Tracer 12, 18 december 2014

Page 1

Tweet #VUmc Even wat koffie en dan hop, op de fiets, naar het @VUmc Amsterdam. Da’s niet erg, want het is een geweldig ziekenhuis #controle

nummer 12 – december 2014

Teken van leven “Dagen van gras en dagen van stro.” Dat zei een patiënt onlangs om aan te geven hoe hij zich voelde. Soms voelt de dag als gras: zacht, sappig en hoopvol. Soms voelt de dag als stro: hard, droog en onbestemd. Met weinig woorden, kun je vaak veel zeggen. Als geestelijk verzorger is het de kunst om met weinig, of geen woorden mensen nabij te zijn. De ontdekking dat stro niet nutteloos hoeft te zijn, maar dat het de bevroren akker in de winter isoleert, waardoor het graan kans krijgt te ontkiemen, was voor zowel de patiënt als voor mij een verrassende gedachte. Met Kerst kunnen we er vrolijk op los zingen, dat het kind in de kribbe op een bedje lag van stro. Dat klinkt me nu opeens anders in de oren. De stal met het kind in de kribbe is niet alleen maar een situatie van niks, armoedig en schraal. Het is ook een niche, een kleine onopvallende schuilplaats, waar het nog nauwelijks begonnen leven een kans krijgt. De ster wijst de kleine stal van Bethlehem aan als het hart van het universum, waarnaar de wijzen uit het oosten op zoek zijn. Zowel in de westerse mystiek, bij Meister Eckhart uit de 16e eeuw bijvoorbeeld, maar ook in de oosterse mystiek is het hart van ieder mens een soort stal, een niche, een schuilplaats waar G’d, of het goddelijke wonen kan. Kabir*, een mysticus uit de 15e eeuw in India, wordt als heilige door zowel Moslims, Hindi,

De allerlaatste Tracer

O

Uit de expositie ‘…het ziekenhuis als atelier…’ van Ellen van Houten. Deze expositie is tot 5 februari 2015 te bezichtigen bij de dienst pgv

als Sikhs geëerd. Hij zegt het zo: “Ik bezocht de meest wijze mannen, maar daar vond ik G’d niet. Ik las alle heilige boeken, maar daar vond ik G’d niet. Ik baadde in heilige rivieren en reisde naar de oudste tempels, maar nergens vond ik G’d, totdat ik op een dag, de deur van mijn eigen hart opende en tot mijn verbazing zat G’d daar glimlachend op mij te wachten.” In het zachte licht van de Heilige Kerstnacht wenst de dienst Pastoraat en Geestelijke Verzorging u allen een goed en geïnspireerd Nieuwjaar toe. Jannet Delver, geestelijk verzorger * Uit de bundel ‘Tussen donker en licht’, 2014, uitgave VUmc, verkrijgbaar bij: pgv@VUmc.nl

p 11 oktober 2001 verscheen het eerste nummer van Tracer. Het verving het maandelijkse Op de Hoogte en het wekelijkse Infobulletin. “Met zo’n krant is het net als met een nieuw huis. Pas als je er woont, ontdek je hoe je het beste je meubels neer kunt zetten en waar je nog een lamp mist”, stelde de toenmalige eindredacteur Monica van der Garde. Nu, op 18 december 2014, ligt het laatste nummer in de rekken. De meubels en lampen zijn regelmatig vervangen en de muren kregen om de zoveel tijd een lik verf. Maar tijden veranderen: de digitale media winnen terrein en papieren uitgaven komen, vooral

wegens de kosten, steeds meer in het gedrang. We nemen daarom afscheid van het papieren medewerkersblad Tracer. Voor nieuws en achtergronden kunnen VUmcers voortaan terecht bij respectievelijk de wekelijkse nieuwsbrief VUmc Deze Week en intranet. In dit nummer blikt een aantal collega’s terug op een artikel in een oud nummer van Tracer en vertellen ze wat er daarna volgde. En natuurlijk kijken andere collega’s vooruit naar wat 2015 brengen zal. We wensen u prettige feestdagen en een gelukkig Nieuwjaar. De redactie

331

In cijfers // Sinds de start op 11 oktober 2001 zijn er 331 nummers van Tracer verschenen. In eerste instantie met twaalf bladzijden, sinds 2007 tien, met in de zomermaanden acht pagina-edities en sinds begin dit jaar met acht pagina’s. In totaal zo’n 3.520 pagina’s – ruim vier miljoen woorden – vol met informatie over VUmc en de medewerkers.


In cijfers // Het aantal verpleegdagen in 2013 bedroeg 146.741. Dit aantal verpleegdagen is verdeeld over 48.707 opnamen. Gemiddeld lagen patiënten 3,012729177 dagen in VUmc.

tracer

146.741

3

Eén jaar Het Plein

7

Pleidooi voor compassie

9

Nieuwe poli kinderreuma

Tweet #VUmc @VUmcAmsterdam heerlijk om ‘gewoon’ fijne mensen aan de telefoon te krijgen bij een ziekenhuis #compliment #zeldzaam

pagina 2

5 juni 2008 Tracer is heT Tweewekelijkse medewerkersblad van vU medisch cenTrUm – UiTgave: diensT commUnicaTie

‘I k ga leuke dingen ondernemen’

nUmmer 12

Máxima bezoekt MS centrum

2015

tracer 13e jaargang nr 12, december 2014 Tracer is het medewerkersblad van VUmc eindredactie Monique Krinkels redactie Caroline Arps, Ellen van den Boomgaard, Bernie Hermes, Edith Krab, Marcel Licher, Marre Roozen, Marieke Schutte en Jan Spee redactieadviesraad Erik van Aalst, Marcel van der Haagen, Inèz de Jonge, Willy Schuppert en Cora Visser redactiesecretariaat dienst communicatie, kamer PK4X199, tst. 43444, e-mail: redactie@ VUmc.nl oplage 4.500 vormgeving De Ontwerperij, Amsterdam druk Boom+Verweij Grafiservices Copyright © 2014 VUmc, Amsterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto­ kopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke

Foto: DigiDaan

Marjo van der Knaap

geneeskunde vUmc stevig in top 3 De opleiding geneeskunde van VUmc is met 982 voorkeursinschrijvingen op de derde plaats geëindigd als favoriete opleidingsplek. De Universiteit Utrecht en de Universiteit van Amsterdam kregen de meeste voorkeursinschrijvingen. Scholieren konden zich tot 15 mei. aanmelden voor de loting. Binnenkort maakt de ib-Groep de definitieve cijfers bekend. VUmc selecteert de helft van de 350 opleidingsplaatsen zelf via decentrale selectie. Uitslag van de loting door de ib-Groep voor de andere 175 plekken is begin juli bekend. Voor meer informatie over de Vumc opleiding geneeskunde www.VUmc.nl/geneeskunde

Op pagina 9 kun je een interview met programmaleider Henk Groenewegen lezen over VUmc-Compas, het studieprogramma voor de eerste drie jaar van de geneeskundeopleiding.

spinozapremie marjo van der knaap

‘ Het verdriet raakt me nog steeds’

n Caroline arps

maandag 2 juni werd bekend dat hoogleraar kinderneurologie marjo van der knaap de spinozapremie 2008 heeft gewonnen voor haar onderzoek naar wittestofziekten bij kinderen. net als drie onderzoekers uit andere wetenschapsgebieden krijgt zij 1,5 miljoen euro om verder onderzoek te doen. Marjo van der Knaap hoorde het nieuws over haar prijs de dag voor haar verjaardag. Eerst was er nog even ongeloof, maar al snel sloeg dat om in blijdschap. “Van deze prijs kunnen zó veel mensen profiteren: meer geld voor onderzoek naar wittestofziekten is fantastisch voor patiëntjes, voor VUmc, voor collegaonderzoekers en voor mijzelf. We gaan hiermee het onderste uit de kan halen!”

Bedrading van de hersenen Van der Knaap onderzoekt afwijkingen aan de witte stof in de hersenen van kinderen. “Wittestofziekte is een aandoening in de bedrading van de hersenen. Je ziet dat de patiënten met name motorische problemen krijgen, zoals moeite met lopen of niet meer kunnen spreken.” Er zijn veel verschillende soorten wittestofziekten, sommige zijn progressief, andere niet. Ook de oorzaken verschillen. Het gaat bij kinderen vaak om erfelijke ziekten, maar een wittestofziekte kan ook

Foto: Mark van Den Brink

In het diepste geheim bereidde het MS centrum VUmc zich voor op de komst van hoog bezoek. Op 3 juni kwam prinses Máxima namelijk naar VUmc voor een werkbezoek. Hiermee wilde ze laten zien dat ze het werk van de Stichting MS Research een warm hart toedraagt. Voor de prinses was een uitgebreid programma opgesteld. Om te ervaren wat MS betekent – voor zowel de patiënten zelf als hun omgeving – sprak de prinses eerst met vijf direct betrokkenen. Zo ontmoette ze onder andere Miss Onbeperkt Nederland, Reni de Boer, de 17-jarige Rosa Douw wiens moeder MS had en de vrouw van een patiënt. Diverse onderzoekers van het MS centrum legden prinses Máxima uit wat MS precies is en vertelden over hun onderzoek. De prinses reageerde zeer geïnteresseerd. Later die dag nam prinses Máxima ook een kijkje bij de Nederlandse Hersenbank. Het VUmc MS centrum Amsterdam zoekt samen met de Nederlandse Hersenbank naar een oplossing voor de ziekte MS. Deze krachtige samenwerking wordt mogelijk gemaakt door financiële steun van de Stichting MS Research. n Ca

Foto Jean-Pierre Jans

“Ik heb genoeg te doen als ik op vrijdag de 13e februari met pensioen ben. De dag daarvoor neem ik afscheid van VUmc. Het eerste dat op het planning staat is een korte vakantie naar de zon, om het hoofd leeg te maken. Wandelen en fietsen en … géén mails. En ik ga ‘verhuizen’: sinds 2001 woon ik doordeweeks in Amsterdam, maar nu kan ik weer permanent in Rhenen wonen. Iets later stopt mijn vrouw met haar huisartsenpraktijk. Dan gaan we op de fiets naar Rome. Tentje en kookspullen op de bagagedrager, echt ‘back to basics’. VUmc loslaten, ons leven ‘resetten’ en samen een nieuwe start maken. “Ook voor daarna heb ik volop plannen. Ik heb een paar toezichtfuncties, maar ik wil ook weer gaan studeren. Dat wordt architectuurgeschiedenis hier aan de VU, want zowel geschiedenis als architectuur heeft altijd mijn belangstelling gehad. En natuurlijk ga ik leuke dingen ondernemen met onze zes kleinkinderen. De oudste is 4 en de jongste net een paar weken oud. En ik heb nogal wat hobby’s – fotograferen, tuinieren, langeafstand fietsen, schrijven – en daar krijg ik eindelijk tijd voor. Ik verheug ik me daar geweldig op.” Wim Stalman, decaan en lid van de raad van bestuur

Jeroen Kleijne // In 2008 won kinderneuroloog Marjo van der Knaap de Spinozapremie voor haar onderzoek naar wittestofziekten bij kinderen. Met de 1,5 miljoen euro die aan de prijs verbonden is, kan ze met haar team nog steeds belangrijk onderzoek doen naar deze ongeneeslijke hersenziekten. Van der Knaap heeft van de strijd tegen wittestofziekten haar levenswerk gemaakt.

ontstaan door een virusinfectie. Volwassenen kunnen ook wittestofziekten krijgen, maar het zijn dan meestal andere ziekten dan bij kinderen. Bij volwassenen komt bijvoorbeeld ms relatief vaak voor, een ziekte die je bij kinderen veel minder vaak ziet. Veel kinderen met wittestofziekten overlijden op jonge leeftijd na een periode van ernstige geestelijke en lichamelijke handicaps.

