er binnen de organisatie gebeurt.

tracer

pagina 3

Wouter Bos

Laagcomplexe zorg

B

estaat er eigenlijk zoiets als laagcomplexe zorg? Volgens velen wel. En vaak zijn dat ook de mensen die vinden dat

wij als umc minder laagcomplexe zorg zouden moeten verrichten. Waarna het bekende rijtje volgt, van spataderen tot liesbreuken en van cataracten tot knievervanging. Het is een discussie waar we ons om allerlei redenen iets van aan moeten trekken. Niet zonder tegengas, dat ook. Want juist wij weten dat bij ons in huis laagcomplexe zorg vaak

Bij elkaar in de keuken kijken

En dan ligt alles toch net weer even anders. En minder simpel. Maar niettemin, er ligt wat mij betreft een terecht punt op tafel. De umc’s verdienen hun plaats in het zorglandschap doordat ze dingen kunnen die perifere ziekenhuizen nooit zullen kunnen. Hier wordt geïnnoveerd, hier wordt

Neurologie // Afgelopen juni was het precies 25 jaar geleden dat Philip Scheltens, in 1989 nog aios neurologie, collega-aios Wojtek Polomski (revalidatiegeneeskunde), Nico Out, aios chirurgie VU samen met Eli Broekhuis (in opleiding tot cardiopulmonaal chirurg amc) het initia-

tief namen tot verregaande samenwerking tussen amc en VUmc. Weliswaar niet op medisch gebied, maar in de keuken. Ze richtten met zes collega’s het ‘Ensemble Gastronomique Medicins Hollandais’ (egmh) op. Sinds die tijd koken zij maandelijks onder leiding van een

befaamde chef op een dag dat het restaurant gesloten is. “We zijn begonnen in Loenen bij Tante Koosje”, aldus Scheltens. “Tegenwoordig zwaait Stefan van Sprang van Aan de Poel (twee Michelinsterren) in Amstelveen de scepter over de kookclub.” Inmiddels heeft egmh veertien

leden, alle medisch specialist en een tandarts, werkzaam in VUmc, amc en diverse andere ziekenhuizen. Op 22 juni zetten de leden een feestelijke vijfgangenlunch op tafel, die ze vervolgens samen met hun partners, oud-leden en enkele koks van Aan de Poel verorberden.

het verband met de wetenschap gezocht, hier werken de knapste koppen, hier leer je wat je elders niet kunt leren. Onze toegevoegde waarde ligt juist bij de hoogcomplexe, tertiaire en topreferente zorg. En ja, voor iemand het zegt, ik weet dat dat alle drie weer net verschillende begrippen zijn… Er zijn nog minstens twee andere argumenten om goed te kijken naar de mogelijkheden om minder laagcomplexe zorg te leveren. De eerste

Kafka­knop AAN

Foto jean-pierre jans

gegeven wordt aan zeer complexe patiënten.

Facilitair bedrijf // Met de Kafkaknop op intranet kunnen medewerkers met één klik klachten doorgeven over doorgeslagen vormen van bureaucratische procedures. De knop is op dinsdag 1 juli actief geworden. Medewerkers kunnen melding maken van absurde regeltjes, procedures die alleen bedoeld lijken om ons het leven zuur te maken, onbegrijpelijke formulieren of voorschriften waarvan niemand meer weet waar ze voor dienen. Als het medewerkers zelf niet lukt om zo’n ongewenste situatie te verbeteren, gaat het Kafkateam aan het werk om de kwestie te beoordelen en tot een oplossing te brengen. Het Kafka-

team bestaat uit: Wouter Bos (voorzitter), rvb, Chris Polman, rvb, Stefan Loer, voorzitter divisie IV, Cedric van der Meulen, manager bedrijfsvoering divisie II en III, Edwin Pompe, zorgmanager divisie IV, Ineke Molenaars, directeur ict, Joep van den Velden, directeur sbp en zorgsupport, Karin Veltman, directeur facilitair bedrijf en Michel Schapers (secretaris), manager facilitair bedrijf. De werkwijze is simpel: de Kafka­knop rechtsboven op de openingspagina van intranet geeft toegang tot een website waarop uitleg, spelregels en een invulformulier staan. Ook is te zien welke problemen al bij het Kafkateam bekend zijn en wat er mee is gebeurd.

Gezocht: aquariumliefhebber Het Plein // Wie wil helpen de twee tropische aquaria in het medewerkersrestaurant Het Plein te onderhouden? Ervaring is niet nodig en het kost circa een uur per week. Meer informatie: Jos, tel. 44660 of Jorgen, tel. 06 23241912.

