Tegenwoordigheid van geest als Europese uitdaging
9789023926344.indd 1
29-11-12 12:59
9789023926344.indd 2
29-11-12 12:59
Dr. H.W. de Knijff
Tegenwoordigheid van geest als Europese uitdaging Over secularisatie, wetenschap en christelijk geloof
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
9789023926344.indd 3
29-11-12 12:59
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council (FSC) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt.
www.uitgeverijboekencentrum.nl Ontwerp omslag: Studio Anton Sinke Illustratie omslag: Pablo Gargallo, ‘De Profeet’ © Middelheimmuseum Antwerpen Binnenwerk ZetProducties, Haarlem ISBN 978 90 239 2634 4 NUR 694 / 700 © 2013 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
9789023926344.indd 4
29-11-12 12:59
INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF 9 I
EUROPA EN DE SECULARISATIE 17
II
DE MODERNE VERVREEMDING 39
1 Hoe God verdween uit Jorwerd 17 2 Kan God verdwijnen? 24 3 Samenvatting en conclusie 37
1 De dubbelheid van de ervaring 39 2 Ontlediging en vervreemding 49 3 De huidige uitdaging 51
III GESCHIEDENIS VAN DE WETENSCHAPPEN 57 A)
Wetenschap van de natuurervaring 57 1 De Oudheid 57 2 De entree van het christendom 61 3 De Middeleeuwen 65 4 De Nieuwe Tijd tot 1800 75 5 De Verlichting 84 6 De negentiende eeuw 91 7 De twintigste eeuw 104 8 Conclusie 111
B)
Wetenschap van de historische ervaring 113 1 Inleiding 113 2 Oudheid en Middeleeuwen 115 3 Reformatie en Verlichting 117 4 De negentiende eeuw en verder 124 5 Conclusie 130
9789023926344.indd 5
29-11-12 12:59
C)
Wetenschap van mens en maatschappij 132 1 Inleiding 132 2 Sociologie 133 3 Psychologie 141 4 Conclusie 148
D)
Samenvatting en slotbeschouwing 149
IV GESCHIEDENIS VAN DE KENOPVATTING 159
1 Inleiding 159 2 Oudheid en christendom 159 3 De Middeleeuwen 164 4 De Nieuwe Tijd 172 5 De Verlichting 183 6 De negentiende eeuw 186 7 De twintigste eeuw 196 8 Samenvatting en slotbeschouwing 201
V
KENNIS: FYSICALISTISCH OF MEDIAAL 207
1 Dualisme en monisme 207 2 Het subject als fictie 210 3 Het dualisme nader beschouwd 219 4 Het subject als zijn-in-de-wereld 223 5 De mediale kennis en de wetenschappen 230
VI MATERIE, GEEST, WETENSCHAP 235
1 Inleiding 235 2 Natuur- en geesteswetenschap 235 3 De geest en het fysicale object 241 4 Historische en fysicale objectiviteit 253 5 Moderne wereldervaring 259 6 Vervreemding en toe-eigening 262 7 De woning als model 270
6
9789023926344.indd 6
29-11-12 12:59
VII GELOVEN EN DENKEN 273
1 Inleiding 273 2 Historiewetenschap en heilsgeschiedenis 275 3 Objectiviteit in geesteswetenschap en theologie 287 4 Geloof en rede 291 5 Universiteit, filosofie, theologie 298
VIII TOEKOMSTDENKEN IN EEN TIJD VAN CATASTROFEN 303
1 Inleiding 303 2 De dreigende catastrofen 303 3 Subject en object in de techniek 307 4 Doelgericht instrumenteel handelen 315 5 Het principe ‘verantwoordelijkheid’ 318 6 Desiderata 322
IX VERLEDEN, HEDEN, TOEKOMST 333
1 Inleiding 333 2 De huidige cultuursituatie 334 3 Geesteskennis en objectiviteit 338 4 Autonomie en heteronomie 343 5 Moderne objectiviteit 349 6 Desiderata 361
REGISTERS 365
Zaakregister 365 Persoonsregister 367
7
9789023926344.indd 7
29-11-12 12:59
9789023926344.indd 8
29-11-12 12:59
