Heel mijn ziel

Page 1

Nico Vlaming Christiaan Winter

Heel mijn ziel Nieuwe psalmen voor kerk en koor

De 150 psalmen in de Nieuwe Bijbelvertaling een- en meerstemmig gezongen voor alle dagen

Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer


Zorgvuldig is gestreefd naar het vragen van toestemming bij rechthebbenden tot publicatie in deze bundel. Mocht er desondanks sprake zijn van een onjuiste, onzorgvuldige of onvolledige bronvermelding of iemand niet geraadpleegd zijn, dan bieden wij bij voorbaat onze excuses aan en verzoeken wij u zich te melden bij de uitgeverij. Overgenomen chants en hun bronnen NCP = New Cathedral Psalter, London 1909 (Novello). Uit dit chantbook zijn de volgende nummers overgenomen: 3, 9, 32, 54, 100, 119, 129, 132, 156, 161, 166, 271, 275 NSP = New St. Paul’s Cathedral Psalter, London 1997. Uit dit chantbook zijn de chants bij de volgende psalmen overgenomen: 42, 57, 58, 60, 78, 118, 126, 150 PP = Parish Psalter, London 1932 (Royal School of Church Music). Uit dit chantbook is het volgende nummer overgenomen: 64

Deze uitgave verschijnt in samenwerking met de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied (ISK) en het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG).

www.uitgeverijboekencentrum.nl Ontwerp omslag: Studio Anton Sinke Illustratie omslag: Cornelis Monsma, ‘Healed’ (2003), olieverf op doek; geïnspireerd op Psalm 103:3 Redactie en lay-out: Ina Vlaming-Kamp ISBN 978 90 239 6758 3 NUR 709 De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan De Nieuwe Bijbelvertaling, © Nederlands Bijbelgenootschap 2004/2007. De psalmtonen werden overgenomen met toestemming van de Intermonasteriële werkgroep voor liturgie. © 2012 Uitgeverij Boekencentrum, Zoetermeer Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Inhoud

Voorwoord Toelichting bij het zingen Begeleidingen van de psalmtonen Psalmen Cantica DoxologieĂŤn Bronvermelding aangehaalde citaten


Voorwoord Het zingen van onberijmde psalmen op een eenvoudige psalmtoon of op ‘Anglican chants’ heeft oude papieren. Het mag zich al enige tijd in een steeds grotere belangstelling verheugen. Volledige verzamelingen van deze honderdvijftig ‘koninklijke liederen’ – ze worden aan koning David toegeschreven – verschenen eerder in vertalingen van onder anderen Ad Bronkhorst, Ida Gerhardt en Marie van der Zeyde, Pieter Oussoren, Koenraad Ouwens en de Nieuwe Bijbelvertaling. Hoewel er al een chantboek is op de psalmen uit de Nieuwe Bijbelvertaling (Uitgeverij NBG – Heerenveen 2006) meenden de samenstellers van dit boek dat een nieuwe uitgave het zingen van psalmen op de klassieke psalmtonen (abdijtonen) en chants verder kan stimuleren en de toegankelijkheid ervan vergroot. Deze uitgave is in eerste instantie bedoeld voor koren, cantorijen en zanggroepen, voor gebruik in kerkelijke vieringen van verschillende aard. Allereerst is het zingen van volledige psalmen natuurlijk gebruik in de aloude gebedstijden, waarvan avondgebeden, vespers en evensongs de meest gepraktiseerde zijn. Het dienstboek van de Protestantse Kerk in Nederland (deel 1: Schrift – Maaltijd – Gebed) bevatte reeds 25 onberijmde psalmen (vertaling: Ad Bronkhorst). Tevens kunnen ze, en dat geldt in het bijzonder voor de eenstemmige op abdijtonen gezongen psalmen, een plaats krijgen in de wekelijkse eredienst op zondagmorgen. Zeker de zogenaamde antwoordpsalm – na de eerste of oudtestamentische schriftlezing – leent zich bij uitstek om in onberijmde tekstvorm gezongen te worden. Het reciteren van psalmen op abdijtonen en chants is naast een geconcentreerde zangoefening ook een oefening in spiritualiteit. Deze wijze van zingen biedt alle gelegenheid om over de fraaie, vreemde, weerbarstige, soms haast onbegrijpelijke teksten te mediteren en zich de inhoud eigen te maken. Psalmzingen heeft een voor lichaam en ziel genezende werking. Gereguleerd ademgebruik is sowieso gezond, en zich voegen in een traditie van dankbaarheid, vertwijfeling, scheldkanonnades en innige liefdesliedjes is zeer behulpzaam om op creatieve en heilzame gedachten te komen. Vandaar de gekozen titel uit Psalm 63: ‘Heel mijn ziel’. Bij de accentuering van bijbelse namen (bijvoorbeeld ‘Filistea’ of ‘Meriba’) is uitgegaan van de Nederlandse uitspraak, aansluitend bij de traditie. Met een uitzondering: bij het woord ‘Halleluja’ (Hebreeuws ‘Hallel-lu-jáh’: ‘laten wij de HEER – godsnaam – prijzen’) is gekozen voor het accent op de laatste lettergreep. Er is aan het eind van de psalm geen (trinitarische) doxologie opgenomen. Een ieder is vrij om deze te gebruiken. Achterin dit boek staan een aantal tekstvarianten. De samenstellers – beide werkzaam in een gemeenschap die, samen met het eredienstelijk gebouw van samenkomst, toegewijd is aan de heilige Nicolaas, een toevallig maar treffend teken van hun verbondenheid – wensen de gebruikers een vruchtbare ontdekkingstocht toe tijdens het zingen van de liederen van Israël en heel de wereldwijde gemeenschap rond de Messias. Tevens spreken zij hun dank uit aan het Nederlands Bijbelgenoodschap, Uitgeverij Boekencentrum en de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied, die deze uitgave mogelijk maakten. En last but not least aan Ina Vlaming-Kamp die – in eindeloos geduld – het zetwerk en de lay-out voor haar rekening nam.


