Wat is dan de mens? Aforismen, ideeën, zinspreuken.

Page 1

Wat is dan de mens?



willem ietswaart

Wat is dan de mens? Aforismen, ideeën, zinspreuken

sjibbolet µ a msterda m µ mmxiii


Deze uitgave kwam tot stand mede dankzij een subsidie van de Stichting Psychoanalytische Fondsen.

© 2013  W. L. Ietswaart, p / a Uitgeverij Sjibbolet, Amsterdam Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced without the written permission of the publisher.

Frontispice Illustratie gemaakt door Anna Tirion, november 2012 Boekverzorging René van der Vooren, Amsterdam

isbn 978 94 9111  0 14  6  |  nur  730, 770


Inhoud

Hoofdstuk Aforisme

i

Taal

1

ii iii iv

Vrijheid

52 — 111

Wording / Schepping

112 — 186

Tijd

187 — 266

v

Werkelijkheid

267 — 319

vi

Binnen /  buiten

320 — 362

vii

Solipsisme /  holisme

363 — 449

viii

De een en de ander

450 — 486

ix

Ik–mij–mijzelf–zelf

487 — 515

x

Gewicht–tegenwicht–evenwicht

516 — 602

xi

Leven en dood

603 —  693

xii

Het psychische

694 — 888

xiii

Spreuken

889 — 1089

5

— 51


inhoud

xiv

Het sociale/Politiek

1090 — 1128

xv

Wetenschap/Filosofie

1129 — 1165

xvi

Kunst

1166 — 1181

xvii Religie

1182 — 1257

xviii Coda

1258 — 1358

Nawoord 187 Register 199

6


Aan Walter Schรถnau



i Taal

1

Het vreemdste wezen op deze aarde is de taal. Vol­waardig met haar te le­ven — daar is begin noch einde aan.

2

De taal die wij gebruiken is machtiger dan wij zelf zijn.

3

Dieren leven een-zaam. Mensen leven door de taal uit die een-zaamheid verlost.

4

Sprekend denken ontstaat uit paradox en eindigt in pa­radox.

5

Vanuit de oppervlakte gezien moet je een taal kennen, wil je begrijpen wat in die taal tegen je gezegd wordt. Vanuit de diepte gezien moet je ie­mands ziel kennen om zijn taal te begrijpen.

6

Dier en jong kind tegenover mens : voordat de taal ontstaat is er pre-no­tatie. Daarna is er denotatie en connotatie.

9


i taal

7

De ontdekking van de taal vindt niet in taal plaats.

8

Wij mensen verschillen afgrondelijk van de dieren, niet in onze emo­ties, maar in ons verstand en daardoor ook in ons gevoelsbewustzijn.

9

Een cirkelredenering : de mens heeft taal en getal dankzij zijn grote in­tellect, maar hij heeft zijn grote in­tellect dankzij taal en getal.

10

Het woord is abstracter dan het gebaar en het getal is abstracter dan het woord. Intuïtie is het meest concrete van deze vier.

11

Een van de voordelen van vertalen is dat je de oor­spronkelijke au­teur dwingt te zeggen wat hij bedoelt.

12

Een gelukte woordvondst is een uitnodiging tot ver­der gaan.

13

Creativiteit: het onbeschrijfelijke te beschrijven.

14

Het opstijgend besef van begrijpen laat de woorden achter zich.

15

Misleidend is dat wat in de taal vlak bij elkaar ligt, in de werkelijk­heid niet zo is.

10


i taal

16

In het hanteren van de taal zijn veel mensen als een kind dat een kost­baar instrument in handen heeft zonder dat te merken.

17

Praten betekent nog niet dat je iets te zeggen hebt.

18

Aan de oppervlakte produceert ons brein taal. In de diepte vormt de taal ons brein. Wij begrijpen elkaar het best aan de oppervlakte, omdat tot de diepte doordringen zo moeilijk is.

19

Hij zegt steeds hetzelfde. Ja, maar hij zegt het steeds anders.

20

Poëtische taal is het bezwerend oproepen van het af­wezige.

21

In de prille kinderwereld neemt het woord nog deel aan het wonder.

22

Tussen wat hij zei en wat hij niet zei lag de afgrond van het onzeg­bare.

23

Bij het woord God hebben wij het niveau van onze ervaring al verla­ten, op weg naar abstractie en theorie.

11


i taal

24

Het wonder van woorden is dat zij wat meer dan woorden is kunnen wekken.

25

Als iemands woorden bij mij niet een achter­ liggende gedachte of emo­tie wekken, blijven zij voor mij ledig.

26

Eerst moet je iemands gedachtewereld begrijpen. Dan kun je pas de be­tekenis van zijn woorden recht doen.

27

Het is ongewoon dat onze woorden een onbeslagen spiegel van het in­nerlijk zijn.

28

Taal is voor de menselijke geest zo als lucht is voor ons lichaam: het me­dium waarin wij ons bewegen. Daarom ook is de ene taal onvertaal­baar in de andere.

29

Pragmatische paradox. 1 De ene taal is onvertaalbaar in de andere. 2 Wat wezenlijk gezegd wordt in de ene taal is vertaal­baar in de andere.

30

Woorden arresteren gevoelens, maar hoe zagen die er uit voor hun ar­res­ta­tie ?

31

De wetende spreekt in taal over het zijn van de niet-wetende. Een on­mo­gelijke opgaaf.

12


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.