37 minute read

EEN GENT’S CLASSIC

Aston Martin

DB6 MK2 Vantage

Advertisement

Iedere liefhebber van klassieke auto’s droomt er stiekem van: een vergeten schuur opentrekken, om daar, verscholen onder een dikke laag stof, een ongeschonden oldtimer te ontdekken. Voor hetzelfde geld vind je een Aston Martin DB6 MK2 Vantage. You never know...

TEKST Jeroen Jansen BEELD Tom Gidden, Courtesy of RM Sotheby’s

Glimmende auto’s spreken voor zich: voor die mobielen is goed gezorgd. Ze zijn vertroeteld, hersteld, gewassen. Er is van ze gehouden. Toch gaat het hart van menig autoliefhebber nog veel sneller kloppen van een schuurvondst, dan van een klassieker in concoursstaat. De barnfind is omringd met mysterie: wat heeft een auto meegemaakt? Van wie was ‘ie? Waarom heeft die persoon ervoor gekozen om zijn pareltje te parkeren en niet meer aan te raken? En was dit überhaupt een keuze? De hier afgebeelde Aston Martin, een DB6 MK2 Vantage uit 1970, heeft de afgelopen dertig jaar staan verstoffen in een opslag. En zoveel vragen als er rijzen, zoveel blijven er ook onbeantwoord. Het is niet eens duidelijk wanneer de laatste eigenaar, inmiddels overleden, de auto op de kop heeft getikt. Wél zijn er facturen aanwezig die dateren van 1984, waarop ook de familienaam van de laatste eigenaar prijkt. Dus aannemelijk is dat de auto toen al op naam van wijlen zijn Britse baasje stond.

NIET INSTAPPEN EN WEGRIJDEN

Wel is duidelijk dat het niet om zomaar een uit een garage getrokken Aston gaat. De DB6 MK2 is hekkensluiter van de DB6-familie. Hij kwam standaard met stuurbekrachtiging, had een iets andere koppeling en kon naar wens worden uitgerust met automati-

sche transmissie of een ZF-handbak. De belangrijkste toevoeging was het optionele Vantage-uitrustingsniveau. Slechts 71 DB6’en rolden de fabriek uit als Vantage, waarmee het een zeldzame extra is. Deze auto heeft die felbegeerde extra. Het ‘Vantage-pakket’ bestond uit meer paardenkrachten, bredere wielen, uitgeklopte wielkuiplijsten en een nieuw ontworpen interieur dat het gat tussen DB6 en diens opvolger de DBS een tikkie kleiner maakte. De auto op deze pagina’s, een rechtsgestuurde, kreeg de chique kleur Fiesta Red. Het vernieuwde interieur werd gestoken in classy zwart leer. Die kleur en dat interieur draagt de auto nu nog steeds. Ook zijn originele zescilinder lijnmotor met 285 pk ligt nog keurig onder de motorkap. Wie iets weet van barnfinds, weet dat het geen kwestie van instappen en wegrijden is. De Aston mag dan al jaren binnen hebben gestaan en van een -wellicht- oud vrouwtje zijn geweest, voor auto’s geldt: stilstand is achteruitgang. De body, volledig origineel en intact, is even prachtig als altijd, maar verdient een goede portie tender love and care. En ook de techniek heeft flink aandacht nodig. Alleen al op de foto’s zie je uitgedroogde rubbers, sporen van het roestmonster en stof. Veel stof.

Wie iets weet van barnfinds, weet dat het geen kwestie van instappen en wegrijden is.

MOOIER KAN BIJNA NIET

Toch is het bijna niet mogelijk om een mooier, oorspronkelijker, beter én spannender exemplaar van een DB6 MK2 Vantage op de kop te tikken. De tijd heeft stilgestaan in deze auto. Hij is op een goede dag weggezet en ‘vergeten’. Op de achterbank ligt nog een krantje. Misschien wel van de dag waarop de eigenaar besloot zijn bolide binnen te zetten en de sleuteltjes voor zeker dertig jaar op te bergen. Je weet het niet. Juist dat mysterie maakt deze Aston al waardevoller dan menig andere klassieker. Hoe waardevol, dat hangt een beetje af van de gek die er iets voor geeft. De specialisten van RM Sotheby’s ramen de auto op zo’n 160.000 tot 200.000 euro. Daarmee is de auto, met alle respect, een koopje. Volgens waarde-orakel Hagerty levert een auto als deze in acceptabele toestand een miljoen op. In concoursstaat loopt die waarde op tot 1,5 miljoen euro. Maar, eerlijk is eerlijk, deze auto wil je helemaal niet klaarstomen voor het concours. Deze wil je behouden. Eren. Maar: wél rijden.

Anthony

Vanuit zijn huis, verscholen tussen de bergen van Santa Monica en de Stille Oceaan, opent Sir Anthony Hopkins graag Google Maps en toert door de straten van Margam, het staalstadje in Zuid-Wales waar hij 83 jaar geleden op oudejaarsavond werd geboren. “Ik begin bij het huis van mijn grootvader, loop Caernarfon Road op en reis dan door heel Port Talbot. Het is gewoon een spelletje.”

TEKST Caroline Scott FOTOGRAFIE Cinéart Nederland

Als kind hield hij ervan om aan de paal achterin de bus te hangen die hem naar Port Talbot bracht, ongeduldig als hij was tot er weer iets zou gebeuren. En hij is nog steeds ongeduldig, zowel met het leven -”Ga gewoon door. We gaan allemaal dood”– als met zichzelf. “Ik heb een paar kleine verwondingen opgelopen door soms te snel te gaan, te veel te doen,” zegt hij. “Mijn vrouw zegt dat ik het rustiger aan moet doen en ik luister.” Toen hij vier decennia geleden in Amerika aankwam, was hij een rusteloze jongeman met een minderwaardigheidscomplex, die het gevoel had nergens bij te horen. Nu is hij een van de meest gerespecteerde en gevierde acteurs in Hollywood en kreeg hij onlangs zijn tweede Oscar voor Beste Acteur, voor zijn nieuwste film, The Father. Die film volgt de aftakeling van een vader naar dementie, terwijl zijn dochter, die met een stoïcijnse houding wordt gespeeld door Olivia Colman, over hem piekert en zich zorgen maakt. Het script van Christopher Hampton is gebaseerd op

het bekroonde toneelstuk van de Franse schrijver Florian Zeller, die hiermee zijn regiedebuut maakt. Vanaf het begin zet The Father zijn publiek op het verkeerde been door op subtiele wijze alles te ondermijnen wat we denken te weten.

