Van weilanden naar woonwijken | Voorne-Putten 1945-1975

Page 1

Het overwegend agrarische Voorne-Putten onderging na 1945 een ingrijpende metamorfose. Het weidse uitzicht boven de uitgestrekte polders kreeg een totaal ander aanzien toen de fabrieksschoorstenen, hoogspanningsmasten, woonwijken en flatgebouwen verrezen. De bewoners hadden weinig grip op alle veranderingen die de oprukkende havens en aanleg van de Haringvlietdam met zich meebrachten. De locaties van nieuwbouw en de uitbreidingen op het gebied van infrastructuur werden gedicteerd door planologische diensten. Toch probeerde het eiland zijn eigen stempel te drukken: Brielle liet tal van historische panden restaureren, terwijl Spijkenisse zich juist van zijn verleden ontdeed en de dorpskern grotendeels sloopte. Hellevoetsluis poogde nieuwe industrieën aan zich te binden om de leegstaande marine­ complexen te laten herleven en Rockanje en Oostvoorne ontpopten zich als uiterst populaire badplaatsen. In dit boek wordt de roerige geschiedenis van Voorne-Putten in de periode 1945-1975 gepresenteerd. Aan de hand van foto’s uit de collecties van Streekarchief Voorne-Putten, aangevuld met foto’s uit onder meer Stadsmuseum Hellevoetsluis, wordt in beeld gebracht hoe het eiland te maken kreeg met de gevolgen van de Deltawerken, de uitdijende haven en de ruilverkaveling. Al bladerend verandert de samenleving in de dynamische, moderne maatschappij die vandaag de dag herkenbaar is. Historicus Bob Benschop is verbonden aan het Streekarchief Voorne-Putten en verricht onderzoek naar Voorne-Putten in het algemeen en de geschiedenis van Hellevoetsluis in het bijzonder.

www.wbooks.com

Van weilanden naar woonwijken Voorne-Putten 1945–1975

Hoe het eiland in een kwart eeuw van gezicht veranderde

Van weilanden naar woonwijken Voorne-Putten 1945–1975 BOB BENSCHOP


Inhoud

1

2

Vooruitkijken

3

VOORU I TK I JK EN 1945-1952

Van weilanden naar woonwijken

Voorne-Putten raakte in de jaren vijftig stevig ingeklemd tussen kolossale bouwprojecten. Vanaf de Welplaat ontwikkelde de Botlek zich tot een uitgestrekt complex van havenbekkens, petrochemische industrie en de scheepswerf Verolme. In het Haringvliet verrees een werkeiland waarin een waterstaatkundig project van ongekende proporties tot stand kwam. Op den duur leidde dat tot ingrijpende veranderingen in de regio.

Werkelijk overal was hulp nodig: de Brielse Maasdam moest met zandzakken worden versterkt; in Oudenhoorn en Zuidland waren buitendijken doorgebroken en het water was tot in Abbenbroek, Heenvliet, Simonshaven en Nieuwesluis doorgedrongen. De staat van de dijken bij Hekelingen en Spijkenisse baarde grote zorgen, evenals de waterkerende verdedigingswerken rond Hellevoetsluis en de dijken langs het Kanaal door Voorne. Bij het tramstation van Hellevoetsluis arriveerden al snel de eerste vluchtelingen van het nog zwaarder getroffen Goeree-Overflakkee. Na een eerste opvang werden ze naar de haastig ingerichte Ahoy-hallen in Rotterdam overgebracht. Boeren dreven hun vee intussen naar veiliger oorden. De regio was zwaar getroffen. In diverse dorpen waren slachtoffers te betreuren: vijf in Hellevoetsluis, één in Abbenbroek en 21 in Zuidland. Hier bezweek de Spuidijk, waarna het water langs de Drogendijk naar het dorp stroomde en veel inwoners in hun slaap verraste. De dienstplichtige militair Maarten Blok uit Vierpolders kwam in ZeeuwsVlaanderen tijdens een reddingsactie om het leven bij een ongeluk. Er kwam direct hulp van alle kanten, zowel voor de eerste chaotische dagen als voor het herstel in daaropvolgende weken en maanden. Het was een traumatische episode voor het naoorlogse Voorne-Putten. Opnieuw moesten de bewoners door een periode van rouw en wederopbouw.

5

R AM PZ ALIGE GE VO LGE N 1953

4

1945-1952

Van weilanden naar woonwijken

2 Rampzalige gevolgen

Spijkenisse merkte de gevolgen als eerste. De sterk toegenomen verkeersstroom leidde in mei 1954 tot het vernieuwen van de Stationsstraat en het vervangen van de smalle bakstenen Eerste Heulbrug door een betonnen tweebaansbrug. Daar bleef het niet bij: er verrees een nieuw gemeentehuis, een rioolwaterzuivering, een landbouwhuishoudschool en duizenden nieuwe woningen. Er waren genoeg plannen en wensen: een zwembad, een winkelcentrum en misschien zelfs een streekziekenhuis. De moderne tijd stond op de drempel om VoornePutten een totaal nieuw aanzicht te geven. Voor de inwoners vormden de jaren ’50 een decennium van uitersten: nieuwverworven voorzieningen als de waterleiding, verenigingsgebouwen, zelfbedieningszaken en verbeterde wegen werden direct omarmd. Maar tegelijkertijd heerste er veel onzekerheid over de toekomst: welke offers zou de industrie eisen? Wat waren de vooruitzichten voor de landbouw? Wat was de invloed van de geplande hoogovens? Om grip te krijgen op de tijdgeest investeerde elke gemeente in datgene wat die plaats typeerde. Brielle restaureerde historische gebouwen, Rockanje en Oostvoorne investeerden in trekpleisters voor het toerisme en Hellevoetsluis verwelkomde de marine terug in de haven. Er was wel degelijk toekomst voor de regio, als de schouders er maar onder werden gezet.

