Numeri

Page 1

opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 1

LUISTEROEFENINGEN

Numeri


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 2

Wie de Schriften wil verstaan, moet leren luisteren. Dat is de insteek van de serie ‘Luisteroefeningen’. Elk deeltje beoogt een hulpmiddel te zijn bij het verstaan van de tekst. Op heldere en grondige wijze worden bijbelgedeelten belicht met het oog op de praktijk van het christelijke leven. De reeks bevat bijdragen van theologen uit verschillende kerkgenootschappen en is zeer geschikt voor gemeenschappelijke en persoonlijke bijbelstudie. De redactie wordt gevormd door ds. W.J. Dekker en ds. G. van Meijeren.

Reeds verschenen: Ds. W.J. Dekker, Elisa. Dichter bij God Ds. H.C. Marchand, Paulus en de opstanding Dr. P.F. Bouter, Psalmen. Acht Bijbelstudies Dr. J. Dekker, Jesaja. Het vijfde evangelie Ds. G. ter Maat, Brief aan de Hebreeën.Woorden van bemoediging Ds. H. Russcher, Filippenzen. Brief aan hemelburgers Ds. W.M. den Hertog, Romeinen. Een brief vol kracht


opmk.Luisteroef.Numeri

L

22-07-2011

15:03

Pagina 3

U I S T E R O E F E N I N G E N

Numeri Leven in de (stads)woestijn

DS. H. VAN EEKEN

U

I T G E V E R I J

B

O E K E N C E N T R U M

, Z

O E T E R M E E R


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 4

www.uitgeverijboekencentrum.nl

Ontwerp omslag: Studio Anton Sinke Foto omslag en binnenwerk: Anton Sinke Layout/dtp binnenwerk: Gerard de Groot ISBN 978 90 239 2629 0 NUR 707 Š 2011 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 5

Inhoud

Woord vooraf

7

1. Iedereen telt mee

10

2. God, heilig in uw midden

20

3. Onverzadigbaar

31

4. Angst voor de toekomst

42

5. Geven of nemen

53

6. Ongeduldig

64

7. Zegen of vloek

75

8. Ontrouw

86

5


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 6


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 7

Woord vooraf

De woestijn heeft iets dreigends. Als we denken aan een woestijn, denken we aan droogte, dorheid, leegte en eenzaamheid. Het is een plek waar het moeilijk is te overleven. Wat dat betreft is er niet zoveel veranderd sinds de tijd waarin de Bijbel is geschreven. De woestijn was gevaarlijk. Als het even kon, bleef je er uit weg. De mensen leefden liever in de steden. In de stad woonde je achter een veilige muur die de gevaren buiten hield. In de stad was je omringd door mensen die je konden helpen en was er orde en regelmaat. In de stad kon je in vrede wonen. Wat dit laatste betreft is er wel veel veranderd. In Nederland wordt de stad door veel mensen als steeds onveiliger ervaren. Veel autochtone christenen verruilen de grote stad voor het leven in een dorp, of een kleine gemeente. De kerken in de grote steden krijgen het steeds moeilijker. Het leven in een stad wordt door velen ervaren als eenzaam, angstig, geestelijk dor en droog. Kortom: het leven in een stad kun je ook omschrijven met ervaringen uit de woestijn. Nu vinden we in de Bijbel ĂŠĂŠn boek dat helemaal gaat over het leven in de woestijn. Het boek dat wij kennen onder de naam Numeri draagt in de Hebreeuwse Bijbel ook de naam: In de woestijn. De naam Numeri hebben wij te danken aan de Latijnse vertaling van de bijbel (Vulgaat). De Vulgaat heeft gekozen voor de naam Numeri, omdat het boek in de Griekse vertaling van het Oude

7


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 8

Testament (Septuaginta) de naam arithmoi, ‘getallen’ draagt.