WOORD VOORAF De opvatting dat geloof en wetenschap elkaar wederzijds uitsluiten, is vandaag de dag wijd verbreid. Velen houden het ervoor dat de wetenschap het eerder beleden christelijke geloof heeft vervangen. Dat geloof, voor zover het kerkelijk en theologisch in het maatschappelijke panorama voortbestaat, komt daardoor in een isolement te verkeren; het lijkt wereldvreemd te zijn geworden. De gelovige moge zich in deze aparte wereld in zijn eigen opvattingen vermeien, voor het openbare leven en het begrijpen van de wereld hebben deze geen belang. Toch speelt ook zijn leven zich in de publieke ruimte af en deelt hij het daar vigerende levensprogramma en vele van de daar geldende opvattingen. Daardoor dreigt hij te zijn veroordeeld tot een spanningsvol en betwist bestaan in twee gescheiden werelden. Wat vele huidige beoordelaars hierbij ontgaat, is het feit dat zulk een bestaan in twee gescheiden werelden veel dieper in het huidige geestesleven verworteld is dan alleen in het antagonisme tussen private godsdienstigheid en publiek ongeloof. Het dualistische schema is namelijk niet beperkt tot de godsdienst, maar kenmerkt het moderne bestaan in veel verder strekkende zin. De tegenstelling tussen private en publieke wereldervaring is een algemeen modern verschijnsel. De neutrale ‘buitenwereld’ is voor de hedendaagse mens in veel opzichten een harde en gesloten werkelijkheid met een sterk objectivistisch karakter, waaraan hij zich nillens willens moet onderwerpen. Deze door wetenschap, techniek en organisatie bepaalde buitenwereld roept als haar tegenpool op persoonlijk vlak (dus ook afgezien van alle godsdienst) een sterk subjectivistische en vaak eenzijdig gevoelsmatig bepaalde tegenwereld op: los van en in oppositie met de grote ‘buitenwereld’ richt de hedendaagse mens zich een eigen, private ‘binnenwereld’ in. Hierdoor leeft hij ook in het algemeen gesproken in twee werelden: werk naast huis, openbare plichten en vervreemdende structuren naast basale menselijke omgang en persoonlijke levensvulling. Zijn bestaan wordt opgesplitst in een publieke objectenwereld die hij niet kan beïnvloeden enerzijds en een subjectieve gevoelswereld zonder houdbaar verband met de eerste anderzijds. Zo zal hij zich op zijn werk 9
9789023926344.indd 9
29-11-12 12:59
onderwerpen aan regels die hij in zijn persoonlijke leven afwijst, maar ook afgezien van zijn leven ‘buiten de deur’ is hij onderworpen aan een verregaande dubbelheid van overmachtige dwang en beperkte vrijheid. Ons gehele moderne bestaan dreigt zo op te gaan in een dubbelheid van vervreemdende objectiviteit en machteloze private subjectiviteit. Conclusie: niet alleen in godsdienstig opzicht, ook in het algemeen leeft de moderne mens in twee gescheiden werelden; zijn opvatting van het leven is veelal een subjectief arrangement van levensbeschouwelijke aard te midden van het vervreemdende construct van zijn ‘wereld’. In onze tekst fungeert het landschap (‘de natuur’) herhaaldelijk als voorbeeld van deze dubbelheid: vijandig object enerzijds en gezochte ruimte van ervaring (en zelfs verering) anderzijds. Hier vielen de termen ‘subjectivistisch’ en ‘objectivistisch’. Wat wij als onopgeloste spanning tussen buiten- en binnenwereld, tussen object- en subjectwerkelijkheid tekenden, is een onvermijdelijk gevolg van de alomtegenwoordige technisch-wetenschappelijke gesloten objectwereld; zij laat geen private inspraak toe. Daardoor is de onderlinge relatie tussen buiten- en binnenwereld geheel in het ongerede geraakt. De wereld van het object heeft zich in het grootschalige moderne wetenschappelijk-technische construct tot algemeen geldige waarheid verabsoluteerd en het menselijke subject tot een bijkomstigheid gemaakt. Het subject moet zich op zijn beurt in