Lokaal Nr 15 | Lokaal is het magazine van de lokale besturen en verschijnt 2 x per maand 20 x per jaar | VVSG vzw, Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel | Afgiftekantoor Kortrijk Masspost | P2A9746
zuid d r o o n l a i c spe
Boliviaanse brigadiers in Brasschaat Interview Patrick Deboosere: Wat doe je met elk jaar 80.000 mensen erbij? Inbraken voorkomen met synthetisch DNA Sociaal huis Europees vergeleken
Hoe stellen we de toekomst van onze kinderen veilig? De ene verbruikt minder energie. De andere verkiest over te schakelen op groene energie. En wat doet uw gemeente, instelling of bedrijf? Energy Line Welke projecten of ambities u ook hebt, als het aankomt op het besparen van energie heeft Dexia voor u diverse oplossingen in petto. We engageren ons immers volop in duurzame ontwikkeling en willen de opgebouwde expertise in dit domein delen met gemeenten, instellingen en bedrijven via het gamma Energy Line. Uw gesprekspartner inzake duurzame ontwikkeling staat voor u klaar. Contacteer hem voor meer info of raadpleeg ons dossier “Duurzame ontwikkeling” op www.dexia.be/professioneel.
samen naar de essentie
Dexia Bank NV, Pachecolaan 44, 1000 Brussel – IBAN BE23 0529 0064 6991 – BIC GKCC BE BB – RPR Brussel BTW BE 0403.201.185 – CBFA n° 19649 A – FOD Economie 4944.
inhoud Lokaal is het magazine van de lokale besturen
kort lokaal Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten vzw Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel T 02-211 55 00 • F 02-211 56 00 lokaal@vvsg.be www.vvsg.be
5 opinie – Lokale besturen doen aan
` internationale samenwerking
6 nieuws – print & web, perspiraat, Triljoen
Redactiesecretariaat Inge Ruiters, T 02‑211 55 44 Columnisten Johan Ackaert, Pieter Bos Illustraties Bart Lasuy, Stefan Dewickere, Layla Aerts (fotografen), Nix (cartoonist) Vormgeving Ties Bekaert Drukwerk Schaubroeck (Nazareth) Regie advertenties Cprojects&Advertising, Peter De Vester, T 03-326 18 92, peter@cprojects.be Regie vacatures Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 Abonnementen Nicole Van Wichelen, nicole.vanwichelen@vvsg.be T 02-211 55 43 VVSG-leden: 80 euro, vanaf 10 ex. 67 euro; niet-leden: 150 euro VVSG-bestuur Luc Martens, voorzitter Sabine Van Dooren, voorzitter raad van bestuur Theo Janssens, voorzitter afdeling OCMW’s Ondertekende artikels verbinden alleen de auteurs. Reacties zijn welkom. De redactie zal deze naar eigen inzicht al dan niet opnemen, inkorten of er melding van maken. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, elektronische drager of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Met de steun van Dexia en Ethias, partners van de VVSG Verantwoordelijk uitgever Mark Suykens, directeur VVSG
10
stefan dewickere
Redactie Marleen Capelle, Pieter Plas, Inge Ruiters, Jan Van Alsenoy, Bart Van Moerkerke
10 Interview – Patrick Deboosere Wat doe je met elk jaar 80.000 mensen erbij? Na jaren van bevolkingsafname zijn we ineens met meer mensen. Demograaf Patrick Deboosere legt uit hoe dat komt en vertelt waarmee een gemeentebestuur rekening kan houden.
19
bert janssens
Hoofdredacteur Marlies van Bouwel, marlies.vanbouwel@vvsg.be T 02-211 55 46
35
gf
bestuurskracht
15 Lokale raad – Wat is een sperperiode? 16 De raad van Herzele – Pastorie is geen godsgeschenk special noord-zuid
20 Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking: tien jaar later, tien jaar vooruit De VVSG heeft sterk geijverd voor de gemeentelijke convenants ontwikkelingssamenwerking. Want de rol die gemeenten in ontwikkelingssamenwerking spelen is heel specifiek, ze kunnen elkaars bestuurskracht versterken. 26 Portfolio 28 Vlaamse gemeenten versterken lokale besturen in het Zuiden 30 ‘Dagelijkse kost’ voor gemeenten 32 Van stedenband naar Noord-Noord-Zuid-Zuidpartnerschap
werkveld 35 Synthetisch DNA als inbraakpreventiemethode Het pilotproject in Dendermonde heeft vruchten afgeworpen. Door waardevolle voorwerpen te merken met synthetisch DNA en dat ook duidelijk te afficheren, zijn er minder inbraken in de projectwijk. 37 Lokale raad – Wie mag een zieke stedenbouwkundig ambtenaar vervangen? 39 Sociaal huis Europees vergeleken 42 Competenties aanscherpen van kortgeschoolde medewerkers 43 Blankenberge zet in op duurzame tewerkstelling
geregeld 46 wetmatig – berichten 49 agenda – studiedagen, opleidingen en evenementen 50 column – Johan Ackaert
Op de cover Brasschaat biedt de Boliviaanse partnergemeente Tarija brandweerondersteuning en Tarija geeft Brasschaat inspiratie voor een verkeersopvoedingsproject met zebra’s. De zebra’s maken automobilisten attent op de zwakke weggebruiker. Foto Bart Lasuy. Lokaal wordt gedrukt op Circle Silk, een 100% gerecycleerd papier.
Lokaal I 1 oktober 2011 I 3
Noord-Zuidreeks voor lokale bestureN binnenkort uitgebreid
De Noord-Zuidreeks bestaat uit een aantal praktische pockets om meteen mee aan de slag te gaan op het vlak van gemeentelijk ontwikkelingsbeleid. Voor wie al een grote ervaring heeft opgebouwd vormen ze een steuntje in de rug, voor wie nieuw is in de materie, een echte reddingsboei.
Handleiding werkbezoeken
Weldra in deze reeks
Een werkbezoek organiseren is geen sinecure. Naast de praktische kant zoals vliegtuigtickets boeken, bagage samenstellen, contactgegevens verzamelen‌ komen er bij een werkbezoek nog een hele hoop inhoudelijke zaken kijken. Dit deel is een leidraad om een werkbezoek voor, tijdens en nadien op te volgen. In deze eerste pocket van de nieuwe Noord-Zuidreeks geven de VVSG stafmedewerkers internationaal beleid een aantal praktische suggesties om uw werkbezoeken en het ontvangen van buitenlandse delegaties voortaan van een leien dakje te doen verlopen. Bij de pocket hoort een cd-rom met daarop een aantal kant-en-klare modellen in Word-formaat.
In 2011 zullen er nog twee pockets in deze reeks verschijnen. Een ervan legt de basics uit van het Noord-Zuidbeleid in lokale besturen. Je krijgt antwoord op de vragen wat, waarom en hoe. De andere pocket bespreekt het concept stedenband en licht het verschil toe met een jumelage. De pocket gaat ook dieper in op de financiering en aanpak van een stedenband.
Gemeenten ondersteunen 4de pijlerinitiatieven Hoe organiseer je als gemeente best de verdeling van subsidies? En wat wil de gemeente bereiken met haar ontwikkelingsbeleid? In veel gemeenten wordt hierover levendig gedebatteerd binnen de gemeentelijke raad voor ontwikkelingssamenwerking (GROS). In deze tekst reiken we een aantal instrumenten aan om het subsidieproces te organiseren als een proces waar iedereen uit leert, met als doel om samen tot betere en meer doeltreffende ontwikkelingshulp te komen.
bestel nu! EĂŠn pocket kost 15 euro. Vanaf 10 exemplaren betaal je slechts 10 euro per stuk.
bestelkaart Bestel via www.politeia.be, via info@politeia.be of met deze bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10
Ja, ik bestel
ex. van Gemeentelijke internationale samenwerking. Handleiding voor werkbezoeken tegen 15 euro per ex. OF 10 euro per stuk vanaf 10 ex.*
Ja, ik bestel
ex. van Gemeenten ondersteunen 4de pijlerinitiatieven tegen 15 euro per ex. OF 10 euro vanaf 10 ex.*
Bestuur/Organisatie: Naam: Functie: E-mail: Tel: Adres: BTW: Prijs incl. btw, excl. verzendingskosten. Prijs geldig tot 31 december 2011. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.
Datum en handtekening
kort lokaal opinie
Lokale besturen doen aan internationale samenwerking
M
eer dan tien jaar al begeleidt de VVSG lokale besturen in hun internationale samenwerking. Een belangrijk aspect hiervan zijn de stedenbanden die Vlaamse gemeenten met een lokaal bestuur in het Zuiden afsloten. Dat zijn er intussen een veertigtal. Waarom doen Vlaamse gemeenten eigenlijk aan internationale samenwerking? Wereldwijd zien lokale besturen vandaag vele, vaak bedreigende situaties op zich afkomen. In een almaar kleiner wordende wereld krijgen mondiale problemen steeds meer een lokale impact, denk maar aan de gevolgen van de financiële crisis, van de klimaatverandering, van de verstedelijking of van de migratie. Stuk voor stuk prangende uitdagingen voor de nabije toekomst. Samenwerken is meer dan ooit de boodschap. Samenwerken met andere overheden, met inwoners, met andere gemeenten. Het blikveld van een lokale bestuurder moet dus breder zijn dan het grondgebied van zijn gemeente, regio of zelfs land. Gemeentelijke internationale samenwerking Het blikveld van een lokale biedt hier een waaier aan mogelijkheden. bestuurder moet breder zijn dan Wanneer Vlaamse gemeenten een stedenhet grondgebied van zijn of haar band aangaan met een lokaal bestuur uit gemeente, regio of zelfs land. het Zuiden, hebben ze een specifiek doel voor ogen. Solidariteit en verbondenheid vormen zeker een drijfveer, maar er is meer... De stedenband is weliswaar gericht op het versterken van de bestuurskracht bij de partnergemeente, maar het uitwisselen van ervaringen tussen collega’s over de grenzen heen over bijvoorbeeld afvalbeheer of jeugdbeleid, is zonder meer ook verrijkend voor de Vlaamse gemeenten. Het intense contact met de zustergemeente houdt het Vlaamse bestuur bovendien een spiegel voor over het eigen functioneren en leert eigen zekerheden relativeren en anders bekijken. Deze wisselwerking is boeiend en leerrijk. Verder wordt de stedenband ook ingeschakeld om de inwoners van de Vlaamse gemeente te sensibiliseren en te activeren. Beide gemeenten winnen er bij, want het werkt! De VVSG blijft daarom de Vlaamse gemeenten ondersteunen in deze internationale samenwerking. Onder meer door van 17 tot 19 oktober de ‘Winning through twinning’-conferentie in Gent te organiseren om met alle betrokkenen de visie voor de volgende (tien) jaren uit te tekenen.
Mark Suykens is directeur van de VVSG
Lokaal I 1 oktober 2011 I 5
kort lokaal nieuws
Mechelen.be, MijnGemeente en erfgoedbank Tielt-Winge bekroond De website van de stad Mechelen is voor het tweede jaar op rij de beste gemeentelijke website van Vlaanderen. Dat blijkt uit de Website Monitor Lokale Besturen 2011 van de Leuvense spin-off Indigov. Het project MijnGemeente van de Intercommunale Leiedal en de Stad Kortrijk won op de Dag van de Lokale Website van 16 september de prijs voor meest vernieuwend gemeentelijk webinitiatief. De lokale erfgoedbank van Tielt-Winge werd bekroond als meest interactieve site.
Indigov onderzoekt jaarlijks de websites van de steden en gemeenten in Vlaanderen en Brussel en gaat na hoe het staat met de interactiviteit, de kwaliteit van het informatieaanbod, de elektronische dienstverlening, de democratische informatie en participatie, de gebruiksvriendelijkheid en de toegankelijkheid. De antwoorden op alle indicatoren worden verwerkt in één gemeentelijke score. In de ranglijst staat dit jaar op nummer één Mechelen, gevolgd door Gent, Antwerpen en Leuven. Met de tiende plaats is de nieuwe website van Stabroek de sterkste stijger. Een op de drie Vlaamse gemeenten heeft een eigen Facebookprofiel, een verdubbeling ten opzichte van 2010. 82% van de besturen brengen de inwoners per e-mail op de hoogte. 57% van de websites bieden een koppeling aan met de Vlaamse UiTdatabank. Investeren in onlinedienstverlening blijft ook in 2011 een van de voornaamste uitda-
gingen voor de lokale websites, die in toenemende mate de elektronische identiteitskaart integreren (46%). Het project MijnGemeente van de Intercommunale Leiedal en de Stad Kortrijk won de prijs voor meest vernieuwend gemeentelijk webinitiatief omdat het de inwoner de mogelijkheid biedt om de website van de gemeente aan te passen aan de eigen voorkeuren. De bezoeker logt in met zijn elektronische identiteitskaart en kan veilig transacties uitvoeren met de gemeente. MijnGemeente presenteert informatie op maat, via nieuwsberichten of via een kaartje waarop wegenwerken in de buurt verschijnen. De online-erfgoedbank van Tielt-Winge kreeg de prijs voor de meest interactieve website. Op dit platform brengen burgers foto’s en verhalen over de gemeente samen. inge ruiters
www.indigov.be, www.leiedal.be, e-government, innovatie, mijngemeente, www.erfgoedbank.tielt-winge.be
Primeur bij de geïntegreerde politie Reserveer elektronisch uw afspraak Bij de politie Geraardsbergen-Lierde kan iedereen online een afspraak maken voor een niet-dringende aangifte of voor het neerleggen van een klacht. Zo wil de politie lange wachttijden van de burgers aan het loket vermijden en haar capaciteit beter benutten. Een klacht neerleggen of een aangifte doen bij de politie kan dag en nacht elektronisch via www.police-on-web.be of face-to-face bij een onthaalmedewerker van de lokale po-
6 I 1 oktober 2011 I Lokaal
litie. Om bij dit laatste wachttijden aan het loket te voorkomen, kan de burger sinds 1 juli twee dagen op voorhand een afspraak bij de politie vastleggen op www.politiegeraardsbergenlierde.be. De aanvrager klikt op ‘klacht neerleggen?’, vervolgens op ‘online een afspraak maken’ en selecteert de dag en het tijdstip waarop hij een afspraak wenst. Vervolgens vult hij enkele basisgegevens zoals de reden van de afspraak en een e-mailadres in. Als de politie de aanvraag aanvaardt, ontvangt de bezoeker onmid-
dellijk een bevestigingsmail die hij naar de afspraak meebrengt. De aanvrager is nu zeker dat hij op het afgesproken tijdstip een gesprek heeft met een politiemedewerker die met zijn materie vertrouwd is. Wanneer de politie oordeelt dat de aangifte niet kan worden uitgesteld, brengt zij de aanvrager hiervan telefonisch op de hoogte en nodigt ze hem uit onmiddellijk naar het politiekantoor te komen. inge ruiters
www.politiegeraardsbergenlierde.be
print & web
Steun voor gezond voedings- en beweegbeleid in kleine gemeenten Het Vlaamse project ‘Lokaal voedingsen bewegingsbeleid in kleine gemeenten’ wil gemeenten aanzetten tot en ondersteunen bij de ontwikkeling van een lokaal ‘gezond’ beleid.
Vlaams Instituut voor Sportbeheer en Recreatiebeleid (ISB) en de VVSG. Een van de strategieën is bewegen en evenwichtiger eten in gemeenten promoten.
Lokale impact Om het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft, tegen 2015 te doen stijgen, kunnen alle gemeenten tot 15.000 inwoners een subsidie van 3000 euro ontvangen, plus een gratis ondersteuningstraject dat wordt uitgewerkt door de Vlaamse Logo’s (Lokaal Gezondheidsoverleg) en het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ) met medewerking van het
layla aerts
Met dit project ondersteunt en erkent Vlaanderen eindelijk het lokale niveau. Gemeenten en OCMW’s spelen immers een belangrijke rol in een gezond voedings- en beweegbeleid. Niet alleen voeren ze nu al verschillende acties die de leefgewoonten positief beïnvloeden, ze kunnen ook via andere beleidssectoren impact hebben op het doen bewegen van inwoners. Gewoonlijk wordt dan gekeken naar de sociale sectoren, maar ook de hardere, zoals het mobiliteitsbeleid en de inrichting van de openbare ruimte, kunnen een belangrijke bijdrage leveren. Tot november kunt u uw Logo contacteren om in te tekenen op de subsidie en het ondersteuningstraject. In 2012 wordt een actieplan opgesteld en in 2013 start de uitvoering. sabine van cauwenberge
www.vlaamselogos.be, www.vigez.be
2,6% Vlaanderen wil een solidaire samenleving zijn. Daarom engageerde de Vlaamse Regering zich tot een sterke toename van de middelen voor ontwikkelingssamenwerking. De ODA, de uitgaven die voldoen aan de internationale criteria voor ontwikkelingssamenwerking, kende bij de Vlaamse overheid de afgelopen legislatuur een stijgend verloop: tussen 2004 en 2009 was er een toename met 70%. Anno 2010 bleef de Vlaamse ODA, mee onder invloed van de financieeleconomische crisis, hangen op 48,1 miljoen euro. In 2010 gaven de Vlaamse gemeenten en provincies ongeveer 10,4 miljoen euro (voorlopig cijfer) uit aan ontwikkelingssamenwerking. Samen met de ODA van de Vlaamse overheid kan de totale Vlaamse ODA daarmee op 58,5 miljoen euro of 2,6% van de officiële ontwikkelingssamenwerking van België (streefwaarde 7%) geraamd worden. Dit percentage kende de voorbije jaren een schommelend verloop. www.vlaanderen.be/svr
Abnormale prijzen bij overheidsopdrachten Aanbestedende overheden worden steeds vaker geconfronteerd met ‘fantasieprijzen’. De spectaculaire stijging van het aantal arresten geveld door de Raad van State aangaande de problematiek van de abnormale prijzen spreekt in dat verband boekdelen. EBP geeft daarom een themaboek uit over abnormale prijzen bij overheidsopdrachten, doorspekt met relevante rechtsleer en rechtspraak. De auteur behandelt onder andere de verschillende knelpunten en moeilijkheden die zich kunnen voordoen in het kader van de beoordeling van de regelmatigheid van de offerte, meer in het bijzonder bij de evaluatie van het al dan niet normale karakter van de prijzen. Het boek vormt zo een nuttige leidraad voor iedereen die betrokken is bij de gunning van overheidsopdrachten en die geconfronteerd wordt met deze problematiek. C. Geldhof (auteur), K. Lauwereys (ed.), Abnormale prijzen bij overheidsopdrachten, EBP Publishers, Brussel
Internationale bundel: lokale besturen en de weg naar Europa Het EU-lidmaatschap heeft een sterke invloed op het nationale politieke leven van de toegetreden landen. Zo krijgen lokale overheden te maken met een steeds groter wordende Europese dimensie. Dit leidt tot de volgende vraag: hoe beïnvloedt Europa het gedrag van ‘lagere’ overheden? Met andere woorden: hoe en in welke mate reageren lokale besturen op de europeanisering? Deze uitgave probeert een helder antwoord te formuleren op beide vragen. De dertien bijdragen van academici en specialisten gaan dieper in op de evolutie van lokale overheden naar actieve beleidsmakers in de Europese context, en bieden zo een beter inzicht in het bottom-upaspect van europeanisering. H. Reynaert, K. Steyvers, E. Van Bever (eds.), The road to Europe: Main street or backward alley for local governments in Europe? Uitgeverij Vanden Broele, Brugge, 45 euro
Lokaal I 1 oktober 2011 I 7
kort lokaal perspiraat
“Ik ga er niet flauw over doen: die mandaatjes [bij de energieintercommunales] helpen na de gemeenteraadsverkiezingen bij het vormen van meerderheden. (…) [Maar] wat kunnen de Vlaamse gemeenten doen in een sector die steeds internationaler georganiseerd wordt? In alle eerlijkheid, wij gemeenten hebben de knowhow niet om zo’n hoogtechnologische sector aan te sturen.” Louis Tobback (SP.A) burgemeester van Leuven en bestuurder bij Eandis – Knack 7/9 “Bomen hebben een belangrijke regulerende en socioculturele waarde. Zij maken onze leefomgeving aangenamer.” Kris Verheyen, professor bosbeheer aan de UGent, n.a.v. buurtprotest tegen de geplande kap van 300 platanen in de Brusselse Havenlaan – De Morgen 8/9 “In een toeristisch centrum moet er geen verplichte wekelijkse rustdag meer zijn en worden er ook geen verplichte openingsuren opgelegd. De zaken kunnen bijgevolg 24 uur per etmaal open zijn en dat 365 dagen per jaar.” De Brugse schepen van Lokale Economie Hilde Decleer (CD&V) over de erkenning van het volledige Brugse grondgebied als toeristisch centrum – De Standaard 8/9 “De vermeende gemeenschapsverbindende kwaliteiten van het Vlaamse dorpsleven zijn niet meer dan een verre echo van een verleden dat eigenlijk nooit bestaan heeft. Een romantisch verlangen naar het veilige monoculturele dorp van vroeger, ver van de verdorven stad.” Vlaams parlementslid Luckas Vander Taelen (Groen!) – De Standaard 10/9 “Op lokaal niveau heeft goed bestuur geen politieke kleur.” Stef Dewil, voorzitter van de Glabbeekse N-VA-afdeling – Knack 14/9
8 I 1 oktober 2011 I Lokaal
isabelle pateer
“Een zone 30 moet gedragen worden door de bevolking en door de politie. Anders krijg je een ongeloofwaardige verkeerssituatie.” VAB-woordvoerder Maarten Matienko naar aanleiding van een analyse van de (slechte) werkbaarheid van zones 30 in de grote Vlaamse steden – Gazet van Antwerpen 31/8
Wonen, werken, welzijn verankerd in de geestelijke gezondheidszorg De vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg en de psychiatrie is in een stroomversnelling gekomen. De uitvoering van Artikel 107 speelt een belangrijke rol in een meer gemeenschapsgerichte geestelijke gezondheidszorg. Voor de werkgroep Geestelijke gezondheidszorg van ICURO, de Vlaamse koepel van 22 ziekenhuizen met publieke partners, vormt deze vermaatschappelijking de aanleiding om de relatie met onder meer de lokale besturen te verbeteren. Hierdoor zullen ook steeds meer lokale beleidsmakers de geestelijke gezondheid op de politieke agenda zetten en hun verantwoordelijkheid nemen. Anderzijds wil de werkgroep mee nadenken over wat deze sector voor het lokale beleid kan doen. Om de wederkerige relaties duidelijk te
maken en te verbeteren organiseert ICURO samen met de VVSG, Zorgnet Vlaanderen, de Federatie van Diensten voor Geestelijke Gezondheidszorg en de Federatie Beschut Wonen op 27 oktober een symposium. Daar wil ICURO specifiek de onderlinge verhouding tussen de geestelijke gezondheid, welzijn, wonen en werk en de lokale besturen bekijken en bespreken. OCMW’s, gemeenten en andere organisaties worden uitgedaagd om in dialoog met de sector actief aanbevelingen te doen, suggesties en voorbeelden te geven van hoe het beleidsmatig, structureel, praktisch beter kan, en dit alles ten voordele van de lokale geestelijke gezondheidszoeker. sabine van cauwenberge
Informatie en inschrijving op www.ICURO.be
Te Gek!?-karavaan Sinds 1992 organiseren de World Federation for Mental Health en de World Health Organisation op 10 oktober de Werelddag Geestelijke Gezondheid. Eind 2004 kreeg de lokale taboedoorbrekende aanpak ook een ruimere weerklank met het project ‘Te Gek!?’. Met cd’s, concerten, muzikale en literaire tournees, tv-reportages, lessenpakketten, krantenkaterns of de infomobiel maakt het project geestelijke gezondheidsproblemen in de media en bij het grote publiek bespreekbaar. De vzw Sint-Annendael Grauwzusters in Diest organiseert, met onder meer de steun van de Vlaamse overheid, de Te Gek!?-karavaan. Vele gemeenten organiseren hierop activiteiten. www.tegek.be
nieuws
Woonwandelingen onthullen voordelen van wonen in de stad
De woonwandelingen zijn opgevat als themawandelingen. In de opengestelde woningen ontdekken de bezoekers originele en budgetvriendelijke renovaties, creatieve oplossingen voor hoekpercelen, herbestemming van panden, inventieve opbergruimten voor fietsen en afval, duurzame ingrepen zoals groendaken, en creatie van licht en ruimte. De editie 2011 telt twaalf themawandelingen in de wijken Berchem, Borgerhout, Antwerpen-Noord, Deurne, Kiel en Merksem. Thema’s zijn onder meer: moderne architectuur in een woonwijk, hoe wonen in een herenhuis kindvriendelijk kan zijn, het Kiel als fijne woonomgeving. In elke stadswandeling zitten vier woningen. De openstellers zijn stadsbewoners die fier zijn op hun verbouwing en overtuigd zijn van de
stad antwerpen
stad antwerpen
Op 8 oktober organiseert de stad Antwerpen haar jaarlijkse woonwandelingen. Eigenaars-renoveerders en het stadsbestuur willen aantonen dat wonen in de stad veel voordelen heeft.