Numeri is het boek dat een bijzondere periode in de geschiedenis van het volk Israël beschrijft. De periode vanaf het vertrek van de berg Sinaï tot aan de grens van het beloofde land. Deze periode van veertig jaar in de woestijn is voor het volk Israël een heel belangrijke periode geweest. Daar heeft het volk zichzelf en zijn God leren kennen. In de latere geschiedenis van het volk Israël wordt daarom steeds weer teruggedacht aan deze periode in de woestijn. Door de profeet Hosea wordt bijvoorbeeld over deze tijd gesproken als over de tijd van de eerste liefde tussen God en zijn volk. Zo horen we dat het verblijf in de dorre woestijn aan de ene kant heel vruchtbaar is geweest. In de woestijn heeft het volk Israël de genade van God ervaren. Hier sluit de Here zijn verbond. Hier kiest Hij ervoor om te midden van zijn volk te wonen. Hier gaat Hij zijn volk voor in wolk en vuur. Zó leert het volk de macht en heerlijkheid van God kennen. Zó wordt het volk Israël – maar ook ik als lezer – uitgenodigd om in deze God te geloven. Hem te gehoorzamen en Hem vol toewijding te dienen.

8

Aan de andere kant zal blijken dat deze periode in de woestijn juist een geschiedenis is geworden van afval van God. De moeiten in de woestijn leiden tot opstand tegen Hem, twijfel aan zijn beloften, afwijzing van zijn leiding en angst voor de toekomst. Het vertrouwen op God wordt ernstig op de proef gesteld. De woestijn zal ook een plek blijken te zijn van kennismaking met Gods oordeel over de zonde en de gevolgen van ongeloof. Het volk Israël leert niet alleen God kennen maar ook zichzelf. Wanneer wij eerlijk in de spiegel durven te kijken die het boek ons voorhoudt, zullen ook wij dingen van onszelf herkennen en worden we gewaarschuwd voor ongeloof, ontrouw en ongehoorzaamheid. Als we letten op de tijdsaanduidingen in het boek Numeri dan kunnen we het boek verdelen in drie delen. Het eerste deel gaat over de voorbereidingen voor de reis door de woestijn. De eerste twee bijbelstudies gaan hier op in. Het tweede deel speelt zich af gedurende de veertigjarige tocht door de woestijn. De bijbelstudies drie tot zes gaan over deze periode. Het derde deel gaat over


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 9

het verblijf van IsraĂŤl aan de grens van het beloofde land in het veertigste jaar van het verblijf in de woestijn. Twee aspecten van deze periode vindt u terug in de bijbelstudies zeven en acht. Hoewel de historische afstand tussen de gebeurtenissen die in het boek Numeri beschreven worden en onze tijd groot is, is de actualiteit van de boodschap niet minder geworden. Ervaringen van het volk IsraĂŤl zoals we die in Numeri tegenkomen kunnen we allemaal herkennen. Maar nog belangrijker: in het boek Numeri lezen we steeds weer hoe God zichzelf bekend maakt. God laat zich kennen in zijn genade en in zijn oordeel. Hij is de God die tot ons spreekt. Hij is dezelfde God die zich volledig heeft laten kennen in zijn Zoon Jezus Christus (Hebr. 1:1,2). Daarom zullen we ook steeds weer de verbinding zoeken met Christus. Hilbrand van Eeken Delft, april 2011

9


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 10

1 Iedereen telt mee

Lezen: Numeri 1:1-19

VRAAG

10

‘Tijdens haar wandeling van die ochtend had ze al een onrust gevoeld die ze niet helemaal begreep. Het was alsof haar identiteit afbrokkelde als ze omringd was door al die mensen die elkaar op straat verdrongen of als ze eenzaam in dit anonieme hotel in de reusachtige stad Beijing op bed lag. Wie zou haar missen als ze hier verdween? Wie zou het merken? Hoe kon een mens leven als hij zich inwisselbaar voelde? Ze had dit soort gevoelens, plotseling ophouden, de greep op haar identiteit verliezen, al eerder gehad, toen ze heel jong was. Ze kwam ongeduldig van het bed overeind en ging bij het raam staan. Ver onder haar was de stad met zijn mensen, allemaal met dromen die zij niet kende.’ Henning Mankell, De Chinees, De Geus 2008, p. 317 Mankell beschrijft in het bovenstaande citaat de gevoelens van een vrouw te midden van een grote stad. Zijn dit soort gevoelens voor u herkenbaar? In wat voor situatie?