Bijzonder cadeau

is de noodzaak tot bezuinigingen. Als we dan toch moeten bezuinigen, dan liever in een activiteit die strategisch minder van belang is dan in iets wat tot het hart van ons unieke zorgaanbod behoort. Klinkt overigens ook weer makkelijker dan het is. Want wat doe je met activiteiten die misschien niet strategisch hoogwaardig zijn maar wel geld in het laatje brengen? Kunnen we ons veroorloven die niet meer te leveren? En weten we eigenlijk wel welke dat zijn…? Het laatste argument is misschien nog het belangrijkste. Steeds vaker krijg ik verzoeken op mijn bureau om ruimte vrij te maken voor nieuwe hoogcomplexe zorg. Ingewikkelde scolioseoperaties bij kinderen

Plastische chirurgie // Marike Maijers en Rieky Dikmans, arts-onderzoekers bij plastische chirurgie, zijn begin dit jaar gestart met ‘Koester & Vlijt’, een bureau in vernieuwingen in de zorg. Hun eerste idee is een productlijn van passende cadeaus voor dementerende ouderen. “Wanneer je op zoek gaat naar een cadeau voor een pasgeboren baby zijn de mogelijkheden ontelbaar, maar wanneer we een cadeau willen kopen voor onze opa of oma met alzheimer, is de keuze zeer beperkt.” Momenteel werft het tweetal fondsen zodat ze een prototype van een eerste product kunnen laten maken.

bijvoorbeeld. Of ablaties en colorectale chirurgie bij kankerpatiënten. Of innovatieve interventiecardiologie. Die ruimte is er vaak niet. Niet in de portemonnee en niet in de ok. En als ik naar de verzekeraar ga om meer productieruimte te kunnen onderhandelen, is het eerste wat ik te horen krijg: heel goed dat jullie meer hoogcomplexe zorg willen doen maar voor ik ook maar een millimeter meer ruimte aan jullie geef wil ik eerst zien dat jullie waar mogelijk minder doen aan laagcomplexe zorg. Eerlijk gezegd geef ik die verzekeraar geen ongelijk.


Dossier INFECTIEPREVENTIE Jeroen Kleijne // Infectiepreventie is een van de belangrijkste veiligheidsthema’s in 2014. Met name

handhygiëne krijgt erg veel aandacht, want infecties worden in een ziekenhuis vaak via de handen van zorgverleners van de ene patiënt naar de andere overgebracht. Met als gevolg vertraging van het herstel, mogelijk overlijden of hoge kosten door isolatiemaatregelen. Onderzoek laat zien dat een derde van de infecties in ziekenhuizen is te voorkomen door maatregelen op het gebied van infectiepreventie.

tracer

Clean hands save lives Infectiepreventie staat hoog op de agenda

D

e raad van bestuur heeft de organisatie eind vorig jaar opdracht gegeven om de infectiepreventie en het antibioticabeleid te verbeteren. Een speciale commissie houdt de vinger aan de pols. “We willen op alle afdelingen het bewustzijn versterken”, vertelt commissielid Christina Vandenbroucke-Grauls, hoofd van de afdeling medische microbiologie. “In het ziekenhuis stel je patiënten ongewild bloot aan allerlei risico’s en infecties en zieke mensen zijn vatbaarder dan gezonde mensen”, legt Chrisitina Vandenbroucke-

hoeveelheid ziektekiemen gemiddeld, per cm

, bureaublad

 muis

 wc-bril

 toetsenbord

telefoon

.

Grauls uit. “Een mooi voorbeeld is onze huid. Een intacte huid is onze beste bescherming om bacteriën buiten het lijf te houden. En wat doe je bij een operatie: je zet er het mes in! Als iemand hier een infectie oploopt, is dat eigenlijk een complicatie van de behandeling en dat wil je natuurlijk voorkomen. Dat is de reden dat we in het ziekenhuis een systeem hebben van infectiepreventie: allerlei maatregelen en richtlijnen die de kans op infectie zo klein mogelijk houden.” De raad van bestuur heeft vorig jaar geld vrijgemaakt voor het inrichten van een commissie Infectiepreventie en Antibioticabeleid (cia). Deze twee thema’s zijn heel bewust aan elkaar gekoppeld. “Resistentie tegen bacteriën is wereldwijd een enorm probleem. Dit betekent dat je eigenlijk zo min mogelijk antibiotica moet voorschrijven en als er resistente bacteriën zijn dat je die dan zo goed mogelijk inperkt. De commissie heeft als doel om ervoor te zorgen dat aan zowel infectiepreventie als het antibioticabeleid continu aandacht wordt gegeven.” Aanleiding voor het instellen van de cia was de uitbraak van de multiresistente Klebsiellabacterie in het Maasstad Ziekenhuis, nu twee jaar geleden. Bij zijn kennismakingsronde vroeg Wouter Bos aan Christina Vandenbroucke of dat in VUmc ook zou kunnen gebeuren. Vandenbroucke: “Mijn antwoord was dat wij de infectiepreventie hier heel goed geregeld hebben, maar dat het bewustzijn op de afdelingen zeker voor verbetering vatbaar is. Voor medewerkers geldt dat ze in ieder geval altijd aandacht moeten blijven houden voor persoonlijke hygiëne en hun ogen open moeten houden om eventuele problemen te signaleren.” In haar carrière bij VUmc is Vandenbroucke een paar keer bijzondere ziekteverwekkers tegengekomen. “We hadden bijvoorbeeld een keer een bacterie die alleen in Australië voorkomt. Gelukkig dacht iemand van mijn groep er meteen aan. Een enkele keer komen we cholera tegen, wat normaal natuurlijk alleen in de tropen voorkomt. Dat kan alleen als iemand in het vliegtuig stapt net voor de diarree begint. Gelukkig slagen we er steeds in om de patiënt te isoleren en de bacterie op een goede manier te bestrijden, maar het is duidelijk dat infectiepreventie hoog op de agenda moet blijven.”

Beter antibioticagebruik dankzij beslisboom

A

rts-onderzoeker Jonne Sikkens is in 2013 aangesteld om VUmc te helpen bij het optimaliseren van het antibioticagebruik. Sikkens heeft allereerst gekeken na het naleven van de richtlijnen en helpt afdelingen waar nodig met het verbeteren van het voorschrijfgedrag.