Over wat ze met de 1,5 miljoen euro’s gaat doen twijfelde Van der Knaap geen moment: “We gaan ons vooral richten op de behándeling van kinderen met wittestofziekten. Tot dusver deden we voornamelijk onderzoek naar de diagnose. Voordat ik in de jaren ’80 begon met mijn onderzoek, was er van 60% van de kinderen met wittestofziekten niet bekend wat ze nu precies hadden, laat staan wat de oorzaak was. In de laatste tien jaar hebben we een derde van de aandoeningen weten te benoemen en de oorzaak ontrafeld. Dat is natuurlijk een onmisbare stap geweest, maar nu willen we ons graag richten op het genezen van deze kinderen, en als dat niet kan, op het verlengen van hun leven of op de verbetering van hun kwaliteit van leven.” Vanuit heel Nederland komen nu al kinderen met wittestofziekten voor een behandeling naar VU medisch centrum. “We willen hier niet alleen een diagnostisch expertisecentrum zijn, maar ook een formeel behandelcentrum voor kinderen met wittestofziekten. Daarbij richten we ons zowel op het aanpakken van de oorzaken van de ziekte – denk daarbij aan stamceltransplantatie – als op symptomatische behandeling. Als de oorzaken niet weg zijn te nemen, kunnen we wel proberen de kwaliteit van leven van de kinderen te verbeteren. Een voorbeeld is het verminderen van spasticiteit met behulp van spierverslappende injecties.”

“Ik ben niet iemand met een gepland leven, maar ik wil me graag bezighouden met zaken die echt belangrijk zijn. Toen ik tijdens mijn opleiding in aanraking kwam met kinderen met wittestofziekten wist ik meteen dat ik daarvoor wilde werken. De zieke kinderen en het verdriet van de ouders raken me nog steeds”, vertelt Marjo van der Knaap. “Ik word daar heel fanatiek van. Zoals ik een keer bij Knevel & Van de Brink zei: daar kom je toch je bed voor uit! Ik hou ervan om dingen uit te puzzelen, de kinderen motiveren me enorm om daar steeds mee door te gaan.” Rotziekten Wittestofziekten is een verzamelnaam voor meer dan honderd aandoeningen aan de uitlopers van de zenuwcellen in de hersenen. Het zijn echt ‘rotziekten’ zoals de kinderneuroloog het noemt. “Het verschilt natuurlijk per ziekte, maar vaak openbaren de symptomen zich al op jonge leeftijd. Kinderen krijgen steeds meer last van motorische

en cognitieve proble-

men, belanden vaak in een rolstoel. Sommige ziekten zijn zelfs fataal. Wittestofziekten

ontnemen kinderen echt hun leven. We hebben nog geen geschikte behandeling gevonden helaas, maar ik ben er echt van overtuigd dat we dit een keer gaan oplossen.” Al sinds 1987 wijdt Van der Knaap zich aan de strijd tegen wittestofziekten, waar in die tijd nog weinig over bekend was. Ze slaagde er bijvoorbeeld in om een groot aantal verschillende ziekten te definiëren, onder andere door zorgvuldige bestudering van mri’s. In 2008 ontving ze de Spinozapremie en het daarmee verbonden bedrag van 1,5 miljoen euro voor onderzoek. “Met dat geld hebben we onderzoek kunnen doen dat anders niet mogelijk was geweest. Zo’n bedrag moet je zien als ‘hefboomgeld’: als je zo’n bedrag beschikbaar hebt voor onderzoek zijn andere partijen ook bereid om te investeren.” Patiënten helpen Met de eerste helft van het geld heeft de kinderneuroloog samen met de faculteit Aard- en Levenswetenschappen van de VU een laboratorium opgezet en een team van specialisten bijeengebracht voor onderzoek naar stamceltherapie. “Het is een groep mensen die allemaal wat anders kunnen, dan ben je samen tot meer in staat. We hebben de afgelopen vijf jaar goede vorderingen geboekt met het onderzoek naar stamceltherapie. De komende jaren gaan we er gelukkig volop mee door. Ik hoop dat we binnen tien jaar ook echt patiënten kunnen helpen met stamceltherapie.” Het tweede deel van het geld investeert Van der Knaap in een onderzoek naar oedeem (vochtophoping) in de hersenen, dat voorkomt bij een bepaald type wittestofziekte. “Door het vocht krijgen kinderen niet alleen een vergroot hoofd, maar gaan ze na enkele jaren motorisch langzaam achteruit en belanden ze meestal als tiener in een rolstoel. Ik denk dat dit probleem makkelijker op te lossen is dan ‘verdwijnende witte stof’. Bovendien werkt de tijd in ons voordeel, omdat we een aantal jaren hebben om de ziekte te behandelen voordat patiënten echt achteruit gaan. Ik hoop dat we met dit onderzoek de komende jaren betere behandelingen vinden.” Hecht team Marjo van der Knaap blijft in elk geval gemotiveerd om de wittestofziekten te lijf te gaan. “Het is heel prettig om met zo’n hecht team te werken, waarin we elkaar helpen én corrigeren als dat nodig is. Dit werk is intellectueel uitdagend en emotioneel bevredigend. Als je ziet hoever we als mensheid zijn gekomen in de wetenschap, wie zegt dat we in de toekomst geen beschadigde hersenen kunnen reconstrueren?”


tracer

21.173

‘ Ik draag een steentje bij aan de alliantie-puzzel’

‘Ik mis het patiëntencontact’

2015

2015

“Een groot deel van mijn tijd houd ik me bezig met de alliantie AMC-VUmc. Op dit moment worden voor een aantal thema’s concrete plannen uitgewerkt. In het komende jaar is het belangrijk om te kijken naar de samenhang tussen deze plannen en wat er verder in beide huizen gebeurt. Er zijn namelijk allerlei raakvlakken: je kunt niet zomaar met een deel van de zorg schuiven zonder na te denken over wat het betekent voor de rest

Ben de Graaf // Op zaterdagochtend 26 mei 2007 breekt om 6.00 uur brand uit in het OK-complex van VUmc. Het is pinksterweekend. Kjeld Aij, nu hoofd van het OKcomplex, zit in een tentje op de Veluwe. Hij wordt zijn slaapzak uit gebeld. In deze laatste Tracer kijkt hij terug op die periode.

van de organisatie. Ik hoop mijn steentje bij te kunnen dragen aan het leggen van deze puzzel en het verzamelen van de benodigde stukjes. Ook hoop ik dat we collega’s enthousiast kunnen krijgen voor de alliantieplannen en dat ze de meerwaarde van de alliantie zien, voor zowel de patiënt als voor henzelf. Zo kunnen we samen de schouders eronder gaan zetten.” Marlieke Houben, adviseur Strategie bestuur en projecten

“Voor mij wordt 2015 een spannend jaar. Het is het jaar dat ik aan mijn coschappen begin. In de bacheloropleiding leer je ontzettend veel, maar pas in de coschappen kun je die dingen in de praktijk zien en ervaren. Op dit moment doe ik mijn wetenschappelijke stage en ben ik dus veel op een lab aan het werk. Dat is heel interessant, maar ik mis wel patiëntencontact. “Tijdens de bacheloropleiding krijgen we veel communicatieonderwijs, zoals omgaan met

Kjeld Aij ‘We kunnen een stootje verdragen’

Tweet #VUmc Yessss! Vandaag de laatste #bestraling gehad @VUmcAmsterdam. Bedankt voor de super behandeling! #top #feest #happy #carpediem

pagina 3

boze patiënten. We oefenen dan met acteurs. Ik denk dat de lessen de praktijk wel benaderen, dus ik ben heel nieuwsgierig of ik dat nog toe ga passen. “In het eerste jaar, je junior coschap, mag je trouwens zelf nog niet zoveel doen. Het is vooral meekijken. Maar ook daar zie ik naar uit. Bij heelkunde zien hoe chirurgen aan het werk zijn, lijkt me bijvoorbeeld heel leuk.” Michelle Trieu, honours programme student geneeskunde

Karel Stegenga en Michel Schapers, facilitair bedrijf tevens BHV:

“Het snel en kordaat optreden direct na de brand was essentieel” Stegenga: “Op het moment van ontdekken van de brand is de bedrijfhulpverlening (bhv) meteen op gang gekomen. Het bedrijfsnoodplan is opgestart en de dienstdoende technicus, heeft met de medewerkers receptie & beveiliging en het verpleegkundig- en medisch personeel dat in het brandgebied werkte ontzettend goed werk verricht bij het ontruimen van de belendende afdelingen. Ze hebben prioriteit gelegd bij het in veiligheid brengen van patiënten en medewerkers. Hun snelle en kordate optreden is essentieel geweest. “ Schapers: “Eenmaal in de ziboruimte, probeer je als eerste een beeld te krijgen van wat zich heeft afgespeeld: waar is de brand precies, welke afdelingen zijn ontruimd, welke afdelingen lopen nog gevaar. Toen de brandweer het sein brandmeester gaf, kwam er een enorme stroom op gang. Eerst kwam Solvage in huis, een stichting die door de brandweer wordt geïnformeerd en als doel heeft om de schade zoveel mogelijk te beperken. Zij

plaatsen bijvoorbeeld ventilatoren om de rookschade te beperken, maar ook pompen om het bluswater af te voeren. En ze doen metingen naar schadelijke gassen. In het kielzog daarvan kwamen schade- experts, verzekeraars en gespecialiseerde schoonmaakbedrijven in huis. Wij waren het eerste aanspreekpunt voor politie en brandweer. Alle vragen op facilitair gebied kwamen bij ons terecht, van opvang van dialysepatiënten, tot koffie en broodjes voor medewerkers die niet naar hun werkplek konden, plattegronden en toegang tot ruimtes. Daarna hebben we de logistieke gevolgen van de brand geïnventariseerd. Al snel bleken de buizenpost en telelift niet meer te werken. En dus moet er een noodprocedure starten waarbij medewerkers het transport verzorgen.” Stegenga: “De dagen erna coördineren en begeleiden we de processen om het ziekenhuis weer te laten draaien. Daarbij stel je prioriteiten afhankelijk van de

bedrijfsvoering. Zo is het essentieel dat er in de apotheek zo snel mogelijk gewerkt kan worden. De schoonmaakploegen zijn daar dus meteen begonnen. In het crisisberaad de dagen na de brand zijn steeds de knelpunten besproken en prioriteiten gesteld. De nasleep van de brand zal groot zijn. Ruimtes die optisch schoon lijken kunnen achter de panelen enorm vervuild zijn. We zullen bij de heringebruikname van ruimtes dan ook geen enkel risico nemen en de afdeling medische microbiologie en infectiepreventie betrekken. Gelukkig hebben we nog niet lang geleden nieuwe brandwerende deuren geplaatst. Een flinke investering, maar die hebben hun nut bewezen. Op de brug was het aan de ene kant van de deur zwart en aan de andere kant helemaal schoon. Deze compartimentering heeft dus goed gewerkt en zo verdere schade voorkomen.” ■ EK

Gespecialiseerde schoonmaakploegen doen op veel plekken hun werk

Noortje Swart, hoofd apotheek:

Kjeld Aij, verpleegkundig manager MC en IC

“De medium care ziet er verschrikkelijk uit”

Als op vakantie om 6.00 uur je mobieltje afgaat, is er iets bijzonders aan de hand. Dat is ook zo. Door kortsluiting in een koelkast ontstaat een wild om zich heen slaande brand op de tweede etage. “Toen ik bij ons ziekenhuis aankwam, zag ik de rook uit de ok’s komen”, vertelt Kjeld Aij die op dat moment hoofd is van de intensive care, waaronder ook de medium care. “Doordat de brandweer ramen kapotsloeg, bereikte rook en roet via de luchtinlaten van het ventilatiesysteem onder andere onze medium care. Ook daar stond het binnen de kortste keren blauw van de rook. De schade was enorm. De afdeling medium care is gestript tot op het beton en opnieuw opgebouwd. We zijn tijdelijk verplaatst naar twee andere etages en voor een deel ondergebracht bij de kinder-ic. Dat vroeg veel van de flexibiliteit van onze medewerkers.”