INLEIDING Het boek Numeri begint met de vermelding van het vertrek van het volk Israël uit Egypte. Hieruit blijkt meteen dat we in dit boek te maken hebben met een vervolgverhaal. In eerdere boeken is beschreven hoe deze uittocht heeft plaats gevonden. Na het vertrek uit Egypte is het volk door de woestijn getrokken tot aan de voet van de berg Sinaï. In Numeri wordt beschreven hoe


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 11

LUISTEROEFENINGEN het verder gaat met de geschiedenis van dit bevrijde volk. Bij de berg Sinaï heeft het volk een bijzondere ontmoeting met de Here gehad. De Here heeft zijn verbond met het volk Israël gesloten. Ondanks de grote crisis die beschreven wordt in Exodus 32, heeft het volk Israël de twee stenen tafelen van het verbond mogen ontvangen. De tabernakel met daarin de ark van het verbond is gebouwd en in gebruik genomen. Daarbij heeft het volk Israël allerlei voorschriften voor de eredienst en het leven als uitverkoren volk gekregen. We lezen deze voorschriften in het boek Leviticus. Alles lijkt nu klaar te zijn voor het vervolg van de reis. Toch wordt het sein voor vertrek nog niet gegeven. Pas in hoofdstuk 10 vers 33 lezen we dat het volk Israël opbreekt en aan het tweede stuk van haar reis door de woestijn begint. De eerste hoofdstukken van Numeri staan nog in het teken van de voorbereiding. Dat heeft alles te maken met het karakter van deze reis. Het zal een zware tocht worden door onveilig gebied. Het wordt een tocht door de wildernis. Het volk zal zich moeten verdedigen tegen gevaren van buitenaf, maar ook van binnenuit. Daarom is het nodig goed voorbereid op pad te gaan. Eerst moeten de nodige voorzorgsmaatregelen getroffen worden.

UITLEG Vers 1 Het spreken van God vindt plaats op de eerste dag van de tweede maand, in het tweede jaar na het vertrek uit Egypte. Wanneer u terug zou bladeren in uw Bijbel, dan komt u pas in Exodus 40:17 de vorige tijdsaanduiding tegen. Hier staat dat op de eerste dag van de eerste maand in het tweede jaar de tabernakel werd opgebouwd. De opdracht om het volk te tellen komt dus precies een maand later. Israël bevindt zich in de woestijn Sinaï. Bij de aanduiding woestijn moeten we niet denken aan alleen maar hete, gele zandvlakten. Het gebied dat in de bijbelvertalingen ‘woestijn’ genoemd wordt, bestond meer uit wat wij tegenwoordig ‘steppe’ noemen. In de regentijd kan hier wel gras groeien. Vandaar dat het voor het volk Israël mogelijk was om kudden te houden. Het kan er ook lange perioden erg dor en droog zijn, temeer omdat de

11


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 12

Lezen: Numeri 1:1-19

grond het regenwater niet kan vasthouden. Naast het feit dat ‘de woestijn’ een plaatsaanduiding is, heeft het hier ook iets in zich van een tijdsbepaling. Het verblijf van Israël in de woestijn was vanaf het begin iets tijdelijks. Men had Egypte achter zich gelaten en was op weg naar het beloofde land Kanaän. Vers 2 In vers 2 lezen we hoe de Here de opdracht aan Mozes geeft om het volk Israël te tellen. Dat geeft meteen het belang aan van wat hier gaat gebeuren. Niet Mozes heeft bedacht om het volk te gaan tellen, maar de Here zelf. Dit soort tellingen vonden in de oudheid vaker plaats in het kader van de militaire dienstplicht. Voor en na militaire campagnes vond zo’n telling plaats (vergelijk Joz. 8:10 en 1 Sam. 14:17). Men hield op deze manier nauwkeurig bij wie er meededen en wie naderhand ontbraken. De telling moest dan ook zorgvuldig gebeuren. Hoofd voor hoofd. Niemand mocht worden overgeslagen.