100.000 5 tot 10 % van de mensen die in een Nederlands ziekenhuis worden opgenomen krijgt te maken met een ziekenhuisinfectie. In Nederland gaat het om ongeveer 100.000 patiënten per jaar. Een ziekenhuisinfectie wordt ook wel een nosocomiale infectie genoemd. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen verschillende soorten ziekenhuisinfecties. Veelvoorkomende ziekenhuisinfecties zijn: urineweginfecties, postoperatieve wondinfecties, luchtweginfecties en sepsis.

 cellen

(....)

geen

“Elke patiënt moet het middel krijgen dat het beste werkt in de dosering die het meest effectief is. Overmatig antibioticagebruik kan ertoe leiden dat bepaalde bacteriën resistent worden en dat wil je te allen tijde voorkomen. In die zin is het logisch om een goed anti­biotica­ beleid en infectiepreventie aan elkaar te koppelen. Ook van belang is dat patiënten antibiotica krijgen via de juiste toedieningsweg. Soms kunnen ze eerder de overstap maken van intraveneus naar oraal. Dat heeft niet alleen voordelen voor de patiënt, maar ook voor

 bacteriën

(.....) Tegenover elke lichaamscel zijn er ongeveer tien keer zoveel bacteriën

bacteriën in organen, zoals hart, longen en nieren

. meer dan  soorten micro-organismen in de darmen

het grootste deel hiervan zorgt ervoor dat we gezond blijven en goed kunnen functioneren

de kosten en het werk van de verpleegkundige”, aldus Jonne Sikkens. Een belangrijke eerste stap is het kijken naar de naleving van richtlijnen. “In 2013 ben ik begonnen met een oorzakenanalyse, binnen het VUmc Antibioticateam dat onder leiding staat van internist-infectioloog Michiel van Agtmael. Ik heb een aantal interviews gehouden met artsen en verpleegkundigen. Waarom schrijven afdelingen middel x voor terwijl ze volgens de richtlijnen y zouden moet voorschrijven? Misschien hebben ze daar wel goede redenen voor. Ik heb ze ook gevraagd naar hun mening over het antibioticagebruik in de praktijk en hun ondersteuningsbehoefte.” Op basis van de oorzakenanalyse is Sikkens op sommige afdelingen al begonnen met een verbetertraject, in nauwe samenspraak met de betrokken medewerkers. “Bij interne geneeskunde kwam uit de analyse bijvoorbeeld naar voren dat zaalartsen de juiste kennis over antibiotica niet altijd paraat hebben. Daarom organiseren we nu elke maand een ‘Twee voor twaalf’-sessie. De aios kunnen vragen stellen aan de internist-infectioloog en zien tegelijkertijd op het scherm waar ze de benodigde informatie kunnen vinden. “Een ander probleem is de switch van intraveneus naar oraal. Zaalartsen vinden het soms lastig om het juiste moment te kiezen. We hebben van de richtlijnen een beslisboom gemaakt waarmee zaalartsen makkelijker kunnen beslissen. Het idee is om die op de statuskar te plakken, zodat de beslisboom zo nodig direct bij de hand is. Met dit soort stappen werken we langzaam toe naar een optimalisering van het antibioticagebruik.”

, kg bacteriën maken één tot drie procent van het lichaamsgewicht uit, een volwassene kan , tot , kilo bacteriën bij zich dragen

huid  gr neus  gr mond  gr oog  gr darmen  kg

Niemand weet precies hoeveel bacteriën er op een hand van een mens zitten, maar één ding is duidelijk: het zijn er erg veel. Er worden getallen genoemd van meer dan 150 verschillende soorten op één hand. Ieder mens zijn eigen unieke combinatie.


Contactpersonen infectiepreventie geven ondersteuning

D

foto yvonne compier

e afdeling infectiepreventie zorgt onder meer voor het opstellen van richtlijnen en protocollen en helpt medewerkers bij het naleven daarvan. De afdeling is de afgelopen maanden op elke klinische zorgeenheid begonnen met het opleiden van contactpersonen, die collega’s ondersteunen bij het naleven van het infectiepreventiebeleid.

Afdelingen maken plan van aanpak voor handhygiëne

150

E

en belangrijk speerpunt binnen de infectiepreventie is handhygiëne. Arts-onderzoeker Martine Caris heeft de afgelopen maanden op alle afdelingen onderzocht hoe het met de naleving van de regels gesteld is. Afdelingen maken zo nodig zelf een plan van aanpak om de handhygiëne te verbeteren. “Binnen de infectiepreventie hebben we handhygiëne dit jaar benoemd als belangrijk speerpunt”, vertelt Martine Caris. “Bij de verzorging van de patiënt zijn er veel momenten waarop overdracht

van bacteriën plaats kan vinden. Handen zijn de belangrijkste tools van de verpleegkundige en het is van groot belang dat die goed schoon zijn. Zoals de who-slogan ‘Clean hands save lives’ illustreert, speelt goede handhygiëne een zeer belangrijke rol in het voorkómen van ziekenhuisinfecties.” Verbetering De afgelopen maanden heeft Caris samen met medewerkers van infectiepreventie op alle afdelingen onderzocht hoe het is gesteld met de naleving van de richtlijnen op het gebied van handhygiëne. “Nu

ga ik op zoek naar de oorzaken voor het niet of niet juist toepassen van handhygiëne. Zo kunnen we per afdeling bekijken waar ruimte zit voor verbetering. Is er bijvoorbeeld genoeg handalcohol aanwezig? Kunnen verpleegkundigen overal de richtlijnen goed naleven en zijn ze voldoende geïnformeerd? De analyse van alle gegevens moet nog plaatsvinden, maar het is duidelijk dat er ruimte is voor verbetering. Op sommige plekken moeten meer handpompjes komen en ook de voorlichting kan beter.” De volgende stap is het maken van een plan van aanpak per afdeling.