doel ineens duidelijk is: we hebben samen een klus te klaren. De patiënten moeten geholpen worden. Er ontstond een grote saamhorigheid en eensgezindheid. Medewerkers draaiden zonder morren extra uren en individuele en afdelingsbelangen speelden minder een rol. Op de medium care hebben medewerkers voor de verzekering nog handmatig alle voorraden geteld, zoals verbanden, gazen en pleisters. Ook de samenwerking met andere afdelingen verliep slagvaardiger dan ooit, gewoon omdat je elkaar helpt in tijden van crisis.” Duitse noodunits Eind 2007 werden in de tuin enorme Duitse ok-noodunits geplaatst. Dit was met recht een ‘convoi exceptionnel’. Tijdens het vervoer werden kruispunten afgesloten en zelfs enkele stoplichten tijdelijk verwijderd. De units waren supermodern, met alles erop en eraan en groter dan de huidige okruimtes. VUmc haalt in 2007 ondanks de beperkte capaciteit bijna 100 procent van de geplande ok-productie. Volgens Aij kwam dat omdat medewerkers zich flexibel opstelden en 10 tot 20 procent langer werkten dan normaal. “Soms zou je willen dat het altijd zo ging, maar ik besef dat je dit hoogstens tijdelijk van medewerkers kunt vragen. Op een gegeven moment is de rek eruit.” Hart voor de zaak Als Aij in 2010 hoofd van het ok-complex wordt, is de verhuizing van de ok vanuit de noodunits naar de huidige locatie op de zesde

Na ruim twee uur is de brand onder controle. Patiënten en medewerkers lopen geen letsel op, maar de helft van de ok-capaciteit gaat verloren, inclusief voorraden en apparatuur. Aij: “Operatiekamers zijn cruciaal voor een ziekenhuis. Het is dan mooi om te zien hoe voor medewerkers het

verdieping net achter de rug. Is het achteraf toch een soort ‘in de brand, uit de brand’? “Ja, eigenlijk wel, we hebben nu 16 ruime operatiekamers, waarvan 13 met daglicht. Ook kregen we nieuwe apparatuur en genoeg opbergruimte, zodat geen karren en pallets meer in de gang staan. Het ok-complex oogt nu opgeruimd en fris. Hier kunnen we lekker werken. “In zo’n crisis merk je meer dan ooit hoe bevlogen medewerkers zijn, hoeveel hart ze voor de zaak hebben”, zegt Aij. “Als manager heb ik geleerd dat een gezamenlijk doel voor medewerkers erg motiverend werkt. Ik heb nu ook ervaring in het aansturen van een team in een moeilijke periode. Wat me zeker bijblijft is de verbondenheid van medewerkers onderling, maar ook die van de individuele medewerker tot VUmc als geheel. Ik weet nu dat we als VUmc een stootje kunnen verdragen.”

“Zaterdagochtend om halfzeven werd ik gebeld in mijn tentje aan het Veluwemeer door een icverpleegkundigen. Mijn eerste reactie was: “Een oefening, daar kom ik mijn tentje niet voor uit met Pinksteren”. Om 8 uur was ik op VUmc aanwezig en ben toen door het coördinatieteam bijgepraat. De aanwezige verpleegkundigen van de medium care hebben een topprestatie neergezet. Brandmelding en ontruiming van de medium care zijn heel doortastend opgepakt. Patiënten zijn verplaatst naar 4B, de voormalige werkplek van een van de ver-

pleegkundigen. Toen ik om 8 uur kwam was dat al helemaal geregeld. Ik heb me vervolgens bezig kunnen houden met een eventuele ontruiming van de ic’s op de 6e en 7e etage. Het leek er even op dat dat zou gebeuren. Maar het verplaatsen van ic-patiënten is niet zo eenvoudig. Normaliter zouden we ze verplaatsen naar de recovery of de ok, maar deze waren natuurlijk niet bereikbaar. Toen het sein ‘brand meester’ werd gegeven, bleek ontruiming van de ic’s tot opluchting van iedereen niet nodig. ‘De medium care patiënten zijn

nu verdeeld over drie locaties: de isolatiekamers van de ic, de ic zelf en op 5B bij de special care cardiologie. Drie locaties is niet erg handig. Overdracht en afstemming zijn een stuk ingewikkelder geworden. Verpleegkundigen en artsen werken nu vaak alleen in plaats van in een team. Secretariaat en leidinggevenden hebben geen werkplek meer. We moeten dan ook zo snel mogelijk naar een kleiner aantal locaties. Hopelijk is dat binnen een week gerealiseerd. De oude medium care afdeling ziet er verschrikkelijk uit, centimeters roet en waterschade. Niet

alleen op de grond en op de wanden, maar ook in de isolatie. Elektrische bedrading en luchtkanalen zijn beschadigd. Of we over vier weken al weer operationeel kunnen zijn op de oude plek, is maar zeer de vraag. Wat me vooral opvalt, is de flexibiliteit van de organisatie en de medewerkers. Niets was te veel en veel was mogelijk. Er is zaterdagochtend met dubbele bezetting gedraaid, omdat de nachtdienst was gebleven. Iedereen heeft zich maximaal ingezet. Wat dat betreft kunnen we trots zijn op onze organisatie.” ■ BH

Op de medium-care zijn tijdens de ontruiming acht patiënten overgeplaatst

Tr a ce r – 7 juni 2007 – N i e u ws – O n d e r w i j s – O n d e r z o e k – P a t i ë n t e n z o r g – O r g a n i s a t i e – M e d e d e l i n g e n – Va c a t u r e s –

“Ieder potje, is de afgelopen dagen schoongemaakt” “Toen we zaterdagmiddag 26 mei de apotheek weer mochten betreden, wisten we niet wat we zagen: de apotheek was een ravage en een groot zwembad. Het water stroomde uit de plafonds. Tot de woensdag erna bleef er, in weliswaar kleinere hoeveelheden water, naar beneden komen. Nu, zes dagen later ruik je nog de brandlucht. De schade is nu nog moeilijk in te schatten. Er is veel roetschade. Van de geneesmiddelenvoorraad is veel behouden. Maar met name kritische apparatuur zoals die om bloedspiegelwaarden te meten of de luchtbehandeling, noodzakelijk om cytostatica maar ook parenterale voeding steriel te bereiden, geeft grote problemen. Dit zal ook zeer kostbaar zijn om te herstellen. De hele week lopen schoonmaakploegen af en aan om de ruimten weer werkbaar te krijgen. Alle plafonds moeten worden vervangen en alles moet weer roetvrij gemaakt worden. Ieder potje, doosje en flesje is de afgelopen dagen schoongemaakt. De groothandel heeft extra mensen gestuurd die meehielpen met deze schoonmaak. Op dinsdag 29 mei functioneerde aan het eind van de dag de uitgifte al weer zoals gebruikelijk. Cytostatica wordt nu bereid in het VUmc cca gebouw. De parenterale voeding komt voor een deel uit het amc en wordt voor een deel verstrekt in losse componenten. De verwachting is dat dit nog enkele weken moet worden voortgezet. De eigen productie van geneesmiddelen ligt in elk geval voorlopig stil. De inzet en motivatie om alles op te lossen is groot. Op dinsdag was er nog vertraging met de levering van cytostatica en uitgifte, woensdag verliep dit alweer zoals anders. Maar er zijn nu meer mensen nodig om hetzelfde werk te doen. Transport vraagt meer tijd en er komen door de brand weer andere vragen die extra inzet vragen. Dit zal nog wel enige tijd duren.” ■ MB 1

Foto Jean-Pierre Jans

In cijfers // Op 29 december 1956 werd de eerste paal voor VUmc geslagen. Op 18 december was dat 21.173 dagen geleden. Op 4 november 1964 werd eerste patiënt opgenomen. De officiële opening vond plaats op 12 oktober 1966.


In cijfers // VUmc heeft 7.772 leveranciers. Jaarlijks worden 204.000 bestellingen geplaatst bij deze leveranciers.

7.772

Tracer mailbox

@

Tor

e-book geen vakantiedag missen, of maak je overheerlijke maaltijden in een outdoor-oventje? Stuur je vakantiefoto naar tracer.info@VUmc.nl en laat je collega’s meegenieten van jouw vondst!

‘ Iedereen moet zich bewust zijn van privacy-regels’

NORWAY

“Wat ik dit jaar in ieder geval meeneem is mijn racefiets”, aldus Irene Dwars, senior verpleegkundige op 3b, “en die zal ik wel nodig hebben ook. Tot nu toe gebruikte ik een toerfiets. Daar ben ik bijvoorbeeld vijf maanden mee door Nieuw Zeeland gefietst. Als je daar op 247 meter hoogte zit, heb je de top bereikt. Verder ben ik met mijn fiets in Maleisië geweest, waar ik samen met een vriend een reis heb uitgezet voor anderen. Maar dit jaar ga ik écht iets spannends doen: ik doe op 16 september mee met de Ven2-4Cancer (spreek uit Ventoux for Cancer). Samen met honderden andere fietsers willen we vier keer de Mont Ventoux op en af fietsen om sponsorgeld binnen te halen. De hoogte? 1.912 meter! Met die krachttoer steunen SCOTLAND we het kankeronderzoek. Het is vergelijkbaar met de Alpe d’HuZes; alleen is het kleinschaliger. Er zijn zo’n 400 deelnemers tegen 4.300 bij Alpe d’ HuZes. De organisatie is ook in handen van inspire2live. Ik ben trouwens druk bezig met het binnenhalen vanU sponsorgeld. ULSTER N I T E D -Wil je me steunen? Ga dan naar www.ven2-4cancer.com o.v.v. Poelster team – Irene KINGDOM Dwars, of bankrekening 54.61.23.104 t.n.v. Irene Dwars te Amstelveen o.v.v. Ven24cancer.”

Oslo

Racefiets

Dublin on

P O L AN D

Sh

Berlin Elb

e

er

Pripet V i

BELGIUM

LUXEMBOURG

GERMANY Rhine

Brussel Luxembourg

ube

Dan

Paris

LIECHTENSTEIN Vaduz Bern

Loire

FRANCE

SWITZERLAND

Kiev Prague UKRAINE “AlsREP. je in een bosrijke buurt vakantie gaat vieren is een tekenpincet onontbeerlijk. CZECH B Vooral in Burg Haamstede in Zeeland geldt dat niet alleen voor de hond, want je uh

Dnies zit ook zelf vol met teken”, vertelt Wilma IJzerman-Lap, secretater Tekenpincet SLOVAKIA resse klinische genetica. “We hebben twee honden: Zeff, de Welsh Vienna

Do

n

Dn

iep

er

Bratislava Springer Spaniel (links), en Pim, de Engelse Springer Spaniel. We nemen ze altijd MOLDOVA mee op vakantie, omdat een vakantieopvang geen optie is. Zeff heeft last van AUSTRIA Budapest heimwee. Meestal gaan we naar een huisje van Landal, want daar Kishinev kun je de honden meenemen. Dit jaar zijn we naar Vaals geweest, maar hiervoor een paar jaar HUNGARY naar Burg Haamstede. Daar was de tekenplaag enorm. Zelfs de boswachter was SLOVENIIA uitgeschakeld door de tekenbeten en moest in het ziekenhuis worden opgenoZagreb ROMANIA men. Dit jaar viel het in Vaals erg mee, maar toch hebben we dagelijks de honden Ljubljana gecontroleerd.” Bucharest

Rhône

“Wat ik altijd meeneem met vakantie is mijn fotocamera”, stelt ChiMei Tao, medewerkers arbeidsmarktcommunicatie bij p&o. “Ik heb een gewone camera, niks professioneels ofPo Belgrade BOSNIA & zo, maar ik vind het leuk om bijzondere momenten vast te leggen. Dit Fotocamera CROATIA HERZEG. jaar was ik een weekje Gar in Zuid-Frankrijk in een huisje van de ouders van on een vriendin. Ik ben wel een strand-mens, n maar houd er meer van iets cultureels te doen. Sarajevo We hebben daarom de dorpen en steden in de omgeving bezocht. Cannes, St. Tropez, MONACO SAN MARINO Nice en - op de foto - Monaco. Na de vakantie laat ik de foto’s altijd afdrukken en plak YUGOSLAVIA ik ze in een album. Daarnaast zet ANDORRA ik ze ook online, zodat familie en vrienden ze kunnen VATICAN zien. Eigenlijk kijk ik zelf vaker online naar de Andorra foto’s dan dat ik een album pak. Maar de Skopje CITY foto’s zijn dan in ieder geval netjes verwerkt.” ALBANIA Duero Rome

ube

Dan

Sofia

BULGARIA GEORGIA

G

Tunis

Algiers

Valletta

Tra cer 16 – 11 augustus 2 01 1 – O rg a ni s ati e – O nde r zo e k – O nde r w i j s – Pati ë nte nzorg

A L G E R I A

Jerusalem

Tripoli L

EGYPT I

B

Y

A

Cairo

1

Amman

Dead Sea

ISRAEL

IRAQ

s te ra ph

TUNISIA

MOROCCO 1

Eu

Chott Melghir

Yerevan

hematologie. “Deze foto is gemaakt in de AmsterTURKEY Lake damse Waterleidingduinen. Dat gebied is ongeloofVan lijk rijk aan vogels, omdat er veel meertjes zijn. Je hebt er dus Lake duinvogels én watervogels. Hier zijn we naar de krakeenden Athens Tigris aan het kijken. We gebruiken daarvoor telescopen, zodat we Tuz de details goed kunnen zien. Onze vakantie hebben we als altijd in Dwingeloo doorgebracht. GREECE Onze kat gaat altijd mee, maar omdat hij al zestien is komt hij niet buiten. Er wordt bij ons dus niet op vogels gejaagd! In juni is het rond het huis een oorverdovend kabaal van de boomkleNicosia vertjes. Voor mij is dat echt een geluid dat bij Drenthe hoort. SYRIA Vogels zingen om hun terrein af te bakenen, dus eigenlijk zijn ze CYPRUS LEBANON elkaar aan het uitfoeteren. Helaas kunnen mensen niet op een zangerige manier laten merken dat er een grens wordt overBeirut Damascus schreden. Ze zouden nog wat van de boomklever kunnen leren.”