die grote wereld redden en doet dat door zijn subjectruimte te vullen zonder inhoudelijke referentie aan die wereld (ondanks uitwendige gebruikmaking ervan). Het vult zijn bestaan met een (menigmaal grenzeloze) veelheid van subjectivistische, private bezigheden en opvattingen. Veel invloed op de grote objectwereld gaat daar niet van uit; deze is, gezien haar zelfsufficiënte karakter, eigenlijk methodisch uitgesloten. Wij worden daardoor geconfronteerd met grote gevaren die de zichzelf steeds verder definiërende objectwereld voor de toekomst van de mensheid inhoudt. Daarmee staan wij voor de uitdaging hoe het tot machteloosheid veroordeelde subject weer inhoudelijk greep kan krijgen op de ontwikkelingen. Kortom: uit deze overwegingen wordt duidelijk dat een bestaan in twee mentale werelden, die elkaar dreigen uit te sluiten, geen aangelegenheid van de gelovige alleen, maar als eigenschap van het moderne bestaan van algemene aard is en voor iedere tijdgenoot een grote actualiteit bezit. In feite is hier van een echte relatie tussen de wereld van het subject en die van het object nauwelijks meer sprake: het object heeft zichzelf uitvergroot tot de afdoende en universeel geldige waarheid van een strikt uitwendig karakter, en het subject heeft daarmee iedere mogelijkheid tot het genereren van objectieve ken10
9789023926344.indd 10
29-11-12 12:59
nis, welke voor dat totaalconstruct ook maar iets zou kunnen betekenen, verloren. Daarmee is de rol van het subject als elementair geldige factor van mogelijke kennis geëlimineerd. Voor beide, subject en object, is hier sprake van een groot functieverlies: de objectkennis wordt tot kennis zonder inhoudelijke betekenis voor het menselijke bestaan, en de subjectkennis verliest haar capaciteit vanuit haar eigen vermogen geldige objectkennis te genereren. Wat overblijft is een uitwendige geformaliseerde kennis zonder betekenis voor de persoon, die veroordeeld wordt tot een private, willekeurige en vaak fantastische ‘inlegkunde’. Hier kan men niet meer spreken van een kenproces als realisering van een gekend object door een kennend subject als constituant van een inhoudelijk geldige objectiviteit. De objectivatie kan hier in feite puur mechanisch of informatietechnisch plaatsvinden. Zo lijkt onze moderne wereld te bestaan uit een enorm door wetenschap gegenereerd, gesloten kenniscomplex enerzijds en een veelheid van private interpretaties met een vaag of twijfelachtig objectkarakter anderzijds. Zoveel is duidelijk, dat hier nauwelijks meer kan worden gesproken van een kenrealisatie, waarin het subject groeit in de toe-eigening van reële, voor zijn bestaan wezenlijke objecten en omgekeerd de objecten een richtinggevende betekenis verkrijgen voor dit bestaan en zijn kennisprogramma. Wij leven zogezien vanuit een ledig subject en krijgen kennis van een even ledig object. Het is hiermee geheel in overeenstemming dat veel hedendaagse filosofische richtingen en menskundige onderzoekingen (hersenwetenschap!) beide, zowel subject als object, eenvoudigweg ontkennen. Uiteraard is deze tekening schematisch en globaal en bestaan er tal van doorkruisingen van deze schematiek in de geleefde werkelijkheid (wij leven nog niet in een ‘Brave New World’). Maar het is niet te loochenen dat met deze beschrijving de overheersende tendentie van onze moderne wereldparticipatie is aangegeven. Als wij de grond van ons probleem zoeken in het beheersende kenmodel van onze huidige relatie met de werkelijkheid, is de ernst