“Onze afdeling ondersteunt medewerkers in VUmc bij het toepassen van de richtlijnen op het gebied van infectiepreventie”, vertelt deskundige infectiepreventie Mireille Dekker. “We maken bijvoorbeeld elke dag een ronde door het ziekenhuis om alle nieuwe isolatiepatiënten van een passend advies te voorzien. We realiseren ons terdege dat artsen en verpleegkundigen in het primaire proces – de zorg voor de patiënten – veel op hun bordje krijgen. Dan is het prettig om te weten dat ze altijd een beroep kunnen doen op ons.” Sinds april hebben alle klinische zorg­eenheden een contactpersoon infectiepreventie (cip’er): een verpleegkundige die infectiepreventie als extra aandachtsgebied heeft. “In mei hebben we met de cip’ers een eerste inhoudelijke bijeenkomst gehouden om de basale maatregelen op het gebied van infectiepreventie nog een keer onder de aandacht te brengen. Wij ondersteunen de cip’er bij het uitdragen van het belang van infectiepreventie, bijvoorbeeld door het organiseren van informatiebijeenkomsten per afdeling. Ook is er een cip-groep op Yammer waar successen en ideeën worden gedeeld. cip’ers zijn onze ogen en oren in het ziekenhuis en kunnen dus ook signaleren als er dingen misgaan. Met de cip’ers vergroten we de reikwijdte van onze afdelingen en kunnen we sneller reageren op eventuele problemen.” Dekker is blij met de extra aandacht die infectiepreventie krijgt bij VUmc. “De kwaliteit van de hygiëne in Nederlandse ziekenhuizen is over het algemeen prima, maar er is altijd ruimte voor verbetering. Met het cia-project (Commissie Infectiepreventie en Antibioticabeleid)kunnen we nieuwe projecten uitvoeren. Uiteindelijk wil je de best mogelijke zorg bieden aan de patiënt, daarvoor zijn we hier elke dag. Een essentieel onderdeel van die zorg is ervoor waken dat er geen overdracht van micro-organismen plaatsvindt. Niemand mag hier zieker worden dan hij al was, dat is de waarde van goede infectiepreventie. Hygiëne is ook van belang voor de medewerkers zelf, niemand wil een beroepsziekte oplopen.”

“We hebben een toolkit ontwikkeld met interventies, maar natuurlijk kunnen medewerkers ook zelf met ideeën komen. Aan de hand van de oorzakenanalyse, kunnen ze interventies kiezen die aansluiten op de belemmeringen van een afdeling. Bij de implementatie worden ze ondersteund door deskundigen van infectiepreventie. Zo krijg je per afdeling een op maat gemaakt verbeterplan. Ik verwacht dat we over een aantal maanden weer een nieuwe meting zullen doen, om te zien of de situatie verbeterd is.”


Nieuwe PACU geopend

Ben de Graaf // Op woensdag 2 juli verzamelden de medewerkers van het ok-complex zich om 7.30 uur voor een feestelijk ontbijt. Ze vierden de opening van de nieuwe pacu-afdeling. Om 8.15 uur onthulde Marcel Wijnruit een pacu-vis. “Die vis groeit snel, de afdeling ook”, zegt Bert van Pel, unitleider van de pacu. “We zijn apetrots op onze nieuwe afdeling.”

Meer privacy en rust na een operatie tracer

samen verder op één locatie en als één team”, aldus Bert van Pel. “We beschikken nu over zes zalen met vier bedden en één zaal van twee bedden. Alle bedplekken zijn hoogtechnisch en lean ingericht, zodat de monitoring van de ok naadloos aansluit op de pacu, de ic en de mc. In de kleinere zaal kunnen we patiënten apart verzorgen, bijvoorbeeld als ze een infectieziekte hebben. Patiënten hebben nu meer privacy en minder last van drukte

Foto digidaan

Marianne Meijerink // Leermomentje voor de interviewer. “Wat spreek jij voortreffelijk Nederlands”, zeg ik tegen de in Iraaks Koerdistan geboren en sinds haar achtste in Nederland opgegroeide masterstudent Laween Uthman. “Oh, dank je. Jij ook!”, zegt ze met een stralende lach. Inderdaad, er zijn belangrijker dingen, namelijk angiogenese, de groei van nieuwe bloedvaten uit bestaande. En Laweens fascinatie voor dit onderwerp. Komend studiejaar gaat ze naar de Universiteit van Seattle om als stagiair mee te werken aan baanbrekend onderzoek. Zelf voor elkaar gekregen, met haar enthousiasme als motor. Op zoek naar een uitdagende, biomedisch getinte master stuitte gezondheidswetenschapper Laween Uthman (23) vorig jaar op de master cardiovasculaire research van VUmc School of Medical Sciences, een opleiding waarvoor getalenteerde studenten worden toegelaten. “Ik wist niet dat zo’n master bestond, zo specifiek gericht op het cardiovasculaire systeem! Het hart fascineerde me altijd al. En translationeel onderzoek doen, dus onderzoek dat de schakel is tussen fundamenteel onderzoek en de klinische toepassing daarvan, dat was ook precies wat ik wilde.” Bij de afdeling fysiologie, waar ze dit studiejaar haar eerste stage volgde, raakte ze in de ban van angiogenese. “Angiogenese is een belangrijke factor

