Postille 64 (2012-2013)

Page 1

P 64 (2012-2013)



Postille 2012-2013 onder redactie van KERK EN PREDIKING medewerkers: Dr. K. Blei Dr. R. Bos Ds. K. van den Broeke Ds. J.J.A. Doolaard Dr. C. van Dusseldorp Ds. H. Engelsma Ds. C.G. de Groot-Korstanje Ds. H.R. Hummelen Ds. H.A. Keur Ds. W. Klamer Dr. W. Klouwen Dr. A. Markus Ds. F. van Melle Ds. M.W. de Mik-van der Waal Dr. J.F. Mol Ds. J. Mudde Ds. A.G. Oosterhof Dr. T.T.J. Pleizier Dr. P.B. Post Prof. dr. H.P. de Roest Ds. J.C. Sent Dr. F. Stark Ds. J. Visser Ds. R. van der Weg Dr. L.H. Westra Ds. R.F. de Wit

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer


www.uitgeverijboekencentrum.nl www.postille.nl

Ontwerp omslag: Oblong, Jet Frenken ISBN 978 90 239 2385 5 NUR 700 Š 2012 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Inhoud

Woord vooraf

9

Dr. R. Bos ‘Mij komt de wraak toe’ Dr. A. Markus 2 december

Eerste adventszondag

9 december

Tweede adventszondag

Ds. R.F. de Wit 16 december 23 december

Derde adventszondag Vierde adventszondag

11

Handelingen 3:19-21 Handelingen 5:38, 39

30 33

Jeremia 29:11 Jeremia 32:25

36 39

Ds. M.W. de Mik-van der Waal 24 december Kerstnacht 25 december Kerstmorgen 30 december Zondag na Kerstmis

Genesis 49:10 Jesaja 1:3 1 Samuël 1:22

42 45 48

Ds. R. van der Weg 6 januari 13 januari 20 januari

Epifanie Eerste zondag na Epifanie Tweede zondag na Epifanie

Matteüs 2:2 Matteüs 3:14 Johannes 2:3

51 54 57

Ds. J.J.A. Doolaard 27 januari 3 februari 10 februari

Derde zondag na Epifanie Vierde zondag na Epifanie Vijfde zondag na Epifanie

Jesaja 61:1 Jeremia 1:9 Jesaja 6:8

60 63 65

Dr. T.T.J. Pleizier 17 februari 24 februari 3 maart

Invocabit Reminiscere Oculi

Lucas 10:23 Lucas 12:37 Lucas 14:14

69 72 74

Dr. W. Klouwen 10 maart 17 maart 24 maart

Laetare Judica Palmarum

Johannes 18:8 Johannes 18:36a Johannes 12:1

77 80 83

5


Dr. J.F. Mol 28 maart

Witte Donderdag

29 maart

Goede Vrijdag

31 maart

Pasen

Ds. H. Engelsma 7 april

Quasimodo geniti

14 april

Misericordia Domini

21 april

Jubilate

Ds. J. Visser 28 april

Cantate

5 mei

Rogate

9 mei

Hemelvaart

Dr. C. van Dusseldorp 12 mei Exaudi of Weeskinderen 19 mei Pinksteren 26 mei Trinitatis Ds. W. Klamer Tijd na Pinksteren

Openbaring 19:9a Openbaring 11:19 Openbaring 1:5a

2 Korintiërs 1:20b 2 Korintiërs 2:14 2 Korintiërs 3:2-3a

1 Korintiërs 15:32 1 Korintiërs 15:35 1 Korintiërs 15:43

Galaten 5:25 Galaten 6:10 Galaten 6:14

87 90 93

96 99 103

106 109 112

115 119 122

Tijd na Pinksteren Tijd na Pinksteren

Openbaring 21:3-4 125 Matteüs 8:11-12 128 Johannes 14:2a 131

Drieluik over geweld, gerechtigheid en vrede Dr. P.B. Post Tijd na Pinksteren Tijd na Pinksteren Tijd na Pinksteren