van deze vaststellingen moeilijk te ontkennen. De uitholling van ons originaire vermogen de wereld te kunnen kennen is bepalend voor heel veel van onze moderne problemen en voor onze breed geconstateerde verstoorde verhouding met de werkelijkheid. Dit vermogen dreigt marginaal te worden. Daarmee lijkt onze moderne wereldcultuur in een riskante en catastrofale fase terecht te zijn gekomen. Het wetenschappelijk-technische megaconstruct blijkt door zijn absolutistisch objectivisme niet in staat zich door enige inspraak van de zijde van het subject (zijn protest, zijn eigensoortige kennis en eigen claim op objectiviteit) te laten storen. Omdat dit kenniscomplex ervan 11
9789023926344.indd 11
29-11-12 12:59
uitgaat dat het alles weet of weten kan van wat er te weten valt, is het ook niet in staat zijn risicovolle situatie naar haar aard te onderkennen. Daarom is dan ook alleen vanuit een opnieuw doordachte subjectiviteit een remedie tot oplossing van die situatie te verwachten. Daar ligt voor onze tijd de allereerste opgave: vanuit het subject en zijn geestelijke capaciteit een nieuwe, integrale opvatting van objectiviteit te formuleren. Daarom is bezinning op het herstel van de kenrelatie nodig, willen subject en object hun nietigverklaring te boven komen. Het kenproces moet zijn realiteitskarakter herwinnen, door de erkenning van het reële kenvermogen van het menselijke subject en de reële inhoudelijke objectiviteit van de door dat subject gekende wereld. Hiermee staan wij voor de vraag hoe wij een kennisopvatting ontwikkelen die de intrinsieke wederzijdse relatie tussen subject en object herstelt. Hoe komen wij het onvruchtbare alternatief tussen het objectivistische dictaat van een materialistisch kenbegrip enerzijds en de subjectivistische willekeur zonder gronden anderzijds te boven? Wij zullen een kenbegrip trachten te ontwikkelen waarin de geesteskennis de grondslag van alle objectivatie vormt. Natuur- en geesteskennis komen daardoor in een geïntegreerd verband te staan. In ethisch opzicht wordt het daardoor mogelijk het natuurwetenschappelijk-technologische object te confronteren met aan de subjectiviteit ontleende, inhoudelijke desiderata. Ook op politiek en maatschappelijk terrein komt er dan weer ruimte voor het gesprek over ‘inhouden’. Om ons een beeld te verschaffen van de ontstaansgeschiedenis van het genoemde dilemma, geven de eerste vier hoofdstukken een beeld van de historische ontlediging van de subject-object problematiek. Daarna wordt in een drietal hoofdstukken toegewerkt naar een nieuwe formulering van de subject-objectrelatie. In de beide laatste hoofdstukken worden conclusies van ethische aard getrokken, allereerst ten opzichte van de catastrofale situatie van ons hedendaagse technologische kenniscomplex en vervolgens ten opzichte van de mogelijkheid tot terugwinning van dragende ethische inhouden in het algemeen. De noemer waaronder de uitholling van de subject-objectrelatie wordt beschreven, is de secularisatie: wij tekenen het verlies van het realiteitskarakter van het object als aspect van de verdwijning van de ‘objectiviteit’ van de godsvoorstelling in de Europese kennisontwikkeling; wereldimmanent weten vervangt het voorafgaande door God gedragen wereldbeeld. Dit proces kan niet worden teruggedraaid. De huidige theologische uitdaging bestaat in de vraag wat hedendaags, door historisch denken bepaald christelijk geloof kan bijdragen aan een nieuwe definitie 12
9789023926344.indd 12
29-11-12 12:59