Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 1
tot op het bot verdeeld
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 2
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 3
Hans van de Wal
Tot op het bot verdeeld Nederlandse protestanten, de zending en de Indonesische revolutie
Uitgeverij Boekencentrum Zoetermeer
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 4
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt met financiële steun van de Stichting Zonneweelde en Literatuurfonds Locher.
www.uitgeverijboekencentrum.nl
Deze uitgave is nummer 56 in de serie Mission (Missiologisch Onderzoek in Nederland), die onder redactie staat van: Prof.dr. M.T. Frederiks Prof.dr. M.M. Jansen Prof.dr. A.M. Kool Ontwerp omslag: Oblong, Jet Frenken Ontwerp binnenwerk: Studio Anton Sinke ISBN 978 90 239 2653 5 NUR 692, 706 © 2012 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 5
Inhoudsopgave
Woord vooraf Inleiding
9 11
De Indonesische revolutie: najaar 1945
17
I.
19
II.
III.
IV.
De Indonesische revolutie najaar 1945 Onafhankelijkheid in zicht. Grondwet en staatsfilosofie. ‘Proklamasi Kemerdekaan’. In Japans vaarwater? De eerste anderhalve maand. Jongeren in actie op Java. De komst van de geallieerden. De revolutie wordt gewelddadig. De revolutie in Sumatra. Ontwikkelingen in OostIndonesië en Kalimantan. De hel van Surabaya. Paniek. Antichristelijk? Regering, leger en partijvorming. Ten slotte. Indonesische protestanten en de revolutie Een terugblik: de CSV op Java. Indonesische christenen mengen zich in de revolutie. Indonesische christenen in het leger. Hergroepering en herbezinning in Indonesië: Zendingsconsulaat en Protestantse Kerk na de Japanse capitulatie Afwachten. Weg uit het kamp – maar waarheen? Protestantse Kerk. Bien étonnés de se trouver ensemble. ‘Aan de Zendingsarbeiders in de Groote Oost.’ Een oecumenisch initiatief: de Noodcommissie Kerk en Zending. Welke overheid? Nieuwe verhoudingen. Boodschappen aan en van kerken. Kampvruchten: Politieke Club. Een centrale uitgeverij en boekwinkel. ‘Oecumenische Samenwerking en eenheid in Indonesië.’ Het plan-Bergema. Optiekverschil. Ten slotte. Nederlandse protestanten en de Indonesische revolutie Wederopbouw. Droogzwemmen. De hervormde zending roert zich. Verdoorn over zending en Indonesisch nationalisme. Gereformeerde zendingswerkers spreken zich uit. Alarmerende berichten. Hervormd en gereformeerd synodaal beraad: maart 1946.
45
53
77
Heroriëntatie in politiek en zending
89
V.
91
De onderhandelingen beginnen Van Mook. Het Nederlandse beleid najaar 1945. De Republiek zet zich schrap. Een nieuwe regering treedt aan in de Republiek. Onderhandelingen komen op gang. Beweging in het Nederlandse standpunt. Persatuan Perjuangan. Verwarring in Nederland. De rechtse oppositie in Nederland. Vereniging Nederland-Indonesië. Regering en oppositie in Indonesië voorjaar
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 6
1946. Nederlandse militairen op het toneel. Erkenning van de Republiek? Tumult in de Republiek. VI. Oecumene in Indonesië 113 Oecumene in de Republiek. Plaatsvervangend zendingsconsul. Zendingsconferentie Jakarta 1946. Maatschappelijke positie van protestanten in Indonesië: Van Doorn. Vrijheid van godsdienst: Hoekendijk. VII. Nieuwe oriëntatie: zending in Nederland 121 Nieuwe oriëntatie. Gereformeerde zending. Hervormde zending: een terugblik. Nederlandse Hervormde Kerk en Protestantse Kerk in Indonesië. Nederlandse Hervormde Kerk en hervormde zending. Zendingsconsulaat opheffen? De Nederlandse Zendingsraad neemt het roer over. VIII. Zendelingen op de barricade 135 Het nieuwe Indonesië moet niet door Nederlanders bedacht worden. Indonesische geestverwanten steunen de Republiek. Indonesiërs hebben recht op zelfbeschikking. Protestanten in Jakarta: Geen geweld! De missie-Verkuyl. Republiek ‘symbool van de wil tot zelfstandigheid en vrijheid’. Tegenstemmen: Zuidema en Koningsberger. Gedoe over een brochure.