troeven van het wonen in de stad. Tijdens de rondleiding vertellen ze over de renovaties aan hun huis, over het leven in de wijk en waarom ze er wonen. Op 8 oktober krijgen de openstellers tussen 13.30 en 18 uur vier groepjes van maximaal tien wandelaars over de vloer. Er is dus plaats voor in totaal zo’n 480 wandelaars. De gidsen die een groepje wandelaars begeleiden, zijn zelf ook buurtbewoners en vertellen onderweg over het leven in hun wijk. Voor de keuze van een thema surft u naar www.antwerpen.be, wandelingen ‘wonen in de stad’. Geïnteresseerde wandelaars kunnen inschrijven tot 7 oktober via de infolijn 03-221 13 33.
Tot 28 oktober: projectsubsidies lokale kinderarmoedebestrijding 2011 Om armoede bij kinderen tot drie jaar daadwerkelijk terug te dringen moeten initiatieven op alle beleidsniveaus worden opgezet. De Vlaamse overheid wil lokale initiatieven de ruimte bieden om hun eigen werking vorm te geven maar met een inclusieve en integrale methodiek en met zo veel mogelijk vormen van samenwerking. De maximale subsidie bedraagt 50.000 euro per project. www.vlaanderen.be/armoede en welzijnensamenleving@wvg.vlaanderen.be.
inge ruiters
woonkantoor@stad.antwerpen.be T 03-338 75 81
nix
Lokaal I 1 oktober 2011 I 9
bestuurskracht interview Patrick Deboosere
Wat doe je met elk jaar 80.000 mensen erbij? Bevolkingsgroei gepaard met vergrijzing, vergroening, verkleuring en verdunning: demografisch komt er van alles op ons af. Maar hoe springt een lokaal bestuur daarmee om? ‘Gebruik de cijfers van vandaag voor je beleid morgen,’ zegt VUB-professor in de demografie Patrick Deboosere. En passant noemt hij de vergrijzing een succes en de verkleuring een verrijking. tekst marlies van bouwel beeld stefan dewickere
D Het filmpje met Patrick Deboosere vindt u op www.vvsg.be. Demografiecijfers per gemeente vindt u op www.lokalestatistieken.be
e bevolking van ons land groeit jaarlijks met 0,7 procent, en die groei houdt de komende twintig jaar aan. Volgens Patrick Deboosere is die groei kleiner dan in de Verenigde Staten, maar het betekent toch dat er in ons land jaarlijks 80.000 mensen bijkomen, bij de elf miljoen inwoners nu: ‘Voor al die mensen heb je woningen nodig, scholen, ziekenhuizen. Het is een beetje dramatisch om het zo voor te stellen: pakweg een stad als Mechelen komt er jaarlijks bij. Het is van de jaren vijftig geleden dat we nog zo’n groei hebben gekend. Dat zet spanning op je infrastructuur. Maar in tegenstelling tot de babyboom is de groei niet gelijkmatig. Nu zijn vooral de grote steden aantrekkelijk voor de externe migratie. In de jaren vijftig trokken de Italianen naar de mijnen in Limburg en de Borinage en naar een aantal grote steden. Nu komen de meesten via Brussel en Antwerpen, onze internationale toegangspoorten, en in mindere mate Gent. Door die groei in de steden zitten daar vooral de spanning en de problemen. Al zijn er uitzonderingen, komt er in Brussel twee procent bij, dan is dat in Vilvoorde een procent. Mechelen zit ook zo in die groei betrokken.’ En elders in Vlaanderen? ‘Negen op de tien gemeenten zullen een bevolkingsgroei kennen, een op de tien stagnatie of zelfs ver-
10 I 1 oktober 2011 I Lokaal
mindering. Dit wil zeggen dat de groei zich redelijk spreidt, al kent Antwerpen absoluut de sterkste groei, en een aantal kleine gemeenten met verkavelingen ook. Want als een gemeente besluit van een terrein bouwgrond te maken, krijgt die bevolking een opstoot. We hebben het dan vooral over jonge gezinnen uit de buurgemeenten maar dat effect versterkt zich want die jonge vrouwen krijgen ook kinderen. Er treedt een multiplicatoreffect op bij nieuwe woningen.’ ‘De studiedienst van de Vlaamse regering is een aanrader voor elke gemeente, je vindt er de leeftijdssamenstelling van je gemeente in terug en de prognoses tot in 2028. Natuurlijk moet je met bevolkingsprognoses op gemeentelijk vlak voorzichtig omspringen. Een nieuwe verkaveling in een kleine gemeente zal de cijfers grondig omgooien.’ Maar het zijn vooral de steden die onder druk komen te staan? ‘Ja. Vanaf de jaren vijftig tot in de jaren negentig kenden we de stadsvlucht. Pas in de jaren negentig werd het stedelijk wonen weer aantrekkelijker. Voor een deel dankzij het overheidsbeleid, al spelen ook andere elementen een rol zoals culturele verschuivingen of de groeiende pendelproblematiek. Ook het toenemend aantal jongeren dat gaat studeren, zorgt ervoor dat onze steden meer jonge mensen aantrekken.’
Patrick Deboosere: ‘Volgens allerlei analyses is het leven beter in de stad en duurzamer, minder energievretend. Alle maatregelen zijn erop gericht de jonge gezinnen in de stad te houden, maar als de stad even niet volgt met scholen of crèches, verzandt dat effect meteen.’
Lokaal I 1 oktober 2011 I 11
bestuurskracht interview Patrick Deboosere
‘De bevolkingsdruk in onze steden is ontstaan omdat zich tegelijkertijd een instroom van de internationale migratie voordoet, de geboortecijfers in de steden stijgen en meer jongeren in de stad blijven wonen. Hierdoor stijgen de woningprijzen. Maar wil de stad die jonge groep blijven aanspreken, zal ze ervoor moeten zorgen dat ze ondersteund worden in hun keuze voor de stad. Investeringen in kinderopvang en scholen zijn in dat opzicht cruciaal, naast traag verkeer, groenbeleid, veiligheid en netheid. Het komt erop aan om de mogelijke pijnpunten die de keuze voor de stad bemoeilijken, aan te pakken; anders verzandt dat effect meteen en trekt het jonge gezin per direct de stad uit.’
Het verdrag van Maastricht is de sleutel voor de huidige bevolkingsgroei: de oude unie werd niet alleen een eengemaakte economische ruimte, maar ook één migratieruimte. En dus moet de stad rap scholen bouwen. Maar voor hoelang? ‘Niemand heeft een kristallen bol. Een demografische voorspelling is zoals een weersvoorspelling, al is dat nog iets gemakkelijker dan de economie voorspellen. We kunnen enkel de huidige cijfers gebruiken om te zien wat er de komende jaren zal gebeuren. Als er nu kinderen worden geboren, zullen die over een paar jaar naar school gaan. Als door een economische crisis de jonge gezinnen aarzelen om er een tweede of derde kind bij te nemen, dan treedt er een rem op in de groei. Dus we weten enkel zeker dat wie geboren wordt, ook naar de lagere en middelbare school zal gaan. Drie jaar geleden werden er in Brussel nog middelbare scholen gesloten, over drie jaar zullen er nieuwe open moeten gaan.’ ‘Kijk maar naar Ierland, dat is altijd een sterk emigratieland geweest. Maar in de jaren 2000 boomde de economie in de Celtic Tiger. Het land kende de sterkste groei ooit, dankzij de migratie vanuit de Baltische staten, Polen en zelfs uit Engeland. In 2008 brak de crisis uit en bleek de economie op los zand te staan met een enorme werkloosheid als gevolg. Ierland is opnieuw een emigratieland geworden, Ieren vertrekken weer naar Engeland. De economie is dus fundamenteel en we kunnen niet voorspellen hoe het ons op dat gebied zal vergaan.’ Wat doe je hier als gemeente mee? ‘Als je de bevolkingsstructuur ziet, kun je een prognose opmaken. Zo zag Antwerpen in 2006 dat er veel
12 I 1 oktober 2011 I Lokaal
kinderen geboren werden en het begon te denken aan het bouwen van scholen.’ ‘Tegen 2017-2018 zal Antwerpen nog dertig procent groei van het aantal geboortes meemaken, dus moet er nog 30 procent scholencapaciteit bijkomen. Blijft dat dan eeuwig zo? Neen, als de parameters blijven zoals nu, zal er een daling van de groei optreden vanaf 2018.’ In de jaren zeventig en tachtig zag je veel dorpsschooltjes de deuren sluiten. ‘En zijn die schooltjes een vergeefse investering geweest? Neen, dat was goed. Maar voor onze openbare gebouwen kunnen we misschien meer modulair denken: een school kan een cultuurcentrum, een bibliotheek, een woonzorgcentrum worden of een andere gemeenschapsfunctie krijgen zoals een café. Maar je kunt er ook naschoolse opvang in organiseren, of een jeugdhuis van maken, het kan ook een kaart- of een petanqueclub worden voor senioren. Het is niet dwaas om op lange termijn te denken.’ Jarenlang waren we met tien miljoen Belgen, ineens zijn we met meer. Hoe komt dat? ‘De huidige bevolkingsgroei staat in scherp contrast met de jarenlange mantra van de krimp. Het verdrag van Maastricht is de sleutel voor de huidige demografische evolutie: de oude unie werd niet alleen een eengemaakte economische ruimte, maar ook één migratieruimte. Sinds de Eerste Wereldoorlog was dat niet meer zo geweest. Vóór die tijd waren de grenzen wel transparant, toen was er vrij verkeer mogelijk, we kenden een geschiedenis van vrije migratie, met grote stromen richting Noord- en Zuid-Amerika.’ ‘De Eerste Wereldoorlog maakte daar een einde aan. De migratiestroom die even opflakkerde, werd door de crisis van 1929 opnieuw de kop ingedrukt. De grenzen sloten zich zo goed als hermetisch, je zag alleen nog republikeinen Spanje ontvluchten, Joden nazi-Duitsland. Pas na 1945 gingen de grenzen weer open. Achiel Van Acker heeft voor zijn kolenslag massaal Italiaanse migranten aangetrokken. Die migratie werd door de overheden gestuurd, met akkoorden tussen de Italiaanse en Belgische regering. Pas toen in 1973 een nieuwe crisis uitbrak, gingen de grenzen dicht. Op dat moment was de babyboom al gedaan, vrouwen kregen minder kinderen dan het vervangingsniveau. Acht miljoen Belgen, het leek reëel. Maar de instelling van het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal in de Euopese Unie heeft één economische ruimte gecreëerd. Nu verlopen de migratiestromen binnen Europa zoals vroeger binnen de grenzen van een staat. Bovendien breidde de Unie uit tot 27 landen die economisch zeer
ongelijk waren. Mensen zoeken altijd naar een plaats waar er betere arbeids- en leefomstandigheden zijn.’ ‘In de jaren negentig werd die stroom nog niet in cijfers vertaald, de migratie van Poolse bouwvakkers en schoonmaaksters verliep via een toeristenvisum zonder inschrijving in het bevolkingsregister. Na de toetreding tot de EU in 2004 en na de overgangsregeling werden velen vanaf mei 2007 officieel ingeschreven. Daarbij kwam ook nog eens een niet onaanzienlijke grensmigratie: mensen uit Nederland en Frankrijk die hier mogelijkheden zagen, betere woningen voor dezelfde prijs, een interessanter fiscaal klimaat. In Brussel bestaat de grootste groep naar nationaliteit uit Fransen: de meer dan 50.000 Fransen maken vijf procent uit van de Brusselse bevolking.’ ‘De derde migratiestroom komt uit de Derde Wereld. Asielzoekers vormen hierin de grootste groep. En er zijn de economische vluchtelingen die de asielprocedure ten onrechte aanwenden. Oorlog is een belangrijke motor voor migratiestromen. Van de drie tot vier miljoen mensen die uit Irak zijn gevlucht, woont het overgrote deel nu in Syrië, Jordanië en Turkije. Europa heeft maar een deel van de Iraakse migratie opgevangen, en dan nog vooral Zweden. Nu zien we vooral veel minderjarige asielzoekers uit Afghanistan naar ons land komen.’ ‘Onze bevolkingsgroei is voor driekwart toe te schrijven aan deze drie stromen migratie. Als bestuur kun je hier weinig aan doen. De politiek heeft met het verdrag van Maastricht over de vrije economische stromen beslist, die akkoorden zijn internationaal bindend.’ Die migratie zorgt voor een pak uitdagingen. ‘Migratie zorgt voor ongemakken. Diversiteit is niet eenvoudig, je moet rekening houden met andere gebruiken, andere klederdrachten. Er is de ongelijkheid, de armoede. Maar landen met een positief migratiesaldo presteren in de geschiedenis meestal sterk: ze kennen economische groei en zijn innovatief. Nederland dankt zijn Gouden Eeuw aan de migratie van religieuze vluchtelingen vanuit onze streken maar ook vanuit Portugal. Wie migreert, is de meest dynamische van de groep. Deze mensen willen verandering, ze willen vooruit. Maar hoog gediplomeerden kunnen hier soms enkel als schoonmaker aan de slag. Op federaal of gemeenschapsniveau kun je iets doen aan de homologatie van diploma’s of een bijkomende scholing eisen zodat die mensen zich kunnen opkrikken. Ook aan de asielprocedure kan worden gesleuteld: tijdens die twee tot vijf jaar mogen die mensen niet werken, zo maken we ze systeemafhankelijk terwijl die mensen liever niet geblokkeerd worden in wat ze willen in het leven. Natuurlijk zijn er altijd profiteurs,
maar zeker negentig procent van de migranten zijn dat niet.’ ‘Daarnaast zie je ook een tweede en derde generatie van wie we het potentieel onvoldoende hebben aangeboord. Nu pas wordt in opleidingstrajecten geïnvesteerd. Werpt dat op lange termijn vruchten af? In welke mate verdwijnt het racisme? Zelfs bij gelijke scholingsgraad zie je bij mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond een achterstelling op de arbeidsmarkt.’