12

Het werkwoord ‘tellen’ zal een bijzondere rol gaan spelen in het boek Numeri. In geen ander bijbelboek komt dit woord zo vaak voor. In de grondbetekenis van het Hebreeuwse werkwoord dat hier met ‘tellen’ vertaald wordt, klinkt zorgvuldigheid mee. Het gaat niet om ruwe schattingen of globaal tellen. Juist het tegendeel: het moet gebeuren met zorg en aandacht. Vers 3 Weerbare mannen van twintig jaar en ouder moeten geteld worden. Het is opvallend dat er geen bovengrens gegeven wordt. Bij de telling van de Levieten gebeurt dit wel (8:24-26). Dit zou te maken kunnen hebben met het uitzonderlijke karakter van deze tocht. Iedereen zal nodig zijn om veilig het beloofde land in bezit te kunnen nemen. Vers 4-19 In de verzen 4-19 lezen we hoe de telling in zijn werk gaat. Met specifieke aanduidingen wordt de structuur van het volk Israël in deze tijd weergegeven. Het volk bestaat uit stammen en de stammen bestaan uit families. Uit de Hebreeuwse woorden die hiervoor gebruikt worden, blijkt de ouderdom van deze teksten.


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 13

LUISTEROEFENINGEN Dat geldt ook voor de namen die genoemd worden. Let er bijvoorbeeld op dat geen van de namen een verwijzing naar de naam JHWH bevat zoals je later bijvoorbeeld vindt in de naam Jozua. Dat zou ook niet kunnen, want deze Naam van de Here is pas aan Mozes bekend gemaakt (Ex. 6:2). Wel vind je verwijzingen naar Sjaddai (bijvoorbeeld in vers 6: Surisaddai). Sjaddai wordt als naam gebruikt voor de aanduiding van de God van Abraham, Izak en Jakob. El-Sjaddai wordt vaak vertaald met ‘de Almachtige’, of met ‘de Ontzagwekkende’.

In vers 18 wordt nogmaals herhaald hoe de telling plaats moet vinden: ‘hoofd voor hoofd’. In het vervolg van het hoofdstuk komen deze woorden van vers 18 als een refrein weer terug. De mannen moeten geteld worden overeenkomstig het aantal namen. De naam is van betekenis. Bij de telling wordt iedere naam afzonderlijk genoemd. Voor ons is de herhaling wellicht wat vermoeiend. Voor de bijbelschrijver is het een manier om te benadrukken hoe belangrijk de afzonderlijk stammen zijn. Vers 20-46 De aantallen van de verschillende stammen worden genoemd in de verzen 20-46. Wat de volgorde van de stammen betreft valt op dat Gad in deze opsomming de derde plaats krijgt. In de opsommingen waarin ook Levi genoemd wordt, staat Levi op de derde plaats. In de lijsten waarin Levi ontbreekt (zoals hier in Num. 1), staat Juda op de derde plaats (1:7) of Gad (1:24). Dat Gad nu hier de derde plaats krijgt, heeft te maken met de locatie van Gad rondom de tabernakel (Num. 2:10-15). Gad krijgt een plek ten zuiden van de tabernakel bij Ruben en Simeon (zie hiervoor de tekening in de volgende luisteroefening). Hoofdstuk 26 In hoofdstuk 26 lezen we in het boek Numeri een tweede telling van heel het volk. We zijn dan inmiddels 39 jaar verder. Een hele nieuwe generatie staat aan de grens van het beloofde land. De telling wordt nu gedaan met het oog op het in bezit nemen van het land (26:52-56). Straks zal elke familie een stuk grond toegewezen krijgen in het beloofde land. Niemand wordt overgeslagen, ieder krijgt zijn eigen erfdeel. Het is de bedoeling van de Here dat iedereen onbezorgd zal kunnen leven in het land dat

