Museumtijdschrift 3 / 2017

Page 1

diap

BELADEN LANDSCHAP van kiefer tot ristelhueber

nr 3 ••april-mei € 8,95 verschijnt 8x jaar per jaar april 20172017 • € •8,95 verschijnt 8x per Den Haag

Mooi Holland

Schilders ontdekken het stadse leven Kemzeke, België

nr 3 / 2017

10 jaar Verbeke

Speeltuin voor mens, natuur en kunst Schiedam & Arnhem

Pierre Janssen

ED & DESIGN KUNST, ERFGO

Meesterlijk verhalenverteller geëerd

+ de tentoonstellingsagenda 40 pagina’s gratis bijlage

gsagenda nstellin ht e overzic tentoo st complet

10

APR

21

MEI

het mee

diap

KENDAM

ELBURG

Museum

Sjoel Elburg

DAM Koperen

GIESSEN

XVELD-

HARDIN

Knop

Museum

De S

MONNIC 09

APR

09

JUL

01

ahuis GEN Hannem HARLIN

APR

10

JUN

22

APR

29

OKT

d i e h j i r v

es r b de r p O voo ke e i t s i t r a am terd Rot

Francis Alÿs Armando Hans Citroen Hannah Collins Ori Gersht Charles Heller and Lorenzo Pezzani Marcel van Hoorn

Anselm Kiefer Mathieu Knippenbergh M.I.A. Raquel Maulwurf Johan Nieuwenhuize Olphaert den Otter Karin Peulen Sophie Ristelhueber

4 februari t/m 4 juni 2017 leeuwarden friesmuseum.nl

100 magenta Beeld: Bilder-Streit, Anselm Kiefer, 1980. Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam

Het Fries Museum wordt mede gefinancierd door

E P T R R O E H B T RO PPLE MA

ift nr 3 /

umtijdschr

e bij muse

gratis bijlag

2017

www.m

useumt

ijdsch


INHOUD-

beeld omslag: Robert Mapplethorpe,

‘Isabella Rossellini’, 1988 (print 1990), zilvergelatineprint, 58,9 × 49,21 cm (beeld), Los Angeles County Museum of Art en J. Paul Getty Trust Photography toegezegde schenking

museumtijdschrift.nl nr.3 / april-mei 2017

robert mapplethorpe foundation

46

Jacobus van Looy, ‘De tuin’, 1893, olieverf op doek, 93 x 137 cm, Haarlem, Teylers Museum

36

24 6


MODERNE KUNST

18 Robert Mapplethorpe

Klassiek en provocerend werk blijft onverminderd actueel door Edo Dijksterhuis INTERVIEW

24 10 jaar Verbeke

Kunstparadijs voor de een, uitdragerij voor de ander door Sabeth Snijders MODERNE KUNST

50

30 Chris Beekman

Was even in de ban van De Stijl, maar gooide het roer flink om door Linda Boersma MODERNE KUNST

36 Pierre Janssen 11-17

MUSEUM - KORT 29 Museumtijdschrifttips: de mooiste tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Van prenten uit Parijs tot exotisch Egypte, en van roofkunst tot Auke de Vries en Gerhard Richter

69-75 MUSEUM & MEER het atelier Jan Rothuizen de conservator Mirjam Westen de kunstenaar Cristina Lucas boeken & meer COLUMNS

34 57

Oek de Jong Magie van tekenen Maria Barnas

In het hoofd van Magritte

Dubbeltentoonstelling eert legendarisch kunstexplicateur door Chris Reinewald OUDE EN HEDENDAAGSE KUNST

42 Nieuwe ogen

Musea spelen met de combinatie oudnieuw, wat levert dat op? door Judith de Bruijn OUDE KUNST

46 Fin de siècle

Gaslicht, winkels en industrie: jonge schilders ontdekken de stad door Kees Keijer HEDENDAAGSE KUNST

50 Jennifer Tee

Duizenden tulpenblaadjes verbinden Amsterdam met de wereld door Esther Darley OUDE KUNST

58 Le Nain-broers

Schilderden kalme boerensatire, maar wie deed wat? door Dorien Tamis ARCHEOLOGIE

62 Liao-dynastie

Kostbare grafvondsten tonen machtig Aziatisch rijk door Theo Toebosch

7


Speeltuin vo


natuur

or mens &

Voor sommigen een kunst­paradijs, voor anderen een uitdragerij. Nabij Antwerpen is de Verbeke Foundation in tien jaar uitgegroeid tot een museumwaardige onderneming. DOOR SABETH SNIJDERS Jason van der Woude, ‘Open ruimte, open functie’, 2010

25


Karel Appel, ‘Mannetje met de zon’, 1947, waterverf en krijt op papier, 44 x 55,6 cm, Schiedam, Stedelijk Museum/aankoop PJ (foto: Bob Goedewaagen)

36


Heerlijk: kunst ontdekken!