Toelichting bij het zingen a) Op alle linkerpagina’s vindt men de psalm, zoals die op een eenvoudige psalmtoon gezongen kan worden. Telkens worden – ter afwisseling of afhankelijk van de tijd van het kerkelijk jaar – twee mogelijkheden geboden. Daarvoor zijn twee teksten uit de psalm als antifoon gekozen. Deze korte antifoon, refrein of tune, kan op willekeurige momenten het zingen van de psalm onderbreken. Voor de hand liggend is dat deze aan het begin en aan het eind door allen gezongen wordt. De eerste keer kan de voorzanger(es) de antifoon voorzingen. Er kan nog worden opgemerkt dat dichte of open noten slechts een lichte aanwijzing betekenen tot verlenging of verkorting. Een open noot is dus geen verdubbeling van de waarde van een dichte noot. Eigenlijk hebben de noten geen gefixeerde tijdsduur, een rustige vloeiende tekstvoordracht is het uitgangspunt. Bij beide antifonen staat rechts daarvan de daarbij horende psalmtoon waarop de psalmtekst gezongen wordt. Hoewel de psalmtoon van beide antifonen dezelfde kan zijn – meestal niet – is daarbij toch enige variatie aangebracht. Het grotere onderscheid bestaat hierin, dat bij de tweede psalmtoon in de voorzin altijd twee accenten te zingen zijn, en in de eerste psalmtoon altijd een. In de nazin staat bij beide psalmtonen altijd maar een accent. Er is een uitzondering: Psalm 119. Het accent naar rechts in de psalmtekst correspondeert met de noot waarboven een accent naar rechts staat. Het accent naar links (alleen bij de tweede aangeboden psalmtoon) komt overeen met de noot waarboven een naar links gericht accent staat. Men zingt de psalmtekst op de eerst aangegeven toon, totdat men bij een geaccentueerde lettergreep komt. Voor het slotaccent bevinden zich soms een of enkele zwarte noten waarop telkens één lettergreep wordt gezongen. Hier een voorbeeld van Psalm 16 vers 7:

Bij het op deze wijze zingen van de psalmen dient men uit te gaan van het op verhoogde toon spreken van de tekst, waarbij men een normaal spreekritme en spreektempo in acht neemt. Het ligt voor de hand dat de psalm door twee groepen gezongen wordt. Een cantor, een redelijk ervaren koorzanger of gemeentelid (m/v) kan de rol van groep 1 vervullen, en daarbij ook de antifoon voorzingen. Voor wat betreft de (adem)lengte van de pauze halverwege het psalmvers (bij het *) kan de volgende aanwijzing behulpzaam zijn: gebruik hem zodanig, dat je op dat moment begrijpt wat je zojuist gezongen hebt. De verwondering over de tekst doet je even ophouden, zodanig dat je niet te snel de aanvulling (het tweede halfvers) laat volgen. Hier baart oefening, ook met een grotere groep, (meditatieve) kunst. De ruimte, het moment van de dag en de samenstelling van de gebedsgroep spelen ook een rol. Soms is een wat langer versdeel opgedeeld, aangegeven door een °. Men onderbreekt daar niet echt, maar houdt wel even in. Na elk vers kan de ene ‘groep’ de andere in een doorgaande golvende beweging afwisselen.


b) Op de rechterpagina vindt men de vierstemmige chants. Zoals in Anglicaanse voorbeelden van Engelse bodem is in dit psalmboek het psalmvers als zangeenheid gekozen. Slechts in uitzonderingsgevallen – daar waar het psalmvers beduidend langer of korter is dan gemiddeld – wordt hiervan afgeweken. Vooral in lange psalmverzen waarin ook sprake is van dubbel ‘betekenisrijm’ (parallellisme), was de keuze voor een onderverdeling in kleinere teksteenheden snel gemaakt. In de meeste gevallen is gekozen voor het gebruik van ‘double chants’, waarin vier regels op een meerstemmige formule passen. Bij kortere psalmen werd de ‘single chant’ toegepast. In uitzonderingsgevallen (Psalm 78, 100, 136 en andere) werd gebruikt gemaakt van afwijkende vormen. De psalmen zijn ‘gepoint’ volgens de gangbare systematiek. Maatstrepen vallen samen met tekstaccenten. Normaliter wordt op de laatste lettergreep tussen twee staande streepjes van akkoord gewisseld. In afwijkende gevallen gebeurt dat op de plaats van het toegevoegde sterretje. Bij onderstreepte lettergrepen worden twee akkoorden op die lettergreep gezongen. Soms is het aantal tekstaccenten van een vershelft te klein voor het aantal akkoorden in de chant. In dat geval vervallen een of enkele akkoorden. De akkoorden op de plaats van het liggende streepje in de tekst worden dan achterwege gelaten. Dit vraagt enige oplettendheid van de uitvoerenden. Hier een voorbeeld van Psalm 18 vers 36 en 37:

Een aantal chants is afkomstig uit bestaande bronnen. Doorgaans gaat het hier om composities uit het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Het grootste gedeelte van de chants werd echter nieuw voor deze uitgave gemaakt. Sommige chants refereren aan bestaande melodieën uit het Geneefs Psalter (Psalm 4, 130 en andere). Andere zijn vrije composities. Steeds is gepoogd in de chant rekening te houden met gelijkwaardigheid van melodie en harmonie, waarin aandacht is voor het muzikaal spanningsverloop van beide. Bij chants die geïnspireerd zijn op bestaande melodieën sluit de harmoniekeuze vaak – en bewust – niet aan bij de ontstaansperiode van die melodie. Dit om het aantal harmonische mogelijkheden te vergroten.