In de verstikkende beslotenheid van een elegant appartement strekt een enkele middag zich uit in een eindeloze cyclus vol verbijstering. Hoe hard Anthony (Zeller heeft Hopkins’ personage niet alleen zijn naam gegeven, maar opmerkelijk genoeg ook zijn geboortedatum) ook probeert vast te houden aan wat echt is, blijft de grond onder zijn voeten voortdurend verschuiven. En zo is het ook voor de kijker. Net als je het gevoel hebt dat je een betrouwbare aanwijzing hebt gekregen, verdwijnt die tijdlijn weer, waardoor je gedwongen wordt om in Anthony’s desoriëntatie en verwarring mee te leven terwijl hij van woedend verzet naar broosheid hinkt. Het resultaat doet je hersenen in hun voegen kraken om alle elementen van het verhaal in elkaar te puzzelen precies zoals Zeller het bedoeld heeft. De toneelschrijver werd opgevoed door zijn grootmoeder, die tekenen van dementie begon te vertonen toen hij vijftien was. Het idee was nooit om alleen een verhaal te vertellen over de aandoening; het was vooral de bedoeling om het publiek het actief te laten ervaren, van binnenuit. Er is geen verlossende noot hier, en heel weinig sentimentaliteit. Dementie maakt Anthony ongeremd: het ene moment

ik probeer mijn mond te houden en zo goed mogelijk van het leVen te genieten

is hij charmant en erudiet, het volgende ondraaglijk wreed. Het is niet alleen een film over de grenzen van de liefde, wanneer de ouder-kind relatie wordt omgedraaid, maar ook over de gruwelijke waarheid dat lijden en verdraagzaamheid niet eindeloos zijn.

Hopkins is betoverend in de rol -je twijfelt er geen moment aan dat al zijn gevoelens echt zijn- maar hij zegt dat het voor hem een vrij makkelijke rol was om te spelen. “Het was niet moeilijk om oud te acteren, want ik ben oud,” zegt hij. “Er is een trucje voor, weet je. Als je op de set aankomt, moet je volledig vertrouwen in jezelf hebben. In mijn kleine koninkrijkje moet ik koning zijn.” Hij geeft toe dat hij de meeste rollen achter zich laat als het filmen voorbij is, maar dat deze rol hem is bijgebleven. “Het heeft me bewuster gemaakt van sterfelijkheid en de kwetsbaarheid van het leven. En het heeft ervoor gezorgd dat ik mensen minder beoordeel. We zijn allemaal kwetsbaar, we zijn allemaal gebroken. We kunnen met de vinger wijzen en andere mensen veroordelen. Dat is zo makkelijk, omdat de wereld een gekkenhuis is. Maar ik probeer mijn mond te houden en zo goed mogelijk van het leven te genieten.”

Toen hij de laatste scènes filmde, kreeg hij plotseling een glasheldere herinnering aan zijn vader, die bakker was, in het ziekenhuis, stervende. “Ik herinnerde me deze eens sterke, robuuste man, aftakelend en depressief. En angstig. Hij was prikkelbaar en opvliegend, hij wilde geen gedoe, en zo ben ik ook een beetje. Ik keek naar de foto van mij met mijn twee dochters op het nachtkastje op de [film]set, en naar de radio en het kleine notitieblokje, en ik wist wat hij op het einde voelde. De angst. Die onuitsprekelijke somberheid en droefheid en eenzaamheid. We doen allemaal alsof we dat niet zijn, maar we zijn allemaal eenzaam. Succes is prima, het is een manier om te overleven. Maar aan het eind zijn we allemaal wanhopig, wanhopig alleen. En dat is voor mij het meest veelzeggende, meest pijnlijke.” Het noemen van de foto van zijn filmdochters brengt me ertoe hem te vragen naar zijn eigen ervaringen als vader. Hij heeft een dochter, geboren in 1968 bij zijn eerste vrouw, Petronella Barker, van wie hij naar verluidt vervreemd is. “Taboe!” gromt hij. “Daar wil ik niets over horen.” We gaan verder, hoewel ik me afvraag of zijn terughoudendheid om over die relatie na te denken een indicatie is van een bredere kijk. Later, als we het over het verstrijken van de tijd hebben, zegt hij tegen me: “Het verleden is verzegeld. Ik heb spijt. Ik zou er niet naar terug willen, maar je kunt dingen niet ongedaan maken. Je moet doorgaan met leven. Leef het en kijk niet achterom.”

Hopkins groeide op als een eenzaam, wantrouwig enig kind dat het moeilijk vond vrienden te maken. “Ik was traag op school, slecht in sport. Ik begreep niet waar iemand het over had. Een paar jaar geleden vroeg mijn vrouw aan een oude leraar, nu in de negentig, ‘Hoe was Tony op school?’ En hij zei, ‘Hopeloos!” Mijn hart breekt voor dit jongetje dat altijd boven aan de straat op zijn mouw stond te kauwen terwijl alle andere kinderen aan de overkant speelden. Zijn ouders leken niet te kunnen helpen. “Ik had totaal geen vertrouwen in mezelf. Ik was er absoluut van overtuigd dat ik dom was.” Zijn moeder stuurde hem naar kunstlessen bij een jonge vrouw, Bernice Evans, in haar atelier boven het postkantoor van