13


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 14

Lezen: Numeri 1:1-19

Hij hen zal geven (vergelijk Lev. 25:19). Later zal in de geschiedenis van Israël blijken hoe belangrijk deze bepaling is geweest voor de rechtsbescherming van elke Israëliet afzonderlijk, van welke rang of stand ook (1 Kon. 21). Evenals in het begin van het boek Numeri worden de Levieten afzonderlijk geteld (26:57-62). Zij krijgen in het beloofde land geen stuk grond. In plaats daarvan wordt een aantal steden aan hen toegewezen (zie Num. 35). De Levieten worden al vanaf één maand oud meegeteld. Vanaf die jonge leeftijd worden zij namelijk al meegerekend om de eerstgeborenen van Israël te vervangen (zie de volgende luisteroefening). Als we de dochters van Selofchad (26:33) en de families van de Levieten meetellen, komen we op een totaal van zeventig families. Israël dat Egypte binnentrok met zeventig personen (Gen. 46:27) is nu een volk geworden van zeventig families! God heeft aan Abraham beloofd dat zijn nageslacht zou worden als de sterren aan de hemel (Gen. 15:5). Hier wordt op een bijzondere manier zichtbaar hoe God vervult wat Hij belooft.

14

Grote getallen Volgens Numeri 1:46 zijn er 603.550 mannen, de vrouwen en kinderen niet meegerekend. Dit getal klopt met getallen zoals we die eerder tegenkomen (Ex. 30:12-16 en 38:26). Tegelijk roept de grote van dit getal wel vragen op. Het hele volk moet bij dit aantal mannen dan toch wel zo’n 2,5 miljoen mensen hebben geteld. Hoe kunnen deze mensen zich ooit opstellen rondom de tabernakel? Hiervoor zou al snel 50 km2 nodig zijn. Daarbij komt dat deze grote getallen moeilijk te combineren zijn met gegevens uit de archeologie. In het verleden zijn er al verschillende oplossingen aangedragen voor dit probleem. Ik noem er slechts twee. Een veel voorkomende verklaring is de verklaring waarbij het Hebreeuwse woord voor ‘duizend’ anders vertaald wordt. In plaats van een getal, wordt het gelezen als een aanduiding voor een groep. Het is een aantrekkelijk alternatief. Toch worden hiermee niet al de moeilijkheden opgelost. Een andere veel voorkomende verklaring is de verklaring waarbij de getallen meer symbolische worden opgevat. De grote getallen worden gezien als aanwijzing dat Gods beloften aan Abraham op een geweldige manier in vervul-


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 15

LUISTEROEFENINGEN ling zijn gegaan. In de Bijbel kom je inderdaad veel vaker tegen dat getallen ook een symbolische waarde hebben (zie hierboven). Denk aan het getal zeven, twaalf, veertig enzovoort. Toch geeft ook deze oplossing geen bevredigend antwoord op alle vragen die te stellen zijn. We kunnen daarom niet anders dan de getallen gewoon maar zo te laten staan. Misschien dat er in de toekomst door opgravingen ineens nieuw licht zal vallen op de verklaring van deze getallentaal van de oude oosterling. We weten niet hoeveel mensen er exact in de woestijn waren, maar wel dat iedereen meetelde!

In de synagoge wordt naast Numeri 1:1-4:20 altijd Hosea 1:102:19 (NBV: Hos. 2:1-22) gelezen. Hier is ook sprake van een telling van het volk Israël. De profeet Hosea neemt in dit hoofdstuk de belofte die God aan Abraham gedaan heeft weer op en zegt dat de kinderen van Israël talrijk zullen zijn als het zand van de zee dat niet te tellen is. Na een periode van afval, zal er een periode van herstel zijn (1:10-12). In dit gedeelte gaat het nog wel duidelijk over de telling van het volk Israël. Dit wordt anders als we in Openbaring 7:9-12 lezen over een telling. De apostel Johannes beschrijft daar hoe hij in een visioen een onafzienbare menigte ziet die niet te tellen is. Deze menigte staat voor de troon van het Lam en roept: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het Lam’. Deze keer bestaat de menigte wel uit mensen uit alle landen en volken, van elke stam en taal. De reden hiervan is dat tussen hetgeen Johannes ziet op Patmos en hetgeen Hosea sprak in zijn tijd, het werk van Jezus Christus ligt. Jezus die vlak voor zijn hemelvaart zelf de opdracht gegeven heeft het evangelie overal ter wereld te verkondigen (Mat. 28:19,20). Door het werk van Jezus Christus is de tussenmuur die vroeger scheiding maakte tussen Israël en de volken afgebroken. Door geloof in Jezus Christus, mag ook de niet-Jood delen in Gods beloften. ‘Dankzij hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader’ (Ef. 2:11-18). En hoewel de menigte die God straks zal dienen niet te tellen is, blijkt uit andere plaatsen in het boek Openbaring dat ieder bekend is bij zijn eigen naam (Op. 3:5). God verliest in de veelheid van mensen en volken op deze aarde nooit iemand uit het oog.

