Vrouwenfiguren — meestal jong en sierlijk,
lair. Dat was aan tijdschriften en affiches te dan-
vaak versmeltend met de natuur — zijn overal
ken, maar ook aan de wereldtentoonstellingen,
in de art nouveau. Van commerciële postergirls
die de nieuwste toegepaste kunst presenteer-
tot allegorische figuren, van conservatieve rol-
den waarmee de moderne burgerij zich kon
modellen tot iconen van het feminisme, maar
omringen.
zelden vrouwen van vlees en bloed. Ook de
Godinnen van de art nouveau werpt nieuw licht
vrouwelijke kunstenaars die zich in de man-
op een tijdperk zonder weerga en op de vraag
nenwereld van de art nouveau wisten te hand-
hoe het beeld van de vrouw werd ingevuld en
haven, gebruikten allegorische vrouwenfiguren.
ingezet — in schilderijen, spectaculaire siera-
Het fin de siècle was een tijd van grote ver-
den, de Rolls-Roycemascotte, reclameposters
anderingen: verstedelijking, het ontstaan van
en boekbanden, gemaakt door mannelijke en
massaconsumptie en reclame, industrialise-
vrouwelijke kunstenaars. Daarnaast bevat het
ring, klassenstrijd, de opkomst van de vrouwen-
boek een selectie van de mooiste en belang
beweging, de verspreiding van grote hoeveel-
rijkste objecten uit de art-nouveaucollecties
heden drukwerk. Kunstenaars en vormgevers
van het Allard Pierson, het Badische Landes
gingen naar nieuwe vormen op zoek; de nieuwe
museum Karlsruhe en het Braunschweigische
kunst, art nouveau, werd in heel Europa popu-
Landesmuseum Braunschweig.
Deze gezamenlijke publicatie van het Allard
BRUI KLEN EN TE N TO O N STE LLI N G
Pierson Amsterdam, het Badische Landesmu-
Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam
seum Karlsruhe en het Braunschweigische Lan-
Atria Kennisinstituut voor Emancipatie en
desmuseum Braunschweig is gepubliceerd bij
Vrouwengeschiedenis, Amsterdam
de tentoonstelling Godinnen van de art nouveau in
Badisches Landesmuseum Karlsruhe
Amsterdam (23 oktober 2020 t/m 21 maart 2021),
Braunschweigisches Landesmuseum,
Karlsruhe (23 oktober 2021 t/m 24 april 2022) en Braunschweig (13 oktober 2022 t/m 9 april 2023).
Braunschweig Collectie Caljouw Collectie S. van de Peppel Collectie Vermeulen-Meiners Drents Museum, Assen Galerie Stylo, Bennebroek Het Ware Huis, Art Nouveau en Art Deco, Lage Mierde Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam Keramiekmuseum Princessehof, Leeuwarden Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel Kunstmuseum, Den Haag Kunsthandel Proportio Divina, Arnhem Lalique Museum Nederland, Doesburg Museum für Photographie Braunschweig Museum Helmond
S PO NS ORS E N FO N DS E N
Nederlandse privécollectie
Godinnen in de art nouveau kwam mede tot stand
Rijksmuseum Amsterdam
dankzij het Mondriaan Fonds, het Dr. Hendrik
Stichting Gifted Art, Rotterdam
Muller’s Vaderlandsch Fonds, het De GijselaarHintzenfonds, het Amsterdams Universiteits fonds en de Vrienden van het Allard Pierson.
