Het
Achterhoek Boek
Anna de Swart is huishoudster bij pastoor W. Verhoeks uit Vragender. Foto uit 1900.
Tekst en samenstelling: Caroline Reilink Met foto’s van Erwin Zijlstra
Het
Achterhoek Boek
In samenwerking met: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Regionaal Archief Zuphen, Waterschap Rijn en IJssel
1. ’t Gif maôr éénen Achterhook
9
2. ’t Land waôr onze weege stond
27
3. Daôr hé-we pretkes, meer as zat
51
4. En reurt geduch den snater
73
5. Lang’s wège, waôr den braômbos bleuj’t
95
6. Daôr is van all’s te zeene
113
7. En dörpkes, waôr ne mölle dree’jt
137
8. Daôr steet ok Almens kerksken nog
171
9. Daôr hef den spöll’man nog de zorg
195
10. Doo hier in ’t land de vi-jand lag
221
11. Ons wondermooie Saksenland
261
Over de auteur
286
Fotoverantwoording
287
Colofon
288
Retranchement Doesburg.
Onzen Achterhook ’t Gif maôr éénen Achterhook, Den Gelderschen, den echten, ’t Land waôr onze weege stond Op eeuwenolden Saksengrond, Waôr w’ altied an zölt hechten. Daôr bu’we rech in onzen schik, Zoo as ne snook in ’t water, Daôr hé-we pretkes, meer as zat, Daôr sprèke wi’j ons eigen plat En reurt geduch den snater. Daôr kö-we kuiern wied in ’t rond Deûr donk’re busk’ en heide, Lang’s wège, waôr den braômbos bleuj’t, En esschen, waôr de rogge greuj’t, Of dwars deur greune weiden. Daôr völt de tied ons nooit te lank, Al bu-w’ ok mong’s alleene, Daôr sprèèk’t de dinge lang’s den weg, Ne kezz’link nog, den ons wat zeg, Daôr is van all’s te zeene. Daôr ligget tusschen ’t greune holt Kasteele nog te dreum’ne En dörpkes, waôr ne mölle dree’jt,
Boerd’ri’jkes, waôr ne hane kree’jt, Bi’j naam’, as ’t mot, te neum’ne. Daôr steet ok Almens kerksken nog – Van Starink – dat mo’j weten – Daôr is ’t nog karm’se in Terborg, Daôr hef den spöll’man nog de zorg Van olds bi’j ’t voggelscheeten. Daôr sprek zoo mennig städken ok Nog van vergangen tieden, Doo hier in ’t land de vi-jand lag En ’t eigen arme veûrgeslach Verkwam in bitter lieden. Wat genk ’t er hèr um’ Bredevoort! Wat kon’n z’ op Grolle beuken! Dat steet nog in ’t gescheed’nisbook, Van Deutekom en Lochem ook, Jaô, jaô, daôr kon ’t ok speuken. Jaô, ’t gif maôr éénen Achterhook, Den Gelderschen, den olden, Den wi’j bewaart as kost’lekst pand, Ons wondermooie Saksenland, Waôr w’ altied van zölt holden. [uit: B. Stegeman, Ne toeten vol Achterhooksche möpkes - met extraô ne trop ni-jen. (2e druk Winterswijk 1933)]
1
Kaart van de Graafschap, met als inzet een plattegrond van Zutphen. Datering: 1630. Tekenaar: C.J. Visscher.
’t Gif maôr éénen Achterhook Dit boek geeft een beeld van de Achterhoek en wel van die streek die in het uiterste oosten van Gelderland ligt. Hoewel het vaak in één adem met de Liemers genoemd wordt, is in dit boek alleen voor de Achterhoek gekozen. De precieze grenzen van het Achterhoekse gebied zijn niet duidelijk, veel mensen denken daar verschillend over. In het oosten eindigt de Achterhoek in ieder geval bij de landsgrens met Duitsland. In het noorden bij de provinciegrens met Overijssel. In het westen kent de Achterhoek een natuurlijke grens: de rivier de IJssel. Het lastigste is de zuidwestgrens te benoemen. Daar zijn meerdere invullingen aan te geven. In dit boek loopt die grens van Doesburg naar Doetinchem via de rivier de Oude IJssel. Vanaf Doetinchem loopt volgens Het Achterhoek Boek de grens naar de A18 die verder de zuidwestgrens van de Achterhoek vormt. Wehl, behorend tot de streek de Liemers, wordt in dit boek niet besproken. Doesburg en Zutphen wel. Dit hoofdstuk geeft een beeld van ‘echte Achterhoekse’ onderwerpen, van datgene wat de Achterhoek tot de Achterhoek maakt. Zoals schoolmeester B.J. Stegeman uit Winterswijk het in zijn Achterhoekse volkslied verwoordt: ’t Gif maôr éénen Achterhook, Den Gelderschen, den echten [..]