27

26

1953

4

De toekomst behoort aan de jeugd. En voor de jeugd zag die toekomst er dynamisch en eindeloos optimistisch uit. De wereld was een Utopia in de maak, met raketten, robots en andere gemakken die het leven aangenaam maakten. Oorlog, ziekte en dood zouden eveneens spoedig tot het verleden behoren: wat te denken van het Rozenburgse meisje dat in 1967 als eerste een menselijke hartklep kreeg getransplanteerd?! Misschien was zo’n toekomstbeeld slechts een kinderlijke fantasie, maar de techniek ontwikkelde zich in zo’n razend tempo; waarom zouden beeldtelefoons en elektrische auto’s niet snel de gewoonste zaak van de wereld zijn?

Er kwamen nieuwe waterwegen: het Calandkanaal als toegangsweg naar de Europoort en het Hartelkanaal voor de binnenvaart. Het Brielse Meer bleef behouden als reservoir voor zoetwater, dat niet alleen onmisbaar was voor de industrie en landbouw, maar ook als recreatiegebied en als buffer tegen mogelijke uitbreidingen op Voorne-Putten. Het plan Europoort ging immers al ten koste van de dorpen Nieuwesluis en Blankenburg. Op 13 september 1958 stak koningin Juliana de eerste spade in de grond en eind 1960 voer de eerste olietanker de Europoort binnen. De jaren zestig stonden vooral in het teken van tal van nieuwe voorzieningen. Deels liepen deze gelijk op met de trend in de rest van Nederland, terwijl andere ontwikkelingen een specifiek regionale invulling kregen. Sommige bewoners waren pessimistisch gestemd en voorspelden dat Voorne-Putten op den duur zou worden verzwolgen door de onstilbare honger van de Rotterdamse haven, terwijl anderen in die groeiende industrie juist ongekende perspectieven voor de regio zagen.

T U R B U L E N T E J A R E N 1960-1968

4 Turbulente jaren

Volop in beweging 1969-1975

1960-1968

Van weilanden naar woonwijken

Het was rond 1970 een korte periode van grenzeloos optimisme. De Koude Oorlog was intussen wel over zijn hoogtepunt heen en de oliecrises en de Club van Rome hadden nog niet van zich laten horen. Voor de nieuwe generaties was oorlog een moeilijk te bevatten begrip – ze groeiden op met Bevrijdingsfeesten, zoals die op 5 mei 1970 toen uitgebreid werd stilgestaan bij 25 jaar vrede en vrijheid. Vanaf het terrein van Van Pelt’s Werktuigenfabriek in Abbenbroek vertrok een optocht met tal van versierde karren. Maar liefst drie wagens uit de stoet vervoerden een raket, zoals die van Quak Melk: ‘sciencefiction – melkvervoer in het jaar 2000’. Bij een andere kar maakte een groep jongens in ruimtepakken zich op voor hun toekomstige avonturen tussen de sterren. In de jaren zeventig werden de contouren van het moderne VoornePutten steeds duidelijker zichtbaar. Het aantal voorzieningen nam nog steeds toe, de bouw van nieuwe wijken zou een hoge vlucht nemen en langzaamaan lieten de keerzijden van de welvaart zich nadrukkelijker voelen.

VO LO P IN BE W EGIN G 1969-1975

75

74

5 Volop in beweging

Van weilanden naar woonwijken

107

106

1969-1975

1960-1968

Omslagfoto

De RTM-tram M1804 ‘Kievit’ verlaat op 13 juni 1964 het station van Spijkenisse richting de Rosestraat in Rotterdam. Op de achtergrond staat op de Stationsstraat een wagen van Quak Melk te wachten: het bedrijf dat in de voorgaande halve eeuw flink was gegroeid en uiteindelijk een groot deel van Voorne-Putten en de Botlek en Europoort van melk voorzag. Het was allemaal begonnen met Gilles Quak, die geen heil meer zag in zijn v ­ lasserij en vanaf 1912 langs de huizen in Zuidland ging om melk te venten. Het was een succes: binnen enkele jaren groeide zijn bedrijf uit tot een zuivelfabriekje, dat in de loop der tijd steeds verder uitbreidde. Tussen 1960 en 1965 liet de firma Quak een compleet nieuwe fabriek bouwen, die echter geen lang leven beschoren was. In het proces van schaalvergrotingen, waarvan Quak aanvankelijk had geprofiteerd, moest de melkfabriek uiteindelijk het onderspit delven. Nadat op 22 mei 1976 de laatste melk was verwerkt, sloot Quak Melk definitief de deuren.

