Geloven met het hart 2 Handleiding
Geloven met het hart 2 is onderdeel van de ‘Opfriscursus Geloven’. Deze cursus is in de eerste plaats bedoeld voor gemeenteleden, met als doel de kennis van de inhoud van het christelijk geloof op te frissen en het geloofsleven te verdiepen. De ‘Opfriscursus Geloven’ staat onder redactie van: Coaches en handleiding Dr. W. Verboom Ds. H. Veldhuizen Powerpointpresentaties Drs. E. van den Ham Cursusboek Drs. L.P. Dekker Drs. E.K. Foppen Drs.ir. T. Jacobs
W. Verboom, H. Veldhuizen, E. van den Ham
Geloven met het hart 2 Handleiding Zeven kernpunten uit het christelijk geloof
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
www.uitgeverijboekencentrum.nl www.izb.nl Deze uitgave verschijnt in samenwerking met de IZB (Amersfoort).
Ontwerp omslag en binnenwerk: Mulder van Meurs, Amsterdam Alle bijbelcitaten in deze uitgave zijn weergegeven in de Herziene Statenvertaling (hsv), tenzij anders vermeld. isbn 978 90 239 2365 7 nur 707 Š 2012 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud Woord vooraf 7 Inleiding 9 1. De Bijbel 16 2. Bidden, in gesprek met God 26 3. De kerk 39 4. Heilige hartversterkers: doop en avondmaal 52 5. Gods leiding in ons leven 66 6. Christen-zijn 76 7. Toekomstverwachting 90
6
Woord vooraf In dit boek ontvangt u de Handleiding bij de Opfriscursus Geloven met het hart 2. Deze cursus is – zoals de titel aangeeft – bedoeld voor gemeenteleden die hun kennis van de Bijbel en de inhoud van het geloof, met name wat betreft het gereformeerd belijden, willen opfrissen en de beleving van het geloof zoeken te verdiepen. Het is dus geen cursus voor mensen die (nog) helemaal niet bekend zijn met de hoofdlijnen van het christelijk geloof. Een bepaalde basiskennis van de Bijbel, het geloof en de kerk wordt verondersteld. Als cursusleider hoeft u geen theoloog te zijn. Het gaat veel meer om uw persoonlijke betrokkenheid bij kerk en geloof en de bereidheid om samen met anderen leerling van de Schrift te zijn. Luisteren naar de Schrift en luisteren naar elkaar is dan ook in deze cursus van groot belang. Het gesprek over het eigen geloof mag een grote plaats innemen. Om u te helpen uw taak als cursusleider te kunnen uitvoeren is een goede voorbereiding van de bijeenkomsten belangrijk. Daarvoor is deze Handleiding bedoeld. U vindt hierin allerlei informatie die u van pas kan komen. Zo staan in de Inleiding praktische adviezen voor de opzet van de bijeenkomsten en het leiden van een groepsgesprek. Daarna ontvangt u bij elk van de zeven hoofdstukken aanwijzingen hoe u de inhoud ervan aan de orde kunt stellen. Zoals u in de Inleiding leest, wordt voor elk onderdeel informatie verstrekt vanuit ‘bronnen’, waaruit geciteerd wordt. We beschouwen de Handleiding dan ook als een soort bronnenboek. Ook krijgt u het nodige voor de bijbelstudie aangereikt. Aan het slot van elk hoofdstuk vindt u suggesties om verder te lezen. Deze zijn natuurlijk niet bedoeld als een verplichting, maar als een mogelijkheid. Hiernaast kunt u werken met behulp van een powerpointpresentatie, waarover u in de inleiding meer leest. De mogelijkheid bestaat dat niet alleen de cursusleider, maar ook anderen de Handleiding willen gebruiken als een apart bronnenboek. Daar is natuurlijk niets op tegen. Elke lezer kan er op zijn of haar eigen manier mee omgaan. In de cursus wordt doorgaans de Herziene Statenvertaling gebruikt. Van harte hopen we dat u de cursus met plezier zult geven en dat uw inzet wordt beloond. We mogen weten dat de Heilige Geest door middel van de cursus mensen wil leiden bij hun geloof in Jezus Christus en hen wil doen groeien in dat geloof. Kennis, persoonlijke, existentiële kennis is van groot belang. Mag de plaats waar de cursus wordt gegeven een werkplaats van de Heilige Geest zijn. Tot opbouw van geloof en gemeente en tot uitbreiding van Gods koninkrijk. Namens de medewerkers aan de totstandkoming van de cursus, Dr. W. Verboom.