Rusteloosheid en woede waren een drijvende kracht in mijn leven

Port Talbot. “Op een dag was ik een piraat aan het tekenen toen haar vriend de trap op kwam. Hij keek over mijn schouder en zei: ‘Ik vind zijn laarzen mooi.’” Het was Richard Burton, toen een aspirant acteur. Jaren later sjokte Hopkins naar Burton’s huis in Caradog Street om zijn handtekening te vragen; Burton was inmiddels een grote filmster. “Toen hij wegreed in zijn grijze Jaguar, dacht ik: zo wil ik ook ooit worden.” Hij is er zeker van dat de ontmoeting het zaadje van ambitie in zijn hersenen heeft geplant. Na een aantal jaren in toneelgezelschappen werd hij door Sir Laurence Olivier uitgenodigd om bij het National Theatre te komen. Olivier werd zijn mentor. “Ik denk dat hij zijn oog op me had laten vallen omdat ik fysiek sterk was en ik durfde en opdringerig was en hard werkte,” zegt Hopkins. Hij werkt nog steeds ongelooflijk hard; hij neemt elke scène precies 250 keer door, traint zijn hersenen als een atleet totdat het script volkomen natuurlijk aanvoelt. “Ik heb zo’n soort geest, ik ben obsessief. Ik heb het principe van discipline in het theater geleerd, maar ik was nooit een teamspeler. Ik was geen goed toneelgezelschapslid omdat ik er niet bij paste. Ik hoorde nergens bij. In die tijd kon ik niet wachten om uit de kleedkamer te komen en naar de naastgelegen pub te gaan.” Olivier zag ook zijn destructieve neigingen en maakte zich zorgen over zijn zware drankgebruik, dus stuurde hij hem naar een psychiater. In een nog niet zo ver verleden noemde Hopkins zijn alcoholisme “een groot geschenk.” “Want waar ik ook ga, de afgrond volgt me,” vertelde hij in 2018 aan een interviewer. Ik vermoed dat het nu minder als een geschenk voelt, maar hij beschrijft die leegte nog steeds als een motivator. “Als ik terugkijk, heb ik geen trots op mezelf omdat ik zoveel schade heb aangericht,” vertelt hij. “Het is levensgevaarlijk om in de buurt van dronkaards te zijn en ik was er zo een. Maar hoewel ik die jaren niet zou willen overdoen, omdat ik mensen pijn deed, was die rusteloosheid en woede wel een drijvende kracht in mijn leven. Het bracht me ergens. Ik nam een paar gekke beslissingen, die uiteindelijk gunstig bleken te zijn.”

Hij speelde Dr. Martin Dysart in Peter Shaffer’s psychologische thriller Equus op Broadway in 1974 en hield van de energie van New York en de bars die nooit dichtgingen. “Verschrikkelijke, prachtige plaatsen. Ik zat al in de bar te zuipen voordat iemand het theater had verlaten. Ik dacht dat het leuk was. En dat was het ook, op een vreemde manier.” Maar hij heeft ook gezegd dat hij een bedreiging was om mee te werken, omdat hij altijd

een kater had en op feestjes een hele zaal kon laten leeglopen door iedereen daar te beledigen. Hij herinnert zich er nu niet veel meer van. “Behalve dat het een hel op aarde veroorzaakt als je in de buurt bent van iemand zoals ik.” “Drank is een prachtige manier om uit te checken,” zegt hij. “Het heeft een onmiddellijk effect. Dat is waarom we het doen. In mijn geval had ik die eigenaardige conflicten met mezelf. Ik had het gevoel dat ik niet in mijn eigen huid paste. Ik voelde me diep schuldig en beschaamd en onwaardig voor het geluk dat ik als acteur had gehad.” Pas nadat we het gesprek hebben beëindigd, herinner ik me dat Burton, die zichzelf praktisch dood dronk, soortgelijke ambivalente gevoelens had over zijn eigen talent. Tegen het einde van zijn leven gaf hij toe dat hij zich schaamde om acteur te zijn. Hopkins werd echter nuchter op 29 december 1975, nadat hij wakker was geworden in een hotelkamer in Arizona zonder enig idee hoe hij daar terecht was gekomen. Hij ging naar een AA-bijeenkomst en heeft sindsdien geen druppel meer aangeraakt. “Noch heb ik de drang daartoe gevoeld. Toen ik om hulp vroeg en me realiseerde dat ik niet alleen was,

dat er duizenden mensen zoals ik waren, begonnen al mijn angsten op te lossen.” Als ik hem vraag hoe hij erin geslaagd is te stoppen met drinken en nuchter te blijven, een buitengewone prestatie, stopt hij plotseling weer. “Het zuipen is over en uit. Ik ben geen goedzak. Het is een saai onderwerp.”

Op 29 december van afgelopen jaar stuurde hij een bericht naar zijn 750.000 Twitter-volgers waarin hij 45 jaar nuchterheid vierde. De video ging al snel viral. En zo cirkelen we weer terug naar het onderwerp drank. De Covid 19-lockdowns