Linggajati en daarna IX.
X.
XI.
Linggajati 149 Het voorwerk. Malino, juli 1946. Groeiende Nederlandse militaire presentie. Mobilisatie in Nederland. De onderhandelingen. De reactie. De spanningen in Indonesië nemen toe. Zuiveringen in Zuid-Sulawesi. Den Pasar: de deelstaat Oost-Indonesië. Een stem uit Sumba. Agree to disagree. Ten slotte. Uitdagingen en ontwikkelingen: zending in Indonesië najaar 1946 en voorjaar 1947 169 Minderheden in het nieuwe Indonesië: de kerken. Zending en minderhedenbeleid. Een theologische faculteit? Raskers visie op de omwenteling in Indonesië. Nieuwkomers. Van Beyma over de politiek. Rondzendbrieven Zendingsconsulaat. Voorzichtige contacten: politiek en kerkelijk. De eerste Nederlanders bezoeken de Republiek. Zendingsdelegatie naar Yogya? Een zendingsman in ‘het paleis’? Twee belangrijke conferenties 191 Oecumene in Oost-Indonesië. Overleg met de Javaanse kerken in de Republiek: ‘Kwitang’.
De teerling geworpen XII.
147
203
De Eerste Politionele Actie 205 Het mes op tafel. De teleurstelling. Ministerieel bezoek uit Nederland. Op weg naar militaire actie. Sjarifoeddin en Setyadjit op het toneel. De Nederlandse regering geeft het sein. Tussen twee vuren. Schermerhorn blikt terug. Ten slotte.
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 7
XIII. Protesten 219 Progressieve christenen uiten hun bezorgdheid: Zendingsconsul De Niet. Verklaring en Oproep. De reactie van Trouw. Afwijzende reacties. Het Kerkbestuur komt met een eigen verklaring. Nog twee reacties. Oslo en daarna. Hervormde synode en zending. De hervormde zending debatteert. Onrust over gereformeerde handtekeningen. De Oecumenische Raad overweegt bemiddeling te vragen. Kraemers kritiek - en de apologie van Stufkens.
Nasleep van de actie
241
XIV. Achter de schermen 243 Overwinningsroes. Een nabrander. Een ‘bijzondere correspondent’ in Jakarta. Beeldenstrijd. Precaire situatie. ‘Excessen.’ XV. Zendingswerkers onder druk 253 De NZR grijpt in. Het Zendingsconsulaat laat zich de mond niet snoeren. ‘Bevrijd’ zendingsterrein. Druk op de zending. XVI. In staat van oorlog: Zendingsconsulaat en Kerkbestuur in conflict 263 Een terugblik. Een andere optiek. ‘Bekering en Doop.’ Rasker doet een duit in het zakje. De beer is los. De NZR grijpt weer in. Het conflict ligt op straat.
Het jaar 1948
279
XVII. Een tweede actie dreigt 281 Renville. Federatie in aanbouw. Deelstatenbeleid: Negara Indonesia Timur. Negara Pasundan. De Republiek: links radicaliseert: Amirs bekentenis. De Madiunaffaire. Diplomatieke schermutselingen. XVIII. Ontwikkelingen binnen kerk en zending in 1948 297 Conflictbeheersing. Belangrijke Synodevergaderingen: Zendingssynode in Eindhoven over ‘Kwitang’. Kwitang op synoden van GKP, GKJ, GKJ-Noord en GKJW. Protestantse Kerk in Indonesië wordt Gereja Protestan di Indonesia. Oecumene in Indonesië. Amsterdam 1948. Zendingswerkers bezoeken Republikeins gebied: Pos en Rullmann in Banyumas. Bergema in Yogya. Bakker in Yogya. Ontwikkelingen in de kerkelijke contacten in Noord-Sumatra: Voorgeschiedenis. Aarzelende contacten. Islam en christendom in Republiek en Federaal gebied. Bali: Verzet tegen zending en missie op Bali. Terugkeer zendingswerkers. XIX. Waarschuwende geluiden 325 Een schot voor de boeg van de Nederlandse regering. Zendingsconsulaat najaar 1948. Rumoer over oorlogsmisdaden. De Niet laat zich gebruiken. De brief aan Beel.