Migratie zorgt voor ongemakken. Maar landen met een positief migratiesaldo presteren in de geschiedenis meestal sterk: ze kennen economische groei en zijn innovatief. Zal onze samenleving verder verkleuren? ‘De verkleuring treedt in alle gemeenten op. Geen gemeente ontsnapt nog aan de internationalisering. Maar in de gemeenten rond Brussel, Antwerpen en Gent zal ze meer impact hebben dan in de Westhoek. Dit is een uitdaging. De taal blijft een moeilijkheid. Maar tegelijk bloeien die kinderen op, onze samenleving kan van hen profiteren. We moeten meer investeren in leerkrachten, vooral waar er veel diversiteit is. Drie kinderen met een andere taalachtergrond in een klas, dat gaat nog, maar als twintig leerlingen zeven talen spreken, begin er dan maar aan. Het is niet noodzakelijk alleen maar negatief. Kijk maar naar de school van Lukaku: die diversiteit kan een deel van het leerproces zijn. Het is belangrijk ermee te leren omgaan. Het is verrijkend dat kinderen leren dat er meer talen en culturen bestaan. De wereld is in volle beweging, ook ons kleine Vlaanderen.’ Is de vergrijzing dan het zwaarste probleem? ‘Dat is een totale aberratie! Onze vergrijzing is een succes. Het wil zeggen dat veel meer mensen langer leven. Het is niet dat de menselijke soort ouder wordt. De oudst gedocumenteerde mens is Jeanne Calment die in 1987 stierf toen ze 122 jaar was. Ramses II was ook ver over de negentig toen hij meer dan drieduizend jaar geleden overleed. Maar toen waren er bijna geen oude mensen en stierven er veel baby’s, waardoor de gemiddelde leeftijd bijzonder laag was. Sinds 1950 is de kindersterfte tot een tiende teruggebracht. Het komt nu voor dat er in een jaar geen enkele zevenjarige overlijdt. Dat duidt op een goede ontwikkeling van ons economisch systeem, onze gezondheidszorg en de herverdeling van welvaart: bijna
Lokaal I 1 oktober 2011 I 13
bestuurskracht interview Patrick Deboosere
iedereen heeft bij de geboorte een garantielabel voor 80 à 85 jaar.’ ‘Het vergrijzingsprobleem is dus een vergrijzingssucces, de meeste mensen kunnen een volwaardig leven leiden tot ze 80 of 85 zijn. Bovendien hebben veel meer mensen een gezonde levensverwachting: het zijn de 60- en 70-jarigen die over onze wegen fietsen. Dat we nu langer pensioenen moeten betalen, is een van de resultaten van de welvaartsmaatschappij. Maar het is moeilijk te zeggen of we meer woon-
Als je bevolking fragieler wordt, kun je als gemeentebestuur maar beter werken aan toegankelijke gebouwen. zorgcentra nodig hebben. Het aantal tachtigplussers groeit wel sterker dan de globale bevolking. Volgens de raming zullen er in 2030 zestig procent meer 80-plussers zijn dan nu: in plaats van 290.000 worden dat er 470.000. De kans dat ze naar een woonzorgcentrum gaan, kan misschien toenemen, maar anderzijds zijn mensen dankzij de algemene gezondheidstoestand langer zelfredzaam. Denk maar aan de protheses: na een gebroken heup kon je vroeger niet meer autonoom leven. Ook aan het gezichtsverlies verhelpen lasers veel, mensen kunnen beter zien en vallen daardoor ook minder. Een zeer groot probleem is Alzheimer en dementie. In Vlaanderen gebeurt daar veel wetenschappelijk onderzoek naar, maar we staan nog niet ver. Praktisch wordt dat een probleem want van de 65-plussers is één procent dement, bij de 95-plussers is dat 33 procent ofwel een op de drie. Woonzorgcentra zullen zich dus moeten specialiseren in dementie en Alzheimer. In een vroegere fase moeten er dagcentra zijn zodat de mantelzorger zo lang mogelijk voor zijn partner of ouder kan zorgen. Dat zijn de uitdagingen waarvoor gemeenten zich gesteld zien. Met daarbij de aandacht voor gezinnen waarin dementie of Alzheimer optreedt, want voor de omgeving valt het niet altijd direct op. Je moet tijdig hulp bieden en tonen waar mensen terecht kunnen.’ Maar ook oudere mensen worden ziek, mensen sterven niet van het ene op het andere moment. Daarvoor is toch meer zorg nodig? ‘Of onze oudere bevolking ook gezond blijft naarmate ze ouder wordt, daar hebben we geen zicht op. Vergelijk het met een tank water waarop een olielaagje van een halve centimeter drijft, dat laagje stelt de ongezonde periode in je leven voor. Als er meer water in de tank komt, blijft het laagje drijven, alleen
14 I 1 oktober 2011 I Lokaal
iets hoger. Ook al wordt iemand ouder, de zorg neemt daarom niet noodzakelijk toe. Natuurlijk wel de lichte ongemakken. Als je bevolking fragieler wordt, kun je als gemeentebestuur maar beter werken aan toegankelijke gebouwen. Maar het wil niet zeggen dat de periode met acute zorgbehoefte langer wordt. In het algemeen zie je dat de periode van acute zorgen in de periode vóór de dood niet is toegenomen. Zeker qua investeringskosten kun je zelfs stellen dat hoe jonger iemand sterft, hoe meer inspanningen en investeringen de maatschappij doet. Dat is niet onlogisch.’ Nederland spreekt over de krimp. Hebben wij daar ook mee te maken? ‘In Nederland zie je ruimtelijk een grotere ongelijkheid door de aantrekkingskracht van de randstad. De Vlaamse ruit ligt veel centraler. In België zie je het een beetje in Luxemburg en Namen, in Vlaanderen treedt enkel ontvolking op in Bachten de Kupe.’ Maar toch, in kleine Vlaamse dorpen sluiten de bakker en het laatste café. ‘Dat ligt niet aan de bevolkingsverdunning. Het aantal bakkers en slagers gaat achteruit door de verandering in onze distributie en ons koopgedrag. Een bakker of slager moet al een extra aanbod in zijn mars hebben, anders wordt het veel moeilijker om te overleven als de helft van de bevolking naar de supermarkt gaat. Bovendien zijn dat zware beroepen, dus als de clientèle en de inkomsten dalen, treedt er een spanning op en sluiten zij hun boeken.’ ‘Er komt nog een effect bij want als de slager is vertrokken, vertrekt ook de bakker. Er moet een kritiek minimum zijn. Dat zie je in gemeenten waar de bevolkingssamenstelling gelijk is gebleven. Als je dan telkens een kern hebt van 5000 mensen, heb je een probleem. Toch kun je er als bestuur op inspelen door voorwaarden op te leggen als een grote winkelketen zich wil inplanten, door je kern aantrekkelijk te maken zodat mensen er te voet kunnen wandelen. In Kortrijk verloederde de winkelwandelstraat. De stad heeft een goed beleid gevoerd, ze heeft instrumenten als vergunningen gebruikt en vooral het stadscentrum veel aangenamer gemaakt. Hierin kun je als bestuur echt het verschil maken.’ Marlies van Bouwel is hoofdredacteur van Lokaal
Dit interview kadert in het VVSG-traject 2020 met de steun van Vlaanderen in actie.
lokale raad
Wat is een sperperiode? Nu de gemeenteraadsverkiezingen dichterbij komen, vragen besturen zich af of ze nog zomaar alle beslissingen mogen nemen. Er wordt daarbij wel eens over de sperperiode gesproken. Waar gaat het over? Een sperperiode is een periode waarin bepaalde zaken niet toegelaten zijn. Gewoonlijk stuurt de minister in het jaar van de verkiezingen een rondzendbrief waarin hij de besturen verzoekt ‘om in het jaar van de verkiezingen en tot aan de installatie van de nieuwe raden met de nodige omzichtigheid op te treden en in extremis geen beslissingen te nemen die het beleid van de nieuwe raden of de toekomstige ontwikkeling van de financiën nodeloos zouden verstoren’. De toezichthoudende overheid is dus extra oplettend wanneer een bestuur in een verkiezingsjaar een belangrijke beslissing neemt. Het bestuur kan nog wel beslissingen nemen maar het moet duidelijk zijn dat de normale procedures worden gevolgd. Nog snel een beslissing voor het einde van de bestuursperiode doordrukken kan niet. In het Gemeentedecreet staat een reeks beslissingen opgesomd die niet meer kunnen worden genomen in een verkiezingsjaar of in de twaalf maanden voorafgaand aan de verkiezingen. Zo mag een gemeente vanaf 14 oktober 2011 geen volksraadpleging meer organiseren (art. 214 §2 GD) en vanaf 2 januari 2012 niet meer beslissen een gemeentelijk extern verzelfstandigd agentschap op te richten of erin deel te nemen (art. 227 GD). Voor kandidaten bij de gemeenteraadsverkiezingen begint een andere soort sperperiode drie maanden voor de verkiezingen: vanaf 14 juli is het partijen, lijsten, kandidaten en derden die propaganda willen maken voor partijen, lijsten en kandidaten, niet toegestaan om geschenken of gadgets te verkopen of te verspreiden, commerciële telefooncampagnes te voeren, commerciële reclamespots op radio, televisie en in bioscopen uit te zenden, gebruik te maken van commerciële reclameborden of affiches, of gebruik te maken van nietcommerciële reclameborden of affiches groter dan 4 m².
advertentie
VASTGOED VERKOPEN?
070 6 9999 6
realistisch & objectief Online biedingsplatform voor het vastgoed van Overheden, Schenkingen & Faillissementen. Iedereen dezelfde koopkans via vast biedingsproces. Incrementeel bieden via alle wettelijke bemiddelaars. Gegarandeerd “een daad van goed bestuur”!
voordelen Geen kosten voor de verkoper, koper betaalt de fee. Volgens principe “no cure, no pay”. Nooit rouwkosten! Kopers worden juist geïnformeerd en beschikken over voldoende tijd om een bod uit te brengen. Netwerk van bemiddelaars over gans België, met lokale raad & advies van specialisten. Potentiële kopers zitten klaar in de porteuilles van onze bemiddelaars.
partners Alle BIV vastgoedmakelaars & KFBN notarissen.
contacteer ons Bezoek onze website voor meer uitleg en voorbeelden. Voor een voorstelling ter plaatse, een concreet project of extra vragen: verwijzen wij u naar uw specifiek contact-formulier op onze website. Gelieve door-te-klikken op onderstaande knop:
U vindt alles terug op de website van het Agentschap Binnenlands Bestuur voor de rondzendbrief van 2006: http:// binnenland.vlaanderen.be/omzendbrief/beslissingen-tijdenshet-jaar-van-de-lokale-verkiezingen
Zie ook artikel 194 van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet.
Stuur uw vraag over de verkiezingen naar marian.verbeek@vvsg.be
Lokaal I 1 oktober 2011 I 15
de raad van Herzele
Pastorie is geen godsgeschenk Driekwart van de septemberraad in Herzele is gewijd aan de leegstaande pastorie van deelgemeente Ressegem. Na een lang debat zit de voltallige raad op één lijn: de voorkeur blijft gaan naar een erfpachtovereenkomst met het kerkbestuur dat eigenaar is.
tekst bart van moerkerke beeld stefan dewickere
De kleine raadzaal van Herzele loopt vol, er moeten zelfs stoelen worden bijgeschoven. Ik tel zes persmensen en liefst 35 toeschouwers. Navraag leert dat zij vooral voor het laatste van twee bijkomende agendapunten komen: de bouwaanvraag van Hof Te Roellegem. Het punt is ingediend door oppositieraadslid Stefaan Lauwaert (CD&V/N-VA). De eigenaar van het café Hof te Roellegem heeft een dossier voor renovatie en nieuwbouw ingediend. Volgens Stefaan Lauwaert is het de bedoeling er in de toekomst fuiven en optredens te organiseren voor 100 tot 150 mensen. ‘Past dit wel in het centrum van Herzele? Nu al zijn er klachten over nachtlawaai en vandalisme. De buurt maakt zich zorgen.’ Schepen Jo De Loor (SP.A/Spirit) antwoordt dat het college, na een informatievergadering met de eigenaar en de buurtbewoners, een ongunstig advies heeft uitgebracht over de aanvraag. ‘Dat gaat nu naar
16 I 1 oktober 2011 I Lokaal
het Vlaamse Gewest. Het Vlaamse advies, dat bindend is, zal op 27 september door het college in een beslissing worden gegoten. Daartegen is dan nog beroep mogelijk bij de bestendige deputatie.’ Het bijkomende agendapunt is in nog geen vijf minuten behandeld, maar de toeschouwers hebben er wel ruim twee uur op moeten wachten. Daar heeft het eerste agendapunt voor gezorgd: de houding van het gemeentebestuur ten aanzien van de verkoop van de pastorie van Ressegem. Sinds het overlijden van de oud-pastoor van de deelgemeente enkele jaren geleden staat de pastorie leeg. Ze is eigendom van het kerkbestuur maar de gemeente is erg geïnteresseerd in het gebouw. In de tuin ligt een middeleeuwse kasteelmotte, een heuvel waarop vroeger een houten kasteel stond, omgeven door een waterwal. Burgemeester en voorzitter van de gemeenteraad Johan Van
Tittelboom (Open VLD): ‘Sociaal, cultureel en toeristisch is de site heel belangrijk voor de gemeente. We willen het gebouw echter niet aankopen omdat het niet de bedoeling kan zijn 3 à 400.000 euro op een slapende rekening te storten. Ressegem heeft geen pastoor meer en de kerk is eigendom van de gemeente. Als we ook de pastorie aankopen, betalen we veel geld aan een slapend kerkbestuur. Bovendien zal ook de renovatie van het gebouw handenvol geld kosten. De pastorie is geen godsgeschenk. Daarom hebben we het kerkbestuur een erfpachtovereenkomst voorgesteld. De gemeenteraad heeft die op 29 november 2009 unaniem goedgekeurd.
Maar op 27 september van vorig jaar besliste het kerkbestuur niet op ons voorstel in te gaan en toch over te gaan tot de verkoop, georganiseerd door FED-net. De voorbije maanden zijn er gesprekken geweest met onder meer de bisschop. Drie dagen geleden kreeg ik een mail van de secretaris van het kerkbestuur: ze zijn bereid de verkoop op te schorten en nodigen ons uit voor een gesprek op 12 september. Daarom vraag ik aan de gemeenteraad een mandaat om over de voorwaarden van de erfpachtovereenkomst te onderhandelen. Ondergeschikt, heel ondergeschikt, als het niet tot een akkoord over de erfpachtovereenkomst komt, vraag ik een
mandaat om een bod uit te brengen voor de aankoop van de pastorie. Ten slotte vraag ik een mandaat om financieel tussen te komen als de overeenkomst tussen het kerkbestuur en FED-net verbroken moet worden. De zaak is heel dringend, want wie geïnteresseerd is in de aankoop van het gebouw moet een bod uitbrengen voor 16 september. De minimale instelprijs is 300.000 euro.’ Danny Van Melkebeke (CD&V/N-VA) vermoedt dat het college het gebouw gewoon niet wil. ‘De pastorie is heel belangrijk voor Ressegem, er is niets anders meer in de gemeente. Ik vind dat je dan ook bereid moet zijn 3 à 400.000 euro te betalen
voor de aankoop.’ De burgemeester spreekt dit met klem tegen: ‘Onze inspanningen van de voorbije maanden bewijzen dat we de pastorie echt willen. Maar we willen geen aankoopsom betalen.’ Oppositieraadslid Filip De Bodt (LEEF!) is het daar roerend mee eens. ‘Wij stellen de kerk altijd ter beschikking van het kerkbestuur. Als wij nu iets vragen, botsen we op een njet. Ik ga akkoord om te onderhandelen over de erfpachtovereenkomst. Met het tweede en derde deel van uw vraag aan de raad, burgemeester, ben ik het niet eens.’ Paul De Vos (CD&V/N-VA) vraagt daarop de schorsing van de zitting. ‘De uitnodiging van het kerkbestuur
om te onderhandelen is een nieuw element, met onze fractie willen we ons even terugtrekken om ons standpunt te bepalen.’ De schorsing van de zitting duurt uiteindelijk bijna een half uur. Paul De Vos stelt namens zijn fractie voor het college een mandaat te geven om met het kerkbestuur te onderhandelen over de erfpachtovereenkomst. Komt het niet tot een akkoord, dan moet de gemeenteraad bij hoogdringendheid samengeroepen worden voor 16 september. De raad keurt dit punt unaniem goed. Het vierde agendapunt is de vaststelling van het budget en de jaarrekening 2010.
Schepen van Financiën Noël De Smet (SP.A) doet een omstandige uitleg met veel cijfers en komt tot de conclusie dat de gemeente er financieel goed voor staat. Filip De Bodt is niet onder de indruk: ‘U bent ongetwijfeld een goede boekhouder, maar ik zou graag wat meer hart en ziel zien in de begroting, wat meer ruimte voor projecten en investeringen.’ De schepen wijst erop dat de dienstverlening in Herzele beter is dan in de omliggende gemeenten terwijl de belastingen er lager zijn. Danny Van Melkebeke kijkt met angst naar de komende jaren: ‘In 2013 zal de gemeente een tekort hebben van 2,5 miljoen euro op de gewone dienst en een schuld van 36 miljoen euro tegenover 25 miljoen euro in 2010.’ De burgemeester antwoordt dat het college zich er goed van bewust is dat er de komende jaren bespaard moet worden, maar dat het vandaag gaat over de rekening voor 2010. De voltallige oppositie onthoudt zich bij de stemming. Daarna gaat het snel. De overige dertien agendapunten worden op een drafje unaniem goedgekeurd. In een bijkomend agendapunt gaat Filip De Bodt voor de tweede keer in de aanval tegen schepen De Smet, nu in verband met de uurroosters van het personeel van de buitenschoolse kinderopvang De Buiteling. Het gaat er verbaal stevig aan toe maar bij de stemming blijkt het oppositieraadslid alleen te staan. Bart Van Moerkerke is redacteur van Lokaal
Lokaal I 1 oktober 2011 I 17
10
goede redenen om
te kiezen
voor de
VVSG solidariteitsagenda
2012 solidariteitsagenda 2012
Bezorg de strook aan de VVSG
1. 32 pagina’s extra met meer dan 1000 data van federale, Vlaamse en provinciale diensten die te maken hebben met het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: welke nuttige gegevens heeft een schepen van cultuur, een secretaris, een stedenbouwkundige of een personeelsverantwoordelijke nodig? 2. Correcte gegevens: adres, telefoon, fax, e-mail en website 3. Nuttig: met belangrijke data voor het lokale bestuur. Bijvoorbeeld: wanneer moet welke vlag buiten hangen? 4. Veel overzicht: een weekplanner met leeslint 5. Handig formaat: 17,5 x 22,5 cm 6. Mooi afgewerkt: met rode linnen band 7. Solidariteitsagenda: ten voordele van Oxfam-Solidariteit. U werkt zo mee aan meer kansen voor het Zuiden en minder onrecht. 8. Eerlijke prijs: • 15.99 euro voor VVSG-leden • 18.49 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen. 9. Korting voor groepsaankopen van 5 tot 20 exemplaren: • 13.11 euro per exemplaar voor VVSG-leden • 15.61 euro voor niet-leden Btw en verzending inbegrepen 10. Gewaardeerde nieuwjaarsattentie voor leden van het college, raadsleden & personeel. Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel. 02-211 55 19/20 fax 02-211 56 57 viviane.arents@vvsg.be
Ja, ik bestel
ex. van de VVSG solidariteitsagenda 2012
VVSG-lid geen VVSG-lid Naam Functie Gemeente/Organisatie Adresgegevens Facturatieadres indien verschillend van leveringsadres
Datum
Handtekening
Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overenkomstig de wet op de privacy, heeft u inzage- en correctierecht in ons bestand.
special noord-zuid
Van lokaal naar mondiaal ‘ Een zusterband houdt in dat je elkaars hand vastpakt, dat je de ander uit de modder trekt als hij valt en dat je samen verder stapt.’ Herminio Caal, voormalig burgemeester van Nimlaha’kok (Guatemala), partnergemeente van Herent
special noord-zuid
evolutie stedenbanden
Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking:
tien jaar later, tien jaar vooruit Toen de VVSG eind jaren negentig de rol van gemeenten in ontwikkelingssamenwerking mee onder de aandacht van de Vlaamse en federale overheden bracht, resulteerde dit in twee programma’s en een nieuwe start. Tien jaar later hebben gemeenten een hele weg afgelegd en kunnen er lessen getrokken worden, maar één ding is zeker: gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking werkt. tekst betty de wachter beeld archief vvsg
D
e gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking is in Vlaanderen op gang getrokken in de jaren 1980. Geëngageerde vrijwilligers en niet-gouvernementele organisaties klopten aan bij hun gemeenten voor steun aan projecten, voor het ondertekenen van campagnes, voor solidariteitsacties. Veel gemeenten gingen hierop in, ze stelden een schepen aan, maakten budgetten vrij, erkenden een
20 I 1 oktober 2011 I Lokaal
adviesraad en in de gemeentelijke administratie werd iemand aangesteld om dit op te volgen. De nationale enquête van 2000 gaf een stand van zaken over het beleid en de structuur van de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking. Ongeveer 87% van de Vlaamse gemeenten hadden een schepen, 78% hadden een aparte post op de begroting, 29% beschikten over een politieke nota over het Noord-Zuidbeleid, bijna de helft
van de gemeenten deed een beroep op een adviesraad of een plaatselijk comité, in 31% was er een vorm van ambtelijke ondersteuning. Maar ondanks het vrij hoge percentage aan schepenen stond ontwikkelingssamenwerking niet hoog op de politieke agenda. De omvang van de budgetten verschilde erg van gemeente tot gemeente. De middelen werden vooral besteed aan steun aan derden, in dit geval aan de koepel
van de Noord-Zuidbeweging en lokale organisaties, aan noodhulp, of als werkingsmiddelen voor de eigen adviesraad. De ambtelijke ondersteuning werd vaak louter administratief ingevuld. Hoe het gemeentelijke beleid voor ontwikkelingssamenwerking idealiter gestalte moest krijgen, kwam vooral aan bod tijdens de gemeenteraadsverkiezingen wanneer de koepels van de niet-gouvernementele organisaties hun verlanglijstje voor het lokale Noord-Zuidbeleid bekend maakten. Nieuwe wereld De enquête kwam ook om een andere reden op een juist moment. Vóór en na de kolonisatie zijn er wereldwijd processen van decentralisatie op gang gekomen. Het Verdrag van Cotonou van 2000 erkende voor de eerste keer in een officiële overeenkomst tussen de Europese Unie en de landen van Afrika, Caribisch Gebied en Stille Oceaan het belang van goed bestuur en van gedecentraliseerde samenwerking. Decentralisatie biedt immers veel mogelijkheden: ontwikkelen van lokale democratie en participatieve planning, stimuleren van lokale economie, opzetten van duurzame diensten en conflictpreventie ingebed op lokaal niveau. Dit zijn wezenlijke politieke processen die de capaciteit voor het voeren van een eigen beleid (in het Zuiden) onderbouwen. Anderzijds kent het proces van decentralisatie ook veel problemen: een zwak nationaal beleid wil de macht niet loslaten; bevoegdheden worden aan lokale besturen overgedragen, zonder de middelen; de legitimiteit van de lokale besturen wordt in vraag gesteld op lokaal niveau; de capaciteit voor het ontwikkelen van lokaal bestuur is vaak niet of onvoldoende voorhanden. Deze situatie stelt ontwikkelingssamenwerking voor belangrijke dilemma’s: welk model van decentralisatie wordt er gesteund? Steunt men lokale projecten of lokale processen? Ten slotte: wie doet wat en wat maakt de inbreng van de gemeenten waardevol? In deze context is het van wezenlijk belang dat lokale besturen hier en ginder zeer functionele ‘soortgenoten’ hebben.