MALTA Rabat

Ir

uivir dalq ua

Kijker

ITALY

SPAIN

Lisbon

Tbilisi ARMENIA

m k a

Madrid

Tagus

Kizi

MACEDONIA Tiranë “Als ik op pad ga heb ik altijd mijn kijker en mijn vogelgids bij Ankara me. En Jeanine natuurlijk”, vertelt Peter Huijgens, hoogleraar

l

ro

PORTUGAL

P.S. Het eten in het ziekenhuis ziet er trouwens fantastisch uit, m’n lasagne kreeg veel likes op Instagram!

BELARUS

Warsaw

Od

stul a

London

ine

Groeten, H. Ashtag

Moscow

Dvina

Kaunas Minsk

Amsterdam

Se

Trouwens, kunnen we na onze volgende afspraak even een selfie maken? Dat heb ik mijn Tumblr-volgers namelijk beloofd.

Riga

LITHUANIA RUSSIA

NETHERLANDS WALES

ann

LATVIA

Copenhagen

DENMARK

Weser

IRELAND

Stockholm

ina

Eb

Foto Jean-Pierre Jans

Dv

pagina 4

Lake Onega

Volga

SWEDEN

e

Tweet #VUmc Blij met het gastenverblijf VUmc. nl… geweldig. Bedankt vrijwilligers fijn dat jullie er zijn #inzetgewaardeerd

“Tijdens de vakantie gaat onze Garmin gps zeker mee. We gaan namelijk regelmatig ‘geocachen’, een soort schatzoeken voor volwassenen”, aldus Monique Krinkels, eindredacteur van Tracer. “Er zijn over de hele wereld ‘schatten’ verborgen, waterdichte Fdoosjes I N waarin L A N watDkleine voorwerpjes zitten. Alleen al in de omgeving van Amsterdam zijn er vele honderden verstopt. Je krijgt de coördinaten via de website www.geocaching.com en vaak zit daar ook nog een puzzelelement in. De doos is Lake bijna altijd verborgen op een mooie locatie. Als je hem Ladoga hebt gevonden schrijf je naam en datum in een logboek, dat in de cache zit, stop je er een voorwerp in en mag je er iets uithalen. Een ideale bezigheid als je van wandelen houdt. Dit jaar waren we in Polen, Helsinki een ontzettend mooi land met een heel vriendelijke bevolking. De ‘cache’ lag in de rietkraag verborgen op 54º 04’ 12.68’’ noorderbreedte en 23º 04’ 09.42’’ oosterlengte, palTallinn tegenover het beroemde klooster van Wigry. Nee, onze Golden Retriever River, hielp niet met zoeken; die lag natuurlijk meteen in het ESTONIA water.”

GPS

2015

“Volgend jaar komt privacybescherming en informatiebeveiliging bovenaan de agenda te staan. Het wordt het jaar van de wetten, regelingen en verordeningen. Vooral de Algemene Verordening Gegevensbescherming die momenteel in de eu wordt besproken, zal een enorme impact hebben. We hebben als VUmc niet alleen te maken met de privacy van patiënten en de regels bij gegevensuitwisseling over hun behandeling, maar ook met de personeelsadministratie en de gegevens over onze bedrijfsvoering. Ook daarvoor gelden nieuwe, strengere regels. Wij houden ons als team bezig met de technische en organisatorische facetten van de regels. De gegevens die wij verwerken, moeten goed beveiligd zijn, zodat buitenstaanders er niets mee kunnen. En natuurlijk moet het organisatorisch werkbaar blijven. “Er komen torenhoge boetes te staan op het niet naleven van de regels. Toch kunnen we daar als organisatie maar beperkte invloed op uitoefenen. Tachtig procent van de problemen ontstaan door gedrag: een link in een mail openen, een onbekende usb-stick in de pc stoppen, het brengt allemaal risico’s met zich mee. Daarom gaan we ons in 2015 extra op de voorlichting over dit onderwerp richten.” Marcel van der Haagen, stafadviseur privacybe­ scherming / informatie­ beveiliging

ne

Ålv app voor je smartphone gevonden, voorkomt een lichtgevende tentharing nachtelijke struikelpartijen, kun je je

Volgens mij heb ik een distorsie aan mijn linker pink, mijn Facebook vrienden denken dat ook. Op YouTube staan filmpjes van mensen met dezelfde klachten, op de meest bekeken filmpjes ziet dat er niet goed uit zeg. Op Twitter werd me verteld dat rust hier goed voor is, op Wikipedia wordt dat ook bevestigd. Anders kan ik het nog wel even navragen op LinkedIn. Er zijn vast mensen in mijn netwerk die hier meer over weten. Ik bedoel, zelf gaan googlen lijkt me niet zo verstandig.

tracer.info@VUmc.nl

De zomerserie is dit jaar gewijd aan zaken die handig zijn om tijdens een vakantie bij je te hebben. Heb je een leuke

tracer

Dokter,

Ellen Kleverlaan // De wijze waarop arbeidsmarktcommunicatie door VUmc plaatsvindt is door de jaren heen fundamenteel veranderd. En er is meer te doen met minder middelen. Ruim vier jaar geleden trad ChiMei Tao in dienst bij VUmc als adviseur arbeidsmarktcommunicatie. “Ik beheer het imago van VUmc als werkgever.”

ChiMei Tao ‘Arbeidsmarkt­ communicatie laat zien wie VUmc is’

In de ruim vier jaar bij VUmc, is Tao al twee keer eerder voor Tracer geïnterviewd. Arbeidsmarktcommunicatie is dan ook behoorlijk in beweging. “De arbeidsmarkt is voor een aantal functies krap, terwijl er naar andere weer veel vraag is. Er is bovendien een toename van online communicatiemiddelen en tegelijkertijd een teruggang in het communicatiebudget.” Voorheen hadden afdelingen hun eigen manieren om nieuwe medewerkers te werven, nu wordt dat vanuit een centrale recruitmentafdeling gecoördineerd, opdat we als VUmc eenduidig communiceren. Tao maakte toen zij aantrad bij VUmc deel uit van het nieuwe gecentraliseerde recruitmentteam. Een heel leuk enthousiast team, dat enorm veel zin had in hun nieuwe taak. Tao koos voor VUmc vanwege de functie en wist op dat moment niet dat VUmc als organisatie ook een warme kant had. “Ik keek er tegenaan als een wat klinische omgeving.” Die observatie zou haar helpen in haar opdracht om VUmc als werkgever te positioneren. “Met communicatie werken we aan het imago van VUmc in de ogen van het publiek. We willen immers medewerkers aantrekken die passen bij onze organisatie.” Commercieel Inmiddels is er een scala aan communicatiemiddelen. Er is de website

www.werkenbijvumc.nl: “Het is belangrijk dat we niet pas communiceren als ergens krapte is. Het gaat om onze positie in de arbeidsmarkt, die ook belangrijk is als mensen nog niet toe zijn aan een volgende stap. Studenten bijvoorbeeld, die we op deze manier al kennis laten maken met wie we zijn, terwijl voor hen pas later een functie bij ons aan de orde is.” Lastig is wel eens dat een dergelijke manier van communiceren als commercieel wordt ervaren. “In het begin was ‘commercieel’ hier geen gewenst woord. Terwijl het voor mij betekent dat je laat zien wie je bent. Dat we mensen werven op basis van wie we zijn.” VUmc maakte voorheen altijd meer gebruik van printmiddelen, zoals de paarse pagina’s in Tracer. Inmiddels zijn veel online middelen gemeengoed. Het twitteraccount @Werkenbijvumc, de Facebookpagina met dezelfde naam en de bedrijvenpagina op LinkedIn. Op Youtube worden onder de label ‘werken bij VUmc’ filmpjes geplaatst. “Collega’s komen in beeld en vertellen over hun werk en VUmc, ook tonen we de afdeling. Om echt te laten zien wat we hier doen en waar we voor staan.” In het zonnetje Toen Tao ruim vier jaar geleden bij VUmc begon was de communicatie vooral extern gericht. Inmiddels is daar een belangrijke verschuiving in gekomen. “We hebben onze focus sinds vorig jaar op intern gericht. We hebben meer aandacht voor de medewerkers die al bij VUmc werken. Juist zij maken wie VUmc is.” Er is onder meer de Dankzij Jou campagne; waarin medewerkers elkaar in het zonnetje zetten. Via de DankzijJouintranetsite, maar ook via ansichtkaarten en video’s. “De ene afdeling wist soms niet van de andere afdeling wat ze deden. Daar wilden we verandering in brengen. Het is heel erg leuk om te zien hoe mensen daarmee omgaan. Heel spannend.” Het legt VUmc geen windeieren. Want in de benchmarkmeting van InCompany200 zijn we in 2014 als beste werkgever in de gezondheidszorg uit de bus gekomen. Nieuwe ontwikkeling is ook om structureler te meten hoe medewerkers tegen VUmc aankijken. “Als ze in dienst komen vragen we daarnaar en na drie maanden krijgen ze wederom een vragenlijst. Zo willen we weten of het beeld verandert. Dat helpt ons ook weer in hoe we over onszelf moeten communiceren.”


