Museumtijdschrift 6 - 2020

Page 1

museumtijdschrift

Extra! 4 kunstkaarten

nr 6 • 2020

DE TROUWE MUZE Den Haag, Fotomuseum

Schilders van

licht

William Wegman

nr 6 sept-okt 2020 • € 9,95 • verschijnt 8x per jaar Rotterdam

Spectaculair

Het nieuwe depot van het Boijmans Laren

Zonovergoten

Nederlandse van licht

Bergen, Museum Kranenburgh schilders

t/m 17.01.2021

Maastricht

Ger Lataster

Kleurvlakken met een boodschap

BP

+ de tentoonstellingsagenda 48 pagina’s gratis bijlage Jan Sluijters, Café de Nuit – Café Olympia, Parijs, 1906, olieverf op doek, Singer Laren, schenking Collectie Nardinc

Het meest complete overzicht

7 sept 18 okt


INHOUD-

Beeld omslag: William Wegman, ‘Casual’ (detail), 2002, © kunstenaar

26

museumtijdschrift.nl nr 6 / sept-okt 2020

Co Breman, ‘Hooipolder’, 1905, olieverf op doek, 44 x 71 cm, collectie gemeente Laren

32

44 6


60 FOTOGRAFIE

20 William Wegman

Al vier decennia fotografeert de Amerikaan zijn trouwe viervoeters door Stefan Kuiper

52

Olphae

rt den Otter

MODERNE KUNST

26 Schilders van licht

Nederlandse schilders kozen rond 1900 voor een zonniger palet door Robert-Jan Muller MUSEA

32 De regio centraal 11-18

71-77

36 51

MUSEUM - KORT De mooiste tentoonstellingen in binnen- en buitenland inclusief de vooruitblik

Een koerswijziging in museumland: de ontdekking van het lokale door Edo Dijksterhuis OUDE KUNST

38 John Constable

In eigen land geldt de Britse landschapschilder als grootheid, nu hier nog door Saskia Cohen MODERNE KUNST

MUSEUM & MEER het atelier Bas Kosters de gevestigde Tom Claassen de nieuwkomer Chantal van Lieshout boeken etc. de lezerspagina Met polluitslag, oplossing kunstpuzzel en reacties

COLUMNS

Oek de Jong Zeevlam Op zaal De lijst

44 Ger Lataster

Abstract expressionistisch schilder met een voorliefde voor de Icarusmythe door Kees Keijer INTERVIEW

52 Olphaert den Otter

Onheilspellende boodschap, verpakt in poëtische beelden door Anneke van Wolfswinkel HEDENDAAGSE KUNST

60 Human After All

Sprookjesachtige keramiek met als thema: wat definieert de mens? door Jet van der Sluis ARCHITECTUUR

66 ’De pot’

Een inkijkje in het spectaculaire nieuwe depot van het Boijmans door Marina de Vries

7


De hond heeft vele kunstenaars als muze gediend, maar niemand maakte zo dankbaar gebruik van het dociele karakter van de viervoeter als de Amerikaanse fotograaf William Wegman. DOOR STEFAN KUIPER

‘Cursive Display’, 2013, pigmentdruk, © William Wegman


FOTOGRAFIE-

‘Dog Walker’, 1990, kleurenpolaroid, ©William Wegman

A

‘Feathered Footwear’, 1999, kleurenpolaroid, ©William Wegman

‘George’, 1997, kleurenpolaroid, ©William Wegman

lles is leuk aan Trump. Zijn slaphangende oortjes, zijn verdrietige ik-kan-er-toch-ook-niks-aandoen-dat-ik-een-ingedeukte-neus-hebblik – werkelijk alles. Vond ook Trumps baasje, de achttiende-eeuwse Britse schilder William Hogarth (1697-1764). Hij liet geen mogelijkheid onbenut om Trump zijn schilderijen binnen te smokkelen. Aanschouwde de een of andere vooraanstaande familie haar door Hogarth gefabriceerde familieportret, dan zag men niet zelden die kleine mopshond daarop figureren. Ook in Hogarths satirische serie ‘A Rake’s Progress’ (1732-34) krijgt Trump een cameo. Op het vijfde paneel trouwt hij een eenogige teef, een verdubbeling van de plot: jonge, spilzuchtige koopmanszoon trouwt oude, rijke weduwe. Een prominentere rol speelt Trump in Hogarths dubbelportret