Global Village De analyse en bevindingen van de enquête werden gepubliceerd in Global Village, Gemeenten, partners in ontwikkeling, een uitstekend vertrekpunt voor een rondetafel met de toenmalige Vlaamse minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de gemeenten. Het betekende een momentum voor een nieuwe rol voor gemeenten op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. In de loop van 2000 liepen er ook al gesprekken met de federale overheid omdat de enquête op nationaal niveau was gebeurd. Zo gingen de onderhandelingen van start met de federale en de Vlaamse overheid om die nieuwe rol van de gemeenten als het ware ‘uit te testen’, te laten erkennen en
mentele uitgangspunt: een gemeente als lokale publieke overheid die de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van haar territorium en voor haar inwoners draagt. Er ontstond bij de pilotfase van de programma’s veel discussie over de actieve rol van de gemeenten, niet het minst met de niet-gouvernementele organisaties (NGO’s). Toch groeide er ook bij de NGO’s erkenning voor de rol die gemeenten kunnen spelen. Een studie in 2002 van de universiteit van Gent in opdracht van 11.11.11 kwam tot het besluit dat investeren in lokaal democratisch bestuur een fundamentele opdracht is voor iedereen, ook voor de NGO’s en de civiele maatschappij.
Het Verdrag van Cotonou van 2000 erkende voor de eerste keer in een officiële overeenkomst tussen de Europese Unie en de ACS-landen het belang van goed bestuur en van gedecentraliseerde samenwerking. co-financiering te verkrijgen. In 2000 en 2001 gingen twee programma’s van start waarbij een beperkte groep als ‘pilotgemeenten’ kon rekenen op subsidies van de Vlaamse en de federale overheid. Na deze fase kwamen er twee stabiele programma’s tot stand, in een wettelijk kader waarbij in 2005 een aanvulling gebeurde in de Belgische wet (1999) voor ontwikkelingssamenwerking en in 2004 het Vlaams decreet voor gemeentelijke convenants ontwikkelingssamenwerking werd goedgekeurd. De VVSG heeft sterk voor die programma’s geijverd. De rol die ze hierbij voor de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking opneemt, sluit nauw aan bij haar missie en opdracht van informatie, advies, begeleiding, belangenverdediger en ‘trekker’ van vernieuwende initiatieven. Nieuw en vernieuwend Voor de nieuwe werkwijze in de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking gold en geldt nog steeds het funda-
Driehoeksverhouding Een stedenband vergt een duidelijk politieke keuze en engagement van burgemeester, schepencollege en gemeenteraad, het betekent dat de gemeentelijke administratie ingeschakeld kan worden voor de uitwisseling van inhoudelijke expertise en kennis, het vraagt een goede dialoog met en inspraak van de burgers, al dan niet georganiseerd via een adviesraad. Een van de belangrijkste kenmerken van de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking is het publieke karakter. Een overheid werkt op basis van gelijkwaardigheid samen in partnerschap en richt zich op institutionele versterking zodat de gemeente haar basistaken beter kan uitvoeren: dienstverlening aan de bevolking, degelijk en transparant bestuur, democratisch verkozen. De uitwisseling van gemeentelijke kennis en kunde door de collega-totcollegabenadering kan zich richten op typisch gemeentelijke opdrachten, gaande van burgerlijke stand, ophalen van
Lokaal I 1 oktober 2011 I 21
special noord-zuid
evolutie stedenbanden
Met een stedenband houden bestuurders en medewerkers hun werking een spiegel voor.
afval, marktreglementen tot een aanbod voor jongeren. Het is een andere vorm van samenwerking die complementair kan zijn aan wat lokale NGO’s doen. Gemeenten die al een directe samenwerking of stedenband hadden of er in de
aan één of beide programma’s, zijn er een aantal lessen te trekken. De Vlaamse gemeenten worden vaak geconfronteerd met veel problemen en noden van hun partnergemeenten. Vanuit de behoefte om hieraan tegemoet te komen en snel
Een stedenband is een andere vorm van samenwerking die complementair kan zijn aan wat lokale NGO’s realiseren. afgelopen tien jaar een zijn aangegaan, weten maar al te goed dat dergelijke samenwerking een langzaam en complex proces is, waarbij het zeer belangrijk is om elkaar te leren kennen en te vertrouwen. ‘Nog meer dan oudere en jongere broer of zus, voelen we ons verbonden als tweelingen die weliswaar gescheiden zijn door de zee, maar die dezelfde belangen verdedigen en ons in dezelfde positie bevinden,’ zegt Luc Draye, schepen voor Financiën en Ontwikkelingssamenwerking van Herent. Leerproces Bij de terugblik op de afgelopen tien jaar van gemeenten die meegewerkt hebben
22 I 1 oktober 2011 I Lokaal
oplossingen te bieden, bestaat het gevaar dat ze te weinig uitgaan van de echte vragen van de partnergemeenten. Leren luisteren en vertrekken van reële problemen en niet van tekorten is essentieel om tot duurzame samenwerking en ondersteuning te komen. Het is erg belangrijk om een goed beeld te hebben van elkaars bevoegdheden en competenties zodat de uitwisseling tussen gemeentelijke collega’s zinvol is. Als de Marokkaanse partnergemeente niet bevoegd is voor jeugdzaken, moet de Vlaamse gemeente jeugdbeleid zeker niet als prioritair beleidsdomein willen promoveren. Een gemeente heeft ook niet altijd de juiste kennis in huis om haar partnerge-
meente te steunen voor een bepaald onderwerp. Zo heeft de stad Oostende een beroep gedaan op ingenieurs-stagiaires om een studie te maken van de invloed van de stijging van de zeespiegel op de mangroves bij hun partnerstad Banjul, Gambia. Deze informatie was van kapitaal belang voor Banjul bij zijn plannen voor toeristische ontwikkeling. Invloed van de (lokale) politiek Bij de directe samenwerking tussen gemeenten speelt de politiek uiteraard sterk mee, zowel in Vlaanderen als in het buitenland. Politieke wissels na gemeenteraadsverkiezingen kunnen een grote impact hebben op de samenwerking, gaande van stopzetting tot het volledig hertekenen van het partnerschap. Omdat continuïteit zo belangrijk is voor het succes van de samenwerking moet je hierop anticiperen. De oppositie kan uitdrukkelijk uitgenodigd worden, bijvoorbeeld bij ontvangsten van delegaties, of deel uitmaken van delegaties die een bezoek aan de partnergemeente afleggen. Ontvangsten of bezoeken kunnen de klassieke beeldvorming over het Zuiden grondig wijzigen en stereotiepen in vraag stellen. Zeer duidelijke in-
formatie en communicatie over de stedenband, ook wanneer er problemen opduiken, is cruciaal. Openheid en duidelijke toelichting over wie waarom naar de partner gaat, kunnen ook helpen om het negatieve beeld van de zogenaamde snoepreisjes uit te bannen. In ieder geval komt de moeilijke discussie over de zin of onzin van gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking hierbij regelmatig naar boven. Ligt de keuze bij een procesmatige werking die institutionele vernieuwing voorop stelt? Dan betekent dit kiezen voor plaatselijke processen van duurzame (en langzame) hervorming en voor ondersteuning van de lokale democratie. Dit is een werkwijze voor de lange termijn, zonder directe concrete resultaten. Het vergt uitleg en geduld om telkens duidelijk te maken dat de samenwerking niet altijd mooie plaatjes van concrete realisaties oplevert. Ligt de keuze vooral bij het bieden van ‘hulp’? Dan houdt dit meestal interventies in met concrete resultaten zoals een polikliniek of schoolgebouw, maar de duurzaamheid wordt niet steeds gegarandeerd. Werd er bijvoorbeeld onderzocht of er effectief verpleegkun-
digen of leraren zijn waarvan het loon betaald wordt? Anders blijft het gebouw onbenut.
is, kan dit tot te veel fragmentatie leiden. Dezelfde bedenking kan gemaakt worden over de thema’s van de samen-
Politieke wissels na gemeenteraadsverkiezingen kunnen een grote impact hebben op de samenwerking. Omdat continuïteit zo belangrijk is voor het succes van de samenwerking moet je hierop anticiperen. De discussie over de keuzes binnen gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking is belangrijk, maar de ervaring leert dat vooral het politieke draagvlak essentieel is voor het welslagen van dit beleid. Een lange weg te gaan De afgelopen tien jaar maakten duidelijk dat de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking er staat. Toch liggen er veel uitdagingen in het verschiet. Vlaamse gemeenten voeren lokale autonomie hoog in het vaandel, maar wanneer ze telkens opnieuw kiezen voor een zuidelijke partner in een land waar geen enkele andere Vlaamse gemeente actief
werking. Gemeenten doen kennis en ervaring op in de samenwerking met een zuidelijke partner en andere gemeenten kunnen daarvan profiteren. Als meer gemeenten in één land of regio actief zijn, is netwerking mogelijk, zowel in Vlaanderen als in het Zuiden, waardoor een groep van gemeenten sterker kan staan, niet alleen op het vlak van ervaringsuitwisseling, maar ook ten overstaan van de eigen regionale of nationale overheid. De Vlaamse gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen om de uitwisseling tussen de zuidelijke partnergemeenten onderling te stimuleren. Geslaagde voorbeelden hiervan zijn
Lokaal I 1 oktober 2011 I 23
special noord-zuid
evolutie stedenbanden
Samenwerken met zuidelijke partners is kennismaken met andere normen en waarden. Dit vereist respect, vertrouwen en tijd.
de uitwisselingen tussen de partnergemeenten in Nicaragua en Zuid-Afrika. Gewenste neveneffecten Stedenbanden kunnen het donor-ontvangersyndroom doorbreken dat vaak
van hun partners. De vraag over wederkerigheid komt bij gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking geregeld opduiken: wat kunnen de Vlaamse gemeenten van hun partners leren? Wanneer de gemeenten open staan om zich
De Vlaamse gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen om de uitwisseling tussen de zuidelijke partnergemeenten onderling te stimuleren. meespeelt in de samenwerking. De Vlaamse gemeenten hebben immers meestal meer (financiële) mogelijkheden dan hun zuidelijke evenknieën en kunnen bepaalde acties mee financieren. Bovendien moeten ze opboksen tegen het traditionele beeld van ontwikkelingssamenwerking waarbij de ‘rijke’ partner uit het Noorden de ontvangende partner in het Zuiden helpt. Dit beeld geldt overigens ook in de omgekeerde richting waarbij de zuidelijke gemeenten een duidelijk verwachtingspatroon kunnen hebben over financiële steun
24 I 1 oktober 2011 I Lokaal
als het ware te spiegelen, kunnen er veel interessante lessen getrokken worden. Voorbeelden zijn legio: hoe wordt de rol van de burgemeester ingevuld, hoe doet de gemeentelijke administratie met veel minder middelen creatief aan dienstverlening, hoe wordt samengewerkt met lokale organisaties, hoe gaat men om met de oudere bevolking, wat is de verhouding met andere overheden, hoe wordt gekeken naar natuur en milieu, hoe gaat men om met migratie? Samenwerking met zuidelijke partners stelt de vraag naar intercultureel le-
ren. Kennis maken met andere gewoonten en gebruiken, met andere normen en waarden, met diep gewortelde tradities vereist respect, vertrouwen en tijd. Dit geldt overigens in beide richtingen. Zowel de zuidelijke als de Vlaamse gemeenten moeten de nodige aandacht besteden aan de interculturele aspecten van de uitwisseling en samenwerking. Lokale besturen niet meer weg te denken Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking: het werkt. Deze herkenning van en waardering voor de specifieke bijdrage van gemeenten aan ontwikkelingssamenwerking is er de afgelopen tien jaar ook gekomen op Europees en internationaal niveau, bij het Europese Parlement, de Europese Commissie en de Verenigde Naties. Gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking schrijft zich in een nieuw paradigma in waarbij partnerschap en samenwerking centraal staan. Het brengt nieuwe mensen in de lokale politiek, in de lokale administratie en in de lokale bevolking in contact met mondiale thema’s. Het geeft er een gezicht aan door de confrontatie met de realiteit van de mensen in het Zuiden.
Door de steun van de co-financiering en de begeleiding in het kader van de Vlaamse en federale programma’s voor gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking is er de afgelopen tien jaar bij de gemeenten meer professionalisering gekomen. Naast de NGO’s kunnen nu ook Vlaamse gemeenten als openbare bestu-
ren hun mannetje staan op het vlak van ontwikkelingssamenwerking. Hierbij kunnen ze de stedenband of directe samenwerking hanteren als hefboom voor participatieve duurzame ontwikkeling in het Zuiden, maar ook als werkbaar instrument voor sensibilisatie en solidariteit in het Noorden. Een van de uitda-
gingen is het gemeentelijke verhaal met goede praktijken te illustreren en kenbaar te maken in Noord en Zuid zodat het de erkenning die het verdient, blijft krijgen. Ook de volgende tien jaar. Betty De Wachter is VVSG-stafmedewerker team Internationaal
‘ De stedenband heeft een voorbeeldfunctie, want het is heel praktisch en concreet, niet enkel theorie. Het is een relatie van geven en nemen, waarbij iedereen wint. De stedenband is een win-winsituatie, waar iedereen voordeel bij heeft.’ Samba Faal, burgemeester van Banjul (Gambia), partnergemeente van Oostende
Lokaal I 1 oktober 2011 I 25
special noord-zuid
stedenbanden in beeld
2 3
1
4 5
26 I 1 oktober 2011 I Lokaal
6
1 Ter ondersteuning van de lokale democratie: Juan Choc, de Herentse ereburger uit Guatemala knielt bij het herdenkingsmonument van de honderden slachtoffers van de burgeroorlog in de jaren ’80. 2 Collega-tot-collega-aanpak: versterkte dienstverlening op het vlak van afvalverwerking op de lokale markt in San Jerónimo, Peru, partnergemeente van Edegem. 3 Collega-tot-collega-aanpak: versterkte dienstverlening op het vlak van jeugd in Stellenbosch, Zuid-Afrika, partnergemeente van Dilbeek. 4 Sensibiliserend: de scholenuitwisselingen tussen Oostende en partnerstad Banjul, Gambia, hebben een bewustmakend effect op de jongeren. 5 Schepen Ali Salmi van Mechelen woont de gemeenteraad in de partnerstad Nador, Marokko, bij. 6 Wederkerigheid: tussen appel en banaan, een ontmoetingsverhaal. De Truiense appel in Nueva Guinea (Nicaragua) en de Nicaraguaanse banaan in Sint-Truiden.
Lokaal I 1 oktober 2011 I 27
special noord-zuid
bestuurskracht
Vlaamse gemeenten versterken lokale besturen in het Zuiden Gemeenten kunnen wezenlijk bijdragen aan de versterking van het lokale bestuur in ontwikkelingslanden, en nationale overheden en verenigingen van gemeenten ondersteunen daarin op professioneel en financieel vlak. Een sterk lokaal bestuur is een voorwaarde voor lokale ontwikkeling, weten Vlaamse gemeenten die nauw samenwerken met hun partnersteden in Afrika en Latijns-Amerika. tekst marike bontenbal beeld bert janssens
D
e rol van lokale overheden in veel ontwikkelingslanden is de afgelopen jaren sterk gegroeid. Centrale overheden die de touwtjes vroeger strak in handen hadden, dragen almaar meer politieke macht, middelen en taken over aan gemeenten. Dit decentralisatieproces leidt tot verantwoordelijkheden, maar ook tot uitdagingen. Nu moeten gemeenten zich bezighouden met het verbeteren van de economische bedrijvigheid en de levensstandaard in hun district, het onderhouden van wegen en het bestrijden van armoede. Maar ze moeten dat wel dikwijls doen met beperkte financiële middelen, laag opgeleid en schaars personeel, en onvoldoende ervaring om duurzaam gemeentelijk beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Ontwikkeling van onderuit Het bestrijden van armoede en werkloosheid, het stimuleren van de economie, het verbeteren van onderwijs en gezondheidszorg: nationale overheden en internationale donoren zoals de Verenigde Naties en de Europese Commissie zijn de laatste jaren in toenemende mate overtuigd geraakt dat een lokale inzet efficiënt en doeltreffend kan zijn, waarbij de nadruk ligt op ‘goed bestuur’. De gedachte is dat lokale overhe-
28 I 1 oktober 2011 I Lokaal
den, naarmate ze over betere bestuurlijke vaardigheden beschikken, efficiënter met hun middelen omgaan en gerichter werken aan de oplossing van stedelijke problemen. Ze bevorderen zo de ontwikkeling van onderuit. In 2008 plaatste de Europese Commissie de gemeentelijke internationale samenwerking hoog op haar ontwikkelingsagenda. Ze lanceerde een nieuw subsidieprogramma voor Eu-
& dilbeek
se overheid, die maximaal 96.000 euro werkingsmiddelen beschikbaar stelt voor drie jaar. Daarnaast beheert de VVSG een federaal subsidieprogramma, waarin voor de periode 2008-2012 bijna vijf miljoen euro beschikbaar is voor gemeentelijke projectinvesteringen, kennisuitwisselingsprogramma’s en intergemeentelijke werkbezoeken. In 2010 namen vijftien gemeenten deel
Jeugd, milieu en lokale economie staan centraal in de samenwerking: hierin hebben Vlaamse gemeenten een grote expertise opgebouwd. ropese lokale overheden en hun partnersteden in het Zuiden. Ook andere donoren en nationale overheden erkennen het belang van gemeentelijke samenwerking in internationaal verband. Het uitwisselen van kennis, ervaring en expertise op het gebied van gemeentelijk en stedelijk beleid kan bijdragen aan een sterker lokaal bestuur, betere dienstverlening, en dus ontwikkeling. In Vlaanderen kunnen gemeenten een beroep doen op begeleiding en financiering van hun samenwerking met Zuidelijke partnersteden. Zij kunnen een convenant afsluiten met de Vlaam-
aan het federale meerjarenprogramma. Zij onderhouden relaties met gemeenten in Zuid-Afrika, Nicaragua, Guatemala, Bolivia, Peru, Ecuador, Senegal en Marokko. Jeugd, milieu en lokale economie staan centraal in de samenwerking: hierin hebben Vlaamse gemeenten een grote expertise opgebouwd. Capaciteitsopbouw in het gemeentehuis: Essen-Witzenberg Essen heeft als partnerstad Witzenberg (Zuid-Afrika), hun centrale aandachtspunt is jeugdontwikkeling. Een van de sterke kanten van deze gemeentelijke sa-
Jeugdbeleid in Witzenberg, Zuid-Afrika De gemeente Essen onderhoudt sinds 2002 een samenwerking met de West-Kaapse gemeente Witzenberg. In de afgelopen tien jaar hebben gemeenteambtenaren, jeugdvertegenwoordigers en lokale bestuurders van beide gemeenten bezoeken over en weer afgelegd, en ideeën en ervaringen uitgewisseld over jeugdbeleid en jeugdparticipatie. Dankzij financiering van Essen ging er zopas een jeugdcentrum open in Witzenberg. Daarnaast werkt Essen aan het versterken van de dienst Sociale en Economische Ontwikkeling waar de jeugddienst in Witzenberg onder valt. Dit moet leiden tot een duurzaam dagelijks beheer van het centrum waarbij jongeren betrokken zijn. Het centrum biedt ontplooiingskansen voor arme jongeren door middel van cursussen en scholing, wat hun kansen op de arbeidsmarkt kan vergroten.
menwerking is de zogenaamde collegatot-collegabenadering. Studies wijzen uit dat deze vorm van capaciteitsopbouw relatief goedkoop en effectief is. Ambtenaren uit Witzenberg beamen dit: zij werken liever samen met hun collega’s uit Essen dan met dure consultants die met standaardadviezen komen. ‘Ik heb veel geleerd van mijn drie werkbezoeken aan Essen, waar ik om de tafel zat met een stedenbouwkundige en de jeugddienst. Ik keek hoe zij daar jeugdparticipatie organiseren, we vergeleken elkaars situatie. We praatten op hetzelfde niveau,’ vertelt de projectplanner voor de bouw van het door Essen gefinancierde jeugdcentrum in Witzenberg. Een werkwijze waarin vakmensen hun kennis delen en gezamenlijk aan beleid en plannen werken en die afgestemd is op de lokale situatie, verdient de voorkeur. Kennisoverdracht en ervaringsuitwisseling vinden plaats via trainingen, workshops, werkbezoeken aan de partnergemeente, contact via e-mail of Skype en gezamenlijke evaluaties. Positief verschil Maar zijn Vlaamse ambtenaren wel uitgerust om zo’n rol op te nemen? Een goede jeugdmedewerker of beleidsmedewerker afvalbeheer is niet per definitie ook een goede adviseur die het vak van kennisoverdracht en training verstaat. Moeten we ontwikkelingswerk niet overlaten aan professionals die kennis hebben van de lokale context, gewend zijn in andere (bedrijfs)cultu-
ren te werken en de valkuilen hiervan kennen? Wat is de toegevoegde waarde van lokale overheden bij ontwikkelingssamenwerking? Deelname daaraan blijkt voor gemeenten een proces van vallen en opstaan, beginnersfouten en spraakverwarringen. Maar gaandeweg –
Witzenberg zijn veel organisaties betrokken bij de samenwerking, zoals de lokale kamer van koophandel, particuliere trainingscentra en wijkcomités. Zo worden krachten gebundeld en wordt de reikwijdte van gemeentelijke internationale samenwerking vergroot.