Kunstuitlegger Pierre Janssen was bij leven al een legende. Tien jaar na zijn overlijden eren Schiedam en Arnhem hun bevlogen en soms onnavolgbare conservator en directeur. DOOR CHRIS REINEWALD

37


Willem Witsen, ‘Montelbaanstoren’, 1887, oilieverf op doek, 40 x 45 cm, Amsterdam, Amsterdam Museum (langdurige bruikleen Stedelijk Museum)

Jacobus van Looy, ‘Augustus, Oostindiscche kers’, 1895, olieverf op doek, 100 x 140 cm, part. coll.

48

Willem Bastiaan Tholen, ‘Slachthuis’, 1889, olieverf op doek, 56 x 41,5 cm, Groningen, Groninger Museum

George Hendrik Breitner, ‘De waspit’, ca. 1893, olieverf op doek, 85,7 x 57,4 cm, Den Haag, Gemeentemuseum


De stad als onderwerp ging gelijk op met een enorme expansie van de steden. waren korte tijd bevriend. Samen schuim­ den zij Haagse volksbuurten af om daar ‘typetjes’ te tekenen. In Amsterdam oefende de Rijksakademie van Beeldende Kunsten onder leiding van August Allebé een grote aantrekkings­ kracht uit op jonge schilders. Breitner en Israels meldden zich er in 1886 aan, maar waren al te veel gevormd, waarna ze hun eigen weg zochten. In Amsterdam maak­ ten hun portretten, figuurstukken en mili­ taire taferelen plaats voor eigentijdse onderwerpen uit hun directe omgeving. Het leven op straat, in de cafés en in de theaters werd hun nieuwe werkterrein. Willem Witsen, geboren Amsterdammer, stond hier aanvankelijk gereserveerd tegenover. Hij was in Amsterdam niet alleen ‘doodsbang voor drank’, hij ergerde zich ook aan ‘dilettantische liefhebberijen’ van collega-kunstenaars.

KOFFIEPIKSTERS & CHIQUE DAMES Toch ging hij overstag en zijn eerste doek in Amsterdam was een gezicht op de Mon­ telbaanstoren, op een regenachtige dag. De rigoureuze afsnijding van de toren en de figuren met paraplu’s verraden de invloed van Japanse prenten, die in deze tijd razend populair waren. Witsen legde doorgaans de nadruk op de stemmige sfeer van gebouwen die oprijzen uit het spiegelende wateroppervlak, terwijl Breit­ ner en Israels, vaak in een vriendschappe­ lijke wedijver, vrijwel altijd op zoek waren naar menselijke bedrijvigheid in de stad. Beiden tekenden en schilderden koffie­ piksters, dienstbodes, drukke winkelstra­ ten en publiek in cafés en theaters. Israels had daarnaast een speciale voorliefde voor het circus en de chique dames in modehuis Hirsch, terwijl Breitner veel bouwwerkzaamheden aan de Amster­ damse stadsranden vastlegde. De ontdekking van de stad als onderwerp voor schilderijen ging gelijk op met een enorme expansie van de Nederlandse ste­ den. Vooral Amsterdam herstelde zich in

dit fin de siècle van bijna tweehonderd jaar economische malaise. Na de opening van het Noordzeekanaal in 1876 groeide de hoofdstad uit tot de grootste industrie­ stad van Nederland. Overal verrezen nieuwe bouwwerken, parken en hele buur­ ten. De Tachtiger Herman Gorter memo­ reerde later: “Eindelijk, na 1870, werd Holland bereikt door den grooten negen­ tiende-eeuwschen stroom, die over alle landen gaat [...]. Dat hebben wij hier in Amsterdam voor onze oogen gezien, die groote verandering, en wij hebben ze in ons hart meegevoeld. [...] Wij hebben gezien, hoe geheel Amsterdam zich her­ vormde van een 17de en 18de eeuwsche stad, met haar hoeken en grachten en straatjes van klein handwerk, tot een stad van magazijnen en groot-handwerk en fabriek. Wij hebben het groot-kapitaal zien neerstrijken in de stad, en de buiten­ wijken zien groeien met hun honderddui­ zenden proletarieërs.” Die proletariërs waren ook elders onder­ werp van schilderijen. Willem Bastiaan Tholen tekende en schilderde in een papierfabriek, een melkinrichting en een brouwerij. Op een aantal schilderijen en tekeningen heeft hij een slachthuis ver­ beeld. Taferelen met geslachte dieren waren al een geliefd thema in de zeven­ tiende eeuw, maar in de tijd van Tholen werden slachthuizen steeds grootschali­ ger en vertrokken ze steeds meer naar de rand van de stad. Israels maakte een schilderij van de hoe­ denwinkel van Mars op de Nieuwendijk in Amsterdam. Het winkelende publiek fla­ neert langs de etalage en vergaapt zich aan het aanbod. Er ontstond een nieuwe mid­ denklasse, die maar al te graag verleid wilde worden door de laatste mode. De speciale avondopenstelling was mogelijk door het gebruik van gaslicht, wat ook voor sfeervolle, schilderachtige effecten zorgde. Later was het filiaal van Mars op de Kalverstraat een van de eerste winkels met elektrisch licht.