21


ZONOVERGOTEN VRIJHEID


Jan Sluijters, ‘Larens landschap met oktoberzon’, 1910, olieverf op doek, 59 x 72 cm, Singer Laren, bruikleen van Stedelijk Museum Schiedam

MODERNEKUNST-

Rond 1900 werd het weer­geven van licht een hoofdthe­ma in de internationale schilderkunst. Nederlandse ­schilders hadden een wetenschappelijke ­benadering nodig om ­ zich over te geven aan deze sensatie. DOOR ROBERT-JAN MULLER

n Nederland gebeurt alles vijftig jaar later”, verzuchtte de Duitse dichter Heinrich Heine (1797-1856). En niet ten onrechte. Terwijl in 1863 Édouard Manets naakte Olympia in Parijs een schandaal veroorzaakte, maakten in Nederland schilders van de Haagse School de dienst uit, met hun stemmige en respectabele polderlandschappen. In Amsterdam was een schilder als George Hendrik Breitner (1857-1923) weliswaar op de stad gericht en zijn palet was kleuriger dan dat van zijn Haagse collega’s, maar ook bij hem bleven de basistonen bruin en grijs. Zo’n tien jaar later verbeeldden impressionisten als Monet, Degas en Renoir het moderne, stadse leven in felle kleuren, in Holland grepen schilders terug op de zeventiende eeuw. Het impressionisme werd in Nederland vrijwel overgeslagen, er zijn hier nauwelijks noemenswaardige vertegenwoordigers van.

MONNIKENWERK

Nederlandse schilders konden pas wat aan met de impressionistische helderheid en vrijheid toen Georges Seurat in 1886 met zijn Dimanche d’été à la Grande Jatte licht en kleur op een wetenschappelijk manier benaderde. Seurat baseerde zich onder meer op de bevindingen van de Franse wetenschapper Michel Eugène Chevreul, die ook directeur was van de tapijtenfabriek Manufacture des Gobelins. Chevreul

27


OOG VOOR HET

38


OUDEKUNST‘Wolkenstudie’, 1821, olieverf op papier, 25,5 x 30,5 cm, part. coll.

Als een van de eersten trok de Britse schilder John Constable eropuit om lucht en land zo natuurlijk mogelijk weer te geven. Daarbij keek hij goed naar het voorbeeld van Hollandse meesters als Ruisdael en Cuyp. DOOR SASKIA COHEN

H

et scheelde niet veel of 2020 was het jaar van John Constable (17761837) in Nederland geworden. Deze Britse landschapschilder, werkzaam in de eerste decennia van de negentiende eeuw, wordt beschouwd als een van de grootste vernieuwers van de landschapschilderkunst en grootmeester van de romantiek. In eigen land behoort zijn werk tot de nationale canon. Constables beroemdste schilderij, De hooiwagen (1821), heeft er een iconische status, het is een soort Britse Nachtwacht. Een werk ook dat het nationale bewustzijn van het Engelse landschap heeft gevormd. In een tijd waarin het landschap werd gezien als een lager genre, dat geïdealiseerd in beeld gebracht moest worden, koos Constable ervoor zijn persoonlijke indrukken van de natuur op ongebruikelijk groot formaat te verbeelden.

‘Gezicht op het dorp West Harnham’, 1820, olieverf op papier, 17,5 x 23,5 cm, part. coll.

39


D Ger Lataster, jaren ’00 (foto: Daniël Lataster)

‘Zelfportret’, 1988, olieverf, spuitlak en houtskool op doek, 91 x 81,5 cm, Museum van Bommel van Dam, Venlo