Achterhooks
’t Gif maôr éénen Achterhook
10
Een Achterhoeker praat plat. Tenminste, zo was het altijd wel. Dit uit het Nedersaksisch afkomstige dialect, met allerlei subvarianten, wordt echter lang niet meer zoveel gesproken als eerder. Tegenwoordig is het Algemeen Nederlands steeds meer in Achterhoekse straten te horen. Toch zijn er nog veel mensen die plat praten en van oudsher mensen die het Achterhoeks promoten. Bijvoorbeeld H.J. Krebbers. Hij wordt in 1852 geboren in een boerderijtje aan een zandpaadje in Gelselaar. Door schoolmeester Roth man ontdekt Krebbers zijn liefde voor verhalen en poëzie. Krebbers wordt schoolmeester. Na vele omzwervingen krijgt hij uiteindelijk een baan in Vorden, waar hij dertig jaar lang voor de klas staat. Ondertussen schrijft hij het ene boek, verhaal en gedicht na het andere. Bekend zijn de wekelijkse stukjes in de Lochemse Courant over meester Jochem en Gait Vreeman. Deze stukjes in het dialect zijn scherp en humoristisch. Ze laten Krebbers’ liefde voor de streek zien. H.W. Heuvel feliciteert H.J. Krebbers met zijn zestigste verjaardag.
Euregio
Een bijeenkomst van jongeren in de sporthal tijdens een EUREGIO-uitwisselingsdag in 1983.
11
’t Gif maôr éénen Achterhook
De Achterhoek grenst aan Duitsland en hoewel de grens een duidelijk scheiding vormt tussen twee landen, zijn er ook gemeenschappelijke belangen die de inwoners van beide grensgebieden binden. Daarom wordt vanaf 1958 begonnen met een brede samenwerking tussen gemeenten in het zogenaamde EUREGIO-gebied. Inmiddels behoren 131 Nederlandse en Duitse gemeenten tot het EUREGIO-samenwerkingsverband, met in totaal 3,4 miljoen inwoners. Tweederde hiervan is Duits, eenderde Nederlands. Alle gemeenten van de Regio Achterhoek behoren tot de EUREGIO, evenals Zutphen. Naast economische en infrastructurele samenwerking, richt de EUREGIO zich ook op projecten op sociaal-cultureel gebied. Met subsidies van de Europese Unie kunnen vele initiatieven in het gebied ondersteund worden. Maar ook bij eventuele rampen kunnen de gemeenten elkaar goed vinden. Inmiddels bestaan overal in de Europese Unie dergelijke euregionale samenwerkingsverbanden, maar de EUREGIO in Twente en de Achterhoek, samen met de aangrenzende Duitse gemeenten in Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen, is de allereerste.
smokkeLwaar
’t Gif maôr éénen Achterhook
12
Voordat in 1985 het Verdrag van Schengen ingaat, staan in Eibergen, bij Oldenkotte, twee douanekantoren. Eén aan de Nederlandse en één aan de Duitse kant van de landsgrens. Het is de bedoeling dat mensen hier bepaalde, waardevolle goederen komen aangeven. Maar dit gebeurt lang niet altijd. Het gebied rond Rekken staat bekend om smokkel. Smokkelaars proberen allerlei waren zoals boter, sigaretten, sterke drank, maar ook vee over de grens te krijgen, zonder hiervoor invoerrecht te betalen. Smokkelaars zijn precies op de hoogte waar in het boerenland de grens met Duitsland loopt en proberen de commiezen, de douanebeambten, te slim af te zijn. Het is een mooie bijverdienste, maar als je gepakt wordt, zijn de straffen hoog. Om elkaar te waarschuwen dat de commiezen eraan komen, gebruiken de smokkelaars wel eens de midwinterhoorn. Met speciale, afgesproken signalen proberen de smokkelaars de douaniers te slim af te zijn. Deze douaniers worden in 1919 in Rekken op de foto gezet.