hebben grote aantallen mensen op het hellende vlak van probleemdrinken geduwd. “Het is een dwang die de moeilijke kanten van het leven verlicht en er zijn op dit moment zoveel miljoenen mensen die het moeilijk hebben,” sympathiseert hij. “Mensen zitten vast in hoogbouwflats met kinderen, die niets te doen hebben. De druk is onvoorstelbaar. Dus natuurlijk gaan ze op zoek naar verlichting. Een belangrijk kenmerk van iedereen die verslaafd is aan sigaretten of drank of voedsel, of welke verslaving dan ook, is de koppigheid. De gedachte: ‘Ik kan het wel, ik hou het onder controle. Nou, dat kun je niet echt. Dus maak gebruik van die telefonische hulpdiensten. Doe alles wat je kunt om een band met iemand te krijgen, want het is een vorm van zelfmoord. Toen ik het uiteindelijk opgaf, merkte ik dat mijn leven er alleen maar op vooruit ging.” De afgelopen decennia waren “een feest”. Het succes van The Silence of the Lambs -hij won in 1992 een Oscar voor zijn vertolking van de moordzuchtige psychiater Hannibal Lecter- stelde hem in staat om de stemmen in zijn hoofd los te laten die zeiden: “Je bent dom, je deugt niet, je verdient het niet.” “Zodra ik dat script las, begreep ik hoe ik hem schattig en wreed kon maken,” zegt hij. Terwijl hij me vertelt hoe hij “Clarice langzaam van haar maskers ontdeed,’ wordt hij weer even Lecter en ik voel mijn hartslag versnellen. Geen acteur ter wereld kan zo raadselachtig boosaardig spelen als Hopkins. Sindsdien heeft hij vele onderscheidingen gekregen, waaronder een Bafta Fellowship, de Cecil B DeMille-Award en een Ridderorde, ongetwijfeld het ultieme symbool van acceptatie. Geeft dit alles hem het gevoel dat hij er eindelijk bij hoort? “Nee!”, briest hij. “Als je eenmaal denkt dat je een beetje speciaal bent, heb je het gehad, want dat ben je niet. Geniet van de geschenken die je hebt gekregen, maar ga niet boven jezelf uitstijgen.” In 2003 trouwde hij met zijn derde vrouw, de in Colombia geboren Stella Arroyave. “Ze zorgt echt voor me en ze staat geen negativiteit toe. Als ik iets zelfvernietigends zeg, zoals ‘Ik ben dom’, zegt ze: ‘Hou op. Je bent niet dom, je bent anders.’” Denkend aan dat eenzame jongetje dat worstelde met zijn bestaan, vraag ik of hij is onderzocht op ADHD of een autismespectrumstoornis, maar hij wuift het idee weg. “Het zijn maar etiketten, nietwaar?” De tijd heeft hem geleerd om zichzelf minder naar beneden te halen, maar het was Stella die hem het vertrouwen gaf om te schilderen. Zijn grote landschappen, surrealistische portretten en abstracte werken brengen duizenden dollars op. Ze treedt op, regisseert, leidt hun bedrijf Margam Fine Art, en houdt toezicht op zijn social media accounts. “Ze heeft een buitengewoon zakelijk inzicht. Ik heb niet de behoefte om de helft van de dingen te doen die zij doet.” Hij gaat niet om met andere acteurs. “Ik hou van lachen, maar ik ben niet zo sociaal. Vroeger was ik op feestjes en in bars, om dronken te worden en een black-out te krijgen. Nu ben ik heel gelukkig als ik alleen ben. Als de producent aan het begin van een film zegt: ‘We gaan vanavond uit eten om elkaar te leren kennen’, denk ik, uh-oh. Maar ik ga er in mee. Dan kijk je de kamer rond en denk je, niemand anders wil hier ook zijn. We doen allemaal alsof. Het is normaal en menselijk.” Hij heeft zijn Covid-prik inmiddels gehad en kijkt ernaar uit om weer de weg op te gaan, maar de opsluiting met Stella en hun geadopteerde katten en -honden heeft niet als een ontbering gevoeld. “Ik sta elke ochtend op, eet mijn havermout, ga naar de sportschool, mijn vrouw gaat zwemmen. Ik schilder, ik lees, ik speel ingewikkelde stukken op de piano omdat ik mijn hersenen actief wil houden. Ik speel met mijn kat. Ik ben niet geïnteresseerd in wat er buiten gebeurt.” Zou het mogelijk zijn geweest om aan zijn jongere, onzekere zelf uit te leggen dat hij ooit zo’n tevredenheid zou vinden? “Ach, nee, dat komt met de jaren,” zegt hij lachend. “Het heeft zich pas de laatste tien jaar echt in de vezels van mijn DNA genesteld.”

Hij denkt na over de dood “maar niet op een morbide manier. Ik hoop alleen dat ik overal vrede mee heb als het zover is.” Paradoxaal genoeg vindt hij enorme troost in zijn eigen onbeduidendheid. “Op mijn eerste dag zonder drank vroeg een vriend: ‘Hoe voel je je?’ Ik zei: ‘Ontoereikend’. En toen drong het tot me door dat we dat natuurlijk allemaal zijn. Niemand van ons is van enig belang. In dit enorme multi-universum waar we allemaal bestaan, zijn we niets. Het gaat terug naar Socrates: Ik weet dat ik niets weet. Dat was het grootste moment van vrijheid dat ik ooit heb gevoeld.”

Anthony Hopkins’

beste (volgens IMDB-rating)

• The Silence of the Lambs (1991) • The Father (2020) • The Elephant Man (1980) • QB VII (1974) • The Lion in Winter (1968) • Thor: Ragnarok (2017) • The Remains of the Day (1993) • The World’s Fastest Indian (2005) • Peter and Paul (1981) • Chaplin (1992) • Legends of the Fall (1994) • The Two Popes (2019)

The Father is vanaf 26 augustus te zien in de bioscoop.

LEICA Q2 MONOCHROM

Omarm de ziel van de fotografi e.

De nieuwe Leica Q2 Monochrom levert uitstekende zwart-wit foto’s en 4K-video’s op een meest toegankelijke manier en biedt haarscherpe details plus een uitzonderlijk zachte bokeh. Met de speciaal voor deze camera ontwikkelde 47 MP CMOS Sensor, het meest lichtsterke objectief in zijn klasse, maximale ISO van 100.000 en al deze elementen perfect op elkaar afgestemd, blinkt de stof- en spatwaterdichte Leica Q2 Monochrom uit in elke situatie. Zelfs in de meest extreme lichtomstandigheden. Geniet van het legendarische Leica-gevoel, het unieke design en het absolute understatement met de enige echte zwart-wit Full-Frame compactcamera van vandaag.

Bloedeloze kunst

Journalist-schrijver Hans van Wetering is gefascineerd door het fenomeen tijd en de wereld van overmorgen. Een column over toekomstvisioenen, technologische (bokken)sprongen en dappere pogingen de tijd zelf te verslaan.