2

Van weilanden naar woonwijken

INHO UD

WERK IN U ITVOERING 1953-1959

3 Werk in uitvoering 1953-1959

5

Turbulente jaren

Staand op de aanlegplaats bij het voetveer van Nieuwesluis naar Blankenburg was de oprukkende industrie bijna aan te raken. In 1964 was de cementfabriek Robur op de tegenovergelegen oever volop in aanbouw. De Botlek bleek in de tweede helft van de jaren vijftig zó gewild, dat het beschikbare terrein al snel te klein was en het Havenbedrijf opnieuw wilde uitbreiden. In 1956 ging minister Algera van Verkeer en Waterstaat akkoord met het plan Europoort, wat grote gevolgen had voor Voorne-Putten.

Werk in uitvoering 1953-1959

Om zes uur ’s ochtends bereikte het eerste bericht de telefooncentrale in Brielle. Het was de burgemeester van Oudenhoorn, die meldde dat de Zeedijk was bezweken. Hij verzocht met spoed om ondersteuning en kort daarop vertrokken vanuit Brielle veertien vrachtwagens met zandzakken die kant op. Bij het eerste ochtendgloren begon de omvang van de Ramp pas echt duidelijk te worden: de schade aan de Zeedijk was slechts het topje van de ijsberg.

Het eiland was in de laatste twee oorlogsjaren zwaar aangetast. De sloop van woningen, de bouw van verdedigingswerken en de inundatie van polders hadden hun sporen nagelaten. Zo was veel van de vroegere bebouwing langs het Kanaal door Voorne afgebroken; in plaats daarvan was een tankversperring aangelegd. Op de achtergrond is de betonnen kolos te zien die in de volksmond als ‘De ­Chinese­Muur’­bekend­stond. Voorne-Putten stond voor de taak de schade te herstellen en iedereen zette zijn schouders eronder. De onderlinge verhoudingen tussen bewoners waren door gemaakte keuzes, ondervonden leed en gedwongen tewerkstellingen soms erg gespannen en moesten ­geleidelijk­aan­normaliseren.­Maar­men­wilde­niet­te­veel­terug­denken­ aan de voorbije jaren: het motto was vooruitkijken. Gezamenlijk werken aan de toekomst van de regio. In de jaren direct na de bezetting bleef de distributie voor sommige producten nog lange tijd voortduren. Werk en onderwijs werden hervat en nadat de duinen ontdaan waren van oorlogstuig, ontstond daar weer meer ruimte voor ontspanning en recreatie. Intussen kwamen grote projecten op gang. Rotterdam richtte zijn blik westwaarts en zag uitgestrekte mogelijkheden voor de uitbreiding van de haven.­De­aanleg­van­de­Brielse­Maasdam­was­het­eerste­waterstaatkundige werk dat een stempel op Voorne drukte.

1 Vooruitkijken

Rampzalige gevolgen 1953

1945-1952 Het plezier spat ervan af: vier kinderen zwemmen in het Kanaal door Voorne nabij de vesting van Hellevoetsluis. Het is augustus 1945 en de Duitse bezetting is enkele maanden eerder tot een einde gekomen. Voor de jeugd was het een spannende en machtig interessante periode geweest. Hun ouders waren na de bevrijding vooral opgelucht en durfden weer vooruit te kijken.

Van weilanden naar woonwijken

45

44


Inleiding De beeldbank van het Streekarchief V ­ oorne-Putten omvat inmiddels ruim vijftigduizend scans van foto’s, dia’s, glasnegatieven en ­prentbriefkaarten. Achter veel van die afbeeldingen schuilen de prachtigste verhalen uit onze regionale historie: van eenvoudige momentopnamen uit het dagelijks leven tot beelden van onvergetelijke hoogtepunten die op het netvlies gebrand staan. Dit boek verhaalt aan de hand van simpele en bijzondere foto’s over de decennia die VoornePutten op de meest fundamentele wijze hebben veranderd: de periode van 1945 tot 1975. Onder invloed van krachten die de regio niet altijd kon beheersen, begon de moderne samenleving aan zijn opmars. De groeiende welvaart stelde andere eisen en gaf een nieuwe invulling aan de leef­ omgeving. Hierdoor verdween het agrarische karakter weliswaar niet helemaal, maar een aanzienlijk deel van de weilanden maakte plaats voor woonwijken, wegen, industrie, winkelcentra en recreatiegebieden. De onafgebroken groei van de Rotterdamse haven en de gevolgen van de Watersnoodramp bepaalden daarbij min of meer de koers van de herinrichting van Voorne-Putten. De foto’s zijn voor het overgrote deel afkomstig uit de collecties die het Streekarchief beheert, aangevuld met afbeeldingen uit de verzamelingen persfoto’s van het Nationaal Archief en de foto­collectie van het Stadsmuseum Hellevoetsluis. Het zijn stuk voor stuk mooie beelden uit ons collectieve geheugen, dat zo nu en dan wel wat opgefrist

kan worden. Niet zelden zijn vanzelfsprekendheden recenter verworven dan men denkt (gas, winkelcentra, veilige wegen) of blijken huidige ­problemen een voortvloeisel uit beslissingen die destijds logisch leken (infrastructuur, stedenbouwkundige trends). Het eiland Voorne-Putten is continu werk in uitvoering, waarbij voortschrijdend inzicht en nieuwe behoeften zo goed mogelijk in de historisch gegroeide situatie worden ingepast. Van Weilanden naar Woonwijken biedt een kijkje op

de diverse ontwikkelingen die de regio gekneed en gevormd hebben. Het geeft een dwarsdoorsnede van de gebeurtenissen, portretteert enkele bijzondere inwoners en behandelt de hoogte- en dieptepunten die zich zoal tussen 1945 en 1975 voordeden. Maar het is ook simpelweg een kijkboek, waarmee herinneringen opgehaald k ­ unnen worden, aha-erlebnissen worden beleefd en nostalgisch gemijmerd kan worden over een tijd die niet meer is. Voor de jongere generaties en ‘import’ zal het ongetwijfeld tal van verrassende weetjes bevatten over de plekken waar ze dagelijks wonen, werken en recreëren.