Huis Ruurlo Het Huis Ruurlo wordt voor het eerst genoemd in het Leenregister van het Kwartier van Zutphen in 1326. Vanaf het begin van de vijftiende eeuw is het huis in handen van de familie Van Heeckeren. In 1572 bouwt Jacob van Heeckeren de grote toren aan de rechterkant van de voorgevel. Deze toren is het oudst dateerbare gedeelte van het kasteel. Tussen 1619 en 1727 raakt de familie Van Heeckeren het huis kwijt, maar in 1727 keert Huis Ruurlo weer terug in de familie. Jacob Derk van Heeckeren en zijn vrouw laten het huis grondig verbouwen en zorgen daarmee voor het huidige aanzicht van Huis Ruurlo. Beroemd is het park om het huis en de nabijgelegen doolhof, dat in 1891 in opdracht van Sophia van Heeckeren van Kell wordt geopend. In 1978 wordt het kasteel verkocht aan de gemeente Ruurlo, die het na restauratie gebruikt als gemeentehuis. Huis Ruurlo op een achttiende-eeuwse afbeelding.
13
’t Gif maôr éénen Achterhook
zuidwijk
’t Gif maôr éénen Achterhook
14
Tegen het dorp Dinxperlo aan ligt Suderwick aan de Duitse kant van de grens. Dit dorpje ontstaat in de middeleeuwen als uitbreiding van Dinxperlo. In de loop van de eeuwen wordt de landsgrens tussen Nederland en Duitsland steeds duidelijker. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vormt de grens een scheidslijn tussen twee werelden. Na de bevrijding, als Dinxperlo zwaar beschadigd blijkt te zijn, komt de roep om vergelding. Duitsland kan geen schadevergoeding uitbetalen aan Nederland. Daarom wordt het idee van grondannexatie geboren. Nederland groter maken en Duitsland kleiner zou genoegdoening kunnen geven voor de geleden schade. In 1949 is het zover: een derde deel van Suderwick gaat bij Dinxperlo horen en heet vanaf dan Zuidwijk. In de praktijk levert deze annexatie niets op. Er is teveel wantrouwen onderling. In 1963 worden alle geannexeerde gebieden, waaronder het deel van Suderwick, aan Duitsland teruggegeven. Het samenleven komt dan pas echt op gang. Kaart van de grens tussen Gelderland en Münster. Datering: 1722. Tekenaar: Isaak van den Heuvel.
Achterhoeks fruit
Een prachtig voorbeeld van oude fruitbomen bij een Achterhoekse boerderij.
15
’t Gif maôr éénen Achterhook
Het boerenerf van weleer is een zelfvoorzienend systeem. Daarom staan bij elke boerderij van vroeger fruitbomen. Vaak bij elkaar gegroepeerd in een boomgaard, maar bij de arme keuterboerderijtjes moet elk stukje grond benut worden. Bij hen staan de fruitbomen daar waar maar een plekje op het erf over is. In de Achterhoekse bongerd is een aantal oude fruitrassen goed vertegenwoordigd. Voorbeelden hiervan zijn de sterappel, de köttelpeer, de kwets en de spekkers. Naast de fruitbomen staan op een hoekje van het erf ook nog eens struiken vol met kleinfruit. Frambozen en allerlei soorten bessen worden verwerkt tot jam. Lang niet alle fruitrassen zijn tegenwoordig nog makkelijk verkrijgbaar. Maar met een beetje moeite is er nog aan te komen. In Doesburg ijvert de stichting ‘t Olde Ras voor behoud van de oude fruitrassen door deze in haar museumtuin aan te planten. De bomen zijn ook te koop.
De IJssel De IJssel is een 125 kilometer lange rivier die in Westervoort bij Arnhem aftakt van de Rijn en vervolgens verder stroomt naar het Ketelmeer en het IJsselmeer. Daarbij passeert het water de stad Zutphen. De rivier de IJssel speelt een belangrijke rol in de geschiedenis van Zutphen en omstreken. Mensen vestigen zich hier, omdat de plek gunstig gelegen is ten opzichte van het water. In latere tijden zorgt de IJssel ervoor dat kooplieden uit Zutphen op grote schaal handel te drijven. Hierdoor wordt de stad rijk. De rivier brengt ook nadelen met zich mee: over het water kunnen de Vikingen naar Zutphen varen en de stad binnendringen. Verder heeft Zutphen door de jaren heen geregeld last van overstromingen. Tegenwoordig is de rivier vooral beeldbepalend voor de bezoeker die naar Zutphen komt. Zij zien een prachtige historische stad gelegen op de oevers van de IJssel.
’t Gif maôr éénen Achterhook
16
Overstroming van de rivier de IJssel in december 1952. Op de achtergrond de stad Zutphen.