Foto digidaan

Voorheen bestond de afdeling recovery uit één zaal met twaalf bedden, gescheiden van de premedicatieruimte (holding). Beide locaties en teams zijn nu volledig geïntegreerd tot één ‘post anesthesia care unit’ (pacu) van in totaal 26 bedden. In december 2013 werden op de plaats van de voormalige ic de eerste twaalf bedden in gebruik genomen. Dit jaar volgden gefaseerd de overige bedden. “De holding en recovery gaan nu

pagina 6

om hen heen in de postoperatieve fase.” Ook is er een aparte kinderzaal, een familiekamer en een afsluitbare

bij allerlei pathologiën: diabetici kunnen blind worden als het in de ogen gebeurt. Het speelt een rol bij de groei van tumoren. Het is dus heel nuttig te weten hoe angiogenese werkt en hoe je het kunt beïnvloeden. Soms kun je het inzetten om een aandoening te behandelen, zoals bijvoorbeeld hypoxie, uitdroging van het weefsel. Dan wil je dat die bloedcellen tegen elkaar zeggen: hé daar moeten we heen, aan het werk!” Dankzij een tip van postdoc Pieter Koolwijk, die bij fysiologie een onderzoeksgroep leidt over angiogenese, bezocht ze een driedaags internationaal angiogenese congres aan de VU. Daar viel alles op z’n plek. “Ik hoorde professor José Lopez spreken van de universiteit van Seattle, over een 3D-model dat hij heeft gemaakt om angiogenese te simuleren. Mijn mond viel open van verbazing. Het was zo bijzonder en vernieuwend. Ik heb hem aangesproken en verteld hoe mooi ik het vond en dat ik graag zou willen meewerken aan zijn project. Hij reageerde heel positief. De afgelopen maanden hebben we per mail verder overlegd wat ik daar ga doen.” Laween zet alles opzij om haar reis te realiseren. Vakantie zit er niet in deze zomer, er moet gespaard en dus gewerkt worden. “Ik wil er echt iets moois van maken. Mijn moeder vond het zo leuk dat ze ook zelf al bijna haar koffer wilde gaan pakken. Je moet je dromen waarmaken, zeggen mijn ouders. Mijn droom is: onderzoeker worden.”

medicijnbereidingsruimte. Ook de werkwijze is veranderd. De pacu werkt voortaan met een dagcoördinator die een spilfunctie heeft tussen ok en pacu. De dagcoördinator koppelt een patiënt aan de pacu-verpleegkundige, die tijdens de opnameperiode het aanspreekpunt blijft voor de patiënt, artsen en ander personeel. De pacu is 24 uur, 7 dagen in de week open en heeft de mogelijkheid één aangewezen patiënt 24

uur achtereen zorg te verlenen. Tijdens de preoperatieve screening bepaalt de anesthesioloog wie voor deze zorg in aanmerking komt. Van Pel: “Zo bieden wij, naast de ic en mc, aanvullende mogelijkheden in de kritische zorg binnen VUmc. Onze wens is deze 24/7-zorg uit te breiden naar vier patiënten. De nieuwe afdeling was even wennen voor onze medewerkers, maar de pacu is voor ons én onze patiënten een grote vooruitgang.”

Laween Uthman

‘ Mijn droom is onderzoeker worden’

Alliantie VUmc-AMC

Wouter Bos beantwoordt prangende vragen Dat de alliantie VUmc-amc leeft onder medewerkers is duidelijk. Bijeenkomsten georganiseerd door de or, de var en Jong VUmc laten zien dat er nog heel wat vragen te beantwoorden zijn. Wouter Bos gaat in op vijf prangende kwesties.

De var maakt zich zorgen omdat de werkvloer – en dan met name de verpleegkundigen – te weinig betrokken is in het proces. Er wordt teveel over en te weinig mét ze gepraat vinden ze. “Het klopt dat we te weinig aandacht hebben gegeven aan de gevolgen van de alliantie voor de verpleegkunde en de verpleegkundigen. Dat gaan we dus herstellen. Ook zullen we waar dat op prijs gesteld wordt, op de werkvloer zelf het gesprek aangaan. Op een aantal plekken, zoals de seh, hebben we dat ook al gedaan.”

Waarom gaat trauma naar amc, terwijl we hier net een mooie, nieuwe seh hebben? “Daar maak je een denkfout. Trauma gaat over een aantal jaren naar locatie Meibergdreef en dat wordt ook van ons, net zo goed als amc-ers locatie De Boelelaan als iets van hen moeten gaan zien. Dus het kan heel goed zijn dat je op de Meibergdreef straks heel veel VUmc-mensen tegenkomt en dat er op een VUmc-manier wordt gewerkt. Er is op de langere termijn geen ruimte voor twee academische traumacentra in Amsterdam. We beginnen nu met samenwerken en de eerstkomende vijf jaar blijft de seh op de De Boelelaan gewoon open. Daarna kijken we verder, we doen niets overhaast, we hebben hier zwaar in geïnvesteerd en hebben er geen zin in om geld weg te gooien.”