Bob Benschop Streekarchief Voorne-Putten

I N LE I D I N G

Van weilanden naar woonwijken

3



1

Vooruitkijken 1945-1952

Het plezier spat ervan af: vier kinderen ­zwemmen in het Kanaal door Voorne nabij de vesting van ­Hellevoetsluis. Het is augustus 1945 en de Duitse bezetting is enkele maanden eerder tot een einde gekomen. Voor de jeugd was het een spannende en machtig interessante periode geweest. Hun ouders waren na de bevrijding vooral opgelucht en durfden weer vooruit te kijken. Het eiland was in de laatste twee oorlogsjaren zwaar aangetast. De sloop van woningen, de bouw van verdedigingswerken en de inundatie van polders hadden hun sporen nagelaten. Zo was veel van de vroegere bebouwing langs het Kanaal door Voorne afgebroken; in plaats daarvan was een tankversperring aangelegd. Op de achter­grond is de betonnen kolos te zien die in de volksmond als ‘De ­Chinese Muur’ bekend stond. Voorne-Putten stond voor de taak de schade te herstellen en ­iedereen zette zijn schouders eronder. De onderlinge verhoudingen tussen bewoners waren door gemaakte keuzes, ondervonden leed en gedwongen tewerkstellingen soms erg gespannen en moesten ­geleidelijk aan normaliseren. Maar men wilde niet te veel terug­denken aan de voorbije jaren: het motto was vooruitkijken. Gezamenlijk ­werken aan de toekomst van de regio. In de jaren direct na de bezetting bleef de distributie voor sommige producten nog lange tijd voortduren. Werk en onderwijs werden ­hervat en nadat de duinen ontdaan waren van oorlogstuig, ontstond daar weer meer ruimte voor ontspanning en recreatie. Intussen ­kwamen grote projecten op gang. Rotterdam richtte zijn blik westwaarts en zag uitgestrekte mogelijkheden voor de uitbreiding van de haven. De aanleg van de Brielse Maasdam was het eerste waterstaatkundige werk dat een stempel op Voorne drukte.

VOORU I TK I JK E N 1945-1952

Van weilanden naar woonwijken

5


Terug naar de kust Kamperen op het gors

Oostvoorne kwam zwaargehavend uit de oorlog: de hotels langs de Boulevard waren gesloopt en het ongerepte duinlandschap aangetast door honderden grote en kleine betonnen bunkers. Toch had de kust zijn aan­trekkingskracht niet verloren en langzaam trok het toerisme weer aan. Herbouw van de hotels was niet aan de orde. In de jaren dertig had de verhuur van kamers al flink aan populariteit ingeboet ten gunste van een andere vorm van recreatie: kamperen. Dat concentreerde zich in de polder Kruininger Gors, die gunstig gelegen was aan de Brielse Maas, omzoomd door een duinstrook. Na de bezetting was het terrein veranderd in een kaalgehakte

8

Van weilanden naar woonwijken

VO O RUITKIJKEN 1945-1952

vlakte, bezaaid met landmijnen. In het voorjaar van 1946 begon het herstel: de prikkeldraadversperringen werden verwijderd en bunkers werden dichtgemetseld. Nadat het gorsterrein was geëgaliseerd, kon onder toezicht van het gemeentebestuur een aanvang worden gemaakt met het realiseren van het groots opgezette plan dat in de voorgaande jaren was uitgewerkt: het ‘Zomerhuis- en Kampeercentrum Het Kruininger Gors’. Op een terrein van in totaal tachtig hectare was een kwart ingeruimd voor tenten en huisjes, terwijl de rest werd ingericht met wandelpaden, picknickplaatsen, speeltuinen en sportvelden. In 1947 verrezen langs het centrale plein een winkelgalerij en administratiegebouw met een wacht-


post voor de politie, een ziekenboeg en postkantoor. De primitieve beginjaren van het kamperen kwamen daarmee tot een einde: Oostvoorne kreeg een modern recreatiecentrum dat van alle gemakken voorzien was.

Knooppunt Stationsweg

Door de constante aangroei van het Groene Strand was de vroegere bootverbinding via de steiger vanaf het strand niet meer mogelijk. Dagjesmensen kwamen nu per fiets – en een enkeling met de auto – via de Groene Kruisweg of met de tram. De gemeente Oostvoorne trad in bespreking met de directie van de RTM om diverse verbeteringen door te voeren. De ­trammaatschappij

kwam aan de wensen tegemoet, zodat in de zomer langere trams werden ingezet en er dagretours van ­Rotterdam tegen gereduceerd tarief beschikbaar kwamen. Bovendien zou de tramlijn weer een stuk verder richting het strand worden doorgetrokken: dat voorkwam gesjok door het mulle zand. Toch bleef ook de Stationsweg in Oostvoorne een drukke pleisterplaats, waar bij de IJsbar Pinguin een ijsje of patatje gekocht kon worden. Een vruchtensorbet voor vijftig cent of een ijswafel met slagroom voor een kwartje hoorde immers bij een dagje uit aan het strand.