tracer

6.199,36

Barbara van Male // ‘Wat doet ziekte met mensen? Hoe zijn mensen als ze ziek zijn?’ Dat zijn vragen waarmee physician assistant longziekten Frank Oosterveer zijn werk en zijn patiënten benadert. Op zijn afdeling komen onder andere mensen met hoge bloeddruk in de longslagader: een zeldzame aandoening met een progressief karakter en een geringe kans op genezing die kan eindigen in een longtransplantatie. “Je ziet dat patiënten geestelijk vaak zo sterk zijn, sterker dan hun omgeving. Dat fascineert me. Én: het verrijkt mijn eigen leven.” De afdeling longziekten is niet de afdeling van de gebroken benen. Frank Oosterveer komt soms ook de dood tegen. “Zo herinner ik me een jonge vrouw van 19 jaar. Onderweg naar een mri-scan gaf ze golven bloed op. Dan zet je met het team alles op alles, totdat je je realiseert dat ze niet meer is te redden – ze haalde het niet. Dan check je eerst technisch: heb ik alles, het maximale gedaan? En als je dat weet, kan het besef doordringen: twintig minuten geleden praatte ik nog met haar.” Telefoonnummers Haarlemmerolie, verbinder: zo omschrijft hij zijn werk als physician assistant. “Natuurlijk is het een technisch vak, zeker bij de invasieve onderzoeken. Maar ik voel me echt de verbinder tussen arts, verpleegkundige en patiënt. Waar ik op uit ben, is dat de patiënt zich veilig voelt, dat ’t goed geregeld is. Voor elke patiënt kan dat anders zijn. Maar het betekent in ieder geval expliciet zijn over wat de aandoening is, wat de prognose is, geen enkele vraag te gek vinden. Alleen zo bouw je vertrouwen.” In zijn team is het gebruikelijk om eigen telefoonnummers en emailadressen aan patiënten te geven. “Je zou verwachten dat ze ons platbellen of -mailen, maar dat gebeurt niet. Wel laat je zien dat je open staat.” Physician assistant is een vrij jong vak in de medische wereld – de eersten kwamen in 2008 van de opleiding, waaronder Frank Oosterveer. Een physician assistant voert de meer routineuze medische handelingen uit, helpt behandelplannen opstellen, houdt het ziekteverloop en herstel van de patiënten bij. “Daardoor sta ik dicht bij de patiënt en weet ik veel van ze. Bij besprekingen komt bijvoorbeeld de vraag langs ‘wat doet die mevrouw? Hoe woont ze, heeft ze familie in de buurt?’. Dat soort dingen kan ik dan vertellen.” Hij is trots op het team, hoe dat draait. “We

hebben verschillende karakters, kijken kritisch naar elkaar, kunnen volledig op elkaar rekenen. En met de drie longartsen kan ik lezen en schrijven.” Genieten ‘Iets in de zorg’, dat kwam op de middelbare school bij Frank wel voorbij. Vrij toevallig kwam hij tijdens militaire dienst bij de medische dienst terecht, en na nog een baantje in een dierenzaak was het voor hem echt duidelijk. Sinds 1995 werkt hij in de zorg: eerst als verpleegkundige, later op de ic, en sinds 2008 als physician assistant op ‘zijn’ afdeling die hij inmiddels door en door kent. Ambities genoeg: wetenschappelijk onderzoek doen, soms lonkt een promotietraject. Maar vooral: “het team zo goed mogelijk en zo effectief mogelijk laten draaien, daar een motor in zijn.” Binnenkort begint hij dan ook als kwaliteitsfunctionaris en kan hij uitzoeken waar processen op deze afdeling te verbeteren zijn. Ook al is dat wat verder van patiënten af, die ervaringen draagt hij altijd mee. “Ziekte, en zeker deze met z’n vaak nare afloop, maakt zichtbaar wat zo belangrijk is. Ik zie mensen juist meer genieten van de kleinste dingen. Dat is voor mij echt een persoonlijke verrijking: je leert relativeren, je leert beseffen wat belangrijk is in je leven, en wie.”

de v r i e s

& foto’s Paul lE clErcq

‘ Ziekte maakt zichtbaar wat zo belangrijk is’

Onderzoekers maken nieuw gevouwen eiwit zichtbaar Onder leiding van Saskia van der Vies zijn onderzoekers er voor het eerst in geslaagd om een zogenaamd ‘chaperonnecomplex’, met daarin een nieuw gevouwen eiwit zichtbaar te maken. Onderzoekers maakten daarvoor gebruik van cryo-elektronenmicroscopie en beeldreconstructie. De resultaten zijn gepubliceerd in het tijdschrift Nature van 1 januari. Het op de juiste manier opvouwen is essentieel voor het goed functioneren van eiwitten. Verkeerd gevouwen eiwitten komen bijvoorbeeld voor bij aandoeningen als de ziekte van Alzheimer en Parkinson. Het chaperonnecomplex helpt eiwitten zich correct te vouwen, door te voorkomen dat verkeerde plekken van het eiwit aan elkaar binden. Het bestaat uit een holle structuur, waarin het te vouwen eiwit gecontroleerd in de juiste houding gebracht wordt. Alle organismen bevatten deze chaperonnecomplexen. Kennis van het mechanisme leidt tot inzicht waarom eiwitten verkeerd kunnen vouwen en is van belang voor de ontwikkeling van diagnostische tests en geneesmiddelenonderzoek voor eiwitvouwingsziekten.

de v r i e s

Frank Oosterveer

ze werken nu nog bij verschillende organisaties, op verschillende locaties en in verschillende functies, maar Rinske de Vries van ggz ingeest en Gert de Vries van vumc delen alvast hun achternaam. Met de fusie tussen beide organisaties in zicht, alvast een kennismaking tussen twee aanstaande collega’s. Naam en functie: Rinske de Vries, psycholoog i.o. tot gz psycholoog Geboorteplaats en -datum Leeuwarden, 14 maart 1979 Aan de slag bij huidige werkgever sinds 2003 met een onderzoekstage Wat doe je precies? “Mijn werkzaamheden bestaan uit behandelen en het uitvoeren van diagnostiek bij mensen met angststoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en stemmingstoornissen. Het gaat om zowel ambulante behandelingen als deeltijdbehandelingen. Ook doe ik onderzoeksdiagnostiek bij een onderzoek naar een nieuwe behandelvorm (cbasp) voor mensen met een chronische depressie en werk ik mee aan een Implementatieonderzoek voor schemagerichte therapie. Verdere diagnostische werkzaamheden zijn: het uitvoeren van intakes en psychologisch onderzoek. Daarnaast volg ik elke vrijdag onderwijs voor mijn opleiding. Een hele afwisselende baan dus!” Waarom deze baan? “Ik ben psychologie gaan studeren aan de VU met het idee therapeut te worden. Wat is er nou fascinerender dan de geest van de mens en hierin ook nog een kijkje te mogen nemen? Tijdens mijn afstuderen kwam ik er ook achter dat wetenschappelijk onderzoek niet alleen belangrijk is, maar ook leuk om te doen. In deze baan kan ik beide combineren.” Wat is het leukste onderdeel van je werk? “Ik kan niet specifiek iets noemen. Het is juist de afwisseling van de verschillende onderdelen wat ik zo leuk vind. Maar als ik echt een keuze zou moeten maken, kies ik voor het behandelen van mensen met persoonlijkheidsstoornissen en/of angststoornissen.” Wat weet je van VUmc? “Fusiepartner, ziekenhuis, academisch, Buitenveldert, medische psychologie, specialistische zorg, onderzoek.”

Tweet #VUmc Wat een ontzettend lieve kaakchirurg in het @VUmcAmsterdam. Tenminste iemand die wel kan communiceren en vooral met Wetenswaardig kinderen

Naam en functie Gert de Vries, kwaliteitscoördinator afdeling fysica en medische technologie Geboorteplaats en -datum Lochem, 25 mei 1963 Aan de slag bij huidige werkgever sinds 2008 Wat doe je precies? “Ik ben sinds maart vorig jaar bezig met het opzetten van een kwaliteitssysteem voor het beheer van medische apparatuur. De bedoeling is dat we over anderhalf jaar een niaz accreditatie hebben behaald en eigenlijk nog wat extra’s ook. Een niaz-plus kun je het wel noemen. Ik zoek uit welke kwaliteitsdocumenten nodig zijn en schrijf ze, maak afspraken met andere afdelingen en zorg dat ons kwaliteitssysteem overeenstemt met de beleidsdocumenten die voor het hele VUmc gelden.” Waarom deze baan? “Ik heb het kwaliteitssysteem van het HagaZiekenhuis in Den Haag opgezet en toen dat klaar was zocht ik iets nieuws. Natuurlijk moet een kwaliteitssysteem ook onderhouden worden, maar mijn sterke kant is juist het opzetten van zo’n systeem, vandaar dat ik aan het rondkijken was. Ik werk nu drie dagen in de week bij VU medisch centrum en twee dagen als consultant bij Qserve Consultancy Group, waar ik vergelijkbaar werk doe.” Wat is het leukste onderdeel van je werk? “Er is zoveel leuk in mijn werk dat ik nauwelijks kan kiezen. Maar als ik moet kiezen vind ik de communicatie, het afstemmen van het kwaliteitssysteem met anderen, het allerleukste.” Wat weet je van GGZ inGeest? “Eigenlijk niks, buiten dat we gaan fuseren natuurlijk.”

2015

“Wij hebben met ons onderzoek laten zien dat een tumor superkleine vetblaasjes loslaat, die informatie bevatten over de activiteit van de tumor. Die blaasjes gaan onder meer door de bloedbaan reizen. Als je ze kan pakken en openmaken, kun je heel wat leren over de tumor: is hij snel aan het groeien; of is hij juist stabiel geworden? Dat is erg nuttige informatie om de behandeling van de patiënt precies op af te stemmen; je wil immers niet meer chemotherapie geven dan nodig. Wij willen op basis hiervan een eenvoudige bloedtest ontwikkelen waarmee we niet alleen de activiteit van de tumor kunnen meten, maar ook hoe de betreffende patiënt op therapie reageert. “Het jaar 2015 wordt voor ons heel belangrijk omdat we de vetblaasjes-meting gaan toetsen aan geavanceerde pet-beeldvorming, die heel precies de activiteit van een tumor weergeeft. Zie het als een soort ijking van onze simpele bloedtest.” Michiel Pegtel, postdoc bij pathologie en VUmc cca

Fysiotherapie tijdens chemotherapie Kankerpatiënten die tijdens hun behandeling een trainingsprogramma volgen blijven goed in conditie en behouden hun spierkracht. Ze hebben minder last van vermoeidheid en ervaren een hogere kwaliteit van leven. Dit blijkt uit resultaten van het zorgvernieuwingsprogramma CytoFys, een door zorgverzekeraar Agis gesubsidieerd samenwerkingsproject van VU medisch centrum, het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis en Motion Fysiotherapie. CytoFys (cytostatica en fysiotherapie) bestaat uit een op maat gemaakt trainingsprogramma waarbij onder leiding van een fysiotherapeut twee maal per week in groepsverband intensief wordt bewogen. Daarnaast is er ruimte voor advies en uitwisseling van ervaringen. Het programma start na de eerste chemokuur en loopt door tot drie weken na de laatste kuur. Aan het trainingsprogramma hebben 43 patiënten deelgenomen die na een operatie werden behandeld met chemotherapie vanwege darm- of borstkanker. Omdat het programma succesvol blijkt te zijn zal het worden uitgebreid.

Physician assistants en nurse practitioners bundelen krachten echt nieuw zijn de functies van physician assistant (Pa) en nurse practitioner (nP) niet meer. Toch moeten deze beroepsgroepen nog beter op de kaart gezet worden binnen vUmc, betoogt physician assistant Frank oosterveer. om dit voor elkaar te krijgen, slaan de Pa’s en nP’s de handen ineen. n liesbeth Blijenberg

Binnen VUmc zijn elf pa’s en zestien np’s werkzaam. Frank Oosterveer behoort tot de eerste lichting pa’s, die begin 2008 hun tweeënhalfjarige opleiding voltooiden. Het beroep van PA valt binnen het medische domein en dient ter verlichting van de taken van de specialist. “Ik voer 4

routinematige medische handelingen uit”, licht Oosterveer zijn functie toe. “Maar zowel specialisten als verpleegkundigen kijken soms met argusogen naar mijn baan en vragen zich af wat ik nu precies doe.” Dit probleem ondervinden ook de andere pa’s binnen VUmc, waar Oosterveer regelmatig contact mee heeft. En de relatief nieuwe beroepsgroep van np’s, die gespecialiseerde verpleegkundige zorg binnen een patiëntencategorie uitvoert, bleek ook last te hebben van onbekendheid binnen de organisatie.

Van elkaar leren Omdat ze met dezelfde profileringsproblematiek worstelen, hebben pa’s en np’s besloten zich te verenigen. Oosterveer: “Eind november 2008 hebben we een

eerste overleg met elkaar gehad. Dat was ontzettend nuttig en leerzaam. Iedereen kon zijn issues op tafel leggen en er werd veel kennis uitgewisseld over de eigen plek binnen de organisatie. Het blijkt dat de inhoud van onze functies enorm verschilt per afdeling.” Oosterveer heeft het gevoel dat de raad van bestuur welwillend tegenover de ontwikkeling van zijn beroepsgroep staat, maar ziet graag een actievere rol van de top bij de positionering van pa’s en np’s binnen de organisatie. “Elke divisie kan nu zelf bepalen of ze deze arbeidskrachten wil opnemen in de organisatie en op welke manieren ze hen wil inzetten. Van mij mag dat wat minder vrijblijvend worden.”