15


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 16

Lezen: Numeri 1:1-19

LIJNEN NAAR ONS LEVEN Het boek Numeri is niet bij elke bijbellezer even geliefd. Dat komt ongetwijfeld door de vele lange opsommingen die in het boek te vinden zijn. Mensen die zich voorgenomen hebben de Bijbel van het begin tot het eind door te lezen en Leviticus doorgekomen zijn, haken vaak af in Numeri. Er lijkt geen doorkomen aan. Al die lange lijsten met namen gaan snel vervelen! Toch is er reden om hier wel wat langer bij stil te staan. Je kunt namelijk op verschillende manieren naar lijsten en aantallen kijken. Ik ken niemand die voor zijn plezier een telefoonboek gaat doorlezen. Maar je zoekt die lange lijsten nauwkeurig door als je een nummer van een ander zoekt, of als je wilt weten of je er zelf ook in genoemd wordt. Als je langs een kudde schapen fietst, zal het je weinig interesseren hoeveel schapen er precies rondlopen. De eigenaar van de schapen denkt hier heel anders over! Hij kent zijn schapen. Zo spelen ook de lijsten in de Bijbel steeds een belangrijke rol. Als argeloze bijbellezer kan het je misschien niet zoveel interesseren welke namen er genoemd worden en welke getallen er precies staan. Voor het volk IsraĂŤl was dit heel anders. Wanneer de naam van je voorouders in de lijsten staan, wist je dat je er zelf ook bij hoorde. 16

De God van IsraĂŤl maakt zich hier bekend als de God voor wie het individuele leven ertoe doet. Hoofd voor hoofd moet er geteld worden. In de ogen van de Here telt iedereen mee. Voordat de tocht door de woestijn ondernomen wordt, neemt Hij zelf immers het initiatief om zijn volk te tellen. In het leven van Jezus Christus vind je deze trek van God de Vader helemaal terug. Telkens weer lees je van Jezus hoe ook Hij oog had voor elk mens afzonderlijk (bijvoorbeeld Joh. 1:48-50). Op een mooie manier wordt dit ook beschreven aan het einde van het Evangelie van Marcus (Mar. 16:9-20). Eerst lezen we hoe Jezus zijn verstrooide kudde weer opzoekt en tot geloof brengt. Hierna lezen we hoe Hij zijn discipelen de opdracht geeft om de hele wereld in te gaan en het evangelie te verkondigen aan alle schepselen.


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 17

LUISTEROEFENINGEN Wanneer we Numeri 1 in het achterhoofd hebben, mogen we weten dat de Here Jezus hier bedoelt dat ieder mens ‘hoofd voor hoofd’ het evangelie moet horen. Eerst de Jood, maar ook de Griek (Rom. 1:16). Ieder mens is voor Hem waardevol. God wil niet dat sommigen mensen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen (2 Petr. 3:9). Voor ons persoonlijk leven is dit zeer waardevol om te realiseren. Tegenwoordig zijn er heel veel mensen die zich eenzaam voelen. Ongekend en onbemind. Mensen worden gereduceerd tot een nummer. Een nummer waarmee je bekend bent bij de belastingdienst en de burgerlijke gemeente. Maar kennen ze onze naam nog? In het evangelie mag je ontdekken dat er altijd Eén is die je wel kent. Hij roept ons bij onze naam (Jes. 45:4). Wie gedoopt is, kan op dit punt teruggrijpen op zijn of haar eigen doop. Bij de doopvont wordt de naam van de Drie-enige in één adem genoemd met de naam van de dopeling. Hij kent ons, zelfs dieper dan wij onszelf kennen. In opwekkingslied 518 worden gedachten uit Psalm 139 gebruikt om dit onder woorden te brengen. Heer, U doorgrondt en kent mij; mijn zitten en mijn staan en U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan. De woorden van mijn mond, o Heer, die zijn voor U bekend en waar ik ook naar toe zou gaan, ik weet dat U daar bent.