Ook het vrouw kind centrum gaat naar amc. Waarom is dat? “Ook het vrouw kind centrum wordt geen amc-activiteit maar iets van amc en VUmc samen, voor een groot deel op de Meibergdreef maar met een sterke poli op de De Boelelaan. De medewerkers van die afdeling hebben veel meegemaakt de afgelopen tijd dus ik begrijp het chagrijn. Maar concentratie van activiteiten is onvermijdelijk. Het kost moeite om twee volledige afdelingen in leven te houden. Bijvoorbeeld neonatologie en de kinder ic zijn erg duur. Ook zonder de alliantie zouden we hier iets mee moeten en zou het om financiële en kwaliteitsredenen niet mogelijk zijn zelfstandig op de De Boelelaan door te gaan.”

Gaat de alliantie banen kosten en is er dan een sociaal plan? “De vraag naar zorg wordt alleen maar groter, dus we zullen eerder meer dan minder mensen nodig hebben, verwacht ik. Maar mochten er banen verloren gaan, dan kunnen we dat mogelijk via natuurlijk verloop opvangen. En als dat niet lukt dan komt er vanzelfsprekend een sociaal plan. Maar laten we elkaar alsjeblieft geen paniek aanpraten, veel van de gepresenteerde plannen spelen pas over tien tot twintig jaar.”

Wat gebeurt er als het mis gaat met de alliantie? Dat is tenslotte ook bij het Slotervaartziekenhuis en ggz inGeest gebeurd. “Dan hebben we een plan B en een plan C. De opzet van de alliantie is bestendig tegen veranderingen. Bij elke stap die we doen kijken we of het evenwicht tussen VUmc en amc niet verstoord raakt. Mochten we besluiten helemaal af te zien van de alliantie dan zorgen we dat we niet in een situatie zitten waarbij de één fluitend door kan en de ander met de gebakken peren zit.” meer weten? Kijk op intranet/ Alliantie of stel uw vraag aan de programmaorganisatie, programma.amc.vumc@amc.nl


De ontmoeting

tracer

Samen kiezen voor beter presenteert dit voorjaar het thema 'Verbinding'. In dat kader tekent Edith Krab op wat twee collega's elkaar te vragen hebben.

pagina 7

Natasja Kok (Amsterdam, 1969) werkt sinds 1991 op afdeling 5C, longziekten. Eerst als research­

‘ Verbeteringen in de zorg moeten bij de bron beginnen en niet achter een bureau bedacht worden’

verpleegkundige en verpleegkundige op de behandelkamer longziekten. Sinds 2002 is ze leidinggevend verpleegkundige Sjoerd Greuters (Elden, 1971) is anesthesist, en medisch adviseur bij zorgsupport (voorheen iop). Hij werkt sinds in 1999 in VUmc

Foto jean-pierre jans

helikopter mmt-arts

Sjoerd Greuters: “Leuk om in gesprek te gaan met jou, Natasja, over de consequenties van de niaz accreditatie voor jouw afdeling, maar ik heb niets met een foto.” Natasja Kok (lachend): “Helemaal met je eens.”

SG En niaz? Hoeft dat voor jou ook niet? NK Het is goed om te weten of alles op de afdeling op orde is. Maar het is fijn als het wat makkelijker voor ons gemaakt wordt. Bij de oude Webwijzer, en ik wil echt niet teveel naar vroeger kijken, hoefden we een protocol alleen maar door te sturen. Kwaliteitsnet vraagt veel meer tijd. SG Hoe zouden we vanuit de afdeling zorgsupport kunnen helpen? NK Ik pleit voor meer standaardisatie:

waarom kan elke afdeling zijn eigen indeling maken op Kwaliteitsnet? Dat maakt het rommelig en onoverzichtelijk. En ik zou meer tijd willen om kwaliteitsaspecten goed te organiseren. Een eigen kwaliteitsfunctionaris is een wens, maar als daarvoor handen aan bed moeten ingeleverd is de keuze snel gemaakt. SG Jullie hebben vorig jaar een interne audit gehad. Wat heeft dat jou geleerd? NK Op onze afdeling (5C longziekten, red.) is gelukkig veel goed geregeld. Onze verpleegkundige protocollen zijn redelijk up-to-date. De werkafspraken tussen verpleegkundigen en artsen zijn goed geregeld. We kunnen ons nog wel beter houden aan gemaakte afspraken: bijvoorbeeld het naleven van kledingvoorschriften en het slui-

ten van de deur van de medicijnkamer. Daarnaast zouden we zaken nog beter moeten borgen, meer op papier zetten. Wat is de rol van zorgsupport bij niaz? SG Wij hebben de opdracht om ervoor te zorgen dat VUmc een gecertificeerd kwaliteitssysteem heeft. Dit helpt om structureel en projectmatig te verbeteren. Zonder certificering kopen de zorgverzekeraars bij VUmc geen zorg in. Wij begeleiden dit proces. Wij kijken of afdelingen werkelijk verbeteringen doorlopen. NK Het zou prettig zijn als er wordt meegekeken of we de juiste stappen zetten om te verbeteren. Ik zou willen leren van andere afdelingen. Het is zonde als we allemaal zelf het wiel uitvinden. Zo hebben wij naar een voorbeeld van de zorgeenheid kort verblijf