VOORU I TK I JK E N 1945-1952

Van weilanden naar woonwijken

9


Verdwenen beroepen Brielse telefooncentrale

Het lukte lange tijd niet om op Voorne-Putten een geautomatiseerde telefooncentrale te introduceren. In 1943 leek het er even op, maar toen nam de bezetter alle apparatuur in beslag. Na 1945 kreeg het herstel van vernielde installaties elders voorrang, zodat opnieuw gewacht moest worden. Vanwege het toenemende telefoonverkeer moest er echter iets gebeuren, zodat achter het postkantoor langs de Voorstraat in Brielle een telefooncentrale werd gebouwd. Dit gebouw bood onderdak aan een installatie die weliswaar nog niet geautomatiseerd was, maar de groei voorlopig kon opvangen. Zeven telefonistes zaten achter het bedieningspaneel om de verbindingen handmatig tot stand te brengen. Op dinsdag 17 april 1951 vond de officiële ingebruikname plaats, waarbij Brielle zich verheugde in het feit dat de stad zich weer even kon profileren als middelpunt van de streek waar alle lijntjes samenkwamen.

18

Van weilanden naar woonwijken

VO O RUITKIJKEN 1945-1952

Oude ambachten

Vanouds waren landbouw, veeteelt, vlasserij, hoepelmakerij en de riet- en biezencultuur de voornaamste middelen van bestaan in Spijkenisse en op de Welplaat. Daar kwam na de oorlog snel verandering in. De voormalige grienden langs de Hartel en de Botlek werden in cultuur gebracht en ingericht als landbouwgebied, zodat deze bron van inkomsten voor de hoepelmakers snel opdroogde. Omstreeks 1950 waren de grienden van de familie Hogenboom een van de laatste productieve hoepmakerijen, waar onder meer matten voor dijkversterking werden gevlochten. De uitvoering van het Botlekplan luidde ook het einde van dit bedrijf in. De teelt van vlas werd steeds minder winstgevend naarmate de linnenindustrie inkromp – katoen overheerste in de linnenkast – zodat het overladen van ­opgebonden vlas steeds minder te zien was in Spijkenisse. De beroepen die voorheen voor brood op de plank zorgden, veranderden in rap tempo in oude ambachten op streekmarkten.


VOORU I TK I JK E N 1945-1952

Van weilanden naar woonwijken

19


In benarde posities Verhalen uit Zuidland

De verhalen van ooggetuigen uit Zuidland die in de loop der jaren zijn opgetekend vertellen over de stormachtige nacht: het lawaai van de wind die met orkaankracht tegen de huizen beukte, bomen ontwortelde en de pannen van daken blies. De angst voor een dijkdoorbraak door het hoge water leefde slechts bij een enkeling. De meeste mensen gingen slapen, soms op een geĂŻmproviseerd bed op zolder of in een logeerkamer waar het gieren van de wind minder te horen was. Dan de verwarde paniek als midden in de nacht de sirenes klinken, waarschuwend door buren op de voordeur

30

Van weilanden naar woonwijken

RAMPZALIGE GE VOLG E N 1953

wordt gebonsd of het water plotseling in de kamer staat. Sommigen gingen de straat op om te helpen of om hoger gelegen plekken op te zoeken. Gezinnen met kinderen en ouden van dagen vluchtten naar de bovenverdieping, soms met medeneming van wat voedsel en persoonlijke bezittingen. Daar begon het wachten, vaak verstoken van elektriciteit en berichtgeving op de radio. Het stijgende water werd in het trapgat in de gaten gehouden: telkens verdween er weer een trede in het zwarte water tot het wassende waterpeil uiteindelijk tot stilstand kwam. In sommige huizen stond twee meter water –


vanaf de benedenverdieping klonken de geluiden van drijvende meubelstukken die tegen elkaar en de muren bonkten. Bij het aanbreken van de ochtend was vanuit het raam een eindeloze watervlakte te zien. De wind waaide nog steeds stevig en tussen de schuimkoppen konden meubels, takken, stro en zelfs delen van huizen worden ontwaard. In de loop van de dag verschenen bootjes, met roeiers die tegen de elementen worstelden. Door de hoge golven was het soms onbegonnen werk: de wind en het ronddrijvende afval maakten het onmogelijk om dicht

bij de huizen te komen. De reddingsacties gingen echter onverminderd door om bewoners uit hun benarde positie te halen. Via ladders klauterden ze aan boord om in veiligheid gebracht te worden. Regen werd afgewisseld met natte sneeuw en felle hagelbuien, zodat de slacht­ offers vaak verkleumd en drijfnat bij de opvangplekken in cafÊs, scholen en kerken arriveerden. Ook al waren ze in veiligheid gebracht, vaak waren de oudere inwoners totaal overstuur, dikwijls slechts halfaangekleed, trillend als een rietje. De ervaringen van de Ramp raakten bij velen in het geheugen gegrift.