R E DACTI E
AUTEURS
Wim Hupperetz
Martijn Akkerman
Angela Klein
Els de Baan
Gaby Kuper
Sander Bink
Lars Petersen
Laurence Danguy
Durkje van der Wal
Hans-Jürgen Derda Joanna Flawia Figiel Franziska Habelt Barbara HofmannJohnson Wim Hupperetz Ruth E. Iskin Ulla Jansz Hans van Keulen Angela Klein Gaby Kuper Heike Pöppelmann Marike van Roon Durkje van der Wal Lea Weik
6
VO O RWO O R D
ESSAYS 9
GO D I N N E N VA N D E A RT N O UVE AU: DE VR O UW ALS I N ST RU M E N T VA N V E R LE I DI N G I N DE VE RAN DER EN DE B E E L D C U LT U U R R O N D 1900 Wim Hupperetz
33
D E N I EU W E V R O U W I N DE ART N O UVE AU: E MAN C I PATI E E N D U B B E L E B O O DS C HA PP EN Ruth E. Iskin
51
D E GRA F I S C H E R EVO LUTI E : VR O UWBEELDE N I N DE J UGE N DSTI L Laurence Danguy
66
H E T F E M I N I S M E VA N WI LH E MI N A DRUC KE R EN DE STR I J D VO O R V R O U W E N K I E S R EC H T Ulla Jansz
79
FA LSE-COLORE D EY E S: DE I CO N O GRAFI E VAN DE FEMME FATALE Sander Bink
91
V R O U W E N K L E D I N G I N BEWEGI N G Els de Baan
10 3
J U W E L E N TOT KU N ST VER H EVEN : ST YL E GU IR L AND E VER SUS ART N O U V E AU Martijn Akkerman
CATALOGUS 118
A RT N O U V E AU I N D E CO LLECTI E S VAN H E T ALLAR D P I E R SO N Wim Hupperetz, Hans van Keulen, Marike van Roon
146
V R O U W E N I N K A R L S RUH E R O N D 1900: MAATSC H AP P ELI J KE V E R N I EU W I N G I N E EN LI BE RALE R ESI DE N TI E Joanna Flawia Figiel
172
JU GE N DST I LCO L L ECTI E S I N BRAUN SC H WEI G: H ET B RAU N S C HW E I GI S C HE LAN DESMUSEUM EN H ET MUSEUM Fร R P HOTO GRA P H I E B RAUN SC H WEI G Gaby Kuper, Heike Pรถppelmann, Barbara Hofmann-Johnson
INFORMATIE 194
N OT E N
194
V E R D E R L EZE N
196
AU T EU R S I N FO R M AT I E
197
I L LU ST RAT I EV E RA N T WO O R DI N G
200
CO LO FO N
8
WIM HUP PER ETZ
van de art nouveau: De vrouw als instrument van verleiding in de veranderende beeldcultuur rond 1900 n de late negentiende eeuw ontwikkelde
tijd van grote wetenschappelijke ontdekkingen
zich een dominante visuele cultuur die het
die veel maatschappelijke impact hebben. De
gezag van de aloude cultuur van het woord
Het groene aperitief absint was tijdens het fin de siècle zo populair — zowel binnen als buiten Frankrijk — dat borreltijd l’heure verte werd genoemd (‘groene tijd’). Het vermeende hallucinogene effect van het ingrediënt thujon en de associatie met de bohémiens van Parijs leidden in de 20e eeuw tot een verbod in een groot deel van Europa. Het erotische karakter van deze reclameposter, typerend voor het fin de siècle, zou tegenwoordig op kritiek stuiten. Henri Privat-Livemont (1861–1936), affiche voor Absinthe Robette, 1896. 134,6 × 91,4 cm. Library of Congress, Washington DC
natuurwetenschappelijke inzichten maken let-
steeds meer ging verdringen. De moderne natuur
terlijk een nieuwe energie los: elektriciteit als
wetenschappen leidden in combinatie met de
bron van de nieuwe industrie. We zien een snel-
nieuwe technologie tot industriële massapro-
ler groeiende tegenstelling tussen stad en platte-
ductie en dat creëerde iets volstrekt nieuws:
land, tussen een traditionele, conservatieve
massaconsumptie. Die massa was in negen-
rurale gemeenschap enerzijds en een sterk geïn-
tiende-eeuws Europa geleidelijk maar gestaag
dustrialiseerde verstedelijkte samenleving
ontstaan. Het totale aantal inwoners van Europa
anderzijds. De sociaaleconomische dynamiek
steeg tussen 1750 en 1850 van 140 naar 250 mil-