De AI-gegenereerde kunst is niet aan te slepen dezer dagen. Jimmy Hendrix, Jim Morrison en Kurt Cobain schrijven dankzij robot Magenta sinds kort weer nieuwe nummers. Shimon de rappende ‘robot’ blijkt over opmerkelijke poëtische gaven te beschikken. Sophia, een robot van Chinese afkomst, heeft zich de beeldende kunsten toegewend, met opmerkelijk resultaat - een zelfportret van haar werd recent voor 583.000 euro afgehamerd. Ook in de schrijverij rukken de AI-machines op. Schrijfrobot GPT-2 - ontwikkeld door Open AI, een van de geesteskinderen van wonderboy Elon Musk - schreef vorig jaar een toneelstuk met de treffende titel AI: wanneer een robot een toneelstuk schrijft. Het bevatte de nodige ‘foutjes’. Zo vergat GPT-2 af en toe dat het hoofdpersonage een robot was en geen mens. Maar pareltjes waren er ook genoeg, zoals de scene waar een jongetje de robot vraagt of deze een grap wil vertellen en GPT-2 antwoordt dat als het jongetje oud is en stervende, en diens ouders en opa en oma allang dood, hijzelf, de robot nog vrolijk zal ‘rondlopen’ op aarde. Een robot die zich vermaakt met onze sterfelijkheid: het is een sinister beeld, op z’n minst, en niet bepaald ieders cup of tea. Iets dat zeker ook geldt voor het geweld en de kinky seks. Om de haverklap zitten personages met hun vinger in de anus van de ander. Een bizarre voorkeur op het eerste gezicht, maar een stuk begrijpelijker al wanneer je weet hoe GPT-2 -en opvolger GPT-3, die dezelfde voorkeur voor het scabreuze aan de dag legt- zijn taalvaardigheid en schrijverschap ontwikkelde: door de zelflerende algoritmes eindeloze hoeveelheden boeken en online-content te voeden. En dat laatste is waar de ellende vandaan komt. GPT-2 en 3 leren ‘het’ simpelweg van wat we zelf met z’n allen op het internet aan ranzigheid en boosheid spuien, het leert van wie wij zijn. Toch iets om over na te denken. GPT-2 en kindlief GPT-3 (die zo overtuigend anderen kan nadoen dat de ontwikkelaars besloten de broncode niet vrij te geven, om een tsunami van fake-nieuws te voorkomen) hebben dus heus nog wel iets te leren, maar het valt niet a priori uit te sluiten dat zelflerende AI-machines ons op den duur ook in de kunsten voorbij zullen streven, met romans vol dansende zinnen en personages zo levensecht dat de lezer er helemaal in op zal gaan en met muziek zo betoverend mooi dat zelfs de grootste droogstoppel door emotie wordt overmand. Gaat niet gebeuren, zeggen sceptici, want Magenta, Sophia en de hele familie GPT hebben geen enkel besef van wat ze maken: leeghoofdige copycats zijn het, en van echte creativiteit is geen sprake. Maar nog afgezien daarvan dat we geen idee hebben wat creativiteit eigenlijk is – hersenwetenschappers tasten nog altijd in het duister – blijft het ook de vraag of het echt iets uitmaakt of de schepper van een kunstwerk een mens is of een stukje computercode. Waarom zou het, als we beide niet meer van elkaar kunnen onderscheiden? Omdat kunst het verhaal is dat wij mensen elkaar vertellen om onze surrealistische werkelijkheid te temmen, klinkt het, een danse macabre met onze sterfelijkheid. Kunst is troost, en een machine mag dan hyperintelligent zijn en schitterende verhalen verzinnen, ons troosten kan het niet, daarvoor zou het eerst zelf onze werkelijkheid moeten ervaren, zou het samen met ons die danse macabre moeten dansen, zou het verdriet moeten kunnen voelen. Om AI-kunst echt te kunnen waarderen moeten we misschien zelf eerst een beetje op een AI-machine gaan lijken, daar komt het wellicht op neer, moeten we zelf een hybride worden, een transhuman. Iets dat overigens een kwestie van tijd is, menen sommige AI-onderzoekers. Maar dat is weer een ander verhaal.

TEKST Gerben Bijpost

Sommige kun je zo bij de juwelier gaan aanschaffen, anderen zal je nooit in het wild tegenkomen. Maar stuk voor stuk zijn ze razend interessant…

De ene update is de andere niet. Het Duitse Nomos wilde zo zeker zijn van zijn zaak, dat het rustig de tijd nam voor het met een update kwam van zijn klassieke model Tangente. Maar nu is hij er, en zijn looks zijn perfect. De klassieke esthetiek is gebleven, maar is net een tikje sportiever, opvallender, brutaler. Het uurwerk met het gepatenteerde datummechanisme dat zowel vooruit als achteruit kan worden ingesteld en de datumaanduiding, eveneens gepatenteerd, heeft een fluorescerende groene kleur gekregen, die prachtig contrasteert met de nachtblauwe wijzerplaat. Over nacht gesproken: wanneer je dit horloge in het donker ziet zijn het uitsluitend de twee openingen naast de datum die oplichten. Dus je hebt geen idee hoe laat het is, maar kunt wel bij benadering zien welke datum wordt aangewezen. Heb je daar iets aan? Nee, maar het is zondermeer een smakelijk designelement. De afmetingen van dit horloge zijn trouwens typisch Nomos: elegant, slank, 41 millimeter in doorsnee, slechts 7,8 millimeter in hoogte. De precisie van het fraai in Glashütte-stijl gedecoreerde uurwerk wordt verzekerd door Nomos’ swing systeem, het eigen echappement, herkenbaar aan de blauw getemperde balansveer. Kost € 3200.

Heel soms worden we in de wereld van mechanische horloges verrast door een échte innovatie. Zoals in dit geval. En het Nederlandse aandeel in deze revolutionaire vondst is groot. Frederique Constant introduceert een oscillator van silicium die tikt met maar liefst 288.000 trillingen per uur, ofwel 40 Hz. Dat is maar liefst tien (!) keer sneller dan de meeste mechanische uurwerken. Het idee achter deze ‘monolithische oscillator’ ontstond drie jaar geleden tijdens een ontmoeting tussen Peter Stas, de Nederlandse mede-oprichter en voormalig CEO van Frederique Constant, en Dr Nima Tolou, oprichter en CEO van Flexous, een innovatieve horlogetechnologietak van YES!Delft. Stas lanceerde de uitdaging een flexibel oscillerend systeem te ontwerpen, met als technische doelstellingen: een grootte vergelijkbaar met die van een traditionele balans, een gangreserve van 80 uur en een opzet die fabricage van aanzienlijke hoeveelheden tegen een redelijke prijs mogelijk zou maken. Het resultaat is de monolithische oscillator, waarbij 26 onderdelen van een klassiek regulerend orgaan (zoals balansveer, balans, anker, ankerrad et cetera) worden vervangen door één enkel onderdeel met twee regelende gewichten. De oscillator is gemaakt van monokristallijn silicium, 100% antimagnetisch, bestand tegen temperatuurschommelingen, minder gevoelig voor zwaartekracht en vier keer lichter dan een klassiek assortiment. De afwezigheid van mechanische koppeling betekent bovendien minder wrijving tussen en slijtage van de onderdelen. Er is dus minder kracht nodig om het echappement wiel en het oscillerende systeem aan te drijven. Tot slot, maar niet minder belangrijk: silicium hoeft niet gesmeerd te worden. Dit verhoogt de betrouwbaarheid van het echappement op lange termijn. Omdat een traditioneel raderwerk de halsbrekende snelheid van een 40 Hz regulateur niet aan kan, heeft Frederique Constant een nieuwe basis voor het uurwerk ontworpen - het automatische kaliber FC-810, dat nu voor het eerst opereert in deze Slimline Monolithic Manufacture. De pulserende oscillator van het horloge is zichtbaar door een opening bij 6 uur. Kost vanaf € 4495.