Mini symposium Om hun positie binnen de orga-

nisatie sterker te maken, komen Oosterveer en de zijnen om de drie maanden bij elkaar. “We onderzoeken hoe we onze vereniging een officiële status kunnen geven en welke mensen de kar willen trekken. Met als gemeenschappelijk doel het verwerven van bekendheid over onze functies en het creëren van draagvlak voor de werkzaamheden. Daarnaast willen we ook graag meer uniformiteit aanbrengen in de inhoud en waardering van onze beroepsgroepen.” Een idee wat leeft binnen de groep is om dit jaar een mini symposium te organiseren. Oosterveer: “Door uit te leggen en te laten zien wat je allemaal kunt betekenen op een afdeling, krijgen mensen een beter beeld bij ons werkterrein.” De dialoog met de organisatie is belangrijk, meent Oosterveer.

pagina 5

‘Wij gaan een nieuwe bloedtest ontwikkelen’

“Zeker ook met mensen achter de medische opleidingen, want zij kunnen bijdragen aan de kwaliteit en continuïteit in de opleidingen voor onze activiteiten.” Hoewel Oosterveer nog veel onbereikte doelen heeft, is hij ontzettend tevreden over zijn baan. “Ik ben erg gelukkig met mijn werk, met deze uitdagingen kan ik wel doorgaan tot mijn 65e! Ik geloof er heilig in, dat de invoering van deze nieuwe functies de zorg ten goede is gekomen.”

T r a c er – 1 5 j an u ar i 2 0 0 9 – N ieu w s – O n d er w ij s – O n d er zo ek – P a t iën t en zorg – Org a ni s a ti e – M e de de l i ng e n – V a ca ture s –

‘Anywhere, anytime & anyplace kunnen

werken’

2015 Foto Jean-Pierre Jans

In cijfers // De gemiddelde salariskosten van een medewerker in VUmc bedraagt 6199,36 euro per maand. Dit gemiddelde bedrag is inclusief werkgeverskosten (zo’n 30% van het brutoloon)

“Wat zou het geweldig zijn als in 2015 de ict basis op orde is. Wat zou het fantastisch zijn als VUmc-medewerkers nagenoeg alle ict-applicaties en -programma’s kunnen gebruiken via het werkplekconcept view. Dit betekent anywhere, anytime & anyplace kunnen werken alsof je op VUmc bent. In 2015 zijn alle oude computers vervangen door nieuwe thincliënts of nieuwe pc’s. VUmc is in 2015 klaar voor de ingebruikname van het nieuwe elektronisch patiëntendossier in 2016. VUmc wordt digitaler! In april 2015 verhuizen we terug naar het ziekenhuis. Daarmee gaat een grote wens van veel ict-medewerkers in vervulling. De ict-dienst wordt op de 6de en 7de verdieping van de polikliniek gehuisvest. Terug in het ‘huis’ werken, patiënten zien, collega’s zomaar tegenkomen en elke dag weer ervaren waar we voor werken. Dat gaan we in 2015 beleven.” Ineke Molenaars, directeur ict


2.108.548 tracer

In cijfers // VUmc verstrekt per jaar 2.108.548 consumpties uit de koffieautomaten. Dit komt overeen met 31.282,2 liter koffie, thee en chocolademelk.

pagina 6

‘Het wordt een spannend jaar’

2015

“2015 wordt een heel spannend en druk jaar voor Programma eva en zo’n 7.500 collega’s ‘aan de andere kant van de Amstel’. Op 25 oktober neemt het amc namelijk het Elektronisch Patiëntendossier van Epic in gebruik. VUmc volgt in 2016, op 13 maart. “De overgang naar het nieuwe epd is echt een megaverandering. Terwijl allerlei taken zijn verschoven, moeten de eindgebruikers volgens nieuwe, gestandaardiseerde processen gaan werken, met een andere kijk op het zorgproces en met een nieuw systeem dat veel mogelijkheden biedt. Dit betekent dat zij goed moeten weten welke veranderingen en voordelen het nieuwe epd voor henzelf, hun collega’s en patiënten teweegbrengt. Met uiteindelijk doel dat ze de nieuwe manier van werken omarmen. Daar hoop ik een klein beetje aan te kunnen bijdragen. Daarbij denk ik aan het inrichten van een ruimte waarin de eindgebruikers iets van de verandering zullen beleven.” Annemarie van der Voort, communicatieadviseur Programma eva

Guus van Dongen

‘Inspiratie is de basis voor alles’

Tweet #VUmc @VUmcAmsterdam Een compliment voor de verple(e)g(st)ers van 4B voor de aandacht gisteren en vandaag aan mijn man besteed

Ursula Wopereis // Met veel enthousiasme ontvouwde Guus van Dongen in december 2009 in Tracer de plannen voor het imaging center van VUmc. Het enthousiasme is onverminderd, maar de realisatie bleek complexer dan voorzien.

‘ Om niet te vergeten’

“In 2009 waren alle beeldvormende faciliteiten verspreid over de campus en er moest ruimte worden vrijgemaakt voor nieuwbouw”, blikt Guus van Dongen terug. “Dat was een uitgelezen moment om alle imaging activiteiten te concentreren.” Van Dongen berekende dat een nieuw imaging center zou leiden tot kostenbesparing, een efficiëntere manier van werken, het voorkomen van desinvesteringen en betere en meer kosteneffectieve patiëntenzorg. Van Dongen ontpopte zich tot projectleider en ontwikkelde met een klein kernteam een ambitieus plan voor een onderscheidend, innovatief centrum dat tegemoet zou komen aan een maatschappelijke behoefte én de marktpositie van VUmc zou versterken.

“Voor 2015 wens ik dat ons doel, het behandelen en uiteindelijk genezen van alzheimer, weer een grote stap dichterbij komt. Dit gaan we doen door nog meer mensen te betrekken bij ons onderzoek en te mobiliseren ons hierbij te helpen. Om een groter publiek te bereiken werken we samen met Alzheimer Nederland; samen streven we naar een wereld zonder alzheimer. Met bijzondere evenementen komend jaar vragen we aandacht voor dementie én halen we geld op voor belangrijk wetenschappelijk onderzoek. Zo toeren autoliefhebbers door een prachtig landschap tijdens de 4e editie van de succesvolle Alzheimer Rally. Bij de Head First Race gaan roeiers met en zonder ervaring de strijd aan op boot of ergometer om 8 kilometer te roeien. Fanatieke fietsers trotseren weer en wind bij de Aegon Fiets Challenge. Nieuwe teams bedenken innovatieve fondsenwervende initiatieven. En dat allemaal voor onderzoek om niet te vergeten!” Sylvia Voogt, relatiemanager VUmc Alzheimercentrum

Foto Jean-Pierre Jans

2015

Koploper “Imaging is van belang bij drie stadia van de behandelcyclus: bij de diagnose, bij de planning van therapie en bij het controleren van de effectiviteit van een therapie”, legt Van Dongen uit. “Sommige behandelingen en medicijnen zijn enorm kostbaar. We willen volgen wat therapie in het algemeen en die dure medicijnen in het bijzonder in het lichaam doen. Imaging kan de snelheid en kosteneffectiviteit van de ontwikkeling van nieuwe medicijnen vergroten en de effectiviteit van (bestaande) medicijnen aantonen. Dat betekent dat we gerichter kunnen behandelen en de kosten beter kunnen beheersen. VUmc loopt internationaal voorop in het ontwikkelen van medicijnen met behulp van imaging technologie. Dat doen we in nauwe samenwerking met de farmaceutische industrie. We hebben expliciet gekozen voor publiek-private samenwerking op dit gebied.”

Gaandeweg ontwikkelde het project zich tot een samenwerkingsstructuur waarin medisch specialisten, technici, patiënten, het bedrijfsleven en overheden bij elkaar kwamen. “De complexiteit zit hem er nog niet eens zo zeer in dat je iedereen achter het plan moet krijgen. Dat ging uitstekend. Maar je hebt met heel veel en heel verschillende partijen te maken en bent aan het pionieren op allerlei gebieden, van nieuwe samenwerkingsvormen en financiering tot communicatie, architectuur en inrichting. We hebben nergens ter wereld een vergelijkbaar vooruitstrevend imaging center aangetroffen.” Die vooruitstrevende positie is niet onopgemerkt gebleven. “We hebben goed gescoord met subsidies en contracten gesloten met bijna alle grote farmaceutische bedrijven. Met Philips hebben we een overeenkomst voor het ontwikkelen van nieuwe imaging technieken. Onze inbreng is vooral om de juiste klinische vragen te stellen en daar technische oplossingen voor te bedenken. Die totale ervaring is belangrijk als best practice voor heel VUmc.” Lange adem “Het is een uitdagend project. Het is echt ondernemen: kansen zien, verwoorden en benutten”, benadrukt Van Dongen. “De organisatie is nauwelijks gewend aan projecten van deze omvang.” Naast onervarenheid waren de vervlechting van VU en VUmc en de alliantie met het amc complicerende factoren. Ook de economische crisis en bestuurlijke perikelen binnen VUmc zorgden voor ruis op de lijn. Inmiddels zijn alle drempels genomen. “Gelukkig sta ik er niet alleen voor. Het kernteam, bestaande uit Rafael Smit, Anton Ussi, Oskar Uzun, Petra van der Valk en Nicole van Dijk, heeft de trein in beweging gezet en gehouden. We zijn elkaars steun en toeverlaat, dat is heel belangrijk.” Inmiddels krijgt het imaging centrum steeds meer gestalte. “We hebben de positionering heel helder voor ogen en worden daarin steeds meer bevestigd, dat geeft veel voldoening. Maar wat écht essentieel is, is brede steun vanuit de organisatie.” Inmiddels is het project Europees aanbesteed en kan de bouw binnenkort van start gaan. Heeft Van Dongen nog wensen voor het nieuwe jaar? “Het klinkt triviaal, maar ik hoop dat 2015 een heel inspirerend jaar wordt voor VUmc, vol daadkracht en gezamenlijkheid. Inspiratie is de basis voor alles.”


Joep van der Velden

‘De hemel is nu blauw’ tracer

In cijfers // De centrale keuken verwerkt jaarlijks 35.460 kilo aardappelen. De patiënten krijgen 21.320 kilo voorgeschoteld en het personeel eet 14.140 kg aardappelen per jaar. pagina 7

Joop de Vries // Doctordoctor is het leukste dat Joep van der Velden ooit gedaan heeft in VUmc. In 2006 trad hij met deze personeelsband op tijdens het eerste lustrum. Hij wordt er nog steeds op aangesproken. In januari verruilt Joep van der Velden (60) na twaalf jaar zijn twee functies van directeur strategie, bestuur en projecten en interim-directeur zorgsupport voor een baan als senior adviseur organisatieontwikkeling/coach bij p&o. Vrijwillige demotie. “De hemel is nu blauw. Ik wil niet wachten tot mijn pensioen om naast mijn werk leuke dingen te doen, dan zijn er misschien wolken aan de lucht.” Doctordoctor De twaalfmansband Doctordoctor kon Van der Velden formeren nadat hij voldoende reacties had gekregen op een oproep in Tracer. “Het was overmoedig. We begonnen met niks en hadden slechts drie maanden de tijd. In Doctordoctor speelden collega’s uit het hele ziekenhuis: drukker, hartchirurg, verpleegkundige. Alle verschillen vielen weg doordat iedereen dezelfde passie voor muziek had en zijn stinkende best deed voor een mooi optreden. Dat maakte het zo leuk. Heel af en toe heb ik de afgelopen jaren tijdens werkbijeenkomsten opgetreden met collega’s. Wat me nog een mooie uitdaging lijkt, is spelen in een alliantieband met VUmc-ers en amc-ers.”

en kijken of ze die taken effectiever kunnen uitoefenen. Deze baan was mijn eigen idee, maar iedereen was er positief over. Ik krijg geen leidinggevende verantwoordelijkheden meer, ga minder verdienen en minder uren werken. Ik ben er erg blij mee.” Rome Het afgelopen jaar is er al wel een wolk aan de blauwe hemel voorbij getrokken. “Mijn vrouw heeft zeven jaar geleden borstkanker gehad. Afgelopen zomer is er opnieuw een voorstadium in dezelfde borst geconstateerd. Het is goed behandeld, maar het besef dat ik nu moet doen wat ik belangrijk vind, is er door gesterkt.” Van der Velden heeft de daad al bij het woord gevoegd. December heeft hij gebruikt om al zijn vakantiedagen op te maken en een week naar zijn geliefde Rome te gaan. Daarna begint hij met een schone lei.