De tweede telling van het volk Israël in hoofdstuk 26 maakt duidelijk dat van de kant van Israël geloof en gehoorzaamheid gevraagd wordt. Bij de verbondssluiting op de Sinaï vraagt de Here gehoorzaamheid aan zijn geboden. Op de achtergrond van deze telling staat de realiteit van het oordeel. Het was immers de bedoeling van de eerste telling dat dit volk veilig en wel in het beloofde land aan zou komen. Door ongeloof, zonde en ongehoorzaamheid is het anders gelopen. Verderop in het boek Numeri zullen we hier nog volop over lezen. Het gevolg hiervan is wel dat de eerst generatie van het volk Israël compleet is weggevallen. Alleen Jozua en Kaleb waren nog over (26:65).

17


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 18

Lezen: Numeri 1:1-19

Wanneer Jezus aan zijn leerlingen de opdracht geeft om het evangelie te verkondigen, zegt Hij erbij: ‘Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden’ (Mar. 16:16). Alleen te weten dat er een God is die ons kent, is niet genoeg. De Here vraagt van ieder mens persoonlijk geloof. Dat is het persoonlijk aanvaarden van Gods beloften met een echt en levend geloof. In het lezen en horen van Gods beloften is het belangrijk onszelf steeds weer bewust te zijn van onze eigen verantwoordelijkheid. Tegelijk mogen we juist hier ook spreken van het werk van de Heilige Geest. Het is het werk van de Geest van God die ons God leert kennen (1 Kor. 2:10-13). Daar mogen we dan ook naar uitzien en om bidden. Juist waar we bezig zijn met het Woord van God wil de Heilige Geest werken en ons hart openen voor het aannemen van Gods beloften.

VERWERKING

18

1. Stelt u zich voor dat u in gesprek raakt met de vrouw die Henning Mankell beschrijft in het citaat aan het begin van deze luisteroefening. Wat zou u op grond van Numeri 1 en de rest van het bijbels getuigenis tegen haar kunnen zeggen? 2. Het is bijzonder God te mogen leren kennen als de God die ieder mens afzonderlijk kent. Wat betekent het voor uw persoonlijk leven om dit te mogen weten? 3. Twijfelt u wel eens over de vraag of God ook u persoonlijk op het oog heeft? 4. Voor het persoonlijk leven is het belangrijk te weten dat God oog heeft voor ieder mens afzonderlijk ‘hoofd voor hoofd’. Zijn er ook lessen te trekken uit dit gegeven voor het functioneren van de christelijke gemeente? 5. Zou de kerk door zich hier meer bewust van te zijn in onze tijd kunnen winnen aan missionaire kracht? Hoe zou dit naar buiten toe concreet kunnen worden gemaakt? 6. De opdracht van Jezus aan zijn leerlingen om iedereen het evangelie te vertellen, kan nogal overweldigend overkomen. Wat betekent het voor u te weten dat we dit mogen lezen als: ‘hoofd voor hoofd’? 7. In de doopregisters van de kerk staan vele namen ingeschreven. Zijn dit dezelfde namen als de namen die in het boek van


opmk.Luisteroef.Numeri

22-07-2011

15:03

Pagina 19

LUISTEROEFENINGEN het Lam staan (Op. 21:27)? Waarom wel/niet? 8. De beloften die we in Hosea 2 hebben gelezen gaan in eerste instantie over Israël. Hoe kan deze boodschap ons iets leren over de omgang van God met het volk Israël vandaag?

GEBED ‘Heer, Ik dank U dat U onder miljoenen ook mij in het oog wilt hebben.’ Liedboek voor de Kerken, Gezang 117:3

19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.