Een gewone ontwikkelingsorganisatie weet niet hoe een gemeente functioneert. En een consultant levert een dienst, maar daar leer je zelf niets van. Met gemeenten werk je samen en leer je van elkaar. en mede dankzij het duurzame karakter van veel stedenbanden, die in veel gevallen een jarenlange geschiedenis kennen – wordt het werk professioneler, en krijgt gemeentelijke internationale samenwerking een verankerde plaats in gemeentelijk beleid. Dat uit zich in het opstellen van een internationaal beleidskader, een Noord-Zuiddienst op het gemeentehuis, en Noord-Zuid- of Zuid-Noordmedewerkers aan beide kanten van de relatie. Ook weten gemeenten steeds beter de weg te vinden naar andere overheden en organisaties die projecten financieren of technische ondersteuning bieden. Waar Essen met financiering van het federale meerjarenprogramma de bouw van een jeugdcentrum in Witzenberg kan financieren, kan het met de Vlaamse convenantsubsidie een ernaast gelegen kinderdagverblijf ondersteunen, wat het jeugdbeleid ten goede komt. Binnen
Maar het Zuid-Afrikaanse Witzenberg waardeert het Vlaamse Essen vooral omdat de gemeente kan bijdragen op een manier dat anderen dat niet kunnen: als een partner die beschikt over gemeentelijke expertise, lokaal beleid weet op te stellen en over een efficiënte bedrijfsvoering van lokale overheden kan adviseren. ‘Een gewone ontwikkelingsorganisatie weet niet hoe een gemeente functioneert. En een consultant levert een dienst, maar daar leer je zelf niets van. Met gemeenten werk je samen en leer je van elkaar. Dat is veel duurzamer,’ zo zegt de Witzenbergse projectplanner. Marike Bontenbal is verbonden aan de universiteit van Utrecht, schreef haar doctoraatsthesis over de stedenbanden en evalueerde eind 2010 drie stedenbanden tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika.
Lokaal I 1 oktober 2011 I 29
special noord-zuid
zeven ingrediënten
‘Dagelijkse kost’ Een onmisbaar instrument van de gemeentelijke internationale werking vormen de stedenbanden, een directe relatie tussen een lokaal bestuur uit Vlaanderen en Latijns-Amerika, Afrika of Azië. Wie eraan begint, gaat beter niet over één nacht ijs. In dit artikel onderzoeken we welke ingrediënten zorgen voor een geoliede stedenband. Verwacht geen wonderrecept à la Jeroen Meus, elke stedenband moet gekneed en geroerd worden met de plaatselijke ingrediënten van iedere gemeente. Wel reiken we een aantal basisproducten aan. Hoe meer ingrediënten je toevoegt, des te rijker en smaakvoller je stedenband wordt. tekst bert janssens beeld bert janssens, vvsg-archief
1
Decentralisatie Lokale besturen krijgen wereldwijd steeds meer bevoegdheden en moeten lokale antwoorden bieden op prangende vragen van inwoners. De lokale besturen zijn het overheidsniveau dat het dichtst bij de burger staat en dus het best geplaatst om effectieve en adequate oplossingen te zoeken. Hiervoor is een proces bezig van herverdeling van bevoegdheden én middelen van het centrale niveau naar het lokale bestuur. Zo wordt de lokale democratie sterker, met een brede participatie van burgers aan het beleid dat inspeelt op de behoeften van de bevolking. Hiervoor moet een lokaal bestuur zorgen voor een efficiënte en doeltreffende dienstverlening die tegelijk transparant en inclusief is. Dat komt tot stand door een evenwichtig samenspel tussen politieke lokale verkozenen, administratie en de civiele maatschappij.
2 Interculturaliteit: Maya offergave bij het begin van het federale programma van Nimlaha’kok, Guatemala, partnergemeente van Herent.
30 I 1 oktober 2011 I Lokaal
Bestuurskracht Door de lokale bestuurskracht te versterken ondersteunt de stedenband een goed lokaal bestuur. Dit gebeurt via een proces van capaciteitsopbouw. Hierbij beschikken de lokale besturen over een specifieke meerwaarde binnen het gamma van internationale organisaties: collega’s-ambtenaren over de grenzen heen spreken dezelfde technische taal van hun beleidsdomein. De uitwisseling van ervaringen wordt er makkelijker door, en het maakt tegelijk van de technische dialoog en het leren tussen collega’s onderling een heel efficiënte en doeltreffende manier om de capaciteit binnen een lokaal bestuur te versterken.
3
Procesmatig werken De procesmatige werkwijze, het langdurige karakter en de structurele verankering zijn de laatste basisingrediënten van ons recept. Hier komt de spanning tussen project en proces naar voren. Binnen een stedenband zijn concrete resultaten en verwezenlijkingen broodnodig om het complexere en langdurige verhaal zichtbaar te maken, maar ze mogen zeker niet de bovenhand nemen. Het blijft een proces, een beweging van vallen en opstaan, van doorgroeien en verder bouwen op… en hierbij zijn tastbare resultaten niet altijd even duidelijk of onmiddellijk zichtbaar.
elke richting een bezoek van twee weken te brengen met een beperkte delegatie van pakweg vijf deelnemers, met de focus op een of twee beleidsthema’s.
Gelijke partners Natuurlijk is ook de keuze van de partner belangrijk. Het opstellen van beide profielen, het afwegen van vraag en aanbod, de sterktes van het ene lokale bestuur koppelen aan de behoeften van een ander lokaal bestuur… als dit voldoende besproken wordt, dan is er een stevige basis. Beide partners moeten realistische en gelijkaardige verwachtingen van de stedenband voor ogen houden.
Sensibiliseren In Vlaanderen spelen de lokale besturen een belangrijke rol in de bewustmaking van de bevolking over de wereldproblematiek. Ze ondersteunen de organisatie van wereldfeesten, wereldfilmfestivals of andere evenementen logistiek. Een echte toegevoegde waarde krijgt de stedenband als ze wordt ingeschakeld in sensibiliserende activiteiten. In beide gemeenten verklaren de inwoners zich solidair met de partnergemeente en kunnen ze verbroederen of verzusteren. Inleefreizen, scholenuitwisselingen en andere initiatieven kunnen een echte eyeopener zijn.
4 5
Elkaar zien De collega-tot-collega-werkwijze is een efficiënte manier om ervaringen over een beleidsveld uit te wisselen en zo de capaciteit in het lokale bestuur te versterken. Skype en conferencecalls zijn voor tussendoor. Voor het directe contact, het spreken met alle betrokkenen, het samen bekijken van de vorderingen, het verder plannen en concrete afspraken maken en de eigenlijke technische uitwisseling zijn échte ontmoetingen onontbeerlijk. Bovendien hebben culturen een eigen manier van communiceren en zijn gewoonten soms verrassend anders. De beste resultaten worden bereikt door eenmaal per jaar in
6
Institutioneel kennisdelen De continuïteit van mensen binnen een lokaal bestuur is zeer veranderlijk. Daarom is het belangrijk om de geleerde lessen institutioneel zo breed mogelijk te delen, met de andere diensten, de stuurgroepen en de adviesraden. Op die manier creëer je niet alleen een groter draagvlak binnen het bestuur, maar vermijd je ook het ‘terug naar af’-effect bij een personeelswissel.
7
Koken met lokale besturen Samenwerken gebeurt tussen mensen. Hoe ze individueel of collectief reageren op bepaalde zaken, hangt af van verschillende factoren. Er bestaat geen zaligmakende wonderformule voor gegarandeerd succes binnen een stedenband. En zoals voor elke ‘plat préféré’ geldt: de lekkerste gerechten krijg je door af en toe te experimenteren en af te wijken van het recept. Bert Janssens is VVSG-stafmedewerker team Internationaal
Lokaal I 1 oktober 2011 I 31
special noord-zuid
in de praktijk
Van stedenband naar Noord-Noord-Zuid-Zuidpartnerschap Een stedenband is een directe relatie tussen twee lokale besturen. En zoals elke relatie kent ze pieken en dalen. In zo’n dalperiode is het soms de moeite geduldig af te wachten en de partner gewoon even de tijd te geven om een aantal zaken op orde te stellen. Dat bewijst het voorbeeld van Sint-Niklaas met partnergemeente Tambacounda uit Senegal. Nu de stedenband weer op de rails staat, blijkt er bovendien een hele waaier aan interessante samenwerkingsmogelijkheden bij te komen. tekst en beeld anja de wachter
I
n 2003 werd de stedenband tussen Sint-Niklaas en Tambacounda officieel in een samenwerkingsovereenkomst gegoten. Vóór de ondertekening kregen we door enkele wederzijdse bezoeken een goed beeld van de partnerstad. Tambacounda is een stad met 80.000 inwoners in het oosten van Senegal, op 465 kilometer van Dakar. De bevolking groeit snel aan, onder meer omdat de stad als draaischijf fungeert (vlakbij de grens met Mali, Gambia, Mauritanië, Guinee en Guinee-Bissau) en aan een drukke verkeersader tussen het WestAfrikaanse binnenland en de haven van Dakar ligt. De keuze voor de stedenband met Tambacounda is geen toeval. De SintNiklase NGO Bevrijde Wereld werkt er al meer dan dertig jaar samen met de NGO GADEC. GADEC bracht het stadsbestuur in Sint-Niklaas op de hoogte van de wens tot partnerschap uit Tambacounda en zo ging de bal aan het rollen. Sinds 1995 bestaat er tussen Tambacounda en La-Roche-sur-Yon in Frankrijk al een gelijkaardig partnerschap. Hoewel het gemeentelijk partnerschap vrij ruim is opgevat qua samenwerkingsdomeinen en doelgroepen, focussen we toch in het bijzonder op twee thema’s: burgerlijke stand en afvalbeleid. Binnen deze twee terreinen schenken we bovendien extra aandacht aan jongeren en vrouwen.
32 I 1 oktober 2011 I Lokaal
Stedenband: rozengeur en maneschijn? Dat een stedenband op bestuursniveau wederzijds verrijkt, klinkt wellicht niet als een verrassing. Het is boeiend van elkaar te leren hoe het gemeentelijk apparaat functioneert, wat knelpunten en successen zijn. Maar een stedenband maakt de betrokkenen ook als mens rijker, door het intensieve contact met de collega’s van de partnerstad, waarbij al eens een blik geworpen wordt op het privé- en gezinsleven.
“
toen bleek dat de stagnatie ook de subsidiedossiers die onze stad ondertussen met de Vlaamse en federale overheid had afgesloten, in het gedrang bracht. Twee jaar lang werden alle middelen voor Tambacounda bevroren. Maar tegelijk bood deze impasse Sint-Niklaas ook de gelegenheid om nauwer contact te zoeken met de andere Europese partner van Tambacounda: La-Roche-sur-Yon. Om gezamenlijk de bezorgdheid te uiten en de druk wat op te voeren schreven we een gemeenschappelijke brief, waarin de
Een stedenband maakt de betrokkenen ook als mens rijker, door het intensieve contact met de collega’s van de partnerstad.
Dat niet altijd alles van een leien dakje loopt, ondervonden wij ook. Het uitstel van de lokale verkiezingen in Senegal met anderhalf jaar werkte verlammend. Afspraken werden niet nageleefd, actieplannen niet of amper uitgevoerd, verantwoordingsstukken kwamen niet of veel te laat, er was niet langer een centrale contactpersoon in Tambacounda. Menig voorval deed ‘Sint-Niklaas’ (de politici en de ambtenaren maar ook de stuurgroep van de stedenband) heel erg twijfelen over de voortzetting van deze stedenband. De impasse was compleet,
malaise aan de kaak werd gesteld en de voortzetting van de stedenband scherp in twijfel werd getrokken. Van het ‘oude’ stadsbestuur in Tambacounda kwam geen reactie. Hernieuwde samenwerking In plaats van de stedenband op te blazen en de relatie te beëindigen besloten we geduld te oefenen en af te wachten. Ook al situeert de relatie zich op het niveau van het gemeentebestuur, het uiteindelijke doel is dat de bevolking van Tambacounda er via een verbeterde
dienstverlening beter van wordt. Door onze stedenband op te zeggen zou dus uiteindelijk vooral de bevolking nadeel ondervinden. De gemeenteraadsverkiezingen van maart 2009 brachten soelaas. We zochten opnieuw voorzichtig toenadering en nodigden alle betrokken partijen uit. Dit resulteerde in een gemeenschappelijke werkreis van Sint-Niklaas, La Roche-surYon (Frankrijk) en Ziguinchor (Senegal) naar Tambacounda in september 2009: de Noord-Noord-Zuid-Zuidsamenwerking was geboren. De aanwezigheid van Ziguinchor, een stad in het westen van Senegal, in deze samenwerking kwam er een beetje toevallig. Vanuit onze belangstelling voor Zuid-Zuidsamenwerking gingen we op zoek naar een Senegalese stad waar de werking van de burgerlijke stand een voorbeeldfunctie heeft. Burgerlijke stand Tijdens de eerste jaren van de samenwerking werd vooral geïnvesteerd in een
nieuw gebouw voor de burgerlijke stand en het archief. De volgende stap draaide rond het versterken van de capaciteit van de diensten van Tambacounda. De analyse van hoe de dienst functioneerde, het inventariseren van knelpunten en de opmaak van een meerjarig actieplan gebeurden pas ten gronde tijdens de werkreis in 2009.
“
parantie uit. De inbreng van het diensthoofd burgerlijke stand van Ziguinchor maakt het immers mogelijk voorstellen te formuleren die aangepast zijn aan de Senegalese cultuur en manier van (samen)leven. Gezamenlijk formuleerden we een eerste aanzet tot een actieplan voor drie jaar, met duidelijke en haalbare tussenstappen en als ultiem doel
De inbreng van het diensthoofd burgerlijke stand van Ziguinchor maakt het mogelijk voorstellen te formuleren die aangepast zijn aan de Senegalese cultuur en manier van leven.
Die gezamenlijke reis was in vele opzichten een succes. Bovendien was ze ook innovatief omdat de loutere NoordZuidrelatie werd overstegen. Plots drukten vier steden de duidelijke wens tot samenwerking, ondersteuning én trans-
de informatisering van de dienst burgerlijke stand. Op de ‘Assises de la coopération décentralisée sénégalo-européenne’ in Dakar op 4 en 5 november 2010 werd deze samenwerking aan tal van Franse en
Lokaal I 1 oktober 2011 I 33
special noord-zuid
in de praktijk
Sint-Niklase duurzaamheidsambtenaar voor langdurige ondersteuning in Tambacounda Dankzij de concrete realisaties op het terrein en een stevig wederzijds vertrouwen groeide het idee om een langdurige collega-tot-collega-aanpak uit te werken. In Sint-Niklaas kwam men op politiek én ambtelijk niveau al vrij snel tot consensus om de duurzaamheidsambtenaar voor zes weken naar Tambacounda te detacheren. Beide gemeenten konden deze beslissing erg appreciëren en zien grote voordelen. Voor Sint-Niklaas betekent het een heldere kijk op de inzet, vaardigheden, capaciteiten en middelen van alle betrokken partijen in het afvalbeleid van Tambacounda. Deze kijk is van cruciaal belang bij de opmaak van toekomstige subsidieprogramma’s met het oog op effectieve uitvoering. Voor Tambacounda betekent het een extra boost voor de concrete uitvoering van het actieplan van 2011. Enkele knelpunten werden aangehaald en samen werd een oplossing uitgewerkt. Bovendien kreeg de partnerstad Sint-Niklaas ook een gezicht door het frequent contact van de duurzaamheidsambtenaar met de diverse betrokkenen.