Tweet #VUmc Dat verdient een bloemetje! Bedankt ivf centrum @VUmc­ Amsterdam voor ons 2e wondertje! 13w zwanger

‘ Er staan weer veel mooie projecten op stapel’

A Bright Day Muziek is een rode draad in het leven van Van der Velden. Vanaf zijn dertiende speelt hij gitaar in bandjes. Hij schrijft en componeert zelf liedjes. “Muziek is een middel om me uit te drukken, mijn gevoel een stem te geven. Op het werk ben ik vooral rationeel. In de muziek komt er veel meer emotie bij.” De laatste jaren speelt hij in A Bright Day. De muziek laat zich omschrijven als een heldere dag: blauwe hemel, klein beetje wind. Niets aan de hand. Totdat de eerste wolken aan de horizon verschijnen.

2015

“Meest in het oog springend volgend jaar is de voorbereiding op de bouw van het imaging center. Voor de kerst worden de gastanks ontmanteld en daarna kunnen we beginnen met het bouwrijp maken van de grond, zodat de basis voor het imaging center klaar is. BrandNew, ook een groot project, zal in 2015 worden afgerond. Door het hele huis liggen er nieuwe kabels voor onder andere de ict en brandmelders. “Naast die grote projecten gaan we ook verder met het restylen van de polikliniek. Er staat voor komend jaar weer een aantal poli’s op het programma om opgeknapt te worden en verder krijgt de cardio care unit een complete revitalisering. “Een spannend project is de bouw van hybride ok’s, operatiekamers waar beeldvormende apparatuur aanwezig is. De raad van bestuur heeft net in december besloten dat we deze komend jaar kunnen gaan uitvoeren. Al met al zal 2015 een technisch heel boeiend jaar worden verwacht ik.” Monique de Loos, manager ontwerp & realisatie, projectbureau huisvesting

‘ Immuuncellen op de voet volgen’

2015

Foto Jean-Pierre Jans

Half vijf op Een jaar geleden besloot Van der Velden de wolken niet af te wachten. “Ik stond elke dag om half vijf op, want dan lag ik te malen over mijn werk. Met de eerste bus uit Haarlem was ik om tien over zes op VUmc. Om een uur of zeven ’s avonds ging ik naar huis. Hing moe op de bank en ging vroeg naar bed. Ik dacht: het leven is toch niet alleen werk. Ik wil ook aandacht besteden aan mijn relatie, muziek en cultuur. Het roer moest om, maar welke kant op wist ik nog niet. Ik zocht werk dat ik leuk vind en dat zinvol is voor VUmc, want ik vind VUmc een ontzettend fijne en interessante organisatie. Een paar gesprekken met een coach brachten helderheid. Vanaf januari word ik sparringpartner voor afdelingshoofden. De afdelingshoofden zijn enorm belangrijke spelers. Ze zijn inhoudelijk sterk, maar krijgen op hun toch al volle bordje steeds meer managementtaken, daar zijn ze niet voor opgeleid. Ik wil met ze meelopen

35.460

“Volgend jaar zal ik voor de eerste keer in VUmc precies kunnen zien hoe een immuuncel een kankercel vernietigt. En dat allemaal dankzij onze nieuwe microscoop die we van onze donateurs hebben gekregen. Tot nu toe konden we hier alleen met een elektronenmicroscoop cellen bekijken. Maar dan is het weefsel geprepareerd en dus dood. In Canada hebben we eerder levende cellen bekeken. Uit dat onderzoek bleek dat niet alle immuuncellen de kankercellen aanvielen. Na behandeling maakten de immuuncellen de tumorcellen wél onschadelijk, al waren dit andere immuuncellen dan we eerst verwacht hadden. Daaruit bleek dat we ons op het tweede type immuuncellen moeten richten voor een therapie tegen kanker. “Dankzij de 3d sted superresolutie-micro­ scoop kunnen we volgend jaar niet alleen de levende cellen, maar zelfs onderdelen van de cel bekijken waar de tumorcel afgebroken kan worden. En dat levert weer kennis op waarmee we nieuwe therapieën kunnen ontwikkelen.” Marjolein van Egmond, hoogleraar oncologie en ontsteking


6 tracer

In cijfers // In VUmc is de gemiddelde baanduur van een medewerker in een functie 6 jaar. In Nederland blijven werknemers gemiddeld bijna 9 jaar in dezelfde functie bij dezelfde werkgever.

3

Hulpactie Sri Lanka van start

4

Stafconvent goed op dreef

6

Nuchterbeleid vernieuwd

3 maart 2005 TR ACER IS HE T T WEE WEKELIJKSE MEDE WERKERSBLAD VAN HE T VU MEDISCH CENTRUM – UITGAVE: DIENST COMMUNIC ATIE

Tweet #VUmc @VUmcAmsterdam Veel dank aan afd. spoedeisende hulp voor behandeling van mijn enkel. Jullie zijn toppers!

NUMMER 5

Anton Horrevoets werd in september 2013 programmaleider bachelor van VUmc als vervolg op zijn functie als semestercoördinator. En náást zijn hoogleraarschap in de medische biochemie. “Vanwege twee wetswijzigingen en de nieuwe richtlijnen van het college van bestuur, bleek het meer werk te zijn dan een programma­ leider normaal gesproken doet. Ik had opeens twee fulltime-banen, naast nog wat andere functies. Dus ja, het was wel een beetje lastig met 60 tot 80 uur per week werken”, grinnikt hij. Waarom moet de bachelor worden vernieuwd? “Het college van bestuur wil meer uniformering aanbrengen in alle bacheloropleidingen van de VU. Iedereen had voorheen zo z’n eigen programma en eigenaardigheden; dat wordt nu gestroomlijnd. Er komt een major-minorsysteem. Binnen de ‘major’, de hoofdopleiding, wordt het eerste semester van het derde jaar ‘minor’. Daarin krijgen studenten de keuze om ook in een ander vakgebied onderwijs te volgen, bijvoorbeeld bewegingswetenschappen, economie of rechten. Ook kunnen zij in Europa studeren. Dat biedt hen een kans op een unieke internationale ervaring en een internationaal netwerk. “Verder moeten, vanwege de wetswijzigingen, de master en bachelor worden losgekoppeld. De bachelor wordt een eerste einddiploma met de nieuwe eindtermen van het ministerie van ocw, waaronder voldoende academisering en een volwaardige eindscriptie. Uiteraard geeft onze bachelor ook straks toegang tot de master, maar formeel kun je dan voor de master selecteren. Studenten zullen niet meer zoals voorheen automatisch naar de doorstroommaster gaan.” Op welke manier heb je het aangepakt? “In december 2013 begon ik met draagvlak creëren en mensen erbij betrekken. Begin dit jaar stelde ik acht werkgroepen in met meer dan vijftig docenten die goed gingen nadenken over de verschillende onderdelen van het programma. In juni heb ik al hun adviezen bij elkaar gevoegd, op een aantal punten knopen doorgehakt en alles vertaald naar een eerste blauwdruk, een programma op hoofdlijnen. Daarna zijn nieuwe werkgroepen samengesteld die het programma nu in detail invullen: op welke momenten welke hoorcolleges en practica, waar komen lichamelijk onderzoek en medische consultvoering, etc. Inmiddels zijn we beland bij het opleidings- en examenreglement.” Wat was je insteek? “Om dit samen te doen. Het moest vooral niet iets worden dat van bovenaf is opgelegd. Ik heb geprobeerd er vanaf het begin iedereen bij te betrekken: afdelings-

To learn not to teach

Opbrengst fondsenwerving gestegen

Op donderdag 24 februari waren er veel nieuwe gezichten bij de plenaire/ openbare bijeenkomst van het VUmc compas, het nieuwe onderwijsprogramma opleiding geneeskunde. Dit programma start 5 september 2005. Hier kwamen de nieuwe curriculum producten als accreditatierapport, pilot leeronderzoek en mentortutorschap in vogelvlucht voorbij.

De fondsenwerving voor de stichting VUmc Fonds en de Vrienden VU Kinderkliniek heeft in 2004 ruim 460.000 euro opgebracht. Voor projecten onder het VUmc Fonds is 350.000 euro binnengekomen,waarvan 50.000 euro in de vorm van een roterend echoapparaat van Philips voor het onderzoek naar late effecten van kankerbehandelingen. Het Alzheimer centrum VUmc en VU onderzoek naar Kinderkanker (vonk) waren vorig jaar de favoriete doelen. Het geld is vooral afkomstig van particulieren en vermogensfondsen. In 2003 haalde het VUmc Fonds nog slechts 60.000 euro binnen. De Stichting Vrienden VU kinderkliniek ontving in totaal 110.000 euro, waarvan 50.000 in natura, vooral in de vorm van speelgoed. Buena Vista (Disney), Ajax en de Bijenkorf waren grote gevers. De grootste bedragen in geld waren bestemd voor de te bouwen Ronald McDonald VU Kinderstad en de website van de kinderkliniek. ■ BH

Studentassessor Tjakko Blaauw ondervroeg een viertal panelle-

Kwaliteit als tegenhanger Het proces als zorg voor de hulpverlener: de sense of urgency voor het verbeteren van de patiëntenlogistiek is in ieder geval volop aanwezig, stelt neuroloog Marieke Visser in het KwaliteitsKatern bij deze Tracer. “Er is jarenlang sprake geweest van open-eind financiering van de zorg. Daar is nu een einde aan gekomen: de inspectie stelt prestatie-indicatoren op om het proces inzichtelijk te maken, de dbc’s (diagnose behandeling combinatie) leggen een directe relatie tussen productie en kosten.” Hoogleraar optimalisatie van bedrijfsprocessen Ger Koole legt samen met beleidsmedewerker Arnoud de Bruin en neuroloog Visser uit wat toegepaste wiskunde kan betekenen voor de gezondheidszorg: “Getallen zetten mensen in beweging.” ■ IvW Lees verder op pagina 3 van het KwaliteitsKatern.

den op saillante punten in het nieuwe curriculum. Ronnie van Diemen leidde in en bevroeg mensen in de zaal. De bijeenkomst had een totaal andere opzet dan voorheen. Ook al omdat studentassessor Tjakko Blaauw, kortgeleden gestart als mt-lid van het onderwijsbureau zijn vragen stelde bij de verschillende onderdelen van het nieuwe curriculum. Zo gaf panellid Henk Groenewegen (anatomie) uitleg over zijn rol van de semestercoördinator. Hij benadrukte het belang van deze coach voor de eenheid binnen het semester, als aan-

Kwaliteitskatern 3 maart 2005, nummer 3

Het KwaliteitsKatern geef t inzicht in de continue kwaliteitsontwik keling binnen het VU medisch centrum – uitgave: dienst communic atie

TPG’er met kennis van geneeskunde:

‘Het kan écht: betere zorg voor minder geld’ ■ Mariet Buddingh’

Natuurlijk is het behandelen van een patin t niet n op n t e vergelijken met het bezorgen van een postpakketje. Toch kunnen artsen en ziekenhuisdirecteuren veel leren van postbodes en managers van T G ost. Op 27 april vertelt Patrick van Son op het symposium patiëntenlogistiek uitgebreid over het advies dat hij samen met de hoogste baas van tpg – Peter Bakker – schreef in opdracht van minister Hoogervorst (vws). Onderwerp was de logistiek in de zorg. In dit Kwaliteitskatern licht Van Son (directeur Business Development bij de logistieke afdeling van tpg) alvast een en ander toe. In zijn streven de gezondheidszorg efficiënter in te richten en de kosten

FOTO: RENÉ DEN ENGELSMAN

hoofden, leerstoelhouders, praticumleiders, semester- en cursuscoördinatoren, de opleidings- en examencommissie, de bachelorraad en studentenraad… In totaal zo’n tweehonderd mensen. Voor iedereen heeft deze aanpassing impact. En iedereen wil gehoord worden. Mijn taak is daar zo goed mogelijk doorheen te laveren, rekening te houden met ieders belangen, zo nodig een knoop door te hakken, de planning te bewaken en het einddoel bij iedereen op het netvlies te houden: een betere bacheloropleiding.”

niet steeds verder op te laten lopen, vroeg minister Hans Hoogervorst verschillende mensen uit heel andere sectoren hun licht te laten schijnen over de zorg. Zo werd – via directeur Bakker – Patrick van Son benaderd om knelpunten in logistieke processen en verbetervoorstellen aan te dragen. ‘Een heel andere wereld? Van Son antwoordt instemmend, maar: “De sector is mij niet helemaal onbekend. Ik heb mijn doctoraal geneeskunde. Dat - gecombineerd

met mijn verantwoordelijkheid voor de logistiek bij tpg - maakte mij een logische keuze.”