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 8
Het jaar 1949
337
XX.
Tweede Politionele Actie 339 Militair geweld. Misrekening. De Veiligheidsraad grijpt in. ‘Excessief geweld.’ De Nederlandse regering buigt. Terugblikken. Ten slotte. XXI. Tot op het bot verdeeld: kerkelijke reacties 353 Eerste reacties in Jakarta. PERKI vraagt de zending om actie. Hervormde zending tussen twee vuren: De ‘derde weg’ van Van Randwijck. ‘Een verknoeide missie.’ De hervormde synode in actie. Dienaresse Gods. De NZR onderneemt actie. Nog enkele terugblikken. XXII. Zending en oecumene in 1949 367 Bezoek aan veroverd gebied: Bakker. Van Eijk in Solo. Lectuurwerk. De affaire-Zuidema. Sekolah Theologia Intim. Oecumenische ontwikkelingen.
Epiloog
379
XXIII. Na de soevereiniteitsoverdracht 381 Politieke ontwikkelingen: Niet zonder slag of stoot. Nieuw-Guinea. Kerkelijke ontwikkelingen: Dewan Gereja-Gereja di Indonesia. Slotopmerkingen
391
Summary Zusammenfassung Intisari
399 405 411
Bijlagen: 417 Verklaringen en boodschappen van kerken, zendingsorganisaties en zendingsarbeiders 1945-1949 Bronnen Geraadpleegde literatuur Verantwoording van de illustraties Afkortingen Gebruikte Indonesische woorden Register van persoonsnamen Register van zaken en begrippen Register van plaatsnamen
439 443 457 458 462 464 471 483
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 9
9
Woord vooraf Het boek dat voor u ligt gaat over een periode waarin in Nederland nog over ‘ons Indië’ gesproken werd, maar Indonesiërs ervan uitgingen dat voor hun land een nieuwe tijd aangebroken was. Dat besef, dat een nieuwe tijd was aangebroken, krijgt in dit boek een zwaar accent. Het brengt onder meer met zich mee dat in de regel gekozen is voor plaatsnamen die toen onder Indonesiërs gangbaar waren en niet voor de Nederlandse namen. Dus wordt bijvoorbeeld stelselmatig ‘Jakarta’ geschreven in plaats van Batavia, zoals tot 1949 onder Nederlanders gebruikelijk. Ook is steeds gekozen voor de in Indonesië gangbare nieuwe spelling bij plaatsnamen behalve uiteraard in citaten. Ook in geval van organisaties die na de invoering van de nieuwe spellingregels bleven bestaan is gekozen voor de nieuwe spelling. Concreet betekent het dat altijd Bandung (en niet Bandoeng), Jakarta (niet Djakarta), Yogyakarta (niet Djokjakarta) evenals Masyumi (i.p.v. Masjoemi) en Dewan Gereja-Gereja geschreven wordt. De oude spelling wordt gevolgd bij organisaties en personen die de invoering van de nieuwe spelling niet overleefden, dus: Madjelis Keristen, Dewan Permoesjawaratan Geredja-Geredja, Madjelis Wakil-Wakil Geredja-Geredja. Wat persoonsnamen betreft is bepalend of de betrokkenen voor invoering van de nieuwe spelling overleden zijn, zoals Sjarifoeddin en Soedirman. Overigens kon al voor de invoering van de nieuwe spelling in namen in plaats van de oe ook de u geschreven worden. Sommige namen komt men in beide varianten tegen, zo bijvoorbeeld Roem of Rum of Moelia dan wel Mulia. Een boek als dit kon niet tot stand komen zonder de hulp van anderen. In de eerste plaats noem ik mijn in 2011 overleden echtgenote Emma de Bruyn Kops, met wie ik negen jaar in Indonesië gewoond heb en die mij is blijven stimuleren ook toen zijzelf ziek werd. Voorts wil ik mijn dank uitspreken aan dr. A.G. Hoekema, dr. Th. van den End en prof.dr. Martha Frederiks die het gehele manuscript gelezen hebben. Zij hebben niet alleen waardevolle suggesties gegeven, maar mij ook gewezen op blinde vlekken en behoed voor vergissingen. Ook dank ik de staf van de bibliotheek van het Dienstencentrum der Protestantse Kerk in Nederland, van Het Utrechts Archief en van het Arsip Nasional te Jakarta voor de mij geboden hulp bij het onderzoek in de archieven van de hervormde en gereformeerde zending en de Protestantse Kerk in Indonesië. Diplom-Ökonom der Finanzwirtschaft Waltraut Münzberg corrigeerde de Duitstalige samenvatting, prof. Bernard van de Wal de Engelse en pendeta Ida Riaurika-Pattinama de Indonesische. Hen dank ik hartelijk.