verschuift van het platteland naar de steden. Dit
joen en tussen 1850 en 1914 van 250 naar 450
is rond 1900 een complex maatschappelijk pro-
miljoen. Dat leidde tot een schaalvergroting
ces waarbij de gegoede middenklasse duidelijk
die we als eerste herkennen in de groei van de
door heel Europa in opkomst is. In diezelfde
steden en industrialisatie. Maar het was een
periode drijft een breder toegankelijk onderwijs-
veel bredere ontwikkeling, die we terugzien in
systeem ook de opkomst van nieuwe elites aan.2
1
wereldtentoonstellingen, metrolijnen, massaattracties als panorama’s, diorama’s, winkelbou-
E E N N I EUWE MAS SAC ULTUUR
levards, theaters, bioscopen en stadions. Dit
Reclame en massaconsumptie hoorden steeds
waren zowel broedplaatsen als etalages van
vanzelfsprekender bij ondernemersgeest en
‘moderniteit’ en de nieuwe massacultuur.
commercieel besef. Het ging om een verleidings-
De tijd rond 1900 is een tumultueuze periode,
act waarbij de inzichten van de nieuwe psycho-
waarin een nieuwe eeuw zich aankondigt, maar
logische wetenschap gretig werden gebruikt.
waarin tegelijkertijd de culturele tradities van de
Men had al snel in de gaten dat de psyche van
afgelopen eeuw nog sterk nagalmen. Het is een
het individu (of van de massa) vooral succesvol
9
22
G O D I N N E N VA N D E A R T N O U V E AU
Tegen het eind van de negentiende eeuw was praktisch elk verticaal vlak in de openbare ruimte bedekt met vaak kleurige affiches die reclame maakten voor boeken, fietsen, spoorwegen, tijdschriften en kranten. Een aantrekkelijk ontwerp betekende dat niet alleen de aangeprezen waren beter verkocht werden, maar ook het affiche zelf: er ontstond al snel een levendige markt voor. Uitgevers en fabrikanten hielden ontwerpwedstrijden en affiches werden ongekend populair. Carl Muller, Een straat in Wenen, 1903. Aquarel. Wien Museum Karlsplatz, Wenen.
G O D I N N E N VA N D E A R T N O U V E AU
23
RUTH E. ISKIN
in de art nouveau – Emancipatie en dubbele boodschappen ‘Women have to be someone, not something.’
mige affiches promootten de strijd voor vrou-
Mary Cassatt, 1894
wenrechten. Dit artikel onderzoekt een scala aan voorstellingen van vrouwen in de art nouveau, vooral van de Nieuwe Vrouw, en de typische
De Amerikaanse kunstenaar Ethel Reed (1874–1912) kreeg internationale erkenning voor haar affiches en was een bekende verschijning in de media. Vanaf 1896 woonde ze in Engeland, waar ze als illustrator werkte en bijdragen leverde aan The Yellow Book, het literaire tijdschrift dat Aubrey Beardsley had opgericht. Ethel Reed, affiche voor Richard Le Galliennes roman The Quest of the Golden Girl, 1895. Affiche, 120,6 × 191,3 cm. Victoria and Albert Museum, Londen.
e jaren 1890 waren hèt decennium
ambiguïteit die art-nouveau-affiches tentoon-
van de art nouveau, van de Nieuwe
spreiden als het om de onafhankelijkheid van
Vrouw en van het reclameaffiche. De
vrouwen gaat. Het doel van dit artikel is licht te
New Woman in de Angelsaksische wereld, la
werpen op het verband tussen stijl en politiek
femme nouvelle in Frankrijk, werd een populaire,
door de analyse van de afbeeldingen van een
zij het onsympathieke figuur in de pers: ze kwam
context te voorzien: de historische ontwikkeling
vaak voor in karikaturen en was de hoofdper-
dat vrouwen opleidingen gingen volgen, beroe-
soon van menig roman.1 Veel art-nouveau-
pen gingen uitoefenen en hun plaats in het
afbeeldingen identificeerden vrouwen met de
openbare leven opeisten.