RA MPZ A LI GE G E VOLG E N 1953

Van weilanden naar woonwijken

31


Dagelijks gemak Riolering

Bij een moderne stad hoorde ook een goede riool­ zuiveringsinstallatie. In oktober 1955 sloeg Spijkenisse de eerste paal voor de rioolzuiveringsinstallatie langs de Hekelingseweg. Anderhalf jaar later was het complex gereed en kon het door de commissaris van de koningin worden geopend. In een vijftal stappen kreeg het afvalwater een behandeling om het zichtbare en onzichtbare vuil te verwijderen. Tot slot werd het weer drinkbare water geloosd in de Vierambachtenboezem. Bij de opening deed zich opnieuw het inmiddels typisch Spijkenisser probleem voor: het complex was al meteen ontoereikend voor zijn taak. De stad groeide snel en de voorzieningen konden het amper bijbenen. In 1962 zou een tweede installatie gebouwd worden.

64

Van weilanden naar woonwijken

WERK IN UITVO E RI N G 1953-1959

Gasfabriek

Brielle beschikte over een gasfabriek, die sinds novem­ ber 1909 langs het Slagveld stond. Hierin werd steenkool in een proces zonder zuurstof verhit, zodat er gas en cokes ontstonden. Jarenlang voorzag Brielle hiermee in de gasvoorziening, maar na bijna vijftig jaar liep het oude, achterstallig onderhouden netwerk op zijn laatste benen. De kou tijdens de winter van 19561957 ver­oorzaakte lekken in de gasleidingen, met een hevige ­explosie in de gasfabriek op maandagochtend 18 ­februari 1957 als gevolg. Brielle zat dagenlang zonder gas en er was een ware run op petroleumstelletjes.


Warmlopen voor diepvriezen

Het waren gouden tijden voor de huisvrouw: de voortschrijdende techniek maakte het leven steeds gemakkelijker. In maart 1957 vond voorlichting plaats over een mogelijke diepvriescentrale in Oudenhoorn. De heer Van der Stoep somde alle voordelen op: in het goedkope seizoen gekochte producten konden maanden worden bewaard – zonder verlies van smaak, geur, voedingswaarde of ander bederf – om in duurdere periodes te worden gebruikt. In juli 1957 opende de installatie met 44 diepvrieskoelcellen in het gebouw van de ­Coöpera­atieve Aankoopvereniging van Oudenhoorn. Elke deel­nemer huurde voor 60 tot 70 gulden per jaar een vriesbox van 200 liter.

Het initiatief in Oudenhoorn kreeg navolging. In november van hetzelfde jaar opende in Zuidland een installatie met 68 cellen, die voor 24.000 gulden was neergezet. Elke box had een eigen kleur en de vriescellen werden middels loting onder de deelnemers verdeeld. In april 1958 volgde Hekelingen, waar leraressen van de huishoudschool Bernisse uit Spijkenisse de kunst van het invriezen demonstreerden door een in stukken gehakt varken vakkundig in cellofaan te verpakken. In september 1960 volgde de opening van de diepvrieskluis in Rockanje. De tijd van wecken en inmaken was definitief voorbij.

WE RK I N U I TVOE RI N G 1953-1959

Van weilanden naar woonwijken

65


Herlevend Hellevoetsluis Terugkomst van de marinevloot

De band tussen Hellevoetsluis en de marine kwam in 1933 ten einde, toen de werf haar deuren sloot. Een korte opleving van maritieme activiteiten vond plaats in de jaren zestig, toen Hellevoetsluis de thuisbasis was voor vijftien mijnenvegers van de Mijnendienst. De marine wilde om strategische redenen de Nederlandse oorlogsvloot niet slechts over de twee steunpunten Den Helder en Vlissingen verspreiden, maar over meerdere havens. Een deel van de schepen zou daarom in Hellevoetsluis komen te liggen. De gemeente was in haar nopjes, want de komst van 250 ­matrozen leidde ongetwijfeld tot een impuls van de lokale midden­ stand. Op 24 februari 1959 arriveerde de mijnen­ veger Hr. Ms. ­Douwe Aukes, die als kwartiermaker de ­voorbereidingen trof voor de komst van de overige schepen.

72

Van weilanden naar woonwijken

WERK IN UITVO E RI N G 1953-1959

Op 15 april werd de komst van de vijftien mijnenvegers gevierd. Tien schepen werden als ‘mottenballenvloot’ in de haven ondergebracht, terwijl de andere vijf in actieve dienst buitengaats bleven liggen. ’s Middags was er een defilé, waaraan ook de Marinierskapel deelnam en was er voor genodigden een cocktailparty aan boord van de Hr. Ms. Douwe Aukes. ‘s Avonds speelden de Marinierskapel en het Tamboers- en Pijperskorps Wilhelmina, terwijl de schepen feestelijk verlicht waren en er in Café Uitterlinden tot in de vroege uurtjes gedanst werd.