Procesgericht denken ‘Het kan écht: betere zorg voor minder geld’, zo heet het Sneller Beterrapport dat Van Son en zijn twee collega’s opleverden na veel bezoeken aan instellingen en interviews met professionals die werkzaam zijn in de curatieve zorg. Van Son: “De kern van ons rapport is dat er veel winst

behaald kan worden als er structureel in processen gedacht wordt. Bij tpg is dat vanzelfsprekend. In de zorg zijn processen vaak niet helder. Ze staan niet op papier. En iedereen geeft zijn eigen invulling aan de uitvoering van het werk. Daarbij verschillen de processen vaak ook weer per team, of per afdeling.” Vooral dat gebrek aan ‘procesgericht denken’ viel Van Son op bij zijn (her)intrede in de zorg. Daarnaast: “Ik zag dat er in bijvoorbeeld de ziekenhuizen heel

sneller beter

Kwaliteitsmarkt in het VUmc:

Meten en verbeteren

Zo’n 34 enthousiaste kwaliteitsverbeteraars hebben zich inmiddels aangemeld voor de kwaliteitsmarkten van het VU medisch centrum. Beide markten worden gehouden in de pauzes van symposia: de eerste tijdens het symposium patiëntenlogistiek op 27 april, de tweede tijdens het symposium voor verpleegkundigen over patiëntveiligheid op 20 mei. De onderwerpen variëren van wachttijdenbestrijding tot patiëntenenquêtes en zorgpaden. Beide markten zullen gehouden worden van 12.30 tot 14.00 uur. Naast de symposiumbezoekers zijn alle medewerkers van het VUmc en andere belangstellenden uitgenodigd de markten te bezoeken. Meer informatie: Ilse.vanwijk@VUmc.nl.

Symposium patiëntveiligheid Voor verpleegkundigen organiseert het VU medisch centrum op 20 mei samen met

EMGO is excellent De visitatiecommissie heeft het instituut voor extramuraal geneeskundig onderzoek opnieuw als excellent beoordeeld. Bij de beoordeling per programma kregen zowel ‘diabetes mellitus’ als ‘aandoeningen aan het bewegingsapparaat’ de kwalificatie excellent. De programma's ‘zorg en preventie’ en ‘veelvoorkomende psychische aandoeningen’ werden als zeer goed beschouwd. Bij ‘aandoeningen aan het bewegingsapparaat’ roemde de commissie de belangrijke bijdrage die het instituut levert. De wetenschappelijke impact en de kwaliteit werden beiden indrukwekkend genoemd. ■ MK

het tijdschrift voor verpleegkundigen (tvz) een symposium ‘Patiëntveiligheid verzekerd’. Het dagsymposium biedt een gevarieerd programma met workshops en lezingen. Een van de sprekers is afkomstig uit de luchtvaart. Ook

Projectteam decubitus (landelijke) Doelstelling: Het percentage decubitus bij klinische patiënten is lager dan 5%. Projectteam: Ronald Gabel (hoofd zorgeenheid NCH/ORTH), Renske Rademakers (verpleegkundige), Annemiek van Delft (wonddecubitusverpleegkundige), Dorien Tange (interne procesbegeleider).

zal een patiënt spreken. Voor meer informatie: Margrietta Zwaan, telefoon (020-44)43165. Voor aanmelding: www.paog.org.

veel geadministreerd en geregistreerd wordt. Maar dat die data niet gebruikt worden om beter te managen. Daarentegen wordt er niet veel ‘gemeten’. En voor ons geldt: ‘meten is weten’. Je hebt informatie nodig om inzicht te krijgen in het proces. Daarna kun je veranderen en verbeteren.”

Energie Overigens is Van Son niet alleen maar kritisch over wat hij tegenkwam. De betrokkenheid en gedrevenheid van de werkers in de zorg trof hem: “Eigenlijk alle mensen in de zorg zijn gemotiveerd voor hun werk. Zij willen dat werk graag zo goed mogelijk doen en steken daar positieve energie in. Zaak is nu ze te helpen beter te begrijpen hoe hun activiteit past in het grotere geheel; het logistieke proces. De sector moet leren medewerkers structuur te bieden die energie ook te richten.” Doen Logistiek manager van tpg Patrick van Son vindt het belangrijk te onderstrepen dat een goede logistiek geen einddoel is: “Logistieke verbeteringen gaan hand in hand met belangrijke kwaliteitsverbeteringen. Patiënten hoeven minder vaak naar het ziekenhuis, hoeven daar minder lang te wachten en ze kunnen rekenen op meer aandacht van verpleegkundigen en artsen.” Bovendien is er ook financiële winst te behalen. De tpg’ ers berekenden dat logistieke kwaliteitsverbeteringen 20 tot 25 procent op de ziekenhuisbegroting kunnen schelen. Van Son en collega’s zijn er van overtuigd dat het merendeel van deze besparingen binnen drie tot vijf jaar gerealiseerd kunnen worden, door gericht aan de slag te gaan met de patiëntenlogistiek, goederenlogistiek en farmalogistiek. Op 27 april gaat Patrick van Son uitgebreid in op hoe die verbeteringen gerealiseerd kunnen worden. Ook legt hij uit hoe zijn bedrijf de zorgsector in de toekomst wil ondersteunen met hun bij tpg opgedane ervaring en ‘best practices’. Want, zoals zijn baas Bakker zegt en wat Van Son van harte onderschrijft: “Adviseren is leuk, maar doen is beter.”

spreekpunt voor studenten en docenten en daarom de spil om allerlei zaken goed te laten lopen. Beleidsmedewerker Marianne Schade lichtte de verschillende toetsingsvormen in het nieuwe curriculum toe. Onderwijsontwikkelaar Anita Jansen besprak de leergroep en het profiel van de nieuwe tutor: goede coach voor de studenten, iemand met medisch inhoudelijke kennis en met ervaring in groepsonderwijs. Onderwijscoördinator Joke Jansen schetste de verschillende uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het maken van het nieuwe rooster.

Uit de zaal kwam de vraag hoe de studenteninspraak is geregeld. Ronnie van Diemen kon verzekeren dat hieraan voldoende is gedacht. Waren er tot voor kort nog vacante plekken voor de vertegenwoordiging van studenten, nu zijn deze alle opgevuld. Binnen de onderwijscommissie is de helft van het aantal zetels door studenten bezet en juist deze commissie krijgt binnen het nieuwe curriculum een zwaardere stem dan voorheen het geval was. ■ JSp

CCA met 1 miljoen gesponsord Het Cancer Center Amsterdam heeft een miljoen euro ontvangen van de Sponsor Loterij. Het geld wordt besteed aan het opzetten van een centrum voor preventieen vroegdiagnostiek. In dat centrum worden naast de bestaande technieken voor borst- en baarmoederhalskanker ook voor andere veelvoorkomende typen kanker vormen van vroegdiagnostiek ontwikkeld. Vervolgens kunnen nieuwe preventieve strategieën worden ontwikkeld voor mensen met een hoog risicoprofiel (bijvoorbeeld op grond van hun genetische profiel) ten aanzien van een bepaalde vorm van kanker. Vroegdiagnostiek bij

dikke darm- en borstkanker zal de kankersterfte met minstens 75% reduceren, bij prostaatkanker deze sterfte aanzienlijk terugbrengen en bij longkanker zijn er duidelijke aanwijzingen dat vroegdiagnostiek óók vruchten af zal werpen. Het centrum is een pilot die op termijn van vijf jaar tot de oprichting van meerdere, identieke centra in het land moet leiden. De gift werd begin februari tijdens het Goed Geld Gala 2005 overhandigd aan Ada Kruisbeek, adjunct-directeur van het cca. In totaal is 41 miljoen euro uitgekeerd aan 34 goede doelen van de Sponsor Loterij. ■ MK

Hoe kijk je terug op deze periode? “Positief, vanwege de enorme bereidwilligheid van mensen om mee te denken en te werken, het proces goed te laten verlopen en goede inhoudelijke input te geven. Wat me ook zal bijblijven zijn de sterke meningen van mensen. Soms moesten mensen zich neerleggen bij noodzakelijke aanpassingen, waar zij eerst het nut niet van inzagen. Dat gaf af en toe wat fricties. Maar zolang je maar blijft communiceren en toelichten waarom bepaalde keuzes worden gemaakt en zolang iedereen de ambitie deelt om de beste bacheloropleiding van Nederland te maken, kom je er wel. Als het inderdaad het programma wordt zoals wij het voor ogen hebben – en de kans daarop is groot – zal ik met veel voldoening terugkijken op het hele proces.”

2015

“Natuurlijk ga ik Tracer missen: de geur van een versgedrukt blad, het geritsel van papier, de zwarte vingers van de druki… Nou nee, dat dan weer niet. Maar de bezuinigingen treffen iedereen in huis. En eerlijk is eerlijk, een blad maken is een kostbare aangelegenheid. Niet alleen met het schrijven en fotograferen, maar ook met het vormgeven en drukken is heel wat geld gemoeid. Daar kun je ook een paar extra handen aan het bed van betalen. En als er keuzes moeten worden gemaakt… “Bovendien: tijden veranderen. Zelf neem ik met vakantie nooit meer boeken mee. Met een e-reader heb ik immers een hele bibliotheek tot mijn beschikking. Voor het nieuws wacht ik ook niet op een radio- of tv-journaal, ik lees op mijn smartphone wel wat er in de wereld gebeurt. En het is ook goed voor het milieu natuurlijk als je geen dode-bomen-blad meer in de rekken legt maar een elektronische nieuwsbrief rondmailt. “Jullie begrijpen het vast al: ik spreek mezelf moed in. Sinds enkele maanden maak ik VUmc Deze Week, dus het schrijfwerk blijft, alleen de vorm is anders. Daar zullen we allemaal aan moeten wennen.” Monique Krinkels, eindredacteur Tracer P.S. VUmc-ers bedankt: voor alle bijdragen aan Tracer, voor jullie adviezen om aandacht aan bepaalde onderwerpen te besteden en voor de tijd die jullie namen om ál mijn vragen te beantwoorden.

En vooral bedankt lezers: jullie niet aflatende leeshonger was een enorme stimulans en zorgde ervoor dat ik mijn werk met veel plezier kon doen.

Rick Dros

Foto Jean-Pierre Jans

Liesbeth Kuipers // Als program­ ma­leider heeft Anton Horrevoets in slechts een jaar tijd de bachelor­ opleiding van VUmc vernieuwd. Vanaf september 2015 gaat deze van start. Hoe kreeg hij dat voor elkaar en hoe kijkt hij erop terug?

‘ We zullen er aan moeten wennen’

Bomen moeten wijken voor researchlab De bomen op het terrein waar het VU Cancer Center Amsterdam zal verrijzen, zijn allemaal gekapt. In verband met het broedseizoen gebeurde dat voor 15 maart, zodat er geen vogelnesten verloren kunnen gaan. Bijna dertig bomen, waaronder een witte abeel, een ratelpopulier, wilgen, kastanjes en eiken, moesten het veld ruimen. In april zal er met de bouw van het researchlab worden gestart. Daarin komen zo’n tweehonderd onderzoekers van diverse oncologische onderzoeksdisciplines, die nu nog verspreid door het hele VUmc werken. ■ MK

FOTO: ANNUSKA HOUTAPPELS

‘ Mijn insteek was om het samen te doen’

FOTO DAAN VAN EINDHOVEN

Anton Horrevoets

pagina 8


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.