natuur door ze in gestileerde, welvende lijnen weer te geven, stelden vrouwen als hoogst deco-
DE N I EUWE VR O UW
ratieve objecten voor of gaven ze een plaats in
Ondanks de kritiek op de Nieuwe Vrouw in de
allerlei mannelijke fantasieën. Deze beeldcul-
pers kregen steeds meer vrouwen ambities die
tuur ging tegen de progressieve politieke rich-
hun traditionele rol te boven gingen. Ze gingen
ting in die moderne vrouwen intussen waren
aan het openbare leven deelnemen en wilden
ingeslagen, waarbij ze zich probeerden te bevrij-
een beroepsopleiding, werk, een carrière, een
den van conservatieve idealen en gendergerela-
sociaal leven, onafhankelijkheid en vrijheid van
teerde sociale grenzen. Toch bestonden er ook in
conservatieve sociale beperkingen überhaupt.
de art nouveau afbeeldingen van vrouwen, vooral
Ze wilden niet langer aan de traditionele ver-
op reclameaffiches voor fietsen, die vrouwen als
wachting voldoen dat vrouwen zich alleen op
mobiel, actief en onafhankelijk neerzetten. Som-
een bestaan als echtgenote en moeder dienden
33
E LS D E B A AN
aarom wrongen vrouwen zich rond
imponeren met overdadige consumptie en ver-
1900 vol overgave in oncomfortabele
spilling.
kledingstukken? Dwingende korset-
Kleding was een uiting van de zogenaamde
ten zorgden ervoor dat hun lichaam de in de
geldcultuur. De status van een man was onder
kunst gangbare belijningen volgde. Hoewel de
meer af te lezen aan de uiterlijke verschijning
bewegingsvrijheid en gezondheid eronder
van zijn vrouw. Daarmee representeerde ze hem
leden, gaat een verklaring voor het vervormen
en onderstreepte zodoende zijn positie. Zij
van het lijf ver terug. Van oudsher gold het op-
moest dus secuur en alert met de modeseizoe-
leggen van bewegingsbeperkingen voor man en
nen meebewegen en zich telkens vertonen met
vrouw als statusverhogend. Ook het innemen
de nieuwste outfits en snufjes. Veblen noemt dit
van veel ruimte – bijvoorbeeld met brede schou-
‘demonstratief verspillen’. Daarnaast diende haar
ders, grote mouwen, forse hoofdbedekkingen of
kleding haar bewegingsvrijheid ernstig te belem-
wijde pofbroeken en rokken – onderstreepte
meren. Een korset dat het lijf in een S-vorm duwt,
iemands positie. In de tijd van de art nouveau
heeft volgens Veblen als enige doel ‘de vitaliteit
accentueerde dergelijke belemmerende en
van de draagster te verminderen en haar blijvend
ruimte opeisende kleding specifiek de status van
en zichtbaar arbeidsongeschikt te maken.’ Haar
de vrouw. Ze liet daarmee zien dat ze geen licha-
enige economische functie was volgens hem het
melijk werk hoefde te doen.
verspillen van geld en energie. Deze kleedwijze was dus tevens een uiting van ‘demonstratief
Illustratie uit Les Robes de Paul Poiret racontées par Paul Iribe, 1908.