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 10
10
Ten slotte wil ik graag op deze plek mijn dank uitspreken aan administrateur H. Lems en de besturen van de Stichting Zonneweelde en Literatuurfonds Locher, die met een ruimhartige subsidie de uitgave van dit boek mogelijk gemaakt hebben. Velp, mei 2012
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 11
11
Inleiding Studies over de geschiedenis van de ontvlechting van Nederland en Indonesië, voor Indonesiërs een bevrijdingsoorlog en voor Nederlanders een traumatisch afscheid van een kolonie, gaan in de regel over politieke en militaire verwikkelingen en hun achtergronden. In dit boek gaat de aandacht uit naar een handjevol Nederlandse zendingswerkers in Jakarta in de periode 1945-1949 en het netwerk waarvan zij deel uitmaakten, de twee grote Nederlandse protestantse kerken. Hoe kregen die kerken te maken met het conflict dat zich na 17 augustus 1945 aftekende tussen Nederland en zijn kolonie? Hoe verhielden zij zich tot respectievelijk de Nederlandse en de Nederlands-Indische overheid enerzijds en de regering van de Republiek Indonesië anderzijds, die in het conflict dat tot 1949 zou duren tegenover elkaar stonden? Wat betekende dat alles voor de onderlinge verhouding van de Nederlandse en Indonesische kerken? Rechtstreekse relaties tussen die kerken bestonden in die tijd nog niet. Alleen tussen de Nederlandse Hervormde Kerk en de Protestantse Kerk in Nederlands-Indië (vanaf 1946 Protestantse Kerk in Indonesië) bestond een institutioneel contact. De relatie tussen Indonesische kerken en kerken-in-wording en de Nederlandse kerken werd bemiddeld door zendingsorganisaties, vaak kortheidshalve als ‘de zending’ aangeduid. Dat in de protestantse zending in de jaren 1945-1949 zowel bij de werkers in Indonesië als bij de zendingsleiding in Nederland grosso modo anders gedacht werd over de relatie met het nieuwe Indonesië, en met name de Republiek Indonesië, dan onder de bevolking en in de regering van Nederland is geen geheim, in ieder geval voor wie geïnteresseerd is in de emancipatie van Indonesië van koloniaal bestuurd land tot zelfstandige natie en/of in de geschiedenis van de Nederlandse zending. De visie van de zending (beter gezegd: de variatie aan visies binnen de zending) is echter fragmentarisch en onvolledig gedocumenteerd in verspreide artikelen in vaktijdschriften. Een overzicht dat heel de periode 1945-1949 behandelt, ontbrak. Dit boek poogt daarin te voorzien. Hoe dacht men in de respectievelijke zendingsorganisaties daarover en welke stappen ondernam men? Welke rol heeft ‘de zending’ gespeeld in het moeizame debat binnen de Nederlandse protestantse kerken over de dekolonisatie van Indonesië waarin het ging om de (voor kerken) zeer principiële vraag of en in hoeverre nationale kerken in staat en bereid zijn ‘over hun schaduw heen te springen’, anders gezegd: hun nationale standpunt te overstijgen. De vraag naar de rol van de zending in het Nederlandse debat over de dekolonisatie van Indonesië is niet onbelangrijk. De Nederlandse zending was vanaf de zestiende eeuw in Indonesië en had er vooral in de negentiende eeuw, door middel van een keur aan kerkelijke en particuliere zendingsorganisaties, voor gezorgd dat het christelijk geloof zich in Indonesië een vaste plek had veroverd. Naast de zending bestond in Nederlands-Indië de
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 12
12