e directeur van het Mauritshuis noemde het des­ tijds een ‘feestelijk dynamische decoratie’. In 1987 kreeg de schilder Ger Lataster (1920-2012) de opdracht twee plafondschilderingen te maken in de centrale hal van het Haagse schilderijenkabinet, als onderdeel van een renovatie van het ge­bouw. Lataster vulde de plafonds, twee afgeronde vierkanten, met schilderingen in een abstract expres­ sionistisch idioom. In het midden wordt het beeld gedomineerd door lichtgele vlekken, waardoor een illusie van ruimte ontstaat. Links en rechts worden de vor­ men drukker en het schildergebaar krach­ tiger. Het rood, geel, groen en blauw in de compositie baseerde de kunstenaar op de kleuren van de achttiende-eeuwse wand­ bespanning in de museumzalen. De recensenten waren verdeeld. Sommige merkten op dat de symmetrische kleurne­ vels een bewust contrast vormden met de oude meesters in het museum. Waren de plafonds opdringerig en werden de zeven­ tiende-eeuwse schilde­rijen door de feeste­ lijke dynamiek van Lataster verpletterd, vroeg men zich af. Of konden de lyrische kleurvlekken worden opgevat als een ode aan de Hollandse wolkenluchten in de schilderijen van Ruisdael en Hobbema? Het is opvallend dat het plafond in 1987 alleen in formalistische termen be­schreven werd en dat er geen aandacht was voor de thematiek, die toch duidelijk doorklonk in de titel: Icarus Atlanticus: Allegorie op de ijdelheid van de mens. Het werk van Ger Lataster lijkt op het eerste gezicht puur abstract, maar komt tegelijk voort uit engagement met zijn eigen tijd, met de positie van de mens in de naoorlogse wereld.

ENTOURAGE

Ter gelegenheid van Latasters honderdste geboortejaar is dat oeuvre nu onderwerp van een tentoonstelling in Maastricht, op twee locaties. In het Bonnefanten loopt het Icarus-thema als een rode draad door de tentoonstelling, terwijl het Gouverne­ ment aan de Maas, het provinciehuis van Limburg, zich richt op de persoonlijke entourage van de kunstenaar. Hier is bij­ voorbeeld vroeg werk van Lataster te zien,

46

met portretten van zijn naasten en Lim­ burgse landschappen. Op latere leef­tijd ging Lataster op kleiner formaat schilde­ ren en ook zijn thematiek verschoof zich deels naar motieven die hij in zijn directe omgeving vond, met portretten van zijn vrouw en de tuin van zijn Amsterdamse woning.

DOOR DE BLIKSEM GETROFFEN De loopbaan van Ger Lataster begon met een boek over de Franse postimpressio­ nist Paul Cézanne (1839-1906). Mijnwer­ kerszoon Lataster, geboren in Schaesberg, vlak bij Heerlen, kwam niet bepaald uit een kunstzinnig milieu. Hij koos voor een opleiding tot huisschilder aan de ambachtsschool, maar volgde ’s zaterdags een opleiding aan de Middelbare Kunst­ nijverheidsschool in Maastricht. Daar werden reproducties bestudeerd van klas­ siek moderne meesters als Van Gogh, De Vlaminck, Matisse en Cézanne. Vooral een boek over deze laatste kunstenaar maakte een verpletterende indruk op de jonge Lataster. “Het was alsof ik door de bliksem werd getroffen. Ik dacht, als er zoiets als het echte schilderen bestaat, dan is het dit”, zei hij later in een interview. Jef Schef­ fers, de directeur van de kunstnijverheids­ school, stimuleerde hem om verder te stu­ deren. Vanwege het slui­ten van de grenzen tijdens de Tweede Wereldoorlog ging Lataster in 1940 naar Amsterdam en niet naar Antwerpen, wat vanuit Limburg meer voor de hand had gelegen. Lataster keek later kritisch terug op zijn tijd aan de hoofdstedelijke Rijksacademie van Beeldende Kunsten: “Ik heb daar een paar jaar staan tekenen à la het Hollandse klompenrealisme.” Hij vond het artistieke klimaat op de academie ouderwets en remmend op zijn artistieke ontwikkeling. In Amsterdam leerde Lataster de foto­ grafe Hermine van Hall (1926-2007) ken­ nen, dochter van de door de nazi’s ver­ moorde beeldhouwer en verzetsstrijder Frits van Hall (1899-1945). Ze trouwden en bleven hun hele leven in Amsterdam wonen, in een dorpse enclave aan de rand van de stad. Van Hall maakte Lataster ook politiek bewust. Hij werd lid van de Com­ munistische Partij Nederland en manifes­ teerde zich als marxist.