Zacharia 4:6 Matteüs 5:20 Efeziërs 2:14

134 137 139

Drieluik over zussen en broers Ds. F. van Melle Tijd na Pinksteren

Genesis 50:20

142

6


Ds. A.G. Oosterhof Tijd na Pinksteren

Lucas 15:11-32

Ds. C.G. de Groot-Korstanje Tijd na Pinksteren

Genesis 29:16-17 149

Dr. L.H. Westra Tijd na Pinksteren

146

Tijd na Pinksteren

Deuteronomium 8:7a 152 Genesis 6:4b 155

Ds. H.A. Keur Tijd na Pinksteren Tijd na Pinksteren

Jakobus 3:9 Jakobus 4:1

Dr. K. Blei Tijd na Pinksteren

Handelingen 11:18b Handelingen 17:23b

Tijd na Pinksteren

Ds. J. Mudde 10 november

Vijfentwintigste zondag na Pinksteren Zesentwintigste zondag na Pinksteren Zevenentwintigste zondag na Pinksteren

158 161

164 168

Genesis 3:21

171

Genesis 10:32 Genesis 35:14a, 20a

174

Ds. K. van den Broeke Uitvaartdienst Trouwdienst

Psalm 139:21a Psalm 147:7b

180 183

Ds. J.C. Sent Kerkdienst met soldaten Kerkdienst met soldaten

Marcus 6:47 Lucas 21:19

186 189

Ds. H.R. Hummelen Kerkdienst met gevangenen Kerkdienst met gevangenen

MatteĂźs 6:15 2 SamuĂŤl 12:7

192 195

Prof. dr. H.P. de Roest Kerksluiting

Psalm 84:4-5

199

17 november 24 november

177

7


Dr. F. Stark Kort overzicht van homiletische literatuur voor de preekpraktijk

203

Lijst met gebruikte afkortingen

213

Register van behandelde bijbelteksten Postille 64

214

8


Woord vooraf

In het ‘Woord vooraf’ van de vorige Postille maakte de redactiecommissie gewag van een gewijzigde formele positie van Kerk en Prediking, alsmede van een veranderde opzet van de uitgave. Met de Postille die u nu in handen hebt, is zij op de toen ingeslagen weg voortgegaan. Wat als vanouds is: het driegangendiner. Ook nu bestaat het menu uit een voorgerecht, een hoofdgerecht en een dessert. Een inleidend artikel, deze keer van de hand van oud-werkgroeplid dr. R. Bos, vormt het voorgerecht. Het hoofdgerecht is weer samengesteld uit exegetische en homiletische schetsen. ‘Kort overzicht van homiletische literatuur voor de preekpraktijk’, door dr. F. Stark geschreven, is het dessert. Opnieuw, want het heeft zijn waarde bewezen. In het ‘Woord vooraf’ van de vorige Postille werd ook gemeld dat de redactiecommissie zich zou gaan bezinnen op de vraag hoe de uitgave in de toekomst nog beter op de praktijk van de preekvoorbereiding toegesneden zou kunnen worden en dat de uitkomsten van die bezinning in de komende delen hun weerslag zouden krijgen. De commissie denkt in de richting van meer thematisch opgezette schetsen en aan schetsen voor specifieke doelgroepen. In dit kader vraagt ze aandacht voor enkele bijzondere bijdragen: schetsen vanuit krijgsmacht- en justitiepastoraat en schetsen over broers en zussen in de Bijbel en over kerksluiting. Vanzelfsprekend staat de commissie open voor suggesties van gebruikers voor (andere) thema’s en doelgroepen. Mailt u dan naar info@boekencentrum.nl met in de onderwerpregel ‘Postille’. De redactiecommissie spreekt de hoop uit dat ook deze Postille met veel vrucht gebruikt zal worden. Ze kijkt uit naar reacties. Namens de redactiecommissie Postille: J.D.Th. Wassenaar, voorzitter R. Abma, secretaris A.W. Velema, supervisor Leden van de redactie: Mw. dr. R. Abma, Huizen Ds. R. van Essen, ’s-Gravenhage Ds. J.J.F. van Melle, Oudorp Prof. dr. C.J. de Ruijter, Kampen Mw. dr. F. Stark, Lexmond Dr. A.W. Velema, Leusden Dr. J.D.Th. Wassenaar, Hellendoorn