door koning Willem I gestichte Protestantse Kerk die behalve Europeanen en Indo-Europeanen ook veel inwoners van de Minahassa, de Molukken en (West-)Timor omvatte. De zendingsorganisaties werkten op Midden- en Zuidoost-Sulawesi (Celebes) (hervomde zending), Zuid-Sulawesi (gereformeerde zending), Halmaheira, Sangihe en Talaud en Nieuw-Guinea (hervormde zending), op Oost- en West-Java (hervormde zending), op Midden-Java (gereformeerde zending, doopsgezinde zending en Salatigazending), op Noord-Sumatra (Rheinische Mission en Samosirzending) en op Kalimantan ofwel Borneo (Baseler Mission). Op een aantal plekken waren kerken ontstaan. In de jaren dertig waren enkele van die kerken zelfstandig geworden. Toen Japan Indonesië binnenviel in 1942 vormden de christenen een kleine, maar invloedrijke minderheid: er waren naar schatting 1.750.000 protestanten en 350.000 katholieken op een totale bevolking van bijna 70 miljoen.1 Het gros van zowel de protestanten als de katholieken werd, ook in het geval van zelfstandig geworden kerken, doorgaans geleid door Nederlands zendingspersoneel en in het geval van de Protestantse Kerk door Nederlandse (in de regel hervormde) predikanten. In de ogen van de islamitische meerderheid kleefde aan het Indonesische christendom het odium van agama belanda, Nederlandse godsdienst. Hoe zouden die Indonesische christenen zich opstellen ten aanzien van het streven naar nationale zelfstandigheid in de periode die volgde op de Japanse bezetting? Voor de oorlog was er weinig te bespeuren geweest van kerkelijke steun voor de Indonesische nationale beweging, die door de koloniale overheid overigens ook krachtig beteugeld werd. Alleen een kleine groep Indonesische protestantse (en katholieke) intellectuelen ging zich vanaf de jaren twintig van de twintigste eeuw meer en meer identificeren met het Indonesische nationalisme. Zij kwamen veelal voort uit de Batakse Kerk die uit de Duitse Rheinische Mission onstaan was of uit de Protestantse Kerk en de met haar gelieerde volkskerken in de Minahassa, de Molukken of Timor. Voor de oorlog was mede door hun toedoen bij een kleine, maar toonaangevende groep Nederlanders binnen zending en missie, die veel met studenten werkte, begrip gegroeid voor het Indonesische nationalisme. Getalsmatig legden deze werkers weinig gewicht in de schaal onder hun collega’s in de zending, die zich in overgrote meerderheid geen andere politieke constellatie konden voorstellen dan een Nederlands bestuur van Indonesië; ze vonden wel enig gehoor binnen de beleidsorganen van de zending, maar hun stem werd niet of nauwelijks gehoord in de achterban van de zending in Nederland.2 Binnen de hervormde zending echter had de belangrijkste figuur binnen die kleine groep zendelingen, de taalgeleerde Hendrik Kraemer, tijdens de Duitse bezetting wél een belangrijke stem gekregen in het beleid van zowel de hervormde zending als de Hervormde Kerk. Oud-zendeling J.H. Bavinck, toendertijd hoogleraar zendingswetenschap
1 De cijfers waren bij de volkstelling van 1930 respectievelijk 1.500.000 en 300.000. We gaan voor de beide bevolkingsgroepen uit van eenzelfde stijging als van de totale bevolking die in 1930 61 miljoen en in 1944 70 miljoen telde. 2 End, Th. van den, ‘Transformatie door informatie? Opinie en opinievorming in de zending betreffende het koloniale bestel’. Tijdschrift voor Geschiedenis 105 (1992), 429-445. Van den End constateert dat, terwijl in de negentiende eeuw veel zendelingen zich kritisch uitten over het koloniale bestel, in de twintigste eeuw die kritiek verstomde voor een belangrijk deel als gevolg van de zg. ‘ethische politiek’.