Toeristeninformatiepunt

De Deltawerken waren een uitstekende bestemming voor een dagje uit. Om al die belangstellenden te ontvangen, op de hoogte te brengen van de voortgang en een blik te gunnen op het spectaculaire bouwwerk was een voorlichtingscentrum nodig. Daartoe werd in april 1959 op het oostelijk havenhoofd in slechts zes weken de Sextant gebouwd. Hierin kwamen tentoonstellings­ panelen, kiosken met souvenirs en een restaurant. Op 5 mei vond de feestelijke opening plaats. Hellevoetsluis was een toeristische attractie rijker en Rijkswater­ staat gebruikte het voorlichtingsgebouw voor de ontvangst van gasten uit binnen- en buitenland. Enkele weken later vond er bijvoorbeeld een bijeenkomst plaats

voor tachtig journalisten die een uitgebreide toelichting op het project kregen en aansluitend per boot het werkeiland bezochten. De belangstelling voor de Deltawerken was enorm, zodat precies een jaar later naast de Sextant een nieuw voorlichtingscentrum verrees, waar een uitgebreidere expositie met maquettes en foto’s over de Deltawerken te bekijken viel. Het gebouw beschikte tevens over een filmzaal voor 150 personen, waar de documentaire ‘Het getij aan banden’ over de Watersnoodramp en de Haring­vlietdam werd vertoond.

WE RK I N U I TVOE RI N G 1953-1959

Van weilanden naar woonwijken

73


Fotoverantwoording Omslagfoto: Streekarchief VoornePutten, fotograaf C.J. Koornneef Pag. 5: Stadsmuseum Hellevoetsluis, fotograaf onbekend Pag. 6: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf vermoedelijk M.A.J. Hanse Pag. 7: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf Van Oudgaarden Sr. Pag. 8: Streekarchief Voorne-Putten, Fototechnisch en Cartografisch Bedrijf KLM Pag. 9 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 9 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 10: Stadsmuseum Hellevoetsluis, fotograaf onbekend Pag. 11: Nationaal Archief, fotograaf Ben Merk (Anefo) Pag. 12: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf C.J. Koornneef Pag. 13: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 14 links: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 14 rechts: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 15: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 16/17: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 18: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 19 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 19 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf Jan Klein Pag. 20: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 21: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 22: Streekarchief Voorne-Putten, ­Fotopersbureau ’t Sticht, Utrecht, ­collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 23: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 24: Stadsarchief Rotterdam, fotograaf onbekend Pag. 25: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 26: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 28: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf vermoede­lijk C. Sipkes Pag. 29: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf C. Sipkes Pag. 30 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, NV De Arbeiderspers

Pag. 30 onder: Nationaal Archief, fotograaf Duinen, Anefo Pag. 31: Streekarchief Voorne-Putten, ­fotograaf onbekend, NV De Arbeiders­ pers Pag. 32 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 32 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Emmerzael-Mooldijk Pag. 33 links: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 33 rechts: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 34: Streekarchief Voorne-Putten, foto­graaf onbekend, NV De Arbeiders­ pers Pag. 35 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf S.A. Mol, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 35 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf C. Sipkes Pag. 36: Stadsmuseum Hellevoetsluis, fotograaf onbekend, Fototechnisch en Cartografisch Bedrijf KLM Pag. 37: Stadsmuseum Hellevoetsluis, fotograaf J. Geerts Pag. 38: Stadsmuseum Hellevoetsluis, fotograaf onbekend Pag. 39: Stadsmuseum Hellevoetsluis, fotograaf onbekend Pag. 40: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 41: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 42: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, Centraal Fotopersbureau Pag. 43: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, Int. Photopress Office Pag. 44: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, Fotopersbureau Strauss Pag. 46: Nationaal Archief, Spaarnestad Photo, fotograaf W.L. Stuifbergen Pag. 47: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 48: Nationaal Archief, fotograaf onbekend, collectie Anefo Pag. 49: Nationaal Archief, fotograaf Eric Koch, collectie Anefo Pag. 50: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Anefo Pag. 51: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf S.A. Mol Pag. 52: Streekarchief Voorne-Putten, Studio Van Leeuwen, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 53: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 54: Nationaal Archief, fotograaf Harry Pot, collectie Anefo

Pag. 55: Streekarchief Voorne-Putten, ANP-foto Pag. 56 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 56 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 57: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 58: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf Barzilay Pag. 60: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 61: Streekarchief Voorne-Putten, foto NFP Pag. 62: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 63: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 64 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf J. van Eijsden Pag. 64 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 65: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf Barzilay Pag. 66: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 67: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 68: Nationaal Archief, fotograaf Harry Pot, collectie Anefo Pag. 69: Nationaal Archief/Spaarnestad, fotograaf Harry Pot, collectie Anefo Pag. 70: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 71: Nationaal Archief, fotograaf Peter van Zoest, ANP Pag. 72 links: Nationaal Archief/ Spaarne­stad, fotograaf Peter van Zoest, ANP Pag. 72 rechts: Nationaal Archief, fotograaf Herbert Behrens, Anefo Pag. 73: Stadsmuseum Hellevoetsluis, fotograaf onbekend Pag. 74: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf J. van Buren, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 76: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant, Int. Photopress Office Pag. 77: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 78: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 79 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf C.J. Koornneef Pag. 79 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf C.J. Koornneef Pag. 80: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant

Pag. 81 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf Ary Groeneveld Pag. 81 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf Ary Groeneveld Pag. 82: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf H.A.A. Degen Pag. 83: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 84: Nationaal Archief, fotograaf Eric Koch, collectie Anefo Pag. 85 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 85 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 86: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, Shell-foto Pag. 87: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf C. Dubbeld Pag. 88: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, Aero-camera Pag. 89: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf Ary Groeneveld Pag. 90: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 91: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf M.W. Korver Pag. 92 links: Streekarchief VoornePutten, fotograaf Mari Voets Pag. 92 rechts: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 93: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf J. van Buren, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 94: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 95 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf W. van Gaalen, ­collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 95 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf W. van Gaalen Pag. 96: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 97 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf H.A.A. Degen Pag. 97 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 98: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 99 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf C.J. Koornneef Pag. 99 onder: Nationaal Archief, fotograaf onbekend, Anefo Pag. 100: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 101 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 101 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 102: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, Shell-foto Pag. 103: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 104: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend

Pag. 105: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf Nic. B. Morelis Pag. 106: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 108 links: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Rotterdams Nieuwsblad Pag. 108 rechts: Streekarchief VoornePutten fotograaf Nic. B. Morelis Pag. 109 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 109 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf Nic. B. Morelis Pag. 110 boven: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Weekblad Delta Pag. 110 onder: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Gercofoto Pag. 111: Streekarchief Voorne-­Putten, fotograaf onbekend, fotopersbureau Nico van der Stam Pag. 112: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 113 boven: Stadsmuseum Helle­ voetsluis, fotograaf onbekend. Pag 113 onder: Nationaal Archief, fotograaf Bert Verhoeff, Anefo Pag. 114: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 115: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf J.C. Koornneef Pag. 116 links: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 116 rechts: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 117: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend Pag. 118 links: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend Pag. 118 rechts: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Nieuwe Brielse Courant Pag. 119: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf R.G. Meijer Pag. 120: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf J.F.J. van den Berge Pag. 121 links: Streekarchief Voorne-­ Putten, fotograaf J.F.J. van den Berge Pag. 121 rechts: Streekarchief VoornePutten, fotograaf onbekend, collectie Cultuurtechnische Dienst Utrecht Pag. 122: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf Hans de Bakker, collectie Rotterdamsch Nieuwsblad Pag. 123: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, IPO/NT Photo/ Press Office Pag. 124: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf Nic. B. Morelis Pag. 125: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf C.J. Koornneef Pag. 126: Streekarchief Voorne-Putten, fotograaf onbekend, VERWO Beton Foto auteur: Joris Lugtigheid

Colofon Uitgave WBOOKS, Zwolle info@wbooks.com www.wbooks.com i.s.m. Streekarchief Voorne-Putten, Brielle info@streekarchiefvp.nl www.streekarchiefvp.nl

De uitgever heeft ernaar gestreefd de rechten met betrekking tot de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Tekst Bob Benschop

ISBN 978 94 625 8324 5 NUR 646

Tekstredactie Nanny Maat

Eerder in deze reeks verschenen:

Vormgeving Riesenkind, ’s-Hertogenbosch © 2019 WBOOKS Zwolle / Streekarchief Voorne-Putten Brielle / Bob Benschop Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag ­worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto­kopieën, opnamen of op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

128

Van weilanden naar woonwijken

FOTOV ERANTWO ORD I N G | COLOFON

Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISACorganisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © c/o Pictoright Amsterdam 2019.



Het overwegend agrarische Voorne-Putten onderging na 1945 een ingrijpende metamorfose. Het weidse uitzicht boven de uitgestrekte polders kreeg een totaal ander aanzien toen de fabrieksschoorstenen, hoogspanningsmasten, woonwijken en flatgebouwen verrezen. De bewoners hadden weinig grip op alle veranderingen die de oprukkende havens en aanleg van de Haringvlietdam met zich meebrachten. De locaties van nieuwbouw en de uitbreidingen op het gebied van infrastructuur werden gedicteerd door planologische diensten. Toch probeerde het eiland zijn eigen stempel te drukken: Brielle liet tal van historische panden restaureren, terwijl Spijkenisse zich juist van zijn verleden ontdeed en de dorpskern grotendeels sloopte. Hellevoetsluis poogde nieuwe industrieën aan zich te binden om de leegstaande marine­ complexen te laten herleven en Rockanje en Oostvoorne ontpopten zich als uiterst populaire badplaatsen. In dit boek wordt de roerige geschiedenis van Voorne-Putten in de periode 1945-1975 gepresenteerd. Aan de hand van foto’s uit de collecties van Streekarchief Voorne-Putten, aangevuld met foto’s uit onder meer Stadsmuseum Hellevoetsluis, wordt in beeld gebracht hoe het eiland te maken kreeg met de gevolgen van de Deltawerken, de uitdijende haven en de ruilverkaveling. Al bladerend verandert de samenleving in de dynamische, moderne maatschappij die vandaag de dag herkenbaar is. Historicus Bob Benschop is verbonden aan het Streekarchief Voorne-Putten en verricht onderzoek naar Voorne-Putten in het algemeen en de geschiedenis van Hellevoetsluis in het bijzonder.

www.wbooks.com

Van weilanden naar woonwijken Voorne-Putten 1945–1975

Hoe het eiland in een kwart eeuw van gezicht veranderde

Van weilanden naar woonwijken Voorne-Putten 1945–1975 BOB BENSCHOP


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.