9



‘Mij komt de wraak toe’

1. Gods wraak, oordeel en gericht Binnen het getuigenis van de Schrift behoort het spreken over Gods wraak, zijn oordeel en gericht voor velen – buiten én binnen de kerk – tot de onverteerbaarste woorden. Wanneer in een enquête onderzocht zou worden welke woorden met God en het beeld van God te maken hebben, dan zouden – ondanks de secularisatie – woorden als ‘liefde’, ‘aandacht’, ‘nabijheid’ en ‘zorg’ hoog scoren. Woorden als ‘wraak’, ‘gericht’ en ‘vergelding’ zouden op aanzienlijk minder aanhang en sympathie kunnen rekenen. Deze laatste woorden komen we in de Schrift vooral in het Oude Testament tegen en daarbinnen in twee tekstcomplexen. Belangrijke vindplaatsen voor de ‘familie’ van deze woorden zijn allereerst de boeken van de pre-exilische profeten. In de eerste verzen van het boek Nahum zijn bijkans alle ongemakkelijke woorden te horen: De  is een wrekende God, hij duldt niemand naast zich. De  is een woedende wreker, de  wreekt zich op zijn tegenstanders, hij richt zijn toorn op zijn vijanden. De  is geduldig, maar zeer sterk, hij laat nooit iets ongestraft. De  gaat zijn weg door storm en wervelwind, wolken zijn het stof van zijn voeten. Hij verheft zijn stem tegen de zee en legt haar droog, de rivieren laat hij verdrogen. Verwelkt zijn Basan en Karmel, ook Libanons bloesem verwelkt. Bergen beven voor hem, heuvels wankelen, de aarde rijst voor hem op, de wereld met al haar bewoners. Wie houdt zich staande in zijn toorn? Wie houdt stand in de gloed van zijn woede? Zijn woede is als een laaiend vuur, rotsen spatten voor hem uiteen. (Nah. 1:1-6, )

Wij zijn bepaald niet de eersten of enigen die deze woorden ongemakkelijk of zelfs onverteerbaar vinden. De profeten zelf huiverden ook bij het uitspreken van woorden als ‘gericht’, ‘oordeel’ en ‘woede als een laaiend vuur’. Jeremia 11


probeert op allerlei manieren zowel onder de druk als onder de verleiding van de  uit te komen. Maar Gods woorden zijn te sterk. , u hebt mij verleid, en ik ben bezweken, u was te sterk voor mij en hebt mij in uw greep gekregen. Dag in dag uit lachen ze om mij, iedereen bespot mij. Telkens als ik spreek, moet ik schreeuwen: ‘Ik word mishandeld, onderdrukt!’ Want de woorden van de  brengen mij dag in dag uit schande en vernedering. Als ik denk: Ik wil hem niet meer noemen, niet meer spreken in zijn naam, dan laait er in mijn hart een vuur op, dan brandt het in mijn gebeente. Ik doe moeite om het in bedwang te houden, maar ik kan het niet. (Jer. 20:7-9, )