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 13
Inleiding
13
aan de Vrije Universiteit, had binnen de gereformeerde zending een vergelijkbare invloed. Mogelijk zou er nu toch enig begrip voor het onafhankelijkheidsstreven van de Indonesiërs kunnen komen onder het Nederlandse kerkvolk dat de zending steunde. Maar datzelfde Nederlandse kerkvolk, althans een belangijk deel daarvan, vormde de achterban voor de protestantse confessionele partijen, samen goed voor ruwweg een kwart van het electoraat.3 En voor die confessionele partijen stond in 1945 als een paal boven water dat aan de Nederlandse belangen in en verantwoordelijkheid voor Nederlands-Indië nog geen einde gekomen was. Er stond dus heel wat op het spel ten aanzien van de relatie tussen Nederland en Indonesië voor de zending en haar relatie met de kerken in Nederland en Indonesië. De zendingswerkers in Indonesië hadden uiteraard te maken met dit gegeven, maar het vormde voor hen een achtergrondsgegeven. Hun primaire loyaliteit lag bij het werk dat ze deden, de groepen waarmee ze werkten en de motivatie die hen dreef om dat werk te doen: de dienst aan het evangelie van Jezus Christus in de context van dat deel van Indonesië waar ze werkten. Voor de Japanse inval werd die context nog primair benoemd als die van een specifieke etnische groep (‘volk’) binnen Nederlands-Indië: men sprak van ‘de volken’ van de archipel: de Bataks, de Sundanezen, de Javanen, de Timorezen, de Minahassers, de Tolaki’s enzovoort. Na de Japanse bezetting was echter een nationaal Indonesisch besef sterk gegroeid, in heel de archipel, maar vooral op Java, Sumatra, Bali en Zuid-Sulawesi: het besef te horen tot één volk, het Indonesische. Of ze er nu wel of niet mee sympathiseerden, de zendingswerkers die na de Japanse bezetting najaar 1945 of voorjaar 1946 naar hun werkterrein terugkeerden, merkten dat het nieuwe nationale ideaal en de wens een zelfstandige natie te vormen velen bezielde. Vele oudere zendingswerkers hoopten overigens op herstel van de oude koloniale orde en betitelden de nationalisten nogal eens als ‘malcontenten’, ‘Soekarnoïsten’ of ‘rood-witten’. In Oost-Indonesië zag het er na de hervestiging van het Nederlandse gezag inderdaad korte tijd naar uit dat nationalisten er een minderheid zouden blijven. Maar latere ontwikkelingen binnen de onder Nederlands gezag eind 1946 tot stand gekomen deelstaat Oost-Indonesië leerden dat ook hier het Indonesische nationalisme een niet te stuiten kracht was. Zendingswerkers wisten derhalve als weinig anderen dat de context waarin ze werkten na 1945 drastisch veranderd was, concreet: dat etnische identiteit niet langer alleenbepalend was. Zeer velen in Indonesië zagen uit naar de totstandkoming van een geheel Indonesië omvattende natie. Aan die hoop had de stichting van de Republiek Indonesië in augustus 1945 een zeer krachtige impuls gegeven. Het zal daarom geen verwondering wekken dat zendingswerkers, meer dan andere Nederlanders in Indonesië (laat staan in Nederland!), al snel heel goed beseften dat de tijden veranderd waren en de politieke bakens verzet moesten worden. Een voorhoede van hen, allen op centrale posten, pleitte ervoor de jonge Republiek serieus te nemen. Hun stem
3
Zetelverdeling Tweede Kamer 1946: ARP 13, CHU 8, SGP 2 (KVP 32, PvdA 29, CPN 10, PvdV/VVD 6). Bron: Bogaarts, M.D., Parlementaire geschiedenis van Nederland na 1945, deel 2, De periode van het kabinet-Beel, 3 juli 1946-7 augustus 1948, band D, eerste helft, Nederlands-Indië (twee delen: Nijmegen, Studentenpers, 1995), 3660-3662.