Senegalese gemeenten voorgesteld. De presentatie en workshop die daar werden gegeven, vormden de aanleiding voor een gesprek met de directrice van het Nationaal Centrum voor Burgerlijke Stand van het Senegalese Ministerie van Decentralisatie en Lokale Overheden. Zo opende onze samenwerking een nieuwe deur: belangstelling van de nationale Senegalese overheid voor de ontwikkelingen in Tambacounda die door de samenwerking gerealiseerd worden. Afvalbeleid Zoals in de meeste Senegalese steden en gemeenten is afval een omvangrijk probleem in Tambacounda. Afval is zowat overal op het openbaar domein (straten, pleinen, markten) prominent aanwezig. Dat houdt belangrijke gezondheidsrisico’s in voor de inwoners. Een coherent
en integraal afvalophaalsysteem is totaal afwezig in Tambacounda. Niet alleen heeft de stad geen manschappen en materiaal om een goed werkend systeem op te zetten, ze mist ook de capaciteit om een realistische visie met een langetermijnperspectief uit te werken. Binnen onze stedenband willen we dit in eerste instantie vrij kleinschalig aanpakken, door te werken met projecten in proefwijken. Hierbij wordt het afval met een ezelskar opgehaald. We zetten eveneens een project op rond de centrale markt, met aandacht voor de scheiding van afvalfracties. Capaciteitsopbouw wordt bereikt door ondersteuning van de duurzaamheidsambtenaar van de stad Sint-Niklaas. Zo keurde het schepencollege onlangs het langdurige verblijf van de duurzaamheidsambtenaar in Tambacounda goed
om dit proces van afvalverwerking van dichtbij te ondersteunen. Daardoor kan de collega-tot-collega-uitwisseling op een intense manier plaatsvinden. Maar ook lokale uitwisseling biedt hier weer een oplossing. Zo bracht een delegatie van Tambacounda in oktober 2010 een werkbezoek aan de Senegalese steden Joal-Fadiouth en Kaolack waar ervaringen werden uitgewisseld en kennis werd vergaard over afvalophaling en -verwerking. Naar nieuwe manieren van samenwerking Geduld en vertrouwen zijn mooie deugden en in een stedenband zijn ze zelfs onontbeerlijk. Toch hebben ze hun limieten en blijven transparantie, frequente communicatie en een grondige opvolging door alle betrokkenen een must. In het geval van Sint-Niklaas opende dit ook nieuwe mogelijkheden: gezamenlijke werkreizen met de andere partnersteden, langdurige begeleiding door de Sint-Niklase duurzaamheidsambtenaar in Tambacounda. De stedenband is op die manier een springplank naar andere – bredere – vormen van samenwerking. Daarbij is Zuid-Zuiduitwisseling om binnen eenzelfde culturele context van elkaar te leren en begeleiding door andere Senegalese gemeenten een bijkomende verrijking boven op de stedenband. Na de periode van zwakte hebben we nu eindelijk het gevoel dat ons gemeentelijk partnerschap een stabielere vorm krijgt. Anja De Wachter is deskundige ontwikkelingssamenwerking Sint-Niklaas
Winning through twinning Van 17 tot en met 19 oktober debatteren lokale besturen uit Vlaanderen, Latijns-Amerika, Afrika en Azië over de rol die gemeenten (kunnen) spelen binnen de internationale samenwerking. Burgemeesters houden samen een overleg (op dinsdag 18 oktober), de opening vindt plaats in het stadhuis van Gent (maandag 17 oktober) en iedereen die geïnteresseerd is in de gemeentelijke internationale werking is uitgenodigd op het publiek moment Van Lokaal tot Mondiaal op dinsdag 18 oktober van 16.30 uur (tot 18.30 uur). Wilt u meer weten over de conferentie of over lokale besturen en internationale samenwerking, neem dan gerust contact op: bert.janssens@vvsg.be
34 I 1 oktober 2011 I Lokaal
werkveld veiligheidsbeleid
Synthetisch DNA als inbraakpreventiemethode In oktober 2010 startte Dendermonde als pilotgemeente in België met het SDNA-project. Op basis van een analyse van de politiestatistieken bakende de stad een projectwijk af waar de meeste inbraken plaatsvonden. De inwoners van deze wijk konden voor tien euro een SDNA-kit aankopen. Tijd voor een eerste evaluatie en resultaten. tekst nadja desmet beeld gf
S
ynthetisch DNA ventief en ontradend effect. (SDNA) is een onDe werking en de zichtbare vloeistof die gemogelijkheden gaan bruikt wordt om waardevolnog verder. Nu le voorwerpen te markeren. In deze de p ol itiediensten in vloeistof zitten microdots met een code die gelinkt is aan de Dendermonde zijn uitgerust eigenaar van de SDNA-kit. Deze unieke synthetische DNAmet U V-lichten, wordt er bij code kan in een lab (het NICC) geïdentificeerd worden. De elke controle gescreend. Zo schijnen ze vloeistof is detecteerbaar met UV-licht. De politiediensten zijn bijvoorbeeld bij elke alcoholcontrole op uitgerust met UV-lichten: individuele zaklampen, een groot alle voorwerpen in de wagen. De werkprocessen UV-zoeklicht en ook op het commissariaat is UV-licht aanwezijn ondertussen aangepast waardoor het ontradende effect zig. De inwoners die de SDNA-kit gekocht hebben, markeren voor potentiële daders nog groter wordt. Ook zal iedereen die hun waardevolle voorwerpen (tv, laptop, juwelen, radio, i-Pod) een tijd doorbrengt in de cel waarschuwings- en informatieen plakken een waarschuwingsborden en een UV-licht passeren. sticker aan hun raam met de melSDNA gaat verder dan het ding ‘hier zijn alle voorwerpen klassieke sensibiliseren en margemerkt met SDNA’. Het stadsbekeren van waardevolle voorwerstuur zet grote informatieborden pen. Een gestolen voorwerp dat SDNA gaat verder dan het klassieke bij het binnenrijden van de afgemarkeerd is, blijft nog jaren trasensibiliseren en markeren van waardevolle gebakende buurt: ‘in deze buurt ceerbaar met UV-licht. Hierdoor voorwerpen. Een gestolen voorwerp dat zijn alle voorwerpen gemarkunnen de politiediensten, maar gemarkeerd is, blijft nog jaren traceerbaar keerd’. De combinatie van deze ook helers, nagaan of ze gemarmet UV-licht. maatregelen heeft een groot prekeerde en gestolen voorwerpen
“
Lokaal I 1 oktober 2011 I 35
werkveld veiligheidsbeleid
voor zich hebben. Hierdoor wordt de opspoorbaarheid groter Toekomstplannen maar ook de afzetmarkt voor gestolen goederen aanzienlijk Dendermonde zet in oktober 2011 nog een stap verder met kleiner. SDNA. Op basis van een analyse De normale prijs voor een kit van de criminaliteitscijfers wordt is bijna 90 euro. Het stadsbestuur een tweede wijk afgebakend. Boneemt daarvan 80 euro voor zijn vendien wordt er een olievleHet project startte in oktober 2010. In rekening. Voor de lancering en keffect verwacht. Doordat ande voortzetting van het SDNAdere gemeenten en politiezones het projectgebied was er een afname met project maakte het drie jaar lang 66% van het aantal geregistreerde inbraken. tot het project zullen toetreden, telkens 50.000 euro vrij. worden naambekendheid, het Er vonden maar twee voltooide inbraken Grote winkelketens hebben ontradende effect en de efficiĂŤnplaats in een woning waar de voorwerpen vooral interesse voor de SDNAtie alleen maar groter. In Nederspray ter preventie van overvalland en Duitsland is al gebleken met SDNA gemarkeerd waren. len. Na een overval wordt de dat het succes echt stevig groeit. overvaller besproeid met de SDNA-vloeistof waardoor hij nog Andere gemeenten en zones aarzelen om het programma in een hele poos via UV-licht op te sporen en aan dit misdrijf te te voeren vanwege de prijs. Nu de eerste resultaten positief zijn, verbinden is. Deze toepassing staat ook in Dendermonde in valt te verwachten dat ook zij middelen zullen vrijmaken. Als de startblokken. de aankoop van een SDNA-kit ook fiscaal interessant zou zijn, zou de drempel voor de particuliere aankopen zeker verkleiEerste positieve resultaten nen. We doen dan ook een oproep aan de FOD Binnenlandse Verschillende gemeenten en politiezones wachten momenteel Zaken om de aankoop van het systeem op te nemen in de lijst de eerste evaluatie van het proefproject in Dendermonde af. van preventieve maatregelen voor inbraakpreventie die in aanNa zes maanden is er een opmerkelijke daling van het aantal merking komen voor fiscale voordelen. Naast de federale overwoninginbraken in de afgebakende wijk vastgesteld, terwijl heid kunnen ook de provinciale overheden inspanningen levehet globale aantal in het gerechtelijk arrondissement Denderren voor het uitrusten van de politiediensten met UV-lichten. monde stijgt. Door de combinatie van preventie, ontrading en grotere In het projectgebied was er een afname met 66% van het traceerbaarheid en opspoorbaarheid van gestolen voorwerpen aantal geregistreerde inbraken. Er vonden maar twee voltooide vult SDNA het klassieke technopreventief advies en de sensibiinbraken plaats in een woning waar de voorwerpen met SDNA lisering via inbraakpreventieve tips goed aan. gemarkeerd waren.
“
Nadja Desmet is VVSG-stafmedewerker gemeentelijk veiligheidsbeleid
Dendermonde 18 oktober Informatiesessie Op deze informatiesessie vertellen schepen Theo Janssens, korpschef Paul Putteman en een vertegenwoordiger van de SDNA-firma u alles over het project in Dendermonde. Aanvullend hoort u de ervaringen van Bart De Nijn (gedeputeerde provincie Antwerpen), Annemarie Jorritsma (burgemeester van het Nederlandse Almere) en Roland Herremans (afdelingschef diefstalpreventie Colruyt). www.vvsg.be
36 I 1 oktober 2011 I Lokaal
lokale raad
De stedenbouwkundig ambtenaar is ziek. Wie mag hem vervangen? De stedenbouwkundig ambtenaar is een onmisbare schakel in het stedenbouwkundig vergunningenbeleid. Hij gaat na of een stedenbouwkundige of verkavelingsaanvraag overeenstemt met de voorschriften en oordeelt of de aanvraag verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. Als dit personeelslid verhinderd is, dreigen de altijd al krappe termijnen niet gehaald te worden. Gemeenten kunnen daarom een waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar aanwijzen.
Voorwaarden De voorwaarden om als waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar te worden aangewezen, zijn duidelijk minder streng dan die voor de eigenlijke ambtenaar. Als vooropleiding is een diploma van niveau A of B vereist. In gemeenten met minder dan 20.000 inwoners volstaat ook een diploma van C-niveau. Dan moet de medewerker al betrokken zijn bij de uitvoering van de gemeentelijke taken betreffende ruimtelijke ordening. Een waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar hoeft niet te beschikken over het diploma ruimtelijke ordening, noch de intentie hebben dat diploma te halen. Het doet er niet toe of het personeelslid contractueel of statutair is. Wat de gemeentesecretaris en de ontvanger betreft, zij kunnen de functie van stedenbouwkundig ambtenaar niet uitoefenen, maar ze kunnen wel als waarnemend stedenbouwkun-
dig ambtenaar worden aangesteld. De regelgeving bepaalt dat als de waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar niet over diploma’s of ervaring beschikt zoals deze worden gesteld aan de eigenlijke stedenbouwkundig ambtenaar, de waarneming maximaal 18 maanden mag duren. Beschikt de waarnemer wel over de vereiste diploma’s of ervaring, dan staat er geen limiet op de termijn van waarneming, hoewel het redelijkheidsprincipe natuurlijk wel gerespecteerd moet worden.
Procedure Een waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar wordt aangewezen door de gemeenteraad. In dringende gevallen kan ook het college dit doen, maar dan moet de gemeenteraad de beslissing bekrachtigen. Gemeenten hoeven niet te wachten met het aanwijzen van een waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar
totdat de eigenlijke ambtenaar wegvalt. Een eenmalig besluit waarin wordt bepaald wie bij verhindering optreedt, kan ook. In het besluit wordt het best ook aangegeven hoe wordt bepaald dat de eigenlijke stedenbouwkundig ambtenaar afwezig is. Na aanwijzing wordt door de waarnemend stedenbouwkundig ambtenaar boven de handtekening van de gemachtigde, naast naam en functie ook melding gemaakt van de machtiging door te verwijzen naar het besluit. Meer informatie over de (waarnemend) gemeentelijke stedenbouwkundig ambtenaar staat op www.vvsg.be, knop omgeving, ruimtelijke ordening, randvoorwaarden
Mail uw vraag over ruimtelijke ordening naar xavier.buijs@vvsg.be.
Uw opslag, een lopende zaak !
EFFICIËNT
COMPACT
VEILIG
WWW.ALMASY-GOV.BE Lokaal-NL-06-04-2011.indd 1
13/04/11 10:29
Lokaal I 1 oktober 2011 I 37
werkveld dienstverlening
Sociaal huis Europees vergeleken In opdracht van de Vlaamse overheid onderzochten Veronique Vandezande en Joost Bronselaer of het sociaal huis ook in andere Europese landen voorkomt. De onderzoekers analyseerden de toegang tot sociale dienst- en hulpverlening in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Denemarken en vergeleken die met onze situatie. tekst joke vanreppelen beeld stefan dewickere
Toegankelijke dienstverlening betekent een constante aanpassing van de loketwerking aan de snel veranderende behoeften.
38 I 1 oktober 2011 I Lokaal
S
ociale dienst- en hulpverlening komt niet altijd terecht bij personen die ze het hardst nodig hebben. Een onoverzichtelijk en versnipperd aanbod maakt dat burgers geen antwoord vinden op hun vraag. Lokale besturen proberen dit probleem op te lossen met een sociaal huis. Een sociaal huis informeert burgers over het plaatselijke dienst- en hulpverleningsaanbod. Het bevat een gezamenlijk loket dat dankzij samenwerking tussen OCMW, gemeente en lokale partners kan doorverwijzen. Lokale besturen vullen dit toegankelijkheidsconcept in op eigen maat en behoefte. Het sociaal huis kent
daardoor talrijke verschijningsvormen zoals een fysiek en/of digitaal loket of een samenwerkingsverband tussen lokale instellingen. Eén ministerie verantwoordelijk Verschillende Vlaamse ministeries sturen de lokale dienstverlening aan via sectorale regelgeving. Die krijgt lokaal vorm in een sociaal huis, een woon-, werk- en opvoedingswinkel en binnenkort een loket kinderopvang. Deze sectorale regelgeving bemoeilijkt een eenvormige loketwerking op lokaal niveau. Een mogelijk antwoord op deze verkokering is één centraal ministerie verant-
centrale overheid met vervanging van de sectorale subsidiëring door areabased budgets. De keuze voor budgetbesteding komt bij de lokale overheden terecht. Een brede centrale financiering betekent niet noodzakelijk meer middelen, het ontschot vooral de centrale financiering en maakt een kritische evaluatie van de sectorale subsidies mogelijk. Zo kan de Vlaamse overheid bijvoorbeeld haar communicatiebudgetten efficiënter besteden. Onbedoeld draagt ze nu bij tot een versnipperd communicatieaanbod dat de burger overspoelt. Bovenlokale welzijnsinstellingen gebrui-
De sectorale Vlaamse regelgeving bemoeilijkt een eenvormige loketwerking op lokaal niveau. woordelijk te stellen voor een toegankelijke en klantgerichte dienstverlening, zoals dat in Nederland gebeurt. Het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vermijdt dat tegenstrijdige wetgeving een integrale werkwijze dwarsboomt. Het ministerie ontwikkelt één visie die de contouren van het lokale toegankelijkheidsbeleid bepaalt. In Denemarken geeft de centrale overheid een zeer duidelijke richtlijn: het lokale loket is dé toegangspoort tot de hele publieke sector. Deze toekomstvisie motiveert lokale besturen om op lange termijn en over de verschillende loketten heen in klantgerichte loketwerking te investeren. Flexibele financiering De Vlaamse overheid geeft aanzienlijke geldstromen aan losstaande toegankelijkheidsprojecten. Deze versnipperde financiering verhindert integrale werking op lokaal niveau. In Nederland stelt het Gemeentefonds een algemene pot ter beschikking waarbij gemeenten de vrijheid hebben een aandeel te besteden aan hun loketwerking. In het Verenigd Koninkrijk experimenteert de
ken Vlaams geld om naast elkaar te communiceren over een specifiek aanbod. Via een coherente strategie zou het sociaal huis gebundeld kunnen communiceren op maat van iedere burger. Bovendien tonen studies aan dat kwetsbare burgers beter bereikt worden via lokale netwerken en loketten dan via dure centrale mediacampagnes. Loketwerking in functie van omgevingsbehoeften Het is opmerkelijk dat het toegankelijkheidsconcept in andere landen vorm krijgt in functie van de lokale omgevingsbehoeften. Op basis van customer insight krijgen lokale besturen in het Verenigd Koninkrijk inzicht in de problemen en behoeften van burgers. Deze analyse geeft vorm en inhoud aan de loketwerking. Naast een algemeen dienstverleningsaanbod bevat het loket een luik dat beantwoordt aan de lokale behoeften. Een loket dat geïntegreerd is in een wijk met veel ouderen, zal bijvoorbeeld ook pensioenaanvragen afhandelen, naar vrijwilligerswerk doorverwijzen en samenwerken met zorgverstrekkers. Lokale besturen heb-
Lokaal I 1 oktober 2011 I 39
werkveld dienstverlening
Aalst 12 oktober Het sociaal huis – samen zorgen voor welzijn Op dit symposium komt u meer te weten over dit onderzoek. Inschrijven bij Stefaan Kestens via communicatie@ocmwaalst.be of T 053-76 51 20
ben ondersteuning en stimulansen nodig om deze technieken van behoefteanalyse toe te passen. Brede ondersteuning van lokale loketten Lokale besturen zijn laboratoria die experimenten opzetten voor toegankelijke sociale dienstverlening. In alle landen zoeken besturen ondersteuning bij de invulling van het concept toegankelijke dienstverlening. Deze functie vervullen de belangenorganisaties van gemeenten. Zij ontwikkelen vorming en begeleiding, geven beleidsadvies, verspreiden
Effectieve samenwerking Alle landen benadrukken het belang van samenwerking tussen gemeentelijke diensten, OCMW-diensten en externen. Kleinere gemeenten en OCMW’s ontwikkelen vanwege de schaarse middelen en beperkt personeel samen hun loketwerking. Nederlandse gemeenten experimenteren met een centraal telefoonnummer en dito helpdesk, gemeenschappelijke opleidingen voor personeel en gebundelde ICT-investeringen. Het blijkt niet evident om externe partners te laten samenwerken aan toegankelijke dienstverlening. Door de con-
Kwetsbare burgers worden beter bereikt via lokale netwerken en loketten dan via dure, centrale mediacampagnes. goede voorbeelden en werken mee aan uitwisselingsmomenten. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten voert bijvoorbeeld kwaliteitscontroles uit op de loketwerking, meet en rapporteert de resultaten en biedt ondersteuning aan. Ze probeert, samen met de gemeenten, consensus te bereiken over wat een goede praktijk is. Ook de VVSG ontwikkelde instrumenten zoals het charter toegankelijke dienstverlening en de toegankelijkheidsscan, ze geeft vorming, verspreidt goede voorbeelden en biedt begeleiding aan. Het ontbreekt in Vlaanderen aan wetenschappelijk bewijs dat aantoont waarom een bepaalde werkwijze effectief is. Lokale effectenstudies met wetenschappelijke onderbouwing kunnen kwaliteitscriteria voor het sociaal huis helpen ontstaan. Experimentele projecten opzetten en de resultaten hiervan breed communiceren, kan de kwaliteit van de dienstverlening verbeteren.
40 I 1 oktober 2011 I Lokaal
currentie willen sommigen hun eigen cliënten adviseren en niet doorverwijzen naar een ander. De angst om cliënteel kwijt te geraken voedt deze redenering. In Vlaanderen bemoeilijkt de historische versnippering door verzuiling en de sectorale aansturing de samenwerking tussen partners. In het Verenigd Koninkrijk spreken gemeenten en organisaties een service level agreement af. Organisaties krijgen kantoorruimte of een zitdag aan het gemeentelijk loket in ruil voor een toelage. Gemeenten gaan ook partnerschappen aan met de vrijwillige en privésector. De gemeenschappelijke planning en doelstellingen leggen ze vast in een overeenkomst met de centrale overheid. Samenwerking is in het Verenigd Koninkrijk vaak een voorwaarde voor subsidiëring.
re doordat er geen centraal aangestuurd vraagregistratiesysteem, geen objectieve kwaliteitscriteria en geen duidelijke toekomstvisie bestaan. Deze opdrachten zou de Vlaamse overheid op zich kunnen nemen. Toch zetten lokale besturen communicatieaudits op, vragen ze burgers naar hun tevredenheid en organiseren ze omgevingsanalyses. De Vlaamse overheid controleert momenteel op basis van sectorale instrumenten zoals jaarplannen, evaluatierapporten en gedetailleerde richtlijnen. Evaluatie van uitkomsten kan nochtans belangrijke beleidsinformatie geven. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld evalueert de centrale overheid via mystery shopping het eerste contact van de burger met het lokale bestuur. Proefpersonen met een specifiek profiel bezoeken loketten van verschillende lokale besturen met eenzelfde vraag. Hun ervaringen geven een indicatie over hoe burgers tijdens hun eerste contact behandeld worden. Lokale besturen zijn vooral gebaat met procesevaluaties om hun eigen werking te verbeteren. De Nederlandse gemeenten beoordelen hun loketwerking aan de hand van vooropgestelde kwaliteitscriteria zoals toegankelijkheid, neutraliteit, privacygevoeligheid, deskundig personeel of herkenbaarheid. De deelnemende gemeenten krijgen een plaats in een rangorde waardoor ze zich kunnen vergelijken met anderen of met zichzelf in de loop van de tijd. Een gekende rangschikking is de ‘WMO-loket top 100’ van de stichting Vraagwijzer. Daarnaast heeft de Nederlandse ledenorganisatie een stevig ondersteuningsaanbod dat geënt is op deze kwaliteitscriteria. Ook de VVSG wil en kan een dergelijke rol opnemen, als ze daarvoor ondersteuning van de Vlaamse overheid krijgt. Joke Vanreppelen is VVSG-stafmedewerker lokaal sociaal beleid
Download het onderzoeksrapport Het Vlaams sociaal huis vergeleken met inspirerende praktijken uit andere
Evaluatie Globale evaluaties over de werking van het sociaal huis ontbreken, onder ande-
Europese landen vanaf midden oktober op www.vvsg.be, knop sociaal beleid, lokaal sociaal beleid, sociaal huis.
werkveld personeelsbeleid
Met de officiële ondertekening door Mark Suykens (VVSG), Mil Luyten (ACOD-LRB) en Marthe Rombouts (Federatie Centra voor Basiseducatie) wordt de samenwerking tussen de Centra voor Basiseducatie en Diverscity, het samenwerkingsverband tussen de VVSG en de drie vakbonden, formeel bevestigd.