In het tweede complex, het boek van de psalmen, zijn deze ‘ongemakkelijke woorden’ al even heftig aanwezig; echter niet als woorden van oordeel en gericht over het volk, maar als gebeden van het volk. De Psalmen vertolken de roep om Gods vergelding, zijn wraak en toorn over de vijanden op soms ruwe en rauwe wijze. God, sla hun de tanden uit de mond, verbrijzel de kaken van die leeuwen,  – dat ze verdwijnen als water dat wegvloeit, als pijlen die op de boog al breken, als een slak die kruipend oplost in slijm, als een misgeboorte die nooit de zon ziet, als een doorntak die in storm verwaait, nog voor hij de pot kan verhitten. Verheugd is de rechtvaardige als hij vergelding ziet, in het bloed van de wettelozen wast hij zijn voeten. Dan zegt men: ‘De rechtvaardige wordt beloond, er is een God die recht doet op aarde.’ (Ps. 58:7-12, )

Na enkele inleidende opmerkingen in deze en de volgende twee paragrafen geef ik in paragraaf 4 een bijbels-theologisch uitgangspunt wanneer Gods gericht en oordeel in de prediking aan de orde komen. In paragraaf 5 zoom ik in op de profetische teksten en in de daaropvolgende paragraaf op het gebed om Gods wraak in de Psalmen. In paragraaf 7 sluit ik af met enkele samenvattende en concluderende beschouwingen. 12


2. Ongemakkelijke woorden De woorden ‘vergelding’, ‘wraak’ of ‘gericht’ roepen ongemakkelijke gevoelens op.1 Deze lijken een onaangenaam beeld te tekenen van een harde, kille God. Daar komt bij dat in de huidige nationale en internationale context dergelijke woorden onder verdenking staan van (aanzetten tot) extremisme. Ze staan haaks op de zo gewenste tolerantie. Deze ongemakkelijke woorden houdt menigeen dan ook voor onacceptabel vanuit politiek, sociaal, ethisch en/of psychologisch oogpunt. Vanuit dit perspectief bezien is het niet vreemd dat dit semantische veld langzaam maar zeker verdwenen is uit het vocabulaire van de praktijk der prediking van de mainline (middenklasse) kerken in West- en Noord-Europa en Noord-Amerika. Zo kunnen deze woorden binnen de bijbelse theologie niet rekenen op grote belangstelling. Aan de ene kant van het kritische spectrum vinden we de mening dat wraak behoort tot de ‘primitieve’ maatschappijen van het oude Midden-Oosten. En het ‘primitieve’ beeld van een wrekende God past niet in het hedendaagse discours over God.2 Aan de andere kant van het spectrum zijn stemmen te horen die zeggen dat Christus in zijn lijden Gods oordeel heeft gedragen en dat Gods wraak derhalve voor christenen geen relevant actueel theologisch issue is.3 Mogelijk is daar de oorzaak te zoeken voor het feit dat belangrijke handboeken op het gebied van bijbelse theologie slechts uiterst summier of in het geheel geen aandacht besteden aan het thema van Gods gericht en vergelding.4 Ook in de homiletische literatuur vallen deze woorden buiten het aandachtsveld. De meest gebruikte en belangrijkste handboeken en encyclopedieën op dit gebied besteden geen aandacht aan dit onderwerp.5 1. James Ward / Christine Ward, Preaching from the Prophets, Nashville, 1995; David Fleer / Dave Bland (eds.), Preaching the Eighth Century Prophets, Abilene, 2004; John Ortberg, ‘Preaching Like a Prophet’, in: Craig Brian Larson (ed.), Prophetic Preaching, Peabody, 2012, 47-58. 2. Ed Noort, ‘Vengeance is Mine. Some Remarks on the Concepts of Divine Vengeance and Wrath in the Hebrew Bible’, in: Rainer Kessler / Patrick Vandermeersch, God, Biblical Stories, and Psychoanalytic Understanding, Frankfurt am Main, 2001, 159. 3. ‘De wraakpsalmen en -gebeden dragen wel een zeer sterk menselijk stempel, en zijn niet altijd dragers van geheiligde gedachten; zij zijn ver verwijderd van de bede, welke Christus aan het kruis voor zijn vijanden uitsprak, en ver verwijderd van de geest van het Onze Vader’ (Theodorus C. Vriezen, Hoofdlijnen der theologie van het Oude Testament, Wageningen, 1977, 5e druk, 303). 4. De bekende theologieën van het Oude Testament besteden geen aandacht aan dit thema. Uitzondering daarbij is Walter Brueggemann, Theology of the Old Testament. Testimony, Dispute, Advocacy, Minneapolis, 1997. Brueggemann heeft meerdere publicaties op zijn naam staan waarin hij dit thema nadrukkelijk expliciteert: The Prophetic Imagination, Minneapolis, 1978; Finally Comes the Poet. Daring Speech for Proclamation, Minneapolis, 1989; The Practice of Prophetic Imagination. Preaching the Emancipating Word, Minneapolis, 2012. 5. Woorden als ‘gericht’, ‘wraak’ en ‘toorn’ ontbreken in bijvoorbeeld William H. Willi-