D E M O N ST RAT I E F N I ETSDO EN
nietsdoen’. Oncomfortabele schoenen en enorme
Met de eeuwwisseling in zicht schreef eco-
hoeden waarmee ze het hoofd nauwelijks kon
noom en socioloog Thorstein Veblen in 1899
draaien, droegen aan dat doel bij.
een kritisch boek over de toenmalige consump-
Het is dus geen verrassing dat de damesmode
tiepatronen. Hij trekt in De theorie van de niets
van rond 1900 zich volledig richt op deze behoef-
doende klasse van leer tegen mensen die willen
te aan verspilling en het inperken van bewegings-
91
<< Henriette Rosine Bernard (1844–1923), bekend als Sarah Bernhardt, in La Prin cesse lointaine van Edmond Rostand. Haar hoofdtooi met kleurige edelstenen is rond 1895 door René Lalique ontworpen; de metalen lelies zijn met imitatieparels bezet. Foto Charles Reutlinger, Parijs.
Op dit affiche van Alphonse Mucha uit 1896, aan de actrice opgedragen door haar vrienden en bewonderaars, draagt Sarah Bernhardt echte bloemen aan haar Laliquediadeem. Lithografie, 75,5 × 55,2 cm. Musée des Arts Décoratifs, Parijs.
volgens mij het grootste aantal werken van La-
voor een iconische broche, die oorspronkelijk tot
lique bezit.’ De tachtig juwelen, glazen objecten,
de Amsterdamse collectie-Citroen behoorde en
tekeningen en kunstvoorwerpen werden tussen
zich tegenwoordig in het Hessische Landesmu-
1899 en 1927 door de verzamelaar direct bij de
seum in Darmstadt bevindt.
kunstenaar aangeschaft en vormen ook vandaag
Een tweede Bernhardt-icoon is de slangen-
de dag nog altijd een van de belangrijkste en
armband, bezet met opalen en email, die de
representatiefste verzamelingen van zijn werk
actrice als Medea droeg in het gelijknamige
in de wereld.
toneelstuk van Catulle Mendès (blz. 100). Dit
Sarah Bernhardt, de ‘goddelijke Sarah’, zoals ze
juweel, eveneens naar een ontwerp van Mucha,
werd genoemd, was een wandelende reclame
werd uitgevoerd door Georges Fouquet, die
voor de art-nouveaukunstenaars. Zij droeg hun
regelmatig bij de artiestenuitgang van het thea-
juwelen privé èn op het toneel. In het stuk La Prin
ter stond in een poging zijn geld te ontvangen.
cesse lointaine, dat door Edmond Rostand (1868–
Bernhardt verkocht de armband uiteindelijk om
1918) speciaal voor haar was geschreven, droeg ze
haar gokverslaafde zoon Maurice van geld te
een diadeem van René Lalique met metalen
kunnen voorzien. Het juweel kwam uiteindelijk
lelies, die bezet waren met imitatieparels. In de
in de collectie van Michel Périnet, die het in de
laatste akte verwisselde ze deze lelies voor echte
zestiger jaren tevergeefs voor 100.000 gulden
bloemen, die ze tot het eind van het stuk bleef
aan het Amsterdamse Rijksmuseum aanbood. In
dragen. Dit moment gebruikte Alphonse Mucha
1986 verkocht hij de armband bij Christie’s in
voor zijn affiche voor dit toneelstuk en het was
Genève voor 1.300.000 gulden aan een ano-
dit affiche dat op zijn beurt weer model stond
nieme bieder.
108
G O D I N N E N VA N D E A R T N O U V E AU
Broche Sarah Bernhardt, ca. 1900, ontworpen naar de poster van Alphonse Mucha. De maker is anoniem, waarschijnlijk Amerikaans. Goud, diamanten, smaragd, parel en email, 5,7 × 4 cm. Hessisches Landesmuseum, Darmstadt, voorheen collectie-Citroen, Amsterdam.