Check frederiqueconstant.com

ASYMMETRISCHHORLOGES

Een Lange 1 uitgerust met Eeuwigdurende Kalender bestaat al sinds 2012. Maar die had ook nog een Tourbillon aan boord. In deze nieuwe Lange 1 Perpetual Calendar functioneert hij als op zich staande complicatie. En dus moest er een onderscheidend gezicht worden ontworpen, dat het typerende asymmetrische DNA van de Lange 1 collectie eer aan doet. De oplossing werd gevonden in details, zoals ‘op 7 uur’. Hier vind je de combinatie van een maanfaseweergave met een dag/ nachtindicator die bestaat uit twee lagen. Allereerst een massief gouden hemelschijf, deels licht-, deels donkerblauw. Deze maakt elke 24 uur een volledige omwenteling om zijn eigen as. Tegen deze wisselende achtergrond voert de maan -in wit of roségoud- zijn baan uit in 29 dagen, 12 uren, 44 minuten en drie seconden. Dat is zó exact, dat het 122,6 jaar duurt voordat een correctie met één dag nodig is. Om het verschil tussen dag en nacht te duiden verschijnt de maan overdag tegen een monochroom lichtblauwe achtergrond en ‘s nachts op een donkerblauwe sterrenhemel. Andere opvallende details in dit fraaie design: de grote datum, een retrograde weekdag indicator en een ring met de maand rond de omtrek van de wijzerplaat. Inwendig tikt een automatisch uurwerk met een opwindrotor in goud en platina, een gangreserve van 50 uur en een frequentie van 21.600 semi-oscillaties per uur. Kost € 110.900.

Het Duitse merk Sinn Spezialuhren is altijd trouw gebleven aan zijn roots. Sinds de vroege jaren zestig van de vorige eeuw maakt het naam met pilotenhorloges en cockpit klokken. Zo ontwierp het de Nabo 17 ZM, een cockpit klok met een centrale minutenteller die oorspronkelijk werd ontworpen voor het Duitse Luftwaffe’s Tornado programma in de late jaren zeventig en vandaag de dag nog steeds door het leger wordt gebruikt in dit type gevechtsvliegtuigen. Daarnaast deed deze klok dienst in de F-104 Starfighter, de Breguet Atlantic -een lange-afstand maritiem patrouillevliegtuig- en in militaire helikopters zoals de Bölkow Bo 105. Een speciaal kenmerk van de Nabo 17 ZM klok was de start- en resetknoppen aan de onderkant van de kast, evenals de gemakkelijk af te lezen oranje wijzers van de centrale chronograaf voor seconden en minuten. Het ontwerp van deze Nabo 17 ZM vormde de inspiratie voor dit horloge, model 717. Voorzien van een centrale stopwatch display voor seconden en minuten in de vorm van grote oranje wijzers, en aangedreven door het betrouwbare SINN chronograaf uurwerk SZ01. De kast is uitgerust met een inwendige pilotenring, die soepel kan worden bediend vanaf de buitenrand van het horloge. Net als zijn inspiratiebron onderscheidt de wijzerplaat zich door zijn uitstekende leesbaarheid -zelfs onder ongunstige lichtomstandigheden- dankzij het saffierglas met anti reflecterende coating aan beide zijden. Kost € 4650.

HERGE IKT B RU

Eerste het slechte nieuws: dit horloge is niet te koop, het is een concept. Dan het goede: Panerai is altijd al een merk geweest dat met innovatieve en creatieve vondsten de horlogebranche van nieuwe en inspirerende ideeen voorzag. Maar deze Submersible eLAB-ID is waarschijnlijk het sterkste staaltje tot nu toe. Dit is namelijk het horloge met het hoogste percentage aan gerecycled materiaal ooit gemaakt en moet als lichtend voorbeeld dienen voor de horlogewereld in het algemeen, als bewijs dat ecologisch verantwoorde horlogeproductie mogelijk is. Toch moet Panarai stiekem wel een beetje gefrustreerd zijn over de Submersible eLAB-ID, want ze waren zó dichtbij de 100 procent… Maar goed, de teller is dus blijven steken op een bewonderingswaardige 98,6 procent, ongekend in de geschiedenis van de horloge-industrie. Dat percentage van zijn gewicht bestaat hij uit vrijwel geheel gerecyclede materialen. De kast, sandwich wijzerplaat en bruggen zijn gemaakt van EcoTitanium, een voor 80% gerecyclede titaniumlegering. Ook is dit het eerste horloge dat 100% gerecycled SuperLuminova gebruikt voor de wijzerplaat en wijzers en 100% gerecycled silicium voor het echappement van het uurwerk. Beide zijn verkregen door speciale, kleinschalige recyclingprocessen waarbij grondstofafval wordt hergebruikt. Van het saffierglas tot de gouden wijzers en de Grigio Roccia-band; alle belangrijke onderdelen bevatten gerecycled materiaal. Jean-Marc Pontroué, CEO van Panerai: “De dreigende milieucrisis zal een wereldwijde impact hebben en er is een brede inspanning nodig om hem te bestrijden. Panerai wil het voortouw nemen in de horloge sector, met deze Submersible eLAB-ID als blauwdruk om op voort te borduren. Maar we willen niet de enige zijn die dit doet. Alleen handelen zal de wereld niet redden.”