7
Inleiding Algemeen Dit tweede deel van de handleiding correspondeert met het tweede deel van het cursusboek. De 7 hoofdstukken heten: 1. De Bijbel 2. Bidden, in gesprek met God 3. De kerk 4. Heilige hartversterkers: doop en avondmaal 5. Gods leiding in ons leven 6. Christen-zijn 7. Toekomstverwachting De cursus richt zich op alle leeftijden. Niet alleen vijfentwintig- tot veertigjarigen, maar ook ouderen kunnen belangstelling hebben. Ze kunnen via het kerkblad, de website en/of een folder worden uitgenodigd. Gedacht wordt aan een bijeenkomst van ongeveer twee uur per hoofdstuk. Dat kan wekelijks of eens in de twee weken zijn, op een vaste avond (of morgen, middag) in de week. Wanneer cursusleider en cursisten aan een bepaald hoofdstuk meer dan een bijeenkomst willen besteden, dan is dat natuurlijk ook mogelijk. Ter versteviging van het onderlinge contact kan men een keer (bijvoorbeeld halverwege de cursus) of meerdere keren een uur van tevoren beginnen met een gezamenlijke maaltijd. Wanneer dat gebeurt, dient geregeld te worden wie dat verzorgt, wat de kosten zijn en dergelijke. De cursusleider houdt een presentielijst bij. Bij afwezigheid van iemand wordt nagegaan waarom dat is en eventueel, bijvoorbeeld bij ziekte, wordt belangstelling getoond. Dit pastorale element is trouwens in het geheel van de cursus een belangrijk punt. Temeer omdat de cursus op persoonlijk leren gericht is. Opzet van de cursusavond Tevoren zorgen enkele medewerkers voor de inrichting van de ruimte waar men bijeenkomt. Het beste is dat voor alle zeven bijeenkomsten dezelfde medewerkers hiervoor zorgen. Na enkele keren zijn er altijd wel deelnemers bereid om hand- en spandiensten te verrichten. Dat geldt bijvoorbeeld voor het opruimen van de zaal na afloop. Ook moeten liedboeken worden klaargelegd, evenals papier en pennen. De inrichting van de zaal moet gezellig zijn, bijvoorbeeld door een opstelling in U-vorm of kring. Zorg ervoor dat hier en daar een bloemetje op tafel staat. Belangrijk is een goede planning en bewaking van de tijd. Een bijeenkomst van
9
twee uur is zo voorbij. Bijvoorbeeld: 19.45 uur inloop, meteen koffie of thee inschenken en door ieder laten meenemen naar zijn/haar plaats, zodat de avond om 20.00 uur kan beginnen en uiterlijk 22.00 uur kan worden besloten. Laat men oppassen dat er geen tijd verloren gaat omdat men moet wachten op laatkomers. De medewerkers en cursusleider zijn in ieder geval ruim op tijd aanwezig, zodat de deelnemers op tijd verwelkomd worden. De eerste keer schrijft iedereen aan het begin naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres op. Die kan men nodig hebben om wijzigingen in het programma aan elkaar door te geven. Goed is ook dat ieder de eerste keer (kort) zegt waarom men komt en wat men van de cursus verwacht. Belangrijk is steeds de ontmoeting en het onderlinge gesprek. Er wordt van uitgegaan dat het te behandelen hoofdstuk door ieder tevoren thuis is gelezen. De cursusleider geeft een korte (!) samenvatting van (gedeelten uit) het hoofdstuk uit het cursusboek en licht zo nodig iets toe. Hij probeert iedereen bij het gesprek te betrekken, moedigt niet-praters aan enzovoort. Eventueel kan men, afhankelijk van het aantal deelnemers, in gespreksgroepjes uiteengaan. Door de gespreksleiders kan dan een korte samenvatting gegeven worden, hoewel dat, mede afhankelijk van het besprokene, niet beslist nodig is. Aan het eind van de avond spitst de cursusleider toe wat het hoofdstuk te zeggen heeft of hij laat ieder (of enkele deelnemers) zeggen wat het besprokene hun zei. Opbouw van het hoofdstuk De indeling van ieder hoofdstuk in het cursusboek ziet er globaal gesproken als volgt uit: 1. Intro als inleiding op het onderwerp 2. Inhoudelijke informatie over het onderwerp 3. Een korte samenvatting van de inhoud 4. Bijbelstudie 5. Verwerkingsmogelijkheden 6. Verdiepende informatie 7. Citaten 8. Leesrooster 9. Leestips Bij ieder hoofdstuk In de Handleiding treft men bij ieder hoofdstuk de volgende rubrieken aan: • De doelstelling van de bijeenkomst • De leefwereld van de cursisten in verband met het onderwerp • Didactische aanwijzingen voor het bespreken van het hoofdstuk • Informatie over het onderwerp (bijbelse gegevens en gegevens uit de geloofsleer);
10