BLOEIENDE PLANTEN De tentoonstelling laat overigens niet alleen dynamische stadsgezichten zien. Sommigen schilderden ook andere gen­ res. Zo richtte Jan Veth zich vooral op het maken van portretten. Hij kreeg portret­ opdrachten voor gewichtige persoonlijk­ heden, maar tekende ook arbeiders omdat hij ze zo’n karakteristieke kop vond heb­

Vincent van Gogh, ‘In de regen’, z.j., aquarel, 29,4 x 21,6 cm, Den Haag, Gemeentemuseum

ben. Jacobus van Looy is vertegenwoor­ digd met een dynamisch schilderij van een Oranjefeest, maar ook met idyllische tui­ nen vol bloeiende planten. En Piet Mei­ ners schilderde voornamelijk stillevens met alledaagse onderwerpen. Hoewel veel kunstenaars in het fin de siècle verwante opvattingen hadden, was van een echte school geen sprake. De ont­ wikkelingen in de beeldende kunst volg­ den elkaar in rap tempo op en door de komst van symbolisme en neo-impressio­ nisme raakten schilders als Breitner en Israels hun toonaangevende positie al snel kwijt. In 1894 schilderde Isaac Israels een groepsportret van C.A. Lion Cachet, G.W. Dijsselhof en Th. Nieuwenhuis, die zich meer als sierkunstenaars zouden ontwik­ kelen. In deze tijd werd ook het werk van de reeds overleden Vincent van Gogh steeds bekender. Daar kon een schilder als Breitner helemaal niets mee. Hij noemde het werk van zijn vroegere vriend ‘kunst voor eskimo’s’. Kees Keijer is kunsthistoricus en -criticus ‘Rumoer in de stad. De schilders van tachtig’, 14 april t/m 5 november, Gemeentemuseum, Stadhouderslaan 41; di t/m zo 10-17; MK gratis; catalogus € 27,95 (WBooks); gemeentemuseum.nl

49


Verstilde plattelandsscènes Louis Le Nain, ‘De hooiwagen’, 1641, olieverf op doek, 56 x 72 cm, Parijs, Musée du Louvre (foto: RMN-Grand Palais/Franck Raux)

58


Louis Le Nain, Tabakslokaal’, 1643, olieverf op doek, 117 x 137 cm, Parijs, Musée du Louvre (foto: RMN-Grand Palais/Mathieu Rabeau)

W

ie het over Le Nain heeft, heeft het over Louis’ uitzonderlijke schilderijen, die bij gebrek aan beter als genrevoorstellingen te omschrijven zijn. Maar een Boerenmaaltijd of Hooiwagen van Louis’ hand verschilt wel hemelsbreed van het doorsnee zeventiende-eeuwse genretafereel. Zuipen, vreten, kletsende klapzoenen uitdelen en kakken in een hoekje van het beeld? Niet bij Louis Le Nain. Een eenvoudig geklede man heft een glas, een viertal kinderen boven op een kar kijkt vanuit de hoogte naar beneden, veel meer gebeurt er niet. Kalm, hun gezichten niet grotesk vertrokken maar in ernstige rust, lijken zijn grote, vaak beeldvullende figuren eerder te poseren voor een groepsportret. De individualiteit van de figuren is echter schijn. De man rechts op de Boerenmaaltijd bijvoorbeeld, peinzend op zijn krukje, is herhaaldelijk terug te vinden op andere werken, zoals op een mythologische scène met Venus in de smidse van Vulcanus. De vrouw links op dezelfde Boerenmaaltijd

Niks klompengehos en platte humor. Op de schilderijen van de zeventiende-eeuwse schilder Louis, een van de drie Le Nain-broers, bezitten boeren en eenvoudige am­bacht­s­­lieden een kalme waardigheid. DOOR DORIEN TAMIS

blijkt bij nadere beschouwing de dubbelganger van de moeder die rechtsvoor op de Hooiwagen haar baby op schoot houdt. Geen portretten, kortom, maar bij herhaling gebruikte ‘tronies’ uit de voorraad motieven van het atelier Le Nain. Want al is Louis’ werk beeldbepalend, hij was niet de enige schilderende Le Nain. Louis (ca. 1593-1648) was de middelste van drie broers die vanaf de jaren dertig van de zeventiende eeuw een werkplaats deelden in Parijs. De meestertitel was in handen van de oudste broer, Antoine (ca. 1588-1648). Louis en de jongste, Mathieu (1607-77), waren zijn gezellen. In naam althans. Over hoe de drie daad­ werkelijk met elkaar omgingen is niets bekend, maar hun werk signeerden ze gebroederlijk ‘Le Nain’, zonder daar ooit een voornaam bij te voegen. Het maakt aannemelijk dat ze zij aan zij werkten, in plaats van in een hiërarchische verhouding.