www.panerai.com

PROOF

Deze Big Pilot’s Watch Shock Absorber XPL oogt zo ánders en on-IWC, dat het wel een concepthorloge moet zijn, toch? Fout. Totaal afwijkend van alles dat je van IWC kent, maar straks toch gewoon te koop, zij het in een héél kleine oplage van slechts tien stuks per jaar en voor waarschijnlijk zo’n tachtigduizend euro. Wat je daarvoor krijgt is het meest stootvaste mechanische horloge ooit gemaakt, het eerste product ontwikkeld door de nieuwe engineering divisie, IWC Experimental. De basis van dit systeem is een cantilever-veer die het uurwerk beschermt tegen de g-krachten. Dankzij zijn vorm en het gebruik van Bulk Metallic Glass (BMG), dempt de veer plotselinge krachten die worden uitgeoefend op het uurwerk, door het onafhankelijk van de kast te laten bewegen alvorens het zachter tot stilstand wordt gebracht. Ook de kroon is zo ontwikkeld, dat deze kast en uurwerk onafhankelijk van elkaar laat bewegen. Heb je daar wat aan in het dagelijks leven? Dat valt te bezien. Wanneer bijvoorbeeld een piloot per ongeluk zijn horloge tegen een hard oppervlak in de cockpit stoot, kunnen krachten worden bereikt van 300 tot 1000 g. Voor deze Shock Absorber XPL een lachertje: botsproeven uitgevoerd in het Cavendish Laboratory van de Universiteit van Cambridge hebben aangetoond dat het ultralichte automatische IWC kaliber 32115 met 120 uur gangreserve is beschermd tegen versnellingen van meer dan 30.000 g! Je moet het dus wel erg bont maken wil je dergelijke krachten ooit ervaren. Maar mocht het ooit gebeuren, dan hoef je je over je horloge in ieder geval geen zorgen te maken. Dat blijft wel tikken.

www.iwc.com

BELLETJE

MeisterSinger bewandelt een slimme weg. Door consistent vast te houden aan de éénwijzer filosofie slaan ze twee vliegen in één klap: de horloges -en daarmee het merk-DNA- zijn super herkenbaar en spreken een zeer duidelijke doelgroep aan, te weten mensen die een hekel hebben aan een opgejaagd gevoel. MeisterSingers stralen door hun geminimaliseerde tijdsduiding rust uit. Zo ook deze design-award winnende Bell Hora, die is verrijkt met een klassieke complicatie genaamd sonnerie au passage. Exact op het uur laat het horloge een vriendelijk belletje horen, waardoor de drager wordt gewezen op het verstrijken van de tijd zonder naar de wijzerplaat te hoeven kijken. Dan kun je je afvragen: gaat dat niet juist ten koste van het rustgevende gevoel dat een MeisterSinger moet bieden? Volgens de fabrikant niet. Er is immers geen sprake van een alarm en ook geen drang om het aantal slagen te tellen, zoals bij een kerkklok. Slechts een ‘en passant’ klinkend welluidend belletje dat de voortschrijdende tijd hoorbaar maakt en aangeeft dat een nieuw uur is begonnen. Voor de momenten dat deze urenduiding tóch nog teveel van het goede is, is er de drukknop op de 2 uur positie, waarmee het belsignaal van deze Bell Hora eenvoudig kan worden uitgeschakeld. De zwarte markering laat in één oogopslag zien of het horloge op het uur zal slaan… of in geluidloze rust de tijd laat verstrijken. Kost € 3490.

Check www.meistersinger.com

ZILVERSTUK

Dit horloge van Tudor heet voluit Black Bay Fifty-Eight 925 en de goede verstaander weet dan genoeg: het betreft een verwijzing naar het edelmetaal van de kast, maar ook naar 1958, het jaar waarin dit merk zijn eerste tot 200 meter dichte duikershorloge introduceerde, referentie 7924 ofwel de ‘Big Crown’. Trouw aan zijn bron van inspiratie meet ook dit nieuwe horloge een bescheiden 39 mm in diameter. Dat is comfortabel en volgens sommigen retro, maar volgens ons juist helemaal van deze tijd. De trend is immers dat horloges weer kleiner worden. Nieuw voor Tudor is de open achterkant, waardoor het in-house MT5400 kaliber bewonderd kan worden. Maar het meest opvallende aspect is natuurlijk dat 925, een kast gemaakt van prachtig gematteerd zilver. Dat is iets wat we niet vaak tegenkomen, simpelweg omdat zilver niet het meest ideale metaal is om horloges van te bouwen. Het is relatief zacht en verkleurt makkelijk. Maar daar heeft Tudor iets op bedacht. Wat? Dat mogen we niet weten. De precieze samenstelling van de gekozen legering is namelijk een geheim dat Tudor dicht tegen de borst houdt. Maar de eigenschappen zorgen ervoor dat dit zilver wél geschikt is voor een horlogekast, dus harder en niet onderhevig aan verkleuring. De kast is overigens gehangen aan een prachtig stoffen band, geweven in Frankrijk op 19e-eeuwse Jacquard weefgetouwen van het bedrijf Julien Faure in de St-Etienne regio, in bij de wijzerplaat passende kleur taupe. Kost € 4080