met tape vakken op de vloer gemaakt voor rolstoelen, de weegschaal etcetera. Het werkt! Er zou een top tien van dit soort geniale voorbeelden centraal te vinden moeten zijn. SG Zou jij je auditverslag durven delen met andere afdelingen? NK Een audit wordt gezien als controle, een examen. Maar laten we van elkaar leren en niet naar elkaar wijzen. Ik vind trouwens wel dat verbeteringen in de zorg bij de bron moeten beginnen en niet achter een bureau bedacht moeten worden. Het moet gaan leven dat je wilt verbeteren omdat dit in het belang is van de patiënt. Patiënten worden ouder en hun ziektebeelden complexer. Ik zie daarin een groot verschil met tien jaar geleden. Heb ik het toch weer over vroeger.

Lees het uitgebreide gesprek tussen Natasja en Sjoerd op intranet/samenkiezenvoorbeter

De metamorfose

Tot voor kort werd VUmc van de Amstelveenseweg gescheiden door wat niet meer was dan een brede sloot. Inmiddels is er voor de Westflank een mooie vijver gegraven. “Dat stuk grond is van de gemeente, maar ze hebben met ons overlegd over het ontwerp”, vertelt Monique de Loos, manager ontwerp & realisatie

F o t o m a r k va n d e n b r i n k

Vijver houdt water Zuidas in balans

van projectbureau huisvesting. De vijver is er overigens niet alleen voor de sier: het helpt om de waterbalans in de Zuidas op orde te houden. Er zijn dan ook verbindingen met andere waterpartijen. De vijver is nog niet helemaal af. “Als je goed kijkt zie je dat er een betonnen plateau in het water staat. Het is bestemd voor een kunstwerk, maar dat moeten we nog uitzoeken.”


Het spreekuur

De achterkant

‘ Verjong onze jeugd’

“Lepra?”, vraagt André Rouvoet, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland verbijsterd. “Ja”, legt revalidatiearts Louise Sabelis uit. “Onder oudere mensen die in de tropen zijn opgegroeid komt lepra nog steeds voor. Vijftien jaar geleden hadden we een vol spreekuur met deze patiënten; tegenwoordig zijn het er minder en behandelen we vooral mensen met voetwonden en diabetes mellitus.”

Monique Krinkels // Veel onderzoekers proberen het verou-

Foto’s jean-pierre jans

deringsproces bij volwassenen te vertragen. Mai Chin A Paw, hoogleraar sociale geneeskunde, richt zich juist op het verjongen van de jeugd. “Steeds meer jonge kinderen vertonen al ouderdomskwalen zoals obesitas, hypertensie en diabetes type 2”, waarschuwt ze.

Delegatie maakt Walk & Talk tour bij revalidatiegeneeskunde

cerebrale parese, presenteert vervolgens cp-net waarvan VUmc mede-initiatiefnemer was. Hierin werken zorgverleners, onderzoekers en patiënten samen om de cp-zorg te verbeteren. Toppositie De laatste stop van de rondleiding is het bewegingslaboratorium. Jaap Harlaar, hoogleraar klinische bewegingsanalyse, en onderzoeker Josien van den Noort, demonstreren hoe bijzondere apparatuur kan helpen bij de revalidatie van patiënten met bewegingsproblemen. Een student bewegingswetenschappen staat op een brede loopband. Haar hele lichaam is bedekt met sensoren, die haar bewegingen vastleggen. Ze heeft uitzicht over een gebogen wand waar een landschap te zien is. “We kunnen hiermee de aard van afwijkingen in beeld brengen. Welke krachten komen er op spieren en gewrichten en hoe actief zijn de spieren, bijvoorbeeld. Maar ook hoe instabiel is het kniegewricht bij een patiënt met artrose.” De delegatie van Zorgverzekeraars Nederland en Revalidatie Nederland is enthousiast over de goed georganiseerde middag. “We hebben in korte tijd heel veel informatie over revalidatiegeneeskunde gekregen”, stelt Rouvoet.

Het vervolg Europees project gestart Onderzoeker Roeline Pasman heeft met collega’s vaart gezet achter het idee om structureel aandacht te besteden aan het levenseinde. Zij hoopt dat ouderen daardoor gaan nadenken over hun wensen aan het levenseinde en dat ze in ieder geval niet langer behandeld worden dan ze eigenlijk willen. “We zijn net gestart met het Europese pace project, waarin verzorgenden van verzorgingshuizen zullen worden getraind om een gesprek over het levenseinde aan te gaan met bewoners, om zo de levenseindezorg te verbeteren. We weten dat dit nog niet zo vaak gebeurt en dat verzorgenden het lastig vinden.”