J U W E L E N TOT K U N S T V E R H E V E N
109
BEELDJE HERFSTTIJLOOS Ontwerp Sophie Burger-Hartmann, München, 1897 Uitvoering Deutsche Werkstätten, München Brons, gegoten, gemonteerd H. 28 cm, b. 11 cm, d. 11 cm Badisches Landesmuseum Karlsruhe, inv. 70/50
De Duitse beeldhouwer Sophie BurgerHartmann (1868–1940) maakte beelden die sterke emoties uitdrukken, zoals het treurige meisje met gebogen hoofd dat uit de bloem van de herfsttijloos oprijst. Alle delen van de herfsttijloos zijn giftig en verwarring met krokus of daslook kan dan ook fatale gevolgen hebben. Misschien speelt dit hier een rol en kan de afbeelding als een metafoor worden opgevat voor plotselinge dood en rouw. De naam van de plant is afgeleid van het gegeven dat ze in september/okto ber bloeit (met zachtpaarse bloemen) en het blad zich pas het jaar daarop vormt (dus als het ware tijdloos is). Het slap neerhangende blad van het beeldje is dan ook geen loof, wat het op het eerste zicht lijkt, maar een verwelkt bloemblad. Op de sokkel van het beeld slinge ren wortels, een motief dat bij Jugend stilkunstenaars zeer geliefd was.
154
JFF
G O D I N N E N VA N D E A R T N O U V E AU
BEELDJE THE SPIRIT OF ECSTASY Ontwerp Charles Robert Sykes, 1911 Uitvoering Rolls-Royce Ltd., Derby Brons, verlorenwasprocedé, verchroomd H. 20,8 cm, b. 10,8 cm, d. 11,7 cm Badisches Landesmuseum Karlsruhe, inv. 70/119 b
De Engelse beeldhouwer Charles Robert Sykes (1875–1960) is vooral bekend geworden als de schepper van dit beeldje, The Spirit of Ecstasy — het ornament dat van 1911 tot 1934 op de radiatorsluiting van elke Rolls-Royce stond. De eerste Rolls-Roycewagens werden zonder ornament geprodu ceerd; het idee kwam van Lord John Scott Montagu, een vriend van Charles Rolls. Om zich bij het autorijden veiliger te voelen liet hij een afbeelding van de heilige Christoforus, de schuts patroon van de reizigers, op de motor kap van zijn Daimler aanbrengen. Vervolgens raakte hij met Sykes in gesprek over een professioneel ontwerp voor een motorkapmascotte. Er doen verschillende verhalen de ronde over welke vrouw hiermee werd vereeuwigd. De gangbaarste verklaring is dat het om Eleanor Thornton gaat, de secretaresse en geliefde van Lord Montagu. Ook Sykes kende haar goed en gebruikte haar vaker als model voor zijn werk. Ieder beeldje werd ambachtelijk vervaardigd met het zogenaamde verlorenwasprocedé. Hierbij wordt de figuur eerst van was gemaakt en met een hittebestendige mantel omgeven, waarna de was eruit wordt gesmolten en er tot slot brons in de holte wordt gegoten.
JFF
C ATA LO G U S B A D I S C H E S L A N D E S M U S E U M K A R L S R U H E
155
VOORPORTAAL MET JUGENDSTILMOTIEVEN Uitvoering Heinrich Kindervater, Wolfenbüttel, ca. 1900 Voorportaal: imitatieschildering op naaldhout; schilderijen: oliehoudende gemengde techniek op doek Voorportaal: h. 384 cm, b. 242 cm, d. 379 cm Schilderijen: vrouw met camera: h. 193,6 cm, b. 91,0 cm, d. 2,0 cm; vrouw met schildersezel: h. 193,5 cm, b. 83,5 cm, d. 2,0 cm Braunschweigisches Landesmuseum, Braunschweig, inv. 2020-57 Gerestaureerd met steun van de Ernst von Siemens Kunststiftung
Beroepsfotograaf Adolf Herbst wilde zijn klanten al bij binnenkomst in zijn atelier in Wolfenbüttel in de juiste stemming brengen met dit voorportaal met sprekende Jugendstilmotieven. Twee jonge vrouwen, de ene met een
fraai gestileerde rankmotieven vormen
reclamemethoden. Bij zijn klanten
schildersezel en de andere met een pla
de omlijsting. Het werk is uitgevoerd
prees hij zijn ‘Kunst-Anstalt für
tencamera op een statief, kijken de
door een lokale kunstenaar, Heinrich
moderne Photographie‘ (kunstinstel
bezoeker aan en wijzen de weg. Er staan
Kindervater, die gespecialiseerd was in
ling voor moderne fotografie) aan als
hoge loofbomen rond de slanke vrou
kunstschilderwerk op binnen- en bui
een modern, toekomstgericht bedrijf,
wengestalten, die los v allende, op de
tenmuren.