13


Daar zal mogelijk de onuitgesproken gedachte bijkomen dat kerk, theologie en prediking, zeker in tijden van crisis, woorden van bemoediging en pastorale zorg moeten bieden. ‘Het merendeel van de hedendaagse theologie denkt over God in het paradigma van de ontfermende liefde. Hij is de grond van ons bestaan. Hij heeft ons gewild. Hij draagt ons en beschermt ons.’6 3. Retouchering van de ongemakkelijke woorden Nu moeten we beginnen te zeggen dat de algemeen kerkelijke, de theologische en de homiletische terughoudendheid ten opzichte van de weerbarstige woorden uit de Schrift te begrijpen is en tot op zekere hoogte ook te rechtvaardigen. Een verschuiving in en zelfs retouchering van het kerkelijke discours van deze weerbarstige woorden was nodig om afstand te nemen van ongezonde angstbeelden, van moralisme in de prediking en de oordelende toon in pastorale contacten. Maar zoals elke tegenbeweging en reactie had ook deze revisie (mogelijk onbedoelde) neveneffecten die eveneens schade hebben veroorzaakt. In het vermijden van de harde woorden bleef er een beeld over van een ‘tandeloze God’ die vergeleken kan worden met de brullende leeuw in een circusact. In de ogen van kinderen lijkt deze leeuw levensgevaarlijk, maar volwassenen weten dat hij tam is. De ‘tandeloze God’ veroorzaakt inderdaad geen (onnodige) angsten, maar Hij kan ook niet meer bevrijden en gerechtigheid doorzetten. H. Richard Niebuhr heeft dit ‘therapeutische christendom’ reeds scherp aan de kaak gesteld. ‘A God without wrath brought men without sin into a Kingdom without judgment through the ministrations of a Christ without a cross.’7 Er zijn in elk geval vijf redenen aan te geven om de prediking van oordeel en gericht opnieuw te doordenken. 1. Gods oordeel en gericht zijn steeds de keerzijde van zijn bevrijding en redding uit onrecht, geweld en onderdrukking.8 Wie de woorden en de werkelijkheid van oordeel en gericht loslaat, moet vroeg of laat meer woorden en de daarbij behorende werkelijkheden loslaten.

mon / Richard Lischer (eds.), Concise Encyclopedia of Preaching, Louisville, 1995; Michael Duduit (ed.), Handbook of Contemporary Preaching, Nashville, 1992; Paul S. Wilson (ed.), The New Interpreter’s Handbook of Preaching, Nashville, 2008. In haar boek over profetische prediking noemt Nora Tisdale het thema ‘oordeel en gericht’ in het geheel niet, terwijl dat toch substantieel aanwezig is in de prediking van de oudtestamentische profeten (Leonora Tubbs Tisdale, Prophetic Preaching. A Pastoral Approach, Louisville, 2010). 6. A. van de Beek, God doet recht. Eschatologie als christologie, Zoetermeer, 2008, 276. 7. H. Richard Niebuhr, The Kingdom of God in America, New York, 1937, 193. 8. Christine M. Smith, Preaching As Weeping, Confession and Resistance. Radical Responses to Radical Evil, Louisville, 1992; Marva J. Dawn, The Sense of the Call. A Sabbath Way of Life for Those Who Serve God, the Church, and the World, Grand Rapids, 2006, 146-178; A. van de Beek, a.w., 275-282.

14


2. Wanneer de prediking exclusieve pastorale aandacht heeft voor verdriet en troost bestaat het risico dat dieperliggende patronen van onrecht en onderdrukking onbenoemd blijven en daardoor in stand kunnen blijven.9 3. Ongezonde en onverantwoorde concepten van Gods gericht kunnen en mogen in theologie en prediking niet onweersproken blijven.10 4. Als vierde noem ik een waarneming uit mijn eigen pastorale praktijk.11 In gesprekken met gemeenteleden proef ik een merkwaardige mengeling van fascinatie, herkenning en angst voor woorden als ‘gericht’ en ‘oordeel’. Aan de ene kant zijn er slachtoffers die hopen op rechtsherstel. Zij zijn gefascineerd door het perspectief van Gods gericht. Aan de andere kant werken deze ‘ongemakkelijke woorden’ voor mensen die zich schuldig weten als een spiegel waarin zij de donkere kanten van hun eigen ziel herkennen. 5. Last but not least getuigen zowel Oude als Nieuwe Testament substantieel en robuust over Gods oordeel en gericht. Kerk en prediking staan daarom voor de uitdaging zich (opnieuw) te verhouden tot deze teksten.12 Hoeveel gewicht deze overwegingen ook hebben, het blijft evident dat de prediking naar aanleiding van Gods oordeel en gericht een onderneming is die is omgeven door meerdere valkuilen. Want wie van de predikers kan met zekerheid zeggen waar en hoe de hand van God in de geschiedenis werkzaam is in gericht en oordeel? Er zijn geen logische, doorzichtige of causale verbanden tussen een specifieke crisis aan de ene kant en het weten van Gods oordelende bemoeienis aan de andere kant. Het is één ding om te zeggen dat God werkt in de geschiedenis,13 maar daarmee is nog volstrekt niet duidelijk waar en hoe dat zich in onze situatie voltrekt. Daar komt bij dat slachtoffers doorgaans meer te lijden hebben van een crisis dan de daders. Wanneer in de prediking gesteld wordt dat een bepaalde cri-

9. ‘As important it is to provide a safe refuge and home cooked meals and all the care and support that we can muster, that is not enough. The root causes of poverty persist. (…) If these realities go unchanged, families will continue to be thwarted when they attempt to escape homelessness and want. (…) More and more clergy of every faith must speak out against these injustices’ (Karen Olson, ‘Preface’, in: André Resner (ed.), Just Preaching. Prophetic Voices for Economic Justice, St. Louis, 2003, ). 10. Walter Brueggemann, ‘Ancient Utterance and Contemporary Hearing’, in: André Resner (ed.), a.w., 73-74. 11. Ik kan niet beoordelen in hoeverre mijn persoonlijke indrukken breed herkenbaar zijn. Mijn indrukken liggen wel mede aan de basis van dit artikel: een doordenking van en reflectie op pastorale ervaringen. 12. Wim Dekker, Marginaal en missionair. Kleine theologie voor een krimpende kerk, Zoetermeer, 2011, 27-30; A. van de Beek, a.w., 267-295; Walter Brueggemann, a.w., 2012, 45-70. 13. Voor Walter Brueggemann is het eerste uitgangspunt voor profetische prediking ‘an attempt to imagine the World as though yhwh (…) were a real character and effective agent in the world’ (Brueggemann, a.w., 2012, 2, 45, 71).

15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.