AKTE HEM A M W U O R V ZIJN UST. POLITIEK BEW

‘Hermine aan de vleugel’, 2010, olieverf en houtskool op doek, 180 x 180 cm, collectie erven Lataster

47


PERMANENT THEATER

66


FOTO: MARINA DE VRIES

ARCHITECTUUR-

Een depotgebouw saai? Dan heeft u nog niet kennisgemaakt met de halve spiegelbol van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Eind september even open voor publiek. DOOR MARINA DE VRIES Uitzicht vanaf het dakterras

W

ie het Museumpark in Rotterdam nadert, ziet een wonderlijk tafereel. Zodra het ‘ding’ naast Museum Boijmans Van Beuningen in het vizier komt, stoppen voorbijgangers met fietsen, lopen, babbelen en grijpen ze spontaan naar hun telefoon om een foto te maken. Wat is dit in vredesnaam? Is het een gebouw? Is het een supergrote spiegelbol voor de instagramgeneratie, met zijn duizelingwekkende schouwspel van lucht en skyline? “Het wordt een publiek toegankelijk kunstdepot”, antwoordt Sandra Kisters, hoofd collectie en onderzoek van Museum Boijmans Van Beuningen, in de nog niet voltooide entreehal. Getooid met bouwhelm, veiligheidsschoenen en fluorescerend hes gaf Kisters Museumtijdschrift deze zomer een exclusieve preview. Het is dus een gebouw, al zou je dat van buiten nauwelijks zeggen. Zelden een spectaculairdere verschijning gezien. Zelden ook een gebouw waarvan je aan de buitenkant met geen mogelijkheid kunt zeggen wat zich er binnen afspeelt. En andersom. Want wie binnen is, ziet een totaal ander gebouw dan je aan de buitenkant voor mogelijk hebt gehouden.

FOTO: OSSIP VAN DUIVENBODE

PUBLIEK BEZIT

Al decennialang kampt Museum Boijmans Van Beuningen met wateroverlast in de kelders. Drie jaar geleden moest het ondergrondse depot in allerijl worden ontruimd, om beschadiging van de collectie te voorkomen. Sindsdien is de opslag verspreid over meerdere plekken in bin-

nen- en buitenland. Onhandig, aldus Kisters, en wat betreft veiligheid, ruimte en klimatologische omstandigheden gedateerd. Logisch dat museumdirecteur Sjarel Ex zich al sinds zijn aantreden sterk maakt voor een nieuw, state-of-the-art depotgebouw, waarbij de kostbare collectie niet is weggestopt in een bunker in Verweggistan, maar dichtbij het museum, boven de grond, in een nieuwsgierig makend gebouw dat althans van binnen grotendeels transparant is. Museum Boijmans Van Beuningen is schatbewaarder van een grote en kostbare collectie van ruim 151.000 objecten. Wat normaal gesproken in het museum is te zien, is slechts het topje van de ijsberg. De rest is aan het oog onttrokken. “Ex wilde ook dat deel van de collectie zichtbaar maken, laten zien hoe belangrijk die is voor wat zich in een museum afspeelt en hoe zorgvuldig we daarvoor zorgen. Bovendien is de collectie publiek bezit, zij is van ons allemaal”, zegt Kisters. Daarbij wil het museum via het depot nieuw publiek trekken. Vandaar dat het gebouw, een ontwerp van het in Rotterdam gevestigde, internationaal baanbrekende architectenbureau MVRDV, behalve een publiek toegankelijk werkgebouw ook spannend en uitnodigend is. Zoals het exterieur voortdurend verleidt met nieuwe vergezichten, de behoefte prikkelt een rondje om het gebouw te lopen en verder te kijken, zo biedt ook het interieur steeds andere aanzichten. En lijkt de buitenkant niet op een gebouw, de binnenkant is met zijn rechthoekige vormen en enorme atrium met zigzaggende stalen trappen behalve opmerkelijk licht

67


VOLGEND NUMMER

LEIDEN

Eeuwige schoonheid en nieuwe perspectieven Art nouveau

Haarlems glorie

Nieuwe opstelling

Edward Burne-Jones, ‘The Heart of the Rose’ (detail), 1901

H.M. Savrij (1886-1942), ‘Landschap bij Haarlem’ (detail), z.j.

‘De route wordt opnieuw berekend’, zaaloverzicht, De Pont, Tilburg

Museumtijdschrift nummer 7 ligt op 20 oktober in de winkel

Meer lezen? Kijk op www.museumtijdschrift.nl voor actuele informatie, tips, recensies en interviews

Omslag Liebermann HR.qxp_Opmaak 1 23-02-18 10:09 Pagina 1

ma x li eb erma nn

Met meer dan tweehonderd afbeeldingen van schilderijen, oude foto’s, beschreven briefkaarten en andere documenten biedt Max Liebermann – Een zomers impressionist een nieuwe kennismaking met deze fascinerende kunstenaar.