‘met elegante atelier- en bedrijfsruim
reformmode van rond 1900 gebaseerde
Met dit voorportaal droeg Adolf
tes die naar de huidige mode zijn
jurken dragen. De kleuren groen en wit
Herbst bij aan de verbreiding van
ingericht’. Het versierde voorportaal
overheersen in de schilderingen en
moderne kunst en vormgeving in de
is een indrukwekkend voorbeeld van
geven een gevoel van jeugd en voorjaar;
architectuur en de daaraan gerelateerde
de Jugendstil van Braunschweig.
1 74
G O D I N N E N VA N D E A R T N O U V E AU
AK
C ATA LO G U S B R AU N S C H W E I G I S C H E S L A N D E S M U S E U M B R AU N S C H W E I G
175
COLOFON
Uitgave WBOOKS, Zwolle info@wbooks.com www.wbooks.com In samenwerking met Allard Pierson – de collecties van de Universiteit van Amsterdam www.allardpierson.nl
De letter in de koppen is gebaseerd op een voorbeeld in Klaas van Leeu wens Letterboek voor den teekenaar en ambachtsman (1907, zie blz. 143). De ‘Van Leeuwenletter’ is voor de ten toonstelling en de publicatie Godin nen van de art nouveau gedigitali seerd door OPERA Amsterdam.
Coördinatie, beeldredactie en bijschriften Paulien Retèl
Bijschriften omslag: Alphonse Mucha, De natuur, 1900 (zie blz. 149). Badisches Landesmuseum, Karlsruhe
Vertaling Noctua Taal en tekst: Corinna Vermeulen en Ilia Neudecker
Jan Toorop, boekband voor Metamor fose van Louis Couperus, 1897 (detail). Collectie S. van de Peppel
Eindredactie Noctua Taal en tekst: Corinna Vermeulen www.noctuataalentekst.nl
Gustav Klimt (waarschijnlijke ontwer per) en Georg Klimt (uitvoering), reliëf, ca. 1900 (detail van blz. 171). Badi sches Landesmuseum, Karlsruhe
Vormgeving en omslagontwerp Miriam Schlick, Amsterdam www.extrablond.nl , met veel dank aan Tjeerd Dam.
Bijschrift blz. 6: Théo Perrot, wandbord La Danse (De dans), ca. 1900. Aardewerk, tin; gebakken, geglazuurd. Badisches Lan desmuseum Karlsruhe, inv. 65/93. Bijschrift blz. 116–117: Josef Lehner & Eduard Mader, Neue Schriften und Firmenschilder im modernen Stil, Wenen, 1904. Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam, inv. OL 63-3123 Bijschrift blz. 199: Paul Naumann, Moderne Schriften und Alphabete, Berlijn, 1900. 15 losse bladen, 51 × 38 cm. Allard Pierson, Universiteit van Amsterdam, inv. NOF 88-2
200
G O D I N N E N VA N D E A R T N O U V E AU
Dit is deel 8 in de Allard Pierson Museum Serie. Eerder verschenen titels over de Etrusken, Egypte, Rome, Troje, de Krim, Sicilië en de Vroege Middeleeuwen. © 2020 WBOOKS / Allard Pierson Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou digd, opgeslagen in een geautomati seerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op eni ge andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uit gever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustra ties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © c/o Pictoright Amsterdam, 2020 ISBN 978 94 625 8404 4 (Nederlands) ISBN 978 94 625 8405 1 (Engels) ISBN 978 94 628 8414 3 (Duits) NUR 684
Vrouwenfiguren — meestal jong en sierlijk,
lair. Dat was aan tijdschriften en affiches te dan-
vaak versmeltend met de natuur — zijn overal
ken, maar ook aan de wereldtentoonstellingen,
in de art nouveau. Van commerciële postergirls
die de nieuwste toegepaste kunst presenteer-
tot allegorische figuren, van conservatieve rol-
den waarmee de moderne burgerij zich kon
modellen tot iconen van het feminisme, maar
omringen.