DRIE MANNENKOPPEN De vijfenzeventig schilderijen die tegenwoordig aan de Le Nain-broers worden toegeschreven, omvatten een breder scala aan onderwerpen dan alleen de zo typerende ‘scènes paysannes’. Voeg daarbij verschillen in factuur – penseelvoering – en toon, dan is het toch mogelijk om te speculeren over wie wat deed. Antoine

wordt in oude bronnen vermeld als schilder van portretten, zowel op gewoon formaat als in miniaturen zó klein dat ze waarschijnlijk met een loep geschilderd werden. De benjamin van het stel, Mathieu, moet de meest ambitieuze van de drie zijn geweest. Na de dood van zijn broers holde de kwaliteit van zijn historiestukken – mythologische en religieuze onderwerpen werden als het hoogst haalbare gezien – echter achteruit. Zijn uitzonderlijke kijk op het landleven maakte Louis tot het genie van de familie, en tot een schilder die veel werd nagevolgd. Je zou je goed kunnen voorstellen dat het drietal ook gezamenlijk schilderijen maakte, dat was tenslotte een gebruikelijke praktijk onder schilders. Maar opmerkelijk genoeg lijkt dat niet het geval te zijn geweest. Slechts een enkele keer zou Mathieu een onvoltooid gebleven schilderij van een van zijn broers, die in 1648 kort na elkaar aan dezelfde ziekte bezweken, hebben willen voltooien, zoals het Tabakslokaal. Lang beschouwd als een hoogtepunt in het oeuvre van Louis, wordt nu aangenomen dat Mathieu een onvoltooid groepsportret van zijn broer veranderde in een genretafereel, door een paar figuren en rekwisieten toe te voegen. Waarom Mathieu het doek met een Drievoudig Portret weer weglegde na een halfslachtige poging te hebben ondernomen

59


VOLGEND NUMMER Suggestieve vormen, duizelingwekkende tekenkunst en beelden op de vierkante millimeter

Hans Arp

beeldsnijkunst

Raymond Pettibon

20-90-40-0 cmyk

Max Ernst, Pietà ou La révolution la nuit (Pietà of Nachtelijke revolutie), 1923. © Tate, London 2015, © Pictoright Amsterdam 2017

Hans Arp, 'Configuration ailée', 1925, Straatsburg, Musées de la ville de Strasbourg

Gek van surrealisme Dalí · Ernst · Magritte · Miró Nog te zien tot en met 28 mei boijmans.nl

Rozenkrans, Nederlands, 1500-39, buxushout, Parijs, Musée du Louvre

Meer lezen? Kijk op www.museumtijdschrift.nl voor actuele informatie, tips, recensies en interviews

Raymond Pettibon, 'Zonder titel (having–read–superman)', 2003, courtesy David Zwirner, New York

Museumtijdschrift nummer 4 ligt op 23 mei in de winkel Museumtijdschrift verschijnt 8 x per jaar

(om de 6 weken en tijdens zomer en winter om de 8 weken)

Een prachtig welkomstcadeau bij een abonnement op Museumtijdschrift HET NEDERLANDSE KUNST BOEK Dit overzichtswerk presenteert de hoogtepunten van zes eeuwen beeldende kunst in Nederland. Werk van ruim 300 kunstenaars wordt erin afgebeeld en beschreven – van Jeroen Bosch tot Karel Appel en Rineke Dijkstra.

Uitvoering Gebonden Aantal pagina’s 352 cadeau bij een jaarabonnement

Door Din Pieters, oud-hoofdredacteur van Museumtijdschrift.

€ 24,95

Sta niet in de rij, koop uw tickets online

KUNST IN CONTEXT Het eerste boek dat kunstenaars verbindt met de tijden die hen inspireerden - wereldwijd en door de eeuwen heen! 150 stromingen en bewegingen worden in hun sociale, culturele en politieke tijd geplaatst. Dit prachtig geïllustreerde boek met index is een onmisbaar naslagwerk.

Uitvoering Gebonden Aantal pagina’s 368 cadeau bij een tweejarig abonnement

€ 49,95 VERKRIJGBAAR IN DE BOEKHANDEL, BESTEL OP WWW.WBOOKS.COM OF BEL 038 – 467 34 00 (GRATIS VERZENDING BINNEN NEDERLAND)

Voor de liefhebber van geschiedenis en kunst


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.