Kortgeschoolde medewerkers
kunnen nu hun competenties aanscherpen In Turnhout heeft Diverscity op 7 september een samenwerkingsakkoord ondertekend met de Federatie Centra voor Basiseducatie. Ze gaan goede toegankelijke vorming organiseren voor werknemers op niveau E en D zodat zij beter geletterd en met sterkere competenties op de werkvloer staan. tekst peter neirynck beeld stefan dewickere
E
en op zeven volwassen Vlamingen is onvoldoende geletterd om echt goed mee te draaien in de maatschappij. Niet enkel oudere mensen, maar ook schoolverlaters kampen met laaggeletterdheid. Eric getuigt: ‘Dat ik niet goed kon lezen en schrijven werd voor mij moeilijk toen de kinderen met hun huiswerk steeds naar mama gingen. Ik werd op de achterste rij gezet als er geholpen moest worden, net als vroeger op school. Daar kwam nog bij dat ik op mijn werk de kans kreeg om ploegbaas te worden. Daar hoorde natuurlijk ook veel schrijfwerk bij. Op een dag bracht
mijn vrouw de brochure van Basiseducatie mee. Ik heb nog te lang nagedacht, maar uiteindelijk toch besloten een cursus te volgen. Nu kan ik veel beter met mijn chefs communiceren.’ Maken dat iedereen over voldoende basisvaardigheden beschikt, is niet alleen de verantwoordelijkheid van de Centra voor Basiseducatie. Ook voor lokale besturen is hier een taak weggelegd. Daarom willen Diverscity – het samenwerkingsverband tussen de VVSG en de drie vakbonden ACV-Openbare Diensten, ACOD-LRB en VSOA-LRB – en de Centra voor Basiseducatie hun
bestaande samenwerking uitbreiden en formaliseren. In het project ‘Opleiding en vorming voor het niveau E en D na het Rechtspositiebesluit’ werd naar de specifieke opleidingsbehoeften van deze groep werknemers gezocht. Het resultaat hiervan is een introductiemodule van 21 lesuren, samen te stellen uit een lijst van zestien bouwstenen. Inbegrepen zijn een voorbereidende bijeenkomst tussen het Centrum voor Basiseducatie en het lokale bestuur, een tussentijdse evaluatie en een eindbespreking. Andere bouwstenen zijn beroepshouding, communicatie en computerkennis, maar evenzeer het schrijven van berichten en korte notities, rekenvaardigheden en milieuvriendelijk werken. De module past binnen het Vlaams Plan Geletterdheid Verhogen. Vorming op maat De samenwerking biedt nieuwe mogelijkheden voor kortgeschoolde mede-
Lokaal I 1 oktober 2011 I 41
werkveld personeelsbeleid
De houding van de werknemers is belangrijk voor de uitstraling van de stad.
werkers. Het lokale bestuur beslist zelf over de combinatie van de bouwstenen, de omvang van de opleiding of de spreiding in de tijd, zodat de druk op de organisatie tot een minimum beperkt blijft. De dienstverlening aan de bevolking gaat immers altijd door. Maar een pakket van 21 uren heeft ook beperkingen. ‘We moeten goed nadenken over welke doelstellingen realistisch zijn,’ zegt Jan Schuermans, lesgever in het Centrum voor Basiseducatie Kempen. Zijn collega Peggy Meeuwsen vult aan: ‘We kunnen beter minder thema’s grondig bespreken, dan veel zaken maar oppervlakkig behandelen.’ De stad Turnhout heeft de introductiemodule mee ontwikkeld. Intussen hebben al zes groepen van telkens twaalf mensen de vorming gevolgd. Ze past in het HRM-beleid dat gebaseerd is op competentiemanagement. Samenwerken, klantgerichtheid, voortdurend verbeteren, betrouwbaarheid en organisatiebetrokkenheid vormen daarin de 5 kerncompetenties, de hoekstenen van het HRM-beleid. Het zijn vooral soci-
42 I 1 oktober 2011 I Lokaal
ale competenties die een klantgerichte dienstverlening van goede kwaliteit moeten garanderen. Communicatie is daarom een belangrijk onderdeel in de opleiding. Ook burgemeester Francis Stijnen hecht hier veel belang aan: ‘De houding van de werknemers is belangrijk voor de uitstraling van de stad. Wanneer mensen zich goed in hun vel voelen en betrokken zijn bij de organisatie, gaan ze ook beter presteren.’ Turnhout kiest expliciet voor het Centrum voor Basiseducatie. Voor Bart Wilrycx van de dienst personeelsmanagement is dat geen toeval: ‘Het aanbod van de introductiemodule sluit aan bij wat wij nodig hebben. Geen enkele opleidingsverstrekker zet zo sterk in op de sociale competenties voor de niveaus E en D. Door de voorbespreking met de lesgevers hebben we de juiste bouwstenen voor ons veranderingstraject kunnen kiezen. Ook over de methodiek zijn we bijzonder tevreden.’
bonden) is verdere competentieontwikkeling van kortgeschoolde medewerkers belangrijk. Met 140.000 werknemers staan de lokale besturen in voor 6,4 procent van de Vlaamse werkgelegenheid. Ongeveer de helft van deze medewerkers is kortgeschoold, waarvan een groot deel aan de slag is via diverse werkgelegenheidsmaatregelen. Peter Neirynck is sectorconsulent lokale besturen (Diverscity)
Het volledige verhaal van Eric staat in de publicatie Geletterdheid in 12 portretten, uitgegeven door de Federatie Centra voor Basiseducatie. Daarin doorbreken twaalf ambassadeurs het taboe. De verhalen kunt u downloaden via www.basiseducatie.be/ ambassadeurs.
Meer informatie over de introductiemodule en de zestien bouwstenen vindt u op www.diverscity.be
VVSG en vakbonden enthousiast Ook voor de sociale partners van de sector lokale besturen (werkgevers en vak-
Contactgegevens van de Centra voor Basiseducatie in uw buurt staan op
www.basiseducatie.be
werkveld werkgelegenheidsbeleid
Blankenberge zet in op duurzame tewerkstelling OCMW’s krijgen niet altijd de waardering die ze verdienen voor hun tewerkstellingsopdracht. En ze doen echt wel meer dan een paar Artikel 60’ers in dienst nemen. In Blankenberge is het lokale bestuur al jaren bezig met duurzame tewerkstelling voor kansengroepen. Gedreven door de overtuiging dat arbeid een belangrijke hefboom is om mensen uit de armoede te halen kiest het OCMW resoluut voor activering van kansengroepen gekoppeld aan het invullen van de behoeften van de bevolking. tekst petra dombrecht beeld gf
B
lankenberge heeft om en bij de 19.000 inwoners en kent volgens Veronique Raes, OCMW-personeelslid en coördinator van de lokale Werkwinkel van Blankenberge, eenzelfde vorm van kansarmoede als andere kustgemeenten. ‘De zee vormt een grens en mensen die in Blankenberge seizoenswerk hopen te vinden, blijven er vaak hangen,’ legt ze uit. ‘Dankzij de niet aflatende inspanningen van zowel de lokale besturen als van de partners binnen de Werkwinkel ontspoorden de werkloosheidscijfers niet. Zelfs sinds het crisisjaar 2008 is er geen sterke stijging van de werkloosheidsgraad. Binnen de groep werkzoekenden is er een groot aandeel kortgeschoolden en langdurig werkzoekenden. Zodra deze mensen een bepaalde tijd werkloos zijn, is inschakeling op de arbeidsmarkt minder evident. Dit vereist een gespecialiseerde aanpak van gedreven trajectbegeleiders, maar ook aangepast werk op maat van de cliënt, werk dat de mensen met een beperkte inzetbaarheid toch aankunnen.’ De lokale besturen van Blankenberge kozen voor een intensieve samenwerking met bestaande initiatieven binnen de sociale economie (beschutte en so-
ciale werkplaatsen, de lokale diensteneconomie) maar waren ook initiatiefnemer voor de ontwikkeling van nieuwe lokale initiatieven zoals vzw Het Strijkatelier en vzw Sociale Economie Blankenberge. Ook zet Blankenberge in op intergemeentelijke samenwerking: zo
Jobkracht 10 ‘Jobkracht 10 is de dienst tewerkstelling van het OCMW van Blankenberge,’ verduidelijkt Veronique Raes. ‘Mensen met een leefloon kunnen er terecht voor trajectbegeleiding en werkervaring onder de vorm van contracten Artikel 60,
Veronique Raes: ‘We helpen mensen die het moeilijker hebben in de samenleving, aan een baan waarmee ze een dienst aan de lokale gemeenschap en de omgeving bewijzen.’ worden de leefloners van OCMW Zuienkerke begeleid door Jobkracht 10, de dienst tewerkstelling van het OCMW Blankenberge, en bedient vzw SEB ook het grondgebied Zuienkerke. ‘We koppelen de lokale behoeften van een kustgemeente en haar burgers aan de tewerkstellingsopdracht van het lokale bestuur,’ legt Veronique Raes uit. ‘We helpen mensen die het moeilijker hebben in de samenleving aan een baan waarmee ze een dienst aan de lokale gemeenschap en de omgeving bewijzen.’
Sine, WEP+ of activa. Het OCMW begeleidt op jaarbasis een 150-tal leefloongerechtigden en biedt hiervan een 60tal mensen een contract aan om ze de nodige werkervaring te bieden. Om dit aanbod te realiseren werkt Jobkracht 10 samen met de stad, initiatieven in de sociale economie en privéwerkgevers. Het OCMW en de stad zijn ook werkervaringspromotor voor WEP+.’ Jobkracht 10 werd in 1997 opgestart met middelen van het Sociaal Impulsfonds en verder ontwikkeld met midde-
Lokaal I 1 oktober 2011 I 43
werkveld werkgelegenheidsbeleid
len van het Europees Sociaal Fonds. Veronique Raes is in dienst van het OCMW en coördineert naast Jobkracht 10 ook de lokale werkwinkel van Blankenberge. De VDAB, het PWA, Jobkracht 10 en het dienstenchequebedrijf ’t Schoonschip zitten samen in de werkwinkel. Naast deze vaste partners zijn er ook zitdagen van GTB, de dienst voor inburgering, het Huis van het Nederlands, vzw Efrem voor hulp aan (ex-) zelfstandigen, de Woonwinkel en de dienst voor opvanggezinnen. Op die manier kunnen de mensen op één plaats alle informatie over werk, solliciteren of opleidingen vinden. En dat is precies de doelstelling van de werkwinkel. PWA Het PWA begeleidt een 200-tal werklozen. Volgens Raes levert het goed werk. In het verleden zijn veel werkzoekenden via het PWA geactiveerd en later doorgestroomd naar reguliere schoonmaakbanen. Daarnaast zijn een aantal mensen bij het PWA aan het werk die geen re-
44 I 1 oktober 2011 I Lokaal
guliere baan aankunnen. Deze mensen ervaren hun inzet via het PWA als hun werk en zo blijft het PWA zinvol.
erkenning Lokale Diensteneconomie. De vzw heeft een 16-tal mensen in dienst die door drie mensen (die elk 4/5
Het feit dat de winsten van het dienstenchequebedrijf ’t Schoonschip en vzw het Strijkatelier adem geven aan vzw Sociale Economie is een cumulatie van positieve effecten: mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt krijgen zinvol werk en de inwoner kan rekenen op steeds meer dienstverlening! Sociale Economie Blankenberge Vzw SEB of Sociale Economie Blankenberge is opgericht door het OCMW en de stad en verenigt alle initiatieven van dienstenwerkgelegenheid in Blankenberge. Die diensten beantwoorden aan behoeften van de inwoners en er worden mensen uit de kansengroepen voor aan het werk gezet. SEB vzw is in 2008 door de POD MI erkend als federaal inschakelingsbedrijf. Ze kan daardoor mensen binnen de Sine-maatregel aan werk helpen. Vzw SEB heeft sinds 2010 ook een
werken) begeleid worden. Een voltijdse Artikel 60’er werkt er als administratieve kracht. Binnen vzw SEB zijn vier diensten actief. Zo werd de klusjesdienst Kadee opgericht voor tuinonderhoud en kleine klusjes voor senioren, personen met een handicap en mensen met een laag inkomen. De fietsherstelplaats ’t Villokot recupereert gebruikte fietsen en zwerffietsen, herstelt ze en maakt ze opnieuw rijklaar. De fietsen worden aan specifieke doelgroepen verkocht of verhuurd. In de open computerruimte
den Oapesteirt kan iedere inwoner in een informele omgeving de computer en zijn toepassingen leren kennen. Er is altijd een assistent aanwezig en er wordt ook vorming gegeven. Daarnaast vormen de Busters een opruim- en groenploeg die ingezet wordt voor aanvullende taken. Zij ruimen het strand op en verbeteren zo de kwaliteit van de leefomgeving van de inwoner en de toerist. Al deze diensten van vzw SEB worden geleverd door mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt en met de inzet van maatregelen als LDE, VOP, Sine, activa, winwin of Artikel 60. Zij krijgen volwaardig werk, de inwoners krijgen betaalbare diensten en een properder leefomgeving. ’t Schoonschip De dienstenchequeonderneming vzw ’t Schoonschip werd in 2004 als sui generis-afdeling van het PWA BlankenbergeZuienkerke opgericht. Op 1 augustus 2008 maakte ’t Schoonschip zich los van het PWA. Het levert thuishulp via twee kanalen: er is de schoonmaakdienst en de comfortdienst @home die kleine opdrachten aan huis uitvoert zoals rolluiken ophalen of sneeuwruimen. ’t Schoonschip heeft ook een dienst aangepast vervoer Mobiel voor personen met een handicap. Daarnaast werd in Blankenberge ook nog vzw Het Strijkatelier opgericht vanuit het OCMW, een sociale werkplaats en eveneens een dienstenchequeonderneming. De banen in deze sociale werkplaats worden voorbehouden aan mensen die al geruime tijd werkzoekend zijn. Zowel vzw ’t Schoonschip als vzw Het Strijkatelier brengen een substantieel deel van hun winst in om de werking van vzw Sociale Economie Blankenberge mogelijk te maken. ‘In Blankenberge wordt de winst die gemaakt wordt met de tewerkstelling van kansengroepen voor diensten aan de bevolking aangewend om nog meer werk te creëren voor meer diensten aan de burger. Als dat geen winwinwin-verhaal is,’ besluit Veronique Raes.
Petra Dombrecht is VVSG-stafmedewerker lokale
WEVELGEM
Wij zijn een dynamisch openbaar bestuur met een uitgebreide dienstverlening verspreid over o.a. een sociale dienst, een dienst thuiszorg, twee serviceflatgebouwen, twee woonzorgcentra, een dienstencentrum en een administratief centrum, samen goed voor een tewerkstelling van 250 medewerkers. Momenteel zijn wij op zoek voor onmiddellijke indiensttreding naar een (m/v):
FINANCIEEL BEHEERDER (voor onmiddellijke indiensttreding als voltijds waarnemend financieel beheerder ter vervanging van de afwezige financieel beheerder)
De selectie wordt georganiseerd met het oog op het aanleggen van een wervingsreserve.
FuNCtIE: • Je bent verantwoordelijk voor het financieel management van het OCMW. • Je leidt de financiële dienst en bent eindverantwoordelijk voor de boekhouding, de jaarrekening, het financieel gedeelte van de ontwerpen van meerjarenplanning en budget, de financiële analyse en de financiële beleidsadvisering. • Als lid van het managementteam werk je nauw samen met de secretaris en de overige OCMW-diensten. SELECtIEVOORWAARDEN: • Houder zijn van een in aanmerking komend diploma van licenciaat of master. • De burgerlijke en politieke rechten genieten. • Belg zijn en slagen in een vergelijkende selectie. BEZOLDIGING en VOORDELEN: • Jaarlijks geïndexeerde bruto-
bezoldiging van 52.264,40 tot 77.182,36 euro (index juni 2011). • Maaltijdcheques. • Gratis hospitalisatieverzekering. • Fietsvergoeding. • Gunstige verlofregeling. • Eindejaarspremie. • Vakantiegeld.
GEÏNtERESSEERD? Kandidaturen vergezeld van een uitgebreid cv en een kopie van het diploma en een bewijs van goed gedrag en zeden moeten ten laatste op vrijdag 14/10/2011 aangetekend toekomen bij de voorzitter van het OCMW Wevelgem, Deken Jonckheerestraat 9 in 8560 Wevelgem. Bijkomende inlichtingen zijn te verkrijgen op de personeelsdienst op het nummer 056 43 55 00 of via het e-mailadres: personeelsdienst@ocmwwevelgem.be U kunt ook terecht op de website: www.ocmwwevelgem.be onder de rubriek “vacatures”
www.ocmwwevelgem.be
economie en werkgelegenheid
Lokaal I 1 oktober 2011 I 45
Landen, een stad in Vlaams- Brabant met ruim 15.400 inwoners en gelegen op het kruispunt van vier provincies, is in volle expansie
organiseert selectieprocedures voor de aanwerving in statutair verband van m/v
Afdelingshoofd Infrastructuur voltijds – niveau A1a-A3a heeft de leiding van de dienst infrastructuur (beheer van gebouwen, wegeninfrastructuur en groenvoorzieningen). Streeft naar optimaal functioneren van de technische uitrustingen (materieel en activering), efficiënt beheer van de middelen en naar een verzorgde en veilige infrastructuur in de gemeente. Doet beleidsvoorstellen (planning, uitvoering en budgettering). Houdt toezicht op de infrastructuurwerken (wegen, gebouwen, groenvoorzieningen) in eigen beheer en op de uitbestede werken. Volgt aanbestedingen op en stelt lastenboeken op. Diploma: • master of gelijkwaardig (bij voorkeur in een technische richting zoals bouw of openbare werken); • of bachelor of gelijkwaardig (bij voorkeur in een technische richting zoals bouw of openbare werken) met - minimaal tien jaar praktijkervaring als leidinggevende in de bouwsector of in de sector van de openbare werken; - of minimaal tien jaar werkervaring hebben in een andere gemeente of openbare dienst, waarvan minstens zes jaar op minstens B-niveau als leidinggevende in een technische dienst en/of dienst openbare werken/infrastructuur; en bovendien voldoen aan de toelatings- en wervingsvoorwaarden. Functierelevante vereisten: grondige praktische en theoretische kennis van technieken, werkmiddelen en materialen op het vlak van infrastructuur. Een goed inzicht in de werkorganisatie m.b.t. de bouw, de aanleg en het onderhoud van openbare voorzieningen. Proeftijd: twaalf maanden; Bruto maandwedde (index 154,60): min. 2815,01 euro - max. 4953,65 euro.
Deskundige Sport en Jeugd voltijds – niveau B1-B3 zorgt voor de uitbouw van een sportwerking en sportpromotionele activiteiten binnen de gemeente, alsook voor de uitbouw van de jeugdwerking en activiteiten voor de jeugd. Behandelt de desbetreffende dossiers. Draagt zorg voor de praktische realisatie van de strategische beleidsopties inzake aangelegenheden van de dienst Sport en de dienst Jeugd. Diploma: minstens bachelor, aangevuld met het brevet van sportfunctionaris, uitgereikt door de Vlaamse Trainersschool (of behalen binnen de drie jaar na indiensttreding) of gelijkwaardig en voldoen aan de toelatings- en wervingsvoorwaarden. Proeftijd: twaalf maanden; Bruto maandwedde (index 154,60): min. 2228,82 euro - max. 3755,49 euro. wijze van solliciteren voor de voormelde vacatures
Uw kandidatuur, met duidelijke vermelding van de beoogde functie, vergezeld van een uitgebreid cv en een afschrift van het vereiste diploma, moet: • hetzij overhandigd worden op het secretariaat van het gemeentebestuur, op de 1° verdieping van het gemeentehuis, Gemeentestraat 2, 3054 OudHeverlee, waar u een ontvangstbewijs zult krijgen. • hetzij per post verzonden worden aan het college van burgemeester en schepenen, Gemeentestraat 2, 3054 Oud-Heverlee.