Ticket s via r m o. n l

Peter Alma Erik Andriesse Chris Beekman Else Berg Jan Beutener Henri de Braekeleer Jean Brusselmans James Ensor Jacoba van Heemskerck Vilmos Huszár Raoul Hynkes Isaac Israels Dick Ket Pyke Koch Herman Kruyder Bart van der Leck Les Deux Garçons Lou Loeber Jacobus van Looy Reinier Lucassen Jan Mankes Piet Meiners

cadeau bij een jaarabonnemen t

Erwin Olaf Vincent Rijnbende Thijs Rinsema Margaretha Roosenboom Wout Schram Jan Sluijters Gustave de Smet Léon de Smet Willem Steelink jr. Charley Toorop Walter Vaes Floris Verster Kees Verwey Piet van Wijngaerdt Rik Wouters

Stilleven Het Nederlandse en Belgische stilleven vanaf 1870

Opmerkelijk genoeg, en ten onrechte, blijft Max Liebermanns werk buiten Duitsland amper zichtbaar. Het Gemeentemuseum Den Haag brengt daar verandering in met een tentoonstelling, de eerste over hem in dit museum sinds de vorige in 1980. Nu is gekozen voor een meer internationale benadering: zijn werk wordt geplaatst in een Europese context, waarbij ook aandacht is voor Liebermanns bijzondere positie in de kunstwereld van Duitsland en Frankrijk.

(om de 6 weken en tijdens zomer en winter om de 8 weken)

Een prachtig welkomstcadeau voor nieuwe abonnees

In Duitsland behoort hij tot de allergrootste kunstenaars: Max Liebermann (1847-1935). Als zoon van een rijke textielfabrikant richt hij zich in zijn werk op het, voor hem onbekende, harde bestaan van boeren en arbeiders. In Nederland – zijn lievelingsland – vindt hij inspiratie bij wevers in Zweeloo, weesmeisjes in Amsterdam en vissers in Scheveningen. Ook sluit hij hier vriendschap met de schilders van de Haagse School. Na verloop van tijd hanteert Liebermann een lichter palet en een lossere penseelstreek. Steeds vaker is het mondaine tijdverdrijf van de bourgeoisie het onderwerp van zijn schilderijen. Hij groeit in de twintigste eeuw uit tot de belangrijkste vertegenwoordiger van het Duitse impressionisme. Maar wanneer de nationaalsocialisten in 1933 in Duitsland de macht grijpen, is er voor de Joodse Liebermann en zijn moderne kunstopvattingen geen plaats meer in de kunstwereld.

Museumtijdschrift verschijnt 8x per jaar

Stilleven Het Nederlandse en Belgische stilleven vanaf 1870

cadeau bij een jaarabonnemen t

Altijd zomer bij Max Liebermann

Stilleven - Het Nederlandse en Belgische stilleven vanaf 1870

“Een mooi overzicht van Liebermanns oeuvre, van zijn vroege werk in Parijs tot gezichten op bloemperken in de tuin van het huis waarin de eertijds zo reislustige kunstenaar zich in de jaren twintig en dertig steeds meer terugtrok.” - ★★★★ NRC Handelsblad

Kunstenaars als Floris Verster, James Ensor, Jan Sluijters en Pyke Koch kiezen vol overtuiging voor het stilleven. Tot op de dag van vandaag is het stilleven populair. Nederlands bekendste fotograaf Erwin Olaf maakt bijvoorbeeld prachtige bloemstillevens. In Stilleven staat de betekenis van dit genre in de moderne en hedendaagse kunst centraal.

In Max Liebermann. Een zomers impressionist worden topstukken van Liebermann in een internationale context geplaatst, om op deze wijze zijn bijzondere positie binnen de Europese kunstwereld inzichtelijk te maken.

128 pagina’s, gebonden, 23 x 28 cm, ISBN 9789462583474

€ 24,95

216 pagina’s, gebonden, 24,5 x 29,2 cm, ISBN 9789462582569

€ 24,95

OOK VERKRIJGBAAR IN DE BOEKHANDEL, BESTEL OP WWW.WBOOKS.COM OF BEL 038 - 467 34 00 (GRATIS VERZENDING BINNEN NEDERLAND)


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.