Om het geheim van het leven
Om het geheim van het leven Over spiritualiteit en geestelijke begeleiding
Dr. H.C. van der Meulen
Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer
Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat het keurmerk Forest Stewardship Council (FSC) draagt. Bij dit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeft geleid. Ook is het papier 100% chloor- en zwavelvrij gebleekt.
www.uitgeverijboekencentrum.nl Ontwerp omslag: Studio Anton Sinke Illustratie omslag: Fr Lawrence Lew, O.P., ‘Philip catechizes the Ethiopian Eunuch’ ISBN 978 90 239 2684 9 NUR 711 © 2013 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Ter gedachtenis aan onze ouders en schoonouders: Hendrik van der Meulen en Cornelia Bulthuis Sikke Hoekstra en Berendina Jacoba Buikema
Inhoud Woord vooraf
9 11 12 17 31 42 49 58 60
1. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Inleiding Thematiek en bedoeling Aard van de studie Enige andere benaderingen Drie visies op de verhouding openbaring-ervaring In pneumatologisch perspectief Geestelijke begeleiding als ‘hulp in ontmoeting’ Indeling en inhoud van de komende hoofdstukken
2. 1. 2. 3. 4. 5.
Geestelijk leven, spiritualiteit, christelijke spiritualiteit Wat is ‘geestelijk’? Wat wordt met spiritualiteit bedoeld? Christelijke spiritualiteit Geest en spiritualiteit Tot besluit
62 62 73 88 108 133
3. 1. 2. 3. 4.
Zin zoeken, zingeving, zin vinden Het zinthema Dimensies in zingeving Vier stemmen Geestelijke begeleiding
135 136 145 147 194
4. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Het geheim van het leven Inleidende opmerkingen Religieuze belevenissen Religie niet terug van weggeweest Vier aspecten Kanttekeningen ‘Er is meer…’ Wat is religie? Mysterie als openbaring Het geheim dat wij God noemen
200 200 202 204 209 218 235 243 249 253 7
5. 1. 2. 3. 4.
Geopenbaard Geheim Ter inleiding Geheim (mustèrion) Nieuwtestamentische passages Evaluatie
256 256 258 265 292 310
6. Geestelijke begeleiding 1. Terugblik en overgang naar het thema ‘geestelijke begeleiding’ 2. Komen tot geestelijke begeleiding. Een voorbeeld 3. Wat bedoelen we met geestelijke begeleiding? 4. Wat de geestelijk begeleider kenmerkt 5. De spiritualiteit van de pastor 6. Tot besluit
310 311 315 336 350 358
Bibliografie
359
8
Woord vooraf
‘Is er meer?’ Deze vraag wordt door talrijke spirituele zoekers gesteld. Hoe kunnen christenen met hen in gesprek komen? Wat beweegt mensen op het pad van de spiritualiteit? Wat wordt met geestelijk leven bedoeld? Wat is christelijke spiritualiteit? En heeft zij een boodschap aan zoekers? In het pastoraat komen pastores en pastorale werkers in onze tijd in aanraking met een bonte verscheidenheid aan geestelijk leven. Spiritualiteit is een ruim begrip geworden. Bovendien wordt ze vandaag niet alléén meer verbonden met kerk en christelijke religie, maar ook met allerlei varianten van levensbeschouwing, zijnsoriëntatie en religiositeit. Met name twee thema’s keren echter steeds terug: zingeving en religieuze belevenis. Wat is de zin van het bestaan? Tot het stellen van deze vraag worden we dikwijls aangezet door min of meer ingrijpende gebeurtenissen die we (moeten) meemaken. En mensen doen tevens religieuze belevenissen op in de kerk, in de natuur, in de kunst, tijdens een pelgrimage, bij de geboorte van een kind, gedurende een moeilijke periode in het leven. Ze worden bepaald bij het geheim van het leven. Wat is dat geheim? ‘Er is meer…’ Iets? Het Onuitsprekelijke? God? Wie is God? Over deze vragen en deze twee thema’s in het bijzonder gaat dit boek. In het omgaan met zinvraag en religieuze belevenissen wil de pastor een hulp zijn. Dat heeft met zijn of haar beroep en roeping te maken. Op dat terrein is de pastor thuis. De pastor begeleidt mensen op hun geestelijke weg. Dat doet zij of hij binnen en vanuit een christelijke geloofsgemeenschap. In het afwisselende, fascinerende maar ook grillige landschap van het ervaren van ‘het heilige’ hebben we behoefte aan geestelijke begeleiding. In deze studie wordt deze arbeid opgevat als een bijzondere dimensie van het pastoraat, dat bestaat in communicatie tussen pastor en gesprekspartner over wat er bij deze leeft, en wordt uitgeoefend in het licht van het evangelie en in verbondenheid met een geloofsgemeenschap. De pastor lijkt op Filippus die zichzelf laat betrekken in de geestelijke zoektocht van de reiziger uit Ethiopië, gaat het gesprek aan en wordt voor een tijd medereiziger en 9
wegwijzer in het geheim van het leven (Hand. 8). Over deze identiteit en deze arbeid wordt in dit boek ook gereflecteerd. Reflecteren is: overwegen, beschouwen, bespiegelen. We willen een bijdrage leveren aan de theologische bezinning op de veelkleurige gestalten van geleefde spiritualiteit, geleefde religie en geleefd geloof. We doen dat als praktisch-theoloog. Praktische theologie, waarvan pastoraat een subdiscipline is, is de theoretische reflectie op de praktijk, hier: op de praktijk van het spirituele leven. Dit boek is geschreven uit wetenschappelijke interesse. We hebben echter ook een strategisch oogmerk: toerusting van pastores en stof tot nadenken voor ieder die in pastoraat is geïnteresseerd. Om het gesprek over het geestelijk leven ter zake kundig te mogen voeren. Om de gesprekspartner te kunnen begeleiden in de omgang met het geheim van het leven. Om dat geheim gaat het in de spiritualiteit en in de pastorale arbeid van geestelijke begeleiding. Dat vraagt om respect en eerbied. Voor de ander en de Ander. Voor het kleine geheim van het leven van de ander en voor het grote Geheim, God. Dat moet ook in de theologische reflectie worden bedacht. Dan gaan wetenschap (scientia) en wijsheid (sapientia) samen. Want het leven blijft een geheim, God blijft een Geheim. Het is zelfs zo: hoe meer we ervan weten, hoe eerbiediger we worden. Het weten heft het mysterie niet op, maar verdiept het. Niet alleen de pastorale praktijk, maar ook de reflectie erop is: ‘cirkelen om het geheim’ (H. Faber). Om het geheim van het leven in het licht van Gods geopenbaard Geheim..
10
1. Inleiding
‘Als we op zoek zijn naar leiding, zijn we vatbaar voor een oppervlakkig streven naar makkelijke antwoorden en zingeving zonder diepgang. Het hebben van een vastberaden geestelijke metgezel of hartsvriend helpt om tot geestelijke diepgang en een nieuw verstaan van zichzelf te komen. De beste gids is hij of zij die bereid is te zwijgen en toch nabij te zijn en die rustig blijft bij het ontbreken van antwoorden. Gods Geest is uiteindelijk de enige bron van geestelijke leiding, troost en kennis (Henri Nouwen).’1 ‘Bij het zoeken naar begeleiding is allereerst geboden zelf in contact te treden met je strijd, je twijfel en onzekerheid. Met andere woorden: eerst moet je erkennen dat je leven een zoektocht is. Jouw leven, mijn leven, is een genadeschenk van God. Ons leven is geen probleem dat moet worden opgelost, maar een reis die ondernomen moet worden samen met Jezus als vriend en beste gids.’2
In dit inleidende hoofdstuk introduceren we de thematiek van deze pastoraal-theologische studie, namelijk ‘spiritualiteit en geestelijke begeleiding’. Dat is een groot onderzoeksgebied, vooral als we kijken naar het eerste van die twee. Lange tijd is spiritualiteit onderwerp van met name theologische reflectie geweest. De afgelopen decennia zijn echter steeds meer wetenschappen zich met dit thema gaan bezighouden. Deze ontwikkeling hangt samen met de sterk gegroeide interesse in spiritualiteit. De belangstelling hiervoor kunnen we op allerlei terrein signaleren. Van sociaal-maatschappelijk werk tot het gebied van de recreatie, van studie tot het bedrijfsleven. Hiermee gaat gepaard dat spiritualiteit een brede betekenis heeft gekregen. Werd ze in eerdere tijd voornamelijk geassocieerd met kerk en christelijke religie, nu wordt ze ook daarbuiten en los daarvan beleefd en gepraktiseerd. Spiritualiteit beleeft een hoogconjunctuur. Ook de reflectie op spiritualiteit heeft zich navenant uitgebreid. Er is de laatste tientallen jaren een stroom aan 1.
2.
Henri Nouwen, met medewerking van Michael J. Christensen en Rebecca J. Laird, Spiritueel begeleiden. Gids voor de lange weg van het geloof, Tielt 2008, 25. Henri Nouwen, Spiritueel begeleiden, 23-24.
11
literatuur over spiritualiteit verschenen, ook wetenschappelijke literatuur, geschreven vanuit verscheidene disciplines met hun onderling verschillende wijzen van benadering. We beginnen zo dadelijk met het voorstellen van thematiek en bedoeling van deze studie (1) en de aard ervan (2). Hierna brengen we kort enige niet-theologische bestuderingen van het thema ‘spiritualiteit’ naar voren (3) om vervolgens het eigene van de pastoraal-theologische benadering voor het voetlicht te brengen (4). Deze benadering heeft voor ons alles te maken met de visie op de verhouding tussen openbaring en ervaring, en wordt door ons in pneumatologisch perspectief geplaatst. De kern van dit perspectief is dat de Geest de mens inschakelt in de bedoelingen van God met deze wereld (5). Dit werpt licht op de arbeid van geestelijke begeleiding. Ze kan worden getypeerd als ‘hulp in ontmoeting’ (6). Tot slot noemen we kort wat we in de volgende hoofdstukken gaan bespreken (7). 1. Thematiek en bedoeling a. Bijdrage aan bezinning Met deze studie willen we een bijdrage leveren aan de theologische bezinning op spiritualiteit en de pastorale arbeid van geestelijke begeleiding. Dit reflectieve karakter kunnen we omschrijven als: om het geheim des levens te beseffen. Besef hebben is: zich bewust zijn van en begrip hebben van. Dat houdt niet in: alles weten, alles begrijpen. Theologen moeten weten dat we slechts ten dele kennen als het gaat over het geheim des levens. Maar ook dat is een besef. En het kennen wordt niet ontkend, alleen, het is stukwerk, onvolkomen en onvoltooid. Daarom blijven we rustig bij het ontbreken van antwoorden, want onze kennis staat onder een eschatologisch voorbehoud. Toch spreken we in kerk en theologie over ‘geloofskennis’. We hebben een zekere kennis van het geheim van het leven gekregen. ‘Het eeuwige leven, dat is dat zij u kennen, de enige ware God, en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus’ (Joh. 17:3). Spiritualiteit en geestelijke begeleiding vormen samen de thematiek van dit boek. Over spiritualiteit is en wordt veel geschreven. Het is niet maar onze bedoeling daar de zoveelste studie aan toe te voegen. We hebben een specifiek oogmerk: wat kan de pastor die werkt in verbondenheid met een geloofsgemeenschap en staat in de christelijke traditie, voor mensen betekenen als hij of zij hen begeleidt op het gebied van het spirituele of geestelijke leven? Dat houdt in dat we ons moeten be12
zighouden met de veelkleurige gestalten van spiritualiteit waarmee de pastor vandaag de dag in aanraking komt, met de christelijke spiritualiteit waarvan hij of zij een representant is en met de arbeid van geestelijke begeleiding. Nader gezegd: zelf levend vanuit dat Geheim is de pastor reisgenoot en gids voor mensen op hun spirituele weg. Het is het geestelijk leven dat de pastor als geestelijk begeleider met name interesseert. Daaraan wil hij of zij een boodschap hebben. Dit werk wordt door de pastor in en vanuit een geloofsgemeenschap gedaan. De pastor die mensen binnen en buiten die gemeenschap ontmoet, ziet naar hen om in aandachtige, liefdevolle zorg voor hun levens- en geloofsverhaal. Dit verhaal kent verlangen en gemis, winst en verlies, vertrouwen en onzekerheid, hoop en vertwijfeling, blijdschap en verdriet. Hoe een mens hiermee kan omgaan, hangt van meerdere factoren af, maar heeft in de kern alles te maken met zijn of haar geestelijk functioneren. Minder functioneel verwoord: het is verbonden met wat de mens ten diepste leidt, draagt, inspireert, overeind houdt, hoop geeft. Dat betreft de bron waaruit deze mens drinkt of met een ander beeld gezegd, met de grond waarin zij of hij geworteld is. b. Geestelijk leven De woorden ‘ten diepste’, ‘bron’ en ‘geworteld in een grond’ duiden aan wat wij spiritualiteit of geestelijk leven noemen. Het pastorale werk van geestelijke begeleiding heeft dat leven als arbeidsterrein. Dat is vandaag de dag een breed, complex en pluriform gebied. Het Latijnse woord spiritus heeft vele betekenissen: onder andere ‘adem’, ‘wind’, ‘leven’, ‘geur’, ‘geest’, ‘ziel’, ‘gezindheid’, ‘bezieling’, ‘moed’, ‘zelfbewustzijn’. In al die woorden klinkt het krachtige, in beweging brengende, bezielende karakter van dit woord door. Ze komen mee in de term ‘spiritualiteit’, dat we van oudsher en in de afgelopen decennia op een nieuwe en omvattende manier gebruiken om het geestelijk leven aan te duiden. Spiritualiteit is in onze tijd een overkoepelend woord geworden, waarin allerhande religieuze en niet-religieuze geestelijke ervaring wordt ondergebracht. Dat laatste leidt ertoe dat we antwoord moeten proberen te geven op een eerste vraag die in onze tijd meteen opkomt: wat bedoelen we met ‘geestelijk’ of ‘spiritueel’? c. Drie centrale onderwerpen: zin, geheim, geheimenis Gesprekken die in het kader van de pastorale zorg worden gevoerd, vinden in zeer uiteenlopende situaties plaats en kunnen over allerlei onderwerpen gaan. Wat dit betreft is pastorale zorg zo breed en diep 13
als het leven zelf. Oppervlakkige en dieper gaande zaken kunnen ter sprake komen. Van het mooie uitzicht vanuit de flat die net betrokken is tot het verlies van een dierbare van wie definitief afscheid genomen moest worden. Van het weglopen van de hond van de buren tot het wonderbare feit dat men voor de eerste maal moeder of vader is geworden. Van het veranderlijke weer tot het gevonden hebben van een nieuwe baan. Van de drukke agenda tot een gesprek over onthaasting en over ‘stille tijd’. Het ‘oppervlakkige’ en het ‘diepzinnige’ zijn typeringen die wij aanbrengen om te kunnen onderscheiden. Ze hangen echter meer samen dan je op het eerste gehoor wel zou denken. Een ogenschijnlijk oppervlakkige opmerking kan bij nader gehoor de verpakking vormen van een levensthema. Omgekeerd kan een diep gesprek worden onderbroken door een luchtig gedeelte, bijvoorbeeld om de dialoog even te ontspannen. In de geestelijke begeleiding als een bijzondere vorm van pastorale zorg mogen oppervlakte en diepte eveneens niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Ook al heeft zij een geestelijke samenspraak over levenspad en geloofsweg op het oog, toch weet zij tevens de zogenoemde ‘kleine dingen’ op hun waarde te schatten. Immers, in grote en in kleine zaken van de akker van het bestaan kan de schat verborgen zijn. De schat ligt in de akker (de wereld, het dagelijkse bestaan) verborgen en de akker kan zomaar ‘de akker van de schat’ worden: door een gerijpt besef, een gegroeid inzicht, een onverwachte ervaring die om heroriëntatie vraagt, een ontmoeting die aan het denken zet, een natuurimpressie die tot verwondering brengt, een verbijstering over het kwaad en het lijden.3 Over de akker gaand, blijft de ploeg van de levensloop ergens haken en de mens vraagt wat er aan de hand is. Op de een of andere manier wordt hij of zij geroepen halt te houden en de dingen nader te bekijken. De vragen worden gesteld: ‘waarom?’ en ‘waartoe?’ Wat heeft dit te betekenen? Wat is de zin hiervan? De mens staat voor een raadsel en zoekt naar een zinnig antwoord of in elk geval naar (nieuwe) levensoriëntatie.
3.
14
Vgl. H.M. Vroom, Religies en de waarheid, Kampen 1988, 248. Vroom spreekt van vijf basiservaringen die de vraag naar het geheim van het leven stellen en waarmee religies zich bezighouden: de eindigheid van het bestaan, de menselijke verantwoordelijkheid en het menselijke falen, de beleving van het goede, van geluk, vrede, welvaart en zin, het ontvangen van inzicht, en het kwaad en het lijden.
De gewone gang van het leven kan ook onderbroken worden door een religieuze belevenis. Deze vatten we hier op in de brede zin van het woord: we maken iets mee, wat we op de een of andere manier verbinden met datgene wat het gewone leven overstijgt. Dit transcendente kan in onze dagen op zeer verscheiden wijzen worden benoemd: ‘er moet wel iets zijn’, ‘universele geest’, ‘goddelijke kracht’, ‘Gods hand’. Deze verbinding met het transcendente, het goddelijke, het Geheim maakt het wezen van de religie uit. Wanneer de mens zich hierin verdiept, houdt hij of zij zich bezig met het geheim van het leven. Tussen twee haakjes: we maken onderscheid tussen de zinvraag en de religieuze belevenis. De grenzen hiertussen kunnen echter vervloeien. De vraag naar de zin van het leven, die besproken wordt in een wijsgerige, antropocentrische bespiegeling binnen het raam van levensoriëntatie, kan (niet: moet) overgaan in het overdenken van het mysterie van het bestaan. Er groeit dan het besef dat er iets is dat ons ‘ik’ te boven gaat en ons boven onszelf uittilt. Het ik wordt uit zijn centrum gehaald en in een breder, hoger of dieper kader gezet, namelijk dat van ‘bron’. Het ik, zo schrijft Theo de Boer, vindt zijn vervulling dan in een centrum buiten zichzelf of eerder dan zichzelf. Een centrum dat hij ‘eeuwigheid nú’ of ‘bron’ noemt. ‘Wat wij in spiritualiteit zoeken en in spirituele voorgangers bewonderen, is meer dan zingeving kan bieden. Het lijkt alsof er ergens een onuitputtelijke bron is, een kruik van Sarfath, een wonderbare spijziging.’4 In deze bezinning kan een mens nog verder worden geleid. Als over het raadsel en het geheim van het bestaan het licht van het Woord valt en een mens het geheimenis van het koninkrijk der hemelen ontdekt. Zodat die mens – zoals de gelijkenis uit Matteüs 13 vertelt – uit blijdschap hierover al wat hij heeft, verkoopt om de akker van die schat te kopen. Deze mens beziet en ervaart het leven vanuit het geopenbaarde mysterie van het koninkrijk der hemelen. Deze drie kanten willen we in deze studie nader bekijken. Sprekend over het (laat)moderne spirituele leven maken we dus een selectie. We spitsen toe op genoemde centrale thema’s: de zoektocht naar zin en de ervaring van het heilige, het goddelijke, het Geheim, God die zich openbaart. Ze hebben, zij het in wisselende gedaante, een zekere constantheid op het veld van het spirituele leven. Ze keren in de bezinning op 4.
Theo de Boer, ‘Ongewone alledaagsheid. Over dagelijks leven en spiritualiteit’, in: Bart Voorsluis, Ongewone alledaagsheid. Spiritualiteit en het dagelijks leven, Zoetermeer 2003, (15-31) 28.
15
spiritualiteit ook telkens terug. Mensen zoeken naar een verband, naar samenhang, naar betekenis. En mensen doen ervaringen op die hen stellen voor de werkelijkheid – en de werking – van het goddelijke. Een tijd lang verschenen in het dagblad Trouw regelmatig twee rubrieken die van deze thema’s getuigenis afleggen: ‘de zin van…’ en ‘religieuze belevenissen’. Beide onderwerpen willen we relateren aan het bijbels getuigenis. Wanneer we pastoraat zien als het verbinden van levensverhalen met het Verhaal van God, dan geldt dat zeker en op specifieke wijze van de opdracht van de geestelijke begeleiding. Welk licht valt er vanuit dat getuigenis, klassiek gezegd: vanuit het Woord op beide spirituele onderwerpen? d. Geestelijke begeleiding De eeuwen door behoort tot het gebied van het spirituele leven ook het gebruik kunnen maken van geestelijke begeleiding. In allerlei religies is het te rade gaan bij een sjamaan, een priester, een wijze man of vrouw, een belangrijk onderdeel van het godsdienstige leven. Voor het kunnen omgaan met de existentiële vragen van het waarom en waartoe, en met de fascinerende en tevens grillige religieuze belevenissen is er een vertrouwenspersoon met wie je hierover in gesprek kunt gaan. Wat de christelijke traditie betreft kunnen we denken aan de woestijnvader en woestijnmoeder, de biechtvader en biechtmoeder, de mystica en de mysticus, de rebbe, de starets, de voorganger van een parochie of gemeente, een goede vriend die ook soul friend wil zijn. In de pastorale zorg, waarop wij ons hier richten, wordt de pastor die werkzaam is in de gemeente of in een instelling meer dan eens geconfronteerd met levens- en geloofsvragen. Vragen die te maken hebben met de zin van het bestaan. Vragen die de omgang met wat het leven overstijgt, het heilige of – duidelijker benoemd – met God betreffen. Van een pastor mag je verwachten dat je bij haar of hem met die vragen terechtkunt. De pastor is een ‘geestelijke’. Het voeren van een geestelijk gesprek over wat er in het hart van de ander leeft, behoort tot de kern van de pastorale arbeid. Geestelijke begeleiding is pastoraat. Ze is een op het geestelijk leven toegespitste vorm ervan. We kunnen haar niet los zien van het hele pastoraat. Het pastorale gesprek kan ook (zomaar of bewust) overgaan in geestelijke begeleiding. Maar pastor en gesprekspartner kunnen ook afspreken om zich in een of meerdere gesprekken in het bijzonder op het geestelijk leven te richten. Pastoraat valt dan (bijna) samen met geestelijke begeleiding. 16