Uiterste inschrijvingsdatum voor de voormelde functies: 31 oktober 2011 (datum poststempel of ontvangstbewijs gelden als bewijs). Bijkomende inlichtingen: dienst personeel, Gemeentestraat 10, 3054 Oud-Heverlee, T 016-38 88 29, personeel@oud-heverlee.be of via www.oud-heverlee.be
46 I 1 oktober 2011 I Lokaal
Het stadsbestuur van Landen is nog steeds op zoek naar gemotiveerde kandidaten (m/v) voor de voltijdse betrekking van:
Deskundige Patrimonium B1-B2-B3, in contractueel dienstverband Functie, vooral • opvolging en uitvoering van het financiële beleid van het autonoom gemeentebedrijf (AGB Landen) door toezicht op de boekhouding; • werkt o.l.v. de stafmedewerker Algemene Zaken. Vereisten, o.a. houder zijn van een bachelordiploma (of ermee gelijkgesteld, studierichting: boekhouden, overheidsmanagement, economische wetenschappen of gelijkwaardig) en slagen voor de selectieproeven. Laatstejaarsstudenten worden eveneens toegelaten tot de selectieproeven, mits het voorleggen van een studiebewijs en een verklaring dat ze binnen de termijn van max. vijf maanden zullen deelnemen aan de eindexamens voor het behalen van hun diploma. Brutosalaris min. 2228 euro en max. 3755 euro per maand Arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur (zes maanden proeftijd), onmiddellijke indiensttreding. Er wordt een wervingsreserve aangelegd die geldig is voor drie jaar. Interesse ? De kandidaturen (met een ingevuld inschrijvingsformulier, een kopie van het vereiste diploma of eventuele andere bewijsstukken) moeten per brief gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen van de stad Landen, Stationsstraat 29, 3400 Landen, en toekomen ten laatste op maandag 20 juni 2011. Meer info: dienst Personeelsaangelegenheden, personeel@landen.be, T 011‑88 03 06 of www.landen.be
Uw personeelsadvertentie in Lokaal, VVSG-week én op de VVSG-website inlevering advertenties voor:
Lokaal 17 (1 tot 15 november): 13 oktober Lokaal 18 (16 tot 30 november): 27 oktober
informatie personeelsadvertenties
Nicole Van Wichelen T 02-211 55 43 nicole.vanwichelen@vvsg.be
informatie andere advertenties
Peter De Vester T 03-326 18 92 peter@cprojects.be
layla aerts
geregeld wetmatig
Reclameronselaars strenger aangepakt Handelaars meldden in het verleden regelmatig aan hun gemeentebestuur dat er brieven of offertes circuleerden van malafide reclameverkopers of opstellers van bedrijvengidsen. Dezen vermeldden opzettelijk foutieve gegevens, en als ondernemers ze dan te goeder trouw wilden corrigeren, sloten ze nietsvermoedend een duur contract af. Zo betaalden veel ondernemers meer dan 1000 euro per jaar om een advertentie in een nepgids te plaatsen. Er is nu een wijziging aan de Wet van 6 april 2010 betreffende Marktpraktijken en Consumentenbescherming (WMPC) gepubliceerd. Daarmee is de wet verstrengd en zijn ondernemers beter beschermd tegen reclameronselaars. Een nieuw artikel 97/1 stelt het volgende: ‘Het is verboden voor een onderneming ofwel rechtstreeks, ofwel via een betalingsformulier, een bestelformulier, een factuur, een aanbod, algemene
voorwaarden, een voorstel tot verbetering of elk ander soortgelijk document, adverteerders te werven om hen in gidsen, adressenbestanden, telefoonboeken of soortgelijke lijsten of bestanden op te nemen, zonder ondubbelzinnig aan te geven dat deze werving een aanbod van overeenkomst tegen betaling uitmaakt en zonder in het vet en in het grootste lettertype dat in het document wordt gebruikt de duur van de overeenkomst en de hieraan verbonden prijs te vermelden.’ In het verleden vermeldden deze ‘contracten’ enkel helemaal onderaan en in kleine lettertjes dat het een contract betrof. Nu wordt niet alleen bepaald wat er vermeld moet staan, maar ook hoe. Hiermee hoopt de wetgever een eind te maken aan de meeste malafide praktijken op het vlak van verkoop van advertentieruimte en vermeldingen in beroepengidsen. Hij baseerde zich op een gelijkaardige ingreep in Oostenrijk, waar het aantal incidenten sterk daal-
de. Bovendien legt de wet hoge boetes tot 25.000 euro op. Gemeenten kunnen hun ondernemers wijzen op deze wetswijziging en op de lijst van malafide reclameronselaars die op de website van de FOD Economie staat. bart.palmaers@ vvsg.be
Website FOD Economie: http://economie.fgov.be/nl/ ondernemingen/arnaques/Bedrog_ beroepsgidsen_reclame-inlassingen_ domeinnamen/
Wet van 23 april 2011 tot wijziging van de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming met het oog op het bestrijden van reclameronselaars, BS van 7 september 2011, Inforumnummer 259354 Wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, BS van 12 april 2010, Inforumnummer 246330
Lokaal I 1 oktober 2011 I 47
geregeld wetmatig
Pensioenbijdragen lokale politie stijgen van 27,5% naar 41,5% in 2016
stefan dewickere
Er liggen enkele concrete hervormingsvoorstellen op tafel om de ambtenarenpensioenen van de lokale besturen te financieren. De federale regering heeft op 20 juli 2011 een voorontwerp van wet goedgekeurd.
48 I 1 oktober 2011 I Lokaal
Alle pools bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten worden samengevoegd, zo ook een deel van pool 5 namelijk het fonds voor de pensioenen voor de geĂŻntegreerde politie. Het andere deel van pool 5, namelijk de pensioenlasten van de federale politie (zowel van het verleden als van de toekomst), wordt geĂŻsoleerd en apart gefactureerd aan de federale Staat. De integratie van de verschillende pools zal leiden tot een harmonisering van de verschillende bijdragevoeten. Momenteel is het wettelijke bijdragepercentage 27,5% waarvan 20% werkgeversbijdrage en 7,5% werknemersbijdrage. Voor de lokale politie zullen de basisbijdragen stijgen tot 41,5% in 2016. In 2012 is er een stijging met 3,5%, vervolgens telkens met 3% en daarna met 1,5% in 2016. De lokale politiezones worden voor het eerst geconfronteerd met een stijging van de bijdragevoet. Dat komt omdat de pensioenlasten van de vroegere gemeentepolitie mee verrekend worden. Dit is een zware bijkomende financiĂŤle last
voor de politiezones. Wetende dat bij de politiezones 85% tot 90% personeelskosten zijn en het meeste politiepersoneel statutair is, zal deze verhoging van de bijdragevoeten voor de lokale politiezones relatief zwaarder doorwegen. Op basis van de beschikbare gegevens betekent dit volgens de VVSG een extra uitgave van ongeveer 40 miljoen euro in 2012 voor de lokale politiezones. Het is de bedoeling dat het ontwerp dit jaar nog goedgekeurd wordt in het parlement. De VVSG raadt de zones aan om er rekening mee te houden bij de opmaak van de politiebegroting 2012. Voor de periode 2012-2016 loopt dit bedrag op tot meer dan 200 miljoen euro. De VVSG vraagt dat de federale overheid de financiering van de politiezones herbekijkt. Meer informatie over de hervorming van de lokale ambtenarenpensioenen vindt u op de VVSG-website. koen.vanheddeghem@ vvsg.be
Voorontwerp van wet van 20 juli 2011 met toelichting op www.vvsg.be, werking en organisatie, personeel, pensioen, ambtenarenpensioen.
agenda studiedagen
Antwerpen 26 oktober
Brussel van 10 tot 13 oktober
Meer met minder: energiedag voor lokale besturen
Open Days
Europese conferentie voor lokale en regionale besturen met als thema Investeren in Europa’s toekomst: regio’s en lokale besturen gaan voor slimme, duurzame en inclusieve groei. ec.europa.eu Dendermonde 18 oktober
Nieuwe methodes tegen vermogensdelicten en hold-ups Studiedag over het SDNA-project in Dendermonde en Almere. www.vvsg.be (kalender) Leuven 19 oktober Gent 20 oktober Roeselare 21 oktober Hasselt 7 november Antwerpen 10 november
Samen-werken aan opvoedingsondersteuning Provinciale netwerkconferenties voor lokale coördinatoren opvoedingsondersteuning als platform met de visie en standpunten van prominente beleidsactoren en goede praktijken. www.expoo.be/netwerkconferenties Leuven 20 oktober
Diversiteit in de praktijk in de provincie Vlaams-Brabant Studiedag voor burgemeesters, schepenen, secretarissen, personeelsverantwoordelijken en -medewerkers van gemeenten en OCMW’s uit de provincie Vlaams-Brabant. www.diverscity.be (activiteiten) Leuven 20 oktober
Projectmatig werken voor lokale overheden Studiedag voor leden van het managementteam, directieleden, mandatarissen, projectleiders en projectmedewerkers. www.vvsg.be (kalender)
De eerste Energiedag voor lokale besturen wil de besturen prikkelen en goesting geven om nog beter werk te maken van een duurzaam energiebeleid. Prominent staan de praktijkmarkten met veel concrete voorbeelden van wat in voortrekkersgemeenten al gerealiseerd is. U kunt er uw heel concrete vragen stellen aan (ervarings)deskundigen uit de gemeentelijke praktijk, heel laagdrempelig en interactief. De Energiedag is zeker ook bedoeld voor technische energiespecialisten. Maar hij richt zich bewust ook tot mandatarissen, beleidsmakers en tot iedereen die op lokaal niveau betrokken is bij aspecten van energiebeleid en energiehuishouding, ook bijvoorbeeld de maatregelen voor sociale doelgroepen. www.vvsg.be (kalender)
Antwerpen 27 oktober
Tien actuele dossiers voor de lokale besturen. www.vvsg.be (kalender)
Namiddagsymposium over de onderlinge verhouding tussen de GGZ, de sectoren welzijn, wonen en werk en de lokale besturen. www.ICURO.be
Gent vanaf 18 oktober
Waar zijn wonen, werken, welzijn (nog niet) verankerd in de Geestelijke Gezondheidszorg?
opleidingen
Gent 4 oktober Leuven 6 oktober Torhout 11 oktober Antwerpen 18 oktober Hasselt 20 oktober
Energievraagstukken voor hulpverleners Tweedaagse opleiding voor medewerkers van OCMW’s en diensten voor schuldbemiddeling. www.vvsg.be (kalender) Antwerpen 21 oktober
Het ecogram: het sociaal netwerk van mensen in kaart gebracht
Draag zorg voor uw zorg = Zorg voor uw Talent!
Interactieve workshop voor medewerkers sociale dienst. www.vvsg.be (kalender)
Interactieve sessies over verzuim. www.diverscity.be (activiteiten)
evenementen
Gent 11 oktober Houthalen-Helchteren 12 oktober Roeselare 13 oktober Malle 18 oktober Affligem 19 oktober Leuven 27 oktober
Ronde van Vlaanderen
donderdag 1 en vrijdag 2 december
Helder en overtuigend communiceren Tweedaagse training voor burgemeesters, schepenen, voorzitters van de gemeenteraad en OCMW-voorzitters om te leren spreken voor publiek in diverse contexten: gemeenteraad, OCMW-raad, vergadering vast bureau, commissie, hoorzitting, opendeurdag en werkvergadering. U leert een boodschap structureren, het publiek informeren, zijn aandacht vasthouden en het ook overtuigen van uw boodschap. www.vvsg.be (kalender)
Antwerpen 5 oktober Leuven 6 oktober Brugge 7 oktober Hasselt 12 oktober Gent 13 oktober
Te Gek!?-Karavaan
Taboedoorbrekend project over mensen met ernstige psychische problemen van de vzw Sint-Annendael Grauwzusters met steun van de Vlaamse regering, Radio 1 en De Standaard. www.sad.be (beeldvorming, te-gek) 10 oktober
Werelddag Geestelijke Gezondheid Lokale activiteiten brengen een correcte beeldvorming over mensen met psychische problemen om de taboes te doorbreken. www.sad.be, www.vvgg.be en www.fitinjehoofd.be
Lokaal I 1 oktober 2011 I 49
column Johan Ackaert
I
k ben niet helemaal zeker of er een oorzakelijk verband bestaat tussen beide fenomenen, maar de voorbije zomer drong federale ministers naar de achtergrond – door het uitblijven van een ‘echte’ federale regering – en zette burgemeesters volop in de schaarse zon. En neen, mijn gedachten gaan dan in de eerste plaats niet uit naar de beelden van die burgemeester van een Vlaamse centrumstad die tijdens een vakantie, een aantal jaren terug, hoog op een Iberische toren uitermate vriendschappelijk omging (kwestie van het sereen uit te drukken in dit blad) met haar vriend. Tot grote ontsteltenis van haar partijachterban, die het arme mens volgens een aantal artikelen (ook in de kwaliteitsbladen) oproept tot een publieke biecht. En allicht tot een spirituele tocht naar Santiago de Compostela, vermoedelijk op de route over de Picos de Europa. Evenmin plaats ik die drie niet-benoemde burgemeesters van faciliteitengemeenten op het podium. Hun enige politieke relevantie schuilt erin dat ze als symbooldossier naar voren geschoven worden. Kwestie van in een onderhandelingssituatie wat extra tegemoetkomingen van de tegenstanders af te dwingen om nadien geruisloos in de nevelen van de geschiedenis te verdwijnen. In het museum van onze nationale politiek staan er nog van die burgemeesterscoryfeeën die jaren terug de emoties prikkelden maar van wie mensen zich vandaag nog amper de naam herinneren. Tenzij hun naam voortaan natuurlijk geassocieerd wordt met nieuwe bestuursrechtelijke concepten als de ‘veronderstelde burgemeester’. Maar goed, elk compromis heeft een prijs. En misschien zijn volgende generaties ons dankbaar voor het scheppen van de ‘bourgmestre supposé’ als suppositoire voor
50 I 1 oktober 2011 I Lokaal
het befaamde en tezelfdertijd tanende Belgische pacificatiemodel. Nog minder charmeert mij het idee van een burgemeester van een andere Vlaamse centrumstad om geëxecuteerde Boerenkrijgers plechtig te herbegraven. Niet zozeer omwille van het ambivalente gedrag: dat uitgerekend een liberaal (als nazaat van de Verlichting) de Kempische variant van het Talibanverzet tegen de libertaire waarden van de Franse Revolutie huldigt met het statuut van het eeuwige martelaarschap, willen we (als pleitbezorgers van de pacificatie) er nog bijnemen. Maar het is vooral dat het onderhuids kruipende gevoel dat die lijken – net als die andere ‘zaden in het zand’ – vooral toegevoegde waarde zullen leveren als toeristische attractie, maar niet wil wijken. Neen, de burgemeester die deze zomer tot haar eigen verdriet en wanhoop de grootste indruk maakte, was die frêle dame die na de moordende zondvloed over Pukkelpop op het juiste moment de juiste beslissingen nam en deze op de juiste ogenblikken op de juiste (meelevende maar serene) toon communiceerde. Dat haar stad deze crisis verder aankon zonder de sturing over te laten aan de provinciale of federale rampenplanners, illustreert mooi de potentiële slagkracht van het lokale bestuur (althans in onze centrumsteden). Uiteindelijk liep zowel de federale eerste minister als de federale minister van Binnenlandse Zaken er die avond werkloos (of in het beste geval als bladvulling) en gegeneerd bij. Dat last but not least pakken stadsbewoners zelf nog bijsprongen om het leed te verzachten, getuigt nog extra van de vitaliteit en creativiteit van het sociale weefsel in onze steden.
beeld karolien vanderstappen
De zomer van de burgemeester
Handboek LokaLe besturen en vreemdeLingen
CorreCte informatie en kwaLiteitsvoLLe dienstverLening Vreemdelingen correct informeren over de geldende regelgeving én een kwaliteitsvolle dienstverlening uitbouwen: het is een hele uitdaging! Het handboek ‘Lokale besturen en vreemdelingen’ is bestemd voor OCMW’s en gemeenten, maar ook NGO’s, advocaten en allerhande vzw’s die met vreemdelingen in aanraking komen vinden er nuttige informatie.
mét CodeX, Cd-rom en poster verbLijfsstatuten Dit praktische handboek is aangevuld met een aparte codex. U ontvangt eveneens een cd-rom waarop, geheel volgens de structuur van het handboek, alle relevante wet- en regelgeving is opgenomen. Een absolute meerwaarde bij uw handboek dus! Daarnaast hoort bij het handboek ook een handige poster met een overzicht van alle verblijfsstatuten. ‘Lokale besturen en vreemdelingen’ is een losbladige publicatie van VVSG-Politeia die meermaals per jaar wordt aangevuld. Hoofdredacteur en hoofdauteur is Fabienne Crauwels, stafmedewerker vreemdelingenbeleid van de VVSG. Co-auteur is het Kruispunt Migratie-Integratie.
nu met vernieuwde CodeX Om de codex gebruiksvriendelijker en overzichtelijker te maken, werd gekozen voor een nieuwe structuur en inhoud. De vier grote onderdelen zijn: - Verblijfsrecht: met daarin onder meer de meest relevante artikelen uit de Vreemdelingenwet en het Vreemdelingenbesluit. De volledige wetteksten vindt u op de cd-rom. - Materiële opvang: de Opvangwet en bijbehorende KB’s. - Omzendbrieven, richtlijnen en instructies: voortaan vindt u in uw codex een handige verzameling van Omzendbrieven, richtlijnen en instructies die elders moeilijk terug te vinden zijn. - Modelformulieren: met de modelformulieren wordt de codex een handig werkinstrument.
antwoorden op maat • Welk OCMW is bevoegd? • Welke dienstverlening kan aan welke vreemdeling geboden worden? • Welke rol speelt de gemeente bij het indienen van een verblijfsaanvraag en bij het afleveren van allerlei verblijfsdocumenten? • Kan een vreemdeling zich aansluiten bij een ziekteverzekering? • Of kan hij terecht in een LOI? • Heeft de cliënt recht op een installatiepremie? • … Het handboek biedt u een duidelijk antwoord op deze, en tal van andere prangende vragen.
Bestelkaart Politeia // Ravensteingalerij 28 // 1000 Brussel // Fax: 02 289 26 19 // Tel: 02 289 26 10. Of bestel via www.politeia.be // e-mail: info@politeia.be
Ja, ik bestel
....... ex. van Lokale besturen en vreemdelingen** prijs 109 euro* voor vvsg-leden, 129 euro* voor niet-leden. Mijn bestuur is lid van de VVSG: ❏ Ja ❏ Neen
Bestuur/Organisatie: ....................................................................................................................................... Naam: ............................................................................................................................................................. Functie: ........................................................................................................................................................... E-mail: ............................................................................................................................................................. Tel.: ................................................................................................................................................................. Adres: ............................................................................................................................................................. BTW: ............................................................................................................................................................... * Prijzen btw inclusief en exclusief verzendingskosten. Consulteer www.politeia.be voor actuele prijzen. Uw gegevens worden door ons in een bestand bijgehouden en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzageen correctierecht. ** Het betreft hier een losbladige publicatie met abonnementsformule. De bijwerkingen worden u automatisch toegezonden tegen 0,49 euro/blz, de cd-updates aan 29 euro en dit tot schriftelijke wederopzegging van het abonnement.
Datum en handtekening
Een ongelukje is snel gebeurd, je verzekeren nog sneller
Verzeker je event in enkele clicks Of het nu gaat om een rommelmarkt, hondententoonstelling, pensioenfeest of sportwedstrijd, een evenement verloopt niet altijd zonder ongelukjes. Een evenement betekent veel organisatie, daarom maakt Ethias het verzekeren ervan heel makkelijk. Met Easevent verzeker je je evenement in enkele clicks, terwijl je ondertussen ballonnen omhoog hangt. Easevent heeft de Decavi-TrofeeŠ voor Innovatie 2011 gewonnen. Ethias NV, rue des Croisiers 24, 4000 Luik. RPR Luik BTW BE 0404.484.654 Zetel voor Vlaanderen : Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt.
Meer info en voorwaarden ethias.be