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 14
14
krijgt in dit boek een zwaar gewicht. Zij vermoedden dat van het nieuwe Indonesië die Republiek Indonesië de kern zou gaan vormen – en precies op dat punt botsten ze met hun achterban. Over dat debat, dat binnen de kerken minstens zo fel woedde als binnen de samenleving als geheel – en mogelijk zelfs heftiger – gaat dit boek. In het voorgaande is al enigszins aangeduid dat de protestantse zending in de periode 1945-1949 in een zeer complexe situatie opereerde. Om die complexiteit recht te doen zal in deze studie het perspectief binnen elk deel steeds wisselen. De politieke ontwikkelingen waren nadrukkelijk aanwezig en vormen in dit boek daarom meer dan slechts een decor waarin de zending haar plaats probeerde te bepalen. Ze droegen in het besef van de voornaamste actoren een crisiskarakter, dat wil zeggen: ze dwongen alle Nederlandse instellingen, niet in het minst de zending, tot fundamentele keuzen. De politieke ontwikkelingen komen daarom in dit boek in elk deel steeds als eerste aan de orde. Beurtelings zullen de ontwikkelingen binnen de Republiek en Nederland en de onderhandelingen tussen beide partijen belicht worden. Het tweede en derde hoofdstuk is telkens gewijd aan ontwikkelingen binnen de kerken in Indonesië en binnen de Nederlandse zending in Indonesië of het beleid van de zendingsdirecties in Nederland. Een eventueel vierde hoofdstuk gaat over de kerkelijke situatie in Nederland. Een enkele keer wordt om praktische redenen afgeweken van die opzet, bijvoorbeeld in deel D dat handelt over de Eerste Politionele Actie en de reacties daarop. De belangrijkste bronnen waaruit deze studie put, zijn de hervormde en gereformeerde zendingsarchieven en de daarin opgenomen persoonlijke archieven van belangrijke actoren zoals H. Kraemer, C.L. van Doorn, M. de Niet, F.L. Bakker, J. Verkuyl, S.C. van Randwijck en A.J. Rasker. Belangrijk is voorts het archief van de Nederlandse Zendingsraad (NZR). In de NZR werkten vrijwel alle Nederlandse zendingsorganisaties samen en de raad was de feitelijke opdrachtgever van het Zendingsconsulaat te Jakarta dat in deze studie een belangrijke rol speelt. De vierde bron is het archief van de Protestantse Kerk, dat bewaard wordt in het Indonesische Nationale Archief en recent geïnventariseerd is.4 In deze vier bronnen is het overgrote deel van het reilen en zeilen van de Nederlandse protestantse presentie in Indonesië in de bestudeerde periode gedocumenteerd. Indonesische protestantse stemmen klinken in de bestudeerde archieven wel door, maar primaire bronnen bleken op dit gebied niet beschikbaar. Indonesische protestanten en protestantse kerken hebben bij mijn weten geen contemporaine bronnen nagelaten: beschikbaar zijn wel latere terugblikken van en over hoofdrolspelers op protestants erf zoals de predikanten W. Rumambi en B. Probowinoto, minister J. Leimena en generaal T.B. Simatupang. Ook de archieven van de zendingsorganisaties van kleine Nederlandse kerken zoals de doopsgezinde en de Salatigazending bevatten weinig materiaal ten aanzien van (de houding inzake) het Nederlands-Indonesische conflict, voornamelijk omdat ze geen directe verte-
4
H.E. Niemeijer, Inventaris van de archieven van het Bestuur over de Protestantse Kerk in Nederlands-Indië 1844-1949 & Badan Pekerdja Am
(Algemeen Moderamen) Geredja Protestant di Indonesia 1949-1965 (Jakarta 2008).
Tot op het bot verdeeld-v1_Tot op het bot verdeeld-binnenwerk 08-10-12 15:39 Pagina 15
Inleiding
15
genwoordigers in IndonesiÍ hadden ten tijde van dat conflict. Voor de beschrijving van het politieke conflict tussen Nederland en de Republiek, waarmee elk van de delen begint, is in deze studie te rade gegaan bij zowel oudere studies zoals die van George McTurnan Kahin over de ontwikkelingen binnen de Republiek, Benedict R.O’G. Anderson over de Pemudarevolutie, en J.J.P. de Jong over de eerste fase van het Nederlands-Indonesische conflict, alsook bij nieuwere studies zoals van Lambert Giebels en Bob Hering over Sukarno, H.A. Poeze over Tan Malaka en J.J.P. de Jong over de tweede fase van het Nederlands-Indonesische conflict.