KWARTET

Als er één horoge is met een eigen gezicht, dan is het de Reverso van Jaeger-LeCoultre wel. Altijd herkenbaar door zijn karakteristieke omklapkast, ooit bedacht om het horloge te beschermen tegen de ontberingen tijdens een ruw potje polo. Dat eigen gezicht is nu verviervoudigd in deze meest gecompliceerde Revers ooit, de Hybris Mechanica Calibre 185 Quadriptyque, het resultaat van meer dan zes jaar ontwikkeling. Maar dan heb je ook wat, namelijk ’s werelds eerste horloge met maar liefst vier separate en functionerende wijzerplaten, met in totaal niet minder dan 11 complicaties. Wijzerplaat 1: uren, minuten, tourbillon (die de seconden aangeeft), eeuwigdurende kalender, grote datum, dag, maand, schrikkeljaar, nacht & dag indicatie. Wijzerplaat 2: springende digitale uren, minuten, minuten repetitie. Wijzerplaat 3: maanfase noordelijk halfrond, draconische maancyclus (hoogte van de maan), anomalistische maancyclus (apogeum en perigeum), maand, jaar. Wijzerplaat 4: maanfase zuidelijk halfrond. Dit alles wordt aangedreven door een enkel uurwerkje, Jaeger-LeCoultre Calibre 185, dat je handmatig moet opwinden en beschikt over 50 uur gangreserve. Er is één maar: zorg ervoor dat rond middernacht de kast van het horloge gesloten is. Dat is namelijk het moment dat ingenieuze mechanica zorgt voor de aansturing van wijzerplaat 3 en 4, zodat jij morgen weer foutloos de komende supermanen en eclipsen kunt voorspellen. Sterker nog, zolang hij rustig doortikt en de mechanica ongestoord zijn werk kan doen vereist de maanfaseweergave van deze Quadriptyque pas een correctie na 1111 jaar. Slechts 10 horloges zullen worden gebouwd. Prijs op aanvraag.

jaeger-lecoultre.com

KALENDER

’s Werelds meest vermaarde horlogehuis Patek Philippe heeft zijn toch al rijke assortiment kalenderhorloges uitgebreid met een eeuwigdurende kalender die de dag, de datum en de maand ‘à l’américaine’ op één enkele regel weergeeft in een langwerpige opening onder de 12-uurs wijzerplaat. De In-line Perpetual Calendar Ref. 5236P. Voor de kenners van het merk: iets dergelijks deden ze inderdaad eerder ook al eens, maar dat was toen in een zakhorloge. En dus was er toen voldoende ruimte om goed leesbare data te realiseren via een enkele draaischijf onder het venster. Maar de speelruimte in een horlogekast van 41,3 mm is natuurlijk veel kleiner. Om toch een zo groot mogelijke kalenderweergave op één enkele lijn met optimale leesbaarheid te garanderen, werd de ontwikkelaars daarom uitgedaagd een systeem te ontwerpen met twee datumschijven, één voor de tientallen en één voor de eenheden. De kalenderweergave bestaat dus uit vier schijven, één voor de dag, twee voor de datum en één voor de maand - alle vier perfect ingebed in hetzelfde vlak. En helemaal in lijn met de basisprincipes van deze fabrikant, zoals vastgelegd in de richtlijnen van de Patek Philippe Seal, moest dit complexe mechanische worden uitgevoerd met de kleinst mogelijke diameter en minimale hoogte, zonder dat dit ten koste mocht gaan van maximale betrouwbaarheid op lange termijn. Het resultaat mag er zijn. Een prachtig uurwerk genaamd Caliber 31-260 PS QL, dat mede dankzij de excentrisch verzonken platina minirotor opvallend slank is gebleven. Zijn 28.800 tikken per uur tikt hij in een platina kast, waarvan de nachtblauwe wijzerplaat naast dag, datum en tijd ook maanfasen, dag/nacht en schrikkeljaar aangeeft. Kost € 113.200.

Check www.patek.com of www.schaapcitroen.nl

Het eerste wat opvalt aan dit elegante horloge is de wijzerplaat. Deze vangt op bijzondere wijze de sfeer van de witte berkenbossen die zo karakteristiek zijn voor regio waar Studio Shizukuishi, de plek waar alle mechanische horloges van Grand Seiko worden vervaardigd, is gevestigd. Zowel in de zomer als in de winter vormen de lange, slanke stammen en de witte schors van de berkenbomen hier namelijk een glinsterend vergezicht, dat tegelijkertijd mooi en mysterieus is. En wie goed naar de wijzerplaat kijkt, ervaart precies hetzelfde gevoel als de bezoeker van deze bossen. Met zijn ingewikkelde textuur, fijne details en subtiliteit is deze nieuwe Series 9 White Birch uit de Heritage Collection daardoor als een venster dat zich opent naar de Japans natuur en het buitengewone vakmanschap van Grand Seiko. De prominente wijzers en gegroefde markers zorgen voor een perfecte leesbaarheid, terwijl de Zaratsu-gepolijste, vervormingsvrije spiegelafwerking en delicate haarlijnafwerking elkaar afwisselen om de kast een rustige en harmonieuze uitstraling te geven. Binnenin tikt het revolutionaire Hi-Beat 36000 kaliber Caliber 9SA5, dat dankzij verbeterde energie-efficiëntie een prettige gangreserve van 80 uur biedt. Dit uurwerk, dat voor het eerst werd gepresenteerd in 2020, bevat drie belangrijke ontwikkelingen: het geheel nieuwe Dual Impulse Escapement, de Grand Seiko free-sprung balans en de horizontale tandwieltrein. En terwijl het geavanceerde functionaliteit en superieure precisie biedt, is het kaliber mooi plat gebleven, hetgeen ten goede komt aan het slanke profiel van het horloge. Kost € 9500.

www.grand-seiko.com

WADDENTIJD

Horloges waarvan de verkoop bijdraagt aan natuurbehoud is veelal een ver van mijn bed show; het betreft conserveringsprojecten aan de andere kant van de wereld. Zo niet bij deze Dat Watt Limited Edition van Oris. Die heeft als missie te helpen bij het behoud van onze eigen -oké, Duitsland en Denemarken delen mee- Waddenzee, ‘s werelds grootste getijden systeem en officieel UNESCO Werelderfgoed. De Dat Watt -deze prachtige naam is vernoemd naar lokaal dialect voor de Waddenzee- is gebaseerd op het Oris Aquis duikershorloge. Zijn wijzerplaat toont de maancyclus en het getijdenverschil op het noordelijk halfrond via de door Oris ontwikkelde Pointer Moon functie, gemaakt voor professionele duikers. Deze werkt met een centrale witte wijzer die, eenmaal uitgelijnd met de juiste dag in de 29,5-daagse maancyclus, het corresponderende getijde toont via de witte omlijning op de wijzerplaat. Dezelfde wijzer geeft het wassende en afnemende van de maan aan. De oplage van Dat Watt bedraagt 2.009 stuks, overeenkomend met het jaar dat de Waddenzee zijn UNESCO-status kreeg. Kost € 2350.

Check www.oris.ch

This article is from: