Jeugdwerk met een watermerk
Fred van Lieburg
Jeugdwerk met een watermerk De hervormd-gereformeerde jeugdbeweging 1910-2010
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer / HGJB
www.uitgeverijboekencentrum.nl www.hgjb.nl
Deze uitgave verschijnt in samenwerking met de HGJB te Bilthoven. Ontwerp omslag: Mulder van Meurs Ontwerp binnenwerk: Anton Sinke Illustratie omslag: Foto bondsspeldje mevr. G. van Tellingen te Zeist. Tenzij anders aangegeven, zijn alle foto’s in dit boek afkomstig uit het archief van de HGJB in Bilthoven.
ISBN 978 90 239 2627 6 NUR 694 © 2012 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud 5
9
Ten geleide
11
Afkortingen
15
Inleiding. Het watermerk Doop en verbond – Gezin, school en kerk – Ontkerstening en herkerstening – Het derde milieu – Jeugdbeweging en jeugdvorming – Zichtbare bondstekenen – Vorm en inhoud – Tijden en thema’s
31
1. De hervormd-gereformeerde beweging De Heere is mijn Banier – Protestantse verdeeldheid – Een slagorde van mannen – Kerkelijke verkaveling – Hervormd-gereformeerde profilering – Aanloop naar een jeugdbond – De eerste poging – Onze hervormde jongens – Wie begint nu eens? – De jongelingsbond opgericht – De actieve pioniers – De passieve meerderheid – Nieuw elan – De knapenzaak – Toerusting van meisjes – Een benepen hofjesgeest? – Activiteiten van onderop – Ontplooide vaandels – Nog meer bonden – Kerkelijke strijd – Politieke verwarring – Federatie van hervormde bonden – Tegen het nationaal-socialisme – Oorlogsjaren – Geen doorbraak maar restauratie – Praktische samenwerking – Landelijk verband van jeugdbonden – De voorbijgang van het oude – Bondsbureau en Bondsboekhandel – Voortvarende meisjesbond – Bestuurlijke centralisatie – Particuliere ledenorganisatie –Achterban in tal en last – Groeifactoren van de jeugdbeweging – Verbreding en verjonging – Biblebelt en Bondsgordel – De kaart van de HGJB – Top en grondvlak – Verbetering van communicatie – Samenwerkende bonden
105 2. De kerkelijke inbedding van de jeugdorganisatie Langdurige afzijdigheid – Particuliere organisaties – Kerkelijk jeugdwerk – Gemeenteopbouw en jeugdwerk – Hervormd-gereformeerde participatie – Kerk en jeugdorganisaties – De nieuwe kerkorde: apostolair jeugdwerk – Nog geen verandering? – Een predikant voor de jeugdbonden – Veelzijdige taak – Horzel voor de jeugdorganisaties – Horzel in de hervormde pels – Predikant of algemeen
6
secretaris? – Predikant of directeur? – Kerkelijke jeugdleiders – Hervormdgereformeerde route – Hervormd-gereformeerde jeugdwerkleiders – Nieuwe opleidingsinitiatieven – Sociaal-pedagogische academie – Geld uit de Generale Kas – Een alternatief voor de LHJR – LHJR en HGJB: water en vuur? – Kerkelijke inkadering van de HGJB – Samenwerking met de LHJR – Fusie en scheuring – Integratie in de Protestantse Kerk in Nederland – Geestverwante jeugdorganisaties – De protestantse jeugdwerkmarkt – Aanbod van kerkelijk jeugdwerkers – Kerkelijk (jeugd)werkers of geprofessionaliseerde jongerenwerkers 161 3. Steun van de overheid Vorming buiten schoolverband – Subsidie of niet – Godsoordeel of nieuwe kans? – Regeling van de rijkssubsidie – Op weg naar het Bondscentrum – In actie voor Silvosa – Multifunctioneel centrum – Brabantse lente: De Crocus – Andere regionale centra – Een centrum op Goeree-Overflakkee – Een Bonder in COWER – Drie provinciale centra – Afhankelijkheid tussen hoop en vrees – Decentralisatie en democratisering – Lokaal welzijnsbeleid – Opleving in het hoge noorden – Lijnen naar het noordwesten – Meevallend no-nonsensebeleid – Afbouw van subsidies – Ontmanteling van het netwerk – Offervaardige achterban – Preventieve jeugdzorg 199 4. Begeleiding van verenigingswerk Bijbelvaste verenigingen – Vakken en rooster – Schetsen en leidraden – Bladen voor jongeren – Leiders en leidsters – Experimenten voor leidersvorming – Beginnende kadervorming – Pastoraat en dialoog – Hoofd, hart en handen – Een nieuw jongerenblad: Op Weg – Een nieuw instructieblad: Bouwstof & Bouwsteen – Nieuwe tienerbladen: Zebra en Overdwars – Nieuwe hulpmiddelen: beeld en geluid – Experimentele kadervorming – Training van vaardigheden – Veel gebruikt, vaak veranderd – Lay-out of inhoud? – Begrenzing van werkvormen – Van ‘hoe’ naar ‘waarom’ – Relationeel jeugdwerk – Waarom én hoe – Digitale communicatie 241 5. Evenement en ontmoeting Nationale zendingsfeesten – Hervormde toogdagen – Gemengde bondsdagen – Kerkdienst of jongerenevenement – Voorzichtige aanpassing – De Doelen: Concertzaal met ‘kerkorgel’ – Van bondsdag tot jongerendag – Evangelische jongerendagen – Redding door opheffing – Jongens- en meisjesdagen – Gezamenlijke jeugddagen – Faith and fun – Vrijheid in gebondenheid – Jongerenbijeenkomsten in veelvoud – Van Pasen tot passie – Kerkelijk jongerenland
273 6. Christelijke vakanties Protestantse voorbeelden – Aarzelende navolging – Visie op recreatie – Gemengde jongerenkampen – Tienerkampen: jongens en meisjes – Een eigen kampeercentrum – Het lot van De Driehoek – Centrale organisatie en uitbreiding – Reis wijs – Werving en training van kampleiding – Mentaliteitsverandering – Christelijke vakantiemarkt – Oecumenische ervaring 301 7. Gevarieerd jeugdwerk Getuigen of redden – Om de jeugd van het volk – Van massajeugdwerk tot bijzonder kerkelijk jeugdwerk – Hervormd-gereformeerd jeugdzorgwerk? – Bijzonder Kerkelijk Jeugdwerk – Kerkelijk open jeugdwerk – Losse experimenten – Kompas en windroos – Getuigen of vermaken – Eén zaak, veel vormen – Godsdienstonderwijs op openbare scholen – Getuigen of vertellen 323 8. Zending, oecumene en werelddiaconaat Uitwendige zending – Missio Dei en werelddiaconaat – Diaconaat in het vizier – Dabar: een veelzijdige jongerenbeweging – Regen van acties – Oecumenische bezinning – Zending en ZOC – Dabar op weg of weg – Tweejaarlijkse diaconale acties – Een politiek sprekende HGJB? – Wederkerige impulsen – Jongerenzendingsdagen – Alternatieve missies – De 3G-beweging 349 9. Jongeren leren evangeliseren Inwendige zending – Apostolaire impulsen – Roeping aan de stranden – Expansie en centralisatie – De Windroos – Koffiebarwerk – De Windroos als wervelwind – Windroosconferenties – Meer dan evangelisatie door jongeren – Bijbelclubwerk – Scholierenwerk – Dabar op de camping – Leerzame ervaringen – Tussen camping- en strandevangelisatie – Dabar in de stad – Bewaren, bereiken, vervreemden – Stormwind en schipbreuk – Terug bij de HGJB 381 10. Diaconale vorming van jongeren Bijdragen aan barmhartigheid – Hervormd-gereformeerd diaconaat – Dabar in het dorp – Een nieuwe taak voor de HGJB? – Ambitie en voorliching – Activisme of houdingsvorming – Integratie in het gemeentewerk – Steun aan organisaties – Tussen apostolaat en pastoraat 399 11. Een jeugdvriendelijke gemeente Verkenningstocht in gemeenten – Van bondsactie naar gemeentewerk – Vorming en toerusting – Klassieke catechese – Innovatief catecheseproject – Jeugdouderling en jongerenpastoraat – Tussenkader en toerusting – Jong en oud in één gemeente – Een jeugdvriendelijke eredienst – Verschuivend jeugdpastoraat – Hot item: (homo)seksualiteit – Opnieuw de noodklok: mentorcatechese – Gemeenteondersteuning – Integrale concepten
7
425 12. Om de gereformeerde identiteit Gereformeerde grondslag – Genadeverbond en jeugdbond – Beweging der jongeren – Verschuivingen in de Bond – Cultuur en koinonia – Een brede gemeentevisie – Evangelische beweging – Reformatorisch-evangelisch – Het Gekrookte Riet – Enige zelfreflectie – Polarisatie of secularisatie – Open Brief en Open Boek – Achter gesloten deuren – Hernieuwd vertrouwen – Theologische doordenking – Herziene Statenvertaling – Leren lezen en leven – Leren gereformeerd te zijn
8
457 13. Samen zingen tot Gods eer Een evangelische muziekcultuur – Bondsliederen – Een eigen liedbundel – Asma of Ars Nova – Bijbelse liederen – Opnieuw berijmde psalmen – Light up the Fire – Het Hoogste Lied – Opwekking op juiste toon – Christelijke popmuziek – Passion, Trinity en Sela – Mix van tradities 483 Slotbeschouwing. Het HGJB-merk Moedermerk en moederkerk – Watermerk en wereldkerk – Refolutie of rebelutie 491 500 501 506
Bijlagen Geraadpleegde bronnen Geraadpleegde literatuur Index van personen
Ten geleide 9
De HGJB is als jongerenorganisatie sterk verbonden met generaties uit het verleden. Dit boek laat zien hoe het jeugdwerk door al die generaties is vormgegeven. Het laat ook zien hoeveel mensen betekend hebben voor de HGJB en hoeveel de HGJB voor hen betekend heeft. Dat maakt deze publicatie waardevol. Het boek is door de historicus prof. dr. F.A. van Lieburg geschreven naar aanleiding van het honderdjarig jubileum van de HGJB. Veel informatie die opgeborgen lag in de archieven, is nu ontsloten en toegankelijk geworden. Het beeld dat dit boek geeft, is geschetst door iemand van buiten de HGJB. Daarvoor zijn we hem heel dankbaar. Als je kijkt naar je eigen geschiedenis, kunnen buitenstaanders doorgaans beter zien dan jijzelf. Het boek brengt aan het licht hoe de HGJB is ingebed in maatschappelijke en kerkelijke ontwikkelingen. Daarmee is het ook een tijdspiegel van de afgelopen eeuw. Het maakt ons als HGJB bewust van de vele dingen uit het verleden die de HGJB gevormd hebben tot wat hij nu is. ‘De eindgrens van het onderzoek is echter onverbiddelijk op de laatste maand van 2010 gesteld’, schrijft de auteur. Met als reden: ‘De HGJB is zo’n dynamische organisatie, dat een jaar later al weer nieuwe verhoudingen en nieuwe personen in beeld waren.’ Inderdaad blijken nieuwe verhoudingen en nieuwe personen de toekomst van de HGJB vorm te geven en is de organisatie in 2012 ingrijpend veranderd. Op de agenda van de HGJB staat nog steeds de opdracht: hoe zijn we zo goed mogelijk dienstbaar aan de gemeenten en de kerk in haar geheel? Hoe leren we jongeren leven in een maatschappij waarin je als gemeente en als christen een fundamenteel andere plek dan vroeger inneemt? En door alle jaren geldt die centrale vraag: Hoe geef je uitvoering aan de missie om jongeren te leren leven vanuit wat God hun geeft in de doop? Met deze vragen op onze agenda, kijken we uit naar nieuwe hoofdstukken in de geschiedenis van de HGJB.
10
In wat God ons geeft in de doop, ligt de hoop voor de toekomst. In het verleden was de doop vooral ‘opgenomen worden in de lijn van de generaties binnen het genadeverbond’. Dat element blijft. Een ander element komt meer in het daglicht, namelijk de doop als teken dat je van de Heere een bijzondere plaats krijgt te midden van een wereld, waarin het christelijke geloof marginaal is. De doop leert ons steeds opnieuw te ontdekken dat God de Vader het leven leidt, God de Zoon verzoening van zonden geeft en God de Heilige Geest het leven vernieuwt. Door steeds weer stil te staan bij wat God in de doop geeft, gaan we met verwachting de toekomst in, met dankbaarheid voor wat Hij in het verleden gegeven heeft.
Ds. B.J.D. van Vreeswijk, voorzitter van het bestuur van de HGJB, juli 2012.
Afkortingen 11 ARP CGJO CHU CJMV CJV CJVF CRM EA EO GDR GPW GVO GZB HBO HGJB HGJO HHJO HSV IZB JOP LHJR MB NBG NBJ
NBV NCRV NJG NJV NOJ NSB NZG OJR
Anti-Revolutionaire Partij Christelijke Gereformeerde Jongeren Organisatie Christelijk-Historische Unie Christelijk Jonge Mannen Verbond Christelijk Jongeren Verbond Christelijke Jonge Vrouwen Federatie Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk Evangelische Alliantie Evangelische Omroep Generale Diaconale Raad (Nederlandse Hervormde Kerk) Godsdienst en Pastoraal Werk Godsdienstig Vormingsonderwijs Gereformeerde Zendingsbond Hoger Beroepsonderwijs Hervormd-Gereformeerde Jeugdbond (sinds 1984) Hervormd-Gereformeerde Jeugdorganisatie (1971-1974) Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie Herziene Statenvertaling Inwendige Zendingsbond Jeugdorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Landelijke Hervormde Jeugdraad Hervormde Mannenbond op Gereformeerde Grondslag Nederlands Bijbelgenootschap Nederlandse Bond van Jongelingsverenigingen op Gereformeerde Grondslag Nieuwe Bijbelvertaling (2004) Nederlandse Christelijke Radio-Vereniging Nederlandse Jeugd Gemeenschap Nederlands Jongeling Verbond Nationale Overkoepelende Organisatie voor Jeugdwerk Nationaal Socialistische Beweging Nederlands Zendelinggenootschap Oecumenische Jeugdraad
SGJ SGP SOW VB VBW VCJC VWS
12
WVC YFC YMCA ZOC ZSB
Stichting Gereformeerde Jeugdzorg Staatkundig Gereformeerde Partij Samen-op-Weg Hervormde Vrouwenbond op Gereformeerde Grondslag Vakantie Bijbel Werk Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale Volksgezondheid, Welzijn en Sport Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Youth for Christ Young Men’s Christian Association Zending Overleg Commissie (GZB, IZB en HGJB) Zondagsscholenbond
Ds. Maarten van Grieken (1875-1949), oprichter van de hervormd-gereformeerde jongelingsbond in 1910, voorzitter tot 1918; laatst predikant in Rotterdam 1920-1940. Foto Gedenkboek Gereformeerde Bond 1906-1931.
14
In De Waarheidsvriend van 2 februari 1912 presenteerde ds. Maarten van Grieken het ontwerp voor een insigne voor de oudste voorloper van de HGJB. De voorman van de Gereformeerde Bond noemde daarbij een oprichtingsdatum die afwijkt van de reeds jaren gehanteerde datum van 9 november 1910. Als rondschrift van het insigne vermeldde hij: ‘Ned. Herv. Jongelingsbond op geref. grondslag 31 Oct. 1910’. Wellicht werd op die maandag door een aantal predikanten besloten tot het bijeenroepen van de openbare vergadering in Utrecht een ruime week later. Ook in latere toespraken op bondsdagen noemde Van Grieken steevast Hervormingsdag 1910 als oprichtingsdatum van de jongelingsbond (blijkens verslagen in De Waarheidsvriend in 1913 en 1916). Op het voorgestelde insigne stond een opengeslagen bijbel met op de bladzijden de woorden van Prediker 12:1a (‘En gedenk aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap’) en Johannes 5:39 (‘Onderzoekt de Schriften, want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben, en die zijn het, die van Mij getuigen’). Als achterzijde was gedacht aan een woord uit 1 Samuel 17:45 (‘Ik kom tot u in de name des Heeren’) rondom een Davidsfiguur met een slinger in de hand. Het insigne zou dan twee doelen van de bond verbeelden: bijbelstudie en bestrijding van de vijand – en dan niet met zwaard en harnas maar vanuit het Woord van God. Op dit eerste ontwerp kwam nogal wat kritiek vanuit de verenigingen. Sommigen vonden de vergelijking met koning David ‘te hoog gemikt’. David verdween uit beeld, maar de opengeslagen bijbel werd gehandhaafd, zij het met een andere tekstverwijzing, namelijk Psalm 119:9 (‘Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw Woord’). Hier lag de nadruk meer op een godvruchtige levenswandel naar de eis van Gods verbond.
INLEIDING
Het watermerk 15
Vrijdag 11 november 2009. De Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland, bijeen in congreshotel De Werelt in Lunteren, begon die morgen goed. ‘Presentatie Hervormd-Gereformeerde Jeugd Bond’, vermeldde de agenda voor 8.30 tot 9.00 uur. Nadat ds. Fré van Roest als voorzitter van de HGJB de zitting had geopend, vertelden directeur Harmen van Wijnen en zijn financiële rechterhand Gert Kardol over het werk van de jeugdbond en het draagvlak daarvoor in tal van gemeenten. En dat werk had oude papieren, want de
HGJB
was die week 99 jaar geworden. De synodeleden konden alvast
rekenen op een uitnodiging voor het eeuwfeest op 9 november 2010. Maar ze kregen nu al een cadeautje mee, dat uitstekend paste bij het onderwerp waarover de dag ervoor een belangrijk besluit was gevallen. Voortaan was het mogelijk om in de eredienst – naast de ‘gewone’ bediening van de doop – een ‘doopgedachtenis’ te vieren. Lang niet iedereen was het hiermee eens, omdat zo’n ritueel tekort zou kunnen doen aan het eigene en de eenmaligheid van het doopsacrament. De HGJB had net een boekje uitgegeven over de doop, bedoeld voor jongeren die meestal – maar niet altijd – als baby het doopwater op hun voorhoofd hadden ontvangen. Bij dat boekje hoorde een polsbandje met daarop de woorden: IK DRAAG GODS WATERMERK. Hiermee wilde de HGJB kerkelijke jongeren stimuleren hun doop te beleven als een eervolle onderscheiding. Tegelijkertijd was dit initiatief een manier om de identiteit van de jeugdbond zelf te laten zien. Terwijl de ‘H’ verwijst naar de traditie van de Nederlandse Hervormde Kerk, slaat de ‘G’ op de gereformeerde theologie, gegrond op Gods genadeverbond. De visie op de doop is ook het ‘watermerk’ van de HGJB. Daarom werd aan alle synodeleden een polsbandje ter hand gesteld. Ze werden uitgedeeld door stafwerker Casper van Dorp, die ooit als adoptiefkind uit Sri Lanka in een Nederlandse gereformeerde gemeente door de doop was ingelijfd in de kerk van alle tijden en plaatsen.
Doop en verbond
16
Dat de doop een heet hangijzer kan zijn, was niet van vandaag of gisteren. Het begon allemaal met het ‘zendingsbevel’ van Jezus aan zijn leerlingen, vlak voor zijn hemelvaart, volgens het verhaal in de Evangeliën. ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen’ (Mattheüs 28:19). De jongeren trokken erop uit, later ook andere apostelen en evangelisten. Vele bekeerlingen uit jodendom en heidendom werden gedoopt, dat wil zeggen ondergedompeld in water alsof men verdronk. Want daarvan was de doop een teken: ten onder gaan in de dood van Christus, in zijn bloed gewassen worden van de zonde, en door Gods genade opstaan in een nieuw leven. Een paar eeuwen lang was de doop iets voor volwassenen, die meestal uit de wereld tot de kerk kwamen, onderwezen werden in de leer en moraal van de Bijbel, en ten slotte op de belijdenis van het geloof opgenomen in de gemeente van Christus. Kinderen werden niet gedoopt. Dat gebeurde pas toen het christendom de algemeen verbreide religie werd, verbonden met de staat en de publieke sfeer. De zuigelingendoop werd regel, zo spoedig mogelijk na de geboorte, aangezien de bevrijding van de erfzonde een wezenlijke functie bleef. De missionaire kerk, waarin niet-christenen door de doop christen werden, veranderde in een institutionele kerk, waarin de leden van jongs af aan opgroeiden in een christelijke omgeving. De bewuste toetreding tot de gemeente verliep sindsdien via het ‘vormsel’, waarbij met zalf een kruisteken op het voorhoofd werd gesmeerd. Die overgangssituatie herhaalde zich later onder gekerstende volkeren, zoals in onze contreien de Franken, Friezen en Saksen. Volgens de ‘Utrechtse doopbelofte’ uit de achtste eeuw zwoeren nieuwe christenen eerst hun goden Wodan, Donar en Saxnot af en beleden zij vervolgens de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Met het voortschrijden van de Middeleeuwen werd de doop echter een vast ritueel voor pasgeboren kinderen, toegediend in de parochiekerk door de pastoor, in noodgevallen door de vroedvrouw aan het kraambed. Afwassing van de erfzonde en bevrijding van de macht van de duivel golden als de hoofdzaken bij de doop. Het sacrament zelf werkte automatisch, wisten de theologen, los van geloof en kennis. Voor de vergeving van zonden kwam het de rest van je leven aan op biecht en boete, de dienst van priesters en de voorspraak van de heiligen. Toen de kerk van Rome in de zestiende eeuw geconfronteerd werd met ingrijpende kritiek op haar gehele functioneren, moest ook de leer van de doop opnieuw worden doordacht. Sommige protestanten waren zo radicaal om de kinderdoop te verwerpen, omdat de Bijbel alleen over de geloofsdoop spreekt. De meeste reformatoren hielden eraan vast dat ook de kinderen der gelovigen bij de gemeente van Christus hoorden, maar beseften wel dat zij van jongs af aan moesten weten wat dat inhield en welke consequenties dat had voor je dagelijks leven. Calvijn, die de doop uitlegde als de christelijke variant van de