Vakantie

i l l u s t r at i e R i c k D r o s

Gezamenlijk consult Na de ontvangst door Chris Polman, lid raad van bestuur, Vincent de Groot, waarnemend afdelingshoofd en Marieke Deckers, afdelingsmanager, gaat het gezelschap naar de oefenzaal. Muriel Koolstra, fysiojong en hebben een kinderwens”, therapeut, legt uit op welke manier legt De Groot uit. “We helpen hier patiënten na een beroerte worden zo’n vijftig patiënten per jaar.” begeleid. “Na een paar dagen gaan ze naar huis, maar we zagen dat Dokter Jules veel patiënten na een maand of vijf De volgende ruime is duidelijk helemaal waren vastgelopen. Nu ingericht op kinderen. Op een bankje komen ze na vier weken terug voor zit de zevenjarige Fadim tussen een poliklinische controle. Dat doen haar ouders. Ze zijn speciaal voor dit we in een groep. bezoek vanuit Zeeland naar AmsterVier tot zes patiënten en hun partdam gekomen. Fadim heeft cereners komen bij elkaar en een cvabrale parese en verpleegkundige, een kreeg in VUmc revalidatiearts, een De programma’s die een bijzondere neuroloog en een ergobehandeling: sdr of fysiotherapeut be- wij ontwikkelen (selectieve dorspreken het ziektebe- worden vervolgens sale rhizotomie). loop en beantwoorden Daarbij worden vragen. Gedurende de elders uitgevoerd zenuwwortels in anderhalf uur krijgen het ruggenmerg we een beeld of een uitgeschakeld patiënt verdere behanom spasticiteit blijvend te vermindedeling en begeleiding nodig heeft.” ren. “Het was een moeilijke keuze”, De belangrijkste vraag van de bezoevertelt de vader. “Maar het heeft kers is of deze begeleiding ook voor heel goed uitgepakt. Het kostte haar patiënten van andere ziekenhuizen een paar weken om weer te leren beschikbaar is. “Nog niet”, zegt De lopen, maar Fadim is een kind type Groot. “We hebben dit concept bindoordouwer. Ze blijft nu gewoon nen VUmc, andere ziekenhuizen rechtop zitten als we met de auto kunnen het overnemen.” een bocht omgaan en ze kan zelfs Het gezelschap gaat vervolgens al weer traplopen.” “Hoe vind je het naar de ruimte waar mannen met hier, Fadim?”, vraagt André Rouvoet een dwarslaesie een fertiliteitbebelangstellend. “Dokter Jules is heel handeling ondergaan. VUmc is een aardig”, zegt ze verlegen. van de weinige centra in Nederland Martijn Klem, directeur van bosk, waar deze behandeling plaatsvindt. de vereniging van mensen met “Dwarslaesiepatiënten zijn vaak nog

Foto jean-pierre jans

Monique Krinkels // Met acht mensen – naast André Rouvoet ook Pieter Hasekamp, algemeen directeur, Marianne Lensink, directeur zorg, en Jasper van Kuik, beleidsadviseur zorg van Zorgverzekeraars Nederland en Heino van Essen, voorzitter, Rob Beuse, bestuurslid, Jannie Riteco, directeur, en Laura van Steenveldt, beleidsmedewerker van Revalidatie Nederland – maakt de groep een ‘Walk & Talk tour’ over de afdeling revalidatiegeneeskunde.

De oorzaak van de ouderdomskwalen onder jongeren is de ongezonde leefstijl waartoe de huidige maatschappij ze dwingt, is de overtuiging van Mai Chin A Paw. “Kinderen bewegen te weinig en zitten te veel. Ze worden van jongs af aan ‘zoet gehouden’ in wipstoeltjes, achter tablets, computers en televisie, waarbij ze ook nog eens worden blootgesteld aan reclames voor ongezonde voedingsmiddelen.” Regelmatig en veelzijdig bewegen is in haar ogen een gratis medicijn tegen overgewicht, diabetes type 2, osteoporose en artrose. “Het heeft daarnaast nog eens hele fijne bijwerkingen: een kind voelt zich lekkerder en heeft minder last van stress.” Uit het Europese energy project blijkt dat slechts 5% van de meisjes en 17% van de jongens aan de norm gezond bewegen voldoen. Ook de motorische vaardigheden zijn lager dan verwacht. Uit de ‘Het is in onze iPlay studie blijkt bijvoorbeeld dat de samenleving bijna jeugd in 2006 op testen voor kracht, topsport om er een lenigheid, coördinatie en snelheid gezonde leefstijl slechter scoorde dan leeftijdgenoten op na te houden’ in 1980. “Ik wil deze negatieve trend keren.” Voldoende bewegen is echter niet alles. Chin A Paw heeft aangetoond dat kinderen met overmatig beeldschermgebruik een slechtere fitheid hebben. “En dat geldt ook voor kinderen die daarnaast voldoende bewegen. Fitheid is één van de sterkste voorspellers van chronische ziekten waaronder hart- en vaatziekten en type 2 diabetes.” Dankzij een top subsidie van nwo/ZonMw onderzoekt Chin A Paw niet alleen de gezondheidseffecten van langdurig stilzitten, maar ook verklarende biologische mechanismen en gedragsdeterminanten. In een laboratoriumstudie vond zij bij jonge, gezonde studenten die één dag onafgebroken zaten significant hogere c-peptide bloedwaarden ten opzichte van een dag waarop het zitten elk uur werd onderbroken. Chin A Paw wil kinderen opleiden tot onderzoeker. “Door intensief met de kinderen samen te werken, hoop ik niet alleen de schoolomgeving beweegvriendelijker te maken maar ook kinderen de vaardigheden aan te leren waarmee een gezonde leefstijl kinderspel wordt. Daarmee hoop ik bij te dragen aan een gezonde jeugd en zo een hoop problemen op latere leeftijd te voorkomen. Gezond verouderen begint namelijk al tijdens de zwangerschap.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.