Hoewel bij het zingen van chants niet gesproken kan worden van een wereldwijde eensluidende uitvoeringspraktijk, is er wel een aantal aandachtpunten te noemen. In een rustig reciterend tempo zonder tussentijdse versnellingen of vertragingen (ook niet in de cadensen!) komt deze wijze van zingen het best tot zijn recht. Een goed verzorgde declamatie en articulatie zal de onderlinge gelijkheid en verstaanbaarheid niet weinig ten goede komen. In de meeste chantboeken zijn dynamische en andere uitvoeringstechnische aanwijzingen opgenomen. Daar is in dit boek van afgezien om de interpretatie van de tekst niet vast te leggen en om de creativiteit van de uitvoerenden te prikkelen. Variatie kan gezocht worden in het al dan niet begeleid zingen, allerhande dynamische schakeringen, meerstemmige of unisono uitvoering. Twee koorhelften met volledige bezetting leveren ook een scala aan mogelijkheden op. Er kan afgewisseld worden halverwege een double chant, maar ook na iedere versregel (waar – gezien de structuur van de psalmen – veel voor te zeggen is). Eerste verzen, herhaalde tweede gedeelten, verzen die nadruk verdienen en – indien deze gezongen wordt – de doxologie aan het slot, kunnen door het gehele koor worden uitgevoerd. De orgelbegeleiding kan zeer divers van aard zijn, van een eenvoudige ondersteuning tot een groots uitgewerkt surplus, waarin afzonderlijke zinsdelen en zelfs woorden worden uitgebeeld in wisselende registraties en klankkleuren. c) Omdat de opname van orgelbegeleidingen bij de meer dan 300 antifonen te bewerkelijk zou zijn en dit boek te volumineus zou maken, werd volstaan met het aanbieden van begeleidingen bij alle gebruikte psalmtonen. Het verdient aanbeveling deze begeleidingen te gebruiken met een milde registratie in grondstemmen, zodat het niet meer dan een bedding is waarin de zang rustig voortstroomt. Doorgaans zijn ook de antifonen met enkele akkoorden te ondersteunen. d) De lofzangen uit het evangelie van Lucas – die een vast onderdeel uitmaken van drie getijden: het avondgebed (Maria – Magnificat), het gebed aan de einde van de dag (Simeon – Nunc Dimittis) en het morgengebed (Zacharias – Benedictus) – kunnen gezongen worden met een antifoon die aansluit bij de dag of periode in het kerkelijk jaar. Een ruim aanbod van deze antifonen vindt men onder andere in het dienstboek van de Protestantse Kerk in Nederland (deel 1, pagina 1070-1090).


Begeleidingen van de psalmtoon bij de 1e Antifoon

Psalmtoon 1

Psalmtoon 2

Psalmtoon 3

Psalmtoon 4


Psalmtoon 5

Psalmtoon 6

Psalmtoon 7

Psalmtoon 8


Begeleidingen van de psalmtoon bij de 2e Antifoon Psalmtoon 1


Psalmtoon 2

Psalmtoon 3


Psalmtoon 4

Psalmtoon 5

Psalmtoon 6


Psalmtoon 7

Psalmtoon 8


Psalm 1

1 Gelùkkig de méns * die niet meegaat met wie kwáad doen, die de weg van zòndaars niet betréedt, * bij spotters niet aan táfel zit, 2 maar vreugde vindt in de wèt van de H É E R * en zich verdiept in zijn wet, dag en nácht. 3 Hij zal zìjn als een bóom, * geplant aan stromend wáter. Op tijd draagt hij vrucht, ° zijn blàderen verdórren niet. * Alles wat hij doet komt tot blóei. 4 Zo nìet de wéttelozen! * Zij zijn als kaf dat verwaait in de wínd. 5 Wettelozen houden niet stànd waar récht heerst, * zondaars niet in de kring van de rechtváardigen. 6 De H E E R beschermt de wèg van de rechtváardigen, * de weg van de wettelozen loopt dóod.


Psalm 1

Christiaan Winter

1 Gelukkig de mens die niet | meegaat * met wie | kwaad doen, die de weg van zondaars niet be-|treedt, bij | spotters niet aan | tafel zit, 2 maar vreugde vindt in de | wet van de | H E E R en zich ver-|diept in zijn | wet, * dag en | nacht. 3 Hij zal zijn als een boom, geplant aan | stromend | water. Op tijd draagt hij vrucht, zijn bladeren verdorren niet. | Alles wat hij | doet komt tot | bloei. 4 Zo niet de | wette-|lozen! Zij zijn als | kaf dat ver-|waait * in de | wind. 5 Wettelozen houden niet | stand waar | recht heerst, zondaars niet in de | kring van | de recht-|vaardigen. 6 De H E E R beschermt de | weg van de recht-|vaardigen, de weg van de wette-|lozen | loopt | dood.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.