zelden vrouwen van vlees en bloed. Ook de
Godinnen van de art nouveau werpt nieuw licht
vrouwelijke kunstenaars die zich in de man-
op een tijdperk zonder weerga en op de vraag
nenwereld van de art nouveau wisten te hand-
hoe het beeld van de vrouw werd ingevuld en
haven, gebruikten allegorische vrouwenfiguren.
ingezet — in schilderijen, spectaculaire siera-
Het fin de siècle was een tijd van grote ver-
den, de Rolls-Roycemascotte, reclameposters
anderingen: verstedelijking, het ontstaan van
en boekbanden, gemaakt door mannelijke en
massaconsumptie en reclame, industrialise-
vrouwelijke kunstenaars. Daarnaast bevat het
ring, klassenstrijd, de opkomst van de vrouwen-
boek een selectie van de mooiste en belang
beweging, de verspreiding van grote hoeveel-
rijkste objecten uit de art-nouveaucollecties
heden drukwerk. Kunstenaars en vormgevers
van het Allard Pierson, het Badische Landes
gingen naar nieuwe vormen op zoek; de nieuwe
museum Karlsruhe en het Braunschweigische
kunst, art nouveau, werd in heel Europa popu-
Landesmuseum Braunschweig.
Vrouwenfiguren — meestal jong en sierlijk,
lair. Dat was aan tijdschriften en affiches te dan-
vaak versmeltend met de natuur — zijn overal
ken, maar ook aan de wereldtentoonstellingen,
in de art nouveau. Van commerciële postergirls
die de nieuwste toegepaste kunst presenteer-
tot allegorische figuren, van conservatieve rol-
den waarmee de moderne burgerij zich kon
modellen tot iconen van het feminisme, maar
omringen.
zelden vrouwen van vlees en bloed. Ook de
Godinnen van de art nouveau werpt nieuw licht
vrouwelijke kunstenaars die zich in de man-
op een tijdperk zonder weerga en op de vraag
nenwereld van de art nouveau wisten te hand-
hoe het beeld van de vrouw werd ingevuld en
haven, gebruikten allegorische vrouwenfiguren.
ingezet — in schilderijen, spectaculaire siera-
Het fin de siècle was een tijd van grote ver-
den, de Rolls-Roycemascotte, reclameposters
anderingen: verstedelijking, het ontstaan van
en boekbanden, gemaakt door mannelijke en
massaconsumptie en reclame, industrialise-
vrouwelijke kunstenaars. Daarnaast bevat het
ring, klassenstrijd, de opkomst van de vrouwen-
boek een selectie van de mooiste en belang
beweging, de verspreiding van grote hoeveel-
rijkste objecten uit de art-nouveaucollecties
heden drukwerk. Kunstenaars en vormgevers
van het Allard Pierson, het Badische Landes
gingen naar nieuwe vormen op zoek; de nieuwe
museum Karlsruhe en het Braunschweigische
kunst, art nouveau, werd in heel Europa popu-
Landesmuseum Braunschweig.