de informatie wordt hoofdzakelijk gegeven vanuit publicaties die als bronnen functioneren • Informatie over de bijbelstudie • Enkele citaten • Leestips voor wie zich verder in het onderwerp wil verdiepen. Powerpointpresentatie Voor elk hoofdstuk is een PPP vervaardigd, die op een cd-rom aan de Handleiding is toegevoegd. De cursusleider kan daarmee het geheel van het hoofdstuk visualiseren. De ervaring leert dat het werken met een PPP een meerwaarde biedt bij informatie en verwerking. Op de cd-rom vindt de cursusleider aanwijzingen over de manier waarop de PPP bij het betreffende hoofdstuk gebruikt kan worden. Tevens zijn er mogelijkheden om zelf beeldmateriaal toe te voegen. De presentaties volgen steeds zowel het hoofdstuk als het programma voor een avond. De eerste dia bevat ook het programma voor de avond. Een groot deel van de presentatie is steeds gewijd aan beelden die associaties oproepen en moeten aanzetten tot gesprek. Dit is de kracht van het visuele en deze kracht hebben we willen gebruiken in de presentaties. De citaten die aan het eind van ieder hoofdstuk in de handleiding staan, zijn eveneens opgenomen. De PPP’s zijn bewust als open bestanden op de cd-rom opgenomen. Zo bent u in staat om de presentaties geheel naar eigen inzicht aan te passen. We hopen dat de presentaties een bijdrage kunnen leveren aan de besprekingen van de thema’s uit het cursusboek. U zult merken dat niet alle aspecten gevisualiseerd zijn. Dat is eenvoudig niet mogelijk gebleken. Soms zullen er zelfs associaties opgeroepen worden die niet in het cursusboek of in de handleiding staan – maar die toch met het thema te maken hebben. Het is aan de cursusleider om ervoor te zorgen dat in de bijeenkomst ook aspecten die niet in de presentaties aan de orde komen, toch besproken zullen worden! Ten slotte: het visualiseren van de dingen die met geloof en God te maken hebben, is inderdaad een riskante onderneming. Het geboden materiaal is nimmer bedoeld om ‘leuk’ of ‘grappig’ te zijn, maar om het gesprek te bevorderen. Het is samengesteld vanuit diepe eerbied voor God en in het besef dat het in deze cursus veel gaat over de dingen die geen oog heeft gezien, geen oor gehoord en die in geen mensenhart zijn opgekomen. Het leiden van een groepsgesprek In de bijeenkomst van de cursus speelt het groepsgesprek een belangrijke rol. Het is te zien als een werkvorm, die gebruikt wordt om samen te leren. Het gesprek is bepalend voor het groepsgebeuren. Het gaat om een samenspel van spreken en
11
luisteren in talloze varianten. De communicatie verloopt goed als wat gezegd wordt zo overkomt als het bedoeld werd. Als dat niet gebeurt, zit er iets niet goed en is het zaak op te sporen waar dat vandaan komt. Het gaat in het gesprek niet alleen om een zaak (een onderwerp), maar ook om de persoon. Dat wil zeggen: er dient ruimte te zijn voor dieper liggende meningen, gevoelens, overtuigingen, twijfels enzovoort. Aandachtspunten 1. Wees je bewust van het onderscheid tussen het leiden van een gesprek en het zelf deelnemen aan een gesprek. Je zit als cursusleider op twee stoelen. a. Je bent deelnemer aan het gesprek. Dat wordt van je verwacht. Je bent in de ogen van de groep een ‘deskundige’. En ook: je moet zo nodig kritisch bevraagd kunnen worden: ‘Wat vindt u er nou van?’ Daarnaast laat je je inbreng niet ten koste gaan van die van de anderen. Je moet niet domineren. b. Toch ben je tegelijk gespreksleider. Dat wil zeggen: je geeft richting aan het gesprek. Zonder leiding verliest het gesprek zijn structuur en stagneert het. Dat betekent dat je als gespreksleider zowel het onderwerp in het oog houdt als de interactie in de groep. Het betekent ook dat je op het goede moment iets nieuws inbrengt wat het gesprek verder brengt, zodat er dynamiek in het groepsproces blijft. 2. Zorg ervoor dat de groepsleden zich kunnen uitspreken, letterlijk en figuurlijk. Denk om de mensen met spraakproblemen. Val niemand in de rede en vul niet in wat (je denkt dat) iemand bedoelt. Vaak hebben mensen tijd nodig om te zeggen wat ze eigenlijk willen zeggen. 3. Wees erop bedacht dat zo veel mogelijk recht gedaan wordt aan iemands bedoelingen. Goed luisteren is moeilijk. Je bent al heel gauw bezig met je eigen antwoord en de mogelijke reacties van anderen. Hier is de pastorale habitus tijdens de cursus van belang. Het gaat om de deelnemers, om hun leerproces. Het is van groot belang dat iedereen zich begrepen voelt. Soms is het daarom goed om feedback te geven. ‘Bedoelt u dit of dat? Heb ik u goed begrepen?’ 4. Wees je bewust van je eigen vooroordelen ten opzichte van wat iemand zegt. Pas op voor onterechte inkleuring en interpretatie vanuit die vooroordelen. Je moet dus ook goed luisteren naar jezelf: waarom voel ik positieve of negatieve gevoelens bovenkomen? 5. Spreek geen waardeoordelen uit. Pas op dat je in je vertolking van wat iemand zegt geen blokkades opwerpt.
12